TWEEDE BLAD VAN PEF.T. EN MAAS
Mensch en
machine.
FEUILLETON.
De foren waakt
10.00) Kilometer per
slede.
Land- en Tuinbouw.
Krakelingen.
Zaterdag 23 December 1939
Zestigste Jaargang No 51
EEN GEWELDIGE
WORSTELING.
Het valt niet te ontkennen, dat
het probleem mensch-machine
op onze dagen meer dan ooit
actueel is...
Niet alleen de economische
wereldcrisis, met haar nasleep
van ellende en werkloosheid,
ziet in dit probleem een der
groote factoren van haar ontstaan,
maar ook, nog actueeler, blijkt
de machine in den kamp, die
zich tusschen wereldmogendhe
den in eeft vrteeselijken oorlog
ontspint, een der machtige, mis
schien zelfs beslissende eiemen
ten te zijn....
Ver-strekkender nochtans is dit
vraagstuk. Niet alléén sociaal en
economisch, maar ook zedelijk
heeft het zijn gevolgen op de
massa.
De machine is voor den mensch
een wereldomwenteling, wijd-
strekkender dan de historische
revoluties van 1788, 1830, 1871
enz.
Nog heden schijnt de persoon
lijkheid niet over dit product van
't menschelijk vernuft volkomen
te regeeren....
De machine is in de moderne
wereld als een monster, dat men
losgelaten heeft, en dat nu zijn
heer en meester aan het wurgen
is....
De fabelachtige geschiedenis
van den fameuzen Robot schijnt
in de machine bewaarheid te
worden en velen zijn er onder de
moderne schrijvers en denkers,
die met heimwee terug zien naar
de tijden, dat alleen het hand
werktuig in dienst van den mensch
stond en die daarbij den onmo-
gelijken wensch koesteren, een
maal dit tijdperk van vrede te
zien weerkeeren.
Gelukkig deelen niet allen deze
utopische vertangens en blijven
idealisten trouw gelooven aan de
eens volkomen dienstbaarheid
van de machine aan een heer
schenden wil van den mensch.
Het past, wanneer wij dit pro
bleem even aansnijden, eerst goed
in te zien, dat de verhouding
mensch-werktuig een heel andere
is dan de verhouding mensch-
machine.
De verhouding mensch-werk
tuig was voorheen zeer eenvou
dig: het werktuig was een hulp
middel van den mensch, een
soort verlengstuk van zijn arm
en tevens daardoor een vergroo
ting van zijn capaciteiten.
De verhouding mensch-machine
is echter dezede machine ver
vangt in menige zaak den mensch,
maakt vaak de menschelijke
werkkracht overbodig...
Hoe staat nu de moraal tegen
over beide verhoudingen
Het werktuig evenals de ma
chine, zijn op zichzelf beschouwd
een goed, gelijk elke capaciteit
van den mensch eer. goed is.
Of het werktuig er. de machine
ook een goed zijn voor den
mensch, hangt af van het gebruik
dat ervan gemaakt wordt.
Velen hebben gemeend, dat
elke uitvinding, elke nieuwe ont
dekking een weldaad voor den
mensch was....
Redelijk gesproken, mag men
niets anders zeggen, dan dat het
een weldaad kan zijn.
De mensch-zelf, de moraal
die hij huldigt en de zedelijkheid
van de daad die hij stelt, be
palen in elk geval of het inder
daad in dat bepaald geval een
weldaad is.
Immers, de duizenden vlieg
tuigen, die klaarstaan om tien
duizenden menschen in steden
en dorpen uit te moorden, de
torpedo's, die aan boord van
gluiperige onderzeeërs geladen
worden, om met één schot een
machtig slagschip en een dui
zendtal menschenlevens naar de
haaien te slingeren, bewijzen op
zichzelf genoeg, dat er nog wat
anders vereischt wcrdt, voordat
een nieuwe technisch; mogelijk
heid een weldaaa voor de
menschheid mag geno?md wor
den.
