Het V 0 Mgr. Petrus Inno- centius Verriet O.P. VENRAY IN HET VERLEDEN. Buitenland. en onze moedi V Jh ons land en de eer van ieder uwer verbiedt ons, na onzen roemrijken strijd ons over te geven. Wij moeten on3 een weg banen en wij zullen dit doen De soldaten kregen hun Ijzeren noodrantsoen: beschuiten en conser ven voor vijf dagen. De uitval begon en, zooals niet anders viel te ver wachten, mislukte. De Oostenrijkers vielen bij duizenden, maar ook de Russen telden 30.000 dooden. De over winnende Russen lieten alle vesting werken en gebouwen in de lucht spriDgen. Het vernietigingswerk was zóó geweldig, dat men van de „hel van Przemysl" sprak. De krijgs gevangenen werden naar Siberië ge bracht, de burgerbevolking leed on draaglijke kwellingen. De oorlogswTaak kwam spoedig. De Russen lagen langer vóór dan in de stad. Twee maanden na de over gave heroverden de Oostenrijkers de veste. Zg waren ondersteund door Beiersche contingenten. De aanval begon op 28 Mei en reeds 5 Juni kon den de centralen Przemysl opnieuw binnenrukken. Er had zich daar in een half jaar een heldenstrgd afge speeld, die ir> den wereldoorlog niet vaak zijn gelijke heeft gehad. En thans is de „villa martyre" wederom een aanvals- en verdedi gingspunt. Nog geen 25 jaar sinds dien Apostolisch vicaris van Curacao. Heden Zaterdag herdenkt de Apost. Vicaris van Curacao Zijne «oogw. Exc. Mgr. Petrus Inno- centius Verriet den dag, waarop hij voor veertig jaren in de Kloosterkerk te Huissen zijn pro fessie deed in de Orde van St. Dominicus: een blijde gedenkdag niet alleen voor Monseigneur zelf, maar ook voor de geheele Curacaosche missie, voor zijn familieleden en vrienden in Ne derland, vooral in Limburg, waar als wij 't zoo zeggen mogen, Monseigneur geboren en geto gen is. Mgr. Petrus Innocentius Verriet werd den 4 November 1880 in Venray geboren. Zijn ouders wa ren Mathias Verriet en Petronella Coopmans. Al heel vroeg openbaarde zich bij den jongen Verriet het ver langen naar het H. Priesterschap en wat lag er nu meer voor de hand, dan dat hij zijn gewone studiën maakte aan het gymnasi um der Paters Franciscanen te Venray Welke gevoelens of idealen hem er toe dreven, weten we niet. Maar 23 Sept. 1898 deed hij te Huissen zijn intrede in de Orde der Dominicanen. In 1899 werd hij door zijn professie voor goed met de Orde verbonden en 15 Augustus 1905 in de Kathe drale kerk te Utrecht door Mgr. van de Wetering tot priester ge wijd. Had de jonge priester mis schien een oogenblik gedacht tot de zielzorg te worden ge roepen, zijn oversten beschikten anders. Reeds in Septemoer 1906 verliet hij het klooster te Huissen om zich naar het St. Dominicus- college ie Nijmegen te begeven, waar hij tot leeraar was aange steld. Met alle energie begon de jonge leeraar zich nu in zijn nieuwen werkkring in te werken. Hij zelf schetste deze taak met de volgende woorden: „Geen schooner en verhevener werk dan zijn krachten en talenten te wij den aan de opleiding van jeug dige levieten, die geroepen zijn om zelf eenmaal door woord en voorbeeld een licht der wereld te zijn, om eenmaal als midde laar te staan in Christus-naam en met Christus' gezag bekleed, tusschen God en de menschen". Niet lang echter mocht pater Verriet zich aan het onderwijs geven. Nog geen drie jaren later werd hij door zijn oversten be noemd tot missionaris op Cura cao en met dezelfde blijmoedig heid en gehoorzaamheid, waarin hij in 1906 naar Nijmegen kwam vertrok hij in April 1909 naar de missie van Curacao, waar hij op 16 Mei door zijn medebroeders