Hoe de wildernis eae
banden werd gelegd
De Internationale toestand
Het Portret s
IN DE AFGELOOPEN WEEK
"ÏT 'y;y M V i I
x-' Het valt niet te ontkennen, dat de
Volkenbond, die te Genève Maandag
bijeen is gekomen, een onverwachte
activiteit ontplooit, al is hfet natuur
lijk een open vraag, in hoeverre het
de Assemblée mogelijk zal zijn, haar
goede bedoelingen kracht bij te zet
ten. Hambro, de gedelegeerde van
Noorwegen, is tot voorzitter be
noemd, de agenda is vastgesteld,
waarbij de Finsche kwestie nummer
1 van het programma was, en op
voorstel van de Commissie van voor
bereiding is aan Finland en Rusland
verzocht, binnen 24 uur te antwoor
den op de vraag, of zü de vijande
lijkheden willen staken om vredes
onderhandelingen aan te knoopen.
Het is inderdaad hoog tijd, dat er iets
gedaan wordt, omdat het steeds duidelijker
wordt, dat de oorlog anders niet beperkt
zal blijven tot Finland en Rusland. Rus
land heeft de hulp van Estland tegen Fin
land verlangd op grond van het pact van
wederzijdschen bijstand; dit verdrag spreekt
alleen van hulp. indien een van beide par
tijen wordt aangevallen, en Rusland schijnt
dus de farce, dat het door Finland is aan
gevallen, tot het eind te willen volhou
den. Zweden toont zich steeds meer onge
rust. Het is hier meer de publieke opinie
dan de regeering, die zich uitspreekt voor
ingrijpen. Men voelt, dat men, als Finland
onder den voet is geloopen, tóch aan de
beurt komt, en het lijkt, indien dat vast
staat, beter, gezamenlijk de Russen aan de
Finsche grenzen tegen te houden, dan ge
laten op zijn beurt, om afgeslacht te wor
den, te wachten. De benoeming van den
Zweedschen opperbevelhebber Thörnell is
ook een maatregel, die alleen wordt ge
nomen bij dreigend oorlogsgevaar of in
dien een oorlog is uitgebroken.
Te Genève
moet het den heeren intusschen soms wel
eens draaierig worden. Duitschland is er
natuurlijk niet aanwezig, maar heeft niet
temin 35 journalisten gezonden; Rusland
is niet officieel vertegenwoordigd, maar
laat toch de besprekingen door een afge
zant volgen. Bewijzen, dat beide landen
toch niet zoo heel onbelangrijk vinden, wat
daar in Zwitserland gebeurt. Er zou ijverig
propaganda gemaakt worden voor een
nieuw Duitsch vredesplan; in hoeverre
deze geruchten op waarheid berusten of
een proefballon zijn, moeten wij nog af
wachten; zijn ze evenwel inderdaad een
uiting van de werkelijke stemming bij de
Duitsche regeering, dan duiden ze op een
ernstige verandering; ze zouden hierop
neer komen, dat Duitschland Tsjecho-
Slowakije zonder Sudetenland zijn onaf
hankelijkheid wil hergeven, Polen als een
soort bufferstaat wil herstellen, waarbij
echter Duitschland Dantzig en den Cor
ridor wil behouden, en ten slotte zou Oos
tenrijk zijn eigen lot bepalen door een
volksstemming onder internationale con
trole. Het doel zou zijn, dat Duitschland
met Engeland en Frankrijk een pact zou
sluiten tegen het bolsjewisme; en het voor
stel zou zijn ontworpen onder den indruk
van de gebeurtenissen in Finland en de
dreigementen tegen den Balkan. De moei
lijkheid voor een overzichtschrijver is, dat
het haast ondoenlijk is, dadelijk in al der
gelijke berichten de waarheid te onder
kennen. Sensationeele mededeelingen zijn
er schier dagelijks te vernemen, maar ze
worden bijna ook onmiddellijk weer tegen
gesproken. Zoo is ook dit vredesoffensief
dadelijk van Duitsche zijde een proefbal
lon genoemd. Het is mogelijk, dat dit juist
is; de vraag is maar, wie het ballonnetje
heeft opgelaten.
