Weekblad voor VENUAY, HORST en Omstreken.
OCCULTISME
AlleenBoter
is boter
„VENRAY"
boter
Komt er oorlog?
Buitenland.
Binnenland.
Zaterdag 4 Februari 1939
Zestigste Jaargang No 5
PEEL EN MAAS
is zeer fijne bo ter
ADVERTENTIEPRIJS1—8 regels 60 ct
per regel 71/, ct. Bjj contract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon 51 Giro 150652
Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct
buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct
Ja, want er is geen
vredesorganisatie.
Eiken dag stellen de menschen
van alle Europeesche landen el
kaar deze vraagzou er oorlog
komen
Iemand, die een militair pakje
draagt wordt voor een deskun
dige gehouden en hem wordt de
bange vraag met extra nadruk
gedaan. Maar het meest vari
allen wellicht krijgen juumalisten
haar te hooren.
Zij immers „welen alles"
al glimlacht men natuurlijk, wan
neer men den journalist dit com
pliment maakt en zij zijn van
de internationale verhoudingen
haarfijn op de hoogte....
Het verwonderde me daarom
niet, dat ik, op reis zijnde door
Frankrijk, Corsica en Italië
om enkel het eerste deel van
mijn program te noemen in
eiken brief en op iedere kaart
welke ik inderweg uit het va
derland orit 'ing, wederom de
vraag tegenkwam: wat dunkt je,
komt er oorlog Want nu, omdat
ik zooveel gehoord en gezien
heb, moet ik het toch wel
weten 1
lk wil mijn zienswijze graag
geven, maar stel op den voor
grond, dat ik geen profeet ben
Mijn meening is volstrekt niet
méér waard dan die van vele
anderen, die zich van de huidige
internationale verhoudingen op
de hoogte hebben gesteld.
De zaak van oorlog of vrede
zoo mogen we ook niet ver
geten hangt van politieke om
standigheden af en niets is zoo
wankel en zoo aan vervorming
onderhevig als de politiek.
Met het voorbehoud dus van
het een en van het ander, be
antwoord ik de vraag: Komt er
oorlog? bevestigend. De oor
log kan betrekkeluk gauw uit
breken, het kan ook nog enkele
jaren duren, maar m.i. zal er
binnen afzienbaren tijd een groote
Europeesche oorlog uitbreken.
En nu in het kort de verkla
ring van mijn zienswijze.
Tot nog toe was „oorlog" een
periodiek verschijnsel in de
wereldgeschiedenis. Tal van vol
ken hebben een tijdperk van
cultureelen opgang gekend, welke
gepaard ging met toenemende
macht en ze veroverden zich dan
de positie, welke hun - naar
hun geestelijke en materieele
kracht toekwam, althans
„paste". Na een zekeren tijd een
overheerschende positie te hebben
ingenomen, ontwikkelde zich 'n
geestelijke decadentie, vermin
derde de materieele sterkte en...
werd 't volk overweldigd door
een ander volk, dat zich in
jeugdige kracht had vernieuwd
en versterkt.
Nu heeft de menschheid ge
poogd om tegenover dit oorlogs
noodlot in 's werelds gang een
internationale rechtsorde op te
bouwen, van deze beweging
was o.m. onze Hugo de Groot
een der voorioopers en ze cul
mineerde, althans in theorie, in
den Volkenbond. Het is nu in de
na-oorlogsche jaren echter steeds
duidelijker geworden, dat de
Volkenbond er minder was om
de internationale rechtsorde te
verzekeren dan wel het behoud
der onderlinge machtspositie,
zooais die het resultaat van den
oorlog 1914-1918 was.
Deze poging heeft gefaald.
Duitschland en Italië hebben zich
ontwikkeld tot machten, welke in
staat kunnen worden geacht om
niet kans op succes een greep
te doen naar alles, wat hun
machtsbegeerte ingeeft. Deden ze
dat, dan zouden ze niet anders
handelen dan Engeland en Frank
rijk en b.v. óók Portugal en Ne
derland het hebben gedaan, toen
ze zich sterker wisten dan andere
volken.