Deze beginselen dieal men
zuiver te stellen, om te midden
van de vaak verwarrende feiten
in den strijd van mensch er ma
chine den juisten kijk op dever-
houdingen niet te verliezen...
Vooral sinds de industrialisitie
in de negentiende eeuw de vocr-
waarde schiep voor een machtige
uitbreiding van het gebruik dei
machine werd de verhouding
mensch-machine tot een tragisth
probleem....
Het profijt van den patrooi
deed hem heel vlug de voor-^
deelen van de machine op de
loutere menschwerkkracht begrij
pen en van het oogenblik dat de
trek naar de machine grooter
werd vond het menschelijk ver
nuft steeds ingenieuzer gecon
strueerde, steeds vlugger en pre-
cieser werkende, steeds produc
tievere en zuinigere machines uit,
die weldra een werkloosheid
onder de arbeidsbevolking deden
uitbreken.
De menschen kwamen in op
stand tegen de machine, die hun
arbeid overbodig maakte...
Een hevig protest ging over
de wereld....
Was dit protest gewettigd en
gegrond
Zeker, maar ze mocht niet de
machine gelden.
Ze geldt alleen de manier
waarop men zich van de machine
bediende. Eigenbelang was de
motor der productie geweest
niet de behoefte.
Produceeren was het parool,
dat overal weerklonk....
En wanneer de stocks zien-
deroogen vermeerderen en de
afname niet in evenredigheid
van de productie bleek te zijn:
truchtte men door reclame kunst
matige, nieuwe behoeften te wek
ken om het afzetgebied nog uit
Roman uit het Venraysehe land
door Gerard Lemmers.
te breiden....
De techniek werd verkeerd
gebruikt tot verrijking van enkelen
en kwam zoodoende in strijd
met haar wezen, dat is alge-
meene bruikbaarheid... DE FOUT
ZIT IN HET SYSTEEM...
Het moet ons dan ook niet
verwonderen, dat velen zich van
dit systeem afkeerden...
Vaak in tegenstrijdige richtin
gen werd naar een oplossing
gezocht....
Maar de verandering is on
derweg...
Het economisch leven is bezig
ieder op zijn plaats te brengen
en de techniek ten dienste te
stellen van geheel de gemeen
schap....
Dat daarbij nog heel wat hin
derpalen zullen moeten overwon
nen worden, spreekt van zelf,
temeer wanneer men vaststellen
kan, hoe contra-dictorisch de
zaak de belangen der betrokke
nen zijn-
Men zou nochtans zeer een
zijdig en zeer onrechtvaardig de
zaken beschouwen, moest men
bij deze bemerking omtrent dit
vraagstuk blijven.
Immers, alhoewel onderschei
den soorten van arbeid overbodig
geworden zijn, heeft er zich
tegelijkertijd een verschuiving der
werkzaamheden voorgedaan,
doordat er veel meer technisch
er administratief personeel nood
zakelijk werd.
Misschien zal men ons zeggen:
deze verschuiving kan toch niet
in evenredigheid zijn met de
werkeloosheid, die door het in
voege treden van de machine
ontstond. Bovendien levert de
machine toch heel wat meer
producten op dan het vroegere
handwerk.
Dit is heel zeker waar. En
daarom wordt er ook tegenwoor
dig van regelmatig wederkeeren-
te crisissen gesproken als van
eonomische ziekten der maat
schappij.
Vlaar er leven thans ook veel
mer menschen dan voorheen en
één feit blijft, dat er nog altijd
milbenen menschen zijn, die
aan het hoogstnoodige gebrek
lijdei,
Deaanklacht van overproduc
tie gldt dus ook weer niet de
technik, maar de economische
wanone, het slechte verdeelings-
systeei 1 F.N
Och ja, kapelaan, wat zal ik zeg
gen, dat kan 'ne mens zo ook al eens
hebben.
