Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Alleen Boter
is boter
„VENRAY'
boter
De H. Joseph vader
v.h. H. Huisgezin.
Onze jonge boeren
de wijde wereld in
Binnenland.
JURKJES en
PAKJES
Cónmiwiefust.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 11 Maart 1939
Zestigste Jaargang No 10
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct I Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY I Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct
per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie Telefoon 51 Giro 150652 buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct
is zeer fijne boter
Drie personen zien wij in het
H. Gezin bij elkander, en onder
deze drie is Jozef het hoofd des
huizes.
Op geheimvolle, bovennatuur
lijke wijze was Jezus de Zoon
van Maria geworden, en daar
door had Hij te gelijk den H.
Jozef, die Maria's wettelijke man
was, tot Zijn voedstervader en
bewaarder aangenomen. Christus
had dus aan Jozef vaderlijke
macht verleend en hem bekleed
met vaderlijk gezag over Zijn
Goddelijken Persoon.
Verheven roepingHooge
waardigheid
Tijdens Jezus' jonge jaren is
Jozef de plaatsbekieeder, ja
om zoo te spreken de schaduw
van Jezus' Vader in den hemel.
De eeuwige Zoon heeft Zijne
hemelsche woning verlaten en is
een zwak kind geworden; Jozef
zal dat kind opvoeden tot een
jongeling, den jongeling vormen
tot een man. Eenmaal zal dat
Kind optreden als de Messias;
Jozef zal dien toekomstige Ver
losser onder zijne oogen op-
kweeken voor de wereld. Zoo
had God zelf het gewild.
Geen wonder, dat Jozef op elk
uur van den dag de gewichtige
taak op zijne schouders voelde
drukken, welke hij als vader
van dat verheven Kind tc ver
vullen had. Van zijne waardigheid
ja, maar niet minder van zijn
zware verantwoording was hij
zich diep bewust; en, vol plichts
besef als hij was, zocht hij zich
door elk werk, dat zijne handen
verrichten en door elk woord,
dat zijn mond sprak, van die
gewichtige taak ten volle te
kwijten.
In al zijn doen en laten dacht
Jozef daaraan en zorgde ervoor,
dat al zijn streven gericht was
op de verzorging van dat Kind,
op de trouwe bewaring van dien
hemelschen schat, hem door God
in pand gegeven.
Maar zoo denkt Jozef
hoe .zal ik een arme werkman,
dat groote werk ook maar rede
lijk wel kunnen volbrengen
in zijne diepe nederigheid staat
hij dikwijls als verlegen met
zichzelven. Hij verbaast zich, dat
hij, eenvoudig timmerman als hij
is, dag aan dag mag omgaan
met dit Kind, in hetwelk hij met
geloovig hart zijn God erkent en
aanbidt.
Hoe zal hij aan God durven
gebieden
Maar toch: God wil het en
daarom zal hij niet schromen.
Hoe Zal de eenige Zoon Gods
Zijn dagelijksch brood eten aan
den schralen disch van een hand
werksman, die op dagwerk gaat
Zal de Zoon Gods het voedsel
nuttigen uit zijne vereelte handen,
die slechts gewoon zijn met
zaag en hamer te werken
Maar toch dat Kind zelf
had het zóó vrijwillig verkoren.
Daarom zal Jozef zijn plicht
doen.
Ja, wel eene hooge gunst valt
dezen werkman te beurt, eene
eer, grooter dan de roem eener
koningskroon; te mogen arbeiden
met en voor den Zoon Gods in
denzelfden winkel, als leermees
ter te mogen optreden over dezen
Leeraar der volken.
Dit gedenkend, vervult Jozef
zijn vaderplicht vol teedere liefde,
want innig is zijn hart gehecht
aan dien eenigen schat.
Die vaderlijke liefde doet hem
bezorgd zijn voor alles.
Weliswaar moet hij hard wer
ken van den vroegen morgen tot
den laten avond om voor Jezus
en Maria den dagelijkschen kost
te verdienen; maar hem is geen
arbeid te lang, geen werken te
zwaar. Liefde verkort den arbeid,
liefde verlicht het werken.