Aan de Finsche grenzen
wordt hevig gevochten. Maar het gaat den
Russen niet voor den wind. Slechts in het
Zuiden, op de landengte van Karelië, heb
ben zij eenige vorderingen gemaakt, ten
Noorden van het Ladogameer is menige
aanval afgeslagen, en in het hooge Noor
den zijn ze zelfs teruggedreven onder de
vinnige Finsche aanvallen. Van een bom
bardement op groote schaal van Helsinki,
waarmee werd gedreigd, is niets gekomen.
Maar de berichten spreken van steeds toe-
nemenden druk op de Finsche verdedi
gingslinie. Zooals was aangekondigd, heeft
de Finsche regeering nu in een Witboek de
eischen van Moskou en de Finsche tegen
voorstellen gepubliceerd, die ten slotte tot
het conflict hebben geleid. Tegen het eind
van de onderhandelingen stond al vast, dat
er met Rusland niet te praten viel. Finland
heeft niet anders gedaan dan zijn onaf
hankelijkheid verdedigen; overigens deed
het vérgaande concessies.
De oorlog ter zee.'
Slechts op zee wordt tusschen Duitsch
land en de geallieerden nog gevochten, niet
alleen tegen elkaar, maar in nog heviger
mate tegen de neutralen. In de week van
29 December gingen 7 Britsche en 8
neutrale schepen naar den bodem der zee.
Engeland deelt mee, dat de verliezen van
zijn vloot steeds meer zijn afgenomen.
Jammer, dat de neutralen niet hetzelfde
kunnen getuigenEn intusschen blijven
de berichten omtrent den ondergang van
schepen dagelijks binnenkomen. Noorwe
gen, Griekenland, Denemarken, Nederland,
hebben de laatste dagen weer een of meer
schepen verloren zien gaan. Er is overigens
zoowel aan het front als in de lucht
bijna volmaakte rust. Engeland heeft
naar aanleiding van de nog al eens succes
rijke Duitsche luchtaanvallen op de Firth
of Forth, besloten, daar een versperring
met ballons aan te brengen.
De samenwerking tusschen de
geallieerden.
Tegenover de Duitsche pogingen om een
tegenstelling te scheppen tusschen Enge
land en Frankrijk, gaan deze beide lan
den door, de samenwerking op elk terrein,
militair zoowel als economisch, steeds in
niger te maken. De aaneenkoppeling van
pond en franc zijn daarvan een nieuw be
wijs. Voortaan zal geen wijziging worden
gebracht in de bestaande verhouding tus
schen beide valuta. Bovendien zullen geen
buitenlandsche meeningen door een der
beide landen worden opgenomen, zonder
voorafgaand overleg met den partner.
Ook de wederzijdsche import zal verder
niet aan beperkende bepalingen worden
onderworpen. Aldus heeft Sir John Simon
in het Lagcrhiiis verklaard. En ongeveer
op het zelfde oogenblik deelde minister De
Monzie in de Fransche Kamer mede, dat
na den oorlog Engeland en Frankrijk ern
stig den aanleg van een tunnel door het
Kanaal zullen moeten overwegen.
ARM FINLAND
De wereld is op dit oogenblik getuige
van de worsteling van een klein, dapper
volk met een overmachtigen tegenstander,
die het heeft aangevallen zonder een schijn
of schaduw van reden alleen om aan
zijn imperialistische neigingen te voldoen.
De aanvaller heeft zich zelfs niet de moeite
gegeven om te trachten zijn optreden door
een of ander voorwendsel te maskeeren.
De zoogenaamde grensincidenten, waarop
Rusland zich beroept, vormen een procédé
van den sterke tegenover den zwakke,
waarover de wereld verachtelijk de schou
ders ophaalt. Men heeft het in de laatste
jaren reeds al te veel zien toepassen. Men
had bij de Russische machthebbers althans
een beetje meer vindingrijkheid mogen
verwachten; doch zij hebben de uitgetreden
paden bewandeld.
