TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS KLDDSTERBALSEM FEUILLETON. Een meisje in de Wild West. Koorzanger. KNEUZINGEN Zaterdag 29 October 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 44 De moderne ,vrouw'. „Het verloren Paradijs". en losserzag er niels meer in om man te worden met de mannen in haar levensverhou- j ding, haar levenswijze, haar I opvattingen, haar kleeding, haar Met veel instemming nemen gedragingen bracht zij zulke wij het volgende artikel over, dat grondige wijzigingen, dat daaruit als een soort alarmkreet onder en buiten het huwelijk andere het opschrift „S.O.S." in dei verhoudingen moester. ontstaan. „Avondpost" verscheen. Er wor den vele harde waarheden in ge zegd, die helaasin al te veel katholieke gezinnen ook de meest ernstige overweging verdienen. De lezer, uit wiens brief wij verschillende mededeelingeu deden, maakte daarin een opmer king, die van algemeene betee- kenis is en den toestand van het oogenblik volkomen juist- typeert. Hij wees er namelijk op dat bij verschillende stuitende tooneelen, welke hij zag en bij woonde, de vrouw (het meisje) de „aanvallende" de uitnoodi gende partij was; dat van haar het initiatief uitging; dat haar „raffinement" de uitspattingen uitlokte en bevorderde Hiermee werd de vinger gelegd op een karakteristiek verschijnsel van den tegenwnordigen tijd. Allerlei boeken en publicaties wijzen er op, dat er in latere jaren en met name na den oor log, een steeds meer vrije verhou ding is gekomen in den omgang tusschen de geslachten; dat de afstand tusschen man en vrouw is verkleind; dat er tegenwoor dig dingen gebeuren (en daarbij behoeft men volstrekt niet steeds aan iets onzedelijks te denken) die vroeger ondenkbaar waren; dat oude en eenvoudige en be schaafde gebruiken in den om gang tusschen den jongen man en het jonge meisje zijn terzijde geschoven; dat goede vormen worden vernield en grenzen uit- gewischt. Hierop wijzen al die schrijvers, maar zij vergeten dit te signa- leeren; dat vrijwel dit alles een gevolg is van een gewijzigde levenshou ding van de vrouw en niet van den man. Indien de normale afstand tus schen de geslachten is verkleind dan is dit, omdat de vrouw den man 'genaderd is en niet omge keerd. De man, de jonge man, is in het algemeen genomen natuur lijk blijven staan op de plaats, waar hij altijd stond. Vanouds werd hem, in helleven en inde literatuur, de verleidersrol toebe deeld. Er waren zoo ongeveer, luidde de stelling goede en slechte mannen, maar zelfs voor de goede, moest de vrouw op haar hoede zijn. Doch in - latere jaren is die verleiders-rol practisch voor een groot deel door de vrouw over genomen. Het onschuldige meisje, door een man op den verkeerden weg gebracht, is overgestapt uit de realiteit naar het wassen beelden-spel. De vrouw verklein de den afstand gaf een aanmer kelijk deel van het oude en vroeger zoo natuurlijke verzet op maakte den omgang vrijer Als u een daverend verhaal ver wacht, Lady Jane, moet 'ik u teleur stellen. U hebt zijn naam nu eenige malen genoemd en telkens zei u heel duidelijk „Mijnheer" Carver. Dat is dan meteen de beste beschrijving, die ik van hem geven kan. Hij is de groote man in Black Butte en in Tedder County, zooals dit gewest heet. Zijn naam is Augustus J., maar er is niemand die hem Guus noemt. Ik durf er wat onder te verwedden, dat zelfs zijn vrouw „Mijnheer" tegen hem zegt. Ik heb hooren beweren, dat hij iederen man tusschen de groote waterscheiding en de Hassayampa Rivier maken en breken kan. .De staat, dat ben ik", en zulke dingen meer. Hij vindt zich zelf buiten gewoon gewichtig en het kan zijn nut hebben dat u daaraan denkt, als u met hem te doen krijgt, Lady Jane. Reeds eenige malen had hij haar nu halt-spottend met „Lady Jane" aange sproken. Zelis éénmaal zou een beetje té veel geweest zijn, als