TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS mkeüïms TVtfA düMk 'y, umAA Langs de kruislijnen der Europeesche Imperia. FEUILLETON. Schinder Daniël, dc scherpschutter. Moderne fruitteelt. Zaterdag 29 Juli 1939 Zestigste Jaargang No 30 NABESCHOUWING. De Zwitsers zijn het gemoe- delijkste volk ter wereld, maar je moet ze niet over het Hotel plan praten, want dan worden ze kregel. Althans degenen, die bij dat plan zijn geïnteresseerd. Het Hotelplan is een organisatie van een Duitsch-Zwitser, die zich voorheen naam had gemaakt en zich populariteit had verworven door de inrichting van een groot aantal winkels, welke goedkope eenheidspijzen voeren. Zijn aan hang vond hij onder het gewone volk van kleine boertjes, die hem in de volksvertegenwoordi ging brachten. Natuurlijk kreeg hij den mid denstand tegen zich en een po ging om ook dezen voor zich te winnen het Hotelplan faalde volkomen. De bedoeling was wellicht goed: getracht zou worden om door het stellen van lage prijzen een massa-toerisme naar Zwitser land te ontwikkelen. Dat is in zekere mate gelukt, maar tot scha de van de reputatie van het Zwit serse hotel-en restaurantbedrijf. Velen van hen. die ééns per Hotel plan Zwitserland bezochten, zul len zich hebben voorgenomen, om er nooit weer te keeren. De „lage prijzen" worden den hotel- en restauranthouders o p- gelegd. De prijzen zijn te laag; er valt geen droog brood mee te verdienen. De exploitanten van betere zaken denken er eenvoudig niet aan, om zich aan het hotel plan te verbinden; de eigenaren van kleine seizoenbedrijven die moeten wel, omdat 'n paar con currenten het doen en omdat zij hun clientèle enkel en alleen kunnen verwachten uit den kring van menschen, die nu, bijna zonder uitzondering, van het Hotelplan profiteeren. En daarom verschaffen ze er logies en serveeren ze maaltijden waarop „geld toe" wordt gelegd. Ze hopen, dat op de bijgeleverde consumpties wat te verdienen valt, maar valt dat gebruik ook nog tegen, dan zakt de stemming van den eigenaar natuurlijk in mineur. En de stemming van den toe rist is evenmin op peil, want natuurlijk valt de kamer hem tegen en is de maaltijd té sober. Vele toeristen zien spoedig genoeg, waar de schoen wringt. Ze praten eens met den eigenaar, aanhooren diens jammerklacht, dat de Hotelplan-organisator, die 15 pet. van de reissom der Hotelplan-reizigers voor zich, d.i. voor de bestrijding zijner kosten reserveert, de eenige is, die wat aan de zaak verdient en: ze tref fen een accoordje. Met een kleine extra-toeslag doet men wonderen en leert men den Zwitser kennen in zijn gewone gulle gastvrije gevoelens, zijn prettig open karakter en met zijn zonnigen kijk op het leven. Het Hotelplan kon ik uit den aard der zaak om de wille keurigheid van mijn route niet passend maken in mijn eigen reisplan. Maar het is juist daar door, dat velen zoo openhartig met me hebben gesproken over deze instelling. De Hollanders zijn graag ge ziene gasten in Zwitserland, maar met 'n zucht stellen de Zwitser- sche hoteliers vast, dat je - op die manier tegenwoordig aan de Hollanders ook al niets meer hebt. En „die manier" is ook oor zaak, dat de Hollanders niet zoo veel aan Zwitserland hebben, als ze zich hadden voorgesteld en als dit heerlijke land inder daad kan bieden. Een en ander zal zich beter en, wanneer de Hollandsche toeristen, die per Hotelplan Zwitserland bezoeken, van mijn hiervoren gegeven tip gebruik maken. Maar: als de finantieën het veroorloven, reist