Nederland De Internationale toestand Het Portret paradijs voor de watersport IN DE AFGELOOPEN WEEK De toestand verandert in de laatste dagen nauwelijks. De optimisten zien hierin een teeken dat ook deze storm, die zoo onheilspellend aan den hemel opdoemde, ten slotte nog over zal drijven. De pessimisten zien het als een stilte, die aan den storm voor af gaat en verwachten nog steeds de fatale uitbarsting. Dantzig blijft in het centrum van de be langstelling staan en daar is dan ook vol doende reden voor. De toestand aldaar ver anderde den laatsten tijd heel weinig. De militaire maatregelen schijnen hun beslag voorloopig gekregen te hebben en nu is het over en weer een afwachten van wat de ander doen zal. De Poolsche maatregelen wegen op tegen de Duitsche en men kan dus van een gewapend evenwicht spreken. Deden onlangs geruchten de ronde dat Warschau overwoog stappen te doen in Dantzig, thans wordt dit van officieele zijde tegengesproken. Zoowel de Britsche als de Fransche regeering heeft er bij Polen op aangedrongen met het doen van stappen althans de reactie van Berlijn af te wach ten, te meer daar Chamberlain voornemens was via de radio een waarschuwend woord aan de Duitsche autoriteiten te doen hoo- ren. Polen zal dus afzien van een protest tegen de militarisatie van de Vrije Stad. De geheele troepenmacht bestaat uit onge veer een divisie en daartegen zijn de grens- maatregelen van Polen zeker afdoende, aldus verklaart men van Poolsche zijde. Wel wordt echter van dezelfde zijde de nadruk er op gelegd dat de vitale belangen niet geraakt moeten worden, aangezien men dan voornemens is anders op te treden. Men heeft laten doorschemeren dat in de eerste plaats dan economische maatregelen verwacht kunnen worden waarschijnlijk een algemeene boycot en dat die even tueel gevolgd zullen worden door een ge wapend ingrijpen. Polen verklaart voorts, dat het zich sterk voelt door den steun van Frankrijk en Engeland, maar stelt er prijs op te doen weten dat er van pressie van de zijde van deze beide landen geen sprake is. Polen regelt zijn zaken zelf. In Dantzig zelf zit men niet stil. In den nacht van 6 op 7 Juli zijn acht machine geweren opgesteld in de omgeving van de dokken te Schichau, waar ook regelmatig Duitsche ladingen munitie ontscheept wor den. Alle weerbare Dantzigers hebben zich moeten melden voor de herkeuring. De Dantzigsche inwoners van Poolsche natio naliteit zijn hoewel opgeroepen, kort voor de keuring daarvan vrijgesteld; twintig Dantzigers, die niet opgekomen waren, wer den gearresteerd. Een merkwaardig inci dent merkwaardig omdat het den geest typeert deed zich voor toen Poolschen douanebeambten op het vliegveld van Dantzig, de toegang voor de uitoefening van hun ambtelijke plichten, ontzegd werd. Voorts zijn ploegen grondwerkers onafge broken bezig de kust te versterken, met name in de buurt van Glettkau. Ijskoud cynisme van de „Times". Op eenigszins dubbelzinnige wijze heeft dezer dagen het Engelsche blad de „Times'' de onderhandelingen met Rusland verge leken met een ijsberg. Over acht-negende was men het reeds eens en dat gedeelte was onder water, maar het resteerende negende deel dat boven water uitstak, leverde vooralsnog onoverkomelijke moei lijkheden op. Ijsbergen zijn gevaarlijke zaken en in zooverre is het beeld juist dat men ook voor dezen ijsberg op zijn hoede dient te zijn. Moskou toch heeft ge zien dat het Engeland veel waard is om spoedig tot een definitief resultaat te kamen, dat voor de as-mogendheden niets Een kijkje op de Int. Luchtvaarttenioonsteliing te Brussel, die Zaterda; geopend. Op den voorgrond het Junkers gevechtsvliegtuig Ju 87. aan duidelijkheid te wenschen overlaat. En het is begrijpelijk dat het daar zooveel mogelijk munt uitslaat, ieder goed koopman zou dat doen