Het V
0
Mgr. Petrus Inno-
centius Verriet O.P.
VENRAY IN HET
VERLEDEN.
Buitenland.
en onze moedi
V Jh
ons land en de eer van ieder uwer
verbiedt ons, na onzen roemrijken
strijd ons over te geven. Wij moeten
on3 een weg banen en wij zullen dit
doen
De soldaten kregen hun Ijzeren
noodrantsoen: beschuiten en conser
ven voor vijf dagen. De uitval begon
en, zooals niet anders viel te ver
wachten, mislukte. De Oostenrijkers
vielen bij duizenden, maar ook de
Russen telden 30.000 dooden. De over
winnende Russen lieten alle vesting
werken en gebouwen in de lucht
spriDgen. Het vernietigingswerk was
zóó geweldig, dat men van de „hel
van Przemysl" sprak. De krijgs
gevangenen werden naar Siberië ge
bracht, de burgerbevolking leed on
draaglijke kwellingen.
De oorlogswTaak kwam spoedig.
De Russen lagen langer vóór dan in
de stad. Twee maanden na de over
gave heroverden de Oostenrijkers de
veste. Zg waren ondersteund door
Beiersche contingenten. De aanval
begon op 28 Mei en reeds 5 Juni kon
den de centralen Przemysl opnieuw
binnenrukken. Er had zich daar in
een half jaar een heldenstrgd afge
speeld, die ir> den wereldoorlog niet
vaak zijn gelijke heeft gehad.
En thans is de „villa martyre"
wederom een aanvals- en verdedi
gingspunt. Nog geen 25 jaar sinds
dien
Apostolisch vicaris van
Curacao.
Heden Zaterdag herdenkt de
Apost. Vicaris van Curacao Zijne
«oogw. Exc. Mgr. Petrus Inno-
centius Verriet den dag, waarop
hij voor veertig jaren in de
Kloosterkerk te Huissen zijn pro
fessie deed in de Orde van St.
Dominicus: een blijde gedenkdag
niet alleen voor Monseigneur
zelf, maar ook voor de geheele
Curacaosche missie, voor zijn
familieleden en vrienden in Ne
derland, vooral in Limburg, waar
als wij 't zoo zeggen mogen,
Monseigneur geboren en geto
gen is.
Mgr. Petrus Innocentius Verriet
werd den 4 November 1880 in
Venray geboren. Zijn ouders wa
ren Mathias Verriet en Petronella
Coopmans.
Al heel vroeg openbaarde zich
bij den jongen Verriet het ver
langen naar het H. Priesterschap
en wat lag er nu meer voor de
hand, dan dat hij zijn gewone
studiën maakte aan het gymnasi
um der Paters Franciscanen te
Venray
Welke gevoelens of idealen
hem er toe dreven, weten we
niet. Maar 23 Sept. 1898 deed
hij te Huissen zijn intrede in de
Orde der Dominicanen. In 1899
werd hij door zijn professie voor
goed met de Orde verbonden en
15 Augustus 1905 in de Kathe
drale kerk te Utrecht door Mgr.
van de Wetering tot priester ge
wijd.
Had de jonge priester mis
schien een oogenblik gedacht
tot de zielzorg te worden ge
roepen, zijn oversten beschikten
anders. Reeds in Septemoer 1906
verliet hij het klooster te Huissen
om zich naar het St. Dominicus-
college ie Nijmegen te begeven,
waar hij tot leeraar was aange
steld. Met alle energie begon de
jonge leeraar zich nu in zijn
nieuwen werkkring in te werken.
Hij zelf schetste deze taak met
de volgende woorden: „Geen
schooner en verhevener werk dan
zijn krachten en talenten te wij
den aan de opleiding van jeug
dige levieten, die geroepen zijn
om zelf eenmaal door woord en
voorbeeld een licht der wereld
te zijn, om eenmaal als midde
laar te staan in Christus-naam
en met Christus' gezag bekleed,
tusschen God en de menschen".
Niet lang echter mocht pater
Verriet zich aan het onderwijs
geven. Nog geen drie jaren later
werd hij door zijn oversten be
noemd tot missionaris op Cura
cao en met dezelfde blijmoedig
heid en gehoorzaamheid, waarin
hij in 1906 naar Nijmegen kwam
vertrok hij in April 1909 naar de
missie van Curacao, waar hij op
16 Mei door zijn medebroeders
hartelijk werd ontvangen.
