Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Alleen Boter is boter „VENRAY' boter De H. Joseph vader v.h. H. Huisgezin. Onze jonge boeren de wijde wereld in Binnenland. JURKJES en PAKJES Cónmiwiefust. Provinciaal Nieuws Zaterdag 11 Maart 1939 Zestigste Jaargang No 10 PEEL EN MAAS ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct I Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY I Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie Telefoon 51 Giro 150652 buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct is zeer fijne boter Drie personen zien wij in het H. Gezin bij elkander, en onder deze drie is Jozef het hoofd des huizes. Op geheimvolle, bovennatuur lijke wijze was Jezus de Zoon van Maria geworden, en daar door had Hij te gelijk den H. Jozef, die Maria's wettelijke man was, tot Zijn voedstervader en bewaarder aangenomen. Christus had dus aan Jozef vaderlijke macht verleend en hem bekleed met vaderlijk gezag over Zijn Goddelijken Persoon. Verheven roepingHooge waardigheid Tijdens Jezus' jonge jaren is Jozef de plaatsbekieeder, ja om zoo te spreken de schaduw van Jezus' Vader in den hemel. De eeuwige Zoon heeft Zijne hemelsche woning verlaten en is een zwak kind geworden; Jozef zal dat kind opvoeden tot een jongeling, den jongeling vormen tot een man. Eenmaal zal dat Kind optreden als de Messias; Jozef zal dien toekomstige Ver losser onder zijne oogen op- kweeken voor de wereld. Zoo had God zelf het gewild. Geen wonder, dat Jozef op elk uur van den dag de gewichtige taak op zijne schouders voelde drukken, welke hij als vader van dat verheven Kind tc ver vullen had. Van zijne waardigheid ja, maar niet minder van zijn zware verantwoording was hij zich diep bewust; en, vol plichts besef als hij was, zocht hij zich door elk werk, dat zijne handen verrichten en door elk woord, dat zijn mond sprak, van die gewichtige taak ten volle te kwijten. In al zijn doen en laten dacht Jozef daaraan en zorgde ervoor, dat al zijn streven gericht was op de verzorging van dat Kind, op de trouwe bewaring van dien hemelschen schat, hem door God in pand gegeven. Maar zoo denkt Jozef hoe .zal ik een arme werkman, dat groote werk ook maar rede lijk wel kunnen volbrengen in zijne diepe nederigheid staat hij dikwijls als verlegen met zichzelven. Hij verbaast zich, dat hij, eenvoudig timmerman als hij is, dag aan dag mag omgaan met dit Kind, in hetwelk hij met geloovig hart zijn God erkent en aanbidt. Hoe zal hij aan God durven gebieden Maar toch: God wil het en daarom zal hij niet schromen. Hoe Zal de eenige Zoon Gods Zijn dagelijksch brood eten aan den schralen disch van een hand werksman, die op dagwerk gaat Zal de Zoon Gods het voedsel nuttigen uit zijne vereelte handen, die slechts gewoon zijn met zaag en hamer te werken Maar toch dat Kind zelf had het zóó vrijwillig verkoren. Daarom zal Jozef zijn plicht doen. Ja, wel eene hooge gunst valt dezen werkman te beurt, eene eer, grooter dan de roem eener koningskroon; te mogen arbeiden met en voor den Zoon Gods in denzelfden winkel, als leermees ter te mogen optreden over dezen Leeraar der volken. Dit gedenkend, vervult Jozef zijn vaderplicht vol teedere liefde, want innig is zijn hart gehecht aan dien eenigen schat. Die vaderlijke liefde doet hem bezorgd zijn voor alles. Weliswaar moet hij hard wer ken van den vroegen morgen tot den laten avond om voor Jezus en Maria den dagelijkschen kost te verdienen; maar hem is geen arbeid te lang, geen werken te zwaar. Liefde verkort den arbeid, liefde verlicht het werken. Wel valt het Jozef hard, als hij, bij al zijn zwoegen, nog de hulp van Jezus moet inroepen om zijn gezin van het hoogst noodige onderhoud te voorzien; maar o 1 hoe zoet is het te werken aan Jezus' zijde Bij Hem is armoe een weelde, bij Hem zwoegen een genot, het kruis eene zaligheidDe liefde voor Jezus maakt hem rijk in zijn armoede en geeft hem de versche kracht in den arbeid en vreugde in het lijden. Dat is, in korte trekken, het beeld van Jozef