THEE doet je goed! De Stille Omgang. STEMPEL noodig Vroege aardappelen. Achter in de kerk Gemengde Berichten BuitenSand. Iedereen wil natuurlijk graag krach tig en gezond blyven - het dagelyk- sche kauwen van WRIGLEY'S P.K. is hierb\j op de meest natuurlijke wijze behulpzaam. Bovendien bevor dert het de spijsvertering. P.K. kauwen sterlct de zennwen en neemt dat drukkende gevoel na den maaltijd weg. Het schept nieuwe levenslust en verhoogt de werkkracht. Houdt steeds enkele pakjes 1>Ü de hand. m Veel genot voor weinig geld: 5 cent. AAAAAAAAAAAAAA hoeveelheden best veevoer onbeperk- ten tijd gced te houden en dat op een wijze, die betrekkelijk zeer goea koop is. Een excursie van Limburgsehe land'oouwers, oider leiding van hun Rijkslandbouw consulent gehouden naar Hengelo en omstreken, had tot resultaat, dat ook in Limburg het stoomen van aardappels op vrij groote schaal nog dit najaar en win ter toepassing vond. Naar ons werd medeg- deeld zijn stoomers geplaatst in Roggel, Sevenum, Panningen, Horst, mogelijk zelfs op meerdere plaatsen. Deze bieden een prachtge- legenheid om er eens te gaan infor. meeren voor vele lezers van ons blad. Hoe is de Stille Omgang ontstaan In plechtige processie was de wonderbare H. Hostie na het groote mirakel teruggebracht naar de oude Lt. Nicolaaskerk, waar ze aanvanke lijk bewaard werd. Spoedig na het vinden reeds was het houden eener piechtige processie in zwang gekomen ;:n in 1360 vindt men al melding ge maakt van plechtige processies, waarin het H. Sacrament door de straten werd gedragen. Bedevaart gangers stroomden toe, zoodat de A-ieilige Weg moest worden aangelegd van de stadspoort naar de kapel. De hervorming joeg de papen op als vogelvrijen, doch de katholieken konden de grootsche processie niet vergeten en ze bleven de huizen langs den processieweg ten deele sieren, al werd Ons Heer niet meer gedragen door zijn stad. Dit werd echter op geldboete verboden. Maar al konden de katholieken nu niet meer openlijk hun vereering uit vieren, in de harten der geloovigen kon het vuur der aanbidding van God in zijn wonderbaar Altaar sacrament niet gedoofd worden. In het geheim werden de H. Ge heimen gevierd, in het geheim bleef men het Hoogheilig Mirakel eeren, in 't geheim ging men ter beevaart naar de kapel, al was deze nu ge sloten. Cornelia Gijsbertz Plemp, die in 1574 geboren ia, vermeldt dit in zijn gedicht op zijn vaderstad, die in 1816 ongeveer is uitgegeven en in de vertaling van Sterck aldus luidt. „De heilige drempels en de sporen van 't verleden, Goddankzij zijn nu nog ter Kalverstraat bewaard. Op 't wijdberoemde feest gaan jaarlijkseh nog de schreden Van velen, barrevoets, in d'ochtend tempelwaart Zij komen in 't geheim, de vromen en getrouwen En brengen U hun groot, verlaten heiligdom, Om 't Wonder-Sacrament te aan bidden om te aanschouwen De heiige plek, en gaan haar plechtig driemaal om. Genadig God, verlaat de wakkre burgers niet, Wier trouwe godsvrucht nooit Uw Heiige Steê verliet." Dit is dus in de eerste eeuw na de hervorming der stille omgang geschetst. Samensmelting van twee godvruchtige gebruiken. Onze huidige Stille Omgangiseen samensmelting van twee kostbare devote herinneringenéén van vóór en één van na de Reformatie. Name lijk het rond de H. Hostie trekken én het in stilte volgen van hetgeen eens de processie was. Immers een stille omgang bestond reeds, toen óók de processie tevens uittrok en er du3 geen sprake was om uit vrees voor