Maar tegenwoordig hebben we
andere en betere begrippen van
recht en menschelijkheid. Juist,
maar die zullen de nieuw opge
komen machten toch niet weer
houden om te nemen, wat ;e
meenen dat hun toekomt, wan
neer de internationale rechtsorde
niet de mogelijkheid verzekert
om langs vreedzamen weg die
veranderingen in den internatio
nalen status tot stand te brengen,
welke door de ontwikkeling der
werkelijke volks- èn ook dat
zal een factor blijven vai
de internationale machtsverhou
dingen worden vereischt.
Om mijn bedoeling practisch
te verduidelijken: in 1918, toer
Frankrijk den oorlog had gewon
nen, nam het Elzas-Lotharingen
als prijs. Zeker, dat was te ver
dedigen, want Elzas-Lotharingen
was aan de hand van de ge
schiedenis (welke deze provincie
echter wisselend a!s deel van
Duitschland en van Frankrijk
vermeldt) tot Fransch gebied te
verklaren.
Maar toch is 't zeker, dat b.v.
het eiland Corsica, méér itali-
aansch is dan Elzas Lotharingen
Fransch. Zal echter Frankrijk er
aan denken om Corsica zonder
oorlog aan Italië af te staan
Ik wil maar zeggen: oorlog zal
er blijven, zoolang in vrede geen
wijzigingen in den politieken
status van landen en volken zijn
te verkrijgen.
Of ik daarom meen, dat Cor
sica om me hij dit voorbeeld
te blijven bepalen Italiaansch
behoort te worden Volstrekt
niet. Reeds eerder schreef ik van
de Corsicanen, dat dezen zich in
de eerste plaats Corsicanen
voelen. Dat zegt op zich zelf
niet zoo heel veel, want de
meeste eilandbewoners voelen
zich in de eerste plaats als zoo
danig, dus de bewoners van dit
of dat eiland.
in de tweede plaats, zoo schreef
ik ook, zijn de Corsicanen Fran
schen. Deze Franschgezindheid
is nochtans slechts ontsproten
aan zeer oogenblikkeüjke poli
tieke verhoudingen.
De Corsicaan is een hartstoch
lelijk minnaar van de vrijheid en
verfoeit daarom het facisme.
Kende Italië de democratische
staatsorde, dan zou het bij den
Corsicaan veel meer spreken
dan thans, dat hij is: Italiaan
van naam, van afstamming, van
taal, naar aard en zeden.
Voor de Italianen in Italië zal
het een ondragelijke gedachte zijn
er. blijven (nu dit volk zich van
eigen macht en kracht bewust is
geworden), dat vanaf zijn kust
de kust is le zien van een eiland
met een voor bijna 100 pet. Ita-
liaansche bevolking, welke tot
een vreemd staatsverband be
hoort.
Wanneer de vrede geen mo
gelijkheid biedt om vooreerst de
cuhureele banden te verinnigen
tusschen in verschillend staats
verband levende deelen van een
volk, met de mogelijkheid van
een vrije lotsbepaling in de toe
komst, dan is de oorlog en het
herstel van het vroegere oorlogs-
„recht" onafwendbaar.
Dan neemt een volk, dat zich
zelf bewust eu machtig is gewor
den, datgene, wat het meent, dat
't toekomt.
Dat deed Duitschland ten aan
zien van Oostenrijk en Tsjecho-
slowakije. Hieruit groeide nog
geen oorlog, omdat deze kleine
staten te overweldigen waren.
Maar als Italië gaat nemen, dan
moet het Frankrijk te lijf En
zóó iets wordt een algemeene
Europeesche strijd, omdat Frank-
rijk's ondergang het einde zou
inluiden van het Britsche over
wicht in de wereld.
Engeland zou dus in een oor
log van Italië tegen Frankrijk
partij moeten kiezen.
