tWFFT)T BI.AT) VAN PEET, EN MAAS fnit AKKERTJES en Land- en Tuinbouw. VENRAY IN HET VERLEDEN. Het geluk van volkeren op het spel. FEUILLETON. Herinneringen uit Miliciens- en Mobilisatietijd. 1913—1918, Zaterdag 11 November 1939 Zestigste Jaargang No 45 munist nog houvast heeft, komt dit nog voort uit geestelijke fac toren, die in hem blijven vooit- leven, echter r.iet uit stoffelijke goederen. En onder deze factoren is daar op de eerste plaats het geloof aan de overwinning en de waarde van de communis tische idee, aan een proletarische wereldtaak" van Rusland enz. In dit tegenstrijdige ligt de eigenaardige, smartelijke zelfiro nie van den sovjet-Russischen mensch. De mensch der Middeleeuwen ging een geheel anderen weg.... Hij gaf zich aan de deemoedige vereering van God, aan de zorg voor zijn geestelijk leven. En daar gebeurde dan het onver wachte. Juist deze mensch, die niet zoozeer meer bekommerd was om de aardsche dingen, kreeg een gevoel van veiligheid en ge borgenheid; in hem ontwaakte de vrede des harten en een in nerlijk geluk was zijn erfdeel Hij- werd gelukkig, zonder recht streeks naar zelfvoldoening ge zocht te hebben.... Daartegenover toont de uiter lijke en innerlijke toestand van den sovjet-Russischen mensch zoo duidelijk, dat het stoffelijk welzijn den mensch steeds verder ach teruit helpt, wanneer deze hoofd zakelijk of uitsluitelijk er zich op toelegt het te veroveren. Het loopt steeds verder van hem weg, hoe meer hij het be naderen wil en het ontvlucht hem vlugger dan hij het volgen kan... Maar het daalt over hem neer wanneer hij het 't allerminst ver wacht. Het volgt het zieieheil en het volgt het ongeroepen. Het komt als ongewild geschenk 't zieieheil aanvullen, maar het iaat zich niet uitsluitend nastre ven.,.. Hierin heeft het mislukken van de louter-profane welvaartszorg zijn diepsten grond. Hoe klaar ziet het Evangelie al deze dingen 1 Jezus wordt in de woestijn door den duivel bekoord... Men vraagt Hem het brood aan te nemen en het Woord Gods prijs te geven.... Maar Hij weerstaat aan de bekoring, want Hij weet dat, wie zich zoq maar van het Rijk Gods scheiden laat, nooit in zijn leven, in welken zin ook, gelukkig kan zijn... Verschillende denkers uit de oudheid hadden reeds het merk waardig samenvallen van deugd beoefening én geluk vastgesteld. Heel de geschiedenis der mensch- heid en bizonderlijk van het Christendom, is er de getuige van... Welnu, met al deze eeuwen, oude, leeringen en ervaringen breekt zoo maar het bolsjewisme, tot ramp van het Russische volk.... Een les kunnen wij uit dit alles trekken en vooral op onze fel-bewogen dagen bemediteeren. Rusland bewijst thans voor de gansche menschheid de onhoud baarheid van een goddelooze kuituur en de illusie van auto nome menschen. Daarom is dit land, nu bijzon der, voor Europa een welspre kende waarschuwing! Want het atheisme groeit in Europa voortdurend aan, niet het minst in het land dat onlangs nog meende enkele pacten met Sovjet-Rusland te moeten teeke nen... fn Duitschland woner. bij de 90 millioen menschen. Deze 90 millioen lieden worden dage lijks door de meest geraffineerde propaganda-methodes bewerkt en voor een strijd tegen het christen dom en de Kerk klaar gemaakt. Wie zal ons zeggen dat dit niet de voorlooper is van het volstrekte atheisme ook in dit reusachtig rijk Sovjet-Rusland heeft niet alleen politiek, maar ook ideologisch en kultureel zijn wederverschijning in Europa kunnen bewerkstelli gen... Het bolsjewisme is een tragedie der Europeesche ideeën op Russischen bodem geplant, maar dat wellicht eens op andere gebieden zal voortwoekeren. De Russen hebben aan het godloos materialisme als aan een Evangelie