vervolging in 3tilte de:i processieweg te maken ter herinnering aan den algemeenen luister. Een afdoend bewijs levert ons daarvoor een brief van den ge leerden humaDlst Alardus van Am sterdam in 1531. Deze schreef over de mirakelfee3tviering aan den schepen Klaas Hein, kerkmeester der H. Stede, hoe uitmuntend hij 't vond, „dat de kerkmeesters door hun eigen voorbeeld zulk een groote vereering opwekten by de andere inwoners en vreemdelingen, dat er behalve enkele Lutheranen niemand onder zoovele stedelingen is, die tegenwoordig niet eiken Woensdag vooral, van het eerste daglicht af, met ongadekten hoofde, barrevoets en eenvoudig, zonder opschik gekleed, dikwijls met brandende kaars in de hand, de oogen neergeslagen en daarbij nie mand groetende, herhaaldelijk rond wandelt met bijzondere ingetogenheid van gemoed en zoo eerbiedig mogelyk, ai bewonderend, vereerend en aan biddend." Die gewoonte was in wezen niets anders dan wat reeds eertijds zuster Lysbeth Franssen dochter deed, toen ze driemaal rond de Mirakelhostie ging en genezen werd van een zware ernstige ziekte. Dit omgaan rond de H. Stede bleef immer voortduren. In 1664 vinden we er gewag van gemaakt „Noch dagelijks worden rondom deze kapel inzonderheid bij nachten 't ontijden veel devote pelgrimasien en bedevaarten, barrevoets, gedaan en voornamenlijk eens in 't jaar, de3 nachts." Vóór de hervorming bestond dus reeds de Stille Omgang, en na de reformatie hebben de katholieken hem in eere gehouden Plemp's boven aangehaald gedicht. Maar was het wonder, dat zij, voor wie een stedelijk verbod moest wor den uitgevaardigd om den processie weg te sieren, er tevens aan ver bonden de heugenis aan de blijde dagen der luisterrijke Mirakel- processie en dat ze in stilte tevens gingen den weg, eens door de processie genomen Zoo is, uit den Stillen Omgang van vóór de hervorming de Stille Om gang van thans gegroeid en waar schijnlijk zou de huidige Stille Om gang niet zijn ontstaan, indien er niet reeds een vóór de hervorming bestaan had. Een leger trekt op.... Het mirakel van Amsterdam is een gebeurtenis, die na 594 jaar nog jaarlyks met evenveel devotie als opgewektheid niet alleen door de Amsterdammers, maar ook door een groot aantal andere Nederlanders gevierd wordt, die nu nog in staat is om bij de viering een stoet van meer dan 60.000 bedevaartgangers in één nacht van heinde en verre samen te bieagen om door Amster dams straten een devoten stillen omgang te houden. Hoort ge ze stappen door de nachtelijke stilte Niemand spreekt een woord. Ouden en jonge-», bis schoppen priesters en leeken, boeren, stedelingen, stoere Volecdammers met hun zijden petten, boezeroenen en wijde broeken, Zeeuwen, Friezen, Limburgers, alle provincies zijn ver tegenwoordigd. Een leger van mannen, 60.000 in één nacht, ontelbare. Strak en stram stappen ze voort, uiterlijk onbewogen, innerlijk gloeiend van liefde voor Christus. Ze erkennen de waarlyke tegen woordigheid van Christus in het H. Sacrament. Wat deert het hun, of 't koud of warm is, of er sner pende sneeuwstormen jagen, of de regen valt bij stroomenZij getuigen! Daarvoor alleen zijn ze gekomen. Een reuzenoptocht. Een golvende slang van mannen, een vreedzaam leger. Als één man gaan ze voort, één geest, één gedachte, één geloof. Het oude Amsterdam met zyn oude straten hoort ze weer komen. Het stille water van de grachten luistert, de zeemeeuwen, die in ranke bogen over het rimpellooze water zwieren, weten