Internationale vraagstukken als
die, welke we hier aanroerden,
zijn uiterst moeilijk en gecom-
p iceerd.
Men mag inderdaad uit mijn
betoog concludeeren dat ik van
meening ben, dat de volkeren,
die thans nog de meeste macht
en het meeste bezit hebben,
ffers hebben te brengen voor
den vrede, ten bate van andere,
opkomende grootmachten, die
zich nu sterk genoeg wanen om
haar portie te eischen van
s werelds rijkdommen. Het bren
gen van zulke offers is een eisch
van de rechtsorde, welke men
uit zedelijke overwegingen in de
plaats van het oorlogsrecht wil
stellen.
Maar gesteld nu eens. dat
Engeland en Frankrijk om een
paar der bezittende mogendheden
van thans te noemen uit 'n
gevoel van zedelijken plicht tot
het brengen var. zulke offers
overgaan, welke waarborgen
hebben zij dan, èn de overige
wereld, dat Duitschland en Italië
tevreden zullen zijn en er.... ten
slotte niet tóch op los zullen
slaan om zich de onbetwiste
hegemonie te verwerven, nadat
de offerenden zich hebben afge
zwakt
Md.
HITLER'S RIJKSDAGREDE.
De Führer onthield zich van
sensatie.
Maandagavond is de door de ge-
heele wereld met zooveel spanning
verbeide Rijksdagrede door Hitier
uitgesproken. Het was de eerste
Rij ksdagzit ting van het Groot-
Duitsche Rqk.
De 30sie Januari is toch voor de
nationaal-socialistische partij een
historische dag. Maandag was het
zes jaar geleden, dat Hitier uit
handen van den toenmaligen rijks-
president Von Hindenburg het
Kanselierschap aanvaardde. Dit voor
Duitschland zoo bijzondere feit
wordt telken jare herdacht met een
rijksdagzitting, waaraan ditmaal
voor het eerst de afgevaardigden
van het vroegere Oostenrijk en het
Sudetenland deelnamen.
Even voor acht ODtstocd er bewe
ging in de overvolle zaal en terwijl
de leden zich van hun zetels verhie
ven, trad de regeering binnen. Voor
t'P ging generaal-veldmaarschalk
Goring, dan Adolf Hitler, gevolgd
door Rudolf Hess, zijn plaatsver
vanger, vervolgens de overige leden
van het kabinet en de hooge partij
leiders. Het gezelschap werd met
„Heil-geroep" begroet en het duurde
eenige oogenblikken voordat Göring
den Rijksdag kon openen.
Na eenige formaliteiten verhief
Hitier zich van zijn zetel. Aanvan
kelijk begon hij kalm, bijna met
schroom. Doch allengs werd hij vurig
om nu eens hartstochtelijk, dan
weer met bijtende ironie zijn ge
dachten en meeningen uit te druk
ken.
DE WEERKLANK IN HET
BUITENLAND.
De rede van Hitler is in het bui
tenland zeer verschillend ontvangen.
In Engeland is men zeer terug
houdend. Sommige bladen zijn van
meening, dat ze een geruststellend
karakter draagt, terwyl anderen er
een bevestiging van hun vrees in
vinden.
Over het geheel blijft men even
wel gereserveerd in het eindoordeel.
In het verleden is men toch te vaak
blij gemaakt met een doodemusch.
Voorts geeft de koloniale eisch en
de vriendschap met Italië reden tot
bezorgdheid.
In Italië daarentegen heeft Hitler's
rede levendige voldoening gewekt,
hetgeen te begrijpen is na zoo'n
positieve verklaring omtrent de
onderlinge solidariteit. Ook over de
koloniale eischen is men zeer in zijn
nopjes.
In Frankrijk is men van oordeel,
dat de verklaringen van den Führer
weinig wijziging brengen in den
internationalen, toestand. Verschil
lende bladen geven blijk van groot
wantrouwen in Hitiers bedoelingen.