In de jaren die nu volgden was
pater Verriet achtereenvolgens
kapelaan te Pietermaai en Otro-
banda, secretaris van den Apos-
tolischen Vicaris Mgr. Vuylsteke
en pastoor te Wespunt en Oran
jestad op Aruba.
In 1919 kwam Pastoor Verriet
op vacantie naar Nederland, waar
een zware beproeving een einde
aar. zijn missie-idealen dreigde
tc maken. Hij werd ernstig ziek,
zoo ziek zelfs, dat een vertrek
naar de missie vrijwel leek uit
gesloten.
Maar pastoor Verriet kon en
wilde zijn verlangen naar zijn
dierbare missie niet opgeven.
Wanneer hij dan niet vooi hon
derd percent zou kunnen werken,
de nog beschikbare krachten wil
de hij in ieder geval aan de
missie geven.
Zoo ging hij in 1920, nauwelijks
hersteld, weer naar Curacao te
rug, waar hij veel, zeer veel in
de volgende jaren tot stand
bracht. Hij werd o.a. de stichter
van den R.K. Volksbond, richtte
de Union op, een weekblad, dat
ras het meest gelezen blad van
Curacao werd. Was daarbij nog
enkele jaren redacteur van de
Amigoe; adviseur van het apos
tolaat ter zee en nam tevens her
haaldelijk zitting in commissies
en besturen.
In 1931 ging pater Verriet voor
de tweede maal naar Nederland,
waar hem ook nu weer een
nieuwe beproeving wachtte. In
November bereikte hem het be
richt, dat Z.H. Paus Pius XI hem
tot titulair-bisschop van Eleuterna
en Apostolisch vicaris van Cura
cao benoemd had en hij dus de
opvolger worden zou van den in
1930 overleden Mgr. Vuylsteke.
Den 6 Januri 1932 werd hij in
de parochiekerk te Venray door
den Aartsbisschop van Utrecht,
Mgr. Janssen, met assistentie van
de Bisschoppen Mg. Hopmans
en Mgr. Diepen tot Bisschop
gewijd.
In April van hetzelfde jaar
ging Mgr. Verriet weer naar zijn
missie terug, waar hij door gees
telijkheid en volk met groote
vreugde en luister ontvangen
werd. Zijn bestuur werd zicht
baar door God gezegend. Hij
stichtte verschillende nieuwe
kerken en zette hiermede het
werk van zijn eminenten voor
ganger voort. Veel deed hij voor
de sociale en geestelijke belangen
van zijn volk. Hij bevorderde o.a.
op bijzondere wijze het katholieke
jeugdwerk, riep vanuit Nederland
de Kruisvaarders van St. Jan
naar Curacao en toen de onder
wijskrachten te kort schoten, vond
hij nieuwe bij de Congregatie
van de Broeders der Christelijke
scholen.
De Nederlandsche regeering
erkende Monseigneur's verdiens
ten, toen zij hem in December
1934 tot Ridder benoemde van
den Ned. Leeuw. Maar behalve
door de waardeering der regee
ring, weet Monsigneur zich tevens
omringd door de dankbare waar
deering en liefde van zijn pries
ters en zijn volk. Een waardee
ring en genegenheid, die zich
vooral in de komende dagen
zal uitspreken nu Monsigneur
zich opmaakt om zijn professie-
feest in de Orde van St. Domi
nicus met een blij en dankbaar
art te vieren.
C.H.L.
L.K.
BESCHREVEN DOOR EEN
TIJDGENOOT.
12
In het laatst der vorige eeuw be
stonden in Venray nog een 6-tal
onderlinge boterfabriekjes, nl. St.
Jan te Merselo, St. Catharina te
Leunen, St. Jozef aan de Heide, St.
Brigida aan het Overbroek, de Een
dracht te Oirlo en St Antonius te
Lull.
Volgens een in 1898 uitgebracht
jaarverslag hadden al deze fabriek
jes te samen 245 leden, met in het
geheel 890 melkgevende koeien,
waarvan in dat jaar 2.336.935 Kg.
melk werden verwerktde hieruit
geproduceerde boter bedroeg 78.576
Kg. De totale opbrengst in geld
was f 82 807.55.