Kobes ging door. Hij was nu niet
presies in de beste stemming om met
den kapelaan een gesprek te gaan be
ginnen.
De kapeiaan nam zijn brevier, die hij
open in de hand had, weer voor zich,
en vervolgde ook zijn weg. Opeens
hield Kobes stil. Als hij den kapelaan
eens aansprak, over Trees— nee, over
Lena. Of Lena wel werkelijk naar het
klooster wou, of Lena wel iets voor
hem zou kunnen zijn...
Kobes zette z'n koffertje neer. Keek
om.
Maar de kapelaan was al een flink
stuk weg. En hem terugroepen deed
Kobes maar liever niet.
Bovendien, de kermis kwam zo lang
zamerhand in het dorp.
En, wie weet, of hij die met Lena
niet kon houden, met alle plezieren
maar in eer.
Het landschap zat vol leven en vol
zang.
En Kobes floot daartussenin.
dat dorpdie mensen 1
Venray
DEEL 11. KERMIS.
IV.
Zware vrachtwagens, woonwagens
en lastwagens en machinewagens, heb
ben geronkt en gerold, ze zijn ge
parkeerd op de twee marktpleinen, en
in de belendende straten en uithoeken
daartoe aangewezen door de veld
wachters. Water is er gesjouwd en
leidingen zijn gelegd, en toen is het
zware werk begonnen. De kermis legde
haar reële fundamenten, en rees. Plak
katen en bekendmakingen werden aan
de kalee- en winkelramen gehangen
en speciale reklamborden rezen hiei
en daar. Stoomkarroessel 1 Lachpaleis 1
Kino SchommelAutobaan Keek-
walkWilde dierentent met Buffalo
Maciste, de sterkste man ter wereld
Roetsbaan Motorton Theater.
Sigaretteneindjes hebben 's avonds
gefloept, nu de zuinigheid der dorps-
vaderen het gas en het electrisch voor
de zomerse maanden gedoofd hebben,
van de vreemde en zwarte en rond-
borstig-ruwe kerels die op de stapels
en voor de wagens zaten. Men heeft
gezweet en gezongen, gevloekt en ge
roepen zelfs in het licht van de schijn
werpers op de laatste avond.
De schoolkinderen en de grotere
jeugd zijn tot in de donkerte in massa
komen toe zien naar al dat eigenaar
dige en dat vreemde, tot naar dien be-
faamden sterken man Buffalo Macisto
toe en die zware olifant. En Mie van
Bullekes Klaos heeft futterend ge
bloosd en heeft lachend heur wang
moeten afvegen van die onverwachte
zoen van zo'n smerrige kermiskerel
met 'n balk op z'n schouders.
In het dorp zijn de zijstraten en de
goten tussen de keien ontgrasd, men
heeft geboend binnen de huizen en ge
poetst en geverfd buiten, en er zijn
vlaggen gehangen en kransen en
bloementrossen de kermisprocessie.
-0-
En zo stond de kermis klaar op die
Zondagmorgen, en het weer was hel
der en fraai en de zon stond frank
|Oc oer-Eskimo's op het spoor.
Sedert te vierde eeuw en tot op
•en huidigpn dag hebben de men-
ehen niet «pgehouden, dwars tegen
sle hinderiissen in de wereld tot in
d uiterste hoeken te verkennen en
ti onderzoeten.
3e ontdekkingsreizen naar den
aitis en dea antarctis strekken zich
ui over een periode van 15 eeuwen,
«t zjjn sterke menschen, die dit
hofdstuk van de geschiedenis heb-
be geschreven, Je helden van de
poolstreken. Men heeft in die eeuwen j
vele successen kunnen boeken, maar
ook hebben zich vele hartroerende
tragedies afgespeeld.
