Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Alleen Boter
is boter
„VENRAY"
boter
Oorlog om een
corridor-kwestie
Neen
Buitenland.
Binnenland.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 6 Mei 1939
Zestigste^ Jaargang No 18
PEEL EN MAAS
is zeer fijne boter
ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct
per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon 51 Giro 150652
Abonnementsprijs per kwartaal; voor Venray 65 ct
buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct
Onze Lieve Vrouw
„Behoudenis der Kranken"
OOSTRUM.
Als de groote oorlog uitbreekt
dan moet deze geweten worden
aan gebrek aan vertrouwen.
Nu Hitier heeft gesproken en
we de naaste doeleinden van hel
Duitsche streven kennen, zoekt
de wereld wederom 't antwoord
op de vraag van oorlog of vrede.
We weten, wat de Duitschers
willen: ze wenschen den An
schluss van Dantzig bij het Duit
sche Rijk en een corridor door
den Poolschcn corridor heen, dus
een verbinding met het gesepa
reerd van het overige rijk gelegen
Silezië.
Vöör het najaar, zoo wenscht
men in Berlijn, moeten deze
kwesties geregeld zijn.
En men kan er dus van op aan,
dat zich straks „grensincidenten"
zullen gaan voordoen en dat de
Polen zullen worden beschuldigd
van een bloedigen terreur uit te
oefenen tegen de bloedjes van
Nazi's, die een minderheid vor
men in Poolsch Silezië. Het
Duitsche geweten zal een cri de
coeur slaken, de internationale
crisis zal van dag tot dag weer
scherper worden en eindelijk
Ja, waar zal het dezen keer
op uitloopen
De Duitsche tactiek is niet be
paald onmenschkundig. Want in
Engeland en Frankrijk en ook bij
ons, zullen van dag tot dag weer
meer menschen zich gaan afvra
gen: Is die Poolsche kwestie, is
het lot van Dantzig en een cor
ridor door een corridor, wel een
wereldoorlog waard
Het zou waanzinnig zijn om
deze vraag verder afgezien van
alles, bevestigend te beantwoor
den. Maar ééns hebben we ge
concludeerd, dat de herbezetting
van het Rijngebied geen oorlog
waard was. En ook niet de
Duitsche her-militarisatie. Even
min den Anschluss van Oostenrijk.
De afstand van 't Sudetenduitsche
gebied vonden we niet meer dan
billijk. En wat er toen van Tsje-
choslowakije overbleef was niet
meer de moeite waard om er
voor te gaan vechten. Waarom
Hitier ook deze rest inpikte.
Stuk voor stuk was al dat
voorgaande geen wereldoorlog
waard. Maar als Hitier, toen hij
aan het bewind kwam, had ge
zegd ik eisch het recht van
herbewapening, van versterking
van mijn Rijngrens; ik eisch het
gebied van Oostenrijk; ik eisch
het Sudetenland en ik eisch bo
vendien Tsjechië en Moravië; ik
eisch Memeiland en Dantzig en
een corridor door den Poolscheri)
corridor....
Dan zou heel Europa veront
waardigd naar de wapenen heb
ben gegrepen en den Duitschers
een tuchtiginghebben toegediend
welke... de wereld van veel ellend
zou hebben bewaard.
Men voelt het: ook thans gaat
het niet enkel om Dantzig en om
een strookje grond in Poolsch-
Silezië, het gaat er om, of
men den Duitschers op hun weg
van geweiden willekeur eindelijk
een halt zal toeroepen of niet.
Zoo niet, dan zal het tempo van
hun opmarsch langs dien weg
steeds sneller worden en het
aantal slachtoffers, dat ze er om
ver stormen, grooter.
Als het waarlijk enkel om
Dantzig en een stukje Silezisch
gebied ging, ja, dan....!