geloofd en betalen nu dit geloof met een stroom van bloed en tranen. Hoe gek het ook op het eerste gezicht mag lijken de Russische goddeloosheid het centraal punt der bolsjewistische wereld revolutie is het ultimatum van God aan Europa! Wat in Rusland gebeurd is, moest gebeuren, opdat het nergens anders nog eens zou geschieden. Moge elkeen de bedoelingen van God in dit gebeuren ontdekken, en tijdig diegenen tot bezinning brengen, die in deze kommervolle dagen het bestuur der volkeren in handen hebben.... F. N. Nu cr schaarste dreigt aan kunstmeststoffen. Stalmestbewaring. De laatste 25 jaren heeft de land bouw zich steeds meer van kunst meststoffen bediend om den grond productief te maken. Men heeft de groote waarde, die stalmest bezit, uit het oog verloren. Vooral aan het bewaren van de stalmest wordt veel minder zorg besteed dan vroeger. Toen men nog geen groepstallen kende zat de mest vast in elkaar getrapt achter en onder de koeien. Omdat er weinig lucht in zat en omdat de mest voldoende vocht be vatte, waren de verliezen in den potstal betrekkelijk gering. De mest, die buiten bewaard moest worden, werd goed in lagen uitgespreid, vast aangetrapt en met een laag zand van de lucht afgesloten. Als men de tegenwoordige mest vaalten eens bekqkt, ziet men, dat er heel wat minder zorgen aan be steed worden. Niet zelden wordt de kruiwagen met mest zonder meer op de mestvaalt omgestooten. De mest blijft dagen in kleine hoopjes liggen en de kruiwagen staat het onderst boven op den mesthoop te wachten tot hij weer gebruikt moet worden. Zoo is het niet overal, maar het komt toch nog al eens voor, dat wij eens mestvaalt zoo aantrof fen. Nu er schaarste dreigt te komen aan kunstmeststoffen, moeten wg de nuttige bestanddeelen van stal mest zooveel mogelijk trachten te bewaren en alles doen om verliezen te voorkomen. De stalmest verliest tgdens het bewaren aan massa en aan voedsel. De massa vermindert door verbranding. Voor verbranding is lucht noodig. Als de mest in kleine hoopjes ligt is de luchttoe- treding het sterkst en zal dus ook de verbranding het grootst zijn. Stalmest, die reeds geruimen tijd voor het ploegen op het land uitge spreid wordt, verliest ook aan massa door verbranding. De humusvormen- de waarde van de mest wordt daar door geringer. Het voedsel in den mesthoop ver mindert door uitspoelen en door vervliegen. De kans op uitspoelen wordt geringer, als men de mest bewaart op een harden vloer. Tot dit doel worden tegenwoordig beton nen mestvaalten gemaakt. Zoo'n betonnen mestvaalt bestaat uit een betonnen vloer, twee zijmuurtjes van 75—100 c.M. hoogte en een zink- putje. De vloer maakt men zoo, dat hij vooraf de twee inritten naar het midden af helt. In het midden wordt hij dus het laagst. Het zinkputje maakt men aan een der zgkanten, juist tegenover het laagste gedeelte van den vloer. Dat zinkputje valt buiten den mestvaalt. Het behoeft niet zoo bijzonder groot te zgn. Wel moet men er voor zorgen, dat de muurtjes van het zinkputje hoog genoeg gemaakt worden. Dan kan het nooit overloopen. Het overtollige vocht blgft iu het laagste gedeelte van de mestvaalt staan. Zoodra men het zinkputje leeg maakt loopt het vocht uit de mestvaalt weer in het putje. Om zoo min mogelgk water in den mestvaalt te krijgen moet men de mest in het midden altijd het hoogste opstapelen en een paar lagen grond er tusschen aanbrengen. De mest kan ook voedsel verliezen door vervliegen. Dat kan alleen de stikstof in ammoniakvorm. In stal mest zit altijd al eenige ammoniak, ais hij uit de stal komt. Tgdens de bewaring kan echter door de wer king van de rottingsbacteriën nog meer ammoniak gevormd worden. Deze ammoniakvorming moet