THEE doet je goed!
FEUILLETON.
Schinder Daniël,
de scherpschutter.
Vergadering
Gemeenteraad.
Provinciaal Nieuws
doch dat deze weg toch noodzakelijk te eeniger tijd van een gesloten
wegdek voorzien dient te worden. Of dit het volgend jaar zal kunnen
geschieden, is thans nog niet te zeggen, daar niet alleen rekening dient
te worden gehouden met den toestand der gemeentefinanciën, doch ook
zal moeten worden nagegaan of andere wegen in de gemeente niet eer
der aan de beurt moeten komen voor verharding. We kunnen nu nog
niet op 1940 vooruit loopen.
De Heer VAN HAREN wijst in verband met het tijdelijk verbeteren
van wegen nog op den toestand der wegen om en in het dorp. De grint
wordt overal los gereden en verdwijnt ten slotte in de bermen. Door
een dergelijk besluit te nemen wordt toch niet op een volgende begroo
ting vooruit geloopen. De kosten kunnen dan toch op den kapitaaldlenst
komen. We behoeven dit later niet te bezien, want de Gemeente kan
dan net zoo goed rente en aflossing betalen als de hooge onderhouds
kosten. Een tijdelijke verbetering helpt voor zulke wegen niet en daarom
moet zooiets ineens goed aangepakt worden.
De VOORZITTER zegt, als de Raad van oordeel is, dat een dergelijke
verbetering weggegooid geld is, dat de eenige oplossing dan is om ge
noemden weg met zoo weinig mogelijk kosten uit den gewonen dienst
te onderhouden en vertrouwt, dat, als hierdoor de post onderhoud wordt
overschreden, de Raad dan achteraf hieraan alsnog zijne goedkeuring
zal verleenen.
Hierna brengt de VOORZITTER in stemming het voorstel van Burge
meester en Wethouders tot verbetering van den weg vanaf den Deurn^-
schen weg tot aan de kerk te Ysselsteyn. De kosten worden dan ver
minderd met de geraamde arbeidsloonen, daar deze reeds op de begrooting
zijn uitgetrokken, zoodat zij nog blijven f 4090.—.
Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de Raad zich met dit voorstel.
Vervolgens brengt de VOORZITTER in stemming het voorstel tot
verbetering vaa den weg vanaf de kerk te Ysselsteyn tot aan de boer
derij van Slangen. Ook deze kosten kunnen met de arbeidsloonen ver
minderd worden, zoodat de kosten nog blijven f 7310.
Ook dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Hierna brengt de VOORZITTER ia stemming het voorstel van Burge
meester en Wethouders tot reparatie van den weg LeunenVeulen.
Dit voorstel wordt met 2 tegen 13 stemmen verworpen. Voorstemden
de Heeren Houben en Odenhoven, tegen stemden de Heeren Vermeulen,
Asselberghs, Goumans, van Haren, van Dijck, Millen, Reintjes, Steeghs,
Nelissen, Pubben, Arts, Janssen en van Boven.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 13 der agenda.
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vaststellen der ver
schillende wijzigingen der gemeentebegrooting 1939 in verband met het
voor de uitvoering der in deze vergadering genomen besluiten benoodig-
de gelden."
Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad met deze wijziging accoord:
Bij de hierna gehouden rondvraag vraagt de Heer VAN DIJCK, hoe
het staat met het verzoek van den L.L.T.B., afd. Ysselsteyn, tot aan
koop van grond in Ysselsteyn. Dit verzoek is al een paar maanden ge
leden ingediend.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit verzoek eerst hedenmorgen met
advies van Gemeentewerken is terug ontvangen.
De Heer VAN DLTCK had gaarne gezien, dat dit verzoek nu nog
behandeld zou kunnen worden. Het loopt nu weer tegen den oogst en
de bedoeling is om op dat terrein een strooloods te bouwen.
De VOORZITTER antwoordt, dat zeer binnenkort in verband met de
regularisatie der begrooting 1938 toch weer een vergadering moet plaats
hebben en dat dit verzoek dan behandeld zal kunnen worden.
De Heer VAN BOVEN zegt, dat het hem verwondert, dat op deze
agenda geen voorstellen voorkomen in verband met het bouwen van een
tweede boerderij op de door van Tilburg en Muijsers gepachte gronden.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze plannen nog niet gereed zijn
gekomen. Gemeentewerken en ook van Tilburg zelf hebben de gevraagde
inlichtingen nog niet verschaft.