Met deernis en bewondering slaan de
volkeren den ongelijken strijd gade. Met
heldenmoed verdedigen zich de Finnen;
doch het staat te vreezen dat zij ten slotte
zullen worden verpletterd onder het nume
rieke overwicht van den aanvaller. Welke
bewonderenswaardige bewijzen van moed
het Finsche leger ook te zien geeft, hoe
zeer men er in Finland ook van overtuigd
is, den vijand te kunnen weerstaan bij ge
lijke of zelfs dubbele sterkte toch lijdt
het geen twijfel, of het roode leger zal
op den duur moeten zegevieren.
Een machteloos toeziende wereld heeft
het vertwijfelde beroep van Finland, ge
richt tot alle volken der aarde, aangehoord.
Het zijn geen holle frazen, waarmede Fin
land zich tot het wereldgeweten heeft ge
wend. Is men er niet inderdaad getuige
van geweest dat het Finsche volk, dat
steeds heeft getracht in goede verstand
houding te leven met alle andere volleen
en zijn toekomst had opgebouwd op vreed-
zamen arbeid, het slachtoffer is geworden
van een bruten aanval van zijn buurman
uit het Oosten, zonder daartoe in het minst
aanleiding te hebben gegeven
Indien ooit, dan is daarginds in het hooge
Noorden het bewijs geleverd, dat in de
tegenwoordige wereld geen plaats meer is
voor het recht, dat de macht zich met ge
weld tracht toe te eigenen, wat zij langs den
weg van het recht onmogelijk zou kunnen
verkrijgen. Daarom had Finland geen keus
meer. Liever dan laf toe te geven, heeft
het den strijd aanvaard, die het werd op
gedrongen.
Rest nu de vraag, waarop vooral de
andere kleine neutrale landen met angst
en ongeduld het antwoord verbeiden Zal
de beschaafde wereld, welke de Finsche
natie zooveel bewijzen van sympathie en
waarachtig medeleven heeft gegeven, het
kleine Finland alléén laten strijden tegen
een numeriek zooveel sterkeren vijand
Inderdaad, Finlands positie als voorpost
der Westersche beschaving geeft het 't
recht, van alle beschaafde naties hulp te
verwachten. Zal dan de stem van het meti
den ondergang bedreigde volk zijn als die
eens roependen in de woestijn
Dat is de beangstigende vraag waarop
de geheele wereld en wij herhalen het
vooral de kleine neutrale landen het
antwoord afwachten. Immers, van dat ant
woord zal het afhangen, wat zij zelf te
vreezen zullen hebben van machtige buur
staten, indien deze het in hun belang ach
ten, zonder eenige reden kleinere staten
te dwingen, aan hun eischen toe te geven.
In dat opzicht vormt Finland een „test
case".
Te Krakau onderhandelen een Duitsche en een Sovjet-Russische delegatie over den
terugkeer der Russen uit het voormalige Polen naar de Sovjet-Unie. De begroeting
tusschen Dr. Frank en Litwinof.
MOHANDAS KARAMCHAND
GANDHI.
„Groote Ziel" zoo noemen de aan
hangers van de Indische Nationale
beweging hun voorman, den thans
zestigjarigen Mohandas Karamchand
Gandhi, die den laatsten tijd weder
om veel van zich heeft doen spreken.