men zooveel mogelgk voorkomen, door de lucht uit de mestvaalt te houden. Dat kan door vast aantrappen en afdekken met grond. Hoe meer vocht er in de mesthoop zit hoe minder lucht er in voorkomt. Da mesthoop blijft vochtig als hij met grond af gedekt wordt. Droge mest verliest ook aan voed sel door het optreden van schimmels. Schimmels nemen stikstof op. De stikstof, die in schimmel zit, is niet meer opneembaar voor de planten. In de meeste mestvaalten is door gaans wel zooveel vocht aanwezig, dat er van schimmelvorming geen sprake is. Dat komt wel voor in overdekte mestvaalten en in mest vaalten, die binnenshuis vlak naast den stal zijn aangebracht. In beide gevallen kan men ook nog wei het optreden van schimmel voorkomen, door de lucht uit den mestvaalt te houden. Vast aantrap pen en afdekken met grond zijn ook hier weer noodzakelijk. Wat we hier over de mestvaalten bij boerderijen schreven is evenzeer van toepassing op de composthoopen, die in de burgertuintjes liggen. Be waar de mest vast en vochtig op een ondoorlatende vloer. Dan wor den de verliezen tot een minimum beperkt. Voor kippenmest geldt hetzelfde als voor stalmest. Kippenmest die met grond afgedekt wordt heeft ook weinig verliezen. ADVERTEERT IN PEEL EN MAAS De Russische goddeloosheid is het ultimatum van God aan Europa I Zal men het eindelijk gaan begrijpen 1 De moderne Russische god- loozenstrijd bracht in plaats van de verhoopte vrijheid, aan het volk knechtschap en slavenboeien... Wij willen thans even belichten, hoe in plaats van welstand, in nerlijke en uiterlijke ellende onder het Russische volk gekomen is... Er is heel zeker nog nooit een regeering geweest, die met zulk een energie en doortastend heid als de bolsjewistische, zich te weer stelde om de stoffelijke welvaart, het zinnelijk behagen en het lichamelijk geluk te be werkstelligen, terwijl 'ze de zorg voor het heil der ziel geheel ver waarloosde. Alles is er op eten, drinken, geslachtsdrift en praktische daden afgericht en het resultaat is een massa-nood, zooals geen enkele staat in het hedendaag- sche Europa er eene gekend heeft en dat in een der vrucht baarste en door de natuur meest gezegende landen van de wereld 1 Toen de communistische ele menten voor de Arbeiders-Olym piade uit Sovjet-Rusland een paar jaar geleden te Antwerpen waren toegekomen, konden deze hun oogen niet gelooven, wanneer ze de honderden uitstalramen der winkels langs de helverlichte straten 's avonds zagen met hun bonte wemeling van allerlei koop waren. Zij vroegen verbaasd of dit misschien een tentoonstelling ter gelegenheid van de Olympiade was. Ze konden zich namelijk niet voorstellen, dat in landen zooals het onze, zulk een massa artikelen dagelijks zoo maar te koop waren. Zulk spontaan uitgeflapte op merkingen zijn op zichzelf reeds meer kenschetsend dan lange ar tikelen, om te bewijzen hoe diep de levensstandaard in Rusland gezonken is Het aantal zelfmoorden, dat onder het Tsaristisch regiem ook bij armere menschen zeer gering was, is nu ongehoord groot ge worden, en dit niet alleen onder dezen, die het systeem moeten ondergaan, maar ook onder dezen die er de leidende elementen van uitmaken. Ook Majakowski en Jesenin, de fel-gevierde „ge- nies der bolsjewistische letter kunde", waren zelfmoordenaars. Dit zijn alle, kenschetsende feekenen, die ons duidelijk maken hoe een goddeloos geworden volk uiterlijk in ellende ten onder gaat en innerlijk zijn hou-vast verliest. Voor zoover een Russisch com- dcor A. VAN GERWEN. 