THEE doet je goed!
De Stille Omgang.
STEMPEL noodig
Vroege aardappelen.
Achter in de kerk
Gemengde Berichten
BuitenSand.
Iedereen wil natuurlijk graag krach
tig en gezond blyven - het dagelyk-
sche kauwen van WRIGLEY'S P.K.
is hierb\j op de meest natuurlijke
wijze behulpzaam. Bovendien bevor
dert het de spijsvertering.
P.K. kauwen sterlct de zennwen en neemt
dat drukkende gevoel na den maaltijd weg.
Het schept nieuwe levenslust en verhoogt
de werkkracht. Houdt steeds enkele pakjes
1>Ü de hand. m
Veel genot voor weinig geld: 5 cent.
AAAAAAAAAAAAAA
hoeveelheden best veevoer onbeperk-
ten tijd gced te houden en dat op
een wijze, die betrekkelijk zeer goea
koop is.
Een excursie van Limburgsehe
land'oouwers, oider leiding van hun
Rijkslandbouw consulent gehouden
naar Hengelo en omstreken, had tot
resultaat, dat ook in Limburg het
stoomen van aardappels op vrij
groote schaal nog dit najaar en win
ter toepassing vond. Naar ons werd
medeg- deeld zijn stoomers geplaatst
in Roggel, Sevenum, Panningen,
Horst, mogelijk zelfs op meerdere
plaatsen. Deze bieden een prachtge-
legenheid om er eens te gaan infor.
meeren voor vele lezers van ons
blad.
Hoe is de Stille Omgang
ontstaan
In plechtige processie was de
wonderbare H. Hostie na het groote
mirakel teruggebracht naar de oude
Lt. Nicolaaskerk, waar ze aanvanke
lijk bewaard werd. Spoedig na het
vinden reeds was het houden eener
piechtige processie in zwang gekomen
;:n in 1360 vindt men al melding ge
maakt van plechtige processies,
waarin het H. Sacrament door de
straten werd gedragen. Bedevaart
gangers stroomden toe, zoodat de
A-ieilige Weg moest worden aangelegd
van de stadspoort naar de kapel.
De hervorming joeg de papen op
als vogelvrijen, doch de katholieken
konden de grootsche processie niet
vergeten en ze bleven de huizen
langs den processieweg ten deele
sieren, al werd Ons Heer niet meer
gedragen door zijn stad. Dit werd
echter op geldboete verboden. Maar
al konden de katholieken nu niet
meer openlijk hun vereering uit
vieren, in de harten der geloovigen
kon het vuur der aanbidding van
God in zijn wonderbaar Altaar
sacrament niet gedoofd worden.
In het geheim werden de H. Ge
heimen gevierd, in het geheim bleef
men het Hoogheilig Mirakel eeren,
in 't geheim ging men ter beevaart
naar de kapel, al was deze nu ge
sloten.
Cornelia Gijsbertz Plemp, die in
1574 geboren ia, vermeldt dit in zijn
gedicht op zijn vaderstad, die in
1816 ongeveer is uitgegeven en in de
vertaling van Sterck aldus luidt.
„De heilige drempels en de sporen
van 't verleden,
Goddankzij zijn nu nog ter
Kalverstraat bewaard.
Op 't wijdberoemde feest gaan
jaarlijkseh nog de schreden
Van velen, barrevoets, in d'ochtend
tempelwaart
Zij komen in 't geheim, de vromen
en getrouwen
En brengen U hun groot, verlaten
heiligdom,
Om 't Wonder-Sacrament te aan
bidden om te aanschouwen
De heiige plek, en gaan haar
plechtig driemaal om.
Genadig God, verlaat de wakkre
burgers niet,
Wier trouwe godsvrucht nooit Uw
Heiige Steê verliet."
Dit is dus in de eerste eeuw na
de hervorming der stille omgang
geschetst.
Samensmelting van twee
godvruchtige gebruiken.
Onze huidige Stille Omgangiseen
samensmelting van twee kostbare
devote herinneringenéén van vóór
en één van na de Reformatie. Name
lijk het rond de H. Hostie trekken
én het in stilte volgen van hetgeen
eens de processie was.