Toch ging het met deze fabriekjes
niet geheel en al naar wensch. De
exploitatie was wegens te weinig
deelneming aan iedere Inrichting te
duur. Waarschijnlijk door minder
goed beheer of door niet voldoende
kennis, en zeker om bovengenoemde
reden, leverden zg naar het oordeel
der leden niet genoeg winsten op,
en in de vergaderingen werd somtijds
geweldig gemopperd, zoodat het
baantje van de meeste directeuren
alles behalve aangenaam was.
Enkele jaren later, toen de land
bouwende bevolking steeds meer het
groote heil der organisatie inzag,
kwam door algemeene samenwerking
en krachtig gesteund door den toen
reeds algemeen bekenden en hoog-
geachten boerenapostel, den heer
Jan Poels, eene groote modern inge
richte Stoomzuivelfabriek tot stand
voor bijna geheel Venray, welke in
1904 gebouwd werd aan den Leun-
schen weg, benevens eene minder
groote, doch eveneens keurig inge
richte fabriek te Oostrum, tenge
volge waarvan de kleine fabriekjes
in de verschillende gehuchten geheel
verdwenen.
Toen brak er een betere tijd aan
voor de boeren. Door een goed en
verstandig bestuur, en vooral door
voorname deskundige leiding, werd
toen de boterbereiding in zoodanige
banen gebracht, dat de resultaten
steeds beter werden, en de Venray-
sche boter, wat kwaliteit betreft, al
spoedig aan de spits stond van de
leveranties bij de Inmiddels opge
richte algemeene Botermijn van den
Boerenbond, en derhalve goed betaald
werd.
Deze twee Venraysche Stoom-
zuivelfabrieken hebben zich dan ook
in; den loop der jaren schitterend
kunnen handhaven, en vooral in den
laatsten tijd door flinke aanpassing
aan de moderne eischen des tijds,
kan men met grond verwachten, dat
hun bestaan als het ware verzekerd
is en wel zal blijven.
In de negentiger jaren kwam in
ons land, en zoo zachtjes aan ook
in Venray, de mechanisatie van het
boerenbedrijf tot stand, wat eene
algemeene verbetering mocht heeten.
De kunstmeststoffen waren toen
reeds in verschillende soorten inden
handel, en niet alleen de bemesting
maar ook de bewerking van het land
geschiedde toen met meer zorg en
goed oordeel, zoodat de opbrengst
van granen en alle veldvruchten
steeds hooger werd.
Allerlei soorten van landbouw
machines kwamen toen in gebruik,
o.a. de zaaimachines, die zooveel
werk uit de hand namen en het zaad
zoo regelmatig over het land ver
spreidden, dat er geen korreltje ver
loren ging, en geen enkel plaatsje
onbenut bleef,
Het zoo vermoeiende maaien van
granen enz., dat vroeger uit de hand
moest geschieden, met behulp van
zeisen en zichten, werd daarop ver
richt door speciale maaimachines,
welke al zeer veel in gebruik zijn.
Het eentonige en vervelende dorschen
van granen met den vlegel, dat als
het ware den geheelen winter vrij
zwaar werk gaf aan de boeren,
werd toen vervangen door de prac-
tische en vernuftige dorschmachnes,
die mede het werk verrichtten van
de vroegere wanmolens en het graan
zoo zuiver maakten van het kaf, dat
het direct gereed was voor den
molenaar.
In het jaar 1899 hebben de dorsch-
machines in Venray voor het eerst
ingang gevonden. Op de Aprilmarkt
van dat jaar werd alhier de aller
eerste breeddorschmachine gedemon
streerd achter het café den Engel,
bg Kobus van den Munckhof. Deze
was aangevoerd door de Fa. Gebr.
van Tienen uit St. Antonis.
Hierbij werd door onze boeren zeer
veel belangstelling betoond, en het
duurde dan ook niet lang of deze
machine werd reeds op een aantal
boerderijen in gebruik genomen.
De beweegkracht voor deze ma
chine was zeer gemakkelijk en be
stond uit een eenveudigen benzine
motor. Toen later de electriciteits-
voorziening meer algemeen werd,
kon men de machine in beweging
brengen door aanschakeling van een
specialen motor aan den electrischen
draad, wat nog veel eenvoudiger was.
