TWEEDE BLAD VAN PEF.T. EN MAAS Mensch en machine. FEUILLETON. De foren waakt 10.00) Kilometer per slede. Land- en Tuinbouw. Krakelingen. Zaterdag 23 December 1939 Zestigste Jaargang No 51 EEN GEWELDIGE WORSTELING. Het valt niet te ontkennen, dat het probleem mensch-machine op onze dagen meer dan ooit actueel is... Niet alleen de economische wereldcrisis, met haar nasleep van ellende en werkloosheid, ziet in dit probleem een der groote factoren van haar ontstaan, maar ook, nog actueeler, blijkt de machine in den kamp, die zich tusschen wereldmogendhe den in eeft vrteeselijken oorlog ontspint, een der machtige, mis schien zelfs beslissende eiemen ten te zijn.... Ver-strekkender nochtans is dit vraagstuk. Niet alléén sociaal en economisch, maar ook zedelijk heeft het zijn gevolgen op de massa. De machine is voor den mensch een wereldomwenteling, wijd- strekkender dan de historische revoluties van 1788, 1830, 1871 enz. Nog heden schijnt de persoon lijkheid niet over dit product van 't menschelijk vernuft volkomen te regeeren.... De machine is in de moderne wereld als een monster, dat men losgelaten heeft, en dat nu zijn heer en meester aan het wurgen is.... De fabelachtige geschiedenis van den fameuzen Robot schijnt in de machine bewaarheid te worden en velen zijn er onder de moderne schrijvers en denkers, die met heimwee terug zien naar de tijden, dat alleen het hand werktuig in dienst van den mensch stond en die daarbij den onmo- gelijken wensch koesteren, een maal dit tijdperk van vrede te zien weerkeeren. Gelukkig deelen niet allen deze utopische vertangens en blijven idealisten trouw gelooven aan de eens volkomen dienstbaarheid van de machine aan een heer schenden wil van den mensch. Het past, wanneer wij dit pro bleem even aansnijden, eerst goed in te zien, dat de verhouding mensch-werktuig een heel andere is dan de verhouding mensch- machine. De verhouding mensch-werk tuig was voorheen zeer eenvou dig: het werktuig was een hulp middel van den mensch, een soort verlengstuk van zijn arm en tevens daardoor een vergroo ting van zijn capaciteiten. De verhouding mensch-machine is echter dezede machine ver vangt in menige zaak den mensch, maakt vaak de menschelijke werkkracht overbodig... Hoe staat nu de moraal tegen over beide verhoudingen Het werktuig evenals de ma chine, zijn op zichzelf beschouwd een goed, gelijk elke capaciteit van den mensch eer. goed is. Of het werktuig er. de machine ook een goed zijn voor den mensch, hangt af van het gebruik dat ervan gemaakt wordt. Velen hebben gemeend, dat elke uitvinding, elke nieuwe ont dekking een weldaad voor den mensch was.... Redelijk gesproken, mag men niets anders zeggen, dan dat het een weldaad kan zijn. De mensch-zelf, de moraal die hij huldigt en de zedelijkheid van de daad die hij stelt, be palen in elk geval of het inder daad in dat bepaald geval een weldaad is. Immers, de duizenden vlieg tuigen, die klaarstaan om tien duizenden menschen in steden en dorpen uit te moorden, de torpedo's, die aan boord van gluiperige onderzeeërs geladen worden, om met één schot een machtig slagschip en een dui zendtal menschenlevens naar de haaien te slingeren, bewijzen op zichzelf genoeg, dat er nog wat anders vereischt wcrdt, voordat een nieuwe technisch; mogelijk heid een weldaaa voor de menschheid mag geno?md wor den. Deze beginselen dieal men zuiver te stellen, om te midden van de vaak verwarrende feiten in den strijd van mensch er ma chine den juisten kijk op dever- houdingen niet te verliezen... Vooral sinds de industrialisitie in de negentiende eeuw de vocr- waarde schiep voor een machtige uitbreiding van het gebruik dei machine werd