en wie zal ontkennen dat Rusland over koopmanstalenten beschikt. Hel heeft althans een taaie volhardendheid aan den dag gelegd, die op zich zelf be wondering afdwingt, maar die anderzijds te denken geeft. Wat beoogt Moskou? Het optreden van de sovjet-autoriteiten wettigt het vermoeden dat hun streven weinig idealistisch is. De drie Oostzeestaten, Est land, Letland en Litauen vormen een ern stig struikelblok. Stalin vreest nog altijd dat Engeland te elfder ure zal afzien van het nakomen van zijn verplichtingen en om tegen deze eventualiteit van het „per fide Albion" gewapend te zijn, wenschthet nauwkeurig geformuleerde garantiever klaringen aan alle staten afzonderlijk, die daarvoor in aanmerking komen. Maar de Baltische staten wenschen geen ongevraag de garantie en Engeland stelt zich nu op het standpunt dat het in dit geval geen garantie behoort te geven. Rusland denkt daar anders over. Het is zeer de vraag of men spoedig tot een goed resultaat zal komen, want ook Chamberlain wantrouwt Stalin. Wantrouwen van beide zijden en dan de omstandigheid dat de drie genoemde staatjes niets gevoelen voor het nationaal- socialisme, maar nog veel minder voor het communisme, zijn aanleiding dat zelfs in geval men uiteindelijk tot een overeen komst kwam, dit voor de Sovjets slechts een zeer wankel en onbetrouwbaar bol werk zou zijn. Tweede verjaardag vanden oorlog. Overal in Japan heeft men de verjaring van den oorlog met China gevierd. Deze plechtigheden, waarvan manoeuvres deel uitmaakten, zijn gewijd aan hetgeen men in Japan noemt, de nieuwe orde in Oost- Azië". Relletjes hebben zich hier niet bij voorgedaan, alleen hebben felle patriotten op de Britsche ambassade plakkaten aan geplakt, waarin geëischt werd dat de En- gelschen zich zouden terugtrekken van het vasteland van Oost-Azië. Groote wapen feiten zijn niet te melden. Tsjoengking is voor de tweede maal door Japansche bom menwerpers in den nacht bestookt. Van de vijftig toestellen, die ongeveer een kwar tier boven de stad cirkelden, schijnen de Chineezen er drie te hebben neergeschoten. Iersche nationalisten dreigen. Dezer dagen heeft een geheime zender van het Iersch republikeinsche leger ge dreigd, dat het op elke Engelsche stad een furie van verwoesting zal doen neder dalen, die slechts ruïnes zal achterlaten. In geval van oorlog, zouden zij de Engel- schen saboteeren. De spreker richtte zich daarna tot Lord Halifax, die kon beoor- deelen of de dreigementen van de laatste zes maanden ij del waren geweest. Scotland Yard is op zijn qui vive, want van ver schillende zijden zijn op het bureau weer anonieme brieven ontvangen, zoodat nieuwe daden van terrorisme verwacht worden. Onder meer is Scotland Yard in het bezit gekomen van een uit zes bladzijden be staande circulaire, bestemd voor de leden van de Irish Republican Army. Daarin wordt verscherping van de reeds genomen maatregelen aangekondigd. Bovendien wordt te kennen gegeven dat men alleen bezit wil treffen, maar geen menschen dooden. RIJS LAND ARM VOLK. Nederland heeft in het buitenland over het algemeen den roep, rijk te zijn. Aan dien roep hebben wij het zelfs te danken dat de Duitscher spreekt van „steinreichen Hollander". Is Nederland dan zoo rijk Baadt onze bevolking zich in weelde? Wij weten het wel beter. Maar dat wij in vele opzichten zoo ver verwijderd zijn van rijk dom, als wij zouden moeten opmaken uit een geschrift, dat ons dezer dagen in han den kwam, was toch ook voor ons een ver rassing en geen aangename. Hoewel de schrijver in verschillende op zichten niet is vrij te pleiten van eenzijdig heid, bevat zijn studie een leerrijke strek king; en de meeste Nederlanders, die er kennis mede maken, zullen even verwon derd staan over verschillende nuchtere feiten, als wij. Wie zou bijvoorbeeld ooit