Door den Boerenbond werd in dien
tgd enorm druk gewerkt in het be
lang der boeren. Van allerlei coöpe
ratieve vereenigingen op dit gebied
kwamen tot stand, en de boerenstand,
die vroeger gerekend werd tot de
minst ontwikkelde of actieve bevol
king, ging toen algemeen met den
tijd mee, en ze bespeurden al spoedig,
dat de organisatie hen in alle op
zichten voordeel kon aanbrengen.
Door bevoegde geleerden op land
bouwgebied werden overal lezingen
gehouden, waardoor de boeren op de
hoogte kwamen met de allernieuwste
middelen, om meer profijt te trekken
van de boerderij en tevens en vooral
ook van de veefokkerij.
Alle benoodigde artikelen en grond
stoffen voor den landbouw, benevens
veevoeder en meststoffen, werden
toen door inkoopvereenigingen coöpe
ratief aangekocht, en in groote eigen
pakhuizen van den Boerenbond, voor
de leden op de meest voordeelige
wijze beschikbaar gesteld, en de
overal tot stand gekomen Boeren
leenbank bezorgde de middelen voor
het crediet tegen zeer gunstige
voorwaarden.
Behalve eene algemeene eigen
Brandwaarborgmaatschappij voor het
landbouwbedrijf en speciale Hagel-
verzekeringen, werden toen nog op
gericht de zoo gunstig werkende
Onderlinge Vee- en Paardenverzeke-
rlngen, die de boeren beveiligden
tegen eventueele zware verliezen bij
het vee.
In het bijzonder werd toen ook
veel werk gemaakt van de bevorde
ring der Vee- en Paardenfokkerij,
door het coöperatief aankoopen van
puike stieren en kostbare hengsten
van het allerbeste ras, die enkel ten
gebruike kwamen, voor het vee en
de paarden der leden van de speciaal
hiervoor opgerichte vereenigingen.
De zorg voor de gezondheid van
het vee, die vroeger enkel was toe
vertrouwd aan zoogenaamde koe-
meesters, met hunne ouderwetsche
eeuwenoude behandeling, kwam toen
in handen van op dit gebied zeer
kundige dokters.
De eerste Rijksveearts, die in
Venray zijne praktijk uitoefende was
de heer F. A. L. Beel, die zich hier
in korten tijd als zoodanig voor het
onderhoud van den veestapel zoo
verdienstelijk wist te maken, dat de
goede resultaten algemeen erkend
werden.
Toen hjj in 1899 deze gemeente
voor eene hoogere betrekking ging
verlaten, vestigde zich te Venray
Rijks veearts de heer H. J. H.
Sala, die al spoedig bleek ook een
zeer voorname kracht op dit gebied
te zijn, en tijdens zijn nu al 40-jarig
verblijf in de gemeente Venray en
tevens in de omstreken, de veestapel
prachtig heeft verzorgd en heel wat
heeft verbeterd. In het eerste jaar
oefende hij zijne praktijk uit ten
huize van Mej. de Wed. Rutten, aan
het Eind.
kalf- en melkkoeien, 600 ossen en
magere guste koeien, 500 vaarzen,
20 paarden, 45 schapen en 3934 big
gen, alles te samen 8021 stuks.
Destijds waren de paardenmarkten
in Limburg nog zeer gering. O.a. in
Lottum werd toen eenmaal per jaar
eene markt gehouden, waarop spe
ciaal paarden aan de lijn stonden,
waarvan de aanvoer in 1898 onge
veer 240 bedroeg. Er kwamen toen
meest koopers uit Duitschland. Op
die markt werd ook vlas verhandeld;
de prg's hiervan was toen f 1.80 per
5 pond.
Als laatste mededeeling betrekke
lijk de feiten op landbouwgebied
maken we er hier nog even gewag
van, dat in dien tijd in Duitschland,
evenals in het laatste jaar, veel ge
brek schijnt geweest te zijn aan
boerenarbeiders en vrouwelijk land
bouwpersoneel. De industrie nam
toen daar zoo zeer toe, dat er in de
fabrieken veel meer geld te verdie
nen was, dan bij den landbouw.