In Amerika heeft de rede geen
verandering gebracht in de pessi
mistische beoordeelingen over de
onderlinge verhoudingen in-den laat-.'
sten tijd. Men kan de gedachte niet
van zich afzetten, dat „Hitler en
Mussolini samenspannen om de kaart
van Europa te reorganiseeren".
Tot zoover deze beoordeelingen.
Ze zijn ongetwijfeld een beeld van
betgeen ook hier te lande in veler
gemoed zal leven.
ROOSEVELT's STEUN AAN
DE DEMOCRATIEËN.
Bittere perscommentaren in
Duitschland.
Heftig reageert de Duitsche pers
op de verklaringen, welke president
Roosevelt voor de militaire senaats
commissie heeft afgelegd over den
steun, dien Amerika voornemens is,
EDgeland en Frankrijk te bieden in
geval van een conflict met de auto
ritaire staten.
De „Nachtausgabe" haalt Roose-
velts uitlating „Amerika's grens ligt
aan den Rijn" aan en noemt het op
treden van den Amerikaanschen
president een „ongelooflijke oprui,
ingsectie na de vredesrede van
Hitier".
DE STRIJD IN SPANJE.
Sedert enkele dagen is de tegen
stand der Regeerïngstroepen in
Noord-Catalonië toegenomen, terwijl
de nationalisten door hevige regen
buien en sneeuwjachten in hun
operaties zijn belemmerd.
Bovendien zrjn de rechtschen ge
stuit op groote terreinmoeilijkheden.
In het hooge bergland kunnen ze
slechts langzaam opschieten. Dit
leent zich uitstekend voor verdedi
ging.?
Dc positie der vluchtelingen.
De toestand der vluchtelingen en
teruggetrokken militairen aan de
Fransche grens blijft nog zeer cri-
tiek. Nog altijd houdt de toeloop,
vooral van vrouwen, kinderen en
grijsaards, aan.
De hoeveelheid levensmiddelen is
slechts toereikend om de eigen be
volking van Noord-Catalonië tijdens
de wintermaanden te voeden.
Te begrijpen is dus, dat er nu
reeds gebrek heerscht aan het aller
noodigste. Daarbij moeten duizenden
in de open lucht vertoeven. Die
menschen hebben dus ook zeer te
Üjden van regen en sneeuw.
De gezondheidstoestand der groo-
tendeels ondervoede vluchtelingen,
die dus weinig weerstand kunnen
bieden, laat veel te wenschen over.
Intusschen zijn de linksche Spaan-
sche autoriteiten er in geslaagd, den
weg van Figueras Daar Perthus.den
voornaamsten toegangsweg naar
Frankrijk, die sedert eenige dagen
door een onontwarbaar kluwen van
voertuigen en de massa vluchtelin
gen versperd was, te ontruimen.
De Fransche grenswachten toonen
nog steeds, ingevolge verkregen op
drachten van hun meerderen, de
grootste welwillendheid jegens vrou
wen, kinderen en grijsaards, doch
zij wijzen de deserteurs terug.
FRANKRIJK
maakt zich echter zeer bezorgd
over het Spaansche vluchtelingen
vraagstuk.
Men verbaast zich over den toe
vloed van menschen aan de FraD-
sche grens, omdat Catelonië nog
niet geheel door Franco's troepen
bezet is, die overigens klaarblijkelijk
geenszins van plan zijn om alle
burgers, met inbegrip van vrouwen
en kinderen zonder vorm van pro
ces neer te schieten.
BARCELONA.
Barcelona is thans ruim een week
lang in handen van de nationalisten.
Alle winkels en markten zijn er
weer geopend. Verzocht werd echter
aan het publiek om slechts het
allernoodzakelijkste te koopen. Bin
nenkort zal toch voor nieuwe nog
grootere voorraden gezorgd worden.
Zoo werkên èn de militaire en de
burgerlijke autoriteiten hard, zoowel
voor de instelling van het nieuwe
regime als voor een regelmatigen
gang van zaken en een behoorlijke
voedselvoorziening.