De „Times" herinnerde dezer
dagen aan de wijze, waarop Wil
son, de president der Ver. Staten
20 jaar geleden de Duitschers
heeft gekenschetst:
„Mijn grootste moeilijkheid, is
dat wij te doen hebben met
lieden, die wij niet kunnen
vertrouwen. U kunt u niet
voorstellen, hoe verbijsterend
dat is voor iemand, die eerlijk
'n oplossing zoekt. Als Duitsch-
land net was ais elkander land,
als wij er op konden rekenen,
dat bepaalde beloften zouden
worden nagekomen als aan be
paalde verzekeringen was vol
daan, dan zouden wij weten,
waar wij aan toe zijn. Maar er
valt op hen niet te rekenen.
Ik schrijf een nota. Ik krijg
antwoord. Ik schrijf een tweede
nóta. Ik krijg weer antwoord.
Ik schrijf steeds maar nota's.
En ik kom geen stap verder,
want ik heb uit bittere ervaring
geleerd, dat de beloften, die
in dat antwoord zijn vervat,
zullen worden geschonden bij
de eerste gelegenheid de beste,
die zich voordoet".
In verband met het vorenstaan
de is het interessant om aan
eenige verzekeringen van Hitier
te herinneren, welke hij gedurende
de laatste jaren met plechtigen
nadruk heeft geuit.
Op 30 Januari 1934 verklaarde
Hitler in den Rijksdag: „De
Duitsche regeering is bereid en
besloten, na de oplossing van
het Saar-probieem het verdrag
van Locarno naar leer en geest
te aanvaarden".
Na de re-militariseering van 't
Rijnland zei Hitier: „Thans na
drie jaren, kan ik den stiijd voor
Duitschland's rechtsgelijkheid als
geëindigd beschouwen. Wij heb
ben geen verdere territoriale
eischen in Europa".
In zijn Rijksdagrede van Mei
1935 zei Hitler ten aanzien van
Oostenrijk: „Duitschland wenscht
zich niet in de binnenlandsche
aangelegenheden van Oostenrijk
te mengen, noch Oostenrijk in te
lijven of een aansluiting met het
land tot stand te brengen".
Na de overweldiging van Oos
tenrijk verklaarde Hitier„De
Duitsche droom van eeuwen her
is in vervulling gegaan. Duitsch
land verlangt slechts vrede. Het
wenscht het leed van andere
staten niet te vermeerderen."
Onmiddellijk na het accoord
van München gaf hij Chamberlain
te kennen, dat met de bezetting
van het Sudetengebicd z'n laatste
territoriale eisch in Europa was
vervuld.
Wanneer de wereld tegen het
najaar in een grooten oorlog zou
worden gewikkeld, dan zou dat
niet zijn om Dantzig en om een
corridor, maar om alies, wat
daarachter kan worden vermoed.
Het zou een oorlog zijn, ont
staan uit gebrek aan vertrouwen
in het Duitsche woord.
Maar ik betwijfel, of in de
naaste toekomst inderdaad een
wereldstrijd zal ontbranden. Stuk
voor stuk zijn wat kleine mach
ten neergetrapt onder het geweld
van de dynamische politiek der
dictatuurstatenAbessinië, Alba
nië, Oostenrijk, Tsjechoslowakije
Lithauen (Memelland). De durf
om 't zwakke te verkrachten sluit
den moed uit om der. sterken te
weerstreven.
Als de sterken hun wil een
drachtig te betoonen en overtuigd
blijven dat de eigen verdediging
de bescherming van de minder-
krachtige omwonenden eischt, dan
komt er geen oorlog. Omdat het
NOG TOESTAND VAN
AFWACHTING.
Welken weg zal Polen kiezen
Frankrijk en Italië.
De Toestand
De wereld verkeert nog altijd in
een toestand, waarvan niemand durft
te zeggen, dat hij gedekt wordt met
het mooie woord vrede. Juister is
wellicht te spreken van een toestand,
zwevend tusschen oorlog en vrede,
dien men aanduidt als „gewapenden
vrede".