dan bij voorkeur zonder bijzondere vooraf aangegane verbintenissen. Zwitserland is niet zoo duur, als men wel eens meent. Voor circa 8 9 francs per dag (de Zw. franc staat op 42 a 43 cent) kan men overal in een zeer be hoorlijke zaak goed en volledig pension bekomen. Waarbij een of twee keer per week kostelijke forellen, gevangen uit de rui- schende bergbeken, gebakken of „im olue" niet op het menu ontbreken. Wie luxe-verblijven prefereert, moet natuurlijk, als overal, luxe prijzen betalen. o— Wie zich sterk voor de win tersporten interesseeren, zullen Zwitserland bij voorkeur in den winter bezoeken, maar 's zomers is het landschap er veel liefelijker, ja, dan is het van een Paradijs achtige schoonheid. Ik ben door heel wat landen heengetrokken, maar nergens ter wereld kan de natuur me zoó bekoren en raak ik méér onder den indruk van de schoonheid der schepping, dan in Zwitser land. Als ik deze regelen schrijf, denk ik in het bijzonder aan het gebied van de Zuidelijke uitloo- pers der Alpen, aan Tessino, het „Italiaansche" deel van Zwitser land. Ja, een paradijs 1 En 't komt me voor, dat de menschen, die daar als eersten hebben geleefd, nooit hebben gezondigd en dat daarom hun nageslacht het ka rakter van vrijmoedigen eenvoud, van menschelijke hartelijkheid en van blije tevredenheid heeft kun nen bewaren, welke het op zoo weldadig aandoende wijze ken merkt. -o Ik stond ergens op een berg weg in de Valle Maggia en heel Een Venraysche novelle door Gerard lemmen» Ei!.... daar, links van dat walletje, die bult,, en zêer gunstig van hier uit om er naar toe te sluipen die domme gek van een veldwachter 1 daar stak zijn rug boven de hei uit. 'n Bruine rug, want de gek had een bruin pak aan; dat had Daniël straks wel gezien Het was wel een aardig eindje, tot daar. Van hier uit zou het kunnen zijn, dat z'n revolverkogels den veldwach ter niet veel kwaad deden En een riskatie nu, dat mocht niet. Daniël voelde het wel, dat het er om ging. Hij blaasde de lamp uit, hier in Peel, ot dien Kaebel daar. De lamp uitblazen. Ja, een van de twee: maar Schinder Daniël, de scherp schutter, niet!.... Daniël wilde toesluipen. Het moest. Om twee redenen. Daniël zou toesluipen. Maar be dacht zich toenl Kom, kom, dacht men hem nu op zoo'n onnoozele, zoo'n ordinaire, zoo'n kinderachtige manier d'rbij te krijgen Dacht de veldwachter dan, dat Daniël zich door zoo'n truk liet vangen Want Daniël had het nu wel gezien, hoe tergend stil die rug bleet liggen. diep beneden kolkte -de beek haar vlokkend schuim tusschen de geweldige keien, welke in grillige formatie den loop van het water op zijn langen weg vruchteloos pogen te stuiten. De beek wordt overspannen door 'n smal, niet meer dan 'n meter breed, oud en verweerd, bijna tot een ruïne vervallen steenen boogbrugje, dat er al honderden jaren liggen. Teere tinten van licht groen ontwaaien het van de steile achterliggende berghoogte. Dat bruggetje trok me onweer staanbaar aan en ik daalde er naar af. In de laagte passeer ik een landman, die van de tegen gestelde hoogte was gekomen en vroolijk groet. De weg-terug viel niet mee, pas bij het klimmen kenmerkt zich de steilte. Halverwege is 't laatste restje moed en uithou dingsvermogen uit mijn reisge- noote geweken; ze huilt en ver klaart, dat ze geen stag meer kan doen niet meer durft te doen, vooruit noch achteruit. Ik vond het een benarde situ atie en dacht aan de rubriek „Gemengde Berichten" in de Nederlandsche bladen