THEE doet je goed! FEUILLETON. Schinder Daniël, de scherpschutter. Vergadering Gemeenteraad. Provinciaal Nieuws doch dat deze weg toch noodzakelijk te eeniger tijd van een gesloten wegdek voorzien dient te worden. Of dit het volgend jaar zal kunnen geschieden, is thans nog niet te zeggen, daar niet alleen rekening dient te worden gehouden met den toestand der gemeentefinanciën, doch ook zal moeten worden nagegaan of andere wegen in de gemeente niet eer der aan de beurt moeten komen voor verharding. We kunnen nu nog niet op 1940 vooruit loopen. De Heer VAN HAREN wijst in verband met het tijdelijk verbeteren van wegen nog op den toestand der wegen om en in het dorp. De grint wordt overal los gereden en verdwijnt ten slotte in de bermen. Door een dergelijk besluit te nemen wordt toch niet op een volgende begroo ting vooruit geloopen. De kosten kunnen dan toch op den kapitaaldlenst komen. We behoeven dit later niet te bezien, want de Gemeente kan dan net zoo goed rente en aflossing betalen als de hooge onderhouds kosten. Een tijdelijke verbetering helpt voor zulke wegen niet en daarom moet zooiets ineens goed aangepakt worden. De VOORZITTER zegt, als de Raad van oordeel is, dat een dergelijke verbetering weggegooid geld is, dat de eenige oplossing dan is om ge noemden weg met zoo weinig mogelijk kosten uit den gewonen dienst te onderhouden en vertrouwt, dat, als hierdoor de post onderhoud wordt overschreden, de Raad dan achteraf hieraan alsnog zijne goedkeuring zal verleenen. Hierna brengt de VOORZITTER in stemming het voorstel van Burge meester en Wethouders tot verbetering van den weg vanaf den Deurn^- schen weg tot aan de kerk te Ysselsteyn. De kosten worden dan ver minderd met de geraamde arbeidsloonen, daar deze reeds op de begrooting zijn uitgetrokken, zoodat zij nog blijven f 4090.—. Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de Raad zich met dit voorstel. Vervolgens brengt de VOORZITTER in stemming het voorstel tot verbetering vaa den weg vanaf de kerk te Ysselsteyn tot aan de boer derij van Slangen. Ook deze kosten kunnen met de arbeidsloonen ver minderd worden, zoodat de kosten nog blijven f 7310. Ook dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Hierna brengt de VOORZITTER ia stemming het voorstel van Burge meester en Wethouders tot reparatie van den weg LeunenVeulen. Dit voorstel wordt met 2 tegen 13 stemmen verworpen. Voorstemden de Heeren Houben en Odenhoven, tegen stemden de Heeren Vermeulen, Asselberghs, Goumans, van Haren, van Dijck, Millen, Reintjes, Steeghs, Nelissen, Pubben, Arts, Janssen en van Boven. Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 13 der agenda. „Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vaststellen der ver schillende wijzigingen der gemeentebegrooting 1939 in verband met het voor de uitvoering der in deze vergadering genomen besluiten benoodig- de gelden." Zonder hoofdelijke stemming gaat de Raad met deze wijziging accoord: Bij de hierna gehouden rondvraag vraagt de Heer VAN DIJCK, hoe het staat met het verzoek van den L.L.T.B., afd. Ysselsteyn, tot aan koop van grond in Ysselsteyn. Dit verzoek is al een paar maanden ge leden ingediend. De VOORZITTER antwoordt, dat dit verzoek eerst hedenmorgen met advies van Gemeentewerken is terug ontvangen. De Heer VAN DLTCK had gaarne gezien, dat dit verzoek nu nog behandeld zou kunnen worden. Het loopt nu weer tegen den oogst en de bedoeling is om op dat terrein een strooloods te bouwen. De VOORZITTER antwoordt, dat zeer binnenkort in verband met de regularisatie der