Hoe de wildernis eae banden werd gelegd De Internationale toestand Het Portret s IN DE AFGELOOPEN WEEK "ÏT 'y;y M V i I x-' Het valt niet te ontkennen, dat de Volkenbond, die te Genève Maandag bijeen is gekomen, een onverwachte activiteit ontplooit, al is hfet natuur lijk een open vraag, in hoeverre het de Assemblée mogelijk zal zijn, haar goede bedoelingen kracht bij te zet ten. Hambro, de gedelegeerde van Noorwegen, is tot voorzitter be noemd, de agenda is vastgesteld, waarbij de Finsche kwestie nummer 1 van het programma was, en op voorstel van de Commissie van voor bereiding is aan Finland en Rusland verzocht, binnen 24 uur te antwoor den op de vraag, of zü de vijande lijkheden willen staken om vredes onderhandelingen aan te knoopen. Het is inderdaad hoog tijd, dat er iets gedaan wordt, omdat het steeds duidelijker wordt, dat de oorlog anders niet beperkt zal blijven tot Finland en Rusland. Rus land heeft de hulp van Estland tegen Fin land verlangd op grond van het pact van wederzijdschen bijstand; dit verdrag spreekt alleen van hulp. indien een van beide par tijen wordt aangevallen, en Rusland schijnt dus de farce, dat het door Finland is aan gevallen, tot het eind te willen volhou den. Zweden toont zich steeds meer onge rust. Het is hier meer de publieke opinie dan de regeering, die zich uitspreekt voor ingrijpen. Men voelt, dat men, als Finland onder den voet is geloopen, tóch aan de beurt komt, en het lijkt, indien dat vast staat, beter, gezamenlijk de Russen aan de Finsche grenzen tegen te houden, dan ge laten op zijn beurt, om afgeslacht te wor den, te wachten. De benoeming van den Zweedschen opperbevelhebber Thörnell is ook een maatregel, die alleen wordt ge nomen bij dreigend oorlogsgevaar of in dien een oorlog is uitgebroken. Te Genève moet het den heeren intusschen soms wel eens draaierig worden. Duitschland is er natuurlijk niet aanwezig, maar heeft niet temin 35 journalisten gezonden; Rusland is niet officieel vertegenwoordigd, maar laat toch de besprekingen door een afge zant volgen. Bewijzen, dat beide landen toch niet zoo heel onbelangrijk vinden, wat daar in Zwitserland gebeurt. Er zou ijverig propaganda gemaakt worden voor een nieuw Duitsch vredesplan; in hoeverre deze geruchten op waarheid berusten of een proefballon zijn, moeten wij nog af wachten; zijn ze evenwel inderdaad een uiting van de werkelijke stemming bij de Duitsche regeering, dan duiden ze op een ernstige verandering; ze zouden hierop neer komen, dat Duitschland Tsjecho- Slowakije zonder Sudetenland zijn onaf hankelijkheid wil hergeven, Polen als een soort bufferstaat wil herstellen, waarbij echter Duitschland Dantzig en den Cor ridor wil behouden, en ten slotte zou Oos tenrijk zijn eigen lot bepalen door een volksstemming onder internationale con trole. Het doel zou zijn, dat Duitschland met Engeland en Frankrijk een pact zou sluiten tegen het bolsjewisme; en het voor stel zou zijn ontworpen onder den indruk van de gebeurtenissen in Finland en de dreigementen tegen den Balkan. De moei lijkheid voor een overzichtschrijver is, dat het haast ondoenlijk is, dadelijk in al der gelijke berichten de waarheid te onder kennen. Sensationeele mededeelingen zijn er schier dagelijks te vernemen, maar ze worden bijna ook onmiddellijk weer tegen gesproken. Zoo is ook dit vredesoffensief dadelijk van Duitsche zijde een proefbal lon genoemd. Het is mogelijk, dat dit juist is; de vraag is maar, wie het ballonnetje heeft opgelaten. Aan de Finsche grenzen wordt hevig gevochten. Maar het gaat den Russen niet voor den wind. Slechts in het Zuiden, op de landengte van Karelië, heb ben zij eenige vorderingen gemaakt, ten Noorden van het Ladogameer is menige aanval afgeslagen, en in het hooge Noor den zijn ze zelfs teruggedreven onder de vinnige Finsche aanvallen. Van een bom bardement op groote schaal van Helsinki, waarmee werd gedreigd, is niets gekomen. Maar de