De Heer MILLEN informeert naar de vaste aanstelling van Gemeente-
personeel en vraagt of dienaangaande nog geen voorstellen kunnen
worden verwacht.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit nog in bespreking en overweging
is, doch dat dit punt niet zoo eenvoudig i3 om zoo maar in eens aan de
orde te stellen.
De Heer MILLEN merkt nog op, dat deze zaak nu al twee jaar
hangende is, zoodat de voorbereiding toch wel wat erg lang duurt.
De Heer STEEGHS zegt in verband met de agenda niet zoo buiten
gewoon goed gestemd te zgn.
De VOORZITTER merkt op, dat dit hem spijt.
De Heer STEEGHS vervolgt, dat in 3 maanden geen vergadering ge
houden is en dat nu de agenda slechts twee dagen tevoren thuis is be
zorgd. Dit vindt Spreker riet in den haak. De Raad moest meer bijeen
komen, want er zrjn verschillende kwesties, die grondig besproken
moesten worden. Zoo bijv. de verbetering van zandwegen in werkver
schaffing. Wanneer er eens zoo'n 30 a 40 arbeiders op de wegen werkten,
was dit toch ook een mooie sociale verbetering. Andere gemeenten heb
ben reeds hun wegen verbeterd en Spreker vreest, dat, als dit hier nu
niet gebeurt, het er niet meer van zal komen. Een tusschenduur van 3
maanden is te lang en ook het uur van vergaderen is niet geschikt.
5 uur was een veel geschiktere tjjd, dan kon men thuis eerst nog eens
gezellig koffie drinken.
De VOORZITTER vraagt, of de Heer Steeghs dan tot 12 uur wou
vergaderen.
Neen, antwoordt de Heer STEEGHS, we zouden er wel eerder uit
scheiden.
De VOORZITTER zet hierna uiteen, dat er eerder niets te behandelen
was wat van zooveel belangrijkheid is, dat de Raad daarvoor bijeen
-eroepen diende te worden. Nu moest in verband met de gunning van
de ULO-school vrij plotseling een vergadering belegd worden. Volgens
de wet behoeft er slechts 2 x 24 uur te verloopen tusschen de oproeping
en de vergadering en hier zijn toeh nog 3 x 24 uur verloopen. Ook zou
Spreker de bevoegdheid gehad hebben om den Raad spoedeischend bijeen
te roepen en dan had de oproeping zelfs nog op korteren termijn
kunnen geschieden. Het is steeds Sprekers streven om de agenda zoo
tijdig mogelijk aan de Heeren Raadsleden toe te zenden, daarom moet
men er niet over vallen, wanneer zulks eens een enkelen keer wat later
geschiedt Door Rurgemeester en Wethouders Is verder reeds veel moeite
-edaan om meer arbeiders tewerk te kunnen steUen op de wegen, maar
de Insoeeteur van de Werkverschaffing geeft hiervoor geen toestem
ming Deze zegt, U begrijpt toch wel, als ik de menschen uit andere
"emeenten verplicht om hier te komen werken aan de Peelontginning,
ik dan toch niet de Venraysche arbeiders aan andere objecten kan laten
beginnen. Vanmorgen is weer een nieuwe regeling gekomen en in ver
band daarmede kunnen 30 arbeiders tewerk worden gesteld bij de be-
bosschlng, 30 b(j particuliere objecten en de rest moet tewerkgesteld
worden bij de centrale werkverschaffing. Wat betreft het latere uur van
vergaderen, hiermede zal in het vervolg zooveel mogelrjk rekeniD-
worden gehouden.
De Heer VAN DIJCK meent, dat de hand- en spandiensten terdege
Een Venraysche novelle
door Gerard Leramens.
Ik zal de burgemeester even gaan
roepen, zei An, de keukenmeid, maar
kom eikes binnen.
Dat zal ik maar doen, zei Kaebel
de veldwachter.
En als de burgemeester kwam met:
Wel, Kaebel, en... begon hij:
Nou, heer burgemeester, nou moet
ge mij...., maar toen zag hij zoo'n
vreemde kriminalist of wat ook in de
kamer zitten, waarvan de deur wat
open stond en Kaebel wenkte den
burgemeester naar buiten. En daar
begon Kaebel opnieuw:
Nou, heer burgemeester, nou moet
u mij een paard geven. Een goed paard.