en het hoofdje „De dood in de bergen.' Laat ik dit tusschen haakjes opmerken: niemand behoeft zich door deze regelen te laten weer houden om naar Tessini te ko men. Overal in Zwitserland vindt men zeer behoorlijke wegen op de bergen en niemand behoeft buiten deze wegen zich meer gekkigheden aan te halen dan hij meent zich te kunner. permit- teeren. Enfin, ik zat daar dus hal verwege. Ik dacht aan St. Ber- nardshonden en hulpcolonnest aan de Zwitsersche clubs der Samaritanen en... aan een lekker glas bier, want het gesjouw van m'n eigen 200 ponds gewichtig heid naar omhoog, had me een prachtigen, maar voorloopig niet te lesschen dorst bezorgd. Wat doet 'n mensch, ais hij in een wanhopige positie verkeert Kersenteelt. GOEDE OOGST. Kersen zijn er dit jaar in menigte. Daar heeft zeker het gunstige voor jaar toe bijgedragen. Veel zon en weinig of geen vorst. De prijzen op de veiling waren zeer bevredigend en voor den kersenboomgaardbezit- ter kwam er heel wat geld in de kist. Tenminste voor degenen, die het bedrijf met oordeel en verstand voeren. Een boom is een boom, redeaeert men nog vaak. Hg draagt of hg draagt niet. Dat hangt dan van 't weer af. Wie zoo denkt en er maar luk raak op los poot, komt vaak be> drogen uit. Door de gunstige oogst zal wel licht menigeen er toe overgaan, deze herfst een nieuwe kersenaanplant te beginnen. Daarom willen we de zaak eens wat nader bekgken. Kersenvergadering. Het was een goede gedachte van den heer Van der Kroft, Rgkstuin- bouwconsulent, om de Tuinbouw- en Vakonderwijzers op een bijeenkomst te Maastricht uit te noodigen, in werkelrjken zin, op de kersen. Want hrj had met behulp van zijn assis tenten een soort tentoonstelling in gericht, een kersenshow, op verschil lende tafels een 12-tal soorten, te kiss en te keur, met nog een paar tafels met kersentakken. Want het ging in de eerste plaats om te„lee- ren." In een interessante en leerrijke voordracht zooals den heer Van der Kroft eigen is, werd een overzicht gegeven van de kersenteelt in ons land en daar buiten, de indeeling in soorten en hun eigenschappen, de bloeitijden, bestuivingen, ziekten en bestrijving. En tot practische toe passing kon er geproefd worden, van elke soort, door 'n 80 deelnemers, waarvan een dankbaar gebruik ge maakt werd. Het leek wel de spij ziging in de woestgn, met dit ver schil, dat de aanwezige voorraad on uitputtelijk scheen, want er bleven nog verschillende korven over. Daarna werd een excursie gehou den in Gronsveld en Eijsden, we wil len van die leerrijde dag het voor naamste mededeelen. Indeeling. Men verdeelt de kersen in zure, halfzure en zoete. Tot de zure behooren: Noordkers (dubbele morel) en Roode Waalsche. Tot de halfzure: Reine fcHortense (met blaadje aan den steel), Bruine Waalsche en Meikers. Tot de zoete of krieken: Gasconger, Blankette, Earley Rivers, Loenen, Bastaarddik- ke, Spaansche Zwarte, enz. Bestuiving. De Morel, Meikers en Roode Waal sche kunnen zich zelf bestuiven, ze zijn, wat men noemt zelffertiel. De andere soorten zgn zelfsteriel, dat wil zeggen, dat ze stuifmeel van andere soorten noodig hebben. Hier bij moet er dan tevens op gelet wor den, dat men soorten bij elkaar plant, die tegelgk bloeien, in ieder geval, dat de bloeitgden 2 tot 3 dagen sa menvallen. Door bloeiwaarnemingen geduren- een aantal jaren heeft men den bloeitg'd van de voornaamste soorten kunnen vaststellen. Hier volgt een lijst in volgorde van bloei, met de vroegste te