Weekblad voor VENUAY, HORST en Omstreken. OCCULTISME AlleenBoter is boter „VENRAY" boter Komt er oorlog? Buitenland. Binnenland. Zaterdag 4 Februari 1939 Zestigste Jaargang No 5 PEEL EN MAAS is zeer fijne bo ter ADVERTENTIEPRIJS1—8 regels 60 ct per regel 71/, ct. Bjj contract groote reductie Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 51 Giro 150652 Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct Ja, want er is geen vredesorganisatie. Eiken dag stellen de menschen van alle Europeesche landen el kaar deze vraagzou er oorlog komen Iemand, die een militair pakje draagt wordt voor een deskun dige gehouden en hem wordt de bange vraag met extra nadruk gedaan. Maar het meest vari allen wellicht krijgen juumalisten haar te hooren. Zij immers „welen alles" al glimlacht men natuurlijk, wan neer men den journalist dit com pliment maakt en zij zijn van de internationale verhoudingen haarfijn op de hoogte.... Het verwonderde me daarom niet, dat ik, op reis zijnde door Frankrijk, Corsica en Italië om enkel het eerste deel van mijn program te noemen in eiken brief en op iedere kaart welke ik inderweg uit het va derland orit 'ing, wederom de vraag tegenkwam: wat dunkt je, komt er oorlog Want nu, omdat ik zooveel gehoord en gezien heb, moet ik het toch wel weten 1 lk wil mijn zienswijze graag geven, maar stel op den voor grond, dat ik geen profeet ben Mijn meening is volstrekt niet méér waard dan die van vele anderen, die zich van de huidige internationale verhoudingen op de hoogte hebben gesteld. De zaak van oorlog of vrede zoo mogen we ook niet ver geten hangt van politieke om standigheden af en niets is zoo wankel en zoo aan vervorming onderhevig als de politiek. Met het voorbehoud dus van het een en van het ander, be antwoord ik de vraag: Komt er oorlog? bevestigend. De oor log kan betrekkeluk gauw uit breken, het kan ook nog enkele jaren duren, maar m.i. zal er binnen afzienbaren tijd een groote Europeesche oorlog uitbreken. En nu in het kort de verkla ring van mijn zienswijze. Tot nog toe was „oorlog" een periodiek verschijnsel in de wereldgeschiedenis. Tal van vol ken hebben een tijdperk van cultureelen opgang gekend, welke gepaard ging met toenemende macht en ze veroverden zich dan de positie, welke hun - naar hun geestelijke en materieele kracht toekwam, althans „paste". Na een zekeren tijd een overheerschende positie te hebben ingenomen, ontwikkelde zich 'n geestelijke decadentie, vermin derde de materieele sterkte en... werd 't volk overweldigd door een ander volk, dat zich in jeugdige kracht had vernieuwd en versterkt. Nu heeft de menschheid ge poogd om tegenover dit oorlogs noodlot in 's werelds gang een internationale rechtsorde op te bouwen, van deze beweging was o.m. onze Hugo de Groot een der voorioopers en ze cul mineerde, althans in theorie, in den Volkenbond. Het is nu in de na-oorlogsche jaren echter steeds duidelijker geworden, dat de Volkenbond er minder was om de internationale rechtsorde te verzekeren dan wel het behoud der onderlinge machtspositie, zooais die het resultaat van den oorlog 1914-1918 was. Deze poging heeft gefaald. Duitschland en Italië hebben zich ontwikkeld tot machten, welke in staat kunnen worden geacht om niet kans op succes een greep te doen naar alles, wat hun machtsbegeerte ingeeft. Deden ze dat, dan zouden ze niet anders handelen dan Engeland en Frank rijk en b.v. óók Portugal en Ne derland het hebben gedaan, toen ze zich sterker wisten dan andere volken. Maar tegenwoordig hebben we andere en betere begrippen van recht en menschelijkheid. Juist, maar die zullen de nieuw opge komen machten toch niet weer houden om te nemen, wat ;e meenen dat hun toekomt, wan neer de internationale rechtsorde niet de mogelijkheid verzekert om langs vreedzamen weg die veranderingen in den internatio nalen status tot stand te brengen, welke