De normale toestand is op straat
weer waar te nemen. Er is n.l. weer
rijdend verkeer, behalve de trams.
Tallooze menschen zrjn sedert de
vorige week, na een scheiding van
twee jaar, weer vereenigd met hun
familieleden en vrienden.
Velen waren zoo gelukkig, de door
hen verstopte kostbaarheden weer
op te halen. Als een bijzonderheid
kan nog worden gemeld, dat de
eerste dagen onafzienbaar lange
rijen menschen bij de gaarkeukens
stonden, welke per dag een half
millioen porties warm eten uitdeel
den.
Franco's troepen hebben sedert
eenige dagen de stad echter weer
verlaten. De bewaking is nu opge
dragen aan de politie, die huiszoe
kingen heeft gedaan naar wapens
en die in groote hoeveelheden heeft
gevonden en in beslag genomen.
Gezien den toestand te Barcelona,
doet het vreemd aan, dat het aantal
vluchtelingen eer toeneemt dan ver
mindert.
SPAANSCHE KINDEREN
IN BELGIË.
De Belgische regeering heeft be
sloten om vijfhonderd Spaansche
kinderen onder te brengen in een
tehuis. De Belgische Werklieden
partij zal vierhonderd kinderen in
België opnemen en is bereid nog
zeshonderd kinderen op te nemen,
op voorwaarde, dat de regeering
zich verbindt tot dekking van de
kosten voor bet onderbrengen gedu
rende drie weken, in afwachting van
het vinden van een definitief ver
blijf. De regeeriug heeft verklaard
bereid te zijn welwillend dit verzoek
in overweging te nemen.
Chamberlain bouwt op
Mussolini's en Hitlers's woord.
Tijdens debatten in het Engelsche
Lagerhuis over de buitenlandsche
politiek heeft minister-president
Chamberlain het woord gevoerd.
Naar aanleiding van het wantrou
wen der oppositie ten aanzien van
de woorden van Mussolini, zeide
Chamberlein„De slechtste wijze
om te bereiken, dat een man, die
zijn woord gegeven heeft, het zal
houden, is ongetwijfeld hem te zeg
gen, dat men hem niet gelooft en
dat men zijn houding zal baseeren
op de veronderstelling, dat hij zijn
woord niet zal houden".
Sprekende over de rede van Hitier
zeide de minister„Ik heb den zeer
stelligen indruk gekregen, dat dit
niet de rede is van een mao, die
voorbereidingen treft om Europa in
een nieuwe crisis te storten. Er zijn
vele passages in zijn rede, waarin
hij spreekt van de.noodzakelijk van
vrede voor Duitschland, zoowel als
voor de andere landen.
Christus voor alles I
Het koninklijke woord van onze
diep-Christeltjke Koningin Wilhel-
miua, dat culmineerde in de roerende
bede, dat God haar de kracht mocht
geven, om tot haar laatsten adem
tocht trouw te blijven aan het devies
„Christus vóór alles", vormt zonder
eenigen twijfel de grootste gebeur
tenis van het afgeloopen week-einde.
Deze rede is met groote belang
stelling en ontroering aangehoord en
gelezen door honderdduizenden Neder
landers hier en in de overzeesche
gebiedsdeelen.
De Koningin heeft in haar rede
opgewekt tot het in practijk brengen
van de Christelijke gemeenschaps
gedachte.
Van de woorden sociale rechtvaar
digheid en sociale liefde aldus de
Volkskrant in een samenvattende
beschouwing moge de Koningin
in het woord tot haar volk niet ge
wagen, die begrippen loopen als een
gouden draad door heel haar betoog.
Niet alleen de stoffelijke nooden
z\jn het die gelenigd moeten worden,
ook de moreele en geestelijke.
Niet enkel de overheid vindt hier
een taak, de gemeenschap heeft zich
die aan te trekken, het volk als
geheel daarin te voorzien.
