TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Heemkunde. FEUILLETON. Een meisje in de Wild West. Electrische stroom rond de weiden. Zaterdag 10 Juni 1939 Zestigste Jaargang No 23 ENKELE GREPEN UIT DE GESCHIEDENIS VAN DE GEMEENTE VENRAY. Het dorp Venray ligt tussen de Loobeek, die bij Vierlingsbeek en de Molenbeek, die bij Geijs- teren in de Maas stroomt. In 't Zuiden der gemeente ligt de Lol lebeek, een zijtak van de Wans- sumsche beek. In de oude tijden, toen de afwatering nog niet zo goed geregeld was, hadden de veen- en broekgronden nabij deze beken een zeer grooten omvang en het eerste werk der mensen, die te Venray een dorp gesticht hebben, zal wel geweest zijn het uitrooien van het oerwoud langs deze vennen. Vandaar de naam Venrode, later Venray. Het dorp Venray is omgeven door een krans van gehuchten en kleinere dorpen. in 't Noorden ligt de Smakt; in 't Oosten Oostrum en Oirlo; in 't Zuiden Klein-Oirlo, Casten- ray, Leunen en Veulen; in 't Westen Heide, Weverslo en Mer- selo. Ten Westen van de oude cultuurgronden strekt zich de on metelijke Peel uit, waar pas sinds enkele jaren nieuwe r.ederzettin gen verrijzen; zooals 't dorp Ysselsteyn. Als een spinneweb lopen in 'l dorp van Venray de wegen bijeen die de gehuchten met de hoofd plaats verbinden. Verschillende van deze wegen zijn van grote betekenis voor het doorgaand verkeer, zooals de Provinciale weg van Venlo Blerik over Horst naar Maashees, verder door het land van Cuyk langs de Maas. Niet minder druk is de weg van Deurne over Ven ray naar 't pontveer te Wanssum, en de weg naar de Brabantse Peeldorpen Overloon en Oploo. De grote vlakte der Peel bracht van oudsher gevaar voor zand verstuiving mee, terwijl ook op verschillende plaatsen tussen de be"en uitgestrekte duinen worden aangetroffen. Niet alleen om van de voor de landbouw ongeschikte gronden iets te trekken, maar ook om den wind en het zand, dat hij meebracht tegen te houden, zijn rond de oude cultuurlanden bossen aangelegd, die een grote sieraad voor 't landschap zijn. Vooral is dit geschied toen de heidegronden voor de schapen teelt, eeuwenlang een hoofdbron van inkomsten voor de inwoners van Venray, ophield te bestaan. Er is een tijd geweest, da* Venrayse schaapherders van de Oostzee en de Russische grens, dwars door Duitschland en Ne derland naar Frankrijk, tot aan de Middelandsche Zee, met hun kudden zijn getrokken. De Peel was als het ware voor de scha pen een onbegrensd weideland. De Peel leverde echter ook de turf, naast 't hout, de brandstof der voorvaderen. I 33 Laat mij iets drinken. Dank u Dok ruiver water is goed genoeg voor mij, zoolang er genoeg whisky in is om de flauwe smaak te verdrijven. Nog maals dank. Opgefrischt keer ik tot het onderwerp van mijn verhaal terug. Ik waarschuw u echier, dat er nog heel wat te vertellen is. Waar was ik ook weer? O ja,in Sonora. Zooals gezegd, begonnen mijn verdenkingen hoe langer hoe meer vasten vorm te krijgen. Het heelt me veel geholpen, dat ik later naar Black Butte kwam met een sterk vooroor deel tegen Carver en al zijn plannen en daden ik kon do .algemeene ach ting", die hij hier genoot, niet deelen. Ik wist, wat de anderen in deze streek niet wisten en ik beschouwde hem als een gehaaiden bedrieger. ik had toen al dadelijk van Mexi co naar Black Butte moeten gaan maar ik deed het niet. Ik keerde naar Cali- lornie terug en nam wat geld op. Dat kleine uitstel haalde een streep door mijn rekening. Toen ik hier aankwam was het te laat om Oom Bartotomé te bewerken of de Cortez