Immers een stille omgang bestond
reeds, toen óók de processie tevens
uittrok en er du3 geen sprake was
om uit vrees voor vervolging in
3tilte de:i processieweg te maken ter
herinnering aan den algemeenen
luister. Een afdoend bewijs levert
ons daarvoor een brief van den ge
leerden humaDlst Alardus van Am
sterdam in 1531. Deze schreef over
de mirakelfee3tviering aan den
schepen Klaas Hein, kerkmeester der
H. Stede, hoe uitmuntend hij 't vond,
„dat de kerkmeesters door hun eigen
voorbeeld zulk een groote vereering
opwekten by de andere inwoners en
vreemdelingen, dat er behalve enkele
Lutheranen niemand onder zoovele
stedelingen is, die tegenwoordig niet
eiken Woensdag vooral, van het
eerste daglicht af, met ongadekten
hoofde, barrevoets en eenvoudig,
zonder opschik gekleed, dikwijls met
brandende kaars in de hand, de
oogen neergeslagen en daarbij nie
mand groetende, herhaaldelijk rond
wandelt met bijzondere ingetogenheid
van gemoed en zoo eerbiedig mogelyk,
ai bewonderend, vereerend en aan
biddend."
Die gewoonte was in wezen niets
anders dan wat reeds eertijds zuster
Lysbeth Franssen dochter deed, toen
ze driemaal rond de Mirakelhostie
ging en genezen werd van een zware
ernstige ziekte.
Dit omgaan rond de H. Stede bleef
immer voortduren. In 1664 vinden
we er gewag van gemaakt
„Noch dagelijks worden rondom
deze kapel inzonderheid bij nachten
't ontijden veel devote pelgrimasien
en bedevaarten, barrevoets, gedaan
en voornamenlijk eens in 't jaar,
de3 nachts."
Vóór de hervorming bestond dus
reeds de Stille Omgang, en na de
reformatie hebben de katholieken
hem in eere gehouden Plemp's boven
aangehaald gedicht.
Maar was het wonder, dat zij, voor
wie een stedelijk verbod moest wor
den uitgevaardigd om den processie
weg te sieren, er tevens aan ver
bonden de heugenis aan de blijde
dagen der luisterrijke Mirakel-
processie en dat ze in stilte tevens
gingen den weg, eens door de
processie genomen
Zoo is, uit den Stillen Omgang van
vóór de hervorming de Stille Om
gang van thans gegroeid en waar
schijnlijk zou de huidige Stille Om
gang niet zijn ontstaan, indien er
niet reeds een vóór de hervorming
bestaan had.
Een leger trekt op....
Het mirakel van Amsterdam is een
gebeurtenis, die na 594 jaar nog
jaarlyks met evenveel devotie als
opgewektheid niet alleen door de
Amsterdammers, maar ook door een
groot aantal andere Nederlanders
gevierd wordt, die nu nog in staat
is om bij de viering een stoet van
meer dan 60.000 bedevaartgangers
in één nacht van heinde en verre
samen te bieagen om door Amster
dams straten een devoten stillen
omgang te houden.
Hoort ge ze stappen door de
nachtelijke stilte Niemand spreekt
een woord. Ouden en jonge-», bis
schoppen priesters en leeken, boeren,
stedelingen, stoere Volecdammers
met hun zijden petten, boezeroenen
en wijde broeken, Zeeuwen, Friezen,
Limburgers, alle provincies zijn ver
tegenwoordigd.
Een leger van mannen, 60.000 in
één nacht, ontelbare. Strak en stram
stappen ze voort, uiterlijk onbewogen,
innerlijk gloeiend van liefde voor
Christus.
Ze erkennen de waarlyke tegen
woordigheid van Christus in het
H. Sacrament. Wat deert het hun,
of 't koud of warm is, of er sner
pende sneeuwstormen jagen, of de
regen valt bij stroomenZij getuigen!
Daarvoor alleen zijn ze gekomen.
Een reuzenoptocht. Een golvende
slang van mannen, een vreedzaam
leger.
Als één man gaan ze voort, één
geest, één gedachte, één geloof.
Het oude Amsterdam met zyn
oude straten hoort ze weer komen.