Als de koningin het schrijnend
leed der werkloosheid gedenkt en
tot bestrijding daarvan opwekt, staan
haar niet slechts de materieele
moeilijkheden voor den geest, waar
mee onze werkloozen te worstelen
hebben, maar ook de gedruktheid in
het hart van hen, die van werk zijn
verstoken.
Zoo heeft Hare Majesteit behalve
voor de stoffelijke ook voor de zede
lijke zijde der vraagstukken oog.
En de landsvrouwe, die aan het
slot van haar toespraak van God de
kracht vraagt tot haar laatsten
ademtocht trouw te blijven aan de
woorden „Christus voor alles", houdt
haar volk voor, hoe Gods levende
geest elk volk en eiken mensch tot
zijn hoogste bestemming roept.
Deze geest zegt de Koningin
beantwoordt ook den angstkreet, dien
de mensch in zijn geestelijke ellende
en radeloosheid slaakt Daar Gods
nabjjheid.
Deze begeerte naar persoonlijk
contact met God is wel nooit zoo
sterk en zoo verbreid geweest als
tegenwoordig, nu schier alles weg
valt, waarop de menschheid eertijds
meende te kunDen staat maken en
ongekendheid en onvastheid ons
overal tegemoet treden.
De krachtige en innige geloofs
belijdenis besprekend aan het slot
van de Koninklijke rede zegt de
Msb. zeer terecht.
„Wie den toon mocht beluisteren,
waarop deze in eenvoud sublieme
woorden tot ons allen gesproken
werden, zal dit oogenblik van inner
lijke ontroering wel nimmer meer
vergeten.
Dat zóó eeD Koningin tot Haar
volk spreekt, van hart tot hart,
laten wij er God op onze knieën
voor danken, dat het ónze Koningin
was, die zóó sprak tot ons."
Die dank moge zich daarnaast ook
aldus uiten, dat wij gehoor geven
aan het woord van onze KoniDgin.
Voor de zelfzucht kome de soli
dariteit tussschen de menschen en
volken onderling, het egoïsme en
individualisme moeten worden uit
gebannen, kortom, heel ons volk moet
samenwerken, om aan de verheven
gedachte van H. M. uitvoering te
geven door daden
DE VERJAARDAG VAN
PRINSES BEATRIX.
Al was het een stralenden win
terdag, waarbij zelfs de zon niet
ontbrak, toch leent Prinsesjesdag
zich niet voor een openbare feest
viering; daar is de tjjd van het jaar
niet naar. Maar al moest dan een
luidruchtige feestviering achterwege
blgven, met niet minder liefde en
warmte is overal in den lande de
eerste verjaardag van Prinses Bea
trix herdacht.
In Den Haag is deze dag natuur
lijk met de meeste opgewektheid
gevierd, want daar vertoefde de^ge-
heele Koninklijke familie in het paleis
aan het Noordeinde. Het garnizoen
maakte feestmarschen door de stad
de regimenten grenadiers en jagers
marcheerden met de Kon. Mil. Kapel
voorop enz.
Vóór het Koninklijk Paleis was
het den heelen dag een drukte van
belang.
Volksontwikkeling
Venray
Beschermheer: HoogEerw. Heer
Deken W. BERDEN.
8e avond:
Maandag 6 Febr. 8 uur
in het Patronaat houdt de Heer
P. MIGHORST, Heerlen
eene Causerie over
(telepathie, suggestie-hypnose,
spiritisme en fakirisme) toegelicht
door eenige experimenten.
Entrée 10 ct. Plaatshouders worden
beleefd verzocht hun kaarten mede
te brengen. Abonnementen en ge
reserveerde plaatsen te bespreken
bij G. W. Muskens, Schoolstraat 14,
Telefoon 144.
EEN SLAG VOOR ONZEN
TUINBOUW.