De bekende Pool-onderzoeker Knud
Rasmussen vertelt van zjjn vijfde
Thule-expeditie:
„Al sinds een eeuw had niemand
zich meer bekommerd om het lot
van de Eskimo's bij de Hudsonbaai.
Dat was te meer te betreuren, toen
de bekende Noorsche onderzoeker
Steensby tot de ontdekking kwam
dat: hier de bakermat van de Eskimo
cultuur moest liggen.
Men wist wel dat op de toendra's
ten Westen van de Hudsonbaai in
het binnenland Eskimo's leefden van
de vlschvangst en jacht op zeedieren.
Maar gedocumenteerde kennis had
men niet omtrent deze lieden. Alleen
van de Groenland-Eskimo's was een
en ander doorgedrongen tot de Euro-
peesche geleerden.
De vijfde Thule-expeditie ging in
I den zomer van 1921 in zee. Tot de
gtaf van de expeditie behoorden o.m
de natuuronderzoeker Peter Freu
chen, de oudheidkundige en carto
graaf Therkei Mathiassen, de vol
kenkundige en geograaf Kay Birket-
Smith en vele anderen.
Het zwaartepunt van het geschied
kundig onderzoek lag in de opgra
vingen van Mathiassen aan de Hud
sonbaai even ten zuiden van het
kleine eiland Lyon Inlet. Daarbij
kwam vast te staan dat dej cultuur
een volkomen metamorphose had
ondergaan, de vroegere verschilt
hemelsbreed van de huidige. De
tegenwoordige Eskimo's leven groo-
tendeels van de rendierjacht en zijn
in dat opzicht verwant aan de bin-
nenlandsche Eskimo's. Vroeger was
men meer aangewezen op vischvangst
en jacht op grootere zeedieren. De
cultuur van deze menschen ver
toont velo punten van overeenkomst
met hun soortgenooten op Groenland
en Alaska.
Deze verwantschap draagt een
historisch karakter, waardoor de
stelling niet gewaagd schijnt, dat'de
Groenland-Eskimo's vele eeuwen ge-
1 leden naar de Hudsonbaai getrok
ken, daar als kolonisten leefden.
Deze hypothese wordt nog gesteund
door het feit, dat vele sagen over-1
eenkomst vertoonen.
Voor het onderzoek van het tegen
woordige Eskimoieven waren de on
derzoekingen b$ de toendrastammen
ten Westen van de Hudsonbaai het
belangrijkste. Deze menschen doen
practisch niet aan de vischvangst.
maar leven geheel van de rendier-
jacht. Zij wisten van de zee zoo
weining af, dat zij b.v. vroegen waar
het gewei van een zeehond zit.
Bij onze aankomst hadden wij toe
vallig eenig walvischvleesch bij ons
en wilden dat aansnijden, maar de
Eskimo's verzetten zich daartegen
I heftig, om dat zij deze vleeschsoort
niet kenden. De cultuur van deze
menschen is ten diepste geworteld.
Zij zjjn nakomelingen van de oer-
eskimo's.
De expeditie richtte haar werk zoo
in, dat zij in den loep van het eerste
jaar het geheele land zooveel moge-
1 lijk bereisde. Zij doorkruiste het ge
bied van Baffioland tot het achter
land van Chesterfield Inlet. In den
laten zomer van 1922 kwamen alle
afzonderlijke expedities weer terug
op het punt van uitgang. Slechts
Mathiassen en Oisen zetten hun op
varingen voort. Maar zij werden in
gesloten door het ijs en waren ge
noodzaakt op het jjs te overwinteren
Een voordeel was, dat zij gerui.
men tijd in nauw contact met de
Eskimo's hadden geleefd en vele
belangrijke waarnemingen hadden
gedaaD. In den winter was een ziekte
I onder de bevolking uitgebroken en
de Eskimo's geloofden, dat de gees
ten wraak namen op hen omdat de
blanke mannen gegraven hadden in
Ide graven hunner voorvaderen.