men bedenkt, hoe kort ze elkaar pas kenden. Waarom niet juffrouw Moran? mompelde ze, maar voordat hij ant woorden kon, ging ze voort U schijnt van alles over Black Butte en zijn bevolking te weten. U kent zelfs mijn naam. Vindt u niet, dat het langzamerhand tijd wordt dat u zich eens voorstelt Hè? O ja, mijn naam Namen zijn gekke dingen, en toch hangt er zooveel van af. Zijn er misschien, waar u een bepaalde voorliefde voor hebt? maar het huwelijk zélf op losse schroeven kwam. En de man, in vele gevallen, accepteerde Het is de vrouw, en, zij aller eerst, die de nieuwe verhoudingen schiep. Het is de vrouw, en zij aller eerst die de nieuwere moraal verdedigt. In de literatuur is zij de pro blemen op sexueel gebied gaan behandelen op zóó open wijze, dikwijls tot in de walgelijkste bijzonderheden toe, als geen man het ooit heeft aangedutfd Emile Zola bijvoorbeeld, tegen wien stormen zijn opgegaan, is een verlegen schooljongen bij mevrouw Alie Smeding verge leken, en de Dacamerone kan men velen nog beter in handen geven dan menig modern Neder- landsch boek, door een vrouw geschreven. En in de praktijk heeft de journalist Brusse ons reeds ver scheidene jaren geleden, na een enquête, verbijsterende onthul lingen gedaan omtrent de levens houding van vele kantoormeisjes, deelt Ritter ons in zijn jongste boek sterke staaltjes mede uit het studenten-leven; weet ieder een, die eenigszins levenswijs is, dat tallooze jongevrouwen de oude beschroomdheid hebben verloren, bereid zijn te genieten wat de natuur aan genot biedt, niet wachten tot de klassieke verleider komt, maar hem vrij moedig tegemoet treden en uit- noodigen. Dit laatste, het verlies van de natuurlijke beschroomheid, van de reserve, welke vroeger door den vrouwelijken aard, door waardigheid en beschaving, werd geboden, is de hoofdzaak. De vrouw, die rookt, die zeifs in het publiek haar lippen verft, haar gezicht poedert die onaesthetisch, achter op ronkende motor-fietsen zit, tegen den rug van haar uitverkorene aandie op gaat in al die moderne, afschuwelijke dansen, waaronder er zijn welke als in strijd met de openbare eerbaar heid strafbaar moesten worden gestelddie zich, zonder werke lijke noodzaak, steeds „luchtiger" en losser kleedt, zoodat vele vrouwen beter gecostumeerd zijn als zij zich ter ruste begeven, dan wanneer zij langs 's Heeren straten wandelen die in decol leté op de kantoren verschijnt, zoodat op vele plaatsen een verbod tegen dergelijke toiletten moet worden uitgevaardigd die geen schroom meer bezit nóch het verkondigen en toonen van haar opvattingen, nóch in liet étaleeren van haar lichaamdie geen zuinigheid meer kent inzake het bewaren van haar vrouwe lijke waardigheid die, om er - Ik deed werkelijk geen poging om grappig te zijn. Nora's toon was minstens tachtig graden koeler dan de officieele tempe ratuur van dien dag. Natuurlijk niet. Namen zijn buiten gewoon ernstige dingen, iets wat ouders nooit schijnen te bedenken, als ze hun hulpelooze kinderen een naam geven. Nora Jane geeuwde veelzeggend. Maar om tot mezelf terug te keeren (hij scheen den wenk van haar geeuwen begrepen te hebben) ik schaam me heelemaal niet u mijn naam te noemen. Hij luidt Court. Ted Court. Terwijl hij praatte had het meisje rondgekeken Aan de andere zijde van de straat stond een van die monster achtige huizen in oud-Amerlkaanschen stijl Groote, zwarte, aan den rand ver gulde letters vormden de woorden Tedder County Courthouse. Er kwam een vonk in haar blauwe oogen. Tedder Courthouse en Ted Court leken in deze omstandigheden een beetje te veel op elkaar. Dank u wel, Mr... Court. Woont u bier Nee, Lady Jane, ik ben een vreemdeling in Black Butte. DERDE HOOFDSTUK. Carver Hotel bleek behagelijker dan men uit Ted Court's ironische beschrij ving had kunnen opmaken. Niet alleen was de keilner werkelijk