ais vader van het H. Huisgezin. Verheven tot de waardigheid van voedster vader en bewaarder van den jeugdigen Verlosser, beseft hij volkomen de grootheid en heilig heid van zijn staat. Maar niettemin is hij ootmoe diger en eenvoudiger, naarmate hij hooger verheven is. En vu riger wordt zijne liefde, naarma te hij langer en vertrouwelijker mag omgaan met dat Kind, dat hem reeds een voorsmaak geeft van de zoetheid, beloofd in de woorden: „Zoo iemand Mij lief heeft.... zal ook ik hem liefheb ben en openbaren zal Ik hem Mij zeiven". EMIGRATIE NAAR CANADA en AUSTRALIË. In een bijeenkomst te 's Graven- hage van de R. K. Emigratievereeni- ging besprak Ir. Dojes, van de Stich ting Nederland, de emigratie naar Canada. Spr. begon met te wijzen op de groote behoefte aan grond voor de jonge boeren en tuinders in ons land, Daardoor is een groeiende belang stelling voor emigratie ontstaan. Bevordering der emigratie van over heidswege wordt als redmiddel voor onze jonge boeren en tuinders be schouwd. Voor gesteunde emigratie voelen wg echter weinig, aldus spr. daar de ervaringen hiermee niet erg bemoedigend zgn. Bevordering der emigratie kan op verschillende wijzen geschieden, n.l. door het verstrekken van voorlich ting, door het instellen van onder zoekingen in gebieden, waar zich tot dusverre nog geen of weinig Neder landers hebben gevestigd en door vertegenwoordigers te benoemen in de voornaamste emigratielanden, welke de meest recente gegevens kunnen verschaffen en den emigrant bg aankomst in het vreemde land verder vooruit te kunnen helpen. Spr. wees op de beteekenis der sociale en politieke verhoudingen in het emigratieland en op het feit, dat de Nederlanders zich niet zoo ge makkelijk met de Latijnsche rasseD, voornamelijk in de Zuid Amerikaan- sche staten, vermengen als met de bevolking van Engelsch sprekende landen. Verder is de loonstandaard een belangrijke factor. Deze komt in de Engelsch spre kende landen Canada, deVereenigde Staten, Zuid Afrika, Australië en Nieuw Zeeland het meest met die, in ons land overeen. In dat opzicht verkeeren de Zuid Amerikaansche landen in een zeer nadeelige positie. Canada nam jaren geleden als immigratieland *n belangrijke plaats in. Van 1930 tot 1933 trad echter ook daar de landbouwcrisis op. Sedert 1933 valt er echter in de Canadeesche landbouwtoestanden eenige verbetering te constateeren. Er bestaat dikwijls een verschil van inzicht tusschen den Europee- schen boer in Canada en den ge middelden Canadeeschen boer aldaar. Terwijl de eerste zich een boer derij koopt om zich en zijn gezin een blijvend bestaan te verzekeren, zijn land bebouwt zooals hg het van huis uit gewoon was, zich voor alles er op instelt, zooveel mogelgk van de op zgn boerderij verbouwde pro ducten te leven, i3 de laatste dikwijls niet uit boerenkringen voortgekomen en veel minder aan zijn bedrijf ver bonden dan de eerste. Op het oogenblik trachten veel Canadeezen hun bezit te verkoopen. Dit zijn vooral de „gelegenheidsboe- ren". Daarnaast echter bestaat een ras van boeren, die ondanks crisis hun bedrjjf konden behouden en het dikwgls gingen uitbreiden. Velen begonnen als homesteader en zijn nu eigenaar van een kapitale boerderij. Een homesteader is iemand die tegen betaling van een gering bedrag een stuk grond, behoorend aan de Canadeesche regeering, ten gebruike kan verkrijgen en dit later in eigendom kan bekomen. De door spreker in Canada be. zochte Nederlandsche gezinnen, die over het heele land verspreid wonen, waren vrijwel alle uitstekend tevre den. Menschen, die het in Nederland waarschijnlijk nooit verder dan tot een ondergeschikte positie «ouden hebben gebracht, waren hier eige naars van een onbezwaard bedrijf, van 60 of meer H.A., dus „eigen boer." Zij, die naar Canada willen emi- greeren, om er een bedrijf te gaan opzetten, zullen in elk geval moeten beschikken over vakbekwaamheid, werklust en werkkracht, maar daar naast ook over een bepaalde som geld, welke minstens f 1900 moet bedragen. In