Hoewel de landbouwmachines toen
al heel wat handwerk konden ver
vangen, toch werd in 1898 door de
boeren van Venray en trouwens in
geheel Limburg en Noordbrabant,
erg geklaagd over gebrek aan werk
volk voor den landbouw, daar toen
van hieruit een enorm aantal per
sonen, zoowel vrouwen als mannen,
naar Duitschland gingen werken,
alwaar zij in het boerenbedrijf tegen
hoog loon gretig werk vonden.
De loonen waren toen in Pruiasen
bijna driemaal zoo hoog als hier, en
als dan die arbeiders voor een enke
len keer eens een bezoek brachten
aan hunne eigen heimath, dan ram
melden zij geducht met de marken
en thalers, en dan lieten ze hier in
de café's eens zien, hoe goed ze in
het groote vaderland het drinken
van bier en Duitsche schnaps geleerd
hadden.
Boerenknechts en meiden waren
toen hier haast niet te krijgen.
Heel lang heeft die toestand ech
ter niet geduurd, en toen de loonen
hier ook zachtjes aan wat gestegen
waren, kwamen de meesten allengs
weer terug en velen waren blij weer
in hun dierbaar Venray te zijn,
alwaar alles heel wat gemoedelijker
ging dan in .,Deutschland über
alles
(Wordt vervolgd). M.
DE ALGEMEENE
TOESTAND.
De veemarkten namen toen in
Venray ook geregeld in aanzien toe.
Door den geregelden aanvoer van
puik vee vonden de kooplieden, tot
zelfs uit ver verwijderde streken
hun weg naar Venray, en er werd
steeds druk gehandeld; echter niet
alleen in vee, want ook de café's in
den omtrek der verschillende markt
terreinen hadden dan een drukken
aanloop.
Volgens eene officieele gemeente
lijke telling waren in het jaar 1898
op de gezamenlijke markten te
Venray in totaal aangevoerd: 2150
Voor het oogenblik maar
op deze drie woorden legge men den
nadruk is Polen verloren. Het
Poolsche volk heeft manmoedig ge
vochten voor zijn onafhankelijkheid,
voor zijn recht en zijn eer, maar het
doodgedrukt tusschen eenerzijda
het overmachtige geweld en ander
zijds door het verraad. De bolsjewis
ten, die zich altijd de beschermers
hebben geheeten van de zwakken der
aarde en laatstelijk zelfs de paladij
nen van de democratie, hebben op
een Judasachtige wijze verraad ge
pleegd aan een arm en bloedend
broedervolk, door zich met diens
vijanden te verstaan en met dezen
den buit te verdeelen.
Een arm, maar fler en geloovig
volk is verkocht en verraden; eens
deels zal het in de naaste toekomst
worden beheerscht door het Nazi
dom, dat de kerken sluit en ander
deels door het bolsjewisme, dat de
kerken al lang vernietigd heeft.
Er is er maar één, wiens triómf
volkomen is in deze tragedie; er is
één. die lacht. Zooals Alphons
Laudy in zijn „Paradijsvloek'' zegt:
,En satan pijpt en pijpt...."
Wat Zondag gebeurde de inval
der Russen in Oost-Polen was
door de meeste toeschouwers van het
nieuwe groote werelddrama voorzien;
ook wij hebben deze interventie als
een te verwachten mogelijkheid in
onze verschenen overzichten aange
duid.
Alles wat de Sovjetregeering voor
haar optreden aanvoerde, is op z'n
Hollandsch gezegd: smoes. Haar op
treden zou eerstens zijn ingegeven
door de snelle militaire successen
der Duitschers; daartegenover staat,
dat de Russen den inval in Polen
reeds dadelijk na het uitbreken der
Duitsch-Poolsche vijandelijkheden zijn
gaan organiseeren. Het heette voorts,
dat de Poolsche staat door de vlucht
van president en regeering zou heb
ben opgehouden te bestaan; waar
heid is, dat president en regeering
op den dag van den Russischen in
val nog op Poolsch gebied resideer
den en dat de militaire situatie voor
de Polen (de weerstand bij Warschau,
herovering van Lodz) verbeterd
was. Ten derde werd voorgegeven
dat de „onderdrukte" Oekraïnsche
en Wit-Russische minderheden in
Polen bescherming behoefden. Daar
tegenover bedenke men, dat Rusland
zelf een staalkaart van volkeren is
en dat de Oekrainers enWit-Russen
in Polen duizendmaal meer vrijheid
bezaten dan hun broeders binnen de
Russische grenzen.