nuchter, maar Nora tane Moran vond het elen ver bazingwekkend goed. Na de ervaringen opgedaan van de Mississipie af, was de keuken van Carver Hotel een verbijsterende, maar aangename verassing. Haar slaapkamer op de tweede ver- dieping was helder en geriefelijk. Toch viel het haar moeilijk in slaap te ko men, wat gedeeltelijk te wijten was aan den indruk, dien degebeurtenissen van dien dag bij haar achtergelaten bekoorlijker uit te zien de kunst middeltjes aanwendt, welke vroeger alleen door vrouwen van verdachte zeden werden gebruikt die gehuwd geen kinderen wil hebben, althans „voorioopig niet,' omdat het „zulke handenbinder- tjes" zijn en die, als ze wel kinderen heeft („een ongelukje' misschienze overlaat aan „de juffrouw" of ze als jonge honden, in een mandje vóór of achter op de fiets stopt, omdat ze met alle geweld het huis uit wil die, als moeder, niet alleen haar dochters te veel vrijheid geeft, maar zelfs met die dochters concurreert in levenshouding en kleeding en schoonheidsmiddel tjes dit is de vrouw, die het kern punt vormt van het nijpende probleem van onzen tijd. Zij is het, die, met het S.O.S.- teeken op 't voorhoofd (maar dit beseft zij zelf niet) door onze samenleving gaatzij is het, die den natuurlijken afstand tot den man op angstwekkende en ge vaarlijke wijze heeft verkleind, de rol der verleiding van hem overnam, en wier lichtvaardige toenadering waarachtig nog wordt verdedigd met de opmer king, dat de verhoudingen tegen woordig zooveel „oprechter" zijn dan vroeger. Maar zijn dan de lichtekooien, die voor geld hun gunsten bieden, dan nog niet veel oprechter Van aile kanten wsrdt het tegenwoordig den man aangeboden en opgedrongen; er is in de levensgedraging van zeer vele meisjes en vrouwen een perverse brutaliteit, die voor niets meer terugdienst. Het deserteeren der vrouw van haar natuurlijken post, met ver loochening van haar eigenlijken aard en van haar natuurlijke be schroomdheid en reserve, is de jammerlijke terugval van onzen tijd. Het is een decadence, die be wijst, dat de zegetocht van den vooruitgang en der techniek de menschheid 't verlies van hooge geestelijke waarden niet vergoe den kan. En nu weten wij na tuurlijk wel, dat wij niet al te zeer generaliseeren mogen, omdat, den Hemel zij dankniet alle vrouwen en meisjes zich aldus gedragen, maar het deel dat het wél doet is zoo belangrijk, dat er van een diepen nood gespro ken mag worden. Zal de vrouw er ooit nog in slagen tot haar oude plaats terug te keeren? Zal zij het verloren paradijs van haar waardigheid en zuiver heid weer weten te vinden Heerlijk moet het zijneen mooie stem te hebben, veel van O.L. Heer te houden en dan dat gave, zuivere geluid uit te zingen, heel de kerk door, recht naar het tabernakel Ik heb ze altijd benijd die kerk zangers met hun mooie, volle, krach tige mannenstemmen. Zeker, jongens stemmen kunnen frisscher aandoen; kunnen argeloozer, onschuldiger hadden, gedeeltelijk aan het lawaai, dat van de bar, die net beneden haar kamer gelegen was, tot haar doordrong en bovendien aan de te dunne wanden, die elk geluid uit de belendende ka mers doorlieten. Het revolvergevecht van dien middag scheen het onderwerp van den dag te zijn, zooals ze uit brokstukken van de bar uit hooren kon. Toen ze eindelijk, minstens voor de tiende maal, weer eens de droomerige grens tusschen slaap en waken bereikt had, werd ze opgeschrikt, doordat twee mannen de kamer naast de hare binnenkwamen en zich met veel geraas voor de nacht rust gereed maakten. Klaar wakker nu luisterde ze naar hun conversatie. Wat deden ze met den man Ze brachten hem naar den dokter en morgen zal de lijkschouwing plaats vinden. Ik blijf er voor hier Ik heb wel de hoofdzaak gemist maar ik zal zeker in de laatste acte meespelen. Ik ver onderstel, dat het tenminste de laatste acte wordt, niet