Wel valt het Jozef hard, als
hij, bij al zijn zwoegen, nog de
hulp van Jezus moet inroepen
om zijn gezin van het hoogst
noodige onderhoud te voorzien;
maar o 1 hoe zoet is het te
werken aan Jezus' zijde
Bij Hem is armoe een weelde,
bij Hem zwoegen een genot, het
kruis eene zaligheidDe liefde
voor Jezus maakt hem rijk in
zijn armoede en geeft hem de
versche kracht in den arbeid en
vreugde in het lijden.
Dat is, in korte trekken, het
beeld van Jozef ais vader van
het H. Huisgezin. Verheven tot
de waardigheid van voedster
vader en bewaarder van den
jeugdigen Verlosser, beseft hij
volkomen de grootheid en heilig
heid van zijn staat.
Maar niettemin is hij ootmoe
diger en eenvoudiger, naarmate
hij hooger verheven is. En vu
riger wordt zijne liefde, naarma
te hij langer en vertrouwelijker
mag omgaan met dat Kind, dat
hem reeds een voorsmaak geeft
van de zoetheid, beloofd in de
woorden: „Zoo iemand Mij lief
heeft.... zal ook ik hem liefheb
ben en openbaren zal Ik hem
Mij zeiven".
EMIGRATIE NAAR
CANADA en AUSTRALIË.
In een bijeenkomst te 's Graven-
hage van de R. K. Emigratievereeni-
ging besprak Ir. Dojes, van de Stich
ting Nederland, de emigratie naar
Canada.
Spr. begon met te wijzen op de
groote behoefte aan grond voor de
jonge boeren en tuinders in ons land,
Daardoor is een groeiende belang
stelling voor emigratie ontstaan.
Bevordering der emigratie van over
heidswege wordt als redmiddel voor
onze jonge boeren en tuinders be
schouwd. Voor gesteunde emigratie
voelen wg echter weinig, aldus spr.
daar de ervaringen hiermee niet erg
bemoedigend zgn.
Bevordering der emigratie kan op
verschillende wijzen geschieden, n.l.
door het verstrekken van voorlich
ting, door het instellen van onder
zoekingen in gebieden, waar zich tot
dusverre nog geen of weinig Neder
landers hebben gevestigd en door
vertegenwoordigers te benoemen in
de voornaamste emigratielanden,
welke de meest recente gegevens
kunnen verschaffen en den emigrant
bg aankomst in het vreemde land
verder vooruit te kunnen helpen.
Spr. wees op de beteekenis der
sociale en politieke verhoudingen in
het emigratieland en op het feit, dat
de Nederlanders zich niet zoo ge
makkelijk met de Latijnsche rasseD,
voornamelijk in de Zuid Amerikaan-
sche staten, vermengen als met de
bevolking van Engelsch sprekende
landen.
Verder is de loonstandaard een
belangrijke factor.
Deze komt in de Engelsch spre
kende landen Canada, deVereenigde
Staten, Zuid Afrika, Australië en
Nieuw Zeeland het meest met die,
in ons land overeen. In dat opzicht
verkeeren de Zuid Amerikaansche
landen in een zeer nadeelige positie.
Canada nam jaren geleden als
immigratieland *n belangrijke plaats
in. Van 1930 tot 1933 trad echter
ook daar de landbouwcrisis op.
Sedert 1933 valt er echter in de
Canadeesche landbouwtoestanden
eenige verbetering te constateeren.
Er bestaat dikwijls een verschil
van inzicht tusschen den Europee-
schen boer in Canada en den ge
middelden Canadeeschen boer aldaar.
Terwijl de eerste zich een boer
derij koopt om zich en zijn gezin
een blijvend bestaan te verzekeren,
zijn land bebouwt zooals hg het van
huis uit gewoon was, zich voor alles
er op instelt, zooveel mogelgk van
de op zgn boerderij verbouwde pro
ducten te leven, i3 de laatste dikwijls
niet uit boerenkringen voortgekomen
en veel minder aan zijn bedrijf ver
bonden dan de eerste.