Ik heb bij de huzaren gediend,en ik
kan goed rijden. En dan moet ge direct
gaan telefoneeren of telegrafeeren, dat
ze over 'n dik uur aan alle Brabantsche
en Limburgsche Peelkanten waakzaam
moeten zijn. Want de moordenaar van
Mrie-Nel van het Steegske zit dan in
de Peel en hij heet Schinder Daniël en
:k ga hem vangen. Ge moet mij een
van uw goeie paarden geven
De burgemeester had een mooi span.
Dat was een noodzakelijk ornament,
wat bij onzen burgemeester behoorde.
Daar hielp den burgemeester niks
aan, maar Kaebel reed weg, naar de
Peel toe, de Peel in.
Ge zegt er voorloopig niemand
nog iets van, behalve als ik er van
avond nog niet ben, had Kaebel ge
zegd.
En de burgemeester had gelachen.
Laat dien Kaebel maar eens begaan
Maar wel, zei hij, dat hij iemand
mee moest nemen en daar er juist een
maréchaussee bij den burgemeester
kwam, nam Kaebel dien mee.
Die heette Tjebbe Tjeerdma; dat was
een Iangè Fries met melkboerhonden
haar, en 'n maréchaussee uit Horst, die
nou met de moord-affaïne in Rooi was.
't Was 'n pootige kerel en hij had
een vlug paard. Kaebel moest er wel
mee accoord gaan. Misschien was het
ook wel beter.
-o -
De Peel lag er vreedzaam in de late
dag. De zon boog zich boven den
Brabantschen einder en ze wierp tegen
't Limburgsche heur licht nog tegen
twee ruiters op, die op een andere stip
toereden, de kar van Koendert op den
Krayenhutschen dijk.
Toen ze al zoover waren, zei Kaebel:
Kameraad Tjeerdma, we hebben
een oerdomme fout begaan. En weet
ge wat Die is: we rijden uit om een
boef te pakken, die zich op een kar
verborgen heeft en die ons al kan
zieri als wij hem niet zien, die gewaar
schuwd is en die zijn maatregelen kan
nemen: ge hebt uw politie-uniform aan.
En Kaebel keek naar z'n eigen bruin
burgerpak.
Tjebbe Tjeerdma lachtte hoog. Koud
en akelig. Koppig. Dat stuk melkboeren
hondenhaar 1 en spottend knepen z'n
oogen: ach jij kleinzielige Limburger.
Is dat de groote en oerdomme fout,
dat ik mijn goed en mooi uniform aan
heb Het uniform zal juist imponeeren
dat zal 't 'm juist doen 1 ...dat dacht
hij, maar zei hij niet.
En Kaebel dacht: hij is feitelijk niet
de man dien ik hebben moest, ge hebt
anders goeie marechaussées genoegen
gebruikt moeten worden op de binnenwegen en de voornamere wegen
van een gesloten wegdek moeten worden voorzien.
De Heer PUBBEN komt nog eens even terug op de kwestie Marcellis,
waarvoor de Raad indertijd besloot een vergoeding toe te kennen van
f 35.en een wal te rooien. Nu hoort Spreker echter, dat dit rooien
nog al duur komt. Daarom zou Spreker thans een nieuw voorstel willen
doen.
De VOORZITTER antwoordt, dat de agenda is afgewerkt en de Heer
Pubben daarom geen voorstellen meer kan doen. Wel kan hg schrifte
lijk bij B. en W. een voorstel indienen. Bij een onderzoek ter plaatse is
inderdaad gebleken, dat er nog al veel werk te doen is en volgens
schatting van den directeur van Gemeentewerken zou het ongeveer
f 75.kosten.
De Heer PUBBEN meent, dat, als Marcellis dit zelf uitvoerde, hg
heel wat voordeeliger klaar kwam. Een schatting van f 75.is veel
en veel te hoog.
De Heer ODENHOVEN zag gaarne, dat eens proefstukken werden
gemaakt met teer van de Gasfabriek en meent, dat dit zeer geschikt
zou kunnen geschieden in de Gasstraat, temeer daar dat toch ook een
vrij belangrijke weg is.