Absoluut. Fuzzy Capps zei aan Lafe, dat hij onder arrest was Lafe antwoordde alleen „Warempel en Fuzzy begon dadelijk een toontje lager te zingen en verzocht Lafe vooral in de buurt te blijven, omdat de lijk schouwer hem noodig ?al hebben. Ze zullen wettige zelfverdediging vaststel len. Dat geloof ik ook. Het is weer het zelfde als altijd. Het verwondert me, dat Lafe hoe langer hoe meer van die gevechten levert. En altijd zijn het vreemdelingen. Zulke gevallen bezor gen de stad geen goeden naam. Er moest eigenlijk iemand iets tegen doen. Wie vroeg de ander kort. Ik zeker niet. beste kerel, ik niet I Ik ben er steeds op bedacht rustig in mijn bed te sterven. En jij zeker ook, als je ten minste je verstand laat werken. Tom Wallace heeft geprobeerd tegen het klinken. Maar ik heb ze nooit benijd. Ze kunnen prachtig zijn, kristal helder. Maar ze zijn me te teer, te dun, te licht en vooral te onbewust. Dat geeft er wel 't naieve, 't aroom van onschuld aan, iets als wat het wit van een lelie voor het oog is, maar ook iets van het minder- menschelrjke, het niet-verstandelijke, niet doorvoelde, niet-tot-hoger-boven natuurlijk-peil verhevene. 't Is misschien mooi zooals de zang van een nachtegaal mooi is; 't prijst den Schepper zooals het geluid van den nachtegaal Hem prijst; maar 't is bijna even onbe wust, even aardsch, ik zou bijna zeggen even hoewel gecultiveerd mechanisch. Maar geef me de stem van een man, van volwassen mannen. Geef me dat hooge en toch zoo sterke geluid, dat als een engelenbazuin opeens de heele tempelruimte vult en verhemelt. Geef me hun smeltende, fluweel zachte en toch zoo vaste tonen, die je in aanbidding voor het H. Sacra ment sidderend doen nederknielen, het hoofd tusschen je handen. Geef me om kort te gaan een prachtige mannenstem uit een prachtig-reine, biddende mannenziel, t is het mooiste wat je hebben kunt. Zeker, hij, de zanger, mag zich zelf niet zoeken noch de lof der menschen. Hij moet zelfs niet zijn eigen devotie willen leggen in zijn zang. maar hij moet uit eigen aanbidding, u i t eigen Godsliefde zijn heerlijke gave geheel in dienst stellen van God, om zoo volmaakt, zoo aangrijpend mogelijk uit te druk ken wat de Kerk in die zangen heeft willen leggen. Hoe meer de kerkzanger een har monisch, edel en vroom mensch is theoretische en technische kennis verondersteld des te méér zal h\j dit ideaal, waarop wij stemlooze christenen zoo heilig-jaloersch zijn, benaderen. Welnu om den harmonischeD, edelen vromen mensch in zich méér en méér te ontwikkelen en tot de hoogst mogelijke volmaaktheid op te voeren is er geen geschikter middel aan te wijzen dan de gesloten retraite. De retraite vooral de retraite uitsluitend voor kerkzangers doet U beter beseffen, wat een groot geschenk gij hebt ontvangen boven duizenden anderen, doet U dankbaar der en doeltreffender Uw gave ge bruiken tot Gods eer, doet U met Uw talent onnoemelijk veel en waar achtig goed stichten onder Uw me de-christenen. Laat daarom de gelegenheid, die U nog dit jaar geboden wordt, n.l.; Dinsdag 8Vrijdag 11 November a.s. op Manresa te Venlo, niet ongebruikt voorbijgaan. MANRESA, VENLO. Krakelingen. Dc schoone schijn. Of men nou in Duitschland is ge weest of niet, ieder weet. dat de Jo den er worden ontrecht en vervolgd. En dat de voorgangers der chris telijke gemeenten er worden belet om hun godsdienst te verkondigen, zooals ze meenen, dat God het van hen verlangt. De staat zegt er: gods dienst is vrij, maar wij, de staats bestuurders, maken uit, wat tot gods dienst behoort en wat tot staats dienst. We weten ook allemaal, dat er in Duitschland geen vrijheid van drukpers is, noch van vereenigiDg en vergadering. Al die dingen staan ontwijfelbaar vast en zijn velen genoeg om het Duïtsche bestuurssteisel verwerpelijk te vinden. Niet allen. Er zijn Neder landers, die