Er is en er blgft een scherpe
tegenstelling tusschen de twee groe
pen mogendheden de dictaturen met
hun vrijwillige of gedwongen mede
standers en die van het „halt
dictatoren-front." Tusschen diet;vee
groepen gaapt een diepe klove, niet
in de eerste plaats door de ideolo
gische tegenstellingen dictatuur
tegen democratie maar doordat
aan de eene zgde de zich misdeeld
geachte volkeren staan, dis in 1918
na den grooten oorlog danig werden
geplunderd en aan de andere zrjde
de volkeren, die als „verzadigd"
worden aangeduid en daarom zweren
bij den „status quo", big de hand
having van den huidigen toestand,
waarin zij alles bezitten, wat zij
wenschen. In hun strijd is objec
tief bezien het recht niet zonder
meer aan een van beide zgden.
Wanneer de asmogendheden be
weren, dat onrecht van Versailles
moet hersteld worden, dan kan geen
verstandig menseh dat weerspreken.
Dat domme en kortzijdige verdrag
heeft heel wat onheilen over de
wereld gebracht. Veel ervan is reeds
hersteld en het pleit niet voor het
doorzicht van de overwinnaars van
1918, dat zg in den loop der jaren
aan het democratische Duitschland
hardnekkig weigerden te geven, wat
zij noodgedwongen later aan het tot
nieuwe macht gekomen Duitschland
van Hitier voor en na wel toeston
den. Zoodoende hebben zij zelf het
Hitler-Duitschland van thans ge
maakt en nu zouden zg wel wen
schen, te kunnen onderhandelen met
het democratische Duitschland van
Stresemann of Brüning of met het
Duitschland van Wilhelm.
Dat alles wil echter niet zeggen,
dat de asmogendheden in hun strgd
en vooral in de methode van hun
strgd het recht aan hun zgde heb
ben. Dat was een eindweegs nog
wel het géval, toeD het ging om het
brengen van Duitsche volksgroepen
binnen de grenzen van het Rijk.
Misdadig werd de Duitsche actie,
toen zij een ander vo.'k, de Tsjechen,
onder haar dwang ging brengen.
Dat vooral heeft het vertrouwen
in de verzekeringen en in het doel
der Duitsche politiek geschokt en
vermoord, alsook de verschrikkelijke
vervolging tegen de Joden.
Deze feiten hebben een ommekeer
gebracht in de houding der demo
cratische mogendheden, die tot dan
toe onder leiding van Chamberlain
bgna tegen eiken prgs gestreefd
hebben, om met Duitschland door
beraad tot overeenstemming te
komen. Hun politiek werd radicaal
gewijzigd en zg zijn militaire macht
gaan stellen tegenover de Duitsche
dreiging, welke kennelgk streeft
naar een overheerschende positie in
Europa en in heel de wereld.
Die vastberaden houding van En
geland en Frankrgk, gesteund door
Amerika, heeft wellicht al heel wat
onheilen voorkomen.
Dit statenblok dat nog altgd
onderhandeld over opname van Rus
land heeft garanties gegeven aan
Polen, Roemenië en Griekenland.
De Westersche garantie van bij
stand aan Polen, ingeval dit land
wordt aangevallen en zich met
de wapenen verdedigt, schijnt
thans een groote rol te gaan
spelen.
Duitschland toch concentreert zgn
krachten op Polen. Het eischt den
terugkeer van Danzig naar Duitsch-"
land en een verbindingsstrook van
enkele K.M. breedte door den Pool-
schen corridor naar Oost-Pruissen.
De Duitsche pers begint zich te
roeren tegen Polen en we weten uit
de recente geschiedenis, dat er daar
een of ander op til is.
Er zgn echter aanwijzingen, dat
Polen alsnog wel zal probeeren,
om zonder wapengeweld een
regeling met Duitschland te
treffen.