door de ontwikkeling der werkelijke volks- èn ook dat zal een factor blijven vai de internationale machtsverhou dingen worden vereischt. Om mijn bedoeling practisch te verduidelijken: in 1918, toer Frankrijk den oorlog had gewon nen, nam het Elzas-Lotharingen als prijs. Zeker, dat was te ver dedigen, want Elzas-Lotharingen was aan de hand van de ge schiedenis (welke deze provincie echter wisselend a!s deel van Duitschland en van Frankrijk vermeldt) tot Fransch gebied te verklaren. Maar toch is 't zeker, dat b.v. het eiland Corsica, méér itali- aansch is dan Elzas Lotharingen Fransch. Zal echter Frankrijk er aan denken om Corsica zonder oorlog aan Italië af te staan Ik wil maar zeggen: oorlog zal er blijven, zoolang in vrede geen wijzigingen in den politieken status van landen en volken zijn te verkrijgen. Of ik daarom meen, dat Cor sica om me hij dit voorbeeld te blijven bepalen Italiaansch behoort te worden Volstrekt niet. Reeds eerder schreef ik van de Corsicanen, dat dezen zich in de eerste plaats Corsicanen voelen. Dat zegt op zich zelf niet zoo heel veel, want de meeste eilandbewoners voelen zich in de eerste plaats als zoo danig, dus de bewoners van dit of dat eiland. in de tweede plaats, zoo schreef ik ook, zijn de Corsicanen Fran schen. Deze Franschgezindheid is nochtans slechts ontsproten aan zeer oogenblikkeüjke poli tieke verhoudingen. De Corsicaan is een hartstoch lelijk minnaar van de vrijheid en verfoeit daarom het facisme. Kende Italië de democratische staatsorde, dan zou het bij den Corsicaan veel meer spreken dan thans, dat hij is: Italiaan van naam, van afstamming, van taal, naar aard en zeden. Voor de Italianen in Italië zal het een ondragelijke gedachte zijn er. blijven (nu dit volk zich van eigen macht en kracht bewust is geworden), dat vanaf zijn kust de kust is le zien van een eiland met een voor bijna 100 pet. Ita- liaansche bevolking, welke tot een vreemd staatsverband be hoort. Wanneer de vrede geen mo gelijkheid biedt om vooreerst de cuhureele banden te verinnigen tusschen in verschillend staats verband levende deelen van een volk, met de mogelijkheid van een vrije lotsbepaling in de toe komst, dan is de oorlog en het herstel van het vroegere oorlogs- „recht" onafwendbaar. Dan neemt een volk, dat zich zelf bewust eu machtig is gewor den, datgene, wat het meent, dat 't toekomt. Dat deed Duitschland ten aan zien van Oostenrijk en Tsjecho- slowakije. Hieruit groeide nog geen oorlog, omdat deze kleine staten te overweldigen waren. Maar als Italië gaat nemen, dan moet het Frankrijk te lijf En zóó iets wordt een algemeene Europeesche strijd, omdat Frank- rijk's ondergang het einde zou inluiden van het Britsche over wicht in de wereld. Engeland zou dus in een oor log van Italië tegen Frankrijk partij moeten kiezen. Internationale vraagstukken als die, welke we hier aanroerden, zijn uiterst moeilijk en gecom- p iceerd. Men mag inderdaad uit mijn betoog concludeeren dat ik van meening ben, dat de volkeren, die thans nog de meeste macht en het meeste bezit hebben, ffers hebben te brengen voor den vrede, ten bate van andere, opkomende grootmachten, die zich nu sterk genoeg wanen om haar portie te eischen van s werelds rijkdommen. Het bren gen van zulke offers is een eisch van de rechtsorde, welke men uit zedelijke overwegingen in de plaats van het oorlogsrecht wil stellen. Maar gesteld nu eens. dat Engeland en Frankrijk om een paar der bezittende mogendheden van thans te noemen uit 'n gevoel van zedelijken plicht tot het brengen var. zulke offers overgaan, welke waarborgen hebben zij dan, èn de overige wereld, dat Duitschland en Italië tevreden zullen zijn en er.... ten slotte niet tóch op los zullen slaan om zich de onbetwiste hegemonie te verwerven, nadat de offerenden zich hebben afge zwakt Md. HITLER'S RIJKSDAGREDE. De Führer onthield zich van