9. De vraatzuchtige medebewoners van het fort, de ratten, kregen net een pretentie of zij daar de bezetting wa ren en niet de soldaten. Ze marcheerden in secties vanuit de fortgracht over het binnenplein, om zich daar te verspreiden naar hun roofterreinen, hetzij naar de cantine. de keuken, de soldatenverblijven, tot zelfs in de politiekamer, waar toch de mui zen onder de brits doodlagen, zoo weinig eetbaars kwam daar binnen. Er sneuvelden er in een tijdsverloop van eenige dagen een flink aantal door een goed opgezette klopjacht, maar het „legioen" verminderde niet noe menswaard. Teneinde raad werd er een „ratten- jager" aangesteld, die den ganschen dag per roeiboot, gewapend met een geweer en de noodige losse patronen de fortgracht „afgraasde" en menige rat onder schot kreeg. Een definitieve uitroeiing van het vieze ongedierte bleek echter niet mo gelijk. Naar het Kamp van Laren. Ter afwisseling in het eentonige fortleven zouden we voor een groote oefening (voor de manschappen van de bezetting van de Nieuwe Holland- sche Waterlinie) worden overgeplaatst naar het Kamp van Laren bij Hilver sum. 't Was een mooie afleiding voor ons en met muziek en zang marcheerden we naar 't station Gorinchem, alwaar de trein reeds klaar stond, die, naar onzen zin veel te vlug op 't station Hilversum arriveerde. In veldtenue, met de muziek voorop marcheerden we van het station door Hilversum naar het kamp. Onderweg kregen we toen al den indruk in een der mooiste streken van ons vaderland te zijn, welken op onze latere marschen in de omgeving steeds meer werd bevestigd. Wat een prachtige voegen en lom- merlijke lanen, afgewisseld met smalle landwegen links en rechts van de hoofdwegen, Zoo'n wegen hadden we nog niet gezien. 't Was juist of we daar ietwat in wegzakten. Keken we naar links of rechts, dan was de weg spiegelglad en toch k konden we, met de voeten iets zwaarder neer te zetten, voelen, dat de hakken op een zacht wegdek kwamen. We zetten er onze behoef- ijzerde hakken eens flink in en toen werd het ons duidelijk. Er zat een dikke laag teer op... Waar zou dat voor zijn Teer op den weg!.... 't Was wel een mooie buurt waar de weg was aangelegd, maar zoo'n weg kon ons toch niet bekoren. Wat zou dat worden als we in vol-zomer hier moesten marcheeren Dien weg, meenden we, versleten we binnen een week. 't Zou toch zonde zijn Dat wij toen voor het eerst in ons leven een asphaltweg bewandelden, zal de lezer al wel begrepen hebben. Voor ons was het toen, 25 jaar geleden, beslist een curiositeit. Zoo'n péperkoekweg Te gauw bereikten we het kamp bij 't mooie dorp Laren, waar de witte tenten ons van verre reeds als een Bedouïnen-kamp toeschenen. Bij aankomst bleek alles -tot in de puntjes geregeld, zoodat we in zeer korten tijd geïnstalleerd waren. 't Gebeurde niet gauw, dat een ver plaatsing zoo model van stapel liep. 't Kamp van Laren maakte echter een gunstige uitzondering en wij voelden er ons meteen thuis. LAREN EN OMGEVING. NAAR 'T VELDLEGER Den eersten avond in Laren begaven we ons na 't eten het dorp m, waar ons direct de prachtige en rustige om geving opviel. Na een ferme wandeling kwamen we in de Crailosche bosschen, die met de Warande in Helmond wer den vergeleken, maar veel uitgestrek ter waren. Even voor het avond-appèl waren we weer in het kamp terug, waar we weldra in het versche stroo lagen. Den volgenden morgen werd aange treden voor de eerste groote oefening, welke ons beter beviel dan spitten en kruien op 't fort. Nu gevoelden we ons dan ook weer soldaten, in plaats van grondwerkars, zooals we op 't fort waren. En wat was die omgeving van Laren mooi om oefeningen te houden. Op 'n avond na de oefening kregen we bericht den volgenden dag 'n uit stapje te mogen maken naar Amster dam. We zouden om half 4 uitrukken om zeker bijtijds daar te zijn en tijd ge noeg te hebben om het Rijksmuseum en den Dierentuin te bezichtigen. De reveille klonk 's morgens om half 3 reeds over het kamp en zooals aan gekondigd trokken we om precies half 4 het kamp uit voor onzen tocht naar Amsterdam. 