Het stille water van de grachten
luistert, de zeemeeuwen, die in ranke
bogen over het rimpellooze water
zwieren, weten het, begroeten zeals
oude bekenden. De oude gevels heb
ben al zoo vaak weerklonken van
den dreunenden stap.
Geslachten giDgen hen voor, ge
slachten zullen volgen.
Een smeekgebed gaat tot over de
sterren, tot den troon van den
Almachtigeu God.
Het is een zware, vermoeiende
nacht, het is een daad van zich geheel
geven, een zich losrukken uit den
sleur van het dagelijksch leven, een
warm loopen voor het Godsideaal,
een Diet sparen van het lichaam dat
zoo graag wil rusten onder de warme
dekens, een boetegang, een blijde
gang. Christus liep voorop, wij volgen
Hem.
't Is toch Christus' weg, de weg
dien Hij eens ging onder broods
gedaante, gedragen door den priester
in de oude luisterrijke processie met
baljuw en schepenen, met wierook
en gezangen. Nu hebbende menschen
het God verboden
Een stille weg, onbekend gaan we
mee, zonder opsmuk, niemand ziet
ons, alleen God in den Hemel,
Deze nacht is van ons't is niet
de jachtende wereldstad, waar we
doorheen loopen, niet de handelsstad
met haar druk verkeer, doch stil is
het als in vervlogen tijden, rustig
ligt de oude mirakelstad met haar
kerken en torens en trapgeveltjes,
de stad waar vader Vondel van
dichtte.
Een oude weg, een lange moeilijke
weg, een heilige weg. Gods weg.
Een machtig gebed.
En als bij het eerste morgenkrieken
de zon over de stad opgaat en deze
haar gewoon wereldstad-aspect her
neemt, zijn allen weer vertrokken.
Doch er is een machtig gebed uit
het hart van ontelbare mannen ge
rezen tot God in den Hemel, een
gebed voor hen, die God niet kennen,
die God haten, die door den nood
der tijden honger lijden naar het
lichaam, doch vooral Daar de ziel.
Blijde gaan allen de moeizame
lange treinreis naar huls ondernemen,
versterkt in hun geloof in Christus,
in de H. Eucharistie, die het offer
van hun nachtrust en gebed heeft
aanvaard.
Vraagt modellen en prijzen bij
Firma van den Munckhof.
Omdat de laatste jaren de parti
culiere tuinen kleiner worden en om
dat men den beschikbaren grond
voor nuttiger doeleinden kan beste
den, wordt daar de aardappelteelt
steeds minder. Vooral ook de steeds
meer toegepaste kalkbemesting en
het gebruik van andere kunstmest
stoffen die kalk bevatten, wordt de
grond in die tuinen ook steeds min
der geschikt voor aardappelteelt.
Grond, die aan den zuren kant is,
brengt de mooiste aardappelen op.
Op kalkryke gronden hebben ze te
veel last van schurft. De boeren
spreken in dit geval van gepokte
aardappels. De aardappelen zyn al
sinds jaren zoo goedkoop, dat men
heel verstandig doet een rekensom
metje te maken alvorens men met
aardappelteelt zal beginnen.
Met de teelt van vroege aardap
pelen is echter nog wel iets te ver
dienen. In het begin toch zijn de
prijzen het hoogst. De teelt van vroege
aardappelen is nu niet zoo heel een
voudig, omdat de aardappel niet
tegen nachtvorst bestand is. Om te
beginnen met kans op succes moet
men zich pootgoed aanschaffen van
de meest geschikte vroege soorten.
De allervroegste zijn de Eerstelin
gen, die we echter om hun minder
goeden smaak niet al te sterk dur
ven aanbevelen. In plaats van deze
wordt de Frühmolle aangeraden, die
byna even vroeg is als de Eersteling
beter van smaak moet zijn. Op
de Frühmolle volgt de Bintjes of
Geldersche muis, waarmee het laatste
jaar in deze streek geen al te beste
ervaringen werden opgedaan. Middel-
vroeg zijn Present en Eigenheimer
Vooral de laatste wordt veel ver
bouwd en heeft geen slechten naam
De vroege aardappelen wqrden in
het laatst van Maart gepoot op een
afstand van 3040 c.M. in de rij.