sensatie. Maandagavond is de door de ge- heele wereld met zooveel spanning verbeide Rijksdagrede door Hitier uitgesproken. Het was de eerste Rij ksdagzit ting van het Groot- Duitsche Rqk. De 30sie Januari is toch voor de nationaal-socialistische partij een historische dag. Maandag was het zes jaar geleden, dat Hitier uit handen van den toenmaligen rijks- president Von Hindenburg het Kanselierschap aanvaardde. Dit voor Duitschland zoo bijzondere feit wordt telken jare herdacht met een rijksdagzitting, waaraan ditmaal voor het eerst de afgevaardigden van het vroegere Oostenrijk en het Sudetenland deelnamen. Even voor acht ODtstocd er bewe ging in de overvolle zaal en terwijl de leden zich van hun zetels verhie ven, trad de regeering binnen. Voor t'P ging generaal-veldmaarschalk Goring, dan Adolf Hitler, gevolgd door Rudolf Hess, zijn plaatsver vanger, vervolgens de overige leden van het kabinet en de hooge partij leiders. Het gezelschap werd met „Heil-geroep" begroet en het duurde eenige oogenblikken voordat Göring den Rijksdag kon openen. Na eenige formaliteiten verhief Hitier zich van zijn zetel. Aanvan kelijk begon hij kalm, bijna met schroom. Doch allengs werd hij vurig om nu eens hartstochtelijk, dan weer met bijtende ironie zijn ge dachten en meeningen uit te druk ken. DE WEERKLANK IN HET BUITENLAND. De rede van Hitler is in het bui tenland zeer verschillend ontvangen. In Engeland is men zeer terug houdend. Sommige bladen zijn van meening, dat ze een geruststellend karakter draagt, terwyl anderen er een bevestiging van hun vrees in vinden. Over het geheel blijft men even wel gereserveerd in het eindoordeel. In het verleden is men toch te vaak blij gemaakt met een doodemusch. Voorts geeft de koloniale eisch en de vriendschap met Italië reden tot bezorgdheid. In Italië daarentegen heeft Hitler's rede levendige voldoening gewekt, hetgeen te begrijpen is na zoo'n positieve verklaring omtrent de onderlinge solidariteit. Ook over de koloniale eischen is men zeer in zijn nopjes. In Frankrijk is men van oordeel, dat de verklaringen van den Führer weinig wijziging brengen in den internationalen, toestand. Verschil lende bladen geven blijk van groot wantrouwen in Hitiers bedoelingen. In Amerika heeft de rede geen verandering gebracht in de pessi mistische beoordeelingen over de onderlinge verhoudingen in-den laat-.' sten tijd. Men kan de gedachte niet van zich afzetten, dat „Hitler en Mussolini samenspannen om de kaart van Europa te reorganiseeren". Tot zoover deze beoordeelingen. Ze zijn ongetwijfeld een beeld van betgeen ook hier te lande in veler gemoed zal leven. ROOSEVELT's STEUN AAN DE DEMOCRATIEËN. Bittere perscommentaren in Duitschland. Heftig reageert de Duitsche pers op de verklaringen, welke president Roosevelt voor de militaire senaats commissie heeft afgelegd over den steun, dien Amerika voornemens is, EDgeland en Frankrijk te bieden in geval van een conflict met de auto ritaire staten. De „Nachtausgabe" haalt Roose- velts uitlating „Amerika's grens ligt aan den Rijn" aan en noemt het op treden van den Amerikaanschen president een „ongelooflijke oprui, ingsectie na de vredesrede van Hitier". DE STRIJD IN SPANJE. Sedert enkele dagen is de tegen stand der Regeerïngstroepen in Noord-Catalonië toegenomen, terwijl de nationalisten door hevige regen buien en sneeuwjachten in hun operaties zijn belemmerd. Bovendien zrjn de rechtschen ge stuit op groote terreinmoeilijkheden. In het hooge bergland kunnen ze slechts langzaam opschieten. Dit leent zich uitstekend voor verdedi ging.? Dc positie der vluchtelingen. De toestand der vluchtelingen en teruggetrokken militairen aan de Fransche grens blijft nog zeer cri- tiek. Nog altijd houdt de toeloop, vooral van vrouwen, kinderen en grijsaards, aan. De hoeveelheid levensmiddelen is slechts toereikend om de eigen be volking