beginnen. Bastarddikke, Kleine Blankette, Kleine Loen, Earley Rivers, Dikke Loen, Vroege van Werder, Spaan sche Zwarte, Reine Hortense, Frühes- te der Mark, Gascogner, Variksche Zwarte, Udensche Zwarte, Pater van Mansfeld, Beeksche Late, Udensche Spaansche. Meikers. Brulna Want- sche Drogans Gelbe, Knorpelkirsche, Glimmer, Hedelfinger Riesenkirsche. Gros Royal, Roode Waalsche, Morel, Men dient hg de aanplant van kruisbestuivers die soorten bg elkaar te zetten, welke in dit rijtje in ei kaars nabgheid staan. Practische waarnemingen. Na afloop van de uiteenzetting werd een excursie gehouden in het kersenland. Het spreekwoord zegtDe uiters ten raken elkaar en dit vonden we hier bewaarheid. We zagen o.a. een kersenboomgaard van eenige ha. uitsluitend beplant met Basterddikke, naar schatting 20-jarige boomen, een prachtig ge was, maar... geen kersen. Oorzaak: geen bestuiving. Men vroeg zich on willekeurig af, waarom niet een van de boomen tusschen elk 4-tal op tijd gekapt en er een bestuiver tusschen geplant, zooals Blanket, Loen of Earley Rivers. Tot overmaat van ramp had de eigenaar er nu appel- boomen tusschen gezet. In de buurt was een mooie boom gaard met Basterddikke, waarvan enkele takken afgeënt, en verder meest Loen, Blanket en Roode Waal sche. Resultaat: een rgk beladen gewas. Een goede raad. Wie van plan is kersen te planten moet eerst zg'n grond er voor ge schikt is. Kersen houden van een warmen, drogen, kalkhoudenden grond. Ze groeien ook uitstekend op zandgrond, mits deze niet te nat is. Het spreekt vanzelf, dat te hooge droge gronden er ook niet voor ge schikt zgn. Verder dient men inlich tingen vragen ter bevoegder plaatse over de meest gangbare soorten en moet er op gelet worden voor een goede bestuiving. Wie in een bestaanden boomgaard teleurgesteld wordt in de opbrengst moet eens nagaan, of de bestuiving wel in orde is. Natuurlek spreken ook bemesting en ziektebestrijding een woordje mee. En niet te vergeten, dat er tgdens den bloeitjjd een voldoend aantal bgenvolken aanwezig moet zgn. Men rekent minstens 5 volken per ha. Heel. J. H. DELHOOFEN. De groote zaal van het Patronaat was Zondag goed bezet, toen daar onder leiding van het bestuur der Coöperatieve Veilingvereeniging te Venlo een vergadering plaats had, tot bespreking der belangen van de fruittelers. De Voorzitter van genoemde vei ling, de heer van Maris uit Helden, sprak een woord van welkom tot de aanwezigen en opende de vergadering met den Christelrjken groet, waarna hg er op wees, dat in de fruitteelt en fruitverkoop, langs den weg der samenwerking nog zooveel perspec tieven zgn, die even goed bereikbaar zgn als bg den eierhandel, kippen- teelt en groenten, waarvan de land bouwer de gunstige resultaten reeds jarenlang ondervindt. Waar de fruitteelt een zaak der toekomst is, kan het niet anders of ook deze tak van cultuur zal hier de belangstelling hebben. Hier in Noord-Limburg: is echter de fruitteelt nog een braakliggend terrein. Er worden fruitboomen ge plant zonder echter te letten op voldoende gangbare vruchten. Ieder zet er maar een boom neer, zonder voorgrond komt, waardoor de ver handelbaarheid wordt tegen gehou den. Teneinde hierin nu verbetering te brengen, is deze vergadering be legd en zal nu het woord gevoerd worden door den Heer In 't Zand, Directeur der Veiling. Spreker spoort dan aan tot sa menwerking, waaruit als het ware vanzelf voorkomt betere prijzen bg betere productie, daar op de veiling al het fruit bgeen