hebben gedacht, dat wij Nederlanders, be woners van het zuivelproductenland bij uitnemendheid, op een lijstje van 16 lan den de bedroevende plaats innemen van veertiende als verbruikers van boter, zelfs nog na Duitschland, waar boter, naar het in het buitenland heet, tot den rang van weelde-artikel is verheven Wij kunnen het niet als een pleister op de wond beschouwen, wanneer de schrijver daarbij tevens vermeldt, dat wij hier van al de 16 bedoelde landen het bedenkelijke voorrecht genieten, op één na den hoog- sten kleinhandelsprijs te betalen! Naast klassen, die zich in weelde baden, treft men hier, zoo goed als elders, klassen aan, die niet het minst deel hebben aan de beteekenis van ons land als kapitaal-reser voir. Er bestaan ook in ons land, helaas, standen die het peil der armoede hebben bereikt, of die het bedenkelijk dicht nade ren. Dat dit zoo is, en dat de nood veel hooger is gestegen dan vélen denken, blijkt overduidelijk uit het bovenbedoelde lijstje. Een dergelijk lijstje kan men beschouwen als de barometer voor de welvaart van de bevolking van een land. Welnu, dit lijstje geeft een afschrikwekkend beeld van den stand van zaken in ons land. Er blijkc uit, dat wij op het gebied van het verbruik van verschillende consumptie-artikelen bedenkelijk achteraan komen. Het lijstje levert het bewijs, dat een aanzienlijk deel van ons volk op den rand van ondervoe ding leeft. Rijkdom van een volk is een rekbaar begrip. De eenling heeft er bitter weinig aan, dat zijn land onder de andere landen als „rijk" bekend staat. Voor hém komt het er op aan, over voldoende middelen te beschikken, om van de noodzakelijkste levensmiddelen en andere levensbehoeften zooveel te kunnen inslaan, dat hij voor honger en gebrek gevrijwaard blijft. Deze feiten vaststellen is één ding; er verbetering in trachten te brengen is een tweede maar tevens de hoofdzaak. De schrijver zou dit willen bereiken door meer werk voor de binnenlandsche markt, maar dan zonder regelingen en ordeningen van bovenaf. Als wij hier minder ordening hadden en meer vrijheid, betoogt hij, min der belastingen ook, dan zou er ongetwij feld heel wat meer voor de eigen markt geproduceerd kunnen worden en zou er, dank zij de op die verhoogde productie gemaakte winst, een steeds opnieuw aan zwellende welvaart zijn. Wij helpen het den schrijver wenschen, dat die „aanzwellende welvaart" eenmaal van theorie tot werkelijkheid zal worden verheven VAN DE WEEK EAMON DE VALERA, DIE DE VRIJ HEID VAN IERLAND BEVOCHT. Opnieuw is de eeuwenoude veete in het land van Sint Patrick uitge broken. Een waarschuwende stem heeft zich via den aether doen hooren. De leider van deze beweging is Eamon de Valera. Zijn wieg stond in New York, waar hij geboren werd als zoon van den Spanjaard Vivian de Valera en diens Iersche echtge- noote. Reeds op tweejarigen leeftijd verliest hij zijn vader en met zijn moeder en verdere familie steekt hij over naar Ierland. In 1906 werd hij hoogleearar in de wiskunde en trad in 1913 toe tot het verbond „Sin Fein", dat beteekent„Wij zelf". Aan den Paaschopstand van 1916 had hij een werkzaam aandeel en ontkwam slechts aan het doodvonnis door zijn Amerikaansch burger schap; niettemin werd hij tot levens langen dwangarbeid veroordeeld. Na drie jaar werd hij echter vrijgelaten en in het Parlement gekozen als af gevaardigde en leider van „Sin Fein". In 1918 werd hij opnieuw ge arresteerd. Dit werd aanleiding dat de Sin Feiners enkele maanden later de Iersche Republiek uitriepen en Eamon de Valera, hun leider en martelaar tot president kozen. Hij ontsnapte uit de gevangenis en ijverde in Amerika met succes voor den Ierschen Vrijstaat. Later legde hij den eed af aan den Engelschen Koning, waarvan splitsing in zijn partij het gevolg was. Na enkele jaren kwam