Naar men van een Engelsche re
latie verneemt, die nauw betrokken
is bij den invoer van Ned. tuinbouw
producten, heeft de Britsche regee
ring in principe besloten, om den
Invoer van Ned. versche groenten,
niet geteeld in kassen, benevens van
aardappelen, met ingang van 15 Mei
a.s. te verbieden, voor zoover deze
producten zijn geteeld ten Zuiden
van een lijn, welke loopt langs het
Noordzeekanaal, via Hilversum en
Arnhem naar de Duitsche grens.
Deze drastische maatregel wordt ge
motiveerd met de vrees voor inslee
ping van den Coloradkever of eieren
en larven daarvan.
Door dit verbod zal vooral worden
getroffen de export van aardappelen,
sla, bloemkool en peen. Wat laatst
genoemde twee producten betreft,
bestaat de mogelijkheid, dat zij als
nog zullen mogen worden ingevoerd,
maar dan ontdaan van blad, waar
door de marktwaarde echter sterk
zou dalen. Hierover wordt te Londen
nog onderhandeld door ir. Gerritzen,
rrjkstuinbouwconsulent, verbondeD
aan ons gezantschap aldaar.
Het nut der sociale wetten.
Op 1 December 1938 werden 41.068
weduwen-renten en 14.368 weezen-
renten krachtens de Invaliditeitswet
genoten, terwijl op genoemden datum
krachtens art. 37 dier wet 119.862
personen in het genot waren van
een als vrucht hunner verzekering
verkregen ouderdomsrente van drie
gulden per week.
Voorts genoten 62.623 personen een
invaliditeitsrente, als bedoeld in art.
71 dier wet.
Krachtens art. 24 der Ouderdoms
wet 1919 waren op vorengenoemden
datum 110.835 personen in het genot
van een als vrucht hunner verzeke
ring verkregen ouderdomsrente van
drie gulden per week.
Dc kwestie.
In de Memorie van Antwoord van
de Regeering aan de Eerste Kamer
inzake de bestrijding der werkloos
heid is veel te loven.
Toch zgn er nog ernstige beden
kingen.
Zoo zegt de Msb. o.m.:
Het eenige dat ons benauwt is de
vraag, waarom de oplossing van de
werkloosheid niet sneller kan gaan.
Met de Defensie is zij het probleem,
dat snel moet opgelost, voorzoover
hier een oplossing redelflk mogeljjk
is. Wij zeggen niet, dat het kabinet
dit niet wil. Maar wij vragen ons
af: overweegt men niet te lang,
wordt er niet te veel uitgezift En,
zien sommigen dit vraagstuk te ;een-
zqdig financieel De regeering blijkt
zich daartegen gelukkig te verzet
ten. Zij volharde, want de sterkste
financieele positie baat ons niet, als
de werkloosheid zooveel duizenden
onder ons bljjft demoraliseeren. Zij
is dè kwestie. Over spelling, Oss en
soortgelijke dingen praten wtf daarna
wel...
Onze veilige mijn-industrie.
Het getal doodeljjke ongevallen in
onze mijn-industrie is gunstig in
verhouding tot dat in andere landen.
Het totaal aantal doodelgke on
gevallen per 1000 man personeel be
droeg in 1937: Nederland 0.63, Prui
sen 1.87, België 1.33, Frankrijk 0.86,
Engeland 1.26 en de Vereenigde
Staten 2.75. Het totaal op 100 ge
steld, geeft de statistiek voor den
Nederl. mijnbouw als oorzaak in 1937:
steen- en kolenval 61.54, vervoer
16.39, schietongevallen 7.69, andere
oorzaken 15.39.
Blijft Philips in Eindhoven
Gemeld wordt, dat de N.V. Philips
Gloeilampenfabrieken alleen haar
statuairen zetel verplaatsen naar
den Haag, doch dat het niet in de
bedoeling ligt, te 's-Hage kantoren
te stichten.
IN 'T KORT.
Te Amsterdam waren verleden
week onder de 165 bruidjes, die in
bet huwelijksbootje stapten, niet
minder dan 95 buitenlandsche.