begrooting 1938 toch weer een vergadering moet plaats hebben en dat dit verzoek dan behandeld zal kunnen worden. De Heer VAN BOVEN zegt, dat het hem verwondert, dat op deze agenda geen voorstellen voorkomen in verband met het bouwen van een tweede boerderij op de door van Tilburg en Muijsers gepachte gronden. De VOORZITTER antwoordt, dat deze plannen nog niet gereed zijn gekomen. Gemeentewerken en ook van Tilburg zelf hebben de gevraagde inlichtingen nog niet verschaft. De Heer MILLEN informeert naar de vaste aanstelling van Gemeente- personeel en vraagt of dienaangaande nog geen voorstellen kunnen worden verwacht. De VOORZITTER antwoordt, dat dit nog in bespreking en overweging is, doch dat dit punt niet zoo eenvoudig i3 om zoo maar in eens aan de orde te stellen. De Heer MILLEN merkt nog op, dat deze zaak nu al twee jaar hangende is, zoodat de voorbereiding toch wel wat erg lang duurt. De Heer STEEGHS zegt in verband met de agenda niet zoo buiten gewoon goed gestemd te zgn. De VOORZITTER merkt op, dat dit hem spijt. De Heer STEEGHS vervolgt, dat in 3 maanden geen vergadering ge houden is en dat nu de agenda slechts twee dagen tevoren thuis is be zorgd. Dit vindt Spreker riet in den haak. De Raad moest meer bijeen komen, want er zrjn verschillende kwesties, die grondig besproken moesten worden. Zoo bijv. de verbetering van zandwegen in werkver schaffing. Wanneer er eens zoo'n 30 a 40 arbeiders op de wegen werkten, was dit toch ook een mooie sociale verbetering. Andere gemeenten heb ben reeds hun wegen verbeterd en Spreker vreest, dat, als dit hier nu niet gebeurt, het er niet meer van zal komen. Een tusschenduur van 3 maanden is te lang en ook het uur van vergaderen is niet geschikt. 5 uur was een veel geschiktere tjjd, dan kon men thuis eerst nog eens gezellig koffie drinken. De VOORZITTER vraagt, of de Heer Steeghs dan tot 12 uur wou vergaderen. Neen, antwoordt de Heer STEEGHS, we zouden er wel eerder uit scheiden. De VOORZITTER zet hierna uiteen, dat er eerder niets te behandelen was wat van zooveel belangrijkheid is, dat de Raad daarvoor bijeen -eroepen diende te worden. Nu moest in verband met de gunning van de ULO-school vrij plotseling een vergadering belegd worden. Volgens de wet behoeft er slechts 2 x 24 uur te verloopen tusschen de oproeping en de vergadering en hier zijn toeh nog 3 x 24 uur verloopen. Ook zou Spreker de bevoegdheid gehad hebben om den Raad spoedeischend bijeen te roepen en dan had de oproeping zelfs nog op korteren termijn kunnen geschieden. Het is steeds Sprekers streven om de agenda zoo tijdig mogelijk aan de Heeren Raadsleden toe te zenden, daarom moet men er niet over vallen, wanneer zulks eens een enkelen keer wat later geschiedt Door Rurgemeester en Wethouders Is verder reeds veel moeite -edaan om meer arbeiders tewerk te kunnen steUen op de wegen, maar de Insoeeteur van de Werkverschaffing geeft hiervoor geen toestem ming Deze zegt, U begrijpt toch wel, als ik de menschen uit andere "emeenten verplicht om hier te komen werken aan de Peelontginning, ik dan toch niet de Venraysche arbeiders aan andere objecten kan laten beginnen. Vanmorgen is weer een nieuwe regeling gekomen en in ver band daarmede kunnen 30 arbeiders tewerk worden gesteld bij de be- bosschlng, 30 b(j particuliere objecten en de rest moet tewerkgesteld worden bij de centrale werkverschaffing. Wat betreft het latere uur van vergaderen, hiermede zal in het vervolg zooveel mogelrjk rekeniD- worden gehouden. De Heer VAN DIJCK meent, dat de hand- en spandiensten terdege Een