de verhouding mensch-machine tot een tragisth probleem.... Het profijt van den patrooi deed hem heel vlug de voor-^ deelen van de machine op de loutere menschwerkkracht begrij pen en van het oogenblik dat de trek naar de machine grooter werd vond het menschelijk ver nuft steeds ingenieuzer gecon strueerde, steeds vlugger en pre- cieser werkende, steeds produc tievere en zuinigere machines uit, die weldra een werkloosheid onder de arbeidsbevolking deden uitbreken. De menschen kwamen in op stand tegen de machine, die hun arbeid overbodig maakte... Een hevig protest ging over de wereld.... Was dit protest gewettigd en gegrond Zeker, maar ze mocht niet de machine gelden. Ze geldt alleen de manier waarop men zich van de machine bediende. Eigenbelang was de motor der productie geweest niet de behoefte. Produceeren was het parool, dat overal weerklonk.... En wanneer de stocks zien- deroogen vermeerderen en de afname niet in evenredigheid van de productie bleek te zijn: truchtte men door reclame kunst matige, nieuwe behoeften te wek ken om het afzetgebied nog uit Roman uit het Venraysehe land door Gerard Lemmers. te breiden.... De techniek werd verkeerd gebruikt tot verrijking van enkelen en kwam zoodoende in strijd met haar wezen, dat is alge- meene bruikbaarheid... DE FOUT ZIT IN HET SYSTEEM... Het moet ons dan ook niet verwonderen, dat velen zich van dit systeem afkeerden... Vaak in tegenstrijdige richtin gen werd naar een oplossing gezocht.... Maar de verandering is on derweg... Het economisch leven is bezig ieder op zijn plaats te brengen en de techniek ten dienste te stellen van geheel de gemeen schap.... Dat daarbij nog heel wat hin derpalen zullen moeten overwon nen worden, spreekt van zelf, temeer wanneer men vaststellen kan, hoe contra-dictorisch de zaak de belangen der betrokke nen zijn- Men zou nochtans zeer een zijdig en zeer onrechtvaardig de zaken beschouwen, moest men bij deze bemerking omtrent dit vraagstuk blijven. Immers, alhoewel onderschei den soorten van arbeid overbodig geworden zijn, heeft er zich tegelijkertijd een verschuiving der werkzaamheden voorgedaan, doordat er veel meer technisch er administratief personeel nood zakelijk werd. Misschien zal men ons zeggen: deze verschuiving kan toch niet in evenredigheid zijn met de werkeloosheid, die door het in voege treden van de machine ontstond. Bovendien levert de machine toch heel wat meer producten op dan het vroegere handwerk. Dit is heel zeker waar. En daarom wordt er ook tegenwoor dig van regelmatig wederkeeren- te crisissen gesproken als van eonomische ziekten der maat schappij. Vlaar er leven thans ook veel mer menschen dan voorheen en één feit blijft, dat er nog altijd milbenen menschen zijn, die aan het hoogstnoodige gebrek lijdei, Deaanklacht van overproduc tie gldt dus ook weer niet de technik, maar de economische wanone, het slechte verdeelings- systeei 1 F.N Och ja, kapelaan, wat zal ik zeg gen, dat kan 'ne mens zo ook al eens hebben. Kobes ging door. Hij was nu niet presies in de beste stemming om met den kapelaan een gesprek te gaan be ginnen. De kapeiaan nam zijn brevier, die hij open in de hand had, weer voor zich, en vervolgde ook zijn weg. Opeens hield Kobes stil. Als hij den kapelaan eens aansprak, over Trees— nee, over Lena. Of Lena wel werkelijk naar het klooster wou, of Lena wel iets voor hem zou kunnen zijn... Kobes zette z'n koffertje neer. Keek om. Maar de kapelaan was al een flink stuk weg. En hem terugroepen deed Kobes maar liever niet. Bovendien, de kermis kwam zo lang zamerhand in het dorp. En, wie weet, of hij die met Lena niet kon houden, met alle plezieren maar in eer. Het landschap