De VOORZITTER antwoordt, dat nu een proef genomen zal worden
op een vale in den weg te Ysselsteyn.
De Heer REINTJES vraagt of er nog iets komt van de verbetering
van de rioleering bij de boterfabriek te Leunen. De buizen liggen daar
nu al zoo lang en verschillende zijn reeds stuk gegooid.
De VOORZITTER antwoordt, dat nog geen beslissing van Gedeputeerde
Staten is ontvangen over het verzoek tot bijdrage in de kosten, doch
dat hij verwacht, dat dit thans elk oogenblik kan afkomen.
Thans niets meer aan de orde zgnde en geen der leden nog het woord
verlangend, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed.
Vrijdag 14 Juli 1939.
Voorzitter Mr. Janssen, Burgem.
SecretarisVan Haaren.
Afwezigde heer H. Asselberghs.
Nadat de vergadering door den
Voorzitter met gebed geopend was,
werd de agenda der vergadering aan
de orde gesteld en passeerden, zon
der dat een der leden er het woord
over verlangde te voeren of hoofde
lijke stemming noodig achtte, de
agendapunten 1 tot en met 5 den
Voorzittershamer, zoodat deze pun
ten waren goedgekeurd, voor ken
nisgeving aangenomen of wel dat de
Raad zich met het voorstel ver-
eenigde.
Voor het onderzoek der Geloofs
brieven van de nieuwgekozen Raads
leden had de Voorzitter een Commis
sie benoemd, bestaande uit de heeren
Vermeulen, Goumans en Van Dijck,
die zich voor het onderzoek even uit
de Raadzaal terugtrokken en na
afloop vaD het onderzoek bij monde
van den heer Goumans rapporteer
den een en ander in orde te hebben
bevonden en adviseerden tot toela
ting der gekozenen.
6. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders om met ingang van 16
Juli 1939 de maximum snelheid voor
de bebouwde kommen voor motor
rijtuigen te bepalen op 45 K.M. per
uur.
De Heer Reijutjes stelde voor ook
voor de kom van Leunen de maxi
mum snelheid te bepalen, daar wordt
soms kolossaal hard gereden.
De Voorzitter zegt, dat hij die zoo
rijdt, dat het verkeer in gevaar komt,
strafbaar is.
De Heer Steeghs meent, dat het
ook wenschelijk zijn zou voor Cas-
tenray. Het is een wonder, dat er
nog geen ongelukken gebeurd zijn
op de bekende gevaarlijke wegkrui-
sing.
De Voorzitter zegt, dat iedereen
op gevaarlijke punten bedachtzaam
rijdt, vandaar dat er op zulke pun
ten de minste ongelukken gebeuren.
Bovendien zegt hij overweging toe,
om in deze voorschriften te treffen.
Z.h.s. goedgekeurd evenals het
laatste agendapunt nr. 7.
Zoo waren we aan het einde der
agenda en constateerden we het
groote nut van het ter inzage leggen
van meerdere bescheiden met voor
lichting op de diverse agendapunten,
die ongetwijfeld door onze Raads
leden naarstig bestudeerd zijn.
Nu stelde de Voorzitter de rond
vraag aan de orde, waarbg als eerste
Spreker zich meldde de heer Millen,
die meende dat in de vorige verga
dering besproken was om in deze
vergadering te verstrekken een ge
detailleerde kostenberekening van de
kosten der wegenverbetering. Tot
zijn spijt zag hij echter niets. En
toch zag hij zoo gaarne de kosten
van elke weg uitgestippeld. Hij meent
dat de Raad niet voldoende overzicht
heeft.
De Voorzitter antwoordt, dat er
een globale begrooting is opgemaakt,
die ongeveer de som van rond de
f 800.000.aanwijst, uit welke som
alle daarvoor in aanmerking komen
de wegen behandeld worden. Deze
begrooting is door Gemeentewerken
opgemaakt.
De heer Millen zegt, dat hij be
doelde een afzonderlijke begrooting
voor eiken weg, opdat het werk
meer overzichtelijk is, dan kan de
Raad beter oordeelen. Niet alles in
een som uitdrukken.