van Noord-Catalonië tijdens de wintermaanden te voeden. Te begrijpen is dus, dat er nu reeds gebrek heerscht aan het aller noodigste. Daarbij moeten duizenden in de open lucht vertoeven. Die menschen hebben dus ook zeer te Üjden van regen en sneeuw. De gezondheidstoestand der groo- tendeels ondervoede vluchtelingen, die dus weinig weerstand kunnen bieden, laat veel te wenschen over. Intusschen zijn de linksche Spaan- sche autoriteiten er in geslaagd, den weg van Figueras Daar Perthus.den voornaamsten toegangsweg naar Frankrijk, die sedert eenige dagen door een onontwarbaar kluwen van voertuigen en de massa vluchtelin gen versperd was, te ontruimen. De Fransche grenswachten toonen nog steeds, ingevolge verkregen op drachten van hun meerderen, de grootste welwillendheid jegens vrou wen, kinderen en grijsaards, doch zij wijzen de deserteurs terug. FRANKRIJK maakt zich echter zeer bezorgd over het Spaansche vluchtelingen vraagstuk. Men verbaast zich over den toe vloed van menschen aan de FraD- sche grens, omdat Catelonië nog niet geheel door Franco's troepen bezet is, die overigens klaarblijkelijk geenszins van plan zijn om alle burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen zonder vorm van pro ces neer te schieten. BARCELONA. Barcelona is thans ruim een week lang in handen van de nationalisten. Alle winkels en markten zijn er weer geopend. Verzocht werd echter aan het publiek om slechts het allernoodzakelijkste te koopen. Bin nenkort zal toch voor nieuwe nog grootere voorraden gezorgd worden. Zoo werkên èn de militaire en de burgerlijke autoriteiten hard, zoowel voor de instelling van het nieuwe regime als voor een regelmatigen gang van zaken en een behoorlijke voedselvoorziening. De normale toestand is op straat weer waar te nemen. Er is n.l. weer rijdend verkeer, behalve de trams. Tallooze menschen zrjn sedert de vorige week, na een scheiding van twee jaar, weer vereenigd met hun familieleden en vrienden. Velen waren zoo gelukkig, de door hen verstopte kostbaarheden weer op te halen. Als een bijzonderheid kan nog worden gemeld, dat de eerste dagen onafzienbaar lange rijen menschen bij de gaarkeukens stonden, welke per dag een half millioen porties warm eten uitdeel den. Franco's troepen hebben sedert eenige dagen de stad echter weer verlaten. De bewaking is nu opge dragen aan de politie, die huiszoe kingen heeft gedaan naar wapens en die in groote hoeveelheden heeft gevonden en in beslag genomen. Gezien den toestand te Barcelona, doet het vreemd aan, dat het aantal vluchtelingen eer toeneemt dan ver mindert. SPAANSCHE KINDEREN IN BELGIË. De Belgische regeering heeft be sloten om vijfhonderd Spaansche kinderen onder te brengen in een tehuis. De Belgische Werklieden partij zal vierhonderd kinderen in België opnemen en is bereid nog zeshonderd kinderen op te nemen, op voorwaarde, dat de regeering zich verbindt tot dekking van de kosten voor bet onderbrengen gedu rende drie weken, in afwachting van het vinden van een definitief ver blijf. De regeeriug heeft verklaard bereid te zijn welwillend dit verzoek in overweging te nemen. Chamberlain bouwt op Mussolini's en Hitlers's woord. Tijdens debatten in het Engelsche Lagerhuis over de buitenlandsche politiek heeft minister-president Chamberlain het woord gevoerd. Naar aanleiding van het wantrou wen der oppositie ten aanzien van de woorden van Mussolini, zeide Chamberlein„De slechtste wijze om te bereiken, dat een man, die zijn woord gegeven heeft, het zal houden, is ongetwijfeld hem te zeg gen, dat men hem niet gelooft en dat men zijn houding zal baseeren op de veronderstelling, dat hij zijn woord niet zal houden". Sprekende over de rede van Hitier zeide de minister„Ik heb den zeer stelligen indruk gekregen, dat dit niet de rede is van een mao, die voorbereidingen treft om Europa in een nieuwe crisis te storten. Er