bezitting tot mijn hoofdkwattier te benoemen. Oom Bart was dood en een vreemdeling, Wallace, was bezitter van de Ranch der Zwarte Steenen. Ik moest mijn plannen toen vlug veranderen en een beetje defectieven- werk voor mij zelf doen. ik verdween weer voor korten tijd en keerde terug onder de vermomming van een nederig Geen wonder, dat deze voor menselijke nederzetting zeer ge schikte streek, een oude geschie denis heeft. In 1220 wordt Venray reeds, als gebied behorende tot het Hertogdom Gelder, genoemd. Toch zal het voor dien tijd ook behoort hebben tot 't Land van Kessel, zoals 't overige gedeelte van Noord-Limburg op de linker Maasoever, zullen hier de Romei nen doorgetrokken zijn, zal Sint Wilberi aan de over Rijn en Maas gekomen Saksers en Franken het Evangelie hebben gepreekt. De gemeente Venray van heden was vroeger de heerlijkheid Ven ray met eigen schepenbank en de heerlijkheid Oirlo en Spra- land bij Oostrum. Venray zelf heeft zover wij welen nooit een kasteel gehad. Vermoedelijk was de hertog zelf de heer. Toen deze, en wel in persoon van de koning van Span je, de heerlijke rechten in 't jaar 1673 aan de heren Bouwens van der Boyen van Nerische verkocht, woonde deze familie op het kas teel Makken bij Holthees (Noord- Brabant) niet ver van de Smakt, dat zij erfden van de heren van Boekholt. Jan Albert van Bouwens deed in 1699 de markt te Venray her leven. Hij had twee dochters, waarvan de een trouwde met een baron van Hugenpoth, die hem als heer der heerlijkheid opvolg de. De andere dochter trouwde met een heer van Overschie, wiens nakomelingen in het bezit der heerlijkheid kwamen na het uitsterven van deze tak der fa milie Hugenpoth. Nochthans is deze familie van Overschie eigenaresse van de hoeve, gronden en bossen beho rende bij het voormalige kasteel Makken, dat door ouderdom is vervallen. Wel was er nabij Oostrum een kasteel, genaamd Spraland, waar van bekend is, dat 't reeds in 1257 bestond. Het wordt ook nog in 1424 genoemd. In 1532 wordt enkel maar gesproken van een „hof stad". De heren van Spraland waren tot de 18de eeuw meestal ook heren van Oirlo. Als heer dezer heerlijkheid staat in 1257 Gerard van Ooy beschreven. Zijn opvolgers waren door huwelijk de heren van Ap- peltern. In 1401 treedt echter Willem van Broekhuizen, heer van Geijs- teren, ook als heer van Spraland op. Met Geijsteren ging Spraland in 1484 over op de familie van Eyll en in het jaar 1542 aan de graven van Schellart, de voorzaten van den tegenwoordigen eigenaar, wiens familie in 1806 door huwe lijk is opgevolgd. De kerk van Venray dateert van 1401. Echter heeft in 1224 ook al een kerk bestaan, waar van het patronaatsrecht door den graaf van Gelder werd overge- gedragen aan het Munster van Roeimond. De kerk is rijk aan kunstschat ten, meestal verkregen in een tijd, toen 't elders nog onveiliger was. Want ook Venray heeft veel gevaren doorstaan. De kerk te Merselo, Oostrum en te Oirlo hestonden reeds in 1400, die te Leunen in 1431 en de kapel te Castenray in 1485. De kapel vanVeltum is van 1668 en de oude kleine kapel op de Smakt van 1699. De grote kapel van de Smakt en de kerk van Ysselsteyn zijn van nieuweren datum. Natuurlijk hebben ook aan de oudere kerken in den loop der eeuwen verbouwingen plaats ge had. Verschillende dezer kerken hadden gebrandschilderde glazen ramen, die, zoals wordt beweerd nabij „de Boschhuizen" zouden vervaardigd zijn. Jammer, dat deze verloren zijn gegaan en ook, dat deze tak van nijverheid niet meer beoefend wordt. Omstreeks 1220 werd te