De Voorzitter schrikt van zoo'n
vraag, daar er dan zeker een aparte
ambtenaar voor aangesteld moet
wordenwant ziet eens aan, de
voorbereidende werkzaamheden voor
den Merseloschen weg vorderden
een werkduur van 3 maanden. Deze
kosten zgn mede in voormelde som
verwerkt.
Dan vraagt de heer Millen hoe
geschiedt de verharding? de Raad
weet van niets, waarop de Voorzit
ter zegt, dat dit punt bij de begroo
ting aan de orde komt.
De heer Millen meent, dat uit het
geen hg gehoord heeft, opgemaakt
mag worden, dat de weg naar Mer-
selo goedkooper gemaakt kon wor
den en toch goed zgn, daarom zgn
vragen. Hij bedoelde zijn voelhorens
eens uit te steken.
Zeker, zegt de Voorzitter, er zgn
meerdere methodes om wegen te
verharden, maar de goedkoopste is
nog niet de beste, want dan is het
mogelijk dat men over 2 of 3 jaar
met dure herstellingen zit.
De heer Millen blijft om meer
voorlichting vragen, wat den Voor
zitter verwondert, daar deze aange
legenheid bij het opmaken der loo-
pende begrooting besproken is.
De heer Van Haren vraagt nog
maals om een Commissie in te stellen
voor aangelegenheden als deze, dus
ook voor de wegenverharding. Inder
daad kan hij zich aansluiten bg het
betoog van den heer Millen. De
Raad weet weinig van deze zaak af.
Welke zijn de in aanmerking komen
de wegen en welk is de verharding.
Verder vraagt Spreker: waarom
hebben B. en W. zich zoo streng,
vastgehouden aan het door hen in
genomen standpunt Het procédé,
aan te wenden op de Merseloschen
'weg, acht hij niet goed, daar het
schilfert. Bovendien een andere
werkwijze zou een voordeel van
f 3000.opleveren en toch goed zgn.
Het geld moet niet op.
De Voorzitter wijst op het rapport
van den directeur van Gemeentewer
ken, dat indertgd door den Raad is
goedgekeurd.
De heer Van Haren betwijfelt thans
of de directeur inzake wegenbouw
wel genoeg ondervinding heeft en
vindt Spreker het risico, om alleen
op dat compas te werk te gaan, nog
al riskant. Een Commissie kon z.i.
goed en nuttig werk verrichten,
vooral als men zijn oor te luisteren
legt in vakkringen.
De heer Pubben zag graag dat de
aanscheuten gekocht en afgehandeld
zouden worden, waarop de Voorzitter
zegt, dat dit onder Waterschap
resorteert. Bovendien moet men toch
ook weten, waar het beste aan den
weg begonnen kan wordenin Mer-
selo of in Venray.
De heer Van Boven vraagt, hoe
of de berekening is voor vergoeding
reiskosten ten bate van tewerk-
gestelden Geschiedt dit vanaf een
centraal punt of is het mogelijk te
beginnen bij diverse punten. Voor
velen hunner was dit z.i. billijker.
De Voorzitter zegt, dat hier uit
een Centraal punt gerekend wordt.
Deze aangelegenheid is zelfs onder
Burgemeester v. d. Loo meermalen
ter tafel geweest. Hij heeft er echter
geen bezwaar tegen, dat langs orga-
nisatorischen weg getracht wordt
hierin verandering te brengen.
De heer Steeghs kijkt al in de
toekomst, al maken vele Raadsleden
zich er vrooljjk over dat hg een
zaak aanraakt, die nog niet aan de
orde is maar hg zet door en zegt
van meening te zgn, dat Venray
best de luxe van 3 wethouders kan
permitteeren. De kosten behoeven
niet hoog te zijn. Hg stelt zich voor
de salarissen der wethouders met
f 100.te verminderen en op f 400.
te brengen, dan zouden 3 wethouders
samen f 1200,toucheeren terwijl
de huidige 2 wethouders f 1000.
ontvangen. Die f 200.— meer zouden
hun rente wel opbrengen, vooral als
een der wethouders speciaal werd
belast met Openbare Werken, die
thans alle aandacht volop verdienen.
Voor zoover hg deze zaak kan be
kijken, vindt hij het een prachtig
voorstel, daar deze functionaris
tevens den Raad in bijzonderheden
kan voorlichten.