het, begroeten zeals oude bekenden. De oude gevels heb ben al zoo vaak weerklonken van den dreunenden stap. Geslachten giDgen hen voor, ge slachten zullen volgen. Een smeekgebed gaat tot over de sterren, tot den troon van den Almachtigeu God. Het is een zware, vermoeiende nacht, het is een daad van zich geheel geven, een zich losrukken uit den sleur van het dagelijksch leven, een warm loopen voor het Godsideaal, een Diet sparen van het lichaam dat zoo graag wil rusten onder de warme dekens, een boetegang, een blijde gang. Christus liep voorop, wij volgen Hem. 't Is toch Christus' weg, de weg dien Hij eens ging onder broods gedaante, gedragen door den priester in de oude luisterrijke processie met baljuw en schepenen, met wierook en gezangen. Nu hebbende menschen het God verboden Een stille weg, onbekend gaan we mee, zonder opsmuk, niemand ziet ons, alleen God in den Hemel, Deze nacht is van ons't is niet de jachtende wereldstad, waar we doorheen loopen, niet de handelsstad met haar druk verkeer, doch stil is het als in vervlogen tijden, rustig ligt de oude mirakelstad met haar kerken en torens en trapgeveltjes, de stad waar vader Vondel van dichtte. Een oude weg, een lange moeilijke weg, een heilige weg. Gods weg. Een machtig gebed. En als bij het eerste morgenkrieken de zon over de stad opgaat en deze haar gewoon wereldstad-aspect her neemt, zijn allen weer vertrokken. Doch er is een machtig gebed uit het hart van ontelbare mannen ge rezen tot God in den Hemel, een gebed voor hen, die God niet kennen, die God haten, die door den nood der tijden honger lijden naar het lichaam, doch vooral Daar de ziel. Blijde gaan allen de moeizame lange treinreis naar huls ondernemen, versterkt in hun geloof in Christus, in de H. Eucharistie, die het offer van hun nachtrust en gebed heeft aanvaard. Vraagt modellen en prijzen bij Firma van den Munckhof. Omdat de laatste jaren de parti culiere tuinen kleiner worden en om dat men den beschikbaren grond voor nuttiger doeleinden kan beste den, wordt daar de aardappelteelt steeds minder. Vooral ook de steeds meer toegepaste kalkbemesting en het gebruik van andere kunstmest stoffen die kalk bevatten, wordt de grond in die tuinen ook steeds min der geschikt voor aardappelteelt. Grond, die aan den zuren kant is, brengt de mooiste aardappelen op. Op kalkryke gronden hebben ze te veel last van schurft. De boeren spreken in dit geval van gepokte aardappels. De aardappelen zyn al sinds jaren zoo goedkoop, dat men heel verstandig doet een rekensom metje te maken alvorens men met aardappelteelt zal beginnen. Met de teelt van vroege aardap pelen is echter nog wel iets te ver dienen. In het begin toch zijn de prijzen het hoogst. De teelt van vroege aardappelen is nu niet zoo heel een voudig, omdat de aardappel niet tegen nachtvorst bestand is. Om te beginnen met kans op succes moet men zich pootgoed aanschaffen van de meest geschikte vroege soorten. De allervroegste zijn de Eerstelin gen, die we echter om hun minder goeden smaak niet al te sterk dur ven aanbevelen. In plaats van deze wordt de Frühmolle aangeraden, die byna even vroeg is als de Eersteling beter van smaak moet zijn. Op de Frühmolle volgt de Bintjes of Geldersche muis, waarmee het laatste jaar in deze streek geen al te beste ervaringen werden opgedaan. Middel- vroeg zijn Present en Eigenheimer Vooral de laatste wordt veel ver bouwd en heeft geen slechten naam De vroege aardappelen wqrden in het laatst