Venray een klooster gesticht, met een kapittel van vier kanunniken. Het klooster „Jerusalem" da- teeit van 1422 en de zusters leefden volgens de regels van den H. Augustinus. In 1838 kwa men de Ursulinen. in 1647 werd het Francisca nenkloostergesticht. OokinOos- trurn stond een klooster, dat in 1450 door Jan van Broekhuizen was geslicht voor paters van dezelfde orde, die echter in 1468 naar Straelen verhuisden, alwaar de heer Adolf van Gelder, uil dank voor zijn overwinning over de Kleefsen, 't klooster „In '1 Zand" had gesticht. in 1474 kwamen in hun plaats zusters van dezelfde orde. Tijdens de Franse revolutie en overheer sing werd dit klooster opgeheven, verkocht en afgebroken; de laat ste zusters verhuisden naar Geijs teren, naar 't huis, dat thans als „Oude Pastorie" bekend staat. In 1423 heeft de Hertog Ar nold van Gelder een bezoek gebracht aan Venray en bij die gelegenheid een einde gemaakt aan de moeilijkheden, die de Burgers de zusters van „Jerusa lem" in de weg legden. Tijdens den strijd der Bour gondiërs met de Hertogen van Gelder om het bezit van 't Her- togendom werd Venray door 3000 lansknechten en 1500 ruiters, in dienst van Keizer Maximiliaan geplunderd. In 1572 werd Venray bezet en geplunderd door troepen van den Prins van Oranje, die Gelder en Roermond veroverd had, maar Venlo nog niet in zijn macht kon krijgen. Korten tijd daarna waren 'tde Vendels van den Graaf van Hey van 't kasteel Boxmeer, die in Venray haalden, wat zij meenden nodig te hebben. Daarna waren 't Franse troepen, die te Venray waren gelegerd. Voor en na de slag van Mook in de Paasweek 1574 legerden te Venray troepen vandenSpaan- sen generaal Sancho d'Avilla, vooral de ruiters van Schenk. In 1579, na de val van Venlo, waren 't de troepen van Hohen- lohe, generaal van 't Staatse leger, die Venray en vooral de kloosters leeghaalden en van daaruit deelnamen aan 't beleg van Well, dat door Maarten Schenk werd verdedigd. in 1588 liet deze, toen weer om Well gevochten werd, Venray in brand steken. Ook het kasteel Geijsteren werd in dat jaar in puin gelegd. 1599 was 't jaar van de grote misoogst, bovendien werden de dorpen der gemeenten opnieuw door Staatse troepen, die de Spaansen op den Bommelerwaard in den rug wilden vallen, opnieuw geplunderd. In 't jaar 1602 trok in Juni een Staats leger en in Juli 'n Spaans leger door Venray, in de richting Grave. In 1608 waren 't Engelse troe pen, die in Venray onderdak zochten. Tijdens de Spaanse successie-oorlog legerden in 1706 Pruisisse troepen in Venray. Na den vrede van Utrecht in 1713 werd ook Venray, zoals 'I overige deel van het Overkwar- tier Pruisis gebied. In 1738 bracht de Pruisisse koning met zijn zoon een bezoek aan de gemeente 't Schijnt, dat de koning zich toen zeer geïnteresseerd heeft voor de vaststelling der gemeen tegrens in de Peel, voor de be bossing, voor aanleg van goede wegen en de verbetering van 't lager onderwijs. in 1794 hadden de Pruisen 't land verlaten om de Rijn tegen de troepen der Franse Republiek te verdedigen. Het jaar 1813 zag de Fransen met snelle spoed vertrekken en een Hollands leger optrekken tot beleg' van Venlo. Het verdrag van Parijs in 1814 en 't congres van Weenen in 1815 voegde een groot gedeelte van 't oude op- perkwartier Gelder, 't land van Kessel en een strook op de rechter Maasoever bij 't konink rijk der Nederlanden. Na de afscheiding van België in 1830, kwam ook Venray onder Belgis beheer. Het heeft nog 9 jaar geduurd alvorens over de toekomst van de tegenwoordige provincie Limburg