berichten spreken van steeds toe- nemenden druk op de Finsche verdedi gingslinie. Zooals was aangekondigd, heeft de Finsche regeering nu in een Witboek de eischen van Moskou en de Finsche tegen voorstellen gepubliceerd, die ten slotte tot het conflict hebben geleid. Tegen het eind van de onderhandelingen stond al vast, dat er met Rusland niet te praten viel. Finland heeft niet anders gedaan dan zijn onaf hankelijkheid verdedigen; overigens deed het vérgaande concessies. De oorlog ter zee.' Slechts op zee wordt tusschen Duitsch land en de geallieerden nog gevochten, niet alleen tegen elkaar, maar in nog heviger mate tegen de neutralen. In de week van 29 December gingen 7 Britsche en 8 neutrale schepen naar den bodem der zee. Engeland deelt mee, dat de verliezen van zijn vloot steeds meer zijn afgenomen. Jammer, dat de neutralen niet hetzelfde kunnen getuigenEn intusschen blijven de berichten omtrent den ondergang van schepen dagelijks binnenkomen. Noorwe gen, Griekenland, Denemarken, Nederland, hebben de laatste dagen weer een of meer schepen verloren zien gaan. Er is overigens zoowel aan het front als in de lucht bijna volmaakte rust. Engeland heeft naar aanleiding van de nog al eens succes rijke Duitsche luchtaanvallen op de Firth of Forth, besloten, daar een versperring met ballons aan te brengen. De samenwerking tusschen de geallieerden. Tegenover de Duitsche pogingen om een tegenstelling te scheppen tusschen Enge land en Frankrijk, gaan deze beide lan den door, de samenwerking op elk terrein, militair zoowel als economisch, steeds in niger te maken. De aaneenkoppeling van pond en franc zijn daarvan een nieuw be wijs. Voortaan zal geen wijziging worden gebracht in de bestaande verhouding tus schen beide valuta. Bovendien zullen geen buitenlandsche meeningen door een der beide landen worden opgenomen, zonder voorafgaand overleg met den partner. Ook de wederzijdsche import zal verder niet aan beperkende bepalingen worden onderworpen. Aldus heeft Sir John Simon in het Lagcrhiiis verklaard. En ongeveer op het zelfde oogenblik deelde minister De Monzie in de Fransche Kamer mede, dat na den oorlog Engeland en Frankrijk ern stig den aanleg van een tunnel door het Kanaal zullen moeten overwegen. ARM FINLAND De wereld is op dit oogenblik getuige van de worsteling van een klein, dapper volk met een overmachtigen tegenstander, die het heeft aangevallen zonder een schijn of schaduw van reden alleen om aan zijn imperialistische neigingen te voldoen. De aanvaller heeft zich zelfs niet de moeite gegeven om te trachten zijn optreden door een of ander voorwendsel te maskeeren. De zoogenaamde grensincidenten, waarop Rusland zich beroept, vormen een procédé van den sterke tegenover den zwakke, waarover de wereld verachtelijk de schou ders ophaalt. Men heeft het in de laatste jaren reeds al te veel zien toepassen. Men had bij de Russische machthebbers althans een beetje meer vindingrijkheid mogen verwachten; doch zij hebben de uitgetreden paden bewandeld. Met deernis en bewondering slaan de volkeren den ongelijken strijd gade. Met heldenmoed verdedigen zich de Finnen; doch het staat te vreezen dat zij ten slotte zullen worden verpletterd onder het nume rieke overwicht van den aanvaller. Welke bewonderenswaardige bewijzen van moed het Finsche leger ook te zien geeft, hoe zeer men er in Finland ook van overtuigd is, den vijand te kunnen weerstaan bij ge lijke of zelfs dubbele sterkte toch lijdt het geen twijfel, of het roode leger zal op den duur moeten zegevieren. Een machteloos toeziende wereld heeft het vertwijfelde beroep van Finland, ge richt tot alle volken der aarde, aangehoord. Het zijn geen holle frazen, waarmede Fin land zich tot het wereldgeweten heeft ge wend. Is men er niet inderdaad getuige van geweest dat het Finsche volk, dat steeds heeft getracht in goede verstand houding te leven met alle andere volleen en zijn toekomst had