van Maart gepoot op een afstand van 3040 c.M. in de rij. Tussschen de ryen wordt eenruimfe van een halven meter genomen. Van deze aardappelen kan men in de laatste helft van Juni beginnen t.e oogsten. Voor 10 M2 heeft men l1/,2 kg. poters noodig. De opbrengst daar van kan 25 kg. bedragen. De allervroegste oogst, men, als de poters vanaf begin Februari op een koele lichte plaats ter kieming ge legd worden. De knollen krijgen daar korte, stevige spruiten. Dc aldus ge sproten aardappelen worden einde Maart uitgepooi. Ze komen vrij snel op. Men zoekt er vooral eeD beschut plekje voor uit en als er gevaar voor nachtvorst is moeten die plan ten die boven den grond uitkomen met kranten of bloempotten worden afgedekt. Men bemest met 2 en een half a 3 kg. Granumix of A.S.F. per 100 M2. In plaats daarvan kan men ook per 100 M2 geven: 10 kg. patent kali, 10 kg. superfosfaat en 5 a 6 kg. Chilisalpeter. Als stalmest ge geven werd kan men de hoeveel heden met 1/3 verminderen. Gier of beer kunnen ze niet veel verdragen. Daar wordt het loof te lang vanen de opbrengst minder. Alvorens u dit jaar aan de teelt van aardappelen wilt beginnen mee- nen wy dat het raadzaam is vooraf eens te informeeren of ter plaatse de bespuiting tegen den colorado kever ter hand genomen zal worden. Indien dat het geval is, zal voor den kleinen tuineigenaar de aardappel teelt niet erg loonend worden. Als U mij vraagt... Kweeken zonder aarde. Er is wat nieuws op kweekersge- bied gekomen. Of het nu wel geheel nieuw is be twijfelen wy, want reeds jaren wordt het gedaan maar dan als laborato riumwerk, terwijl men het nu in de praktijk toe wil passen, na nog ver beterd te zijn. We bedoelen het kweken van plan ten zoDder dat deze in de aarde groeien. Dus zooiets, als men wel eens in laboratoria of by wijze van proef op landbouwcursussen en -scholen heeft gezien. Planten kweeken zonde aardedat plan komt uitAmerika. Dat zal men wel begrepen hebben. Alleen daar kan zoo'n plan opkomen en uitge voerd worden. Zekere professor Gercke heeft lang durige proeven genomen en nu zijn bevindingen der wereld kond gedaan. Van de verschillende gewassen heeft hij chemische samenstelling tot inde kleinste bijzonderheden nage speurd en voor ieder gewas heeft hy een vloeistof samengesteld, die de planten genoeg geeft om te leven te groeien. Zoo heeft hy vloei stoffen voor tomaten en voor aard appelen, voor komkommers en voor bloemplanten. Mag men de berichten gelooven en waarom zou men niet, de foto's staan er bij dan krijgt hij gewas sen, die veel flinker groeien, veel grooter en steviger zyn dan die op groeien. Zoo lazen we van tomaten van 6 en 7 meter hoog vol geladen met levendig roode vruchten. De vloeistof voor tomaten bestemd komt in groote bakken met gaas overdekt. De kleine tomatenplanten die men verkrijgt door het zaad in turfstrooisel te laten ontkiemen, plaatst men op dat gaas. Houtwol, zaagsel en ander licht steungevend materiaal houdt de planten rechtop. De wortels bomen in de speciale vloei stof. En groeien, groeien dat de planten dan doen! Dat moet enorm jn. Elke dag wordt de vloeistof che misch onderzocht en nagegaan wat er aan onttrokken is, wat dan weer bijgevuld wordt (Ik zie onze boeren tuinders al aan het scheikundig onderzoeken der vloeistoffen). Dat zal een revolutie geven in den Land- en Tuinbouw. Straks zien we aankondigen: koeien zonder stal, varkens zonder hok of trog... men schen zonder keuken of tafel. Als U mij vraagt, zou