Gandhi is de zoon van een welge
steld koopman. Hij studeerde rech
ten en vestigde zich in 1891 als ad
vocaat te Bombay. In 1893 reisde
hij naar Zuid-Afrika, waar hij zeer
veel deed voor de aldaar wonen
de Britsch-Indiërs, wier levensom
standigheden op dat moment verre
van aangenaam waren. Na den
wereldoorlog, als hij weer in zijn
vaderland is teruggekeerd, wijdt
Gandhi zich geheel aan de Indische
nationale beweging. Op allerlei ge
bied organiseert hij het zoogenaamde
..geweldloos verzet". Vooraanstaande
Indische bestuursambtenaren ver
laten plotseling hun posten, anderen
weigeren mede te werken aan de
rechtbanken, het belasting betalen
wordt door tienduizenden gestaakt
Hevige onlusten breken uit en daar
Gandhi als aanstichter van alle wan
ordelijkheden wordt beschouwd, ver
oordeelt een rechtbank hem in 1922
tot zes jaar gevangenisstraf. Dank
zij zijn slechte gezondheid wordt hij
spoedig weer in vrijheid gesteld.
Mahatma begint dan een nieuwe
actie. Hij verklaart zich tegen het
kastenstelsel, hij wil de huisindustrie
weer algemeen invoeren, enz. enz.
Herhaaldelijk wordt hij weer gevan
gen genomen, bij welke gelegen
heden hij meestentijds onmiddellijk
een hongerstaking begint. Het hoofd
doel van Gandhi is de volledige vrij
heid van Indië en net verbreken van
alle banden met Engeland. iv
Vy
VAN DE WEE1
OLIFANTEN EN KAMEELEN VERVAN-
GEN PAARD EN OS VOOR
V DE PLOEG.
Hagenbeek in Hamburg stelde dieren
f beschikbaar.
Walter Ebert vertelt van zijn avontuurlijke
reis naar Abessinië.
Op jacht naar den Reuzenzebra.
De oorlogstoestand brengt eigenaardige
moeilijkheden met zich. Zoo staan de di
recties van de groote Europeesche dieren
tuinen voor het probleem hoe zij hun die
ren te eten moeten geven, wanneer er na
maanden van oorlogvoeren voedsel-
schaarschte mocht komen. Maar ook dienen
zij speciale voorzorgsmaatregelen te tref
fen om te voorkomen, dat bij eventuecle
bombardementen de dieren ontijdig hun
vrijheid terug zouden krijgen en men kans
zou loopen onverwacht een brieschenden
leeuw in de straten tegen te komen. Daar
staat tegenover dat de belangstelling van
het publiek voor de diergaarden ernstig
verminderd is, zoodat ook het bezoek aan
zienlijk is teruggeloopen. In vele landen
k men er reeds toe overgegaan dieren af te
maken. Maar dat er ook nog een andere
oplossing mogelijk is. hebben we onlangs
kunnen lezen, toen bekend werd dat Ha
genbeek zijn dieren beschikbaar stelde
voor het verrichten van arbeid.
Naar aanleiding van deze merkwaardige
beslissing van Hagenbeek, hebben we ons
in verbinding gesteld met Walter Ebert, een
jager dezer onderneming, die ons een boek
je opengedaan heeft van zijn avonturen bij
het vangen en vervoeren van wilde dieren.
De zonderlingste passagier.
IN den herfst van 1930 voer ik met de
„Pfalz" van den Norddeutschen Lloyd
over de Roode Zee in een kokende
hitte, aldus vertelt Walter Ebert.
Het was middag en er heerschte rond
kom een rust, waarvan men slaperig zou
worden. Alleen was er het gelijkmatige
geluid van de golven, die 'bruisend opspat
ten bq den boeg. Maar plotseling werd de
stilte verstoord. Aan bakboord weerklinkt
het geblaf van honden, groote Sint Ber
nard's ,die in keurig getimmerde hokken
zitten. Door de tralies wordt hen het eten
toegestoken en een stevig gebouwde man
staat er bij om toezicht te houden op de
regelmatige verdeeling van de porties. Op
de brug merkte de eerste officier op: „Het
gewone concert van iederen middag. Ebert
heeft de lunch voor zijn gezellen uit de
kombuis gehaald en dat ruiken ze op twee
mijl afstand tegen den wind in, die er niet
is. De fijnste bouillon is voor die dieren
nog niet goed genoeg."