zat vol leven en vol zang. En Kobes floot daartussenin. dat dorpdie mensen 1 Venray DEEL 11. KERMIS. IV. Zware vrachtwagens, woonwagens en lastwagens en machinewagens, heb ben geronkt en gerold, ze zijn ge parkeerd op de twee marktpleinen, en in de belendende straten en uithoeken daartoe aangewezen door de veld wachters. Water is er gesjouwd en leidingen zijn gelegd, en toen is het zware werk begonnen. De kermis legde haar reële fundamenten, en rees. Plak katen en bekendmakingen werden aan de kalee- en winkelramen gehangen en speciale reklamborden rezen hiei en daar. Stoomkarroessel 1 Lachpaleis 1 Kino SchommelAutobaan Keek- walkWilde dierentent met Buffalo Maciste, de sterkste man ter wereld Roetsbaan Motorton Theater. Sigaretteneindjes hebben 's avonds gefloept, nu de zuinigheid der dorps- vaderen het gas en het electrisch voor de zomerse maanden gedoofd hebben, van de vreemde en zwarte en rond- borstig-ruwe kerels die op de stapels en voor de wagens zaten. Men heeft gezweet en gezongen, gevloekt en ge roepen zelfs in het licht van de schijn werpers op de laatste avond. De schoolkinderen en de grotere jeugd zijn tot in de donkerte in massa komen toe zien naar al dat eigenaar dige en dat vreemde, tot naar dien be- faamden sterken man Buffalo Macisto toe en die zware olifant. En Mie van Bullekes Klaos heeft futterend ge bloosd en heeft lachend heur wang moeten afvegen van die onverwachte zoen van zo'n smerrige kermiskerel met 'n balk op z'n schouders. In het dorp zijn de zijstraten en de goten tussen de keien ontgrasd, men heeft geboend binnen de huizen en ge poetst en geverfd buiten, en er zijn vlaggen gehangen en kransen en bloementrossen de kermisprocessie. -0- En zo stond de kermis klaar op die Zondagmorgen, en het weer was hel der en fraai en de zon stond frank |Oc oer-Eskimo's op het spoor. Sedert te vierde eeuw en tot op •en huidigpn dag hebben de men- ehen niet «pgehouden, dwars tegen sle hinderiissen in de wereld tot in d uiterste hoeken te verkennen en ti onderzoeten. 3e ontdekkingsreizen naar den aitis en dea antarctis strekken zich ui over een periode van 15 eeuwen, «t zjjn sterke menschen, die dit hofdstuk van de geschiedenis heb- be geschreven, Je helden van de poolstreken. Men heeft in die eeuwen j vele successen kunnen boeken, maar ook hebben zich vele hartroerende tragedies afgespeeld. De bekende Pool-onderzoeker Knud Rasmussen vertelt van zjjn vijfde Thule-expeditie: „Al sinds een eeuw had niemand zich meer bekommerd om het lot van de Eskimo's bij de Hudsonbaai. Dat was te meer te betreuren, toen de bekende Noorsche onderzoeker Steensby tot de ontdekking kwam dat: hier de bakermat van de Eskimo cultuur moest liggen. Men wist wel dat op de toendra's ten Westen van de Hudsonbaai in het binnenland Eskimo's leefden van de vlschvangst en jacht op zeedieren. Maar gedocumenteerde kennis had men niet omtrent deze lieden. Alleen van de Groenland-Eskimo's was een en ander doorgedrongen tot de Euro- peesche geleerden. De vijfde Thule-expeditie ging in I den zomer van 1921 in zee. Tot de gtaf van de expeditie behoorden o.m de natuuronderzoeker Peter Freu chen, de oudheidkundige en carto graaf Therkei Mathiassen, de vol kenkundige en geograaf Kay Birket- Smith en vele anderen. Het zwaartepunt van het geschied kundig onderzoek lag in de opgra vingen van Mathiassen aan de Hud sonbaai even ten zuiden van het kleine eiland Lyon Inlet. Daarbij kwam vast te staan dat dej cultuur een volkomen metamorphose had ondergaan, de vroegere verschilt hemelsbreed van de huidige. De tegenwoordige Eskimo's leven groo- tendeels van de rendierjacht en zijn in dat opzicht verwant aan de