Op het oogenblik trachten veel
Canadeezen hun bezit te verkoopen.
Dit zijn vooral de „gelegenheidsboe-
ren". Daarnaast echter bestaat een
ras van boeren, die ondanks crisis
hun bedrjjf konden behouden en het
dikwgls gingen uitbreiden.
Velen begonnen als homesteader
en zijn nu eigenaar van een kapitale
boerderij. Een homesteader is iemand
die tegen betaling van een gering
bedrag een stuk grond, behoorend
aan de Canadeesche regeering, ten
gebruike kan verkrijgen en dit later
in eigendom kan bekomen.
De door spreker in Canada be.
zochte Nederlandsche gezinnen, die
over het heele land verspreid wonen,
waren vrijwel alle uitstekend tevre
den. Menschen, die het in Nederland
waarschijnlijk nooit verder dan tot
een ondergeschikte positie «ouden
hebben gebracht, waren hier eige
naars van een onbezwaard bedrijf,
van 60 of meer H.A., dus „eigen
boer."
Zij, die naar Canada willen emi-
greeren, om er een bedrijf te gaan
opzetten, zullen in elk geval moeten
beschikken over vakbekwaamheid,
werklust en werkkracht, maar daar
naast ook over een bepaalde som
geld, welke minstens f 1900 moet
bedragen.
In Centraal Britsch Columbia,
waar spr. een speciaal onderzoek
heeft ingesteld, bestaat nog gelegen
heid voor vestiging van een aantal
Nederlandsehe boeren in elkanders
nabijheid. In het Zuiden vindt men
een meer heuvelachtig en beboscht
landschap.
Canada is een groot land met een
betrekkelijk weinig dichte bevolking.
In het algemeen is het leven in de
minder ontwikkelde streken minder
comfortabel, men vindt daarnaast
echter verschillende reeds oudere
landbouwgebieden, waar het met het
comfort in geen enkel opzicht slech
ter gesteld is dan in Nederland.
Soms wint Canada het nog in dit
opzicht. Vooral deze streken zullen
in het bijzonder voor hen, die over
ruimere middelen beschikken en die
in ons land door het gebrek aan
cultuurgrond geen bedrijf kunnen
opnemen, als vestigingsgebieden in
aanmerking komen.
Zij, die zich in Canada vestigén,
zullen, om het risico te verdeelen,
zich in de eerste plaats moeten toe
leggen op het gemengde bedrijf. In
het bijzonder geldt dit voor hen, die
nauwelijks over het vereischte kapi
taal kunnen beschikken om een be
drijf te gaan beginnen.
Britsch Columbia is het beste met
Noord Zwitserland te vergelijken.
Het grootste gedeelte van de pro
vincie is te bergachtig en heeft er
bovendien te geringeD neerslag om
uitoefening van den rendabelen land
bouw mogelijK te maken.
Door de groote uitgestrektheid
van het gebied, is de hoeveelheid
cultuurgrond echter nog zeer groot.
Spr. gaf dan een beschrijving van
het land, de steden zooals Prince
George en Prince Rupert en van het
leven op een Canadeesche boerderij,
waarbij nog ai wat verschil valt op
te merken met het leven in de stad
en op het land in Nederland.
Het uiterlijk der boerderijen is
zeer verschillend; meestal is het
woonhuis een blokhuis, dat zeer
eenvoudig doch geriefelijk is inge
richt.
De levende have op het bedrgf
bestaat uit trekpaarden, koeien met
bloed van het Friesch-Hollandsche
veeslag in zich, verder Yorkshire
varkens, kippen en kalkoenen. Aan
schapenhouderg doet men niet veel,
omdat men deze dieren voor het
voedsel zoeken moet hoeden, teneinde
te voorkomen, dat ze door roofwild
worden opgepeuzeld. Een herder is
over het algemeen te duur om de
schapenhouderg loonend te maken.
In de dorpen treft men naast één
of meer kerken Canada is een
godsdienstig land de Community
Hall aan, dat is een aan de gemeente
behoorend vergader- en feestgebouw.