Dientengevolge was men Matias-
sen slecht gezind. Op een nacht zou
hij vermoord worden, evenals zijn
metgezel Olsen, Slechts door hun
kordaat optreden was het mogeljjk,
dat zjj het veege ljjf konden redden.
Daarna werden de vriendschapsban
den al spoedig hernieuwd en konden
de onvrijwillige kolonisten per slede
naar het kamp terugkeeren.
Wij hadden het plan zooveel mo
gelijk stammen te leeren kennen.
Daarom besloot ik zelf mgn verbljjf
aan de Hudsonbaai met eengrooten
sledetocht. Mjjn metgezellen waren
twee Eskimo's:
Een afstand van 500 K.M. moes
ten wjj per slede afleggen. Maar
door de vele omwegen, die wij maak
ten om nederzettingen te bezoeken,
werden dat bjjna 10.000 K.M. Deze
sledetocht duurde van Maart 1923
tot den zomer van 1924. De reis,
verliep zonder ongelukken. Overal
kon ik belangrijke onderzoekingen
instellen en teekende veel op van de
oude sagen en mythen. De verzame
ling curieuze voorwerpen, die wij
meebrachten, bedroeg 20.000
aar. de lucht. Het werd een schone
Pr3s.s'f» en een mooie 'kermis.
Tribilis est locus iste: hic Domus
est, et porta coeliet vocabitur aula
Dei.
Airabo ad templum sanctum tuum
et cifitebor nomini tuo. Alleluia.
Omus.. God, die uit levende en
uitveorene stenen voor uwe eeuwige
Majeeit een waardige woonplaats be
reidt kom uw smekend volk ter hulp,
opdathier én uwe geheimnissen hun
krachmogen uitwerken én de wensen
van «genen die U smeken worden
verhoti. Moge hetgeen uwe Kerk aan
stoffel'^ ruimte heeft gewonnen ook
een giere geestelijke uitbreiding be-
komen.'er Dominum nostrum.
Verhgt u
De pcessie onder deze goede Lim
burgse chten is één opgetogen feest
van vrmheid en van gemeenschap
pelijke jgetogenheid dat keert elk
jaar wee dat hernieuwt zich elk jaar.
De reienan de kinderen in hun beste
kledij, d sjieke bruidjes, de statige
maagdent^n, de deelname van paters
en zusteride zangvereniging, de fan
fare en rmonie, de schutterijen, de
werkliedennden de jonge boeren en
de andere "reldlijke verenigingen, de
heilige Patio en de Derde Orde en
de andere igieuse verenigingen, voor
de mannen-! voor de vrouwen, alles
ziet er blijit Men bidt met eerbied
en met gelo massaal de rozenkrans
langs de strin die men doortrekten
andermaal ziert de zang en fanfare-
en harmoniekiken in welluidend vroom
gedruis dooihet dorp en over het
dorp, als m aan elk van de drie
rustaltaren ontweegs in het dorp de
golving van dirocessie even stil legt
en waar dan dblije zegening met het
Alleiheiligste ftts vindt. Tantum ergo
sacramentum, teremur cernui...
Als de reier0 trekken, met vaan
dels en wimpelen kransen en palm
takken en ver en bloemen, met
wierook en or^t en schelgerinkel,
met gebed als zang, dan volgt de ene
groep na de andere, dan wijst de ene
groep op de volgende, en ze geven
aan dat het allerschoonste en het aller
treffelijkste nog moet komen.
Engelen, in blauw en wit, misdiena
ren, in rood en wit, priesters in super
plies, 2ilverend gezinder van belletjes,
opstijgend wierookgeur; de burgemees
ter met ambtsketting, de wethouders,
de notabelen, de dokters, de notaris,
het kamerlid en het statenlid die in
het dorp wonen, de fabrikantendan
de troonhemel, geflankeerd door de
erewacht, die lampen met erin bran
dende kaarsen in de handen houden
en om er het fluwelen baldakijn op 't
liefelijkst en meest majestueus gesierd
de hoofdgeestelijke van het dorp met
het Allerheiligste in de koninktijke
remonstrans voor zich opgeheven.