Tussschen de ryen wordt eenruimfe
van een halven meter genomen. Van
deze aardappelen kan men in de
laatste helft van Juni beginnen t.e
oogsten. Voor 10 M2 heeft men l1/,2
kg. poters noodig. De opbrengst daar
van kan 25 kg. bedragen.
De allervroegste oogst, men, als de
poters vanaf begin Februari op een
koele lichte plaats ter kieming ge
legd worden. De knollen krijgen daar
korte, stevige spruiten. Dc aldus ge
sproten aardappelen worden einde
Maart uitgepooi. Ze komen vrij snel
op. Men zoekt er vooral eeD beschut
plekje voor uit en als er gevaar
voor nachtvorst is moeten die plan
ten die boven den grond uitkomen
met kranten of bloempotten worden
afgedekt. Men bemest met 2 en een
half a 3 kg. Granumix of A.S.F. per
100 M2. In plaats daarvan kan men
ook per 100 M2 geven: 10 kg. patent
kali, 10 kg. superfosfaat en 5 a 6
kg. Chilisalpeter. Als stalmest ge
geven werd kan men de hoeveel
heden met 1/3 verminderen. Gier of
beer kunnen ze niet veel verdragen.
Daar wordt het loof te lang vanen
de opbrengst minder.
Alvorens u dit jaar aan de teelt
van aardappelen wilt beginnen mee-
nen wy dat het raadzaam is vooraf
eens te informeeren of ter plaatse
de bespuiting tegen den colorado
kever ter hand genomen zal worden.
Indien dat het geval is, zal voor den
kleinen tuineigenaar de aardappel
teelt niet erg loonend worden.
Als U mij vraagt...
Kweeken zonder aarde.
Er is wat nieuws op kweekersge-
bied gekomen.
Of het nu wel geheel nieuw is be
twijfelen wy, want reeds jaren wordt
het gedaan maar dan als laborato
riumwerk, terwijl men het nu in de
praktijk toe wil passen, na nog ver
beterd te zijn.
We bedoelen het kweken van plan
ten zoDder dat deze in de aarde
groeien. Dus zooiets, als men wel
eens in laboratoria of by wijze van
proef op landbouwcursussen en
-scholen heeft gezien.
Planten kweeken zonde aardedat
plan komt uitAmerika. Dat zal men
wel begrepen hebben. Alleen daar
kan zoo'n plan opkomen en uitge
voerd worden.
Zekere professor Gercke heeft lang
durige proeven genomen en nu zijn
bevindingen der wereld kond gedaan.
Van de verschillende gewassen
heeft hij chemische samenstelling tot
inde kleinste bijzonderheden nage
speurd en voor ieder gewas heeft
hy een vloeistof samengesteld, die
de planten genoeg geeft om te leven
te groeien. Zoo heeft hy vloei
stoffen voor tomaten en voor aard
appelen, voor komkommers en voor
bloemplanten.
Mag men de berichten gelooven
en waarom zou men niet, de foto's
staan er bij dan krijgt hij gewas
sen, die veel flinker groeien, veel
grooter en steviger zyn dan die op
groeien. Zoo lazen we van tomaten
van 6 en 7 meter hoog vol geladen
met levendig roode vruchten.
De vloeistof voor tomaten bestemd
komt in groote bakken met gaas
overdekt. De kleine tomatenplanten
die men verkrijgt door het zaad in
turfstrooisel te laten ontkiemen,
plaatst men op dat gaas. Houtwol,
zaagsel en ander licht steungevend
materiaal houdt de planten rechtop.
De wortels bomen in de speciale vloei
stof. En groeien, groeien dat de
planten dan doen! Dat moet enorm
jn.
Elke dag wordt de vloeistof che
misch onderzocht en nagegaan wat
er aan onttrokken is, wat dan weer
bijgevuld wordt (Ik zie onze boeren
tuinders al aan het scheikundig
onderzoeken der vloeistoffen).
Dat zal een revolutie geven in den
Land- en Tuinbouw. Straks zien we
aankondigen: koeien zonder stal,
varkens zonder hok of trog... men
schen zonder keuken of tafel.