hartelijk werd ontvangen. In de jaren die nu volgden was pater Verriet achtereenvolgens kapelaan te Pietermaai en Otro- banda, secretaris van den Apos- tolischen Vicaris Mgr. Vuylsteke en pastoor te Wespunt en Oran jestad op Aruba. In 1919 kwam Pastoor Verriet op vacantie naar Nederland, waar een zware beproeving een einde aar. zijn missie-idealen dreigde tc maken. Hij werd ernstig ziek, zoo ziek zelfs, dat een vertrek naar de missie vrijwel leek uit gesloten. Maar pastoor Verriet kon en wilde zijn verlangen naar zijn dierbare missie niet opgeven. Wanneer hij dan niet vooi hon derd percent zou kunnen werken, de nog beschikbare krachten wil de hij in ieder geval aan de missie geven. Zoo ging hij in 1920, nauwelijks hersteld, weer naar Curacao te rug, waar hij veel, zeer veel in de volgende jaren tot stand bracht. Hij werd o.a. de stichter van den R.K. Volksbond, richtte de Union op, een weekblad, dat ras het meest gelezen blad van Curacao werd. Was daarbij nog enkele jaren redacteur van de Amigoe; adviseur van het apos tolaat ter zee en nam tevens her haaldelijk zitting in commissies en besturen. In 1931 ging pater Verriet voor de tweede maal naar Nederland, waar hem ook nu weer een nieuwe beproeving wachtte. In November bereikte hem het be richt, dat Z.H. Paus Pius XI hem tot titulair-bisschop van Eleuterna en Apostolisch vicaris van Cura cao benoemd had en hij dus de opvolger worden zou van den in 1930 overleden Mgr. Vuylsteke. Den 6 Januri 1932 werd hij in de parochiekerk te Venray door den Aartsbisschop van Utrecht, Mgr. Janssen, met assistentie van de Bisschoppen Mg. Hopmans en Mgr. Diepen tot Bisschop gewijd. In April van hetzelfde jaar ging Mgr. Verriet weer naar zijn missie terug, waar hij door gees telijkheid en volk met groote vreugde en luister ontvangen werd. Zijn bestuur werd zicht baar door God gezegend. Hij stichtte verschillende nieuwe kerken en zette hiermede het werk van zijn eminenten voor ganger voort. Veel deed hij voor de sociale en geestelijke belangen van zijn volk. Hij bevorderde o.a. op bijzondere wijze het katholieke jeugdwerk, riep vanuit Nederland de Kruisvaarders van St. Jan naar Curacao en toen de onder wijskrachten te kort schoten, vond hij nieuwe bij de Congregatie van de Broeders der Christelijke scholen. De Nederlandsche regeering erkende Monseigneur's verdiens ten, toen zij hem in December 1934 tot Ridder benoemde van den Ned. Leeuw. Maar behalve door de waardeering der regee ring, weet Monsigneur zich tevens omringd door de dankbare waar deering en liefde van zijn pries ters en zijn volk. Een waardee ring en genegenheid, die zich vooral in de komende dagen zal uitspreken nu Monsigneur zich opmaakt om zijn professie- feest in de Orde van St. Domi nicus met een blij en dankbaar art te vieren. C.H.L. L.K. BESCHREVEN DOOR EEN TIJDGENOOT. 12 In het laatst der vorige eeuw be stonden in Venray nog een 6-tal onderlinge boterfabriekjes, nl. St. Jan te Merselo, St. Catharina te Leunen, St. Jozef aan de Heide, St. Brigida aan het Overbroek, de Een dracht te Oirlo en St Antonius te Lull. Volgens een in 1898 uitgebracht jaarverslag hadden al deze fabriek jes te samen 245 leden, met in het geheel 890 melkgevende koeien, waarvan in dat jaar 2.336.935 Kg. melk werden verwerktde hieruit geproduceerde boter bedroeg 78.576 Kg. De totale opbrengst in geld was f 82 807.55. Toch ging het met deze fabriekjes niet geheel en al naar wensch. De exploitatie was wegens te weinig deelneming aan iedere Inrichting te duur. Waarschijnlijk door minder