Welke die aanwijzingen zijn
In de eerste plaats: het is de
groote vraag of 't Westen omwille
van Danzig wel een oorlog zou ont
ketenen. Danzig wordt feitelgk als
vrijstaat al lang als afgeschreven
beschouwd. Brak hierover een ge
wapend conflict uit, hoe moet men
zich dan de eventueele Fransch
Engelsche hulp denken
Een Engelsch blad heeft dan ook
al laten doorschemeren, dat het
Westen niet zal vechten om den
terugkeer van Danzig naar Duitsch
land te verhinderen.
dan afgeloopen is met de Duit
sche en Italiaansche agressie.
Md.
Ook een Fransche stem heeft reeds
gezegd, dat dat land er niet aan
denkt, om hiervoor een oorlog te
beginnen.
Dan is er nog een andere omstan
digheid, die Polen tot voorzichtig
heid maant. Wij zeiden hiervoor
reeds, dat met Rusland pog wordt
onderhandeld over opname in het
anti-aanvalsfront. Het Westen doet
dat niet enthousiast, maar 't meent
Rusland niet te kunnen missen.
In geval van een oorlog tegen
Polen zou Rusland het eerst in aan
merking komen, om Polen bij te
springen. Echter, Polen is weinig
op Russische hulp gesteld.
Polen herinnert zich de Russische
slavernij van een deel van zijn be-
bevolking en het vreest, dat het na
een oorlog weer goeddeels een buit
zou worden van Rusland of Duitsch
land. Daar komt voor Polen nog bij
dat Rusland de bakermat is van 't
godlooze bolsjewisme en de vrees is
niet ongegrond, dat tijdens en na
de Russische hulp de bolsjewistische
idee in Polen zou worden ingegoten.
In de derde plaats twgfelt Polen
aan de beteekenis der Russische hulp;
in vorige oorlogen bleken zoowel
leger als vloot een groote misluk
king en nu komt daar de vrees bg,
dat Japan bg een conflict Rusland
in 't Oosten aangrijpt en diens macht
daar zoo goed als geheel vasthoudt,
waardoor er van hulp aan Polen
niet veel terecht zou komen.
Ondanks alle andere teekenen hou
den wg het er dan ook voor, dat
Polen alsnog met Duitschland zal
probeeren te onderhandelen.
Waarschijnlijk zal dit week-end
de ontknooping van dit stuk nader
brengen.
Heden Vrgdag geeft de Poolsche
minister van buitenlandschezaken,
Beek, antwoord op de rede van Hit-
Ier.
Tusschen Frankrgk en Italië is
nog steeds geen verbetering in den
toestand ingetreden. Thans is weer
een persoorlog aan den gang, waar
bij wederzijds het liedje „wij zijn
niet bang» wordt aangeheven
De Italiaansche bladen manen
Frankrgk tot voorzichtigheid Ge
wezen wordt op de 10 millioen man
die Italië kan oproepen en die in
geen vier jaren te verslaan zijn,
alsook op de machtige vloot en op
de formidabele, geheime ontplotbare
stoffen. Bovendien, zoo wordt ge
zegd, kan Italië tegenover Frankrijk
andere militaire en politieke mach
ten stellen in en buiten Europa. De
Italiaansche bluf gaat zoo ver, dat
voor Frankrgk reeds de balans van
een verloren oorlog wordt opgemaakt:
2 millioen dooden, verminkten en
gewonden, vernielde centra van
leven en arbeid en gemis aan man
nen en kracht, om zijn rijk- te
exploiteeren en te besturen
Men zieter wordt alles behalve
vriendelijk over Frankrgk gesproken
maar omgekeerd ook niet. Zoo had
een Fransch blad voorspeld dat de
asmogendheden zouden verslagen
worden, omdat de democratieën
meer goud, meer grondstoffen en
meer bewapening bezitten en Italië
onmiddellijk in de Middellandsche
Zee zou worden verslagen.
Zoo discussieert men in vollen
vredestijd tusschen twee „bevriende"
naties
Korte berichten.
Hitier zou voornemens zgn, alle
kerken in Duitschland aan een uni
forme wetgeving en tevens aan een
scherpe controle op al haar activi
teiten te onderwerpen. De kerken
zouden dan van de geloovigen geen
belasting meer mogen heffen.