Als U mij vraagt, zou ik zeggen:
maak je maar niet bezorgd over de
waardë van je grond. Laat ons maar
eens kalm afwachten. Vallende ster
ren lichten het meest.
Het type van den staanden en
„hangenden" kerkbezoeker.
Maar vóór in de kerk huizen
ook van die poppen en
wasbeelden I
De bekende redenaar en schrijver
Henri de Greeve pr. geeselde op
scherpe wijze het bepaalde type
Kerkbezoeker, dat by kwalificeert
s poppen en wasbeelden.
Van dat type vinden we er 's Zon
dagsmorgens in vrijwel alle kerken
daarom lijkt 't ons dienstig, dit
fraaie stukje proza hier met een
bijschrift af te drukken.
Lezer, wanneer ge in deze schets
uw spiegelbeeld ontwaart, laat dan
niets na, om zoo dra mogelijk uw
houding grondig te verbeteren.
Wil je poppen zien, dan behoef je
heusch niet naar een panopticum te
gaan, je kunt ze veel beter vinden
Zondagsmorgens achter In de kerk.
Ze staan. Ze knielen niet. Ze staan.
Ze staan hardnekkig. Als er een
pilaar of een muur in de buurt is,
leunen ze.
Ze bidden niet althans de mees
ten niet maar ze kijken en ze
zien niets, 't Is het eenige uurtje
van wezenloosheid dat ze in de week
doörmaken. Altijd zijn ze bij de
pinken, als de kippen op hun zaken,
of by een pretje heerlijke moppen
tappers, luidruchtige klanten, toffe
jongens, met schaterende zielen, één
bonk leven, één stuk belangstelling,
maar Zondagsmorgens zoo laat en
zoo laat, als ze achter in de kerk
post gevat hebben, als ze zijn gaan
„staan", schiet hun ziel naar beneden
de roef en sluit het luik dicht.
Ze staan zonder meer, hoed onder
hun armwijdbeens of beenen by
elkaar. Komt er een late juffrouw
voorbij, dan draait de kop langzaam
terug als op een veer. Moet iemand
passeeren, dan geven ze niet mee
is de laatkomer voorbij, dan
sluiten zich de schouders weer als
water achter een schip. En ze staan
weer. Hun ziel slaapt. Hun oogen
zijn ruiten van een onbewoond huis.
Ze staan, niet omdat er geen plaats
is, maar waarschijnlijk om er het
eerst uit te kunnen zijn. Ze weten
't eigenlijk zelf niet, waarom ze
staan.
't Is een dut-uurtje, niet van hun
lichaam, maar van hun ziel, die dit
half uur onder zeil gaat. Bij de
consecratie zakken ze als een mecha
niek plotseling door op een knie,
met een scheeve schouder.
Bij den vijfden tik van de bel gaan
t weer omhoogby den zesden
staan ze weer. Ergens uit hun han
den slingert een rozenkrans. Maar
voor de rest staan ze. Tegen het
einde na de Dominenonsum dignus,
ontwaakt hun ziel in de roefkomt
naar boven. Het mechaniekertje
wordt voor een week opgeborgen,
t Panopticum komt in beweging
de portiek vult zich met sigaretten
en sigarenrook. Ze leven weer. O.L.
Heer heeft zijn half uurtje gehad.
Ily kan tevreden zijn. De goede
manieren zullen ze in den hemel wel
leeren. Misschien „staan" de zaligen
daar ook wel.
Dat is voor de palstaanders achter
in de kerk, of in de zijbeuken. Er
is ook iets te zeggen van bepaalde
typen meer vóór in de kerk. Die niet
achter in de kerk of in de zijbeuken,
ergens tegen den muur staan, want
dat zou niet „deftig" zyn. Daarom
gaan ze naar voren, ook al omdat
ze gepachte plaatsen hebben of omdat
ze wel een stoel of zitplaats betalen
willen. Maar daarom komen ze ook
geregeld op het nippertje of te laat.
Dat behoort ook tot de deftigheid.
Maar ge ziet 't aan het binnen
komen heel goed op hun gemak
zijn ze niet. 't Zou hun beter afgaan
ze de sociëteit of de bioscoop
of de danszaal binnenkwamen. Daar
voelen ze zich beter thuis. Dat „ligt"
hun beter. Dat is hun atmosfeer.