Voor de Polen waren de directe
gevolgen van den Russischen inval
natuurlijk verschrikkelijk. Hun ver
dediging stortte Zondag dan ook vol
komen ineen, de commandant van
Warschau moest den Duitschers om
overgave vragen, althans om onder
handelingen daarover, een overgave,
welke hij daags tevoren nog fier en
krachtig had afgewezen, toen de
Duitschers hem tot de zelve hadden
gesommeerd.
Maandag hebben de Duitsche en,
de Russische troepen elkaar ontmoet
op den overweldigden en bloedenden
Poolschen staat. Hoe deze ontmoe
ting was Aan den eenen kant
de Duitschers met gestrekten arm
„Heil Hitier" roepende en aan den
anderen kant de Russen met gebal
de vuisten, de „Vrijheids" kreet aan
heffende Vreemde bondgenooten
gisteren nog aartsvijanden... Feit
is, dat de Duitschers o.m. in de
streek van Brest Litowsk reeds
door de Oekrainers en Wit-Russen
bewoond Poolsch gebied hebben be
zet en dat de Russen dit gebied zul
len opeischen.
In Londen en Parijs toont men zich
door de gebeurtenissen, welke overi
gens een diepen indruk hebben ge
maakt, niet verrast. Men bestudeert
er de situatie en overweegt de con
sequenties, welke getrokken zullen
moeten worden.
De meest voor de hand liggende
consequentie zou natuurlijk zijn, dat
Engeland en Frankrijk aan Rusland
den oorlog verklaarden, omdat dit
land Polen heeft aangevallen. Maar
zulke daad zou de overwinning in
den oorlog in gevaar brengen. Blijken
Frankrgk en Engeland in staat om
Duitschland te overwinnen, dan... is
de afrekening met Rusland een
kwestie van tijd. Waarschijnlijk zal
men te Londen en Parijs daarom
voor het oogenblik de verhouding
met de Russen niet willen toespitsen
en tot de conclusie geniegd zijn:
goed, bewaren jullie zoolang die
Poolsche provincies, welke anders
tóch in Duitsche handen zouden zijn
gevallen
Aan het Oostfront zoo kan men
aannemen is de oorlog voorloopig
geëindigd. We zeggen: voorloopig,
want het is niet te zeggen, wat de
Russen nog meer in hun schild voe
ren. In Lilauen en Roemenië voelt
men zich ten zeerste ongerust; de
regeeringen zgn daar permanent in
beraad. Zullen de Russen een poging
ondernemen om hun oude grenzen in
Europa te herstellen, m.a.w. zullen
ze ook de randstaten (Litauen, Est
land, Letland en Finland) aanvallen
en Bessarabië op de Roemenen trach
ten te veroveren Daartoe bestaan
twee aanwijzingen:
Ten eerste: de Russen doen alles
om de nieuwe vriendschap met de
Duitschers te behouden. Zondag
gaven ze hun bolsjewistischen zegen
aan den Duitschen vazalstaat Slo-
wakijë, dien ze de jure en de facto
erkenden en met welken ze de diplo
matieke betrekkingen zeiden te wil
len openen! (Aan het hoofd van
Slowakgë staat n.b. een katholieke
prelaat
Ten tweede: de Russen hebben Za
terdag op snelle wijze hun geschil
len met de Japanneezen geliquideerd
door te bewilligen in een grenscom-
missie, welke de definitieve grenzen
tusschen Mandsjoekwo, Siberië en
Buitenmongolië zal vaststellen.
De Russen verrieden daarmee de
Chineezen aan Japan, zooals ze de
Polen aan Duitschland hebben ver
raden. Dit dubbel verraad aan twee
imperialistische mogendheden kan
moeilijk een ander doel hebben dan
eigen imperialistische oogmerken te
dienen.
Het is dus zeer goed mogelijk, dat
de Russen zich zelf zullen verwik
kelen in oorlogen met kleine omrin
gende landen, maar zeker is het
daarnevens, dat zij Duitschland geen
directen steun zullen verleenen in
diens strijd met Frankrijk en Enge
land.