Centraal Britsch Columbia, waar spr. een speciaal onderzoek heeft ingesteld, bestaat nog gelegen heid voor vestiging van een aantal Nederlandsehe boeren in elkanders nabijheid. In het Zuiden vindt men een meer heuvelachtig en beboscht landschap. Canada is een groot land met een betrekkelijk weinig dichte bevolking. In het algemeen is het leven in de minder ontwikkelde streken minder comfortabel, men vindt daarnaast echter verschillende reeds oudere landbouwgebieden, waar het met het comfort in geen enkel opzicht slech ter gesteld is dan in Nederland. Soms wint Canada het nog in dit opzicht. Vooral deze streken zullen in het bijzonder voor hen, die over ruimere middelen beschikken en die in ons land door het gebrek aan cultuurgrond geen bedrijf kunnen opnemen, als vestigingsgebieden in aanmerking komen. Zij, die zich in Canada vestigén, zullen, om het risico te verdeelen, zich in de eerste plaats moeten toe leggen op het gemengde bedrijf. In het bijzonder geldt dit voor hen, die nauwelijks over het vereischte kapi taal kunnen beschikken om een be drijf te gaan beginnen. Britsch Columbia is het beste met Noord Zwitserland te vergelijken. Het grootste gedeelte van de pro vincie is te bergachtig en heeft er bovendien te geringeD neerslag om uitoefening van den rendabelen land bouw mogelijK te maken. Door de groote uitgestrektheid van het gebied, is de hoeveelheid cultuurgrond echter nog zeer groot. Spr. gaf dan een beschrijving van het land, de steden zooals Prince George en Prince Rupert en van het leven op een Canadeesche boerderij, waarbij nog ai wat verschil valt op te merken met het leven in de stad en op het land in Nederland. Het uiterlijk der boerderijen is zeer verschillend; meestal is het woonhuis een blokhuis, dat zeer eenvoudig doch geriefelijk is inge richt. De levende have op het bedrgf bestaat uit trekpaarden, koeien met bloed van het Friesch-Hollandsche veeslag in zich, verder Yorkshire varkens, kippen en kalkoenen. Aan schapenhouderg doet men niet veel, omdat men deze dieren voor het voedsel zoeken moet hoeden, teneinde te voorkomen, dat ze door roofwild worden opgepeuzeld. Een herder is over het algemeen te duur om de schapenhouderg loonend te maken. In de dorpen treft men naast één of meer kerken Canada is een godsdienstig land de Community Hall aan, dat is een aan de gemeente behoorend vergader- en feestgebouw. De kolonist kan öf een bedrijf koopen, waarop reeds gebouwen aan wezig zijn, öf een complex land zonder gebouwen. Op het oogenblik is er zeer veel keuze in „partly improved farms", d.w.z. gedeeltelijk ontgonnen en in cultuur zijnde bedrijven, waarop meestal reeds gebouwen aanwezig zgn. Aangezien in het algemeen deze bedrgven voor redelijke prgzen ver krijgbaar zgn, kan men voorloopig beter afzien van het koopen van onontgonnen bedrgven zonder ge bouwen. De gemiddelde grootte van een boerderij in deze streek is 150 acre (64 H.A.), waarvan in het algemeen 5 tot 140 acre is ontgonnen. De rest bestaat uit grond, welke de kosten van ontginning niet loont. Bij vestiging in deze streek is noodig aankoop van een „seml-unpro- ved farm" een span paarden, twee of drie koeien, een paar fokvarkens, kippen en de benoodigde werktuigen. Koeien en kippen leveren den kolo nist direct eenige inkomsten. Overigens moet hij een zeker deel van zijn kapitaal beschikbaar houden voor levensonderhoud in de eerste maanden. Elke boer verbouwt zgn eigen groenten en bakt zijn eigen brood. Vleesch wordt geleverd door eigen vee en door het vele wild. Spr.'s meening was, dat in Britsch Columbia voor de vestiging van land bouwers nog vele mogelgkheden aanwezig zijn. Waarschijnlijk bieden ook andere streken van Canada goede toekomstkansen. Als land- bouwland biedt Canada het groote voordeel, dat er voor het eigen gezin een levensbestaan kan worden ge vonden, terwijl tevens voor het na geslacht goede kansen aanwezig zgn. Hierna was gelegenheid ir. Dojes vragen te stellen, waarvan eenige aanwezigen een dankbaar gebruik