komt, is mooiere sorteering mogelijk en kan men den handel bedienen. Spreker toont dit aan met voor beelden uit de praktijk, die de mees ten der aanwezigen al jaren hebben meegemaakt op het gebied van eieren en groenten. Bg een flink doorgevoerde sorteering zal de ex port ook toenemen en zullen buiten- landsche kooplieden ook de Coöpera tieve Veiling van Venlo bezoeken en zal ons fruit zgn weg vinden in Duitschland, Engeland etc. De eischen, die het buitenland aan bederft het beste humeurt Maar de zwaarste hoofd pijn verdwijnt in een kwar tier met een "AKKERTJE" dat de nieuwste menging bevat tegen hoofdpijnen. Vlugge, zekere werking bij alle pijnen, dat is het geheim der "AKKERTJES", die door geen enkele imi tatie worden geëvenaard, noch in hun bijzondere samenstelling, nóch in hun gemakkelijk in te nemen ronden vorm. I Op elk "AKKERTJE" staat het "AKKER"-merk, Uw garantie voor echtheid I tegen pijnen, griep, koorts, kou. 13 stuks - 12 stuivers2 stuks - 2 stuivers D'r< zat niks geen beweging in. Na tuurlijk, die gladjanus daar, die had eenvoudig zijn jas uitgetrokken en 'm toen daar neergelegd, zoo en toen was ie zelfs ergens anders heen gekropen, ergens anders op den loer gaan liggen om hem, Daniël, onder vuur te nemen, zoo gauw als hij zich bloot gaf naar die jas-richting. Daniël doordacht de situatie. Hij moest handelen, anders kon het beroerd voor 'm worden. Maar hij zou den veldwachter hebben en niet den veldwachter hem, den scherpschutter. Dat was ook nog dezelfde veldwachter, die hem zoo astrant had aangekeken, toen met dat geval metBellekes Klaos 2'n koe. Daniël beschouwde 't. O, als hij op die rug daar wilde schieten om raak te treffen wat er onder lag, dan moest hij een stuk vooruit, en dan gaf hij zich bloot aan den rechterkant. Links bleef ie gedekt. Rechts werd het wat lager en links ging het wat klef op. Dus..., nadat de veldwachter die jas daar zoo gedeponeerd had, is de man daarheen gekropen en lag de gladde veldwachter nu vast en zeker aan den rechterkant van hem... Prachtig, die is goed Schinder schudde met z'n hoofd en lachte. Wat zou die man daar direct opkijken Dus, hij moest aan de rech terkant Ifggen. Dat was die bult, dat walletje, waarachter de politieman daar straks ook al lag, vanwaar hij zoo gek had geschoten. Mooi zoo. Maar als hij, Daniël, dan bij de rug daar komen dat wat verderop lag, dan moest hi den veldwachter manjefiek onder scho hebbenDus: Kaebel had, toen ie zoo barbaars geschoten had, z'n jas gauw daar gelegd (want in die tijd moest Daniël zich dekken en kon hij niet uit kijken). en lag hij nou terug achter het klefwalletje. - Ja, ja; ik heb je, edel- gestrenge De zon hing rossig en laag. Het ging zoo tegen den avond aan. De zon hing rossig en laag. En kustte het Brabantsche land, ver weg. Dit moest hij hebben nog, het lauwe licht. Valsch licht over de hei. Als een slang zoo onhoorbaar en'zoo geraffineerd kroop Daniël, links uit, in de richting van de rug. Als ie daar was, dan had ie den veldwachter dan van hem uit gezien vóór zich liggen, tégen de wal aan, geheel en al vrij, Dan kon ie hem met alle gemakken... nou ja, zijn loon geven: de kogel tus schen de oogen. Z'n wijsvinger zoo maar even bewegen 'n knalletje en klaar was de zaak. Reken maar, dat hij dit maal wel weer mikken zou Wat zouden ze in Rooi, in de dor pen rondom, in het land, in Elsenborn, in de wereld wel over hem spreken, schrijven en spreken 1 van dat feilloos schot tusschen de oogen... Volgens