In Engeland hebben in April
ongeveer 80.000 recruten dienst ge
nomen. In geval van oorlog zou
Engeland, buiten zijn reservisten en
de burgerlijke defensiediensten, over
een goed millioen man beschikken.
De Roemeensche premier heeft
verklaard, dat elke poging, gericht
tegen het Roemeensche grondgebied
zou botsen op den meest vastbera
den en onschokbaren tegenstand.
Dat is de nationale politiek van Roe
menië.
Nationale Inkomsten- en
winstbelasting»
In de Millioenennota heeft de mi
nister van Financiën uitvoerig de
noodzakelijkheid betoogd, om in de
bestaande tekorten van 's rijks schat
kist door het verzwaren van den be
lasting druk te voorzien. Onder ver
wijzing naar de omstandigheid, dat
de bestaande belastingen weinig ge
schikt zgn om te worden verhoogd,
heeft hij daarbij tevens aangekon
digd het voornemen van de regee
ring, de indiening te bevorderen van
een ontwerp van wet tot het heffen
van een nationale inkomsten- en
winstbelasting en tot het aanbren
gen van enkele wijzigingen in de
belastingwetgeving, op punten waar
de belastingdruk te zwaar zou wor
den.
De uitwerking van de in uitzicht
gestelde maatregelen heeft meer tgd
gevorderd dan de regeering aanvan
kelijk had verwacht. De desbetref
fende voorzieningen zijn thans alle
te zamen in een wetsontwerp aan
geboden,
Tegen pers-excessen.
In onze critieke dagen heeft het
volk en namens het volk de ra-
geering zich niet enkel te verde
digen tegen de gevaren van buiten,
maar ook tegen de gevaren en exces
sen van binnenuit. Helaas. Die
excessen komen vooral in de pers
tot uiting. Ook ontoelaatbare mon
delinge, openbare, uitingen hebben
den min. van justitie, naar hij aan
de volksvertegenwoordiging bericht,
er toe genoopt om een wetsontwerp
in te dienen, inhoudende nadere voor
zieningen ter bescherming van de
openbare orde.
Het thans ingediende ontwerp van
wet stelt nieuwe voorschriften voor
in tweeërlei richting:
a. Vooreerst bevat het een aan
tal aanvullingen van de bestaande
bepalingen betreffende beleediging
van het openbaar gezag, openbare
lichamen en instellingen, en van
groepen van de bevolking of ten
deele tot de bevolking behoorende
groepen van personen;
b. Daarnaast wordt een nog
belangrijker materie de mogelijk
heid geopend aan een rechterlijk ver
bod van verschijning van dagbladen
en andere periodieke geschriften,
waarmede bij herhaling misdrijven
worden gepleegd tegen de veiligheid
van den staat, de openbare orde of
het openbaar gezag.
In 'n ander wetsontwerp wordt
straf bedreigd tegen landverraad.
Helaas is ook d&t noodig gebleken.
Kost-winners-vergoedingen
Door het op buitengewone wijze
onder de wapenen roepen van mili
tairen heeft het begrip „kostwinners
vergoedingen" in veler ooren weer
een bijzonderen klank gekregen; het
is voor velen plotseling weer een re
aliteit geworden.
Nu mag er wel eens de aandacht
op gevestigd worden, aldus O.N., dat
de kostwinnersvergoedingen voor de
dienstplichten beneden de rang van
officier zeer schriel zijn.
Art. 26 sub 1 van de Dienstplicht
wet bepaalt in welke gevallen ver
goeding als kostwinner kan gegeven
worden. De maximum- uitkering be
draagt echter f 2,50 per dag. Deze
maximum uitkeering, waarbij ook
veel te weinig rekening wordt ge
houden met de grootte van gezin,
houdt absoluut geen rekening met
enigen welstand, die vaak onontbeer
lijk is. en die men ook niet plotseling
kan verminderen. Wie een duurder
huis bewoond of zijn kinderen op
studie heeft kan aan dit alles niet
plotseling een einde maken, omdat
de vader op moet komen en maar
een maximale vergoeding van 17.50
per week krijgt. Het rijk speculeert
hier weer op de werkgevers, dat die
hier zullen aanvullen, waar het rijk
te kort schiet.
