natuurwonder in Stiermarken
Op de rots van ijzer
OVERAL, waar men al zwervende tus-
schen de bergen komt, heerseht
rust, soms plotseling even onder
broken, wanneer lawines in de dalen om
laag storten met een donderend geraas en
men den indruk krijgt, dat een onweer
zich boven het gebergte ontlast. Maar te
midden van deze rust, heerseht in het dal
van de Erzbach een voortdurende bedrij
vigheid en veel rumoer. Hier is het nooit
stil, een eeuwig gedreun treft onze ooren.
In dit dal wordt de wandelaar verschrikt
door den aanblik, die hem geboden wordt.
Voor hem een groote berg, die er heel an
ders uitziet dan de meeste confraters, ge
woonlijk of met bosschen of met sneeuw
bedekt. Deze berg is absoluut niet begroeid
en zijn kale rug is overlangs gekerfd door i
dwarssneden, die het gesteente bloot leg-
gen. Hebben de berggeesten hier huisge
houden? Wij gelooven niet meer in sprook-
jes en dus strekken wij onzen onderzoe
kingstocht wat verder uit. De steen blijkt
overal gescheurd en met een laag gruis en
brokken steen bedekt.
Het kan een grillige speling der natuur geweest zijn, dat hier te
midden van het rustige Alpenlandschap, uit het geweldige, on
vruchtbare bergmassiei een berg verrijst, rijk aan ijzererts en
daarom ook Ijzerberg genoemd wordt. Ter linker en rechterzijde
kijken de Piaiienstein en de Kaiserschild ietwat medelijdend neer
op dezen kleineren broeder, maar dat medelijden is ongegrond,
want de Ijzerberg is een bron van arbeid en verdienste voor dri-
zenden uit de omgeving.
Op de roesterplaatsen wordt het ijzererts ontdaan van het water.
O
Een wonderlijk gezicht tusschen deze
rustige Alpen. Boven op de dwarssneden
ziet men zwarte stippen; het zouden men-
schen kunnen zijn, maar ze zijn te klein,
om dat te kunnen onderscheiden. Men ziet
rook en slangen, die langs de hellingen om
hoog klimmen; deze laatste moeten trein
tjes zijn. En terwijl we nog verwonderd
staan te kijken, schiet plotseling een reus-
achtige rookzuil omhoog, een doffe knal
weerklinkt en even later vallen met een
donderend geraas groote stukken steen uit
de rookwolken omlaag. Het leven is in vol
le hevigheid weer losgebroken.
Wij staan voor den Ijzerberg, een klei
ne berg, waarop de Pfaffenstein en de Kai
serschild met medelijden en verachting
neerzien. Maar hun medelijden is niet ge
rechtvaardigd, want deze „kleine broeder"
ziet er wel versleten uit, maar hij heeft
een kostbaren inhoud, het ijzererts, dat
door alle eeuwen heen een begeerlijke
grondstof is geweest.
Men kan tot in de twaalfde eeuw terug
gaan. Toen reeds zochten de menschen op
deze plaats naar het gemakkelijk te berei
ken ijzererts. Tegenwoordig hebben lucht-
persboor en dynamietpatronen de primi
tieve houweelen vervangen. De oude kar
retjes hebben plaats gemaakt voor een
moderne spoorlijn. Tegenwoordig worden
de met erts en steen volgeladen wagens in
totaal door meer dan honderd locomotie-
Beladen trein verlaat een tunnel, waardoor het erts naar een hooger gelegen
trap wordt vervoerd.
Soms komt het wiel voor, dat ergens
practisch alleen steert-losspringt. In dat ge
val loont het de moeite niet en worden de
steenen terstond door de treinen naar de
afvalplaats op de helling gebracht. In het
tegenovergestelde geval gaat de steen met'
het erts naar de sorteerplaatsen en kloof-
I hutten. Ook hier kan de mensch niet ge-
mist worden. Dag en nacht, bij weer en
ontij, zijn de arbeiders daar bezig het erts
I uit de steenen te hakken. Daartoe is noo-
dig een scherp oog en een krachtige hand.