werd beslist, zodat in dit jaar, 1939, alle aan leiding is, om 't besluit van Ko ning Willem I te herdenken, waarbij deze de voorstellen der groote mogendheden op de con ferentie te Londen bijeen, inzake der verdeling van Limburg en Luxemburg, heeft aanvaard. Het was in Juni 1839 dat voor het eerst weer, sinds bijna 9 jaren, de rood-wit-biauwe vlaggen ook te Venray op den toren mochten wapperen. Geen prikkeldraad meer In Dansk Arbejde, het orgaan van de vereeniging Deensch fabrikaat, aldus het Alg. Landbouwweekblad, troffen we een artikeltje aan over bovengenoemd onderwerp. Het schijnt, dat in Denemarken nogal propaganda wordt gemaakt voor het maken van electrische af scheidingen tusschen landerijen. Zooals bekend heeft het gebruik van prikkeldraad schaduwzijden. De Deenscbe huidenhandel consta teerde, dat tot 90 pet. van de Deen- sche runderhuiden is beschadigd. Zoowel voor de veehouders als uit nationaal-economisch oogpunt be- teekent dat een aanzienlijk verlies. Uit Amerika is het denkbeeld over gewaaid om het prikkeldraad door een electrische afrastering te ver vangen. Men gebruikt daarvoor een zwakken stroom, welke elk gevaar buitensluit. Een Deensch fabrikant, Jensen genaamd, heeft het systeem beproefd, spoedig door anderen ge volgd. In plaats van drie rijen prikkel draad heeft men bj electrische af rastering slechts één dunnen draad, vastgemaakt aan lichte paaltjes. Het geheel is gemakkelijk te plaatsen, als de beesten worden verweid. Door den dunnen draad wordt 'n electrische stroom geleid, afkomstig van een batterij en zoo geregeld, dat er per minuut 30 50 stroomstoo- ten worden gegeven. De stroom is niet sterker dan wordt toegepast bij bet aanzetten van een auto. Onze landbouwhuisdieren, zooals koeien, paarden, varkens en schapen hebben er echter respect voor. Bij aanraking van den draad heb ben ze een licht gevoel van pjn, waardoor ze zich spoedig op een af stand houdeD, zelfs als ze den draad en de paaltjes gemakkelijk zouden kunnen omverwerpen of eroverheen kunnen springen. Zoodoende vormt de electrische draad een betere afscheiding dan de soliedste prikkeldraadversperring.. Bovendien is ze goedkooper, daar men op dra?d, palen en arbeid be spaart. Men meent dan ook in Denemarken dat de besparing gemakkeijk op weegt tegen de aanschaffing van 't electrische apparaat, zijnde de elec trische batterij en de stroomrege- laar. r.j Mexicaansche werkman. Er'zijn genoeg Mexicanen met blauwe of grijze oogen zooals u weet en ik spreek hun taal even goed als het Engelsch. Noch Wallace, noch zijn opzich ter Young besteedden veel aandacht aan de Mexicanen, die in de hutten ten Westen van de beek woonden. Ik leefde er ongeveer een maand en ver diende een schamel loon door mijn landgenooten Claudio en Miguel met allerlei werkjes te helpen. Als er hout te hakken was, deed ik dat in de Schapen Canyon, om de eenvoudige reden, dat de oude brieven duidelijk genoeg vermeld hadden, dat de zwarte steenen daar te vinden waren. Wat ik vond was tungsten, of wolfram, of wolframiet. Tungsten is de naam van het scheikundige element, en wolframiet is het erts, waarin het gewoonlijk gevonden wordt, een soort ijzermangaan als u de technische om schrijving weten wilt. Er is niets moois of romantisch aan het goed, zooals aan goud, zilver of edelsteenen, maar het is allemachtig nuttig en de vraag ernaar is al langen tijd grooter dan het aanbod. - U hebt trouwens gezien, wat er gebeurde, toen ik Carver in zijn ge zicht zei, dat ik er alles van wist en hij dus merkte, dat zijn