Echter lang niet alle werkgevers
kunnen dat en zeker niet de kleinere
bedrijven, die een plaatsvervanger
moeten betalen.
Dat wordt voor velen een armoe-
bestaan en dat is een onhoudbare
toestand, waar het Overheid is, die
de arbeidskracht van den kostwinner
opeischt Zij dient in dien tijd voor
's mans gezin te zorgen zoodanig
dat het niet in moeilijkheden komt.
VENRAY, 6 Mei 1939
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter openbare kennis
dat de „Verordening op de heffing
van schoolgeld voor het gewoon- en
het uitgebreid lager onderwijs in de
gemeente Venray", vastgesteld door
den Raad der gemeente op 28 Octo
ber 1938 en 28 Februari 1939 Nr.
122/66, en goedgekeurd bij Koninklijk
Besluit van 4 April 1939, Nr. 14 ter
gemeentesecretarie gedurende drie
maanden voor een ieder ter lezing
is nedergelegd.
Venray, 29 April 1939.
Burgemeester en Wethouders vnd.
A. H. M. JANSSEN
De Secretaris,
VAN HAAREN
Beslissing over de geldigheid
der candidatenlijsten voor den
Gemeenteraad
De voorzitter van het Hoofdstem-
bureaff in de Gemeente Venray brengt
ter openbare kennis, dat dit Hoofd
stembureau op Zaterdag 13 Mei 1939,
des voormiddags half twaalf in het
stemlokaal, Patersstraat 28 (Patro
naat) te houden openbare zitting
zal beslissen over de geldigheid der
op 9 Mei 1939 ingeleverde candida
tenlijsten voor de Gemeenteraad en
over de handhaving van de daarop
voorkomende candidaten.
Venray, 3 Mei 1939.
De Voorzitter voornoemd,
A. H. M. JANSSEN.
Aangiften van stieren*
De Burgemeester van Venray herin
nert belanghebbenden aan hun ver
plichting om van het houden van een
stier van 6 maanden of ouder tus
schen 15 en 25 Mei aangifte te doen
bg den Burgemeester der gemeente,
waar de stier gehouden wordt.
Deze aangifte moet schriftelijk ge
schieden og een voorgeschreven for.
muiier, hetwelk ter gemeentesecre
tarie kosteloos verkrijgbaar is en
moet onder meer inhouden leeftijd,
kleur en bijzondere kenteekenen van
den stier, benevens mededeeling of
de stier al dan niet reeds goed- of
afgekeurd of van rechtswege tot
dekking toegelaten is.
Van de aangifte ontvangt de stier
houder een bewijs; dit bewijs moet
in zijn bezit zgn, aangezien het
steeds op eerste vordering moet
worden vertoond aan de politie.
Van het houden van eenafgekeur-
den stier moet steeds onmiddellijk
aangifte worden gedaan bij den Bur
gemeester.
Niet naleving van de verplichting
tot aangifte als bovenbedoeld en het
niet op eerste vordering vertoonen
van het bewijs van aangifte wordt
gestraft met een geldboete van ten
hoogste 25 gulden.
Venray, 1 Mei 1939.
De Burgemeester voornoemd,
A. H. M. JANSSEN.
GEVONDEN
een blauwe jongensjas is bij P. Bom
Oostsingel 14.
Gouden Bruiloft.
Maandag 15 Mei a.s. herdenken
de echtelieden S. Rutten en A. Michels
aan de Heide alhier hunne 50-jarige
echtvereenigicg.
STAMBOEKKEIJRING.