hij aan het hoofd van zijn nieuwe partij in het Parlement en werd voorzitter van den Staats raad, hetgeen eigenlijk gelijk staat met president van de Iersche Repu bliek. f BEKIJKT UW LAND VAN DEN •Sf WATERKANT en geniet van het eeuwig motief: wolken wind en water. f Eindelijk is weer de tijd aangebroken dat duizenden en nog eens duizenden ij naar buiten trekken, de vrije natuur f in, te land en te water. Het mag een ge- lukkig verschijnsel heeten dat het aan- J tal watertouristen, wanneer men hen tenminste zoo noemen mag, gestadig J" toeneemt. Gelukkig komen steeds meer j bewoners van de lage landen tot de i ontdekking, hoe schoon hun land is I wanneer zij het van den waterkant be kijken. Voor den zeiler, de kanovaar der, den motorbootbezitter, kortom voor alle beoefenaren van de water- l sport openen zich nieuwe perspectie- ven. Zij leeren hun land van een an- dere zijde, dat wil zeggen met andere i oogen zien. Het land is anders, het- geen voor den watersporter ongeveer synoniem is met schooner. „Zoo kende ik m'n land nog niet", hoe dikwijls hebben we in het volle sei- zien deze uitspraak niet gehoord van jeugdige, enthousiaste watervrienden, En hoe verheugend het op zichzelf reeds ls dat velen hun vertier en ontspanning op het water gaan zoeken, het ver- schijnsel is juist in dezen tijd zoo wel- j kom, omdat allerwege waterlandschap J bedreigd wordt door radicale plannen van rijk en gemeenten. Soms is het een nieuw aan te leggen weg, die mee- j doogenloos geprojecteerd wordt door j schilderachtige plassen, andermaal be- i sluit een gemeente het nabij gelegen meer te bestemmen als stortplaats j voor stadsvuil. Heel wat waterschoon is daardoor reeds te loor gegaan. Daarom: f hoe meer watervrienden, hoe beter, dan f kan de actie tegen het vernielen van j ons kostelijk waterlandschap tenminste I krachtiger gevoerd worden. NEDERLAND is vanouds het land van de watersport in al haar geledingen. Voor ditmaal zullen wij aan een tak van de watersport, wel de aantrekkelijk ste en meest gracieuse, ook voor den leek, met name het zeilen, onze aandacht wijden. Men ga maar eens op een zomerschen dag kijken aan de Kaag (b.v. vanuit „Het Kom pas", bij Dirk van Nieuwkoop) aan de Loos drechtsche plassen, of de beroemde meren van Friesland. Edel en voornaam teekenen zich dan te gen den blauwen hemel de ranke, witte zeilen af. Daartusschen vaart trotsch een enkel groot jacht, machtig en majestueus, maar niet meer van dezen tijd. Vooral de laatste jaren kan men een drang naar het eenvoudige leven in de natuur waarnemen en vooral de watersport en in het bijzonder het zeilen, zijn daarbij wel gevaren Het i> ook een teeken des tijds dat de groote. kostbare zeiljachten, met hun smetteloo; blanke dekken, hun glimmend gepoetst kc> perwerk en betaald personeel, steeds min der de jachthavens bevolken. De economi sche depressie heeft zich juist op dit lux» gebied zoozeer doen gelden. Maar daar staat tegenover dat het groote publiek al- het ware wakker is geschud voor de klei nere. Het is geen toeval dat deze 'juist all; zestien vierkante meter zeil voeren, wan: dat is het door de wet gestelde minimum dat nog belastingvrij is. Gelukkig verdwijn deze belasting binnenkort. De groei van de zeiïsport in Nederlan- mag van betrekkelijk jongen datum zijn de sport zelve is oer-Nederlandsch. Voerei niet de aanzienlijke kooplieden uit de ze ventiende eeuw, die hun buitenplaatsen hadden aan Vecht en Am stel, daar rond op hun speeljachten en bootsten zij zoo niet de zeeslagen uit de vaderlandsche geschie denis na? Engeland was het, dat den eersten stoot gaf tot het wedstrijdzeilen. Aanleiding daartoe was het geschenk in den vorm van een zeiljacht aan den Engelschen koning. Het jacht was van Nederlandsche makelij. In Engeland begon men de vormen