Venraysche novelle door Gerard Leramens. Ik zal de burgemeester even gaan roepen, zei An, de keukenmeid, maar kom eikes binnen. Dat zal ik maar doen, zei Kaebel de veldwachter. En als de burgemeester kwam met: Wel, Kaebel, en... begon hij: Nou, heer burgemeester, nou moet ge mij...., maar toen zag hij zoo'n vreemde kriminalist of wat ook in de kamer zitten, waarvan de deur wat open stond en Kaebel wenkte den burgemeester naar buiten. En daar begon Kaebel opnieuw: Nou, heer burgemeester, nou moet u mij een paard geven. Een goed paard. Ik heb bij de huzaren gediend,en ik kan goed rijden. En dan moet ge direct gaan telefoneeren of telegrafeeren, dat ze over 'n dik uur aan alle Brabantsche en Limburgsche Peelkanten waakzaam moeten zijn. Want de moordenaar van Mrie-Nel van het Steegske zit dan in de Peel en hij heet Schinder Daniël en :k ga hem vangen. Ge moet mij een van uw goeie paarden geven De burgemeester had een mooi span. Dat was een noodzakelijk ornament, wat bij onzen burgemeester behoorde. Daar hielp den burgemeester niks aan, maar Kaebel reed weg, naar de Peel toe, de Peel in. Ge zegt er voorloopig niemand nog iets van, behalve als ik er van avond nog niet ben, had Kaebel ge zegd. En de burgemeester had gelachen. Laat dien Kaebel maar eens begaan Maar wel, zei hij, dat hij iemand mee moest nemen en daar er juist een maréchaussee bij den burgemeester kwam, nam Kaebel dien mee. Die heette Tjebbe Tjeerdma; dat was een Iangè Fries met melkboerhonden haar, en 'n maréchaussee uit Horst, die nou met de moord-affaïne in Rooi was. 't Was 'n pootige kerel en hij had een vlug paard. Kaebel moest er wel mee accoord gaan. Misschien was het ook wel beter. -o - De Peel lag er vreedzaam in de late dag. De zon boog zich boven den Brabantschen einder en ze wierp tegen 't Limburgsche heur licht nog tegen twee ruiters op, die op een andere stip toereden, de kar van Koendert op den Krayenhutschen dijk. Toen ze al zoover waren, zei Kaebel: Kameraad Tjeerdma, we hebben een oerdomme fout begaan. En weet ge wat Die is: we rijden uit om een boef te pakken, die zich op een kar verborgen heeft en die ons al kan zieri als wij hem niet zien, die gewaar schuwd is en die zijn maatregelen kan nemen: ge hebt uw politie-uniform aan. En Kaebel keek naar z'n eigen bruin burgerpak. Tjebbe Tjeerdma lachtte hoog. Koud en akelig. Koppig. Dat stuk melkboeren hondenhaar 1 en spottend knepen z'n oogen: ach jij kleinzielige Limburger. Is dat de groote en oerdomme fout, dat ik mijn goed en mooi uniform aan heb Het uniform zal juist imponeeren dat zal 't 'm juist doen 1 ...dat dacht hij, maar zei hij niet. En Kaebel dacht: hij is feitelijk niet de man dien ik hebben moest, ge hebt anders goeie marechaussées genoegen gebruikt moeten worden op de binnenwegen en de voornamere wegen van een gesloten wegdek moeten worden voorzien. De Heer PUBBEN komt nog eens even terug op de kwestie Marcellis, waarvoor de Raad indertijd besloot een vergoeding toe te kennen van f 35.en een wal te rooien. Nu hoort Spreker echter, dat dit rooien nog al duur komt. Daarom zou Spreker thans een nieuw voorstel willen doen. De VOORZITTER antwoordt, dat de agenda is afgewerkt en de Heer Pubben daarom geen voorstellen meer kan doen. Wel kan hg schrifte lijk bij B. en W. een voorstel indienen. Bij een onderzoek ter plaatse is inderdaad gebleken, dat er nog al veel werk te doen is en volgens schatting van den directeur van Gemeentewerken zou het ongeveer f 75.kosten. De Heer PUBBEN meent, dat, als Marcellis dit zelf uitvoerde, hg heel wat voordeeliger