Maandagmiddag werd op het Hen-
seniusplein alhier onder groote be
langstelling van paardenliefhebbers,
de keuring gehouden voor het Stam
boek Ned. Trekpaard.
In totaal waren 50 paarden uit
Venray en omliggende dorpen ter
keuring verschenen. Hiervan werden
35 stuks in het Stamboek opgeno
men.
De jury, die bestond uit deheeren
Sneep, Boonen en Bertjes, verklaar
de, dat de kwaliteit veel beter wae
dan andere jaren.
Candidaatstelling
Gemeenteraad.
Woensdag 3 dezer had in het Pa
tronaat eene vergadering plaats van
R. K. arbeiders en die met de ar
beiders sympathiseeren, onder leiding
van een daartoe ingesteld Comité*—
De Voorzitter, de heer Th. Jans
sen, opende de vergadering met den
Chr. groet en een welkom tot de
aanwezigen. Hg betreurde echter,
dat voor een gewichtige aangelegen
heid als de Gemeenteraadsverkiezin
gen, de animo blijkens de opkomst,
niet grooter is. Hg hoopt echter dat
de eenheid bewaard zal blijven en
hoe de uitslag der straks te houden
stemming ook zgn zal, de candidaten
met de hun toegevallen plaats op
de lijst zouden instemmen.
In verband met het feit, dat de
heer Odenhoven het volgend jaar
zgn zilveren jubileum als Raadslid
hoopt te vieren en derhalve een
respectabelen staat van dienst heeft
in de arbeiderswereld, werd de
eerste plaats op de candidatenlgst
gereserveerd voor de heer Odenho
ven, welk punt de volle instemming
der vergadering verkreeg.
De Voorzitter las hierna het re
glement voor, dat terzake dezer
candideering zal gelden, waarbij den
candidaten verboden werd om vóór
de stemming een propagandawoord
te spreken, daarna mocht dit wel.
Onder dank aan de zitting heb
bende Raadsleden, vertegenwoordi
gers der arbeiders, voor alles wat
zij in de afloopende peiiode hebben
gepresteerd, werd de gelegenheid
gegeven met eventueele candidaten
te komen.
De „heer Odenhoven bracht dank
uit voor de hem toegewezen plaats
op de candidatenlgst en zegt gaarne
ook voor de toekomst zijn beste
krachten toe. Hij herinnert er aan,
dat hg thans reeds 24 jaren als
Raadslid zitting heeft voor de ar
beiders en dat zgn politieke leven
als het ware begonnen is, toen ook
in Amsterdam de eerste arbeider
vertegenwoordiger in den Raad zijn
intrede deed.
Ook Venray is op den ingeslagen
weg voortgegaan en thans zijn de
arbeiders reeds door 4 Raadsleden
vertegenwoordigd, ja, bij de vorige
verkiezing scheelde het maar een
haartje of ook de vijfde zetel was
veroverd. Hij wekt allen op tot
eenheid, opdat de innerlijke kracht
der arbeidersorganisatie ten voile
naar buiten blijke.
Nadat door de candidaten verklaard
was in te stemmen met hun can
didaatstelling en een eventueele ver
kiezing te zullen aanvaarden, ging
men over tot stemming, waarbij de
rangorde bepaald werd, waarbij de
rangorde bepaald werd en welke
stemming tot uitslag had:
1. H. Odenhoven, 2. A. Millen, 3.
J. Guelen, 4. H. Manders, Veulen,
5. H. van Boven, 6. L. Verbeek, 7.
M. Arts, 8. W. Peeters. (Deze laat
ste werd op eigen verzoek de onder
ste plaats toegewezen).
In verband met dezen uitslag
verklaarden de heeren Arts en van
Boven van hun candidaatstelling af
te zien en zich niet disponibel te
stellen. De heer van Boven voegde
er nog aan toe, dat de dank door
den Voorzitter gebracht aan de
zittende Raadsleden, nog niet tot de
aanwezigen schijnt doorgedrongen
te zfln. Hg zal echter de Werklie-
denvereeniging big ven steunen.