opgebouwd op vreed- zamen arbeid, het slachtoffer is geworden van een bruten aanval van zijn buurman uit het Oosten, zonder daartoe in het minst aanleiding te hebben gegeven Indien ooit, dan is daarginds in het hooge Noorden het bewijs geleverd, dat in de tegenwoordige wereld geen plaats meer is voor het recht, dat de macht zich met ge weld tracht toe te eigenen, wat zij langs den weg van het recht onmogelijk zou kunnen verkrijgen. Daarom had Finland geen keus meer. Liever dan laf toe te geven, heeft het den strijd aanvaard, die het werd op gedrongen. Rest nu de vraag, waarop vooral de andere kleine neutrale landen met angst en ongeduld het antwoord verbeiden Zal de beschaafde wereld, welke de Finsche natie zooveel bewijzen van sympathie en waarachtig medeleven heeft gegeven, het kleine Finland alléén laten strijden tegen een numeriek zooveel sterkeren vijand Inderdaad, Finlands positie als voorpost der Westersche beschaving geeft het 't recht, van alle beschaafde naties hulp te verwachten. Zal dan de stem van het meti den ondergang bedreigde volk zijn als die eens roependen in de woestijn Dat is de beangstigende vraag waarop de geheele wereld en wij herhalen het vooral de kleine neutrale landen het antwoord afwachten. Immers, van dat ant woord zal het afhangen, wat zij zelf te vreezen zullen hebben van machtige buur staten, indien deze het in hun belang ach ten, zonder eenige reden kleinere staten te dwingen, aan hun eischen toe te geven. In dat opzicht vormt Finland een „test case". Te Krakau onderhandelen een Duitsche en een Sovjet-Russische delegatie over den terugkeer der Russen uit het voormalige Polen naar de Sovjet-Unie. De begroeting tusschen Dr. Frank en Litwinof. MOHANDAS KARAMCHAND GANDHI. „Groote Ziel" zoo noemen de aan hangers van de Indische Nationale beweging hun voorman, den thans zestigjarigen Mohandas Karamchand Gandhi, die den laatsten tijd weder om veel van zich heeft doen spreken. Gandhi is de zoon van een welge steld koopman. Hij studeerde rech ten en vestigde zich in 1891 als ad vocaat te Bombay. In 1893 reisde hij naar Zuid-Afrika, waar hij zeer veel deed voor de aldaar wonen de Britsch-Indiërs, wier levensom standigheden op dat moment verre van aangenaam waren. Na den wereldoorlog, als hij weer in zijn vaderland is teruggekeerd, wijdt Gandhi zich geheel aan de Indische nationale beweging. Op allerlei ge bied organiseert hij het zoogenaamde ..geweldloos verzet". Vooraanstaande Indische bestuursambtenaren ver laten plotseling hun posten, anderen weigeren mede te werken aan de rechtbanken, het belasting betalen wordt door tienduizenden gestaakt Hevige onlusten breken uit en daar Gandhi als aanstichter van alle wan ordelijkheden wordt beschouwd, ver oordeelt een rechtbank hem in 1922 tot zes jaar gevangenisstraf. Dank zij zijn slechte gezondheid wordt hij spoedig weer in vrijheid gesteld. Mahatma begint dan een nieuwe actie. Hij verklaart zich tegen het kastenstelsel, hij wil de huisindustrie weer algemeen invoeren, enz. enz. Herhaaldelijk wordt hij weer gevan gen genomen, bij welke gelegen heden hij meestentijds onmiddellijk een hongerstaking begint. Het hoofd doel van Gandhi is de volledige vrij heid van Indië en net verbreken van alle banden met Engeland. iv Vy VAN DE WEE1 OLIFANTEN EN KAMEELEN VERVAN- GEN PAARD EN OS VOOR V DE PLOEG. Hagenbeek in Hamburg stelde dieren f beschikbaar. Walter Ebert vertelt van zijn avontuurlijke reis naar Abessinië. Op jacht naar den Reuzenzebra. De oorlogstoestand brengt eigenaardige moeilijkheden met zich. Zoo staan de di recties van de groote Europeesche dieren tuinen voor het probleem hoe zij hun die ren te eten moeten geven, wanneer er na maanden van oorlogvoeren voedsel- schaarschte mocht komen. Maar ook dienen zij speciale voorzorgsmaatregelen te tref fen om te voorkomen, dat bij eventuecle bombardementen de dieren ontijdig hun vrijheid terug zouden krijgen en