I Knielt 1
Magdalena Lieven loopt bij de maag
den, ze heeft een palmtak over heur
borstTrees Timmermans loopt bij de
meisjescongregatie, ze bidt voor met
Fien van Stok; Kobes Zoldaat draagt
de vlag van de imkersbond, hij krijgt
er misschien wel 'n handvol sigaren
voor, maar het is majestueus hoe hij
de vlag wel houdt Tines Jukkel loopt
bij de werkliedenbond, maar hij bidt
niet mee, ge ziet het althans niet, hij
voelt zo lijkt het er zich niet geheel
bij thuis, en als de processie kerende
is, let hij op een goede gelegenheid
om zo onopvallend mogelijk de rei te
verlaten voordat ze de kerk genaakt
An loopt tussen de vrouwen, waar ook
het kamerlidsmevrouw loopt zo staats
en toch zo eenvoudigze kan een
rare meid zijn, die An, ja, dat is waar,
maar ze bidt nu met een luide en volle
stem mee, onvervaard en er is alleen
Mie van 't Blauwgat die 't harder doet
maar Mie draait wat veel met 'r hoofd.
Mijnheer Arnold van Douwenaar loopt,
nu zijn oude vadei al enkele jaren de
vermoeienis van deze honneur voor
zich te zwaar had geteld, voor de
MELKVEESTALLEN.
In het pas verschenen zeer lezens
waardige boekje Melkveestallen van
de hand van den bekenden rjjksland-
bouwarchitect H. J. van Houten te
Wageningen lezen we het volgende:
„Alleen gezond vee kan een waar
devol en voor de gezondheid onscha
delijlc melkproduct leveren.
In sommige streken is men al
jaren bezig, door selectie en ver
edeling de beste melkgevende koeien
te krijgen. Met de groote melkpro
ductie gaat natuurlijk ook eeD groot
krachtverbruik gepaard en hierdoor
wordt de weerstand van het vee
uiteraard minder. De waardevolle
veredelde dieren zijn dan ook meer
vatbaar voor alleriei schadelijke in
vloeden. Daarom dienen aan den
bouw van stallen voor zulk vee wel
zeer hooge eischen gesteld te wor
den."
„Koeien met een groot productie
vermogen zijn vooral zeer vatbaar
voor nierontsteking, zoodat men aan
de controle der uiers nooit te veel
aandacht kan ^schenken en men er
in het bijzonder op te letten heeft,
dat hinderlijke tocht wordt geweerd"
„De natuurlijksten gezondste le
venswijze voor het vee is het verblijf
in de open lucht, wanneer het kli
maat er althans voor geschikt is. In
onze lage landen aan de zee is dit
echter niet altijd het geval. Vrijwel
de helft van het jaar moet het vee
juist tegen het klimaat beschermd
worden. Dat is jammer, maar het
wordt fnuikend, wanneer het verblijf
binnenshuis niet althans eenigszins
het verblijf binnenshuis den minsten
hinder ondervinden".
Wij meenen onze lezers dit gedeel
te uit dit nuttige boekje niet te mo
gen onthouden. Indertijd wezen wij
er al op, dat aan de huisvesting van
de kippen alle aandacht besteed
wordt.
In niet mindere mate is dat noo-
dig voor het melkvee. Er zijn veel
goede stallen, maar ze worden lang
niet altijd goed gebruikt. Het moet
er luchtig en friscb, licht en zin
delijk zijn.
Tocht moet vermeden worden. Een
temperatuur van rond 13° C. is de
meest gewenschte. We zouden een
ieder, die maar iets te maken heeft
met melkveestallen willen aanraden
Bestel eens zoo'n boekje voor 75 ct.
bij N.V. Gebr. Zomer en KeuniDgs
uitgevers-Mij. Wageningen.