spel verloren was. Hij wist drommels goed, hoeveel waarde tungsten voor de staal- en bronsindustrie heeft en welke winsten men verwachten kon van een mijn vlak bij een industrieplaats. Men kan het Soed hier twee cent of meer onder den hineeschen prijs verkcopen. Geen wonder, dat hij Miss Moran vijfentwintig duizend dollar in contanten voor de Bar Hafter K betalen wilde. Ik wil niet dat u denkt, dat er bovennatuurlijke schranderheid voor mij noodig was om het goed te vinden. Die veroverende voorouders van mij waren op hun gemak gesteld, zooals zoo velen van hun ras en generatie. Zij waren volkomen tevreden met het land en met wat het hun opbracht. De men- schen, die de Hildalgo Bergen onder zochten, bleven bij de beken. Ze zochten naar goud galena, mis schien nog koper. Tungsten laat geen duidelijke sporen in het gesteente ach ter, zooals koper; de geologen kwamen dus terug en berichtten, dat er in dat gedeelte van het land niets bizonders te vinden was. Ik heb u al gewaarschuwd, dat het een lang verhaal worden zou en ik moet nu weer eerst over een ver traging spreken Ik werd naar San Fran cisco geroepen, omdat mijn vader ernstig ziek was. Ik bleef daar totdat hij stierf... drie maanden later. Gedurende dien tijd liet ik de monsters steen uit de Schapen Ganyon dooreen ervaren geoloog onderzoeken en hoorde van hem de bevestiging van mijn ver moedens. Het was wolframiet, waarde volle stof. Ze wilden natuurlijk allemaal weten waar ik het goed vandaan had en ik moest liegen als een krant Toen ik naar Black Butte terug keerde was Wallace dood. Ik kreeg een betrekking op het laboratorium van de Hoogovens en wilde nu op mijn gemak uitvisschen, hoeveel Carver eigenlijk wist. Ik kwam weinig te weten, maar dat weinige was genoeg, om de meening die ik van hem had te beves tigen. Een éérlijk mensch zou nooit van mij verlangd hebben, dat ik een ongunstig rapport zou onderteekenen over een monster, waarin een hoog goudpercentage aanwezig was. Toen verscheen Miss Moran ten tooneele en het lukte mij, haar te be wegen mij in haar dienst te nemen, zoodat ik naar de ranch kwam waar ik van den beginne af had willen zijn Wat er toen allemaal gebeurde, weten julfie. Toen kwam de ontdekking van de safe. Het stond bij mij vast, dat Carver niet de gelegenheid hebben mocht, die safé vóór mij te openen en een blik in de papieren te slaan; ik trachtte hem dus voor te zijn. Er kwamen een paar onvoorziene complicaties, maar het lukte me toch Ik kan u wel vertellen, dat als Augus tus J Carver geweten had wat er in die safe was, hij zijn legerstede er uit gespreid en er met een geweer in zijn hand geslapen zou hebben. Die sjfe bevatte alles, wat hem ten va! brengen kon. Er moet het een en ander ge beurd zijn, waardoor Thomas Wallace verdenking kreeg dat Carver niet dat toonbeeld van deugd was, waarvoor hij algemeen door ging. Misschien heeft één van de bankmenschen iets laten vallen over die schuldbekentenissen, daar de eenige échte schuldbekentenis, gehecht was aan een briefje, waarin bevestigd werd dat dit de eenige schuld was, die er ooit bestaan had. Wallace had een flink pak Tedder County Spoorwegaandeelen en een onderzoeking, dat hij geheel alleen in stelde, had iets té maken met de rech ten van de Spoorwegmaatschappij om een lijn dwars door de wildernis van de Datil Sink aan te leggen. De Spoorwegmaatschappij was ge noodzaakt dat land te kcopen, daar verschillende individuen het reeds eer der in handen gekregen hadden, om er vee te houden. Het eenige vee, dat er leven kon, waren