Waar eens Haroen al Raschid
heerschte
vijftig producten van dezen stof vervaar
digd. Zoo kan tegenwoordig in sommige
gevallen uit simpele houtstof een product
ontstaan, dat het 5000voud waard is van
het oorspronkelyke materiaal.
Het celophaan werd door een Zwitser
uitgevonden, die werkzaam was in een
groote ververij en bleekerij. Hij nam aller
lei proeven, om katoenen stoffen door een
oplossing van celluloseviskose glanzend te
maken. Maar deze proeven mislukten. Want
Wanneer wij den naam Bagdad hooren uitspreken, gaan onze gedachten vrijwel
zonder uitzondering uit naar de sprookjes der „Duizend en Een Nacht". Bagdad de
stad der spitse minarets, de sprookjesachtige in kleurige gewaden gehulde mannen
en vrouwen. Maar dat is eens geweest, lang geleden. Nu voelt men in Bagdad den har-
teklop van elke andere wereldstad. Misschien vindt men in een vergeten hoekje nog
die sprook-^achtige sfeer, maar het Bagdad van tegenwoordig draagt den stempel
van Westcrsclie bedrijvigheid en mentaliteit.
Een fort in de woestijn, voorzien van een
radiozender.
MET de stad Bagdad is voor ons zon
der meer het begrip Orient ver
bonden en wel de Orient, waar
deze het bloeiendste en het bontste is.
Voor ons vormen Bagdad en de sprookjes
uit de Duizend en Een Nacht een onver
brekelijk geheel. Daar is het vaderland van
Haroen al Raschid evenals van Nasr Eddin,
den schalkschen wijsgeer, die ongeveer ge
lijk stond met onzen Westerschen Uilen
spiegel. Vervolmaakt wordt dit tafereel
door prachtig opgetuigde paarden, ridders
in kletterende harnassen, met ronde schil
den op hun arm, het kromzwaard aan hun
zijde en de puntige helm op het hoofd.
Daar zijn ook de gesluierde vrouwen, die
verholen achter vensterruitjes zitten, zwar
te slaven, priesters en profeten met groene
tulbanden.
Tegen den hemel teekenen zich de mi
narets af, sierlijk en slank van vorm. Man
nen met lange aartsvaderlijke baarden, die
even waardig als verkommerd zijn, zitten
in de bazars achter hun uitstaltafels om
kostbaar zilverwerk, tapijten, zijden shawls
prachtige lederen zadels, kostelijk ooft, da
dels enz. ten verkoop aan te bieden. De
koop wordt echter eerst gesloten, wanneer
kooper en verkooper het na ampele discus
sie en het drinken van vele kopjes heete
mokka, over den prijs zijn eens geworden.
Zoo zou Bagdad zijn, de stad van onze
bontste sprookjesdroomen. Maar is Bagdad
ook werkelijk zoo? Misschien heeft er wel
eens zulk een Bagdad bestaan en mis
schien is dat voor een gedeelte in een ver
geten wijk blijven voortbestaan. Maar in
werkelijkheid is deze stad onzer droomen,
de hoofdstad van het geweldige, moderne
koninkrijk Irak; een stad geheel van onze
dagen, die natuurlijk een Oosterschen in
slag heeft, maar verder in vele opzichten
doet denken aan Berlijn, Londen en Pa
rijs.
Wanneer wij ons nog iets herinneren van
de aardrijkskundelessen, die wij op school
ontvangen hebben, dan weten wij, dat
Bagdad ligt in de streek, die de Ouden
vroeger Mesopotamië noemden, tusschen
de tweelingrivieren Eufraat en Tigris, dicht
bij de laatste sprookjesrivier, waar deze
bevaarbaar wordt voor stoomschepen.
Reeds dit feit, dat de rondgevormde boot
jes en de smalle vaartuigjes van de oor
spronkelijke bevolking, niet langer alleen
de Tigris bevaren, moet dunkt ons een be
wijs zijn, dat de Tigris reeds lang opge
houden heeft een sprookjesrivier te zijn.
Maar toch blijven het moderne Bagdad en
de Tigris nog onvermijdelijk verbonden
aan romantische en sprookjesachtige voor
stellingen, want hier steken de pelgrims,
die jaarlijks hun tocht maken naar de hei
lige plaatsen Nedsjef en Kerbela, de ri
vier over, en deze laatste kunnen wij ons
inderdaad zoo sprookjesachtig voorstellen,
als maar eenigszins mogelijk is, wanneer
deze pelgrims ook t.z.t. er niet den voor
keur aan zullen geven per trein te reizen,
want Bagdad is een knooppunt van spoor
wegen, zooals elke groote Westersche stad.