Lees het en doe er uw nut mee
Probeer't toch op zulke da
gen met 'n "AKKERTJE".
"AKKERTJES" houden U
niet alleen vrij van pijn,
maar zij verdrijven door
hun bijzondere samen
stelling eveneens dat lus-
telooze, machtelooze ge
voel en ze kwikken U op.
"AKKERTJES" zijn vanwe
ge hun uitstekende wer-
king beroemd en beproefd.
Ze zijn vaak nogemac!;t,
maar nooit geëvenaa.vi.
Op elk "AKKERTJE" staot't
J Akker-merk: Uw garantie
voor de onschadelijkheid!
Let daar dus vooral cpl
tegen pijnen,hoofdpijn, koorts,kou
13 stuks - 12 stuivers: 2 stuks - 2 stut. is
ANDIJVIE.
Deze groente, die omstreeks einde
Juni op een bedje uitgezaaid en ein
de Juli op leege plekken uitgeplant
wordt, i3 in den herfst een welkom
gerecht op menige tafel. In vele
tuinen missen we de andjjvie echter
nog. Dat kan zgn oorzaak niet vin
den in het feit, dat die niet groeien
eerste maal bij de dorpsnotabelen mee,
en hij keelt frank de rozenkrans in de
handen het is de eerste maal dit jaar,
dat bij de notabelen een voorbidder is
en Arnold van Douwenaar doet het.
Leviticus is er niet. Nee. Hij zal thuis
zittenhij zal er verfijnde sigaretten
roken, de radio hebben aanstaan maar
dan niet ingeschakeld op de K R.O.
die wel weer een Mis zal uitzenden,
en erbij misschien ook nog een ge
durfd boek lezen, boeken, ge weet wel,
waarin men geen blad voor de mond
neemt en graag roert in afval en stin
kende dingen En als de processie
langs de woning zal komen dit jaar
heeft men roete langs hier zal hij
enkel en alleen aan het venster komen
zien hoe zij langs trekt.
Grada Masten, de huishoudster, heeft
met Netteke van Hannese Willem, het
dienstmeisje, aan de voordeur versierd,
nou ja, dat is de aloude gewoonte zo
hier in het dorp, wat doet ge eraan
en de oude heer, die waarschijnlijk
beneden aan het raam of zo zit met de
rozenkrans, misschien voor 't oog, in
de hand, zal er ook niet van af gaan.
En bovendien ook, het zou dan te zeer
opstandig afsteken bij de versieringen
aan alle andere ramen oi voordeuren
van heel het dorpskontoer der proces
sie.
Leviticus kijkt, ja. Och ja, bepaald
enfantiel zal hij 't niet noemen, 't is
toch wel aardig. Echt iets voor 'n fol
klorist bevoorbeelddat is tegenwoor
dig zo'n beetje troef. De volgende keer
zal hij zijn hollandsen vriend Freek,
drs. de Hoogh Stengeland eens uitno- J
digen, die zal wel wat kunnen hebben
aan zo'n limburgse processie anneks
kermis.
Jandebliksem, daar komt de maag-
denrei. Ginds wriemelen de vrouwen-
reien ook al aan. De maagden, de
dorpsmeisjes. Wie is dat daar weer,
zo in het centrum van het troepje
ongeveer, die zo staats en zo heerlijk
loopt, als In sterkte overgegeven
wil. Waar boerenkool het doet, kan
men ook andijvie winnen. In October
'worden de platliggende bladen, na
een paar droge dagen bij elkaar ge
bonden. Daardoor bleekt het hart
van de andijvie en wint ermee aan
smakelijkheid. Andijvie is niet winter
hard. Opgebonden planten kan men
echter nu nog met een kluit uitste
ken en in een kouden bak zetten.