te per- fectionneeren. De bootvorm werd scherper, waarbij men dankbaar profijt had getrok ken van smokkel vaartuigen en snelle dou- anekotters. Langzaam maar zeker zijn daar uit de wedstrijdtypen gegroeid, zooals we die tegenwoordig kennen. Het is niet on vermakelijk, wanneer men zich bij zoo'n wedstrijd schaart onder de toeschouwers, die zelf niet zeilen Menschen, die nooit ge zeild hebben, de befaamde stuurlui aan den wal en dus slechte stuurlui houden hun hart vast, wanneer zij de lichte vaar tuigjes zoo ver overstag zien gaan. Inder daad maken de zeiljachten, die bij den leek de gedachte wekken buitengewoon veel tui gage te voeren, spoedig den indruk, dat zij met het laagste boord onder water komen en dan is steêvast het gezegde van deze stuurlui aan den wal, dat het verregaande waaghalzerij is. Wie eens gezeild heeft, zeilt niet gevaarlijk. Vooral de Nederlanders mogen zich ge lukkig achten dat hun land zoo wel door sneden is met vaarten en rivieren en dat het het zooveel meren en plassen telt. Hol land. Zeeland en in het bijzonder Friesland zijn rijkelijk bedeeld. Daar staat het hart der watersporters wijd open. Want hier wordt hun een unieke gelegenheid gebo den om trektochten te maken, groot of klein, hier brengen zij na een vermoeide week werken het week-end door en wat kan er gezonder zijn dan een heelen dag op het water. Het zeilen is wellicht een van de beste sporten. 7.ij is niet alleen gra cieus, maar ook gezegd, omdat de zeiler, die tegelijk het roer en de zeilen bedient zijn Het is hard werken op een zeewaardig jacht, wanneer de schoot aangehaald moet worden. 0 spieren die in het dagelijksche leven niet of nauwelijks aan de beurt komen, krach tig kan ontwikkelen. Bovendien is de bui tenlucht heerlijk en gezond, vooral op het water uit den aard der zaak bijzonder frisch. Bovendien heeft een zeilboot voor op de motorboot dat hij gedreven wordt door den wind. Het is zaak dat de zeiler een handig gebruik maakt van die natuur krachten, de bedoeling is er zooveel moge lijk uit te halen. Het is bijvoorbeeld zaak om een plas tegen den wind in over te ste ken en daarbij zoo weinig mogelijk te la- veeren, dat wil zeggen, dat men zoo weinig mogelijk over en weer gaat. Is het dan wonder dat in deze menschen als het ware de harteklop der natuur voelbaar wordt? Zij zijn als trekvogels. Nadert het sei zoen dan duiken zij overal op. De booten worden weer te voorschijn gehaald, aan een zorgvuldige inspectie onderworpen, verf- en vemispot worden voor den dag gehaald, want aan een goede boot mag niets man- keeren. Reeds bij de eerste lentestralen, wanneer de natuur nog moet ontwaken, zijn zij present. En dan blijven ze tot diep in de herfst in de weer. De echte water sporter zit in tegenstelling met den Zon dagszeiler wanneer hij maar even kan, op het water. Daaraan heeft hij zijn hart verpand en geen slecht weer kan hem de ren. In regen, weer en wind kan men hem op het natte element vinden. Er is zoo dikwijls, juist van de zijde der kano- en motorbootvaarders, gezegd, dat zeilers luilakken zijn. Immers de wind drijft hen voort Maar wie eens aan boord van een zeiljacht bij stevigen wind, de mannen met opgestroopte mouwen in het zweet huns aanschijns heeft zien zwoegen, hij weet dat de zaken hier anders storm De zeiler, die den geheelen dag op het water vertoeft en gedurig in actie is, voelt des avonds zijn spieren geducht. En in het bij zonder aan den wedstrijdzeiler worden bij zondere eischen gesteld. Juist omdat het hier kracht betreft, blijft deze tak van sport meestal voorbehouden aan het mannelijke geslacht, hoewel men tegenwoordig al meer en meer zeilsters ziet, ofschoon in wed strijden komen zij uit den aard der zaak slechts zelden uit. Waarom de stap niet gewaagd? Velen kunnen er maar niet toe