men kans zou loopen onverwacht een brieschenden leeuw in de straten tegen te komen. Daar staat tegenover dat de belangstelling van het publiek voor de diergaarden ernstig verminderd is, zoodat ook het bezoek aan zienlijk is teruggeloopen. In vele landen k men er reeds toe overgegaan dieren af te maken. Maar dat er ook nog een andere oplossing mogelijk is. hebben we onlangs kunnen lezen, toen bekend werd dat Ha genbeek zijn dieren beschikbaar stelde voor het verrichten van arbeid. Naar aanleiding van deze merkwaardige beslissing van Hagenbeek, hebben we ons in verbinding gesteld met Walter Ebert, een jager dezer onderneming, die ons een boek je opengedaan heeft van zijn avonturen bij het vangen en vervoeren van wilde dieren. De zonderlingste passagier. IN den herfst van 1930 voer ik met de „Pfalz" van den Norddeutschen Lloyd over de Roode Zee in een kokende hitte, aldus vertelt Walter Ebert. Het was middag en er heerschte rond kom een rust, waarvan men slaperig zou worden. Alleen was er het gelijkmatige geluid van de golven, die 'bruisend opspat ten bq den boeg. Maar plotseling werd de stilte verstoord. Aan bakboord weerklinkt het geblaf van honden, groote Sint Ber nard's ,die in keurig getimmerde hokken zitten. Door de tralies wordt hen het eten toegestoken en een stevig gebouwde man staat er bij om toezicht te houden op de regelmatige verdeeling van de porties. Op de brug merkte de eerste officier op: „Het gewone concert van iederen middag. Ebert heeft de lunch voor zijn gezellen uit de kombuis gehaald en dat ruiken ze op twee mijl afstand tegen den wind in, die er niet is. De fijnste bouillon is voor die dieren nog niet goed genoeg." Des middags bij het eten zegt de kapitein tegen den jager Walter Ebert: „Maar wat voor den duivel beteekent het tod- dat U met een handvol Somalinegers, een paar kisten honden en zakken vol Maria There- siadaalders passage hebt genomen?" Dan verklaart Ebert dat de prachtexemplaren van honden bestemd zijn voor den Abes- sijnschen regent Ras Tafari. „Wanneer hij deze honden aanneemt als geschenk, dan staat hij mij misschien wel toe eenige van de in zijn land levende Grevyzebra's te vangen. En voor degenen onder U, die waarschijnlijk alleen op de hoogte zijn van dolfijnen, walvisschen en watervlooien dat zijn de reuzenzebra's. Ik geloof dat de biologen dit soort alleen voor Abessinië ge reserveerd hebben." „En die gaat U vangen?" „Ja, dat is de taak, waarmede ik me de eerste zes maanden zal bezig houden, kapi tein. Want elk exemplaar van deze soort beteekent een ongekende schat voor elke diergaarde in Europa. Overigens, ik heb een goed vertrouwen dat ik de diertjes binnenkort veilig en wel te pakken heb." Daarop schenkt de kapitein nog eens in en heft zijn glas: „Vooruit dan; prosit, op de reuzenzebra's en al het andere vee, dat er nog vrij rond loopt." Met het gebaar van iemand, die jaren lang op China gevaren heeft en er een droge keel van kreeg slaat Ebert zijn glas naar binnen. Voor hem is het zeker dat hij de dieren zal vangen. De expeditie moet en zal succes hebben. Alleen twee dingen kon Ebert op dat oogenblik niet vermoe den: dat deze reis een van zijn vele on dernemingen hem de meest dramatische oogenblikken zou bezorgen en dat de naam van Ras Tafari later als Keizer Haile Se lassie binnen enkele jaren op ieders lippen zou zijn. Een moeilijk karwei. WIJ zaten buiten in Stellingen, het weréldberoemde dierenpark van Hamburg. Over de rotsen van Hagenbeek kwamen de sombere najaars wolken opzetten en goten zware stortre gens uit over het geelwitte vel van den jjsbegr. Uit ons hoekvenster zagen wij de rendieren bedachtzaam hun weg zoeken. Ket was echt een dag om onder het genot van een sigaar wonderlijke avonturen aan te hooren. Ebert had reeds een heele rij avonturen uit zijn zeemanstijd aan ons verteld. Hij vertelde hoe na een bewogen bestaan de oude Hagenbeek hem door handslag had aangenomen