vinden, dat je van geen verdraagzaamheid en vrijheid en godsdienst moet spreken, als het uiterlijke leven maar behoorlijk ge organiseerd is, d.w.z. als er maar uiterlijke orde is. systeem dat hier heerscht, te vechten en je weet, wat het hem gekost heeft Tom Wallace was haar oom, de vroegere eigenaar van de Bar Bafter K, die nu haar eigendom was. Tegen welk systeem had hij gevochten en wat had het hem gekost Geen wonder, dat er nu weinig plaats in haar gedachten was voorden lange slanke jongeling, wiens lichaam haar tegen eventueele kogels beschermd had, wier oogen gelachen hadden als zijn lippen haar onbeschaamd Lady Jane noemden en die ten overvloede zijn naam kalm van den gevel van een huis gestolen had En toch zou het haar belangstelling gewekt hebben, als ze geweten had, wat Ted Court deed, nadat ze hem beleefd maar afdoende haar auto had doen verlaten. Hij liep de straat over en ging op een Ieege bank zitten, waar hij eenige uren bleef zitten, even bewegingloos als het bronzen standbeeld van Jake Tedar, dat de mijn- en hoogovenmaat schappij had laten plaatsen ter eeuwige nagedachtenis van genoemden heer, wien ze voor 'n paar duizend dollars zijn rechten op de ertsmijn had ontfut seld. Maar Ted Court dacht niet over het leven en den dood van Jacob Tedar Hij rustte. Het knagen van den honger wordt minder gevoeld als men elke beweging en tichaamsinspanning vermijdt. In zijn zak had hij twee zilveren munten, een 25- en een 10-cent stuk. Aan de andere zijde van de rivier zou hij voor dit bedrag overvloedig hebben kunnen eten, maar om speciale rede nen gaf hij er de voorkeur aan, zijn riem nog een beetje strakker om het lichaam te trekken. Twee munten voor eten uitgegeven, waren voor altijd weg en men had in Black Hutte gelegenheden deze som te beleggen met de mogelijkheid ze met eenige duizend procent winst weer Dezulken hebben me al dikwijls ge raden: ga het er toch zienWaarom? zoo vraag ik. Als ik nu eenmaal het eerstgenoemde voldoende verwerpe lijk vind... En dat „zien", wordt het resul taat niet grootendeels bepaald door de geestelijke gesteldheid van hem, die kijkt? Ik heb altijd aangenomen, dat de dingen, die men roemt van Duitschland, wel zoo zullen zijn. Ik heb een kennis, die altijd in vervoe ring geraakt, als hg muziek hoort over een Duitschen zender. Dan smakt-ie met de tong en raakt-ie ontroerd. „Ze kennen het toch maar, hé prijst-ie dan. Waarom hij zoo doet, heb lk nooit begrepen. Ik houd veel, heb altijd veel gehouden, van muziek. En daar zijn de Duitschers meesters in. Ik houd zelfs van macaroni, maar daarom slik ik Mussolini nog niet Ik mag dolgraag kameelen zien, maar daarom wordt ik nog geen Muzelman Ja. het ljjkt in veel opzichten goed in Duitschland, maar zelfs wat lijkt en de oppervlakkige toeschou wer meent te zien en te kunnen vast stellen, is nog niet altijd ideaal. Daarvan werd ik een keer te meer overtuigd, toen ik van de week in de groote dagbladen het verslag las van 't in Keulen gehouden Jaar congres van den Ned. Bond in Duitsch land. De Nederlanders die in Duitsch land wonen, ontkomen geen van allen volledig aan de suggestie van de nazi-reclame, welker uitwerking door geen tegenpropaganda kan wor den genivelleerd. Verreweg de meesten zijn het hui dige regime in het Derde Rijk dan ook gunstig gezind. En nu is het merkwaardig, dat, als deze menschen hun gedachten een oogenblik concentreeren op hun werkelijk' materieel en geestelijk leven, zij toch heel ernstige beden kingen tegen den gang van zaken voelen opkomen en aan deze ook uiting geven. Ze hadden het op hun congres b.v. over 't in Duitschland ingestelde „landjaar", d.i. de verplichting voor alle meisjes om na haar schooljaren tenminste gedurende een jaar arbeid te verrichten op het platteland. Na tuurlijk onder nazi-toezicht en -dril. Deze verplichting geldt