weliswaar hage dissen, maar het land was nu eenmaal verkocht. Daarna was het land van de eene hand in de andere overgegaan,... een paar dozijn ongeveer., en de laatste hand was dan altijd: Carver! Dit leek op een onhandige po ging om onwettige kolonisatie te ver bergen.. wat het ook werkelijk was... maar Wallace ging dieper op de zaak in. AI die documenten waren natuurlijk in handen van de Spoorwegmaatschap pij gesteld. Wallace liet er fotografische copiën van maken en liet die aan hand schriftdeskundigen zien. Het algemeene oordeel was, dat de paar dozijn mannen, die hun land aan Carver overgedaan hadden, in werke lijkheid slechts één persoon was,., een verdraaid goed vervalscher van hand- teekeningen Als er slechts twee of drie documenten geweest waren, zou men de geringe punten van overeenkomst niet eens gemerkt hebben, maar bij meer dan twintig moesten zij wel aan een deskundig oog opvallen. Zóo ver was Wallace gekomen toen hij gedood werd, maar voor mij was het een goede basis om er verder op door te gaan. Het geluk was met mij. Had Tho mas Wallace in San Francisco een andere bank genomen dan juist de Compston National, dan zouden er groote moeilijkheden voor mij ontstaan zijn. Mijn vader had echter altijd een rekening bij de Compstock gehad; de onderdirecteur van de bank woonde een paar huizen van ons af en had mij gekend, toen ik nog over den grond kroop. Ik legde mijn kaarten eerlijk op tafel en zij riepen toen de hulp in van de Justitie. Toen we die documenten met de val- sche handteekeningen onderzochten, maakte Mr. McPherson, hier de op merking, dat er slechts één man ten Westen van de Mississipi was, die dat werk kon hebben gedaan. Dat was „Slick Sam" Kimball en hij zat juist vijftien jaar gevangenisstraf uit. Mr. Spencer vond echter dat we het spoor toch maar volgen moesten, en werke lijk ontdekten we, dat Kimball op voor spraak van den een of ander vrijgela ten was Het was een kleinigheid, Kimball te ontdekken. Men gaf ons zijn adres en men vertelde ons, dat hij een fatsoen lijk leven op een boerderij in San Joaquin leidde. Mr. Spereer hield er echter de theorie op na, dat vossen nooit hun streken en dat een schurk met een strafregister als dat van Kimball ge woonlijk een schurk blijft. We vonden hem, en Spencer legde hem het vuur na aan de schenen. Eerst trachtte hij alles te ontkennen, maar Het geheel is opgeborgen in een trommel, die in het land wordt ach ter gelaten. Toezicht is dus niet noodig. Alleen moet de batterij van tijd tot worden vernieuwd. Men heeft wel gevreesd, dat paar den schrikken zouden bjj aanraking van den electrischen draad, maar dat bleek mee te vallen. De ervaring heeft geleerd, dat ze even dichtbij den draad komen als bjj prikkel draad. Vooral in de lederbranche bestaat groote belangstelling voor de elec trische afrastering. Men is daar van oordeel, dat deze afrastering toe komst heeft. Een officieele commissie zal nu een en ander nader gaan onderzoeken aan de hand van proeven. Contact zal worden gezocht met de landbouworganisaties, teneinde de nieuwe wijze van afrastering meer algemeen bekend te maken. Uit een economisch oogpunt is de vervanging van prikkeldraad door electrischen draad belangrijk. Als de Deensche runderhuiden voortaan geen prikkeldraadletsel meer zouden vertoonen, zou dat een jaarlgksch voordeel van 1 a 2 millioen kronen beteekenen. Daar komt nog bij een hoogere melkproductie, doordat be schadiging der uiers door prikkel draad niet meer kan voorkomen. Men heeft dan ook in Denemarken alle hoop, dat