Hoe het verloop van dezen laaf sten
oorlog zal zijn, hangt voor een groot
deel af van de zeer belangrijke vraag,
wat Italië zal doen.
Dat Italië in den oorlog zal wor
den betrokken, vroeg of laat, staat
vrijwel vast. Italië kan twee wegen
gaan.
Nu Polen Is vernietigd en de Rus-
.n aan het „nemen" zijn gegaan
kan Mussolini vreezen dat Duitsch
land en Rusland zij het als tegen
gestelde grootmachten Europa
straks zullen overheerschen en den
oorlogsbuit zullen deelen. Door zich
bg de aanvallers der Europeesche
democratiën tijdig aan te sluiten, kan
Mus3oHni zich mede van een deel
van den buit trachten te verzekeren,
Tunis, Corsica. Nice, Dzjiboeti.
Maar hij kan als in 1915 ook
een accoord nastreven met de Wes
tersche democratiën. Ook zulk een
accoord zou den Italianen „buit" op
leveren.
Het is zeker, dat het huidige
Russische optreden in Italië een
geweldigen indruk heeft gemaakt.
Als Mussolini en zijn raadsmannen
nog eenige waarde hechten aan hét
behoud van de Latijnsche cultuur
in Europa en aan de waarde van
het christendom, dan zullen zij het
met huivering constateeren, dat ons
oude werelddeel overweldigd dreigt
te worden door een germaansch
heidendom en Slavisch atheïsme.
Er zijn teekenen, dat de fascisti
sche machthebbers in Romeniet'met
volslagen blindheid zijn behebt. Er
is een drukke diplomatieke activiteit
tusschen Rome, Parijs en Londen.
Merkwaardig ook zijn sommige
Italiaansche persuitlatiDgen.
Zoo besluit de „Regime Fascista"
welker algemeene „extreem fascis
tische" tendenz bekend is, in de vol
gende bewoordingen een lang cor
respondentenartikel over de vorming
van het „oorlogsministerie" van Da
ladier:
„Op het oogenblik waarop de mi
litaire en de diplomatieke actie van
Frankrgk uiteraard nauw verbonden
zgn, heeft Daladier het besluit der
regeering te kennen willen geven,
om Frankrijk te leiden naar de al-
geheele overwinning".
Het facistische orgaan wenscht
Daladier geluk met „zijn groot on
derscheidingsvermogen" en wijdt zeer
waardeerende paragraphen aan de
nieuwe kabinetsministers.
Men moet ook niet den grooten
indirecten invloed onderschatten, die
het Vaticaan op de Italiaansche re
geering kan en zal laten gelden. Het
Vaticaan zal voor het christendom
in het algemeen en voor de Katho
lieke Kerk in het bizonder niets dan
groot nadeel kunnen verwachten van
een Duitsch Russische overheer-
sching in Europa.
Mussolini zal tenslotte ook moeten
rekenen met de volkssententie. Bij
een wekenlange reis dwars door Ita
lië, in dit voorjaar gemaakt, hebben
we den onomstootelijken indruk be
komen, dat het Italiaansche volk, on
danks alles wat van bovenaf gesug
gereerd werd, een cordialen geest
van vriendschap tot de Franschen
koestert en een natuurlijken afkeer
bezit van de karakterkwaliteiten der
Duitschers, die in datzelfde voorjaar
1 lv
p den 10-den April varn(
i jaar 1867 meldde zicC.
I vrijwilliger Van HeutsSr
het instructie-bataljoijn
Kampen dezelfde!}
Heutsz, die in de negentiger jarig
Atjeh het Nederlandsche gezag vefo
en die van 1904 tot 1909 als gouvetfc
generaal de volledige onderwerpiifo
stand bracht van den Indiai,
Archipel.
Een geweldige taak heeft van Kin
volbracht. Van Heutsz enfcc
mannen! Want ook een Van Bae
had het groote werk niet tot f
gebracht zonder den moed en de foe
zettingskracht van het KoniiN
Nederlandsoh-Indisch leger! j,
De tijd van veldtochten en ooittje
echter behoort in Indië tot hetjoc
leden. Indië is rustig geworden. f
wel op een zéér roemrijke trim
mogen onze Indische soldaten
die U zoo dikwijls heeft gezien ir.;al
mooie, groene uniform, met de i<fi
cape over den schouder of denfi
als zij op het punt staan
Een klasse rukt uit
Indië te vertrekken.