De Voorzitter zegt toe, zgn ge
dachten hierover eens te zullen laten
gaan.
De heer Odenhoven informeert
eens of de Raad niet eens als College
naar de in uitvoering zgnde Peel-
werken zou gaan kijken. In een halve
dag kon dit wel.
De heer Van Djjck roept uitwat
in een halve dag Als je alles goed
wilt zien heb je wel twee dagen
noodig.
De Voorzitter stelt voor in de
tweede helft van Augustus deze
excursie te houden, met het oog op
de thans aan de orde zgnde oogst-
drukte.
De heer Steeghs sluit zich hierbij
aan.
De heer Odenhoven informeert eens
naar de nieuw te bouwen boerderij
van Tilburg, waarop de Voorzitter
zegt, dat hij hoopt in de volgende
vergadering met de plannen ter
tafel te kunnen komen
Niemand het woord meer verlan
gende, wil de Voorzitter zich thans
tot de scheidende Raadsleden wen
den, daar dit mogelijk de laatste
zitting is van dezen Raad.
De heeren Houben, Asselberghs,
Goumans en Vermeulen hebben zich
niet meer laten candideeren. Al kan
hij wegens zijn nog kortstondig ver
blijf in onze Gemeente geen groot
tijdvak de revue doen passeeren,
toch acht hij zich verplicht een har
telijk dankwoord te richten tot de
scheidenden, die hg als goede Raads
leden heeft ïeeren kennen. Hg brengt
dan ook gaarne zijn dank voor hunne
medewerking in tal van gewichtige
besluiten. Bijzonder geldt deze dank
voor wethouder Houben, die hg heeft
Ïeeren kennen als een man van
karakter, op wien te bouwen is.
Steeds was wethouder Houben tot
hulp met raad en daad bereid, wien
hg dan ook verzocht overtuigd te
zgn van zgn dankbaarheid en ook
die der Gemeente. Tijdens de 20 jaar,
dat U in den Raad waart, hebt U
meermalen eën wethouderszetel in
genomen en zelfs in een periode
van 2 jaar op een alle lof ver
dienende wijze de Gemeente als
loco-Burgemeester bestuurt. Zij dit
scheiden dan ook niet een verbreken
van den band met het Gemeente
bestuur. Persoonlijk hoopt Spreker
nog vaak van de gedegen adviezen
van wethouder Houben te mogen
profiteeren,
Mijne heeren, ik wenschUenUwe
gezinnen tot in de verre toekomst
Gods beste Zegen.
Met applaus stemde de Raad met
deze hartelijke woorden in, waarna
de heer Odenhoven als oudste Raads
lid eenige woorden sprak tot de
scheldenden. Hij memoreerde dat
wethouder Houben, weth. Nelissen
en wijlen den heer Stoot voor 20 jaar
met hem hun intrede deden in den
Raad en sluit met den wensch, dat
Venray als het ware steeds in groei
en bloei moge toenemen.
Aangenaam verrast dankt weth.
Houben voor de tot hem gerichtte
woorden en wijst de hem gebrachte
lof terug op den Raad, die buiten
gewoon hartelijk steeds medewerking
verleende zoo hij voor Venray iets
goeds kon verrichten. Tevens dankt
hg den Gemeentesecretaris en Secre
tarie-ambtenaren voor hun hulp en
medewerking.
Nadat de heeren GoumaDS en
Vermeulen hun dank voor de tot
hen gerichte woorden gebracht had
den, sloot de Voorzitter de vergade
ring met gebed.
VENRAY, 22 Juli 1939
Venray straks zonder werke-
loozen
Op Zaterdag 15 Juli waren in de
Gemeente Venray nog slechts 42 per
sonen in werkverschaffing/steunre
geling opgenomen.
Een zoo laag aantal werd sedert
begin 1930 niet meer bereikt.
Wanneer een aanvang wordt ge
maakt met de vernieuwing van den
Merseloscheweg en andere in voor
bereiding zijnde werken zal de werk
loosheid voor deze groote gemeente
wellicht heelemaal verdwijnen.
In de steunregeling voor kleine
grondgebruikers waren op dezelfde
datum in zorg:
5 A-boeren; 1 A-tuinder; 64 B-boe
ren; 53 C-boeren; 1 B-tuinder en 1
C-tuinder.