Des middags bij het eten zegt de kapitein
tegen den jager Walter Ebert: „Maar wat
voor den duivel beteekent het tod- dat U
met een handvol Somalinegers, een paar
kisten honden en zakken vol Maria There-
siadaalders passage hebt genomen?" Dan
verklaart Ebert dat de prachtexemplaren
van honden bestemd zijn voor den Abes-
sijnschen regent Ras Tafari. „Wanneer hij
deze honden aanneemt als geschenk, dan
staat hij mij misschien wel toe eenige van
de in zijn land levende Grevyzebra's te
vangen. En voor degenen onder U, die
waarschijnlijk alleen op de hoogte zijn van
dolfijnen, walvisschen en watervlooien
dat zijn de reuzenzebra's. Ik geloof dat de
biologen dit soort alleen voor Abessinië ge
reserveerd hebben."
„En die gaat U vangen?"
„Ja, dat is de taak, waarmede ik me de
eerste zes maanden zal bezig houden, kapi
tein. Want elk exemplaar van deze soort
beteekent een ongekende schat voor elke
diergaarde in Europa. Overigens, ik heb
een goed vertrouwen dat ik de diertjes
binnenkort veilig en wel te pakken heb."
Daarop schenkt de kapitein nog eens in en
heft zijn glas:
„Vooruit dan; prosit, op de reuzenzebra's
en al het andere vee, dat er nog vrij rond
loopt."
Met het gebaar van iemand, die jaren
lang op China gevaren heeft en er een
droge keel van kreeg slaat Ebert zijn glas
naar binnen. Voor hem is het zeker dat hij
de dieren zal vangen. De expeditie moet
en zal succes hebben. Alleen twee dingen
kon Ebert op dat oogenblik niet vermoe
den: dat deze reis een van zijn vele on
dernemingen hem de meest dramatische
oogenblikken zou bezorgen en dat de naam
van Ras Tafari later als Keizer Haile Se
lassie binnen enkele jaren op ieders lippen
zou zijn.
Een moeilijk karwei.
WIJ zaten buiten in Stellingen, het
weréldberoemde dierenpark van
Hamburg. Over de rotsen van
Hagenbeek kwamen de sombere najaars
wolken opzetten en goten zware stortre
gens uit over het geelwitte vel van den
jjsbegr. Uit ons hoekvenster zagen wij de
rendieren bedachtzaam hun weg zoeken.
Ket was echt een dag om onder het genot
van een sigaar wonderlijke avonturen aan
te hooren.
Ebert had reeds een heele rij avonturen
uit zijn zeemanstijd aan ons verteld. Hij
vertelde hoe na een bewogen bestaan de
oude Hagenbeek hem door handslag had
aangenomen voor de eerste expeditie, die
er op uitging om wilde dieren voor het
park te vangen. Ebert zegt: „Brr, nu regent
het precies zooals toen in Abessinië" en
zoo kwamen wij vanzelf op de expeditie
naar Abessinië en" trokken in gedachten
met Ebert mee.
„Het was einde October 1930 dat ik een
troepje Somalinegers in hun vaderland
moest afleveren. De luidjes hadden op de
volkerententoonstelling, welke door Hagen
beek op touw was gezet, een aardig stuk
geld verdiend. Maar dat loon, moest vol
gens overeenkomst uitbetaald worden, bij
aankomst in hun eigen land. Ik kan U zeg
gen, dat ik het een verduiveld omslachtige
kwestie vond. Maar laten we het niet heb
ben over het ritueel, dat deze uitbetaling
begeleidde. Hoofdzaak was dat ik me in
Afrika bevond en van die gelegenheid ge
bruik moest maken. Er werd een karavaan
uitgerust door het Zuidelijk deel van Abes
sinië. Het was mijn bedoeling op jacht te
gaan naar Reuzenzebra's. Deze waren nog
nooit te zien geweest in een dierentuin. Dit
was een zeldzaamheid van den eersten rang
Muskietennetten, tent, veldbedden, twee
goede geweren, dat was ongeveer alles wat
ik uit Hamburg had meegenomen. Het
bleek dat mijn uitrusting verre van ideaal
was. Maar één ding ontbrak me en dat was
de toestemming om de zebra's te vangen
en de uitvoervergunning, die alleen Ras
Tafari mij kon geven.