maakten. Mej. Kersbergen vertelde vervol gens aan de hand van eenige films, over Australië. Zg heeft geen speciale studie ge maakt van emigratiemogelgkheden en landbouwgebied, maar kon wel zeggen, na er een tweetal jaren te hebben vertoefd, dat het na Neder land (en misschien ook na Canada) het mooiste land ter wereld is. Na 'n korte schets van de geschie denis van het land, wees spr. er op, dat het katholicisme er bloeit, dank zij de Ieren, die er zich gevestigd hebben. Het is een bloeiend land met in alle opzichten groote mogelgkheden. De oppervlakte is 240 maal Neder land, terwijl het maar slechts 7 mil- lioen inwoners heeft. Volgens som migen kan het er 300 mil lioen her bergen, volgens andere 40 millioen. De Australische bisschoppen heb ben aan spr. gezegd, dat men geen grooter weldaad aan Australië kan bewijzen dan door katholieken naar Australië te sturen, die van het land houden en van en op het lhnd wil len leven. De levensomstandigheden zijn er anders dan hier, maar de Neder lander kan zich gemakkelijk aanpas sen. De Australische bisschoppen willen helpen met priesters en met kerken. Een contact van de R.K. Emigratievereeniging met Australië lijkt spr. zeer gewenscht. De Australische bevolking is gul, gastvrij en opgewekt. Zg vormt er kameraadschappelijk als het ware één groote familie. Men heeft er spoedig contact met de bevolking. Spr. meende, dat er in Australië voor katholieke Nederlandsche land bouwers groote mogelgkheden zgn. De schapenteelt is in Australië zeer belangrijk. Ook de korenbouw wordt er met veel succes beoefend, zooals uit eenige vertoonde films bleek. In Quinsland is veel tuinbouw o.a. van Zuidvruchten. De gezinnen in druk. Wg hebben in dit blad al vaak een beschouwing gewgd aan den enormen druk, die tegenwoordig op de gezinnen ligt door de geweldige stijging van de indirecte belastingen. Uit een statistiek is thans gebleken dat gezinnen met een inkomen van beneden de f 3000 per jaar gemid deld 10 pet. van het inkomen, dat is dus f 300 betalen aan directe belas tingen alleen op de voeding. Bij inkomens boven de f 3000 stijgt dit percentage tot bijna 18 pet. Bij grootere gezinnen ligt het percentage natuurlijk nog belangrijk hooger. De statistiek toont verder aan, dat op de onontbeerlijke voedingsmidde len, als brood en vetten in alle klassen meer dan 75 pet. drukt van het totaal der crisisheffingen, dat in de gezinsuitgaven berekend is. Verder wordt er nog op gewezen, dat bg eenzelfde inkomen aan in directe belastingen door de groote gezinnen 1.6 tot 2.3 maal zooveel aan indirecte belastingen op de eerste noodzakelijke levensbehoeften wordt betaald als een klein gezin. Wel betaalt een groot gezin minder aan indirecte belastingen, maar dit mindere bedrag wordt ruimschoots gecompenseerd door een hooger be drag aan indirecte belastingen. Wg zeiden reeds, dat de indirecte heffingen tijdens de crisis geweldig zijn verhoogd. In 1938 hebben de indirecte belas tingen opgebracht ruim 315 millioen tegen de directe belastingen 136 millioen. Bij die 315 millioen komen nog een 200 millioen voor het Landbouw crisisfonds, waardoor we komen aan ruim 500 millioen, die grootendeels door de gezinnen worden opgebracht, Nu komt er, zooals men weet, een lichting ten bate van de groote ge zinnen. Eerst krijgen we nieuwe heffingen tot een bedrag van 50 millioen, waar voor ook de gezinnen het hunne moeten bijdragen, en eerst daarna wordt een bedrag van 11 millioen beschikbaar gesteld ten bate van de groote gezinnen. Het is welkom, maar veel meer dan een druppel op een brandketel maakt het toch feitelijk niet uit. Er zal op het punt van verminde ring van druk op de gezinnen heel wat meer moeten gebeuren, alvorens van een redelijke lastenverdeeling sprake kan zgn en van een waarlgk Christelijke politiek. Waarom wordt toch het denkbeeld van onze partij inzake een vrijgezellen belasting piet met kracht doorge voerd Tegenover cijfers, zooals wg ze hiervóór hebben aangehaald, is toch waarlgk niets in te brengen