klaar kwam. Een schatting van f 75.is veel en veel te hoog. De Heer ODENHOVEN zag gaarne, dat eens proefstukken werden gemaakt met teer van de Gasfabriek en meent, dat dit zeer geschikt zou kunnen geschieden in de Gasstraat, temeer daar dat toch ook een vrij belangrijke weg is. De VOORZITTER antwoordt, dat nu een proef genomen zal worden op een vale in den weg te Ysselsteyn. De Heer REINTJES vraagt of er nog iets komt van de verbetering van de rioleering bij de boterfabriek te Leunen. De buizen liggen daar nu al zoo lang en verschillende zijn reeds stuk gegooid. De VOORZITTER antwoordt, dat nog geen beslissing van Gedeputeerde Staten is ontvangen over het verzoek tot bijdrage in de kosten, doch dat hij verwacht, dat dit thans elk oogenblik kan afkomen. Thans niets meer aan de orde zgnde en geen der leden nog het woord verlangend, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed. Vrijdag 14 Juli 1939. Voorzitter Mr. Janssen, Burgem. SecretarisVan Haaren. Afwezigde heer H. Asselberghs. Nadat de vergadering door den Voorzitter met gebed geopend was, werd de agenda der vergadering aan de orde gesteld en passeerden, zon der dat een der leden er het woord over verlangde te voeren of hoofde lijke stemming noodig achtte, de agendapunten 1 tot en met 5 den Voorzittershamer, zoodat deze pun ten waren goedgekeurd, voor ken nisgeving aangenomen of wel dat de Raad zich met het voorstel ver- eenigde. Voor het onderzoek der Geloofs brieven van de nieuwgekozen Raads leden had de Voorzitter een Commis sie benoemd, bestaande uit de heeren Vermeulen, Goumans en Van Dijck, die zich voor het onderzoek even uit de Raadzaal terugtrokken en na afloop vaD het onderzoek bij monde van den heer Goumans rapporteer den een en ander in orde te hebben bevonden en adviseerden tot toela ting der gekozenen. 6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om met ingang van 16 Juli 1939 de maximum snelheid voor de bebouwde kommen voor motor rijtuigen te bepalen op 45 K.M. per uur. De Heer Reijutjes stelde voor ook voor de kom van Leunen de maxi mum snelheid te bepalen, daar wordt soms kolossaal hard gereden. De Voorzitter zegt, dat hij die zoo rijdt, dat het verkeer in gevaar komt, strafbaar is. De Heer Steeghs meent, dat het ook wenschelijk zijn zou voor Cas- tenray. Het is een wonder, dat er nog geen ongelukken gebeurd zijn op de bekende gevaarlijke wegkrui- sing. De Voorzitter zegt, dat iedereen op gevaarlijke punten bedachtzaam rijdt, vandaar dat er op zulke pun ten de minste ongelukken gebeuren. Bovendien zegt hij overweging toe, om in deze voorschriften te treffen. Z.h.s. goedgekeurd evenals het laatste agendapunt nr. 7. Zoo waren we aan het einde der agenda en constateerden we het groote nut van het ter inzage leggen van meerdere bescheiden met voor lichting op de diverse agendapunten, die ongetwijfeld door onze Raads leden naarstig bestudeerd zijn. Nu stelde de Voorzitter de rond vraag aan de orde, waarbg als eerste Spreker zich meldde de heer Millen, die meende dat in de vorige verga dering besproken was om in deze vergadering te verstrekken een ge detailleerde kostenberekening van de kosten der wegenverbetering. Tot zijn spijt zag hij echter niets. En toch zag hij zoo gaarne de kosten van elke weg uitgestippeld. Hij meent dat de Raad niet voldoende overzicht heeft. De Voorzitter antwoordt, dat er een globale begrooting is opgemaakt, die ongeveer de som van rond de f 800.000.aanwijst, uit welke som alle daarvoor in aanmerking komen de wegen behandeld worden. Deze begrooting is door