'Ruiterfeest te Venray»
Het was Zondag j.l. druk in Ven
ray ter gelegenheid van het groote
internationale Ruitersfeest, dat de
ruitersclub „Ons Genoegen" georga
niseerd had op het mooie Sport
terrein aan den Leunschen weg.
Duizenden waren opgekomen om
getuige te zijn van dit hippisch
festijn. Uit de" aanmoedigingen, die
de ruiters bij spannende oogenblik-
ken uit het talrijke publiek tegen
klonken, kon wel opgemaakt worden
met welk een animo de verschillende
nummers gevolgd werden.
De uitslagen waren als volgt:
Harddraven voor alle rassen (Paar
den van leden der Vereeniging)
1. S. Willems Weverslo, 2 P. Ver-
schuuren Overbroek en 3 Chr. Gou
mans Venray.
ik had nou liever een andere mee ge
had. Dat dacht Kaebel, maar dat zei
hij ook maar niet.
Vooruit maar.
IV.
Ze naderden de kar.
Koendert sloeg zijn paard, dat 't
vlugger doorging en bleef toen alleen
wat achter. Hij talmde, hij wachtte.
Dag veldwachter, dag e...meneer,
zei hij.
Kaebel groette terug. Tjeerdma niet.
Gijlie in de Peel en zoo Iaat, zei
Koendert. Is er misschien wat aan de
hand
Koendert, zei Kaebel, uw paard
loopt u weg; ge moet erbii blijven. We
rijden een stuk mee. Vindt ge het
goed
Wel ja, toe maar, antwoordde
Koendert en zette z'n stap weer aan.
Maar Tjebbe Tjeerdma kefferde vanaf
de hooge paardenrug:
Nee, vriend, we zullen hier geen
smoesjes gaan verkoopen. We zullen
het maar direct doen, wat we te doen
hebben.
Hij trok de revolver.
Handen omhoogIk boei je. We
arresteeren jou en jouw broer, die op
de kar...
Knal
Tjebbe Tjeerdma sloeg met z'n ar
men, de revolver viel, pang., en toen
plofte ook hij, getroffen precies tus
schen de oogen Kaebel zag het van
het paard. Snel als de bliksem sneed
Koendert de riemen los van dat paard
en sprong er op.
Allee, knol, vort verdikke vort
als de bliksem en daar ging ie, hult
en bult over de hei.
Maar Kaebel, die zich uit voorzorg
straks al achter Koendert had gedekt
zooveel als hij kon, steigerde mee
erug, Nou was ie ver genoeg, ten
minste als Schinder Daniël met een
revolver schoot.
Te oordeelen aan de klank was het
een revolver. Kaebel waagde het er
op. Hij sprong van het paard en wierp
zich plat neer in de hei. Aan Koendert
had hij niet veel. Daniël was de snoek
die hij vangen moest.
Die arme Tjeerdma, met zijn domme
takt... dat had ie nooit zoo moeten
aanpakken. Ze hadden Daniël best
gekregen 1 Ginder stak z'n knie om
hoog, 't kwam krek boven de hei uit,
't bewoog wat.
Kaebel lag nu in de hei, de revolver
getrokken en gericht kroop hij toe; de
hei was hier gelukkig nog al hoog.
Hij kroop naar de kar toe en mikte...
paf... Hij trof het karpaard, dat brie-
schend opsprong, met de achterpooten
sloeg en geweldig trok en steigerde
Een tweede schot trok hij nog op
het beest af. Kaebel was, als Daniël,
een prima schutter: de eerste maal had
ie het paard zoo voor zich, dat ie het
dier niet direct afdoende kon raken,
daarom het eerste schot. Toen het
beest steigerde en trok, kreeg hij het
paard meer afdoende kwetsbaar voor
zich. Het tweede schot velde het dier.
Langs den heiweg lijnde een in
dezen tijd op dat stuk droge sloot, 't
was hier zoo'n beetje op 'n bult.
De bewegingen van het paard en
zijn val had de kar doen kantelen en
met een paar korven, die van de kar
tuimelden, zat Daniël nu daar beschut.
En om dien Kaebel maar meteen eens
zijn doodelijke ernst te laten zien,
knalde hij een wegvluchtende kip ram
neer; de veeren vlogen rond.
Zou het beest ook het schot tus
schen de oogen hebben gekregen,
dacht Kaebel.