goed beheer of door niet voldoende kennis, en zeker om bovengenoemde reden, leverden zg naar het oordeel der leden niet genoeg winsten op, en in de vergaderingen werd somtijds geweldig gemopperd, zoodat het baantje van de meeste directeuren alles behalve aangenaam was. Enkele jaren later, toen de land bouwende bevolking steeds meer het groote heil der organisatie inzag, kwam door algemeene samenwerking en krachtig gesteund door den toen reeds algemeen bekenden en hoog- geachten boerenapostel, den heer Jan Poels, eene groote modern inge richte Stoomzuivelfabriek tot stand voor bijna geheel Venray, welke in 1904 gebouwd werd aan den Leun- schen weg, benevens eene minder groote, doch eveneens keurig inge richte fabriek te Oostrum, tenge volge waarvan de kleine fabriekjes in de verschillende gehuchten geheel verdwenen. Toen brak er een betere tijd aan voor de boeren. Door een goed en verstandig bestuur, en vooral door voorname deskundige leiding, werd toen de boterbereiding in zoodanige banen gebracht, dat de resultaten steeds beter werden, en de Venray- sche boter, wat kwaliteit betreft, al spoedig aan de spits stond van de leveranties bij de Inmiddels opge richte algemeene Botermijn van den Boerenbond, en derhalve goed betaald werd. Deze twee Venraysche Stoom- zuivelfabrieken hebben zich dan ook in; den loop der jaren schitterend kunnen handhaven, en vooral in den laatsten tijd door flinke aanpassing aan de moderne eischen des tijds, kan men met grond verwachten, dat hun bestaan als het ware verzekerd is en wel zal blijven. In de negentiger jaren kwam in ons land, en zoo zachtjes aan ook in Venray, de mechanisatie van het boerenbedrijf tot stand, wat eene algemeene verbetering mocht heeten. De kunstmeststoffen waren toen reeds in verschillende soorten inden handel, en niet alleen de bemesting maar ook de bewerking van het land geschiedde toen met meer zorg en goed oordeel, zoodat de opbrengst van granen en alle veldvruchten steeds hooger werd. Allerlei soorten van landbouw machines kwamen toen in gebruik, o.a. de zaaimachines, die zooveel werk uit de hand namen en het zaad zoo regelmatig over het land ver spreidden, dat er geen korreltje ver loren ging, en geen enkel plaatsje onbenut bleef, Het zoo vermoeiende maaien van granen enz., dat vroeger uit de hand moest geschieden, met behulp van zeisen en zichten, werd daarop ver richt door speciale maaimachines, welke al zeer veel in gebruik zijn. Het eentonige en vervelende dorschen van granen met den vlegel, dat als het ware den geheelen winter vrij zwaar werk gaf aan de boeren, werd toen vervangen door de prac- tische en vernuftige dorschmachnes, die mede het werk verrichtten van de vroegere wanmolens en het graan zoo zuiver maakten van het kaf, dat het direct gereed was voor den molenaar. In het jaar 1899 hebben de dorsch- machines in Venray voor het eerst ingang gevonden. Op de Aprilmarkt van dat jaar werd alhier de aller eerste breeddorschmachine gedemon streerd achter het café den Engel, bg Kobus van den Munckhof. Deze was aangevoerd door de Fa. Gebr. van Tienen uit St. Antonis. Hierbij werd door onze boeren zeer veel belangstelling betoond, en het duurde dan ook niet lang of deze machine werd reeds op een aantal boerderijen in gebruik genomen. De beweegkracht voor deze ma chine was zeer gemakkelijk en be stond uit een eenveudigen benzine motor. Toen later de electriciteits- voorziening meer algemeen werd, kon men de machine in beweging brengen door aanschakeling van een specialen motor aan den electrischen