ik zeggen: maak je maar niet bezorgd over de waardë van je grond. Laat ons maar eens kalm afwachten. Vallende ster ren lichten het meest. Het type van den staanden en „hangenden" kerkbezoeker. Maar vóór in de kerk huizen ook van die poppen en wasbeelden I De bekende redenaar en schrijver Henri de Greeve pr. geeselde op scherpe wijze het bepaalde type Kerkbezoeker, dat by kwalificeert s poppen en wasbeelden. Van dat type vinden we er 's Zon dagsmorgens in vrijwel alle kerken daarom lijkt 't ons dienstig, dit fraaie stukje proza hier met een bijschrift af te drukken. Lezer, wanneer ge in deze schets uw spiegelbeeld ontwaart, laat dan niets na, om zoo dra mogelijk uw houding grondig te verbeteren. Wil je poppen zien, dan behoef je heusch niet naar een panopticum te gaan, je kunt ze veel beter vinden Zondagsmorgens achter In de kerk. Ze staan. Ze knielen niet. Ze staan. Ze staan hardnekkig. Als er een pilaar of een muur in de buurt is, leunen ze. Ze bidden niet althans de mees ten niet maar ze kijken en ze zien niets, 't Is het eenige uurtje van wezenloosheid dat ze in de week doörmaken. Altijd zijn ze bij de pinken, als de kippen op hun zaken, of by een pretje heerlijke moppen tappers, luidruchtige klanten, toffe jongens, met schaterende zielen, één bonk leven, één stuk belangstelling, maar Zondagsmorgens zoo laat en zoo laat, als ze achter in de kerk post gevat hebben, als ze zijn gaan „staan", schiet hun ziel naar beneden de roef en sluit het luik dicht. Ze staan zonder meer, hoed onder hun armwijdbeens of beenen by elkaar. Komt er een late juffrouw voorbij, dan draait de kop langzaam terug als op een veer. Moet iemand passeeren, dan geven ze niet mee is de laatkomer voorbij, dan sluiten zich de schouders weer als water achter een schip. En ze staan weer. Hun ziel slaapt. Hun oogen zijn ruiten van een onbewoond huis. Ze staan, niet omdat er geen plaats is, maar waarschijnlijk om er het eerst uit te kunnen zijn. Ze weten 't eigenlijk zelf niet, waarom ze staan. 't Is een dut-uurtje, niet van hun lichaam, maar van hun ziel, die dit half uur onder zeil gaat. Bij de consecratie zakken ze als een mecha niek plotseling door op een knie, met een scheeve schouder. Bij den vijfden tik van de bel gaan t weer omhoogby den zesden staan ze weer. Ergens uit hun han den slingert een rozenkrans. Maar voor de rest staan ze. Tegen het einde na de Dominenonsum dignus, ontwaakt hun ziel in de roefkomt naar boven. Het mechaniekertje wordt voor een week opgeborgen, t Panopticum komt in beweging de portiek vult zich met sigaretten en sigarenrook. Ze leven weer. O.L. Heer heeft zijn half uurtje gehad. Ily kan tevreden zijn. De goede manieren zullen ze in den hemel wel leeren. Misschien „staan" de zaligen daar ook wel. Dat is voor de palstaanders achter in de kerk, of in de zijbeuken. Er is ook iets te zeggen van bepaalde typen meer vóór in de kerk. Die niet achter in de kerk of in de zijbeuken, ergens tegen den muur staan, want dat zou niet „deftig" zyn. Daarom gaan ze naar voren, ook al omdat ze gepachte plaatsen hebben of omdat ze wel een stoel of zitplaats betalen willen. Maar daarom komen ze ook geregeld op het nippertje of te laat. Dat behoort ook tot de deftigheid. Maar ge ziet 't aan het binnen komen heel goed op hun gemak zijn ze niet. 