besluiten den grooten stap te wagen, omdat zij, latep we het eerlijk zeggen, bang zijn. Nu laten wij hier een autoriteit op het gebied van het zeilen, den heer H. C. A. van Kampen, die in zijn standaardwerk „De Zeiïsport", dat elke zeiler kent en waarin elke adspi- rantzeiler zich maar eens moet verdiepen, aan het woord: „Laat ik u zeggen, lezer; de zeiïsport is iets kostelijks! Wanneer uw scheepje over hangend door de kracht van een bollen wind over het water schiet, wanneer wan ten, stagen en schooten gespannen staan als vioolsnaren en de wind er zijn lied doet hooren, wanneer het water door den boeg opzij geworpen, tot schuim geslagen langs de flanken van Uw vaartuig schiet, als de zon haar kleuren toovert in het overspat- tend buiswater, dan is het een genot te we ten, dat gij als stuurman dat alles be- heerscht. dat gij op dat oogenblik meester rijt op uw kleine gebied. Steeds is er afwisseling; richting en kracht vm de wind veranderen voortdu rend en maken nieuwe manoeuvres noodig Sn»! h'v. j.iimn en «me! bandelen zyn dikwijls noodzakelijk en dat alles beteekent gewin aan gezondheid, aan lichaamskracht, aan zenuw vermogen. Laat de wind u in de steek, ook dan vindt gij ontspanning in het onderhoud van schip en tuig, in muziek en gesprek, in vreedzame contemplatie. Aan boord behoeft men zich nooit te vervelen. De zeiïsport is niet gemakkèlijk; ze eischt niet alleen een koel hoofd en een stevige vuist, maar ook kennis van het schip en van zijn eigenschappen, van het weer, het water en den wind. Juist daar door onderscheidt zich de zeiïsport van de andere takken van sport; zeilen is een sport van hoogere orde dan autorijden, voetballen of tennissen, het staat ook hoo ger dan zwemmen, waarbij een zelfde be weging uit den treure herhaald wordt en verheft zich zeker verre boven het motor bootvaren, waarbij een doode kracht, de motor, het werk doet, een kracht, die door een beweging met een handvat naar belie ven aan het werk gezet of uitgeschakeld wordt. Zeilen is anders, zeilen is meer, zeilen is beter. Het vergt van het tweetal in een klein jacht, den roerganger met het schoot- touw en den man, die voor de bediening van de fok, het kleine puntige voorzeil, zorgt, letterlijk alles. De wind en het wa ter zijn onberekenbaar en luimig. Uit alles moet de zeiler zijn voordeel weten te halen. Eerst dan is hij een goed zeileren een sportsman in den hoogsten zin des woords. Radio in het riet. In het bijzonder de kanovaarders maken zich schuldig aan het verwekken van ge rucht, dat de heerlijke stilte op een water vlakte danig kan bederven. Waaraan is het toch toe te schrijven dat men zoo dikwijls een schreeuwerig gramofoontje meeneemt, waarop den lieven ganschelijken dag de zelfde uitgesleten plaatjes gedraaid wor den. Misschien kunnen vele menschen niet goed tegen de stilte van het wijde land en moeten zij altijd iets om zich heen hooren, maar laten zij denken om andere water sporters, die juist de stilte zoeken in de vrije natuur. En toch is het niet noodig om het con tact met de buitenwereld te verliezen, want tegenwoordig brengt Philips draagbare ra dioapparaten in den handel, zoodat men, wil men dan beslist wat afwisseling hebben, tusschen het riet genoeglijk kan luisteren naar zachte muziek of persberichten. Maar een goede raad, wanneer gij een dergelijk toestel meeneemt naar buiten, zoek dan een afgelegen plekje op en zet het toestel zoo zacht mogelijk aan, opdat anderen er geen hinder van zullen onder vinden. De watersport wordt op vele manieren bedreigd. Wij wezen reeds op de uiterlijke verstoring van het waterlandschap door al lerlei radicale plannen van overheidswege, imaar ook de watersporters zelf treft een I blaam, wanneer zij de stilte verstoren.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 12