't Was frisch, maar 't duurde niet lang of de eerste soldatenliedjes klon ken boven het monotone getippel van onze „hoefijzers" op de straatkeien uit. Voor dag en dauw passeerden we Fort Pampus, dat even triestig gelegen was als het ons zoo welbekende Fort Vuuren. Er werd juist geblazen voor de bezetting van 't fort, zoodat de dag nu eigenlijk pas begon Maar wij had den er al de noodige kilometers „op" zitten Circa half 9 arriveerden we in Am sterdam, maar het was nog 'n heele tippel voor we aan Artis aankwamen. Hier bleek op onze komst gerekend te zijn, daar we bij aankomst diiect in groepen gesplitst werden en onder ge leide van een beambte van den Dieren tuin onze rondwandeling begonnen. 't Was interessant a' wat we zagen, niet alleen de groote, maar ook de kleinere dieren, en we namen ons dan ook meteen voor, op 'n Zondag terug te komen en alles nog eens rustig te bekijken, daar we nu geen gelegenheid hadden de geheele dierenbevolking goed op te nemen. Op de Oranje-Nassau-kazerne werd dien dag voor ons gekookt, en wij deden de koks van het 7e Regiment alle eer aan. Nu mochten we nog naar 't Rijks museum en dan weer terug naar Laren. Dat we niet veel tijd zouden hebben om 't museum te bezichtigen, wisten we wel, maar dat we 't zoo vlug kon den „doen", zou menigen Amerikaan nog jaloersch kunnen maken. In één lange rij, met tweeën naast elkaar, een gids voorop, begonnen we de bezichtiging. Zaal in, zaal uit. Pas op, als er eens 'n enkele maal 'n gaping in de rij kwam. Dan klonk het: „Door- Ioopen 1 We hebben onzen tijd hard noodig om vandaag nog thuis te ko men," In recordtijd hadden we 't museum „gedaan", doch tevens de ondervinding opgedaan cok hier nog eens terug te BESCHREVEN DOOR EEN TIJDGENOOT. 19 Zooals ik in een mijner schetsen reeds in het kort heb aangehaald, is Venray al lang bekend als een gezonde en boschrijke streek. Behalve zeer vruchtbaar bouwland, vindt men in den omtrek van deze uitgestrekte gemeente, groote com plexen zoogenaamde kleffen en hooge gronden, die uitnemend geschikt zijn voor bosehgtond en vooral in vroe ger tijd ruimschoots bepoot waren met welig groeiende dennenboschen, Thans zijn heel wat van die bosschen gerooid $n de grond ontgonnen tot vruchtbaar bouwland. Aan den Noord-Oostelijken rand van Venray bevindt zich de aloude Heerlijkheid Geijsteren, welke streek algemeen bekend is wegens zijne prachtige boschverzameling van al lerlei soort geboomte, waarbij reus achtige eiken en beuken afgewisseld worden door sierlgke mast- en ge wone dennenboomen, terwgl dit heer lijke natuurschoon afgewisseld wordt door welig groeiende struiken in diverse variaties. Het behoeft dan ook geen betoog, dat deze streek een waar lustoord is voor natuurminnende wandelaars en nog meer in 't bijzonder voor jagers, want door de nauwlettende zorgen van de eigenaars vindt men hier een enorme verzameling van wild, en niet alleen hazen en konijnen doch tevens ailerlei gevogelte, als patrijzen, fazanten wilde eenden, sneppen enz. enz., terwgl er zoo nu en dan ook herten en reeën worden waargenomen, zij het dan ook spo radisch. Het is derhalve geen wonder, dat jagers alhier vaak van alle zijden bijeenkwamen, en er klopjachten wer den ^gehouden, waarbij een enorme jachtbuit veroverd werd. Maar ook de Venrayschestroopers vonden den weg nasr deze jacht- heerlijkheld, en de stoutmoedigsten hiervan trotseerden dikwijls het groote gevaar van bekeuring of straf, om in korten tijd eenige haas jes uit dezen wildrijkdom