De kolonist kan öf een bedrijf
koopen, waarop reeds gebouwen aan
wezig zijn, öf een complex land
zonder gebouwen.
Op het oogenblik is er zeer veel
keuze in „partly improved farms",
d.w.z. gedeeltelijk ontgonnen en in
cultuur zijnde bedrijven, waarop
meestal reeds gebouwen aanwezig
zgn. Aangezien in het algemeen deze
bedrgven voor redelijke prgzen ver
krijgbaar zgn, kan men voorloopig
beter afzien van het koopen van
onontgonnen bedrgven zonder ge
bouwen.
De gemiddelde grootte van een
boerderij in deze streek is 150 acre
(64 H.A.), waarvan in het algemeen
5 tot 140 acre is ontgonnen. De rest
bestaat uit grond, welke de kosten
van ontginning niet loont.
Bij vestiging in deze streek is
noodig aankoop van een „seml-unpro-
ved farm" een span paarden, twee
of drie koeien, een paar fokvarkens,
kippen en de benoodigde werktuigen.
Koeien en kippen leveren den kolo
nist direct eenige inkomsten.
Overigens moet hij een zeker deel
van zijn kapitaal beschikbaar houden
voor levensonderhoud in de eerste
maanden. Elke boer verbouwt zgn
eigen groenten en bakt zijn eigen
brood. Vleesch wordt geleverd door
eigen vee en door het vele wild.
Spr.'s meening was, dat in Britsch
Columbia voor de vestiging van land
bouwers nog vele mogelgkheden
aanwezig zijn. Waarschijnlijk bieden
ook andere streken van Canada
goede toekomstkansen. Als land-
bouwland biedt Canada het groote
voordeel, dat er voor het eigen gezin
een levensbestaan kan worden ge
vonden, terwijl tevens voor het na
geslacht goede kansen aanwezig zgn.
Hierna was gelegenheid ir. Dojes
vragen te stellen, waarvan eenige
aanwezigen een dankbaar gebruik
maakten.
Mej. Kersbergen vertelde vervol
gens aan de hand van eenige films,
over Australië.
Zg heeft geen speciale studie ge
maakt van emigratiemogelgkheden
en landbouwgebied, maar kon wel
zeggen, na er een tweetal jaren te
hebben vertoefd, dat het na Neder
land (en misschien ook na Canada)
het mooiste land ter wereld is.
Na 'n korte schets van de geschie
denis van het land, wees spr. er op,
dat het katholicisme er bloeit, dank
zij de Ieren, die er zich gevestigd
hebben.
Het is een bloeiend land met in
alle opzichten groote mogelgkheden.
De oppervlakte is 240 maal Neder
land, terwijl het maar slechts 7 mil-
lioen inwoners heeft. Volgens som
migen kan het er 300 mil lioen her
bergen, volgens andere 40 millioen.
De Australische bisschoppen heb
ben aan spr. gezegd, dat men geen
grooter weldaad aan Australië kan
bewijzen dan door katholieken naar
Australië te sturen, die van het land
houden en van en op het lhnd wil
len leven.
De levensomstandigheden zijn er
anders dan hier, maar de Neder
lander kan zich gemakkelijk aanpas
sen. De Australische bisschoppen
willen helpen met priesters en met
kerken. Een contact van de R.K.
Emigratievereeniging met Australië
lijkt spr. zeer gewenscht.
De Australische bevolking is gul,
gastvrij en opgewekt. Zg vormt er
kameraadschappelijk als het ware
één groote familie. Men heeft er
spoedig contact met de bevolking.
Spr. meende, dat er in Australië
voor katholieke Nederlandsche land
bouwers groote mogelgkheden zgn.
De schapenteelt is in Australië
zeer belangrijk. Ook de korenbouw
wordt er met veel succes beoefend,
zooals uit eenige vertoonde films
bleek.
In Quinsland is veel tuinbouw o.a.
van Zuidvruchten.
De gezinnen in druk.
Wg hebben in dit blad al vaak
een beschouwing gewgd aan den
enormen druk, die tegenwoordig op
de gezinnen ligt door de geweldige
stijging van de indirecte belastingen.