draad, wat nog veel eenvoudiger was. Door den Boerenbond werd in dien tgd enorm druk gewerkt in het be lang der boeren. Van allerlei coöpe ratieve vereenigingen op dit gebied kwamen tot stand, en de boerenstand, die vroeger gerekend werd tot de minst ontwikkelde of actieve bevol king, ging toen algemeen met den tijd mee, en ze bespeurden al spoedig, dat de organisatie hen in alle op zichten voordeel kon aanbrengen. Door bevoegde geleerden op land bouwgebied werden overal lezingen gehouden, waardoor de boeren op de hoogte kwamen met de allernieuwste middelen, om meer profijt te trekken van de boerderij en tevens en vooral ook van de veefokkerij. Alle benoodigde artikelen en grond stoffen voor den landbouw, benevens veevoeder en meststoffen, werden toen door inkoopvereenigingen coöpe ratief aangekocht, en in groote eigen pakhuizen van den Boerenbond, voor de leden op de meest voordeelige wijze beschikbaar gesteld, en de overal tot stand gekomen Boeren leenbank bezorgde de middelen voor het crediet tegen zeer gunstige voorwaarden. Behalve eene algemeene eigen Brandwaarborgmaatschappij voor het landbouwbedrijf en speciale Hagel- verzekeringen, werden toen nog op gericht de zoo gunstig werkende Onderlinge Vee- en Paardenverzeke- rlngen, die de boeren beveiligden tegen eventueele zware verliezen bij het vee. In het bijzonder werd toen ook veel werk gemaakt van de bevorde ring der Vee- en Paardenfokkerij, door het coöperatief aankoopen van puike stieren en kostbare hengsten van het allerbeste ras, die enkel ten gebruike kwamen, voor het vee en de paarden der leden van de speciaal hiervoor opgerichte vereenigingen. De zorg voor de gezondheid van het vee, die vroeger enkel was toe vertrouwd aan zoogenaamde koe- meesters, met hunne ouderwetsche eeuwenoude behandeling, kwam toen in handen van op dit gebied zeer kundige dokters. De eerste Rijksveearts, die in Venray zijne praktijk uitoefende was de heer F. A. L. Beel, die zich hier in korten tijd als zoodanig voor het onderhoud van den veestapel zoo verdienstelijk wist te maken, dat de goede resultaten algemeen erkend werden. Toen hjj in 1899 deze gemeente voor eene hoogere betrekking ging verlaten, vestigde zich te Venray Rijks veearts de heer H. J. H. Sala, die al spoedig bleek ook een zeer voorname kracht op dit gebied te zijn, en tijdens zijn nu al 40-jarig verblijf in de gemeente Venray en tevens in de omstreken, de veestapel prachtig heeft verzorgd en heel wat heeft verbeterd. In het eerste jaar oefende hij zijne praktijk uit ten huize van Mej. de Wed. Rutten, aan het Eind. kalf- en melkkoeien, 600 ossen en magere guste koeien, 500 vaarzen, 20 paarden, 45 schapen en 3934 big gen, alles te samen 8021 stuks. Destijds waren de paardenmarkten in Limburg nog zeer gering. O.a. in Lottum werd toen eenmaal per jaar eene markt gehouden, waarop spe ciaal paarden aan de lijn stonden, waarvan de aanvoer in 1898 onge veer 240 bedroeg. Er kwamen toen meest koopers uit Duitschland. Op die markt werd ook vlas verhandeld; de prg's hiervan was toen f 1.80 per 5 pond. Als laatste mededeeling betrekke lijk de feiten op landbouwgebied maken we er hier nog even gewag van, dat in dien tijd in Duitschland, evenals in het laatste jaar, veel ge brek schijnt geweest te zijn aan boerenarbeiders en vrouwelijk land bouwpersoneel. De industrie nam toen daar zoo zeer toe, dat er in de fabrieken veel meer geld te verdie nen was, dan bij den landbouw. Hoewel de landbouwmachines toen al heel wat handwerk konden ver vangen, toch werd in 1898 door