Gemeentewerken opgemaakt. De heer Millen zegt, dat hij be doelde een afzonderlijke begrooting voor eiken weg, opdat het werk meer overzichtelijk is, dan kan de Raad beter oordeelen. Niet alles in een som uitdrukken. De Voorzitter schrikt van zoo'n vraag, daar er dan zeker een aparte ambtenaar voor aangesteld moet wordenwant ziet eens aan, de voorbereidende werkzaamheden voor den Merseloschen weg vorderden een werkduur van 3 maanden. Deze kosten zgn mede in voormelde som verwerkt. Dan vraagt de heer Millen hoe geschiedt de verharding? de Raad weet van niets, waarop de Voorzit ter zegt, dat dit punt bij de begroo ting aan de orde komt. De heer Millen meent, dat uit het geen hg gehoord heeft, opgemaakt mag worden, dat de weg naar Mer- selo goedkooper gemaakt kon wor den en toch goed zgn, daarom zgn vragen. Hij bedoelde zijn voelhorens eens uit te steken. Zeker, zegt de Voorzitter, er zgn meerdere methodes om wegen te verharden, maar de goedkoopste is nog niet de beste, want dan is het mogelijk dat men over 2 of 3 jaar met dure herstellingen zit. De heer Millen blijft om meer voorlichting vragen, wat den Voor zitter verwondert, daar deze aange legenheid bij het opmaken der loo- pende begrooting besproken is. De heer Van Haren vraagt nog maals om een Commissie in te stellen voor aangelegenheden als deze, dus ook voor de wegenverharding. Inder daad kan hij zich aansluiten bg het betoog van den heer Millen. De Raad weet weinig van deze zaak af. Welke zijn de in aanmerking komen de wegen en welk is de verharding. Verder vraagt Spreker: waarom hebben B. en W. zich zoo streng, vastgehouden aan het door hen in genomen standpunt Het procédé, aan te wenden op de Merseloschen 'weg, acht hij niet goed, daar het schilfert. Bovendien een andere werkwijze zou een voordeel van f 3000.opleveren en toch goed zgn. Het geld moet niet op. De Voorzitter wijst op het rapport van den directeur van Gemeentewer ken, dat indertgd door den Raad is goedgekeurd. De heer Van Haren betwijfelt thans of de directeur inzake wegenbouw wel genoeg ondervinding heeft en vindt Spreker het risico, om alleen op dat compas te werk te gaan, nog al riskant. Een Commissie kon z.i. goed en nuttig werk verrichten, vooral als men zijn oor te luisteren legt in vakkringen. De heer Pubben zag graag dat de aanscheuten gekocht en afgehandeld zouden worden, waarop de Voorzitter zegt, dat dit onder Waterschap resorteert. Bovendien moet men toch ook weten, waar het beste aan den weg begonnen kan wordenin Mer- selo of in Venray. De heer Van Boven vraagt, hoe of de berekening is voor vergoeding reiskosten ten bate van tewerk- gestelden Geschiedt dit vanaf een centraal punt of is het mogelijk te beginnen bij diverse punten. Voor velen hunner was dit z.i. billijker. De Voorzitter zegt, dat hier uit een Centraal punt gerekend wordt. Deze aangelegenheid is zelfs onder Burgemeester v. d. Loo meermalen ter tafel geweest. Hij heeft er echter geen bezwaar tegen, dat langs orga- nisatorischen weg getracht wordt hierin verandering te brengen. De heer Steeghs kijkt al in de toekomst, al maken vele Raadsleden zich er vrooljjk over dat hg een zaak aanraakt, die nog niet aan de orde is maar hg zet door en zegt van meening te zgn, dat Venray best de luxe van 3 wethouders kan permitteeren. De kosten behoeven niet hoog te zijn. Hg stelt zich voor de salarissen der wethouders met f 100.te verminderen en op f 400. te brengen, dan zouden 3 wethouders samen f 1200,toucheeren terwijl de huidige 2 wethouders f 1000. ontvangen. Die f 200.