voor de eerste expeditie, die er op uitging om wilde dieren voor het park te vangen. Ebert zegt: „Brr, nu regent het precies zooals toen in Abessinië" en zoo kwamen wij vanzelf op de expeditie naar Abessinië en" trokken in gedachten met Ebert mee. „Het was einde October 1930 dat ik een troepje Somalinegers in hun vaderland moest afleveren. De luidjes hadden op de volkerententoonstelling, welke door Hagen beek op touw was gezet, een aardig stuk geld verdiend. Maar dat loon, moest vol gens overeenkomst uitbetaald worden, bij aankomst in hun eigen land. Ik kan U zeg gen, dat ik het een verduiveld omslachtige kwestie vond. Maar laten we het niet heb ben over het ritueel, dat deze uitbetaling begeleidde. Hoofdzaak was dat ik me in Afrika bevond en van die gelegenheid ge bruik moest maken. Er werd een karavaan uitgerust door het Zuidelijk deel van Abes sinië. Het was mijn bedoeling op jacht te gaan naar Reuzenzebra's. Deze waren nog nooit te zien geweest in een dierentuin. Dit was een zeldzaamheid van den eersten rang Muskietennetten, tent, veldbedden, twee goede geweren, dat was ongeveer alles wat ik uit Hamburg had meegenomen. Het bleek dat mijn uitrusting verre van ideaal was. Maar één ding ontbrak me en dat was de toestemming om de zebra's te vangen en de uitvoervergunning, die alleen Ras Tafari mij kon geven. Ali wordt gecharterd. IK deed een beroep op Ali, den zoon van een hoofdman, die deel uitmaakte van het groepje Somalinegers en vroeg hem: „Ali, zwartgebraden zoon van den gouden zon, zou je deel uit willen maken van mijn expeditie?" Daar voelde hij veel voor. Met een stralend gezicht sloeg hij toe. Na een bewogen afscheid van zijn vader, begaven we ons vergezeld van de honden op weg naar Addis Abeba. Ik had me voor bereid op een langdurige affaire, maar de zaken ontwikkelden zich nog veel trager en onaangenamer dan ik had kunnen vermoe den. Een tolk hadden wij bereid gevonden ons, samen met de honden, bij Ras Tafari te introduceeren. De tolk was een buiten gewoon vriendelijk man, die duizend eeden zwoer dat dit de gelegenheid was, waarop hij zijn heele leven had gewacht. Ik was op mijn hoede, men is nu eenmaal niet ge neigd den Armeniërs het wereldrecord van betrouwbaarheid toe te kennen. Ik wachtte en wachtte en toen ik na enkele dagen het raadzaam oordeelde nu eens mijn tolk aan te zetten, beweerde deze dat de Ras over gelukkig zou zijn mij te ontvangen en dat het hoogstens nog enkele weken kon duren. Maar ik begon ongerust te worden en had allang het vermoeden dat de tolk een hartstochtelijk verzamelaar was van blan ke daalders en whiskey. Eindelijk, na drie weken werd mij audiëntie verleend. De Ras had nu natuurlijk eerst van mijn aan wezigheid gehoord! Wij voeren de honden op echte Perzen. WE worden ontvangen met de groot ste bereidwilligheid. Ras Tafari is buitengewoon ingenomen met de honden en informeert naar de voedering. Dan beveelt hij: hier moeten ze eten en U zult er bij blijven. Onmiddellijk wordt het verlangde gebracht en bedienden strooien de rijst uit op de kostelijke tapijten. Ik vraag den keizer de honden niet hier te laten eten. Maar door den tolk laat hij mij zeggen, dat er meer tapijten in het paleis zijn. Wanneer de honden gevreten hebben als ware wolven, wordt de vorst weer vriendelijk en wij praten over alles en nog wat. Eindelijk kom ik met mijn verzoek voor den dag en het wordt ingewilligd. Maar tevens verzoekt Ras Tafari mij en kele maanden zijn gast te willen zijn. Mijn hart zakt plotseling twee verdiepingen la ger. Twee maanden! Eindelijk weet ik hem zoover te krijgen dat hij mij het document over twee weken ter hand zal stellen. Maar als de twee weken om zijn heerscht overal plotseling doodsche stilte. De Abessijnsche minister van Oorlog is gestorven en nu rouwt het volk op zijn minst twee weken. Al dien tijd verzet niemand een voet. In Abessinië kent men het begip tijd niet. Alles mannen