Uit een statistiek is thans gebleken
dat gezinnen met een inkomen van
beneden de f 3000 per jaar gemid
deld 10 pet. van het inkomen, dat is
dus f 300 betalen aan directe belas
tingen alleen op de voeding.
Bij inkomens boven de f 3000
stijgt dit percentage tot bijna 18 pet.
Bij grootere gezinnen ligt het
percentage natuurlijk nog belangrijk
hooger.
De statistiek toont verder aan, dat
op de onontbeerlijke voedingsmidde
len, als brood en vetten in alle
klassen meer dan 75 pet. drukt van
het totaal der crisisheffingen, dat in
de gezinsuitgaven berekend is.
Verder wordt er nog op gewezen,
dat bg eenzelfde inkomen aan in
directe belastingen door de groote
gezinnen 1.6 tot 2.3 maal zooveel
aan indirecte belastingen op de
eerste noodzakelijke levensbehoeften
wordt betaald als een klein gezin.
Wel betaalt een groot gezin minder
aan indirecte belastingen, maar dit
mindere bedrag wordt ruimschoots
gecompenseerd door een hooger be
drag aan indirecte belastingen.
Wg zeiden reeds, dat de indirecte
heffingen tijdens de crisis geweldig
zijn verhoogd.
In 1938 hebben de indirecte belas
tingen opgebracht ruim 315 millioen
tegen de directe belastingen 136
millioen.
Bij die 315 millioen komen nog
een 200 millioen voor het Landbouw
crisisfonds, waardoor we komen aan
ruim 500 millioen, die grootendeels
door de gezinnen worden opgebracht,
Nu komt er, zooals men weet, een
lichting ten bate van de groote ge
zinnen.
Eerst krijgen we nieuwe heffingen
tot een bedrag van 50 millioen, waar
voor ook de gezinnen het hunne
moeten bijdragen, en eerst daarna
wordt een bedrag van 11 millioen
beschikbaar gesteld ten bate van de
groote gezinnen.
Het is welkom, maar veel meer
dan een druppel op een brandketel
maakt het toch feitelijk niet uit.
Er zal op het punt van verminde
ring van druk op de gezinnen heel
wat meer moeten gebeuren, alvorens
van een redelijke lastenverdeeling
sprake kan zgn en van een waarlgk
Christelijke politiek.
Waarom wordt toch het denkbeeld
van onze partij inzake een vrijgezellen
belasting piet met kracht doorge
voerd
Tegenover cijfers, zooals wg ze
hiervóór hebben aangehaald, is toch
waarlgk niets in te brengen tegen
den drang naar ontlasting van de
groote gezinnen met een honderd
millioen.
WAT DEFENSIE KOST.
Defensie, dat is in 't Nederlandsch
vertaald; verdediging, hier bedoeld
als landsverdediging.
De minister van Koloniën be
doeld wordt overzeesche bezittingen
want koloniën kennen we niet meer
heeft in de Tweede Kamer bg
zgn allerwege geroemde knappe
verdediging van de Indische begroo
ting eenige cijfers genoemd van de
kosten van landsverdediging.
De kosten van landsverdediging
zgn de laatste vijf jaren voor
ons land, Indië inbegrepen, ge
stegen van 120 millioen tot 360
millioen.
Dat cijfer demonstreert, hoe ont
zaglijk zwaar ook bg ons de mili
taire lasten gaan drukken tengevol
ge van de gespannen internationale
verhoudingen.
Het spreekt nog duidelijker, wan
neer we naast dat cijfer van 360
millioen het cijfer stellen van de
directe belastingen in ons land in
1938. Die brachten nl. slechts 136
millioen op.
ONZE SPOORWEGEN.
Prof. Goudriaan, de president-
directeur der Ned. Spoorwegen, heeft
voor de Kamer van Koophandel te
Rotterdam een merkwaardige rede
gehouden. Het voornaamste in die
rede vonden wij voor ons deze op
merking:
Een tegenstelling tusschen de
belangen van de Nederlandsche
Spoorwegen en de duurzame be
langen van Nederland is on
denkbaar. De Nederlandsche
Spoorwegen zijn het bezit van
het Nederlandsche volk en zij
worden geleid door dezelfde in
genieurs, dezelfde kooplieden en
dezelfde organisators als andere
Nederlandsche ondernemingen.