't Zou hun beter afgaan ze de sociëteit of de bioscoop of de danszaal binnenkwamen. Daar voelen ze zich beter thuis. Dat „ligt" hun beter. Dat is hun atmosfeer. Ze gaan dan zitten. Op de knieën, maar niet lang. Spoedig op één knie, het andere been opgetrokken. Dan zakken ze door dat is het derde stadium wat het langste duurt met de armen over de voorbank, en met de heele lichaamszwaarte tegen de zitbank. Bij het Evangelie vliegen ze automatisch recht, slaan even mechanisch over voorhoofd, mond en borst en ploffen dan neer. Ze be- hooren nu vierde stadium tot de zittende kerk. Geen zegepralende, lydende en nog veel minder strijdende kerk, maar zittende Kerk. Ze zitten „hardnekkig." Tot het uiterste. De Sanctus brengt hen wel ia beweging; de bel onmiddellijk vóór de Conse cratie doet hen weer voor eenige minuten op de beide knieën vallen. Voor eenige minuten maar. Dan weer spoedig met de volle lichaams lengte tegen de zitbank aan en dan weer zitten. In het wellevendheidboekje staat het niet beschreven. De man van de wereld zou het in de salons niet durven. Hy werd door alle mevrouwen en bakvischjes ach teraf yaet en zeker voor een „boer" uitgemaakt. In de kerk mag dat. Wie doet je wat Boven de „gewone" menschen ben je verhevendaar trek je je niks van aan; soortgenooten doen het zelfde; en de geestelijken moeten toch altijd wat zeggen. Zeggen Wat zeggen zij, die deftige poppen en wasbeelden tegen O.L. Heer Kinderen wordt geleerdgoede manieren, „goeden dag'"-zeggen enz. enz. Als ze verlegen zijn, uu dat is niet erg dat is kinderaard; maar als ze lomp zijn, wordt dat aan je kinderen noch aan de ouders ver geven. De deftige poppen en wasbeelden zeggen niets. Uit een kerkboek bid den, aan den rozenkrans Hola. Ze kunnen O.L. Heer nauwelijks „goeden dag" zeggen. De soldaat brengt punctueel het militair saluut voor een meerdere en hij krijgt op z'n „donder" als er wat aan man keert deze „deftige" poppen en wasbeelden vermogen nauwelijks met de knie te knikken als de kerk bin nenkomen en uitgaan. Neen, ze kijken of zij O.L. Heer een heelen dienst bewyzen, als ze naar de kerk komen. o 't Zijn de menschen, die gaan, om dat ze moeten. Die van de heerlyke geloofsgenade en zedeleer alleen de geboden ken nen en van de geboden alleen: „gij zult" en „ge zult niet". Innerlyke overtuiging is bij hen zoo groot als een nachtlichtje ver geleken by een booglamp. Alle uiteenzetting en verdediging van de geloofsleer is „een preek" en daarmee reeds veroordeeld. Met dat nachtlichtje reizen ze hun leven door. Een sterke wereldsche wind, en het is uit. Ja, eenmaal is het uit.... AANKOOP VAN VARKENS Zooals eind Januari werd aange kondigd, heeft de Nederlandsche Veehouderycentrale inmiddels een aanvang gemaakt met het afnemen van zware varkens. Ruim 12500 varkens werden reeds uit de markt genomen. Met het verleenen van dezen steun aan de markt wordt nog voortge gaan en wel in die mate, dat de centrale per week ohgeveer 4000 zware varkens aankoopt voor slach ting en invriezing. Bovendien worden ook varkens in het bacongewicht nog geregeld in groote hoeveelheden door de centrale aangekocht, boven het aantal, dat voor uitvoer als bacon bestemd is. Van deze soort varkens zijn thans in totaal ongeveer 80 000 stuks op gekocht. Gallo-Germaansche oven ontdekt te Meerlo, Terwijl werklieden van de steen fabriek der firma van Daal te Tien- ray bezig waren met het afgraven van klei, werd een gallo-Germaan- sche pottenbakkersoven ontdekt. Jammer genoeg was deze zeer beschadigd. Men kon echter nog zeer duidelijk zien, dat de buitenkant van den oven met kleisteenen was afgezet, terwyl er een