Ook rijden er veel autobussen langs de
goed aangelegde wegen, die gedeeltelijk
tot in de woestijn leiden.
Want het koninkrijk Irak omvat gedeel
de brandende zon altijd dorstig is. Maar
wanneer deze aarde voldoende gedrenkt
was, beschikte men hier over zeer vrucht
baren bouwgrond. Zoo groot was zelfs die
vruchtbaarheid en zoo beroemd, dat men
vroeger het tweestroomenland tusschen
Eufraat en Tigris als van zelf bestempelde
als het paradijs.
Het mag dan waar zijn, dat volgens den
tegenwoordigen stand der techniek, de irri-
gatiewerken als primitief beschouwd wor
den, maar men diene niet uit het oog te
Celophaan veroverde
de wereld
Bergen graan wachten in de
telijk de woestijn en grenst onmiddellijk
aan de Arabische en Syrische woestijnen.
Ook treft men daar nog vele zwervende
stammen, de Nomaden aan, die met hun
tenten en kudden verder trekken, wan
neer het weideland weer afgegraasd is.
Maar het tegenwoordige koninkrijk Irak
omvat slechts betrekkelijk weinig woestijn
en ook het aantal inheemsche Nomaden is
niet zeer talrijk. Het land is een staat, die
Turkije gevolgd heeft en pas in 1920, of
nog juister in 1932, want tot op dat oogen-
blik was het een Britsch mandaatgebied,
een eigen staatkundig leven heeft gekre
gen. Het zelfstandige koninkrijk, dat daar
uit ontstond, past zich thans met reuzen
schreden aan bij de overige wereld, waar
bij dit gebied in cultureel en technisch op
zicht zoo achterstond.
In de grijze oudheid was Mesopotamië
een land, waar de veeteelt, in het alge
meen het boerenbedrijf, bloeide. Het wa
ter moest evenwel doormiddel van kanalen
en reservoirs doelmatig verspreid worden
over de aarde, die in deze streken onder
haven Basra op verscheping.
verliezen, dat bevloeiingswerken tot op he
den hun goede diensten bewezen hebben en
in den tusschengelegen tijd zou het nim
mer mogelijk geweest zijn, dat dit begena
digde land verdroogde, om te veranderen
in een steppe of woestijn, wanneer niet
de zwervende Mongolen alle bodemcul
tuur van het land vernietigd hadden.
Tegenwoordig begint men weer op het
zelfde punt, waar vroeger alles wykend
voor het zwaard van Dschingis Kahn, faal
de. Maar het werken in Irak loont de moei
te. Want het land heeft twee „goudbron
nen". De eene is het koren. Door irrigatie-
wordt voortdurend het oppervlak van den
bovengrond in vruchtbaren toestand ge
houden, zoodat het gevolg is, dat men
twee oogsten per jaar heeft. In de lente
mais, rijst en erwten, in den herfst rogge,
gerst en boonen. Bovendien katoen, tabak
en allerlei vruchten.
Het graan wordt in kleine booten, met
karavanen en vrachtauto's uit het binnen
land naar de haven Basra aan de Perzische
Golf gebracht en hier hoopen zich ware
graanbergen op, om naar Europa vervoerd
te worden.
Een tweede bron van inkomsten voor
Irak, waaruit het land in economisch op
zicht veel kracht kan putten, is de olie. De
petroleumbronnen liggen in de nabijheid
van de stad Mossoel, het bergachtige ge
deelte van Boven-Mesopotamië, aan den
voet van den Taurus. De boortorens schieten
hier als kool uit den grond en bekend over
de geheele wereld is de groote olieleiding,
die van Mossoel loopt naar Haifa aan de
Middellandsche Zee, de zoogenaamde „pi-
pe-line", waardoor om zoo te zeggen, de
ruwe olie uit de bronnen in de tankschepen
stroomt.