bin- nenlandsche Eskimo's. Vroeger was men meer aangewezen op vischvangst en jacht op grootere zeedieren. De cultuur van deze menschen ver toont velo punten van overeenkomst met hun soortgenooten op Groenland en Alaska. Deze verwantschap draagt een historisch karakter, waardoor de stelling niet gewaagd schijnt, dat'de Groenland-Eskimo's vele eeuwen ge- 1 leden naar de Hudsonbaai getrok ken, daar als kolonisten leefden. Deze hypothese wordt nog gesteund door het feit, dat vele sagen over-1 eenkomst vertoonen. Voor het onderzoek van het tegen woordige Eskimoieven waren de on derzoekingen b$ de toendrastammen ten Westen van de Hudsonbaai het belangrijkste. Deze menschen doen practisch niet aan de vischvangst. maar leven geheel van de rendier- jacht. Zij wisten van de zee zoo weining af, dat zij b.v. vroegen waar het gewei van een zeehond zit. Bij onze aankomst hadden wij toe vallig eenig walvischvleesch bij ons en wilden dat aansnijden, maar de Eskimo's verzetten zich daartegen I heftig, om dat zij deze vleeschsoort niet kenden. De cultuur van deze menschen is ten diepste geworteld. Zij zjjn nakomelingen van de oer- eskimo's. De expeditie richtte haar werk zoo in, dat zij in den loep van het eerste jaar het geheele land zooveel moge- 1 lijk bereisde. Zij doorkruiste het ge bied van Baffioland tot het achter land van Chesterfield Inlet. In den laten zomer van 1922 kwamen alle afzonderlijke expedities weer terug op het punt van uitgang. Slechts Mathiassen en Oisen zetten hun op varingen voort. Maar zij werden in gesloten door het ijs en waren ge noodzaakt op het jjs te overwinteren Een voordeel was, dat zij gerui. men tijd in nauw contact met de Eskimo's hadden geleefd en vele belangrijke waarnemingen hadden gedaaD. In den winter was een ziekte I onder de bevolking uitgebroken en de Eskimo's geloofden, dat de gees ten wraak namen op hen omdat de blanke mannen gegraven hadden in Ide graven hunner voorvaderen. Dientengevolge was men Matias- sen slecht gezind. Op een nacht zou hij vermoord worden, evenals zijn metgezel Olsen, Slechts door hun kordaat optreden was het mogeljjk, dat zjj het veege ljjf konden redden. Daarna werden de vriendschapsban den al spoedig hernieuwd en konden de onvrijwillige kolonisten per slede naar het kamp terugkeeren. Wij hadden het plan zooveel mo gelijk stammen te leeren kennen. Daarom besloot ik zelf mgn verbljjf aan de Hudsonbaai met eengrooten sledetocht. Mjjn metgezellen waren twee Eskimo's: Een afstand van 500 K.M. moes ten wjj per slede afleggen. Maar door de vele omwegen, die wij maak ten om nederzettingen te bezoeken, werden dat bjjna 10.000 K.M. Deze sledetocht duurde van Maart 1923 tot den zomer van 1924. De reis, verliep zonder ongelukken. Overal kon ik belangrijke onderzoekingen instellen en teekende veel op van de oude sagen en mythen. De verzame ling curieuze voorwerpen, die wij meebrachten, bedroeg 20.000 aar. de lucht. Het werd een schone Pr3s.s'f» en een mooie 'kermis. Tribilis est locus iste: hic Domus est, et porta coeliet vocabitur aula Dei. Airabo ad templum sanctum tuum et cifitebor nomini tuo. Alleluia. Omus.. God, die uit levende en uitveorene stenen voor uwe eeuwige Majeeit een waardige woonplaats be reidt kom uw smekend volk ter hulp, opdathier én uwe geheimnissen hun krachmogen uitwerken én de wensen van «genen die U smeken worden verhoti. Moge hetgeen uwe Kerk aan stoffel'^ ruimte heeft gewonnen ook een giere geestelijke uitbreiding be- komen.'er Dominum nostrum. Verhgt u De pcessie onder deze goede Lim burgse chten is één opgetogen feest van vrmheid en van gemeenschap pelijke jgetogenheid dat keert elk jaar wee dat hernieuwt zich elk