— meer zouden hun rente wel opbrengen, vooral als een der wethouders speciaal werd belast met Openbare Werken, die thans alle aandacht volop verdienen. Voor zoover hg deze zaak kan be kijken, vindt hij het een prachtig voorstel, daar deze functionaris tevens den Raad in bijzonderheden kan voorlichten. De Voorzitter zegt toe, zgn ge dachten hierover eens te zullen laten gaan. De heer Odenhoven informeert eens of de Raad niet eens als College naar de in uitvoering zgnde Peel- werken zou gaan kijken. In een halve dag kon dit wel. De heer Van Djjck roept uitwat in een halve dag Als je alles goed wilt zien heb je wel twee dagen noodig. De Voorzitter stelt voor in de tweede helft van Augustus deze excursie te houden, met het oog op de thans aan de orde zgnde oogst- drukte. De heer Steeghs sluit zich hierbij aan. De heer Odenhoven informeert eens naar de nieuw te bouwen boerderij van Tilburg, waarop de Voorzitter zegt, dat hij hoopt in de volgende vergadering met de plannen ter tafel te kunnen komen Niemand het woord meer verlan gende, wil de Voorzitter zich thans tot de scheidende Raadsleden wen den, daar dit mogelijk de laatste zitting is van dezen Raad. De heeren Houben, Asselberghs, Goumans en Vermeulen hebben zich niet meer laten candideeren. Al kan hij wegens zijn nog kortstondig ver blijf in onze Gemeente geen groot tijdvak de revue doen passeeren, toch acht hij zich verplicht een har telijk dankwoord te richten tot de scheidenden, die hg als goede Raads leden heeft ïeeren kennen. Hg brengt dan ook gaarne zijn dank voor hunne medewerking in tal van gewichtige besluiten. Bijzonder geldt deze dank voor wethouder Houben, die hg heeft Ïeeren kennen als een man van karakter, op wien te bouwen is. Steeds was wethouder Houben tot hulp met raad en daad bereid, wien hg dan ook verzocht overtuigd te zgn van zgn dankbaarheid en ook die der Gemeente. Tijdens de 20 jaar, dat U in den Raad waart, hebt U meermalen eën wethouderszetel in genomen en zelfs in een periode van 2 jaar op een alle lof ver dienende wijze de Gemeente als loco-Burgemeester bestuurt. Zij dit scheiden dan ook niet een verbreken van den band met het Gemeente bestuur. Persoonlijk hoopt Spreker nog vaak van de gedegen adviezen van wethouder Houben te mogen profiteeren, Mijne heeren, ik wenschUenUwe gezinnen tot in de verre toekomst Gods beste Zegen. Met applaus stemde de Raad met deze hartelijke woorden in, waarna de heer Odenhoven als oudste Raads lid eenige woorden sprak tot de scheldenden. Hij memoreerde dat wethouder Houben, weth. Nelissen en wijlen den heer Stoot voor 20 jaar met hem hun intrede deden in den Raad en sluit met den wensch, dat Venray als het ware steeds in groei en bloei moge toenemen. Aangenaam verrast dankt weth. Houben voor de tot hem gerichtte woorden en wijst de hem gebrachte lof terug op den Raad, die buiten gewoon hartelijk steeds medewerking verleende zoo hij voor Venray iets goeds kon verrichten. Tevens dankt hg den Gemeentesecretaris en Secre tarie-ambtenaren voor hun hulp en medewerking. Nadat de heeren GoumaDS en Vermeulen hun dank voor de tot hen gerichte woorden gebracht had den, sloot de Voorzitter de vergade ring met gebed. VENRAY, 22 Juli 1939 Venray straks zonder werke- loozen Op Zaterdag 15 Juli waren in de Gemeente Venray nog slechts 42 per sonen in werkverschaffing/steunre geling opgenomen. Een zoo laag aantal werd sedert begin 1930 niet meer bereikt. Wanneer een aanvang wordt ge maakt met de vernieuwing van den Merseloscheweg en andere in voor bereiding zijnde werken zal de werk loosheid voor deze groote gemeente wellicht heelemaal verdwijnen. In de steunregeling voor kleine grondgebruikers waren op dezelfde datum in zorg: 5 A-boeren; 1 A-tuinder; 64 B-boe ren; 53 C-boeren; 1 B-tuinder en 1 C-tuinder. 