Wie die geen bezit kan allicht iets
maken om de andijvie te overwinte
ren. Het is noodzakelijk overdag en
bij zacht weer ook 's nachts te luch
ten. In een gesloten bak ontstaat
gauw rotting.
ONZE MOBILISATIE-
KOSTEN
Hier en daar wordt er in de pers
gepolemiseerd over het groote ver
schil in de mobilisatiekosten hier te
lande en in België.
Erkennende, dat de boel in België
in militairen zin even goed „voor
mekaar" is als ten onzent, moet het
inderdaad opvallen, dat de mobilisa
tie bij ons 1.7 millioen per dag kost
en in België slechts één derde van
dat enorme bedrag.
Terecht is er door meerdere bla
den op gewezen, dat deBelg9n geen
vloot hebben te onderhouden en ten
tweede, zoo voegen we er aan toe,
moet onze verdediging door de vele
inundatiewerken en de kostbare
schadeloosstellingen tengevolge van
deze veel zwaarder lasten dragen
dan de Belgische.
Dan is er nog het verschil in de
levensstandaard; de loonen zijn daar
laag, de producten der fabrieken zgn
er veelal goedkooper.
De sociale voorzieningen, welke
met de mobilisatie verband houden,
zijn ten onzent ook veel „beter»
laten we veiligheidshalve zeggen:
duurder dan in België.
De steun aan de door de gemobi-
liseerden achtergelaten gezinnen be
draagt daar 12 francs van 6 cent
voor de vrouw en een paar frankjes
voor de kinderen als die er zijn.
Daarmee' is de zaak daar af en
het volk is er over zulke regelingen
niet méér tevreden of ontevreden
dan de menschen het bij ons zjjn,
waar veel hoogere normen gelden.
We mochten ten onzent ook in die
Verdikkeme, wat een meid, zeg. Doc
torandus Freek kan ook daarvan op
kijken I Dat is Leen Lieven weer, van
die naaistersfamilie. Die uit het toneel
stuk van Maria Stuart deze winter, die
hem zo geboeid had en zo geëksi-
teerd ook. Om wie hij ook al eens
maar tevergeefs, met zijn wagen zo
gemaneuvreerd had dat een tochtje
heus niet door hem zou worden ge
weigerd integendeel, dat hij dit meer
dan zij het appreciëren zou. Dat is een
lente, die meid, nee, dat is de volle
zomer 1 Ze gaat voorbij, zo. Leviticus
ziet haar nu op zij, op de rug. Dat
lange blauwe maagdenkleed staat haar
verrukkelijk. Ze komt er zo schoon in
uit. Als een maagd. Ja.
Verdomme, Leviticus nijpt de stgaret
stuk, en steekt een andere op. En als
hij, wat later. An Timmermans tussen
de vrouwen ziet gaan, die even, waar
achtig! naar dit huis opblikt, gaat
Leviticus maar een stukje van het
raam weg. Lena Lieven zat 'm liever
en dieper nu in zijn kop.
Die Magdalena... ze zeggen nog wel,
dat die non wil worden. Een onver
geeflijke stommiteit van zo'n meid. Zo'n
meid is alles waard, voor hem ook,
zo'n dame, god die kon een halve
stad veroveren Nou, reken maar. zij
kon wat van heur leven plukken als ze
wou Ze mag niet begraven worden
in dit gat, en zeker niet in'n klooster.
Maar... ze heet Magdalena, en nu ge
looft Leviticus wel niet aan een voor
beschikking. toch zegt de naam Mag
dalena hem iets, hij weet niet presies
wat Herinnert hij zich iets uit de bijbel
of uit het evangelie, die hij in z'n
dorpsschooljaren... nou ja, Schwamm
d'ruber Magdalena, what is in a name?
Maagd, en Lena, en van Lena een
Magdalena maken?
Wordt vervolgd.