jaar. De reienan de kinderen in hun beste kledij, d sjieke bruidjes, de statige maagdent^n, de deelname van paters en zusteride zangvereniging, de fan fare en rmonie, de schutterijen, de werkliedennden de jonge boeren en de andere "reldlijke verenigingen, de heilige Patio en de Derde Orde en de andere igieuse verenigingen, voor de mannen-! voor de vrouwen, alles ziet er blijit Men bidt met eerbied en met gelo massaal de rozenkrans langs de strin die men doortrekten andermaal ziert de zang en fanfare- en harmoniekiken in welluidend vroom gedruis dooihet dorp en over het dorp, als m aan elk van de drie rustaltaren ontweegs in het dorp de golving van dirocessie even stil legt en waar dan dblije zegening met het Alleiheiligste ftts vindt. Tantum ergo sacramentum, teremur cernui... Als de reier0 trekken, met vaan dels en wimpelen kransen en palm takken en ver en bloemen, met wierook en or^t en schelgerinkel, met gebed als zang, dan volgt de ene groep na de andere, dan wijst de ene groep op de volgende, en ze geven aan dat het allerschoonste en het aller treffelijkste nog moet komen. Engelen, in blauw en wit, misdiena ren, in rood en wit, priesters in super plies, 2ilverend gezinder van belletjes, opstijgend wierookgeur; de burgemees ter met ambtsketting, de wethouders, de notabelen, de dokters, de notaris, het kamerlid en het statenlid die in het dorp wonen, de fabrikantendan de troonhemel, geflankeerd door de erewacht, die lampen met erin bran dende kaarsen in de handen houden en om er het fluwelen baldakijn op 't liefelijkst en meest majestueus gesierd de hoofdgeestelijke van het dorp met het Allerheiligste in de koninktijke remonstrans voor zich opgeheven. I Knielt 1 Magdalena Lieven loopt bij de maag den, ze heeft een palmtak over heur borstTrees Timmermans loopt bij de meisjescongregatie, ze bidt voor met Fien van Stok; Kobes Zoldaat draagt de vlag van de imkersbond, hij krijgt er misschien wel 'n handvol sigaren voor, maar het is majestueus hoe hij de vlag wel houdt Tines Jukkel loopt bij de werkliedenbond, maar hij bidt niet mee, ge ziet het althans niet, hij voelt zo lijkt het er zich niet geheel bij thuis, en als de processie kerende is, let hij op een goede gelegenheid om zo onopvallend mogelijk de rei te verlaten voordat ze de kerk genaakt An loopt tussen de vrouwen, waar ook het kamerlidsmevrouw loopt zo staats en toch zo eenvoudigze kan een rare meid zijn, die An, ja, dat is waar, maar ze bidt nu met een luide en volle stem mee, onvervaard en er is alleen Mie van 't Blauwgat die 't harder doet maar Mie draait wat veel met 'r hoofd. Mijnheer Arnold van Douwenaar loopt, nu zijn oude vadei al enkele jaren de vermoeienis van deze honneur voor zich te zwaar had geteld, voor de MELKVEESTALLEN. In het pas verschenen zeer lezens waardige boekje Melkveestallen van de hand van den bekenden rjjksland- bouwarchitect H. J. van Houten te Wageningen lezen we het volgende: „Alleen gezond vee kan een waar devol en voor de gezondheid onscha delijlc melkproduct leveren. In sommige streken is men al jaren bezig, door selectie en ver edeling de beste melkgevende koeien te krijgen. Met de groote melkpro ductie gaat natuurlijk ook eeD groot krachtverbruik gepaard en hierdoor wordt de weerstand van het vee uiteraard minder. De waardevolle veredelde dieren zijn dan ook meer vatbaar voor alleriei schadelijke in vloeden. Daarom dienen aan den bouw van stallen voor zulk vee wel zeer hooge eischen gesteld te wor den." „Koeien met een groot productie vermogen zijn vooral zeer vatbaar voor nierontsteking, zoodat men aan de controle der uiers nooit te veel aandacht kan ^schenken en men er in het