Ze gaan dan zitten. Op de knieën,
maar niet lang. Spoedig op één knie,
het andere been opgetrokken. Dan
zakken ze door dat is het derde
stadium wat het langste duurt
met de armen over de voorbank, en
met de heele lichaamszwaarte tegen
de zitbank. Bij het Evangelie vliegen
ze automatisch recht, slaan even
mechanisch over voorhoofd, mond
en borst en ploffen dan neer. Ze be-
hooren nu vierde stadium tot
de zittende kerk. Geen zegepralende,
lydende en nog veel minder strijdende
kerk, maar zittende Kerk. Ze zitten
„hardnekkig." Tot het uiterste. De
Sanctus brengt hen wel ia beweging;
de bel onmiddellijk vóór de Conse
cratie doet hen weer voor eenige
minuten op de beide knieën vallen.
Voor eenige minuten maar. Dan
weer spoedig met de volle lichaams
lengte tegen de zitbank aan en dan
weer zitten.
In het wellevendheidboekje staat
het niet beschreven.
De man van de wereld zou het in
de salons niet durven. Hy werd door
alle mevrouwen en bakvischjes ach
teraf yaet en zeker voor een „boer"
uitgemaakt.
In de kerk mag dat.
Wie doet je wat
Boven de „gewone" menschen ben
je verhevendaar trek je je niks
van aan; soortgenooten doen het
zelfde; en de geestelijken moeten
toch altijd wat zeggen.
Zeggen
Wat zeggen zij, die deftige poppen
en wasbeelden tegen O.L. Heer
Kinderen wordt geleerdgoede
manieren, „goeden dag'"-zeggen enz.
enz. Als ze verlegen zijn, uu dat is
niet erg dat is kinderaard; maar
als ze lomp zijn, wordt dat aan je
kinderen noch aan de ouders ver
geven.
De deftige poppen en wasbeelden
zeggen niets. Uit een kerkboek bid
den, aan den rozenkrans Hola.
Ze kunnen O.L. Heer nauwelijks
„goeden dag" zeggen. De soldaat
brengt punctueel het militair saluut
voor een meerdere en hij krijgt op
z'n „donder" als er wat aan man
keert deze „deftige" poppen en
wasbeelden vermogen nauwelijks met
de knie te knikken als de kerk bin
nenkomen en uitgaan.
Neen, ze kijken of zij O.L. Heer
een heelen dienst bewyzen, als ze
naar de kerk komen.
o
't Zijn de menschen, die gaan, om
dat ze moeten.
Die van de heerlyke geloofsgenade
en zedeleer alleen de geboden ken
nen en van de geboden alleen: „gij
zult" en „ge zult niet".
Innerlyke overtuiging is bij hen
zoo groot als een nachtlichtje ver
geleken by een booglamp.
Alle uiteenzetting en verdediging
van de geloofsleer is „een preek" en
daarmee reeds veroordeeld. Met dat
nachtlichtje reizen ze hun leven
door. Een sterke wereldsche wind,
en het is uit.
Ja, eenmaal is het uit....
AANKOOP VAN VARKENS
Zooals eind Januari werd aange
kondigd, heeft de Nederlandsche
Veehouderycentrale inmiddels een
aanvang gemaakt met het afnemen
van zware varkens. Ruim 12500
varkens werden reeds uit de markt
genomen.
Met het verleenen van dezen steun
aan de markt wordt nog voortge
gaan en wel in die mate, dat de
centrale per week ohgeveer 4000
zware varkens aankoopt voor slach
ting en invriezing.
Bovendien worden ook varkens in
het bacongewicht nog geregeld in
groote hoeveelheden door de centrale
aangekocht, boven het aantal, dat
voor uitvoer als bacon bestemd is.
Van deze soort varkens zijn thans
in totaal ongeveer 80 000 stuks op
gekocht.
Gallo-Germaansche oven
ontdekt te Meerlo,
Terwijl werklieden van de steen
fabriek der firma van Daal te Tien-
ray bezig waren met het afgraven
van klei, werd een gallo-Germaan-
sche pottenbakkersoven ontdekt.