te bemach tigen. Toch werd het heerlijke jachtrecht alhier bijzonder bewaakt, en vooral de vroegere kasteelheeren van Geijs teren waren op dit gebied zeer streng. Voor ongeveer 50 a 60 jaren was de eigenaar van deze heerlijkheid Jonkheer Clemens de Weichs de Wenne, toen algemeene bekend als den Baron van Geijsteren. Deze heer was een hartstochtelijke bevorderaar van den wildstand in zijn bosschen, en de bewaking ge schiedde zeer streng door ervaren jachtopzieners, die meestal vroeger zelf stroopers waren geweest en dus geheel en al bekend waren met de slimste streken van hunne vroegere confraters. Het moest derhalve al een heel brutale strooper zgn, die zich toen waagde aan een strooptocht door deze bosschenvoor dat hij er erg in had werd hg betrapt en bekeurd, met het vooruitzicht op eene ge strenge straf, want de rechters in Roermond, die veelal zelf ook bezit ters waren van het jachtrecht, zagen niets door de vingers. De overtreders werden dan ook veroordeeld tot zeer hooge boeten of langdurige gevangenisstraf, en daar de stroopers te arm waren om die boeten te betalen, kregen ze over het algemeen een tgd lang gratis logies in de petoet, en daar was het in dien tfld nog heel wat slechter dan thans. De baron zelf was een verklaarde vijand van de stroopers, en wanneer een van die luidjes door hem zelf betrapt werd op eene overtreding, moeten komen. We zijn er tijdens onze kampeering te Laren ook nog terug geweest en naderhand nog enkele malen Met goeden moed en welvoldaan over al het genotene dien dag, werd op het plein voor het Rijksmuseum de uitrus ting omgegespt, het geweer aan den schouder en „Voorwaarts, marsch 1" Nauwelijks waren we Diemen gepas seerd of de eerste „uitvallers" werden gemeld, 't Was ook 'n zeer zware dag voor ons, daar we ïoowat den geheelen dag op de been geweest waren Weer een eindje verderop gingen er weer enkele langs den weg zitten, waarop we besloten het tippelen er voor dien dag ook maar aan te geven. Allicht zou er 'n voerman met paard en kar passeeren, die ons een eindje mee wou nemen, of misschien kwam de Gooische tram wel, en c ie kon ons allemaal opladen... We lagen nauwelijks een kwartier langs den berm van den weg, toen we de stoomfluit van de tram hoorden. Zie zoo, als die ons meenam ('t was hier geen stopplaats) waren we binnen 't uur in 't kamp. We gingen met z'n allen, om en bij de 50 man, tusschen de tramrails staan, zoodat de machinist wel moest stoppen, alhoewel hij't eerst niet van plan was. Bij de eerst volgende halte stapten er al weer een stelletje in, zoodat we per tram den troep passeerden op nog nauwelijks de helft van def normale sterkte. Er zijn van die taaie kerels die nog niet uitvallen, al zou er premie op gezet worden Wij waren vroeg thuis en in den avond arriveerde de rest van de com pagnie in 't kamp, waar dien avond geen „voor de bedden" behoefde te worden geblazen, daar om 10 uur 't geheele kamp in diepe rust was. 't Was een leerzame dag geweest, waarover we later nog dikwijls met ge noegen gepraat hebben. F zijn dikwijls het gevolg van kouvatten. Goed trans pireeren en "AKKERTJES" nemen, helpt U altijd snel, goed en zeker er van af! H Door hun bijzondere sa- B menstelling bevorderen immers "AKKERTJES" niet H alleen het transpireeren. Hl maar verwijderen tevens 69 de stoffen, die de aan tak doening veroorzaken. Zij ■ijl werken direct pijnstillend. W| Op elk "AKKERTJE" staat't WAkker-merk: Uw garantie! '*e* daarop vooral en UW/)) laat U toch géén waarde- looze namaak of imitaties Y jg_ aanpraten die niet helpen. tegen pijnen,hoofdpijn, koorts,kou 13 stuks - 12 stuivers: 2 stuks - 2 stuivers dart liep het met hem niet goed af. In navolging