bijzonder op te letten heeft, dat hinderlijke tocht wordt geweerd" „De natuurlijksten gezondste le venswijze voor het vee is het verblijf in de open lucht, wanneer het kli maat er althans voor geschikt is. In onze lage landen aan de zee is dit echter niet altijd het geval. Vrijwel de helft van het jaar moet het vee juist tegen het klimaat beschermd worden. Dat is jammer, maar het wordt fnuikend, wanneer het verblijf binnenshuis niet althans eenigszins het verblijf binnenshuis den minsten hinder ondervinden". Wij meenen onze lezers dit gedeel te uit dit nuttige boekje niet te mo gen onthouden. Indertijd wezen wij er al op, dat aan de huisvesting van de kippen alle aandacht besteed wordt. In niet mindere mate is dat noo- dig voor het melkvee. Er zijn veel goede stallen, maar ze worden lang niet altijd goed gebruikt. Het moet er luchtig en friscb, licht en zin delijk zijn. Tocht moet vermeden worden. Een temperatuur van rond 13° C. is de meest gewenschte. We zouden een ieder, die maar iets te maken heeft met melkveestallen willen aanraden Bestel eens zoo'n boekje voor 75 ct. bij N.V. Gebr. Zomer en KeuniDgs uitgevers-Mij. Wageningen. Lees het en doe er uw nut mee Probeer't toch op zulke da gen met 'n "AKKERTJE". "AKKERTJES" houden U niet alleen vrij van pijn, maar zij verdrijven door hun bijzondere samen stelling eveneens dat lus- telooze, machtelooze ge voel en ze kwikken U op. "AKKERTJES" zijn vanwe ge hun uitstekende wer- king beroemd en beproefd. Ze zijn vaak nogemac!;t, maar nooit geëvenaa.vi. Op elk "AKKERTJE" staot't J Akker-merk: Uw garantie voor de onschadelijkheid! Let daar dus vooral cpl tegen pijnen,hoofdpijn, koorts,kou 13 stuks - 12 stuivers: 2 stuks - 2 stut. is ANDIJVIE. Deze groente, die omstreeks einde Juni op een bedje uitgezaaid en ein de Juli op leege plekken uitgeplant wordt, i3 in den herfst een welkom gerecht op menige tafel. In vele tuinen missen we de andjjvie echter nog. Dat kan zgn oorzaak niet vin den in het feit, dat die niet groeien eerste maal bij de dorpsnotabelen mee, en hij keelt frank de rozenkrans in de handen het is de eerste maal dit jaar, dat bij de notabelen een voorbidder is en Arnold van Douwenaar doet het. Leviticus is er niet. Nee. Hij zal thuis zittenhij zal er verfijnde sigaretten roken, de radio hebben aanstaan maar dan niet ingeschakeld op de K R.O. die wel weer een Mis zal uitzenden, en erbij misschien ook nog een ge durfd boek lezen, boeken, ge weet wel, waarin men geen blad voor de mond neemt en graag roert in afval en stin kende dingen En als de processie langs de woning zal komen dit jaar heeft men roete langs hier zal hij enkel en alleen aan het venster komen zien hoe zij langs trekt. Grada Masten, de huishoudster, heeft met Netteke van Hannese Willem, het dienstmeisje, aan de voordeur versierd, nou ja, dat is de aloude gewoonte zo hier in het dorp, wat doet ge eraan en de oude heer, die waarschijnlijk beneden aan het raam of zo zit met de rozenkrans, misschien voor 't oog, in de hand, zal er ook niet van af gaan. En bovendien ook, het zou dan te zeer opstandig afsteken bij de versieringen aan alle andere ramen oi voordeuren van heel het dorpskontoer der proces sie. Leviticus kijkt, ja. Och ja, bepaald enfantiel zal hij 't niet noemen, 't is toch wel aardig. Echt iets voor 'n fol klorist bevoorbeelddat is tegenwoor dig zo'n beetje troef. De volgende keer zal hij zijn hollandsen vriend Freek, drs. de Hoogh Stengeland eens uitno- J digen, die zal wel wat kunnen hebben aan zo'n limburgse processie anneks kermis. Jandebliksem, daar komt de maag- denrei. Ginds wriemelen de vrouwen- reien ook al aan. De maagden, de dorpsmeisjes. Wie is