Het is goed, dat dit ons volk eens
wordt ingehamerd. De groote open
bare lichamen, zooalSide Spoorwegen
worden nog te veel gezien als iets
geheel buiten ons om, als onderne
mingen, waarmee we eigenlijk niets
te maken hebben en waarop de ge
middelde Nederlander liefst door
loopend „kankert".
Wij moesten ons allen meer be
schouwen als „aandeelhouders" van
dit gemeenschappelijk bezit en.....
daarnaar handelen. Dan praattenen
handelden wg stuk voor stuk door
gaans anders dan thans
Uit deze rede moeten we nog een
enkele aanhaling doen.
Eerst deze: er is thans gelukkig
een weldadig aandoend optimisme
en enthousiasme bg de leiding. Prof.
Goudriaan drukte dat uit door te
zeggen, dat de leiding er een eer in
stelt, om de Ned. Spoorwegen te
maken tot het beste spoorwegbedrijf
van de wereld.
Zonder idealisme werd nog nooit
iets grootsch bereikt; moge het den
knappen leider en zgn medewerkers
gelukken, dat ideaal te benaderen.
En ten slotte deze opmerking: Prof.
Goudriaan zegt dat de directie der
N.S. den motor op den weg geens
zins ziet als haar vgand, doch veeleer
als een bondgenoot. Dan zal echter
het parasitaire autovervoer moeten
verdwijnen of de Spoorwegen zouden
hun net ingrijpend moeten inkrim
pen, want anders is niet bereikbaar,
waarnaar gestreefd wordt: zoo spoe-
dig mogelgk het bedrijf rendabel
maken.
En dat is een geweldige opgave,
waar de verliezen over 1935, 1936,
1937 en 1938 resp. zgn 28, 30, 32 en
22.5 millioen!
Tempo
Tempo is het slagwoord van onzen
zenuwachtig-gejaagden tijd. Er moet
vlot en doortastend worden aange
pakt, want anders raken we achter
op.
Met het werk van de Overheid is
hst niet anders. Ook de Staat moet
vlot en kordaat handelen in 't be
lang van de gemeenschap.
Nu heeft het democratisch staats
bestel bewezen, dat het tot vlotte
afdoening van zaken zeer wél ge
schikt is. Het zit derhalve niet in 't
systeem, wanneer de wetgeving niet
vlug genoeg marcheert en de noodige
maatregelen in 't belang van de
volksgemeenschap niet vlot genoeg
genomen worden.
Dat stellen we even voorop, wan.
neer we onze gedachten laten gaan
over 't feit, dat de Tweede Kamer
tot 18 April a.s. met vacantie is
gegaan. Die vacantie is haar van
harte gegund en... er was trouwens
geen werk meer. Over dat laatste
gaat 't nu juist. De voorbereiding
duurt maar te lang.
Zoo zullen er nu nog een paar
maanden verloopen, alvorens het
laatste bedrgf van de zaak-Oss
wordt gespeeld, welke toch zoo ont-
zaglijk de openbare meening bederft
en vergiftigt.
Ook van tal van andere urgente
maatregelen is de voorbereiding niet
voldoende gevorderd voor openbare
behandeling. Wg denken aan het
weren van de gehuwde vrouw uit
fabriek en werkplaats, aan verhoo
ging van den leeftijd waarop jongens
en meisjes in de fabriek mogen, aan
de kinderbgslagregeling, aan de
maatregelen tot beperking door
werkloosheid door uitvoering van
het plan-Westhof, aan de plannen
tot tewerkstelling van jonge onder
wijzers...
De plannen zijn allemaal mooi,
maar het duurt maar zoo lang, voor
ze tot uitvoering komen!
De parlementaire molen moet in
onzen tijd sneller gaan malen of hij
maalt zich zelf vast.
Nieuwe vestigingsverboden.