de boeren van Venray en trouwens in geheel Limburg en Noordbrabant, erg geklaagd over gebrek aan werk volk voor den landbouw, daar toen van hieruit een enorm aantal per sonen, zoowel vrouwen als mannen, naar Duitschland gingen werken, alwaar zij in het boerenbedrijf tegen hoog loon gretig werk vonden. De loonen waren toen in Pruiasen bijna driemaal zoo hoog als hier, en als dan die arbeiders voor een enke len keer eens een bezoek brachten aan hunne eigen heimath, dan ram melden zij geducht met de marken en thalers, en dan lieten ze hier in de café's eens zien, hoe goed ze in het groote vaderland het drinken van bier en Duitsche schnaps geleerd hadden. Boerenknechts en meiden waren toen hier haast niet te krijgen. Heel lang heeft die toestand ech ter niet geduurd, en toen de loonen hier ook zachtjes aan wat gestegen waren, kwamen de meesten allengs weer terug en velen waren blij weer in hun dierbaar Venray te zijn, alwaar alles heel wat gemoedelijker ging dan in .,Deutschland über alles (Wordt vervolgd). M. DE ALGEMEENE TOESTAND. De veemarkten namen toen in Venray ook geregeld in aanzien toe. Door den geregelden aanvoer van puik vee vonden de kooplieden, tot zelfs uit ver verwijderde streken hun weg naar Venray, en er werd steeds druk gehandeld; echter niet alleen in vee, want ook de café's in den omtrek der verschillende markt terreinen hadden dan een drukken aanloop. Volgens eene officieele gemeente lijke telling waren in het jaar 1898 op de gezamenlijke markten te Venray in totaal aangevoerd: 2150 Voor het oogenblik maar op deze drie woorden legge men den nadruk is Polen verloren. Het Poolsche volk heeft manmoedig ge vochten voor zijn onafhankelijkheid, voor zijn recht en zijn eer, maar het doodgedrukt tusschen eenerzijda het overmachtige geweld en ander zijds door het verraad. De bolsjewis ten, die zich altijd de beschermers hebben geheeten van de zwakken der aarde en laatstelijk zelfs de paladij nen van de democratie, hebben op een Judasachtige wijze verraad ge pleegd aan een arm en bloedend broedervolk, door zich met diens vijanden te verstaan en met dezen den buit te verdeelen. Een arm, maar fler en geloovig volk is verkocht en verraden; eens deels zal het in de naaste toekomst worden beheerscht door het Nazi dom, dat de kerken sluit en ander deels door het bolsjewisme, dat de kerken al lang vernietigd heeft. Er is er maar één, wiens triómf volkomen is in deze tragedie; er is één. die lacht. Zooals Alphons Laudy in zijn „Paradijsvloek'' zegt: ,En satan pijpt en pijpt...." Wat Zondag gebeurde de inval der Russen in Oost-Polen was door de meeste toeschouwers van het nieuwe groote werelddrama voorzien; ook wij hebben deze interventie als een te verwachten mogelijkheid in onze verschenen overzichten aange duid. Alles wat de Sovjetregeering voor haar optreden aanvoerde, is op z'n Hollandsch gezegd: smoes. Haar op treden zou eerstens zijn ingegeven door de snelle militaire successen der Duitschers; daartegenover staat, dat de Russen den inval in Polen reeds dadelijk na het uitbreken der Duitsch-Poolsche vijandelijkheden zijn gaan organiseeren. Het heette voorts, dat de Poolsche staat door de vlucht van president en regeering zou heb ben opgehouden te bestaan; waar heid is, dat president en regeering op den dag van den Russischen in val nog op Poolsch gebied resideer den en dat de militaire situatie voor de Polen (de weerstand bij Warschau, herovering van Lodz) verbeterd was. Ten derde werd voorgegeven dat de „onderdrukte" Oekraïnsche en Wit-Russische