Nog is het voor verbouwing geschikte
Mesopotamië niet geheel in cultuur ge
bracht en tot het laatste uitgeput. Nog
weet men niet welke schatten de aarde hier
verborgen houdt. Nog is niet elk punt van
het land voor het moderne verkeer ontslo
ten. Wel dient vermeld te worden, dat het
jonge koninkrijk zich alle moeite getroost
het tijdvak van de spoorwegen over te
slaan en nu .door het aanleggen van voor
treffelijke autowegen het land voor auto's
toegankelijk maken. Nog sluimeren onbe
grensde mogelijkheden in den schoot van
dit land. En onder een zoo energiek heer-
scher en met een zoo eensgezinden wil van
het volk, zullen deze mogelijkheden ook
spoedig werkelijkheid worden en het ko
ninkrijk Mesopotamië zal weer worden,
wat het eens is geweest: de tuin Eden.
Wat celophaan is behoeft nauwelijks nog
uiteengezet te worden. Overal treft men
tegenwoordig deze dunne doorzichtige laag
jes aan, die verdacht veel overeenkomst
vertoonen met gelatine, maar in tegenstel
ling daarmede volkomen bestand zijn te
gen den invloed van vocht. Het celophaan
is nog geen twintig jaar geleden uitgevon
den, maar het heeft reeds een zoo ruime
toepassing gevonden, dat het uit het be
drijfsleven niet meer weg te denken is.
Nog dagelijks vermeerdert het aantal toe
passingsmogelijkheden. Zooals de naam
aanduidt, is celophaan een product, dat uit
den grondstof cellulose bereid wordt, cel
lulose, de vezelstof van het hout, die in de
papierbereiding een zoo gewichtige rol
speelt.
Overal waar het celophaan geintrodu-
ceerd is, werd het door het publiek met
terdaad welkom geheeten. En het is waar,
door den glans, het haast onzichtbare en
dunne van het materiaal lokt het ten zeer
ste aan voor uiteenloopende zaken gebruikt
te worden. Kenners beweren, dat een ar
tikel, verpakt in celophaan een extra goede
kans maakt. Maar het is niet alleen dit
voordeel. Ook stof, bacteriën, vocht en
droogte weert de beschermende laag celo
phaan. De frischheid van een artikel blijft
bij een dergelijke verpakking dus behou
den.
Het bekendste is wel de celophaanver-
pakking van levensmiddelen, zoetigheden
en cigaretten. Maar een nieuwe toepassing
heeft het gevonden bij de worstbereiding.
Daarvoor konden vroeger alleen darmen
gebruikt worden. Tegenwoordig bestaat dit
omhulsel het zoogenaamde velletje
in vele gevallen uit celophaan.
Maar alleen de vaklieden weten hoeveel
het celophaan in de modeindustrie gebruikt
wordt. Deze telt thans niet minder dan
Olieboortoren in Boven Mesopotamië.
de oplossing bracht geen glans teweeg,
maar wél een dun, glashard huidje, dat men
er in den vorm van een dun, taai en door
zichtig huidje van af kon trekken. Daar
mede was de ontdekking gedaan en wel
heeft men die nog oneindig moeten per-
fectionneeren, maar wederom heeft het toe
val tot een belangrijke uitvinding hier
ware het beter van een ontdekking te spre
ken geleid. Bovendien was er betrekke
lijk weinig houdt noodig voor deze celo-
phaanvervaardiging.
DE GARONNE ONTSPRINGT IN
SPANJE.
Onverwachte gevolgen van een
wetenschappelijke ontdekking.
Een opzienbarend bericht doet de ronde
in de Fransche pers: de rivier de Garonne,
die vele electrische centrales in Zuid West-
Frankrijk spijst, ontspringt niet, zooals
men tot dusver geloofde, op Franschen bo
dem, maar heeft haar bron op Spaansch
gebied en wel in de zoogenaamde Ver-
wenschte Bergen, een gletschermassief in
Aragon.
De eerste vreugde over deze opzienba
rende wetenschappelijke ontdekking zou
intusschen niet van langen duur zijn. Men
vreest namelijk in Fransche kringen, dat
de mondeling gegeven belofte van de re
geering van Barcelona, den Spaanschen
bron der Garonne als Fransch eigendom te
beschouwen, door de Franco-regeering, die
onlangs het brongebied veroverde, niet
overgenomen zal worden. 0
Rechts:
De jonge koning Gahzi
inspecteert de
troepen.
Links:
Door de woestijn leg
gen de inboorlingen een
modernen autoweg
aan. 0