ook voor de ingezetenen van vreemde nationali teit, dus mede voor de kinderenjvan Nederlanders. Wat op zich zelf al van een onduldbare bemoeienis blijk geeft. Nu citeeren we uit het congres verslag: Uit de vergadering werd betoogd, dat het landjaar de kinderen ge heel dreigt te verduitschen, de op offeringen der ouders om hun Ne- derlandsch te leeren en Neder- landsch besef bij te brengen, ten spijt. Een der afgevaardigden zei de bovendien, dat de meisjes moreel ook niet zoo uit het landjaar terugkeeren, dat Nederlandsche ouders er trotsch op kunnen zijn-" Hier verliest de schoone schijn wel veel van zgn glans Nog een ander punt. In Duitschland heerscht geen werk loosheid. Als gevolg, zoo is In de jongste dagen van spanning wel dui delijk geworden, van de oorlogstoe bereiding. Maar goed, er heerscht dus geen werkloosheid. Ja, de arbei ders hebben het er goed. Nu weer een paar regels uit het congres verslag: „Bij de bespreking van de steun- verleening aan de behoeftigen zei- de 'n woordvoerder uit Duisburg, dat in Duitschland voor de behoef tigen hoe langer hoe slechter wordt. Men begint van Duitsche zijde nu in te zien, dat de Duit sche steunverleening op een peil heeft gestaan, die tot ondervoe ding leidde en daaruit trok de spre ker de conclusie, dat ook de daar aan gekoppelde steun aan Neder landsche behoeftigen te laag is." Ook hier verloor de schijn zijn lans. Menschen, die een paar dagen terug te ontvangen. Al kwam het zelden voor. Gedurende een week had de vreem deling die gelegenheid voor geldbe- legging eiken avond onderzocht. Zijn onderzoekingen waren nu volledig en hij had de bijzonderheden goed in het hoofd. Hij wachtte ng slechts op de voorwaarden, die gunstig zouden zijn voor iemand, die slechts over twee munten beschikt. Misschien beteekende de onverwach te ontmoeting met Lady Jane geluk voor hem. Toen het eindelijk donker was, slen terde hij door de hoofdstraat naar een bar, die zich zelf met verlichte letters aankondigde als „Des Mijnwerkeis verpoozing". Vrijdag was betaaldag voor de mijn werkers en de bedienden van de hoog ovens. Hoewel het nog vroeg was, bestond er reeds veel belangstelling voor de roulette en waren er nog maar weinig vrije plaatsen langs de lange bar. De man die zich Court noemde, baande zich rustig en onopvallend een weg door de menigte en vond een plek aan het einde van de bar. Alles in hem schreeuwde naar voed- 1, maar hij wierp het tiencentstuk over de bar en bestelde bier met het van iemand, die hier alleen is om zijn dorst te lesschen. Hij dronk zijn bier langzaam en hield ondertusschen in de spiegel ach ter de bar de roulette-tafel in het oog. Terwijl hij keek, luisterde hij met ge spannen aandacht naar het gepraat van den croupier, die op een verhoogd platform aan het hoofd van de tafel stond, vlak bij het draaiende wiel. Daar draait-ie, daar draait-ie, waar hij stopt weet de hemel alleen riep de man zangerig. Plaatst Uw inzetten, terwijl de bal rolt, heeren De bal rolde in een van de vakjes i het wiel begon langzamer te draaien. veroorzaken veel pijn en veel last. De huid is gewond of gebarsten: het vleesch gekneld en beleedigd, vaak tot op het been. Alles doet zeer. is stijf en opgeloopen. waar door elke beweging U hindert. Tegen kneuzingen is Kloosterbal sem hèt middel bij uitnemendheid, want die heeft geiijktjjdig een dub bele werking. Kloosterbalsem bevat aromatische geneeskrachtige stof fen, die diep in de beschadigde weef sels dringen en daar hun weefsel- herstellende werking verrichten. Kloosterbalsem bevat echter óók stof fen.die de gewonde huid genezen. Daardoor werkt Kloosterbalsem zoo snel en grondig bij kneuzingen van eiken aard. Bovendien ongeë venaard als wrijfmiddel bü spit. rheumatiek. stramheid, spierverrek- kingen, ischias en pijnlijke spieren. Onovertroffen bij oude en nieuwe