zijn vele passages in zijn rede, waarin hij spreekt van de.noodzakelijk van vrede voor Duitschland, zoowel als voor de andere landen. Christus voor alles I Het koninklijke woord van onze diep-Christeltjke Koningin Wilhel- miua, dat culmineerde in de roerende bede, dat God haar de kracht mocht geven, om tot haar laatsten adem tocht trouw te blijven aan het devies „Christus vóór alles", vormt zonder eenigen twijfel de grootste gebeur tenis van het afgeloopen week-einde. Deze rede is met groote belang stelling en ontroering aangehoord en gelezen door honderdduizenden Neder landers hier en in de overzeesche gebiedsdeelen. De Koningin heeft in haar rede opgewekt tot het in practijk brengen van de Christelijke gemeenschaps gedachte. Van de woorden sociale rechtvaar digheid en sociale liefde aldus de Volkskrant in een samenvattende beschouwing moge de Koningin in het woord tot haar volk niet ge wagen, die begrippen loopen als een gouden draad door heel haar betoog. Niet alleen de stoffelijke nooden z\jn het die gelenigd moeten worden, ook de moreele en geestelijke. Niet enkel de overheid vindt hier een taak, de gemeenschap heeft zich die aan te trekken, het volk als geheel daarin te voorzien. Als de koningin het schrijnend leed der werkloosheid gedenkt en tot bestrijding daarvan opwekt, staan haar niet slechts de materieele moeilijkheden voor den geest, waar mee onze werkloozen te worstelen hebben, maar ook de gedruktheid in het hart van hen, die van werk zijn verstoken. Zoo heeft Hare Majesteit behalve voor de stoffelijke ook voor de zede lijke zijde der vraagstukken oog. En de landsvrouwe, die aan het slot van haar toespraak van God de kracht vraagt tot haar laatsten ademtocht trouw te blijven aan de woorden „Christus voor alles", houdt haar volk voor, hoe Gods levende geest elk volk en eiken mensch tot zijn hoogste bestemming roept. Deze geest zegt de Koningin beantwoordt ook den angstkreet, dien de mensch in zijn geestelijke ellende en radeloosheid slaakt Daar Gods nabjjheid. Deze begeerte naar persoonlijk contact met God is wel nooit zoo sterk en zoo verbreid geweest als tegenwoordig, nu schier alles weg valt, waarop de menschheid eertijds meende te kunDen staat maken en ongekendheid en onvastheid ons overal tegemoet treden. De krachtige en innige geloofs belijdenis besprekend aan het slot van de Koninklijke rede zegt de Msb. zeer terecht. „Wie den toon mocht beluisteren, waarop deze in eenvoud sublieme woorden tot ons allen gesproken werden, zal dit oogenblik van inner lijke ontroering wel nimmer meer vergeten. Dat zóó eeD Koningin tot Haar volk spreekt, van hart tot hart, laten wij er God op onze knieën voor danken, dat het ónze Koningin was, die zóó sprak tot ons." Die dank moge zich daarnaast ook aldus uiten, dat wij gehoor geven aan het woord van onze KoniDgin. Voor de zelfzucht kome de soli dariteit tussschen de menschen en volken onderling, het egoïsme en individualisme moeten worden uit gebannen, kortom, heel ons volk moet samenwerken, om aan de verheven gedachte van H. M. uitvoering te geven door daden DE VERJAARDAG VAN PRINSES BEATRIX. Al was het een stralenden win terdag, waarbij zelfs de zon niet ontbrak, toch leent Prinsesjesdag zich niet voor een openbare feest viering; daar is de tjjd van het jaar niet naar. Maar al moest dan een luidruchtige feestviering achterwege blgven, met niet minder liefde en warmte is overal in den lande de eerste verjaardag van Prinses Bea trix herdacht. In Den Haag is deze dag natuur lijk met de meeste opgewektheid gevierd, want daar vertoefde de^ge- heele Koninklijke familie in het paleis aan het Noordeinde. Het garnizoen maakte feestmarschen door de stad de regimenten grenadiers en jagers marcheerden met de Kon. Mil. Kapel voorop enz. Vóór het Koninklijk Paleis was het den heelen dag een drukte van belang. Volksontwikkeling Venray Beschermheer: HoogEerw. Heer Deken W. BERDEN. 