tegen den drang naar ontlasting van de groote gezinnen met een honderd millioen. WAT DEFENSIE KOST. Defensie, dat is in 't Nederlandsch vertaald; verdediging, hier bedoeld als landsverdediging. De minister van Koloniën be doeld wordt overzeesche bezittingen want koloniën kennen we niet meer heeft in de Tweede Kamer bg zgn allerwege geroemde knappe verdediging van de Indische begroo ting eenige cijfers genoemd van de kosten van landsverdediging. De kosten van landsverdediging zgn de laatste vijf jaren voor ons land, Indië inbegrepen, ge stegen van 120 millioen tot 360 millioen. Dat cijfer demonstreert, hoe ont zaglijk zwaar ook bg ons de mili taire lasten gaan drukken tengevol ge van de gespannen internationale verhoudingen. Het spreekt nog duidelijker, wan neer we naast dat cijfer van 360 millioen het cijfer stellen van de directe belastingen in ons land in 1938. Die brachten nl. slechts 136 millioen op. ONZE SPOORWEGEN. Prof. Goudriaan, de president- directeur der Ned. Spoorwegen, heeft voor de Kamer van Koophandel te Rotterdam een merkwaardige rede gehouden. Het voornaamste in die rede vonden wij voor ons deze op merking: Een tegenstelling tusschen de belangen van de Nederlandsche Spoorwegen en de duurzame be langen van Nederland is on denkbaar. De Nederlandsche Spoorwegen zijn het bezit van het Nederlandsche volk en zij worden geleid door dezelfde in genieurs, dezelfde kooplieden en dezelfde organisators als andere Nederlandsche ondernemingen. Het is goed, dat dit ons volk eens wordt ingehamerd. De groote open bare lichamen, zooalSide Spoorwegen worden nog te veel gezien als iets geheel buiten ons om, als onderne mingen, waarmee we eigenlijk niets te maken hebben en waarop de ge middelde Nederlander liefst door loopend „kankert". Wij moesten ons allen meer be schouwen als „aandeelhouders" van dit gemeenschappelijk bezit en..... daarnaar handelen. Dan praattenen handelden wg stuk voor stuk door gaans anders dan thans Uit deze rede moeten we nog een enkele aanhaling doen. Eerst deze: er is thans gelukkig een weldadig aandoend optimisme en enthousiasme bg de leiding. Prof. Goudriaan drukte dat uit door te zeggen, dat de leiding er een eer in stelt, om de Ned. Spoorwegen te maken tot het beste spoorwegbedrijf van de wereld. Zonder idealisme werd nog nooit iets grootsch bereikt; moge het den knappen leider en zgn medewerkers gelukken, dat ideaal te benaderen. En ten slotte deze opmerking: Prof. Goudriaan zegt dat de directie der N.S. den motor op den weg geens zins ziet als haar vgand, doch veeleer als een bondgenoot. Dan zal echter het parasitaire autovervoer moeten verdwijnen of de Spoorwegen zouden hun net ingrijpend moeten inkrim pen, want anders is niet bereikbaar, waarnaar gestreefd wordt: zoo spoe- dig mogelgk het bedrijf rendabel maken. En dat is een geweldige opgave, waar de verliezen over 1935, 1936, 1937 en 1938 resp. zgn 28, 30, 32 en 22.5 millioen! Tempo Tempo is het slagwoord van onzen zenuwachtig-gejaagden tijd. Er moet vlot en doortastend worden aange pakt, want anders raken we achter op. Met het werk van de Overheid is hst niet anders. Ook de Staat moet vlot en kordaat handelen in 't be lang van de gemeenschap. Nu heeft het democratisch staats bestel bewezen, dat het tot vlotte afdoening van zaken zeer wél ge schikt is. Het zit derhalve niet in 't systeem, wanneer de wetgeving niet vlug genoeg marcheert en de noodige maatregelen in 't belang van de volksgemeenschap niet vlot genoeg genomen worden. Dat stellen we even voorop, wan. neer we onze gedachten laten gaan over 't feit, dat de Tweede Kamer tot 18 April a.s. met vacantie is gegaan. Die vacantie is haar van harte gegund en... er was trouwens geen werk meer. Over dat laatste gaat 't nu juist. De voorbereiding duurt maar te lang. Zoo zullen er nu nog een paar maanden verloopen, alvorens het laatste bedrgf van de zaak-Oss wordt gespeeld, welke toch zoo ont- zaglijk de openbare meening bederft en vergiftigt. Ook van tal van andere urgente