Jammer genoeg was deze zeer
beschadigd. Men kon echter nog zeer
duidelijk zien, dat de buitenkant
van den oven met kleisteenen was
afgezet, terwyl er een massa scher
ven in de omgeving lag verspreid.
De oven zelf was totaal ineenge
zakt.
De plaats van de vondst is gelegen
onder Megelsum, gemeente Meerlo.
In de achttiende eeuw vond men in
dezelfde omgeving op eenige hon
derden meters afstand van de nieuwe
vindplaats verwijderd, eveneens een
pottenbakkerij.
Men kon toen nagaan, dat hierin
borden en schotels werden vervaar
digd, waarvan er een drietal nog in
het Rijksmuseum te Amsterdam
bewaard wordt.
Werkgelegenheid voor circa
300 man.
Binnenkort zal de firma Valken
burg te Tilburg, die aldaar een
handel in wapens, en jachlartikelen
heeft, zelf de fabricage van jacht-
munitie ter hand gaan nemen.
Hiertoe zal een fabriek worden
gebouwd, die, wanneer alle afdeelin-
gen daarvan in werking zyn, een
belangryke werkgelegenheid voor
Tilburg beteekent.
De fabriek zal het eerste jaar
beginnen met het fabriceeren van
jachthuizen en onderdeelen daarvan,
de slaghoedjes, zooals men weet het
ontstekingsmiddel voor het ontbran
den van het kruit, het rooklooze
kruit en de proppen, alsmede het
samenstellen van jachtpatronen uit
deze onderdeelen.
Daarna hoopt men de werkzaam
heden uit te breiden met de fabrica
tie van alle metaalpatronen, zooals
b.v. revolverpatronen, pistoolpatro
nen, ammunitie voor de grofwild-
jacht en de slachtpatronen voor het
dooden van slachtvee.
Wanneer al deze afdeelingen op
volle kracht werken, denkt men
ongeveer 300 man werk te kunnen
verschaffen.
Vee door rookontwikkeling
vergiftigd.
Een nachtelyke binnenbrand op de
boerderij van den landbouwer J. van
Oyen te Maasbree heeft ernstige
schade veroorzaakt aan den vee
stapel. Vermoedelijk als gevolg van
hooibroei was er brand ontstaan in
de stallen. Daar het vuur wegens
gebrek aan zuurstof geen uitweg
kon vinden verstikten de vlammeD.
De brand veranderde daardoor tot
een smeulend vuur, dat den aanwe
zigen voorraad hooi en stroo en al
het verder brandbaar materiaal aan
tastte. Hierdoor ontstond een gewel
dige rookontwikkeling. Voordat men
het vee kon redden, was het reeds
door den rook vergiftigd. Een vier
tal koeien en twee varkens vond
men dood in de stallen.
Ook de overige beesten verkeeren
in levensgevaar.
De landbouwer was tegen brand
verzekerd.
De a.s. Pauskroning.
Naar uit Rome is gemeld, zal de
Kroningsplechtigheid op Zondag 12
Maart plaats vinden.
Na de groote feestelijke mis zal
de Kroning geschieden op de wijze,
zooals die gebruikelijk was voor
1870, d.w.z. niet in de St.Pieterskerk
doch in de Loggia der Zegeningen.
Na de mis zal de geheele pauselijke
stoet de kerk verlaten en zich naar
de groote Loggia der Zegeningen
begeven.
Daar zal, zichtbaar voor 't heele
volk, dat zich op het Paleisplein zal
hebben vereenigd, de Paus plechtig
worden gekroond met de tiara, wat
het hoogtepunt van deze plechtig
heid zal zijn.
Vermoedelijk zal de Kroning des
middags ongeveer half één geschie
den en zal deze plechtigheid, die
zéér lang duurt, door de radio' wor
den uitgezonden.
Hoe 's Pausen het bericht
vernam.
Paus Pius XII heeft twee zusters,
die getrouwd zijn en naast elkander
wonen, op den Corso d'Italia te
Rome. Ze heeten Giuseppina en Bet-
tina. Met haar echtgenooten, kin
deren en naaste familieleden hadden
ze zich aan de radio gezet, zoodra
in de stad bekend was geworden,
dat er witte rook uit den bekenden
schoorsteen van de Sixijjnsche kapel
kwam.