8e avond: Maandag 6 Febr. 8 uur in het Patronaat houdt de Heer P. MIGHORST, Heerlen eene Causerie over (telepathie, suggestie-hypnose, spiritisme en fakirisme) toegelicht door eenige experimenten. Entrée 10 ct. Plaatshouders worden beleefd verzocht hun kaarten mede te brengen. Abonnementen en ge reserveerde plaatsen te bespreken bij G. W. Muskens, Schoolstraat 14, Telefoon 144. EEN SLAG VOOR ONZEN TUINBOUW. Naar men van een Engelsche re latie verneemt, die nauw betrokken is bij den invoer van Ned. tuinbouw producten, heeft de Britsche regee ring in principe besloten, om den Invoer van Ned. versche groenten, niet geteeld in kassen, benevens van aardappelen, met ingang van 15 Mei a.s. te verbieden, voor zoover deze producten zijn geteeld ten Zuiden van een lijn, welke loopt langs het Noordzeekanaal, via Hilversum en Arnhem naar de Duitsche grens. Deze drastische maatregel wordt ge motiveerd met de vrees voor inslee ping van den Coloradkever of eieren en larven daarvan. Door dit verbod zal vooral worden getroffen de export van aardappelen, sla, bloemkool en peen. Wat laatst genoemde twee producten betreft, bestaat de mogelijkheid, dat zij als nog zullen mogen worden ingevoerd, maar dan ontdaan van blad, waar door de marktwaarde echter sterk zou dalen. Hierover wordt te Londen nog onderhandeld door ir. Gerritzen, rrjkstuinbouwconsulent, verbondeD aan ons gezantschap aldaar. Het nut der sociale wetten. Op 1 December 1938 werden 41.068 weduwen-renten en 14.368 weezen- renten krachtens de Invaliditeitswet genoten, terwijl op genoemden datum krachtens art. 37 dier wet 119.862 personen in het genot waren van een als vrucht hunner verzekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Voorts genoten 62.623 personen een invaliditeitsrente, als bedoeld in art. 71 dier wet. Krachtens art. 24 der Ouderdoms wet 1919 waren op vorengenoemden datum 110.835 personen in het genot van een als vrucht hunner verzeke ring verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Dc kwestie. In de Memorie van Antwoord van de Regeering aan de Eerste Kamer inzake de bestrijding der werkloos heid is veel te loven. Toch zgn er nog ernstige beden kingen. Zoo zegt de Msb. o.m.: Het eenige dat ons benauwt is de vraag, waarom de oplossing van de werkloosheid niet sneller kan gaan. Met de Defensie is zij het probleem, dat snel moet opgelost, voorzoover hier een oplossing redelflk mogeljjk is. Wij zeggen niet, dat het kabinet dit niet wil. Maar wij vragen ons af: overweegt men niet te lang, wordt er niet te veel uitgezift En, zien sommigen dit vraagstuk te ;een- zqdig financieel De regeering blijkt zich daartegen gelukkig te verzet ten. Zij volharde, want de sterkste financieele positie baat ons niet, als de werkloosheid zooveel duizenden onder ons bljjft demoraliseeren. Zij is dè kwestie. Over spelling, Oss en soortgelijke dingen praten wtf daarna wel... Onze veilige mijn-industrie. Het getal doodeljjke ongevallen in onze mijn-industrie is gunstig in verhouding tot dat in andere landen. Het totaal aantal doodelgke on gevallen per 1000 man personeel be droeg in 1937: Nederland 0.63, Prui sen 1.87, België 1.33, Frankrijk 0.86, Engeland 1.26 en de Vereenigde Staten 2.75. Het totaal op 100 ge steld, geeft de statistiek voor den Nederl. mijnbouw als oorzaak in 1937: steen- en kolenval 61.54, vervoer 16.39, schietongevallen 7.69, andere oorzaken 15.39. Blijft Philips in Eindhoven Gemeld wordt, dat de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken alleen haar statuairen zetel verplaatsen naar den Haag, doch dat het niet in de bedoeling ligt, te 's-Hage kantoren te stichten. IN 'T KORT. Te Amsterdam waren verleden week onder de 165 bruidjes, die in bet huwelijksbootje stapten, niet minder dan 95 buitenlandsche.

Peel en Maas | 1939 | | pagina 1