minderheden in Polen bescherming behoefden. Daar tegenover bedenke men, dat Rusland zelf een staalkaart van volkeren is en dat de Oekrainers enWit-Russen in Polen duizendmaal meer vrijheid bezaten dan hun broeders binnen de Russische grenzen. Voor de Polen waren de directe gevolgen van den Russischen inval natuurlijk verschrikkelijk. Hun ver dediging stortte Zondag dan ook vol komen ineen, de commandant van Warschau moest den Duitschers om overgave vragen, althans om onder handelingen daarover, een overgave, welke hij daags tevoren nog fier en krachtig had afgewezen, toen de Duitschers hem tot de zelve hadden gesommeerd. Maandag hebben de Duitsche en, de Russische troepen elkaar ontmoet op den overweldigden en bloedenden Poolschen staat. Hoe deze ontmoe ting was Aan den eenen kant de Duitschers met gestrekten arm „Heil Hitier" roepende en aan den anderen kant de Russen met gebal de vuisten, de „Vrijheids" kreet aan heffende Vreemde bondgenooten gisteren nog aartsvijanden... Feit is, dat de Duitschers o.m. in de streek van Brest Litowsk reeds door de Oekrainers en Wit-Russen bewoond Poolsch gebied hebben be zet en dat de Russen dit gebied zul len opeischen. In Londen en Parijs toont men zich door de gebeurtenissen, welke overi gens een diepen indruk hebben ge maakt, niet verrast. Men bestudeert er de situatie en overweegt de con sequenties, welke getrokken zullen moeten worden. De meest voor de hand liggende consequentie zou natuurlijk zijn, dat Engeland en Frankrijk aan Rusland den oorlog verklaarden, omdat dit land Polen heeft aangevallen. Maar zulke daad zou de overwinning in den oorlog in gevaar brengen. Blijken Frankrgk en Engeland in staat om Duitschland te overwinnen, dan... is de afrekening met Rusland een kwestie van tijd. Waarschijnlijk zal men te Londen en Parijs daarom voor het oogenblik de verhouding met de Russen niet willen toespitsen en tot de conclusie geniegd zijn: goed, bewaren jullie zoolang die Poolsche provincies, welke anders tóch in Duitsche handen zouden zijn gevallen Aan het Oostfront zoo kan men aannemen is de oorlog voorloopig geëindigd. We zeggen: voorloopig, want het is niet te zeggen, wat de Russen nog meer in hun schild voe ren. In Lilauen en Roemenië voelt men zich ten zeerste ongerust; de regeeringen zgn daar permanent in beraad. Zullen de Russen een poging ondernemen om hun oude grenzen in Europa te herstellen, m.a.w. zullen ze ook de randstaten (Litauen, Est land, Letland en Finland) aanvallen en Bessarabië op de Roemenen trach ten te veroveren Daartoe bestaan twee aanwijzingen: Ten eerste: de Russen doen alles om de nieuwe vriendschap met de Duitschers te behouden. Zondag gaven ze hun bolsjewistischen zegen aan den Duitschen vazalstaat Slo- wakijë, dien ze de jure en de facto erkenden en met welken ze de diplo matieke betrekkingen zeiden te wil len openen! (Aan het hoofd van Slowakgë staat n.b. een katholieke prelaat Ten tweede: de Russen hebben Za terdag op snelle wijze hun geschil len met de Japanneezen geliquideerd door te bewilligen in een grenscom- missie, welke de definitieve grenzen tusschen Mandsjoekwo, Siberië en Buitenmongolië zal vaststellen. De Russen verrieden daarmee de Chineezen aan Japan, zooals ze de Polen aan Duitschland hebben ver raden. Dit dubbel verraad aan twee imperialistische mogendheden kan moeilijk een ander doel hebben dan eigen imperialistische oogmerken te dienen. Het is dus zeer goed mogelijk, dat de Russen zich zelf zullen verwik kelen in oorlogen met kleine omrin gende landen, maar zeker is het