massa scher ven in de omgeving lag verspreid. De oven zelf was totaal ineenge zakt. De plaats van de vondst is gelegen onder Megelsum, gemeente Meerlo. In de achttiende eeuw vond men in dezelfde omgeving op eenige hon derden meters afstand van de nieuwe vindplaats verwijderd, eveneens een pottenbakkerij. Men kon toen nagaan, dat hierin borden en schotels werden vervaar digd, waarvan er een drietal nog in het Rijksmuseum te Amsterdam bewaard wordt. Werkgelegenheid voor circa 300 man. Binnenkort zal de firma Valken burg te Tilburg, die aldaar een handel in wapens, en jachlartikelen heeft, zelf de fabricage van jacht- munitie ter hand gaan nemen. Hiertoe zal een fabriek worden gebouwd, die, wanneer alle afdeelin- gen daarvan in werking zyn, een belangryke werkgelegenheid voor Tilburg beteekent. De fabriek zal het eerste jaar beginnen met het fabriceeren van jachthuizen en onderdeelen daarvan, de slaghoedjes, zooals men weet het ontstekingsmiddel voor het ontbran den van het kruit, het rooklooze kruit en de proppen, alsmede het samenstellen van jachtpatronen uit deze onderdeelen. Daarna hoopt men de werkzaam heden uit te breiden met de fabrica tie van alle metaalpatronen, zooals b.v. revolverpatronen, pistoolpatro nen, ammunitie voor de grofwild- jacht en de slachtpatronen voor het dooden van slachtvee. Wanneer al deze afdeelingen op volle kracht werken, denkt men ongeveer 300 man werk te kunnen verschaffen. Vee door rookontwikkeling vergiftigd. Een nachtelyke binnenbrand op de boerderij van den landbouwer J. van Oyen te Maasbree heeft ernstige schade veroorzaakt aan den vee stapel. Vermoedelijk als gevolg van hooibroei was er brand ontstaan in de stallen. Daar het vuur wegens gebrek aan zuurstof geen uitweg kon vinden verstikten de vlammeD. De brand veranderde daardoor tot een smeulend vuur, dat den aanwe zigen voorraad hooi en stroo en al het verder brandbaar materiaal aan tastte. Hierdoor ontstond een gewel dige rookontwikkeling. Voordat men het vee kon redden, was het reeds door den rook vergiftigd. Een vier tal koeien en twee varkens vond men dood in de stallen. Ook de overige beesten verkeeren in levensgevaar. De landbouwer was tegen brand verzekerd. De a.s. Pauskroning. Naar uit Rome is gemeld, zal de Kroningsplechtigheid op Zondag 12 Maart plaats vinden. Na de groote feestelijke mis zal de Kroning geschieden op de wijze, zooals die gebruikelijk was voor 1870, d.w.z. niet in de St.Pieterskerk doch in de Loggia der Zegeningen. Na de mis zal de geheele pauselijke stoet de kerk verlaten en zich naar de groote Loggia der Zegeningen begeven. Daar zal, zichtbaar voor 't heele volk, dat zich op het Paleisplein zal hebben vereenigd, de Paus plechtig worden gekroond met de tiara, wat het hoogtepunt van deze plechtig heid zal zijn. Vermoedelijk zal de Kroning des middags ongeveer half één geschie den en zal deze plechtigheid, die zéér lang duurt, door de radio' wor den uitgezonden. Hoe 's Pausen het bericht vernam. Paus Pius XII heeft twee zusters, die getrouwd zijn en naast elkander wonen, op den Corso d'Italia te Rome. Ze heeten Giuseppina en Bet- tina. Met haar echtgenooten, kin deren en naaste familieleden hadden ze zich aan de radio gezet, zoodra in de stad bekend was geworden, dat er witte rook uit den bekenden schoorsteen van de Sixijjnsche kapel kwam. Het spreekt vanzelf, dat de mede- deeling van den kardinaal-deken en het noemen van den naam van den hoogvereerden broeder-kardinaal