zijn berekening moest hij nou in de buurt van de rug zijn. Even kij ken. Ja. Daar lag de jas, dat de rug zou moeten verbeelden van veldwach ter Kaebel. Altijd nog even stil. Nou, als de veldwachter er gelegen had, had ie al lang moeten reageeren. Opletten nu. Alles bleef doodstil. Nee, veldwachterke, ge verneukt Daniël niet. Daniël verroerde zich niet meer luisteide. Als... ja, als Kaebel, gesteld maar! daar werkelijk gelegen had waar de rug lag, nu vlak bij, dan was Daniël- leke al lang voor de pieringen ge weest; o zoo Kijk, nou moest Kaebel daarzoo liggen. Ik kan niet mis zijn. Dat móet. Klopt als een bus. En Daniël zal op springen, plotseling. En de slag doen: het schot geven. Afgeloopen is het dan. Morgenvroeg zit Schinderke dan, ja wie weet waar; maar hier niet. Kaebel z'n paard loopt ginds nog ergens; komt goed van pas, 'n goed paardje; zal 'm wel de heele nacht dragen en 'm ver, heel ver wegbiengen. En hij zal 't beest dan ergens, in 'n bosch of zoo, waar men 't kadaver niet zoo gauw vindt, tegen den morgen afmaken: hij is dan honderd, twee honderd kilome ters hier vandaan. Ja, Daniël zag het paard. Koen- dert... die lafbek, bekende je al lang niet meer. Daniël klemde z'n revolver vast. Nu. Hij sprong op. De „rug" in z'n rug, en de veldwachter, natuurlijk, daar voor zich... daar voor zich?... waar is ie?... neenneen neen 1 ...Daniël kreeschDaniël keek om.. Maar keek toen recht in de revolver van Kaebel. Een ondeelbaar oogenblik schoot Kaebel, voorbereid, eerderDaniël schokte, de revolver viel. Kaebel sprong toe, hij boeide hem. De eene arm van Daniël hing los. En toen zakte Daniël neer. Schinder Daniël, de scherpschutter. Veldwachter Kaebel haalde verruimd adem. Dat was een uurtje voor hem ge weest Maar Daniël had toch precies ge daan, zooals hij het had berekend. Achter de rug van zijn jas, daar lag hij wél. Daar lag hij wél, de grond was er wat kuilerig; en daar wachtte hij af. En door daar rustig te blijven liggen hij had al eerder raak kun nen schieten, en zou het eventueel ook gedaan hebben als het gemoeten had 1 maar... bereikte hij zijn doel: niet om Schinder Daniël dood in handen te krijgen, doch levend! En dat had hij nu. Want Daniël was in z'n bovenarm getroffen, de kogel was meteen in de schouderknook gedrongen. Daniël kreunde. Kaebel ging zijn paard opvangen. De kar stond er ook nog, de kar van Koendert. Hij spien toen in. 't Kadaver van het andere paard liet hij liggen. De korven ook. Tjebbe Tjeerdma laadde hij op: de lange Fries met zijn melkboe renhondenhaar waar doorheen bloed gespat zat, was nog niet dood. De af stand voor een revolverschot was straks misschien wat te groot geweest om direct doodelijk te zijn. Mogelijk was ie hoofdzakelijk versuft, de arme lange. Afijn, dat werd een affaire voor den dokter. Toen ging ie Daniël weer halen, dien hij geboeid had aan armen en voeten. En toen ja, het burgermeesterspaard moest er aan gewennentoen stuur de hij, veldwachter Manes Kaebel, den vallenden nacht in, op Rooi aan, kalm, zeer kalm. Omdat het maar niet te zeer zou schokken op den Krayenhutschen I het buitenland aan het te koopen fruit stelt, worden hoe langer hoe hooger. Men let vooral op de sor teering, gelgke kwaliteit, verpakking en op de hoe-grootheid der partijen. De eenling zal dit moeilgk kunnen bereiken, zoodat samenwerking ver eischt wordt, waardoor aan deze eischen goedkooper kan voldaan worden. Bovendien is meerdere op brengst een belang, dat de