daarnevens, dat zij Duitschland geen directen steun zullen verleenen in diens strijd met Frankrijk en Enge land. Hoe het verloop van dezen laaf sten oorlog zal zijn, hangt voor een groot deel af van de zeer belangrijke vraag, wat Italië zal doen. Dat Italië in den oorlog zal wor den betrokken, vroeg of laat, staat vrijwel vast. Italië kan twee wegen gaan. Nu Polen Is vernietigd en de Rus- .n aan het „nemen" zijn gegaan kan Mussolini vreezen dat Duitsch land en Rusland zij het als tegen gestelde grootmachten Europa straks zullen overheerschen en den oorlogsbuit zullen deelen. Door zich bg de aanvallers der Europeesche democratiën tijdig aan te sluiten, kan Mus3oHni zich mede van een deel van den buit trachten te verzekeren, Tunis, Corsica. Nice, Dzjiboeti. Maar hij kan als in 1915 ook een accoord nastreven met de Wes tersche democratiën. Ook zulk een accoord zou den Italianen „buit" op leveren. Het is zeker, dat het huidige Russische optreden in Italië een geweldigen indruk heeft gemaakt. Als Mussolini en zijn raadsmannen nog eenige waarde hechten aan hét behoud van de Latijnsche cultuur in Europa en aan de waarde van het christendom, dan zullen zij het met huivering constateeren, dat ons oude werelddeel overweldigd dreigt te worden door een germaansch heidendom en Slavisch atheïsme. Er zijn teekenen, dat de fascisti sche machthebbers in Romeniet'met volslagen blindheid zijn behebt. Er is een drukke diplomatieke activiteit tusschen Rome, Parijs en Londen. Merkwaardig ook zijn sommige Italiaansche persuitlatiDgen. Zoo besluit de „Regime Fascista" welker algemeene „extreem fascis tische" tendenz bekend is, in de vol gende bewoordingen een lang cor respondentenartikel over de vorming van het „oorlogsministerie" van Da ladier: „Op het oogenblik waarop de mi litaire en de diplomatieke actie van Frankrgk uiteraard nauw verbonden zgn, heeft Daladier het besluit der regeering te kennen willen geven, om Frankrijk te leiden naar de al- geheele overwinning". Het facistische orgaan wenscht Daladier geluk met „zijn groot on derscheidingsvermogen" en wijdt zeer waardeerende paragraphen aan de nieuwe kabinetsministers. Men moet ook niet den grooten indirecten invloed onderschatten, die het Vaticaan op de Italiaansche re geering kan en zal laten gelden. Het Vaticaan zal voor het christendom in het algemeen en voor de Katho lieke Kerk in het bizonder niets dan groot nadeel kunnen verwachten van een Duitsch Russische overheer- sching in Europa. Mussolini zal tenslotte ook moeten rekenen met de volkssententie. Bij een wekenlange reis dwars door Ita lië, in dit voorjaar gemaakt, hebben we den onomstootelijken indruk be komen, dat het Italiaansche volk, on danks alles wat van bovenaf gesug gereerd werd, een cordialen geest van vriendschap tot de Franschen koestert en een natuurlijken afkeer bezit van de karakterkwaliteiten der Duitschers, die in datzelfde voorjaar 1 lv p den 10-den April varn( i jaar 1867 meldde zicC. I vrijwilliger Van HeutsSr het instructie-bataljoijn Kampen dezelfde!