staatssecretaris een geweldige ont roering verwekte. En Giuseppina en Bettina schaamden zich volstrekt niet, later aan journalisten te ver tellen, vreugdetranen te hebben ge schreid. Toen een vriendin direct naar Guiseppina telefoneerde en naar haar vroeg, antwoordde haar oudste doch tertje, zelf over haar woorden strui kelend „moeder kan niet komen", ,ha il cuore nella gola", het hart zit haar in den keel, zooals de Italianen zeggen. En de telefoon stond daarna niet stil.... Dit was echter niet de oorzaak, waarom de nieuw benoemde Paus niet in staat was, zelf direct aan zijn zusters de heugelijke tijding mede te deelen. Pius XII wilde onmiddel lijk telefoneeren. Het was een Zyner eerste gedachten, zyn familie zelf de tijding mede te deelen. Maar Z.H. vergat, dat in de ruimten van het conclaaf alle telefonische verbindin gen verbroken waren. Natuurlijk werd er zoo spoedig mogelyk een verbinding tot stand gebracht.... Koning Leopold maant tot eendracht. In den loop van Maandagavond heeft koning Leopold in verbandtnet de afgekondigde parlementsontbin- ding een uitvoerig en markant schrij ven aan minister president Pierlot gericht, dat niet zal nalaten in het land diepen indruk te maken. De koning begint met te consta- teeren, dat hij het decreet inzake ontbinding van het parlement heeft moeten onderteekenen op hetoogen- blik, dat het land meer dan ooit be hoefte had aan eendracht, om het te verstevigen en ernst, om het goed te regeeren. Het is echter in den loop der laatste tijden onmogelijk gebleken, een vaste regeering aan het bewind te hebben. Er was dan geen andere uitweg meer dan een beroep te doen op de natie. Het land werd in dien toestand gebracht, zoo gaat de koning voort, door politieke dwalingen en vergis singen van den laatsten tyd. Met spijt moet geconstateerd worden, dat de grondwettelijke beginselen meer en meer verplaatst werden. De uit voerende en de wetgevende machten wisten niet altijd de juiste schei dingslijnen te trekken en meer dan eens werden den grondwettelyken souverein beslissingen ter bekrach tiging voorgelegd, waarover hy niet altijd naar behooren was ingelicht. Het staatshoofd kan op deze wijze niet langer de rol spelen, die hem door de grondwet wordt voorgeschre ven en de kroon komt hierdoor in het gedrang door het verspreiden van valsche opvattingen, welke van dien aard zyn, om de openbare opinie te misleiden. Degenen, die aldus han delen, vergeten, dat de koning de eenige ryksburger is, dien de mid delen worden ontzegd om zijn mee ning te verdedigen. Het is niet uit mijn persoonlyken naam, dat ik my hierover beklaag, zoo luidt verder het koninklijk schry- ven, maar omdat ik in de traditie wil blijven van mijn grondwettelijke voorgangers. Ook ik heb by mijn troonsbestijging gez voren, de grond wet Jte eerbiedigen. Dien eed wil ik trouw blyven. Vervolgens roept de koning zijn medeburgers op, om het binnen- landsch evenwicht te handhaven, om hartelijk en loyaal met elkaar samen te werken en ook saamhoorigte zyn ten opzichte van de problemen van internationale politiek, die een nabije .oekomst zal stellen. De Belgen moeten indachtig blijven, wat tijdens den oorlog de soldaten van koning Albert voor het land hebben gedaan. Het lot van België ligt in de handen van België zelf. Als de Belgen over de grenzen blik ken zullen zij zien, dat het aller plicht is, het moreele gezag van België hoog te blyven houden.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 6