'Ruiterfeest te Venray» Het was Zondag j.l. druk in Ven ray ter gelegenheid van het groote internationale Ruitersfeest, dat de ruitersclub „Ons Genoegen" georga niseerd had op het mooie Sport terrein aan den Leunschen weg. Duizenden waren opgekomen om getuige te zijn van dit hippisch festijn. Uit de" aanmoedigingen, die de ruiters bij spannende oogenblik- ken uit het talrijke publiek tegen klonken, kon wel opgemaakt worden met welk een animo de verschillende nummers gevolgd werden. De uitslagen waren als volgt: Harddraven voor alle rassen (Paar den van leden der Vereeniging) 1. S. Willems Weverslo, 2 P. Ver- schuuren Overbroek en 3 Chr. Gou mans Venray. ik had nou liever een andere mee ge had. Dat dacht Kaebel, maar dat zei hij ook maar niet. Vooruit maar. IV. Ze naderden de kar. Koendert sloeg zijn paard, dat 't vlugger doorging en bleef toen alleen wat achter. Hij talmde, hij wachtte. Dag veldwachter, dag e...meneer, zei hij. Kaebel groette terug. Tjeerdma niet. Gijlie in de Peel en zoo Iaat, zei Koendert. Is er misschien wat aan de hand Koendert, zei Kaebel, uw paard loopt u weg; ge moet erbii blijven. We rijden een stuk mee. Vindt ge het goed Wel ja, toe maar, antwoordde Koendert en zette z'n stap weer aan. Maar Tjebbe Tjeerdma kefferde vanaf de hooge paardenrug: Nee, vriend, we zullen hier geen smoesjes gaan verkoopen. We zullen het maar direct doen, wat we te doen hebben. Hij trok de revolver. Handen omhoogIk boei je. We arresteeren jou en jouw broer, die op de kar... Knal Tjebbe Tjeerdma sloeg met z'n ar men, de revolver viel, pang., en toen plofte ook hij, getroffen precies tus schen de oogen Kaebel zag het van het paard. Snel als de bliksem sneed Koendert de riemen los van dat paard en sprong er op. Allee, knol, vort verdikke vort als de bliksem en daar ging ie, hult en bult over de hei. Maar Kaebel, die zich uit voorzorg straks al achter Koendert had gedekt zooveel als hij kon, steigerde mee erug, Nou was ie ver genoeg, ten minste als Schinder Daniël met een revolver schoot. Te oordeelen aan de klank was het een revolver. Kaebel waagde het er op. Hij sprong van het paard en wierp zich plat neer in de hei. Aan Koendert had hij niet veel. Daniël was de snoek die hij vangen moest. Die arme Tjeerdma, met zijn domme takt... dat had ie nooit zoo moeten aanpakken. Ze hadden Daniël best gekregen 1 Ginder stak z'n knie om hoog, 't kwam krek boven de hei uit, 't bewoog wat. Kaebel lag nu in de hei, de revolver getrokken en gericht kroop hij toe; de hei was hier gelukkig nog al hoog. Hij kroop naar de kar toe en mikte... paf... Hij trof het karpaard, dat brie- schend opsprong, met de achterpooten sloeg en geweldig trok en steigerde Een tweede schot trok hij nog op het beest af. Kaebel was, als Daniël, een prima schutter: de eerste maal had ie het paard zoo voor zich, dat ie het dier niet direct afdoende kon raken, daarom het eerste schot. Toen het beest steigerde en trok, kreeg hij het paard meer afdoende kwetsbaar voor zich. Het tweede schot velde het dier. Langs den heiweg lijnde een in dezen tijd op dat stuk droge sloot, 't was hier zoo'n beetje op 'n bult. De bewegingen van het paard en zijn val had de kar doen kantelen en met een paar korven, die van de kar tuimelden, zat Daniël nu daar beschut. En om dien Kaebel maar meteen eens zijn doodelijke ernst te laten zien, knalde