} Heutsz, die in de negentiger jarig Atjeh het Nederlandsche gezag vefo en die van 1904 tot 1909 als gouvetfc generaal de volledige onderwerpiifo stand bracht van den Indiai, Archipel. Een geweldige taak heeft van Kin volbracht. Van Heutsz enfcc mannen! Want ook een Van Bae had het groote werk niet tot f gebracht zonder den moed en de foe zettingskracht van het KoniiN Nederlandsoh-Indisch leger! j, De tijd van veldtochten en ooittje echter behoort in Indië tot hetjoc leden. Indië is rustig geworden. f wel op een zéér roemrijke trim mogen onze Indische soldaten die U zoo dikwijls heeft gezien ir.;al mooie, groene uniform, met de i<fi cape over den schouder of denfi als zij op het punt staan Een klasse rukt uit Indië te vertrekken. Ons volk is altijd rijk geweest aan mannen met energie en onder nemingslust, die in verre landen de wilder nis introkken en een wereldrijk voor het Moe derland veroverden. De tijden van deze pioniers zijn nu voorbij. Indië is geen wildernis meer, maar een rijk land met een groote beschaving, met belangrijke indu strieën, met tallooze lagere en hoogere scho len, met honderden ker ken, overal verspreid, met hospitalen en specialisten, namen tot zelfs in de wetensdh lijke kringen hier te lande een bekenden klank hebben. Het rijkgezegend land, ons sprookjesa mooie Insulinde! Een Hollandsche jongen, met he op de rechte plaats, is er trots hl] Co onii gre iets voor zijn land, iets voor Gi-nei Nederland, iets voor ons Ind mogen doen. Het zijn steeds flinke mannen, die aan de roej van het Vaderland gehoor geven is altijd zoo geweest. Dat is nóg óók in onze dagen. Wij hebben deugdelijk bemerkt bij een bezoel; wij brachten aan de Koloniale Re te Nijmegen. Wat anderen ervan zeggen - idealisme is niet dood in ons Maar wanneer wij in Nijmegen veel fiksche jongemannen bijeen dan danken wij dit ongetwijfeld het feit, dat naast de ideëele-l ven ook zooveel practische ra pleiten voor de dienstneming Koninklijk N ederla ndsch-Ind isch I Het is, intusschen, in het gehee zóó, dat iedere jongeman, die d als soldaat naar Indië kan gas de gegadigden voor het Koni Nederlandsch-Indisch Leger wan! genwoordig een strenge selectis gepast: in het belang van onze! macht in de tropen èn in het van de Nederlandsche jongei zélf, Indië is niet meer zoo vroeger, maar toch nog tè vb dat dat de verantwoordelijke autatt De er niet alles aan zouden do« kd teleurstellingen wanneer ms maal in Indië is volkomen taü" sluiten. Daarom worden de jon ma3sabezoeken aflegden bij hun as- genoten, maar daarbij de allures van uit d overheerschers aannamen. Mussolini heeft van het Duitsch- Uek Poolsche conflict ^niets zóózeer ge vreesd als de inmenging van Rus land, welke thans 'een feit is. Het anti-bolsjewistische karakter van het Eui Italiaansche facisme is altg'd véél toor l It£ zal iIsc: Stal igen. echter geweest dan dat van het N s Duitsche nationaal-socialisme. Jfratiëi Vooral uit anti-bolsjewistische over 1 wegingen heeft Mussolini, naar acbpfea teraf mag worden aangenomen, di ook alles gedaan om het Duitsch- Poolsche conflict te voorkomen, ei toen het eenmaal was uitgebrokei heeft hij nog krachtig geijverd omj het uit de wereld te helpen. Het is algemeen bekend, dat juistl voor deze week een krachtig vredes- initiatiéf vanuit Rome mocht wordeD verwacht, een initiatief, waarvoor de Duce de instemming had ver worven van de eveneens sterk anti- bolsjewistische Japansche regeering. Van die instemming en van de gronden waarop het initiatief steun de deed de nieuwe Japansche minister-president generaal Ab< blijken in een officieele verklaring zeggende „De Europeesche oorlog is gebroken tengevolge van een vel keerde berekening van Hitlö Daarom zou Hitier het voorbeeH van Bismarck kunnen volgen zijn troepen terugtrekken uit Pol op voorwaarde, dat Danzig het rijk zou terugkeeren". Het initiatief, dat Mussolini dc week wilde nemen, is getorped* door het Russische optreden. Polen is geen weg-terug meer voor de Duitschers.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 6