maatregelen is de voorbereiding niet voldoende gevorderd voor openbare behandeling. Wg denken aan het weren van de gehuwde vrouw uit fabriek en werkplaats, aan verhoo ging van den leeftijd waarop jongens en meisjes in de fabriek mogen, aan de kinderbgslagregeling, aan de maatregelen tot beperking door werkloosheid door uitvoering van het plan-Westhof, aan de plannen tot tewerkstelling van jonge onder wijzers... De plannen zijn allemaal mooi, maar het duurt maar zoo lang, voor ze tot uitvoering komen! De parlementaire molen moet in onzen tijd sneller gaan malen of hij maalt zich zelf vast. Nieuwe vestigingsverboden. De Minister van Economische Zaken heeft op grond van de vestigingswet kleinbedrijf bepaald, dat het zonder vergunning van den Minister verboden is inrichtingen te vestigen in het rgwielbedrijf, den brandstoffenhandel en het schildersbedrijf. Prachtcollectie voor het a.s. Smaakvol. Nieuwe modellen. Grootestraat 9. VENRAY, 11 Maart 1939 Bekendmaking Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter openbare kennis, dat de Raad der Gemeente in zijne openbare vergadering van 28 Febr. 1939 besloten heeft: le. medewerking te verleenentot het doen bouwen van een overdekte speelplaats aan de R. K. bijzondere lagere jongensschool te Venray-kom. 2e. zijn medewerking te weigeren tot het doen betegelen van de be staande speelplaats van die school of tot het aanbrengen van een andere afdoende verbetering op die speel plaats. Venrav, 6 Maart 1939. Burgemeester en Wethouders van Venray A. H. M. JANSSEN, De Secretaris, VAN HAAREN E.H.B.O. CURSUS* Luchtbeschermingsdienst. De L. B. D. deelt mede, dat de cursus E. H. B. O., die door het vertrek van Dr. Mertens tgdelgk onderbroken moest worden, weer zal worden voortgezet. De nieuwe cursusleider is de Zeergel. Heer Dr. Hootsman, die reeds meerdere malen dergelijke cursussen met buitenge woon succes heeft gegeven. Er zijn echter eenige veranderin gen gekomen en wel in de eerste plaats wat betreft het uur en de dag. De cursus wordt niet meer op Donderdag, maar voortaan op Woensdag gegeven. Eveneens is het tijdstip vervroegd en wordt om 8 uur aangevangen. Dit uur is zoo gesteld, omdat Dr. Hootsman van plan is de cursus telkens twéé uur achter elkaar te geven. De cursus blijft gevestigd in het lokaal der K.J.V. Mochten er dames zijn, die door de verandering van dag en uur niet verder kunnen deelnemen, dan ver zoekt het hoofd der L. B. D. vrien delijk even hem hiervan in kennis te stellen. De eerstvolgende cursusavond is dus op Woensdag 15 Maart 'savonds om 8 uur in het K.J.V. gebouw. Hoofd der L.B.D. A. BUWALDA. TOONEELAVOND. Naar we vernemen, heeft 't publiek dit jaar op Zondag-Halfvasten een extraatje te verwachten. Afwijkend van de gewoonte om met Carnaval een uitvoering te geven, heeft Br. Berachus met zgn uitgelezen tooneel- gezelschap beslag gelegd op Half vasten-Zondag, om alsdan een mooie tooneelavond aan te bieden. Het op te voeren stuk is getiteld: „Zijn Tweede Jeugd", een op en top lacheding. Als het een film betrof, zou men hiervan moeten zeggen lachen, gieren, brullen! Als bijzonderheid zij nog vermeld, dat deze uitvoeriDg welwillend door Br. Berachus gegeven wordt in en ten bate van het Patronaat. Dit maakt deze tooneelavond nog sym pathieker en moet als een mooie geste worden beschouwd, die zeker door het publiek zal gewaardeerd worden. Voorzeker een gepaste en welkome afleiding in deze vastentijd. Wij wenschen daarom Br. Berachus en zijn jongens alle succes toe, waar het ook zeker niet aan zal ont breken. R.K. Onderwijzersbond. In Hotel „de Zwaan" hield de R.K. Onderwijzersbond Venray een druk bezochte vergadering. Een 2-tal af tredende bestuursleden werden her kozen, terwijl in de vacature, ontstaan door ontslagname van den heer 3. Heggen werd gekozen de heer P. Gooren. De W.E. Heer Widdershoven, inspecteur van het L.O., hield een zeer leerzame lezing over de nieuwe richting in het onderwijs.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 1