Het spreekt vanzelf, dat de mede-
deeling van den kardinaal-deken en
het noemen van den naam van
den hoogvereerden broeder-kardinaal
staatssecretaris een geweldige ont
roering verwekte. En Giuseppina en
Bettina schaamden zich volstrekt
niet, later aan journalisten te ver
tellen, vreugdetranen te hebben ge
schreid.
Toen een vriendin direct naar
Guiseppina telefoneerde en naar haar
vroeg, antwoordde haar oudste doch
tertje, zelf over haar woorden strui
kelend „moeder kan niet komen",
,ha il cuore nella gola", het hart zit
haar in den keel, zooals de Italianen
zeggen. En de telefoon stond daarna
niet stil....
Dit was echter niet de oorzaak,
waarom de nieuw benoemde Paus
niet in staat was, zelf direct aan
zijn zusters de heugelijke tijding mede
te deelen. Pius XII wilde onmiddel
lijk telefoneeren. Het was een Zyner
eerste gedachten, zyn familie zelf
de tijding mede te deelen. Maar Z.H.
vergat, dat in de ruimten van het
conclaaf alle telefonische verbindin
gen verbroken waren. Natuurlijk
werd er zoo spoedig mogelyk een
verbinding tot stand gebracht....
Koning Leopold maant tot
eendracht.
In den loop van Maandagavond
heeft koning Leopold in verbandtnet
de afgekondigde parlementsontbin-
ding een uitvoerig en markant schrij
ven aan minister president Pierlot
gericht, dat niet zal nalaten in het
land diepen indruk te maken.
De koning begint met te consta-
teeren, dat hij het decreet inzake
ontbinding van het parlement heeft
moeten onderteekenen op hetoogen-
blik, dat het land meer dan ooit be
hoefte had aan eendracht, om het te
verstevigen en ernst, om het goed
te regeeren. Het is echter in den
loop der laatste tijden onmogelijk
gebleken, een vaste regeering aan
het bewind te hebben. Er was dan
geen andere uitweg meer dan een
beroep te doen op de natie.
Het land werd in dien toestand
gebracht, zoo gaat de koning voort,
door politieke dwalingen en vergis
singen van den laatsten tyd. Met
spijt moet geconstateerd worden, dat
de grondwettelijke beginselen meer
en meer verplaatst werden. De uit
voerende en de wetgevende machten
wisten niet altijd de juiste schei
dingslijnen te trekken en meer dan
eens werden den grondwettelyken
souverein beslissingen ter bekrach
tiging voorgelegd, waarover hy niet
altijd naar behooren was ingelicht.
Het staatshoofd kan op deze wijze
niet langer de rol spelen, die hem
door de grondwet wordt voorgeschre
ven en de kroon komt hierdoor in
het gedrang door het verspreiden
van valsche opvattingen, welke van
dien aard zyn, om de openbare opinie
te misleiden. Degenen, die aldus han
delen, vergeten, dat de koning de
eenige ryksburger is, dien de mid
delen worden ontzegd om zijn mee
ning te verdedigen.
Het is niet uit mijn persoonlyken
naam, dat ik my hierover beklaag,
zoo luidt verder het koninklijk schry-
ven, maar omdat ik in de traditie
wil blijven van mijn grondwettelijke
voorgangers. Ook ik heb by mijn
troonsbestijging gez voren, de grond
wet Jte eerbiedigen. Dien eed wil ik
trouw blyven.
Vervolgens roept de koning zijn
medeburgers op, om het binnen-
landsch evenwicht te handhaven, om
hartelijk en loyaal met elkaar samen
te werken en ook saamhoorigte zyn
ten opzichte van de problemen van
internationale politiek, die een nabije
.oekomst zal stellen.
De Belgen moeten indachtig blijven,
wat tijdens den oorlog de soldaten
van koning Albert voor het land
hebben gedaan. Het lot van België
ligt in de handen van België zelf.
Als de Belgen over de grenzen blik
ken zullen zij zien, dat het aller
plicht is, het moreele gezag van
België hoog te blyven houden.