fruitteler zeer zeker op prgs zal weten te stellen. De fruitteelt, zooals die thans be oefend wordt in Noord-Limburg en danraan grenzend gedeelte van Bra bant, waar speciaal het terrein der werkzaamheden van de Coop. Veiling gelegen is, kan nog zeer opgevoerd worden bg onderlinge samenwerking. Daar dan voorlichting bg te teelen soorten fruit gegeven kan worden en tevens de kwaliteit verbeterd kan worden tot betere finantieele uit komst voor den teler. Hierna voerde 'ir. v. d. Krofft het woord, die begon met er op te wij zen, dat de Veiling voornemens is meer te gaan doen op het gebied van fruitteelt, dan tot nog toe mo- lg'k was. En wel speciaal op het verbeteren van het product, dat op de eerste, nlaats een sociaal helant» zeer veel fruit onderhandsch ver kocht, wat lang niet altijd in het voordeel der telers is in het alge meen. Men moet een offer weten te brengen, waaruit in de toekomst groote voordeelen zullen voortkomen. Bg samenwerking is het mogelgk cursussen en lessen te volgen, ont wikkeling te verkrggen, op de hoogte te komen van afzetmogeigkheden en dergeigke. Spreker wgst er op, hoe b.v. een teelt van bramen en bosch bessen een loonend werk zijn kan, waarvan de afzet vooral in Engeland en Duitschland mogelgk is. Vervol gens ging Spreker over tot een zuiver technische behandeling van fruitteelt en wat daarmede samen hangt, als grondonderzoek, bemes ting, besnoeiing, bespuiting, het planten der juiste fruitsoorten op den daarvoor geschikten grond, ver zorging van den boomgaard, welke uiteenzetting met groote aandacht door de vergadering gevolgd werd. Dat mede in de juiste verzorging van den boomgaard veel gelegen is, toonde Spreker aan door de mede- deeling, hoe een boomgaard in Zuid- Limburg van 4V, H.A. behandeld werd. 4 H.A. werden door den eigenaar op „ouderwetsche manier" behandeld terwgl Spreker de resteerende halve Hectare voor zijn rekening nam en het resultaat was, dat die halve Hectare het in aantal kilo's fruit van de 4 Hectaren, terwgi de kwaliteit ook veel beter was. Waar in de fruitteelt, die een zaak der toekomst is, zulk een groote bestaansmogelijkheid gelegen is, wekt Spreker allen op, om door onderlinge samenwerking te komen tot het bereikbare, waarbg' hg de aanwezi gen uitnoodigt gezamenlijk een be zoek te brengen aan den boomgaard van den heer Loonen te Oostrum. De Voorzitter dankt Ir v.d. Krofft voor zgn schoone lezing en sloot de vergadering met den Chr. groet. dijk. Voor de verwonden. Moeder de vrouw had 's avonds nog tegen heuren Manes gezegd: „Manes, zeg, waor hedde owe jas gelaote En 's anderendaags al heel vroeg in den morgen ging veldwachter Manes Kaebel zijn bruine burgerjas halen, die hij met zijn drukke doen en rijerij heele- maal vergeten had. De voerkar weer recht zetten en in spannen, het doode paard versjouwen... dat werk behoefde Kaebel, die een Schinder Daniël had gearresteerd, van daag niet te doen Dat mocht hij over laten aari anderen. En hij had dit nog wel het liefst overgelaten aan die vreemde heeren rechercheurs en crimi nalisten en experts en zoo voorts, die hem immers ook maar als 'n piekkelo hadden gebruikt Alleen achter Koendert met het ge stolen paard heenzitten, dat deed ie met enkele anderen. Koendert kreeg men, Tjebbe Tjeerdma genas mét lidteeken, Schinder Daniël ontging zijn straf niet, en... veldwachter Manes Kaebel kwam in de gelegenheid om politioneele promotie te maken. EINDE.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 5