De Minister van Economische Zaken
heeft op grond van de vestigingswet
kleinbedrijf bepaald, dat het zonder
vergunning van den Minister verboden
is inrichtingen te vestigen in het
rgwielbedrijf, den brandstoffenhandel
en het schildersbedrijf.
Prachtcollectie
voor het a.s.
Smaakvol. Nieuwe modellen.
Grootestraat 9.
VENRAY, 11 Maart 1939
Bekendmaking
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter openbare kennis,
dat de Raad der Gemeente in zijne
openbare vergadering van 28 Febr.
1939 besloten heeft:
le. medewerking te verleenentot
het doen bouwen van een overdekte
speelplaats aan de R. K. bijzondere
lagere jongensschool te Venray-kom.
2e. zijn medewerking te weigeren
tot het doen betegelen van de be
staande speelplaats van die school of
tot het aanbrengen van een andere
afdoende verbetering op die speel
plaats.
Venrav, 6 Maart 1939.
Burgemeester en Wethouders van
Venray
A. H. M. JANSSEN,
De Secretaris,
VAN HAAREN
E.H.B.O. CURSUS*
Luchtbeschermingsdienst.
De L. B. D. deelt mede, dat de
cursus E. H. B. O., die door het
vertrek van Dr. Mertens tgdelgk
onderbroken moest worden, weer
zal worden voortgezet. De nieuwe
cursusleider is de Zeergel. Heer Dr.
Hootsman, die reeds meerdere malen
dergelijke cursussen met buitenge
woon succes heeft gegeven.
Er zijn echter eenige veranderin
gen gekomen en wel in de eerste
plaats wat betreft het uur en de
dag. De cursus wordt niet meer op
Donderdag, maar voortaan op
Woensdag gegeven. Eveneens is het
tijdstip vervroegd en wordt om 8
uur aangevangen. Dit uur is zoo
gesteld, omdat Dr. Hootsman van
plan is de cursus telkens twéé uur
achter elkaar te geven. De cursus
blijft gevestigd in het lokaal der
K.J.V.
Mochten er dames zijn, die door
de verandering van dag en uur niet
verder kunnen deelnemen, dan ver
zoekt het hoofd der L. B. D. vrien
delijk even hem hiervan in kennis
te stellen.
De eerstvolgende cursusavond is
dus op Woensdag 15 Maart 'savonds
om 8 uur in het K.J.V. gebouw.
Hoofd der L.B.D.
A. BUWALDA.
TOONEELAVOND.
Naar we vernemen, heeft 't publiek
dit jaar op Zondag-Halfvasten een
extraatje te verwachten. Afwijkend
van de gewoonte om met Carnaval
een uitvoering te geven, heeft Br.
Berachus met zgn uitgelezen tooneel-
gezelschap beslag gelegd op Half
vasten-Zondag, om alsdan een mooie
tooneelavond aan te bieden.
Het op te voeren stuk is getiteld:
„Zijn Tweede Jeugd", een op en top
lacheding. Als het een film betrof,
zou men hiervan moeten zeggen
lachen, gieren, brullen!
Als bijzonderheid zij nog vermeld,
dat deze uitvoeriDg welwillend door
Br. Berachus gegeven wordt in en
ten bate van het Patronaat. Dit
maakt deze tooneelavond nog sym
pathieker en moet als een mooie
geste worden beschouwd, die zeker
door het publiek zal gewaardeerd
worden. Voorzeker een gepaste en
welkome afleiding in deze vastentijd.
Wij wenschen daarom Br. Berachus
en zijn jongens alle succes toe, waar
het ook zeker niet aan zal ont
breken.
R.K. Onderwijzersbond.
In Hotel „de Zwaan" hield de R.K.
Onderwijzersbond Venray een druk
bezochte vergadering. Een 2-tal af
tredende bestuursleden werden her
kozen, terwijl in de vacature, ontstaan
door ontslagname van den heer 3.
Heggen werd gekozen de heer P.
Gooren. De W.E. Heer Widdershoven,
inspecteur van het L.O., hield een
zeer leerzame lezing over de nieuwe
richting in het onderwijs.