Ali wordt gecharterd.
IK deed een beroep op Ali, den zoon van
een hoofdman, die deel uitmaakte van
het groepje Somalinegers en vroeg
hem: „Ali, zwartgebraden zoon van den
gouden zon, zou je deel uit willen maken
van mijn expeditie?" Daar voelde hij veel
voor. Met een stralend gezicht sloeg hij toe.
Na een bewogen afscheid van zijn vader,
begaven we ons vergezeld van de honden
op weg naar Addis Abeba. Ik had me voor
bereid op een langdurige affaire, maar de
zaken ontwikkelden zich nog veel trager en
onaangenamer dan ik had kunnen vermoe
den. Een tolk hadden wij bereid gevonden
ons, samen met de honden, bij Ras Tafari
te introduceeren. De tolk was een buiten
gewoon vriendelijk man, die duizend eeden
zwoer dat dit de gelegenheid was, waarop
hij zijn heele leven had gewacht. Ik was
op mijn hoede, men is nu eenmaal niet ge
neigd den Armeniërs het wereldrecord van
betrouwbaarheid toe te kennen. Ik wachtte
en wachtte en toen ik na enkele dagen het
raadzaam oordeelde nu eens mijn tolk aan
te zetten, beweerde deze dat de Ras over
gelukkig zou zijn mij te ontvangen en dat
het hoogstens nog enkele weken kon duren.
Maar ik begon ongerust te worden en had
allang het vermoeden dat de tolk een
hartstochtelijk verzamelaar was van blan
ke daalders en whiskey. Eindelijk, na drie
weken werd mij audiëntie verleend. De
Ras had nu natuurlijk eerst van mijn aan
wezigheid gehoord!
Wij voeren de honden op echte
Perzen.
WE worden ontvangen met de groot
ste bereidwilligheid. Ras Tafari is
buitengewoon ingenomen met de
honden en informeert naar de voedering.
Dan beveelt hij: hier moeten ze eten en U
zult er bij blijven. Onmiddellijk wordt het
verlangde gebracht en bedienden strooien
de rijst uit op de kostelijke tapijten. Ik
vraag den keizer de honden niet hier te
laten eten. Maar door den tolk laat hij mij
zeggen, dat er meer tapijten in het paleis
zijn. Wanneer de honden gevreten hebben
als ware wolven, wordt de vorst weer
vriendelijk en wij praten over alles en nog
wat. Eindelijk kom ik met mijn verzoek
voor den dag en het wordt ingewilligd.
Maar tevens verzoekt Ras Tafari mij en
kele maanden zijn gast te willen zijn. Mijn
hart zakt plotseling twee verdiepingen la
ger. Twee maanden! Eindelijk weet ik hem
zoover te krijgen dat hij mij het document
over twee weken ter hand zal stellen. Maar
als de twee weken om zijn heerscht overal
plotseling doodsche stilte. De Abessijnsche
minister van Oorlog is gestorven en nu
rouwt het volk op zijn minst twee weken.
Al dien tijd verzet niemand een voet. In
Abessinië kent men het begip tijd niet.
Alles mannen en vrouwen heft klaag
zangen aan. Ik heb het gevoel dat ik nooit
een grevyzebra zal zien. Weinig kan ik ver
moeden dat dit wachten het voorspel tot
een Afrikaansche hellereis zal zijn.
De begeerige „Zon van Addis
Abeba."