de electrische afras tering er in zal gaan. Hoe staat het in ons land met deze aangelegenheid? Eenigen tijd geleden vernamen we, dat in Drenthe proeven zullen wor den opgezet met een apparaat van Amerikaansch fabrikaat. Ook schijnt hier en daar een Duitsch systeem van electrische afrastering in gebruik te zijn. Welke ervaringen daarmede zijn opgedaan, is ons niet bekend. Het schijnt echter vóór te komen, dat de electrische stroom te zwak is om weidende dieren tegen te houden. Nu het lijkt, alsof in Denemarken de electrische afrastering ingang zal vinden, is ook voor ons wellicht de tijd gekomen om deze aangelegen heid eens nader te onderzoeken. Ingekomen en vertrokken personen van 26 Mei tot 3 Juni VERTROKKEN: C. H. Barents, landbouwer, naar Maashees M. A. Swachofer, dienstbode, naar Venlo G. F. Pijpers, zonder beroep, naar Tegelen Schoolstraat 26 L. P. Janssen, zonder beroep, naar Arcen A 7 G. C. Geurts, dienstbode, naar Grubbenvorst A 22 P. Tadema, verpleger naar Mulheim B. W. M. Friesen, zonder beroep, naar Meerlo A 931 H. H. van Kessel, landbouwer, naar Maasbree Dorp 102 G. H. Arts, landbouwer, naar Horst M 175 B. G. J. Schrader, dienstbode, naar Maashees B 61 G. J. Massop, timmerman, naar Wisch Silvolde B 501 A. H. Soudant, naaister, naar Brunssum Korte Singel 2 M. W. H Jutte, verpleegster, naar Rotterdam Schiekade 91 W. M. J. Jutte, idem, naar idem M. H. Swinkels, landbouwer, naar Bergen (L) F 63 H. G. M. Janssen, zonder beroep, naar Grubbenvorst M 188 Th. P. H. Philipsen, landbouwer, naar Grubbenvorst B. A. W. Vermeulen, zonder beroep, naar Roermond Minderbroederssin gel 15. toen hij toe moest geven dat het Car ver geweest was die door zijn tus- schenkomst zijn vrijheid had gedaan kunnen krijgen, bekende hij tenslotte ook de rest Hij dicteerde ons een volledige be kentenis en hij onderteekende ze. Hij hield tegenover Carver zijn mond. Hij wist, dat, als hij Carver waarschuwde, hij onmiddellijk naar de gevangenis terug zou moeten keeren om daarvoor joed te blijven. Spencer waarborgde ïem dit laatste; maar hij beloofde anderzijds, dat we hem zijn vrijheid zouden laten als hij zich stil hield. Dat is, geloof ik, de heele ge schiedenis. Er waren nog een paar détails, die onderzocht moesten wor den waarmee wat tijd gemoeid ging. Het was Spencer's idee dat eerst een onderzoek in de bank zelf instellen moest, voordat we Carver zelf te pak ken namen. Hij had toen de leiding, maar hij liet mij mijn gang gaan toen de ontknooping naderde. Ted greep het half leege glas naast zich en dronk het leeg. Dr. Morgan ging naar Gregg om hem de flesch en het spuitwater te geven. Toen zei hij: Ik geloof niet, dat je veel weg gelaten hebt, Court. Maar je moet toch de vrees gehad hebben, dat het op een schietpartij zou uitloopen Ik verwachtte zeker niet er Lafe Young te zien... als het dat is wat u bedoelt. Van Carver voelde ik me niet heelemaal zeker. Dien nacht op de ranch had hij voldoende bewezen, te weten wat een revolver is. Als hij in het nauw gedreven werd moest ik er mee rekenen, dat hij zou trachten de zaak met een wapen te beslechten. En ik moest me op die mogelijkheid voor bereiden. Maar vertel me eens, ging Mor gan verder, waarom je het zoo ver iet komen Waarom ben je niet da delijk naar Wallace gegaan, toen je het wolframiet vond; de eerste keer dat je in deze streek was Hij was een eer lijke kerel en zou je een deel van de winst gegeven hebben. Ik begrijp niet, waarom je er een persoonlijke zaak van maakte. (Wordt vervolgd)

Peel en Maas | 1939 | | pagina 5