Ons volk is altijd rijk
geweest aan mannen
met energie en onder
nemingslust, die in
verre landen de wilder
nis introkken en een
wereldrijk voor het Moe
derland veroverden. De
tijden van deze pioniers
zijn nu voorbij. Indië is
geen wildernis meer,
maar een rijk land met
een groote beschaving,
met belangrijke indu
strieën, met tallooze
lagere en hoogere scho
len, met honderden ker
ken, overal verspreid,
met hospitalen en specialisten,
namen tot zelfs in de wetensdh
lijke kringen hier te lande een
bekenden klank hebben. Het
rijkgezegend land, ons sprookjesa
mooie Insulinde!
Een Hollandsche jongen, met he
op de rechte plaats, is er trots
hl]
Co onii
gre
iets voor zijn land, iets voor Gi-nei
Nederland, iets voor ons Ind
mogen doen. Het zijn steeds
flinke mannen, die aan de roej
van het Vaderland gehoor geven
is altijd zoo geweest. Dat is nóg
óók in onze dagen. Wij hebben
deugdelijk bemerkt bij een bezoel;
wij brachten aan de Koloniale Re
te Nijmegen.
Wat anderen ervan zeggen -
idealisme is niet dood in ons
Maar wanneer wij in Nijmegen
veel fiksche jongemannen bijeen
dan danken wij dit ongetwijfeld
het feit, dat naast de ideëele-l
ven ook zooveel practische ra
pleiten voor de dienstneming
Koninklijk N ederla ndsch-Ind isch I
Het is, intusschen, in het gehee
zóó, dat iedere jongeman, die d
als soldaat naar Indië kan gas
de gegadigden voor het Koni
Nederlandsch-Indisch Leger wan!
genwoordig een strenge selectis
gepast: in het belang van onze!
macht in de tropen èn in het
van de Nederlandsche jongei
zélf, Indië is niet meer zoo
vroeger, maar toch nog tè vb dat
dat de verantwoordelijke autatt De
er niet alles aan zouden do« kd
teleurstellingen wanneer ms
maal in Indië is volkomen taü"
sluiten. Daarom worden de jon
ma3sabezoeken aflegden bij hun as-
genoten, maar daarbij de allures van uit d
overheerschers aannamen.
Mussolini heeft van het Duitsch- Uek
Poolsche conflict ^niets zóózeer ge
vreesd als de inmenging van Rus
land, welke thans 'een feit is. Het
anti-bolsjewistische karakter van het Eui
Italiaansche facisme is altg'd véél
toor
l It£
zal
iIsc:
Stal
igen.
echter geweest dan dat van het N s
Duitsche nationaal-socialisme. Jfratiëi
Vooral uit anti-bolsjewistische over 1
wegingen heeft Mussolini, naar acbpfea
teraf mag worden aangenomen, di
ook alles gedaan om het Duitsch-
Poolsche conflict te voorkomen, ei
toen het eenmaal was uitgebrokei
heeft hij nog krachtig geijverd omj
het uit de wereld te helpen.
Het is algemeen bekend, dat juistl
voor deze week een krachtig vredes-
initiatiéf vanuit Rome mocht wordeD
verwacht, een initiatief, waarvoor
de Duce de instemming had ver
worven van de eveneens sterk anti-
bolsjewistische Japansche regeering.
Van die instemming en van de
gronden waarop het initiatief steun
de deed de nieuwe Japansche
minister-president generaal Ab<
blijken in een officieele verklaring
zeggende
„De Europeesche oorlog is
gebroken tengevolge van een vel
keerde berekening van Hitlö
Daarom zou Hitier het voorbeeH
van Bismarck kunnen volgen
zijn troepen terugtrekken uit Pol
op voorwaarde, dat Danzig
het rijk zou terugkeeren".
Het initiatief, dat Mussolini dc
week wilde nemen, is getorped*
door het Russische optreden.
Polen is geen weg-terug meer voor
de Duitschers.