en vrouwen heft klaag zangen aan. Ik heb het gevoel dat ik nooit een grevyzebra zal zien. Weinig kan ik ver moeden dat dit wachten het voorspel tot een Afrikaansche hellereis zal zijn. De begeerige „Zon van Addis Abeba." OOK in Afrika komt gelukkig eens aan alles een einde en is het niet noodig dat iemand's geduld meer dan hon derd maal op de proef wordt gesteld. De tolk kwam weer opdagen, met een stralend gezicht, waarin helaas maar al te duidelijk zijii hartstocht voor blanke daalders stond te lezen. Geef mij een ruime fooi! dat zei den zijn oogen. Ik vroeg hem hoffelijk wat er van zijn dienst was en hjj waaierde met een document voor me, dat bleek te zijn de officieele toestemming, onderteekend door Zijne Majesteit zelf, „Hier met dat stukl" Oogenblikkelijk verduisterde het gezicht van dezen .helper". ,Maar ik heb er dertig daalders voor gegeven", jammerde hij. Ali fluisterde ik in het Duitsch toe: „dat is een nyena die in een menschenhuid is gekro pen. Maar geef den man vlug het geld." De Armeniër nam het aan, wenschte ons een goede gezondheid voor den tijd van dri©. honderd jaren en liet zich niet meer zien. Onmiddellijk verzond ik een telegram: „Morgen eindelijk vertrekt expeditie vier maanden. Telegrafeer bij terugkomst Ad dis Abeba." Lieve hemel, als ik geweten had, hoe alles anders zou uitloopen. Maar ik riep Ali toe: „Maak de laatste flesch whiskey, die we bezitten, open." Nu zou spoedig Ad dis Abeba achter ons liggen. Intusschen hadden wij ons gedwongen verblijf in Addis Abeba niet geheel nutte loos voorbij laten gaan. Wij hadden vijftien jagers uit Britsch Somaliland gehuurd. Wij waren over de bonte markten gegaan en hadden ons na eindelooze onderhandelin gen vijftien muilezels aangeschaft; voor Ali en mijzelf beiden een reisgezel. Bovendien hadden wij onze uitrusting gecompleteerd ,met netten, touwen, met conserven en een paar zakken tarwe, die hier als hoofdvoedsel genuttigd wordt. Ten slotte waren nog eenige voorwereldlijke oude karabijnen, die op een of ander raad selachtige wijze in Addis Abeba gekomen waren, in ons bezit overgegaan. Voor de muildieren hadden wij draagkisten laten maken; medicamenten, verbandmiddelen en munitie had ik reeds uit Hamburg mee genomen beter konden wij niet uitgerust zijn. Het groote oogenblik is eindelijk aange broken. In ganzenmarsch verlaat onze ka ravaan Addis Abeba. Dat beteekent het afmarcheeren de wildernis in. Met elke ki lometer, die wij vooruit gaan, liggen de post, de beschaving, de verbinding met het vaderland verder achter ons. Maar met el- ken kilometer komen wij nader tot de gre vyzebra's. In den grond van de zaak zijn wij welbeschouwd niet veel meer of min der dan een schare avonturiers. Een kara vaan, die met kompas en tamelijk gebrek kige kaarten het ongewisse tegemoet trekt. Ali voelt zich in zijn kwaliteit van hoofdman van de dragers, als een heer- scher over geheel Afrika. Hij weet alles, hij ziet alles, hij ruikt alles. Beslist een onbe taalbare kracht. Dag na dag reizen wij verder. Den eenen dag zijn het vier, den anderen dag zes, soms tien of twintig kilo meter; dat ligt aan den toestand van den weg en meestal kan men hier niet eens spreken van een weg. Maar wij laten ons niet afschrikken en de trek gaat gestadig naar het Zuiden. Weinig schaduw, maar nog veel minder water. Des nachts is het koud een tem peratuurverschil met overdag, dat beslist onaangenaam is voor een Europeaan. Veel afwisseling is er niet. De Somaline gers zingen hun eentoonige liederen. Plotseling weerklinkt een vreeselijk ge schreeuw. Het blijkt dat een van de draag- ezels van het als een serpentine slingerend pad afgegleden is. Vreemd, het heeft niet het minste letsel bekomen. Wij helpen het zwaar bepakte dier weer op de been. Het ziet ons aan met zijn zachte oogen, die zoo veel willen zeggen als: er is immers nietf aan de hand. 1 a "V (Slot volgt), j

Peel en Maas | 1939 | | pagina 10