OOK in Afrika komt gelukkig eens aan
alles een einde en is het niet noodig
dat iemand's geduld meer dan hon
derd maal op de proef wordt gesteld. De
tolk kwam weer opdagen, met een stralend
gezicht, waarin helaas maar al te duidelijk
zijii hartstocht voor blanke daalders stond
te lezen. Geef mij een ruime fooi! dat zei
den zijn oogen. Ik vroeg hem hoffelijk wat
er van zijn dienst was en hjj waaierde met
een document voor me, dat bleek te zijn de
officieele toestemming, onderteekend door
Zijne Majesteit zelf, „Hier met dat stukl"
Oogenblikkelijk verduisterde het gezicht
van dezen .helper". ,Maar ik heb er dertig
daalders voor gegeven", jammerde hij. Ali
fluisterde ik in het Duitsch toe: „dat is een
nyena die in een menschenhuid is gekro
pen. Maar geef den man vlug het geld." De
Armeniër nam het aan, wenschte ons een
goede gezondheid voor den tijd van dri©.
honderd jaren en liet zich niet meer zien.
Onmiddellijk verzond ik een telegram:
„Morgen eindelijk vertrekt expeditie vier
maanden. Telegrafeer bij terugkomst Ad
dis Abeba."
Lieve hemel, als ik geweten had, hoe
alles anders zou uitloopen. Maar ik riep
Ali toe: „Maak de laatste flesch whiskey,
die we bezitten, open." Nu zou spoedig Ad
dis Abeba achter ons liggen.
Intusschen hadden wij ons gedwongen
verblijf in Addis Abeba niet geheel nutte
loos voorbij laten gaan. Wij hadden vijftien
jagers uit Britsch Somaliland gehuurd. Wij
waren over de bonte markten gegaan en
hadden ons na eindelooze onderhandelin
gen vijftien muilezels aangeschaft; voor
Ali en mijzelf beiden een reisgezel.
Bovendien hadden wij onze uitrusting
gecompleteerd ,met netten, touwen, met
conserven en een paar zakken tarwe, die
hier als hoofdvoedsel genuttigd wordt. Ten
slotte waren nog eenige voorwereldlijke
oude karabijnen, die op een of ander raad
selachtige wijze in Addis Abeba gekomen
waren, in ons bezit overgegaan. Voor de
muildieren hadden wij draagkisten laten
maken; medicamenten, verbandmiddelen
en munitie had ik reeds uit Hamburg mee
genomen beter konden wij niet uitgerust
zijn.
Het groote oogenblik is eindelijk aange
broken. In ganzenmarsch verlaat onze ka
ravaan Addis Abeba. Dat beteekent het
afmarcheeren de wildernis in. Met elke ki
lometer, die wij vooruit gaan, liggen de
post, de beschaving, de verbinding met het
vaderland verder achter ons. Maar met el-
ken kilometer komen wij nader tot de gre
vyzebra's. In den grond van de zaak zijn
wij welbeschouwd niet veel meer of min
der dan een schare avonturiers. Een kara
vaan, die met kompas en tamelijk gebrek
kige kaarten het ongewisse tegemoet trekt.
Ali voelt zich in zijn kwaliteit van
hoofdman van de dragers, als een heer-
scher over geheel Afrika. Hij weet alles, hij
ziet alles, hij ruikt alles. Beslist een onbe
taalbare kracht. Dag na dag reizen wij
verder. Den eenen dag zijn het vier, den
anderen dag zes, soms tien of twintig kilo
meter; dat ligt aan den toestand van den
weg en meestal kan men hier niet eens
spreken van een weg. Maar wij laten ons
niet afschrikken en de trek gaat gestadig
naar het Zuiden.
Weinig schaduw, maar nog veel minder
water. Des nachts is het koud een tem
peratuurverschil met overdag, dat beslist
onaangenaam is voor een Europeaan.
Veel afwisseling is er niet. De Somaline
gers zingen hun eentoonige liederen.
Plotseling weerklinkt een vreeselijk ge
schreeuw. Het blijkt dat een van de draag-
ezels van het als een serpentine slingerend
pad afgegleden is. Vreemd, het heeft niet
het minste letsel bekomen. Wij helpen het
zwaar bepakte dier weer op de been. Het
ziet ons aan met zijn zachte oogen, die zoo
veel willen zeggen als: er is immers nietf
aan de hand. 1 a "V
(Slot volgt), j