hij een wegvluchtende kip ram neer; de veeren vlogen rond. Zou het beest ook het schot tus schen de oogen hebben gekregen, dacht Kaebel. Op dat kantelen van de kar had Kaebel niet gerekend. Hij lag nu wel wat ongunstig, open, alle trefkans, enkel de hei was nog al hoog. Door de sloot evenwel kon hij Daniël niet zien, niet volgen, die kon zich ver plaatsen, zonder dat hij 't merkte. Dat mocht niet zoo blijven. Kaebel begreep dat. Het zou er om gaan, ook dat begreep Kaebel. Anders vonden ze hem 'smorgens, gelijk dien langen Fries daar, met een schotwonde tusschen zijn oogen, gelijk ook dien adelijken Pruisische officier en dien jager en Mrie-Nel van 't Steegske en die koe van Bellekes Klaos merkteeken Schinder Daniël de scherpschutter. Ja, ja. Onze Vader, die in de hemelen zijt..., dat moet nu eerst maar gebeuren, akte van berouw, mijn Heer en mijn God 1 barmhartige God, ik heb spijt over mijn zonden.... Ja, ja, dat moest eerst in orde zijn. Ge kondt niet weten hoe het af zou loopen. Want hij moest toch probeeren Da niël te verschalken; daar zat anders niks op. Misschien dadelijk, misschien eerst dezen nacht; maar nee, 'n ont komen Nee! dat zocht Kaebel niet, 't zou niet eens tot den nacht komen, mogelijk anders. Daar ergens, daar bij dat punt, zat Daniël. Hij moest hem hebben. Daar voor was hij gekomen en daar lag de maréchaussee en hij had het op zijn vork genomen. Goeie morgen! maar daar gebeurde niks. Wachten tot de nacht kwam 't Zou er om gaan. 't Was nou al laat, want de zon hing ginder, geel rood. Kaebel lag in de hei, voorloopig ja, wel verscholen, maar wacht! Hij had al eens gekeken en nou zag hij een stukje verder een aarden walletje, dat was een goede schutting. En als Kaebel met een ruk zich er achter had geworpen, knalde een schot en floot de kogel over zijn rug heen. Goddank, dat was juist bijtijds. Nu prakkizeerde de veldwachter. Als een vliegmotor werkte z'n hersens. Door dat schot wist ie waar Daniël juist zat. En daar had ie 't Kaebel schoot, schoot... zijn revolver leeg op dat punt, vanwaar daar even het schot was gekomen en laadde toen opnieuw, uitkijkende. Voorzichtig begon hij achteruit te kruipen, maar achteruit te kruipen, zorgende, dat z'n lijf achter het klef- walletje en tusschen de hei verborgen bleef. Dat duurde een heele tijd. Waar bleef Kaebel Wat deed hij Werd zijn broek vochtig dat zou Daniël daar nu wel gaan denken; al dus meende de veldwachter. En aan den anderen kant werd Da niël nu wel wat ongeduldig. Waarom schoot die gekke veldwach ter voor niks alle kogels uit de revol ver Was dat om z'n hazenhart Maar hij bleef alsnog schuilen; de gek zat vast en zeker te turen, schotklaar natuurlijk, ai had ie dan ook gedaan of ie alle kogels wegschoot. Daniël wist intusschen niet, dat hij nu Kaebel de gelegenheid gaf weg te kruipen. Manes Kabel had 't berekend en ja, verwacht. Laat Daniël sluw zijn; maar daar zijn ook nog wel andere menschen, die ook sluw kunnen zijn, o zoo. En misschien nog wel sluwer ook. D'r kwamen geen schoten meer. Het was tergend stil in de Peel. Voorzichtig loerde Daniël eens uit de sloot, waar ie lag. Gloeiend nog toe, hij had een dom ding gedaan, dat besefte hij nu. Die veldwachter was nog zoo gek niet geweest met dat schieten. Zou hij er nog wel liggen Zou hij niet van ligging zijn veranderd, om hem hier in de sloot in het vizier te krijgen Onder dat schieten had Daniël zich immers verborgen moeten houden en had de veldwachter zich op een guns- tigei plaats kunnen leggen.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 6