wonden, beenwonden, brandwon den, blaren, zweren, builen, ont vellingen, schrammen, open huid. AKKER'S Pot van 25 Gr. f 0.621/2, pot van 50 Gr. f 1.04 voor vacantie-plezier in Duitschland vertoefden, spreken soms gedecideerd van de ideale arbeidstoestanden, maar degenen, die er wonen en wer ken en het regime nochtans niet ongenegen zijn ondervinden an ders We vervolgen het congresverslag: „Aan het hoofdbestuur werd ver zocht aan te dringen op verhoo ging van den steun, vooral aan invaliden en ouden van dagen te ijveren voor versterking van klee ding en schoeisel door een rjjks- steundienst aan werkende landge- nooten met lage inkomsten en voor hulp aan Kinderlijke gezinnen. Stemmen werden gehoord ten gun ste van een wettelijke regeling der steunverleening. Al deze punten zullen door het hoofdbestuur te bevoegder plaatse worden bespro ken." De loonen in Duitschland, wat wordt tin zekeren kring daarover niet gepocht. Maar de „Nederland sche Bond in Duitschland" moet aan onze regeering „kleeding en schoei sel" vragen, neen niet voor de .werkende landgenooten met lage inkomsten" Commentaar achten we overbodig Een 17 maal begraven grootmoeder. 'n Mensch mag niet spotten met zjjn eigen of andermans gezondheid, maar toch heb ik even schik gehad om dien ondeugenden werklooze in Weesp, Die kans had gezien om in verloop van tijd 17 maal stempel- vacantie te krijgen, telkens 4 dagen, om zijn grootmoeder te begraven De man had een zwak voor de jachtsport en deze ging hij tijdens al die droeve dagen beoefenen zonder acte in den Achterhoek. Ze noemen dat ook wel stroopen. Hrj is blijkbaar veel snuggerder dan de ambtenaar, die zich een reeks van zeventien malen eenzelfde smoesje, dat ten aanzien van gezond verstand slechts éénmaal opgeld kan doen, liet aanleunen. Te vermakelijker vind ik de zaak, omdat de gemeenschap er wel geen schade van zal hebben ondervonden. En dat stroopen... Nou ja, het mag niet. Maar ik vind het verdienstelij ker dan baliekluiven. 'n Beetje „triefel" zit er in alle menschen „als ze op een voordeeltje uit zijn. Gebeurt het niet, dat rijks veldwachters zich a?s visschers ver- kleeden en verkleumdheid van kou Geen inzetten meer, heeren. Eén minuut nog en we zullen het goede het slechte nieuws weten... het is alweer de gelukkige zevenRood, on even, eerste dozijn, tweede kolom... en één gelukkige op het nummer. Hij betaalde de winnaars, harkte de verloren fiches samen en deed ze han dig in de speciale rekken, links en rechts van hem Daarna draaide het wiel nogmaals. Daar draait-ie, daar draait-ie... De man bij de bar lette op en wachtte. De hoopen fiches op de tafel werden steeds grooter, daar de win naars, geprikkeid door het geluk, roekeloozer begonnen te spelen, ter wijl de verliezers verdwenen. Elke speler had fiches, die er anders uitzagen dan die van één der anderen. Zoo waren vergissingen aan de speel tafel buitengesloten. Ted Court hield nu den croupier in het oog. De man dreunde de gewone formules af Laatste kans om gelukkig te worden heeren, en terwijl het wiel langzamer begon te draaien, rustte zijn hand op de gepolijste stang naast de fichesrekken Het wiel stond bijna stil, toen hij zijn hand ophief. Kijk eens aan. dubbel nul. Het is de bank, die eindelijk weer eens wint en alleen den gelukkige betaalt, die het waagde zijn geld op het nummer van de bank ie zetten. Eén der spelers goochelde even met een stapeltje fiches en wierp ze toen naar den croupier. Het zijn er veertien, ik heb ze geteld. Bewaar ze een oogenblik voor mij, chef. Ik ben dadelijk terug. Court had op dit oogenblik gewacht. Hij dronk zijn glas leeg en hield den man staande bij de deur naar de primi tieve toilette. U bent een vreemdeling in deze streek, naar ik vermoed, begon hij. De ander kneep de oogleden wan trouwend half dicht.

Peel en Maas | 1938 | | pagina 5