dat daar weer, zo in het centrum van het troepje ongeveer, die zo staats en zo heerlijk loopt, als In sterkte overgegeven wil. Waar boerenkool het doet, kan men ook andijvie winnen. In October 'worden de platliggende bladen, na een paar droge dagen bij elkaar ge bonden. Daardoor bleekt het hart van de andijvie en wint ermee aan smakelijkheid. Andijvie is niet winter hard. Opgebonden planten kan men echter nu nog met een kluit uitste ken en in een kouden bak zetten. Wie die geen bezit kan allicht iets maken om de andijvie te overwinte ren. Het is noodzakelijk overdag en bij zacht weer ook 's nachts te luch ten. In een gesloten bak ontstaat gauw rotting. ONZE MOBILISATIE- KOSTEN Hier en daar wordt er in de pers gepolemiseerd over het groote ver schil in de mobilisatiekosten hier te lande en in België. Erkennende, dat de boel in België in militairen zin even goed „voor mekaar" is als ten onzent, moet het inderdaad opvallen, dat de mobilisa tie bij ons 1.7 millioen per dag kost en in België slechts één derde van dat enorme bedrag. Terecht is er door meerdere bla den op gewezen, dat deBelg9n geen vloot hebben te onderhouden en ten tweede, zoo voegen we er aan toe, moet onze verdediging door de vele inundatiewerken en de kostbare schadeloosstellingen tengevolge van deze veel zwaarder lasten dragen dan de Belgische. Dan is er nog het verschil in de levensstandaard; de loonen zijn daar laag, de producten der fabrieken zgn er veelal goedkooper. De sociale voorzieningen, welke met de mobilisatie verband houden, zijn ten onzent ook veel „beter» laten we veiligheidshalve zeggen: duurder dan in België. De steun aan de door de gemobi- liseerden achtergelaten gezinnen be draagt daar 12 francs van 6 cent voor de vrouw en een paar frankjes voor de kinderen als die er zijn. Daarmee' is de zaak daar af en het volk is er over zulke regelingen niet méér tevreden of ontevreden dan de menschen het bij ons zjjn, waar veel hoogere normen gelden. We mochten ten onzent ook in die Verdikkeme, wat een meid, zeg. Doc torandus Freek kan ook daarvan op kijken I Dat is Leen Lieven weer, van die naaistersfamilie. Die uit het toneel stuk van Maria Stuart deze winter, die hem zo geboeid had en zo geëksi- teerd ook. Om wie hij ook al eens maar tevergeefs, met zijn wagen zo gemaneuvreerd had dat een tochtje heus niet door hem zou worden ge weigerd integendeel, dat hij dit meer dan zij het appreciëren zou. Dat is een lente, die meid, nee, dat is de volle zomer 1 Ze gaat voorbij, zo. Leviticus ziet haar nu op zij, op de rug. Dat lange blauwe maagdenkleed staat haar verrukkelijk. Ze komt er zo schoon in uit. Als een maagd. Ja. Verdomme, Leviticus nijpt de stgaret stuk, en steekt een andere op. En als hij, wat later. An Timmermans tussen de vrouwen ziet gaan, die even, waar achtig! naar dit huis opblikt, gaat Leviticus maar een stukje van het raam weg. Lena Lieven zat 'm liever en dieper nu in zijn kop. Die Magdalena... ze zeggen nog wel, dat die non wil worden. Een onver geeflijke stommiteit van zo'n meid. Zo'n meid is alles waard, voor hem ook, zo'n dame, god die kon een halve stad veroveren Nou, reken maar. zij kon wat van heur leven plukken als ze wou Ze mag niet begraven worden in dit gat, en zeker niet in'n klooster. Maar... ze heet Magdalena, en nu ge looft Leviticus wel niet aan een voor beschikking. toch zegt de naam Mag dalena hem iets, hij weet niet presies wat Herinnert hij zich iets uit de bijbel of uit het evangelie, die hij in z'n dorpsschooljaren... nou ja, Schwamm d'ruber Magdalena, what is in a name? Maagd, en Lena, en van Lena een Magdalena maken? Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 5