I Zijn de stukken te groot, dan moet de ster-
ke steenbreker eraan te pas komen. Elk
uur worden op lorries en door tunnels de
j 300 ton steen aangevoerd en elk uur wordt
j laaruit op de kloofplaatsen 190 ton erts ge-
'muwen.
j Aan den voet van den Ijzerberg stijgen
-ook en damp op uit de schoorsteenen van
de werkplaatsen, waar het erts wordt „ge
roosterd", een proces, waarbij het water
onttrokken wordt, waardoor het erts vorm
verdere verwerking geschikt wordt.
d ili
Verzakt Londen?
Na de explosie.
De arbeider hangt
aan het touw als
een bergbeklim
mer tegen den
bergwand.
ven weggesleept. Hoewel de opbrengst, die
eeuwen geleden nog slechts eenige tonnen
bedroeg, thans gestegen is tot 8500 ton
erts en 20.000 ton gesteente, zal het nog
vele tientallen jaren duren, voor de schat
ten van den bodem hier geheel uitgeput
zullen zijn. Want de schoot der aarde ver
bergt hier, naar men berekend heeft, meer
dan 250 millioen ton ijzerspaat.
Deze berg ligt midden in de Alpen, is
1515 meter hoog en heeft tot 200 meter
onder de bodemlijn aan Noord- en Oost-
totdat ook hier de machine kwam en wel
eerst de luchtpersboor, later de stoom- en
electrobagger, tenslotte de hijschmachine.
Vooral in de laatste jaren werden de erts-
velden voorzien van de modernste machi
nes. Vijfmaal ,per dag klonk tot nu toe tege
lijkertijd op alle breekplaatsen van de
groeve: „Opletten? Explosie!" Weerklinkt
dit signaal, dan staakt men overal op den
berg het werk voor eenige oogenblikken
en zoekt snel eesn goed heenkomen. De ar
beiders komen weer te voorschijn, wanneer
de vele malen weerkaatste echo langzaam
is weggestorven. Dan is het opgeblazen ge
steente naar beneden gegleden. Om het
werk aan den gang te kunnen houden,
zullen van elkaar gescheiden ontploffings
zones gemaakt worden. Op elke trede
breekt men van boven naar beneden af.
Waar een trap zonder rails moet blijven,
zijn dwars door den berg vervoertunnels
aangelegd, die uitkomen bij de sporen. In
tegenstelling daarmede, wordt de afval van
Het waarschuwend signaal weerklinkt:
„Opletten! Explosie!"
gulbium, die drie mijl van de kust verwij
derd was, en waarvan men tegenwoordig
nog maar slechts twee torens kan zien, die
bij Reculver uit zee omhoog steken.
Ook de stad Winchelsea en Dunwich
kunnen in dezen samenhang worden ge
noemd, afgezi'én nog van de eenzame klei
ne gehuchtjes, die door de zee worden op
geslokt, zonder dat de wereld er notitie
van nam.
Kan het ook omgekeerd worden?
Het is dus in theorie mogelijk, dat En
geland en speciaal de kust bij Londen door
een verrassende en zeer snelle beweging
van de aardkorst kan worden getroffen. In
een dergelijk geval zou Londen in één
nacht kunnen verzinken. Er zijn echter
geen aanwijzingen, die erop wijzen, dat de
ze gebeurtenis reeds binnen afzienbaren
tijd zou kunnen plaats hebben.
Aan den anderen kant zijn er geologen,
die zich op het standpunt stellen, dat het
ook precies omgekeerd zou kunnen gaan!
Tenslotte hebben sommige deelen van En
geland al eens onder water gestaan. Ook
een gebergte zoo hoog als de Himalaya met
de Mount Everest heeft eens onder water
gestaan. Waarom zou het dan niet mogelijk
zijn, dat de aardkorst onder bepaalde om
standigheden besluit, ineens andersom te
gaan en Engeland uit het water omhoog te
heffen.
Geen geoloog behoeft zich echter voor
de eerstkomende 1000 jaar bezorgd te ma
ken over het lot dat eens de hoofdstad
van het Britsche Rijk te wachten staat.