van de kasteelheeren van een paar eeuwen terug was de baron een voorstander van de lijf- straffelijke rechtspleging, en als 'de omstandigheden het veroorloofden, werd die door hem toegepast. Na den overtreder behoorlijk ontwapend te hebben nam hg zijn rijzweep en gaf hem hiermede een zoo geduchte aframmeling, dat hij hulp en moord schreeuwde. Somtijds dreef hij hem daarna nog naar het kasteel, om hem een tijdlang op te sluiten inde donkerste kelders. In dien tijd werden door den volks mond de meest eigenaardige staaltjes verteld, over het optreden van den baron, die echter ook wel eens een krachtig verweer ondervond van de gestrafte stroopers en er dan ook wel eens erg bekaaid afkwam. Als de baron echter een strooper op hardhandige wijze met de zweep bewerkt had, dan kwam deze ge woonlijk vrij van eene bekeuring, zoodat hem eene verdere straf be spaard werd. De lijfstraffen van den baron kwamen nimmer in behandeling van den rechter, want meestentijds ge schiedden ze zonder getuigen en de stroopers vonden bg hunne aangiften geen gehoor. Deze toestanden zgn in lateren tijd gelukkig heel wat veranderd. Zooals gezegd waren toen in Ven ray zeer veel dennenbosschen waar van de gemeente zelf het leeuwen aandeel bezat en nog bezit. Maar ook een aantal gezeten particulieren of landbouwers hadden een groot of klein stuk bosch, waaruit toen veel meer voordeelen te trekken waren dan thans. Het grootste gedeelte van het houtgewas was toen dienstbaar voor den bouw vaD kleinere woningen, namelijk opleggers, slieten, latten en niet te vergeten het mgnhout, dat in dien tgd zeer veel gevraagd en goed betaald werd. De rest van het bosch diende voor boonstaken en het tophout en schalen voor brand hout. De meeste verkoopingen van de Notarissen bestonden ln dien tgd uit het hout van bosschen, of wel den afval, als tophout en schalen. Daar het afkappen van bosschen en het bewerken van het hout nog al veel arbeid eischte, vond men De volgende in het Larensche kamp werden doorgebracht met velddienst-, pionier- en schietoefeningen; zelfs de vestingwerken van Naarden—Bussum werden door ons met de schop be werkt a !a Fort Vuuren! Met weemoed namen we afscheid van het prachtige Kamp van Laren, toen we naar Fort Vuuren moesten terugkeeren. Hier troffen we alles aan zooals we het verlaten hadden. De petroleumlam pen branden weer, de britsen stonden opgeklapt omhoog en fort en omgeving waren nog even triestig. Bij de reveille daags daarna stonden schop en kruiwagen weer gereed. We zouden weer doorgaan met het werk, waarmee we voor kort opgehouden waren en spitten en kruien den gehee len dag. Toch wilde het niet meer zoo goed vlotten; we waren in Laren weer gewend geworden aan dienst, zooals het een Infanterist geleerd is. Maar we moesten vóór den winter die bomvrije schuilplaats en enkele kilo meters loopgraaf afgewerkt hebben, want gedurende den winter zou er niet veel van terecht komen, dat wisten we nog wel van den vorigen winter. We rukten toen 's morgens wel heel parmantig uit, uiaar eenmaal op het werk aangekomen werd met de pik houweel eerst geprobeerd of de bovenste korst klei gemakkelijk los te krijgen was en zoo niet, probeerden we het op enkele tientallen centimeters maar weer opnieuw. We moesten toch aan den gang zien te komen, daar we onzen dag vol moesten maken. Er kwamen gedurende het werk ge ruchten door dat we zouden worden overgeplaatst naar het Veldleger. Nou, voor het Veldleger hadden we ook niet veel interesse, maar we ruilden toch graag voor het fort. De geruchten werden werkelijkheid en op 'n middag stonden we aange treden om naar het Veldleger te ver huizen. (Wordt vervolgd)

Peel en Maas | 1939 | | pagina 5