Op dat kantelen van de kar had
Kaebel niet gerekend. Hij lag nu wel
wat ongunstig, open, alle trefkans,
enkel de hei was nog al hoog. Door
de sloot evenwel kon hij Daniël niet
zien, niet volgen, die kon zich ver
plaatsen, zonder dat hij 't merkte.
Dat mocht niet zoo blijven. Kaebel
begreep dat. Het zou er om gaan, ook
dat begreep Kaebel.
Anders vonden ze hem 'smorgens,
gelijk dien langen Fries daar, met een
schotwonde tusschen zijn oogen, gelijk
ook dien adelijken Pruisische officier
en dien jager en Mrie-Nel van 't
Steegske en die koe van Bellekes
Klaos merkteeken Schinder Daniël
de scherpschutter.
Ja, ja. Onze Vader, die in de
hemelen zijt..., dat moet nu eerst maar
gebeuren, akte van berouw, mijn Heer
en mijn God 1 barmhartige God, ik heb
spijt over mijn zonden.... Ja, ja, dat
moest eerst in orde zijn. Ge kondt niet
weten hoe het af zou loopen.
Want hij moest toch probeeren Da
niël te verschalken; daar zat anders
niks op. Misschien dadelijk, misschien
eerst dezen nacht; maar nee, 'n ont
komen Nee! dat zocht Kaebel niet,
't zou niet eens tot den nacht komen,
mogelijk anders.
Daar ergens, daar bij dat punt, zat
Daniël. Hij moest hem hebben. Daar
voor was hij gekomen en daar lag de
maréchaussee en hij had het op zijn
vork genomen.
Goeie morgen! maar daar gebeurde
niks. Wachten tot de nacht kwam
't Zou er om gaan. 't Was nou al
laat, want de zon hing ginder, geel
rood. Kaebel lag in de hei, voorloopig
ja, wel verscholen, maar wacht! Hij
had al eens gekeken en nou zag hij
een stukje verder een aarden walletje,
dat was een goede schutting. En als
Kaebel met een ruk zich er achter had
geworpen, knalde een schot en floot
de kogel over zijn rug heen.
Goddank, dat was juist bijtijds. Nu
prakkizeerde de veldwachter. Als een
vliegmotor werkte z'n hersens. Door
dat schot wist ie waar Daniël juist
zat. En daar had ie 't
Kaebel schoot, schoot... zijn revolver
leeg op dat punt, vanwaar daar even
het schot was gekomen en laadde
toen opnieuw, uitkijkende.
Voorzichtig begon hij achteruit te
kruipen, maar achteruit te kruipen,
zorgende, dat z'n lijf achter het klef-
walletje en tusschen de hei verborgen
bleef. Dat duurde een heele tijd.
Waar bleef Kaebel Wat deed hij
Werd zijn broek vochtig dat zou
Daniël daar nu wel gaan denken; al
dus meende de veldwachter.
En aan den anderen kant werd Da
niël nu wel wat ongeduldig.
Waarom schoot die gekke veldwach
ter voor niks alle kogels uit de revol
ver Was dat om z'n hazenhart
Maar hij bleef alsnog schuilen; de gek
zat vast en zeker te turen, schotklaar
natuurlijk, ai had ie dan ook gedaan
of ie alle kogels wegschoot.
Daniël wist intusschen niet, dat hij
nu Kaebel de gelegenheid gaf weg te
kruipen. Manes Kabel had 't berekend
en ja, verwacht. Laat Daniël sluw zijn;
maar daar zijn ook nog wel andere
menschen, die ook sluw kunnen zijn,
o zoo. En misschien nog wel sluwer
ook.
D'r kwamen geen schoten meer.
Het was tergend stil in de Peel.
Voorzichtig loerde Daniël eens uit
de sloot, waar ie lag. Gloeiend nog
toe, hij had een dom ding gedaan, dat
besefte hij nu. Die veldwachter was
nog zoo gek niet geweest met dat
schieten.
Zou hij er nog wel liggen Zou hij
niet van ligging zijn veranderd, om
hem hier in de sloot in het vizier te
krijgen
Onder dat schieten had Daniël zich
immers verborgen moeten houden en
had de veldwachter zich op een guns-
tigei plaats kunnen leggen.