Een verrassende beweging van de aard
korst met een verhaasting van het dalen
van Londen zou niet zoo sterk behoeven
te zijn. Een vloed, die 1.50 meter hooger
komt dan den tegenwoordigen vloed zou
vreeselijke gevolgen hebben. Het grootste
deel van Zuid-Londen zou overstroomd
worden. Het water zou over alle dijken
beenstroomen. De dokken, Eastend en
Chelsea zouden onder water staan. En het
water zou ,zelfs de grond van de onderste
verdiepingen van Buckingham Palace be
spoelen. En als de vloed 50 meter zou stij
gen, zou een onoverzienbare ramp ont
staan,
Het geweldige trappenstelsel van den Ijzerberg'
zijde van het dal groote ertsvelden. Maar
op verschillende plaats heeft de natuur ge
tracht haar schatten te beschermen door
hen te verbergen in de kalkgesteenten. Het
erts is zoo onregelmatig verdeeld, dat
slechts een goede 35 pet. van den steen erts
is. Deze verdeeldheid maakt een bijzondere
afbraaktechniek noodzakelijk. In zestig
trappen, elk 12 meter boven den anderen
en in het geheel met een lengte van 220.000
meter, wordt het gesteente losgebroken.
Dat gebeurde nog tot voor kort met tijd-
roovenden handenarbeid, waarbij men wel
reeds gebruik maakte van springstoffen,
de lagere treden naar boven gebracht, om
vandaar naar de afvalplaatsen te worden
afgevoerd. Groote grijpers vervangen te
genwoordig de menschenhanden bij het
wegruimen van den opgeblazen steen, maar
toch kunnen de machines evenals trou
wens in de bruinkoólmijnen den han
denarbeid niet geheel verdringen. De rots
blokken, die door de explosie losgespron
gen zijn, moeten door arbeiders stuk ge
broken worden en daarbij hangen zij als
bergbeklimmers aan touwen. Menschen
handen grijpen de door baggermachines
niet gegrepen steen, ibreken dien en laden
de brokken op'wagens.
De Engelsche geologen
zijn het er al sedert 10C
jaar over eens, dat Lon
den bezig is langzaam weg
te zinken. Dit proces kar
men over de laastste 5000
jaar volgen.
Daaruit blijkt, dat de-
stad zinkt met een snel
heid van 2.5 centimeter
in verloop van 5 jaar. Met
deze snelheid gaat Londen
langzamerhand onder water. Men heeft be
cijferd, dat over 5000 jaar het Engelsche
continent aan den kant van Londen onge
veer 24 meter onder den zeespiegel gele
gen zal zijn. Indien men bedenkt, dat 24
meter de hoogste bouwgrens voor gebou
wen in Londen is, zou men kunnen aanne
men, dat, als de daling met dezelfde snel
heid doorgaat, in de volgende 5000 jaar ge
heel Londen onder water staat en van de
tegenwoordige gebouwen niets meer over
zal zijn, al waren zij zoo stabiel gebouwd,
dat ze die eeuwen zouden overleven.
Grillen van de Engelsche kust.
Maar nu verzekeren ons de Engelsche
geologen op grond van de nieuwste onder
zoekingen, dat deze daling niet met die re
gelmatigheid plaats heeft, die men mis
schien op het eerste gezicht bij verande
ringen van den aardbodem kan aannemen.
Maar heel vaak hebben versnellingen of
vertragingen in deze bewegingen plaats.
Dat versnelling werkelijk mogelijk is,
blijkt hieruit, dat er een aantal paleizen
zijn, wier grondvesten nu 2.50 meter onder
den zeespiegel liggen, terwijl ze 400 jaar
geleden boven den waterspiegel zijn aan
gelegd.
De snelheid van de daling moet hier dus
belangrijk vergroot zijn. Ook een aantal
boomen op verschillende kustplaatsen is
zoo snel onder water geraakt, dat men
kan spreken van een zeer plotselinge voort*
gang in de dalende beweging Er zijn on
getwijfeld perioden van 100 tot 200 jaar
geweest, waarin de daling volkomen tot
stilstand kwam, en dan waren er weer pe
rioden, waarin de daalsnelheid vervijfvou
digd werd.
Sporen van Vergankelijkheid.
Een paar jaar geleden verzonk bijna
plotseling een groot stuk land bij Mill-
bank. Talrijke slachtoffers verdronken hier
in zee. Daarbij had men sedert het begin
van de negentiende eeuw verder in het
geheel geen bewegingen in den bodem bij
Millbank opgemerkt. Maar toen haalde
een snelle beweging alles in wat men tot
dien tijd wel gevreesd, maar niet beleefd
had.
In historische tijden heeft Engeland een
heele reeks kuststeden erbij ingeboet. Men
denke slechts aan de Romeinsche stad Re-