TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Eeuwfeest „Jerusalem". FEUILLETON. Jonge kracht op ouden grond Zaterdag 24 September 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 39 Feestelijk wapperden j.l. Zon dag van den kerktoren, de ge bouwen van Jerusalem en tal,van Venraysche huizen de vlaggen, ter gelegenheid van de herden king van het feit, dat liet 100 jaar geleden is, dat Ursula's Zusters zich in Venray vestigden. Geen wonder, dat het zoo nauw met Jerusalem verbonden Venray, gretig deze gelegenheid aannam om zijne gevoelens van hoogachting en dankbaarheid jegens de Eerw. Zusters te uiten en jong en oud liep dan ook uit om door hunne tegenwoordig heid de feestelijkheden, die naar buiten gevierd werden, door hun ne aanwezigheid op te luisteren. Een groote stoet, geopend door j een groot getal misdienaars, dragende het processiekruis, een I schare getoogde zangertjes onder j leiding van den heer v. Heijster, I Venray's Harmonie, dames en j heeren van het Feestcomité, het 1 college van Burgemeester en Wethouders, haalde de Eerw. I Zusters, omgeven door een stoet j van in het wit gekleede bruidjes af, aan het klooster Jerusalem, i om de Eerw. Zusters te bege leiden naar or.ze fraaie groote kerk, waar de Hoogeerw. Heer I Deken met zijn Kapelaans een plechtige H. Mis zou opdragen I om God te danken voor alles wat de Eerw. Zusters in het tijds- I verloop eener eeuw voor Venray en de inwoners van Venray ge daan hebben en om verdere zegen op dit schoone werk, zoo vol van waarde op elk gebied, j af te smeeken voor de toekomst. I De groote kerk was tot in de hoeken gevuld met dankbare ge- loovigen, die een vurig gebed stortten ter intentie der H. Mis en vol aandacht luisterden naar de feestrede van den Venrayschen Priester, den Eerw. Heer Beel, die het werken en streven der Zusters Ursulinen naar waarde uitbeelde. Na de H. Mis werd weer dezelfde stoet opgesteld om de Zusters uit het feeetvierend Jeru salem naar het klooster terug te geleiden, doch alvorens hierin te gaan, had een diepzinnige plechtigheid plaats en wel het aanbieden van een kunstvol kruisbeeld, dat aan de klooster muur was opgericht. Dit geschenk is, dank zij de ijvervolle inspan ning van het Feestcomité, bijeen gebracht door grootere en klei nere bijdragen van alle ouders van de schoolgaande kinderen. Op de plaats, waar het kruis beeld was opgesteld, hield de stoet halt en sprak Dr. Sala, als Voorzitter van het Feestcomité, als volgt Eerw. Mère-Prieure, Mères en Soeurs van Jerusalem. Het is heden voor Venray weder om een onvergetelijke feestdag. Nog versch ligt ons het schitterend ge slaagde feest van het 40jarig Re- geeringsjubilé van H. M. de Konin gin in het geheugen en nauwelijks zijn de laatste juichkreten verstor ven, cf wederom klinkt de muziek van Venray's Harmonie door feest vierend Venray. Op den dag van heden is het op 2 dagei na 100 jaren geleden, dat de Eerw. Zusters Ursulinen van het naburige Belgische Tildonk naar door PAUL KUYPERS. (Nadruk verboden) 33 Bert moest dit wel 'ns goed over denken eerst eer hij besloot. Hij nam er den tijd voor. De winter was onderhand over de helft gekomen. Het nieuwe jaar liet Bert passeeren. Hij stelde z'n besluit maar aanhoudend uit, totdat de zekerheid bij hem zou komen, dat dit het beste wasterug te gaan, vrij te zijn, vaders op te vol gen, als de jongste zoon als de stam houder, opdat vaders en zijn leven één zouden zijn, één in verlangen, één in werkelijkheid En in deze dagen nam zijn bewondering voor vaders toe, trad die verlangde zekerheid tot hem nader en werd zijn vrees dat z'n ouders zijn terugkeer naar de boerderij af zouden keuren grooter. Bert ging op de winteravonden langs de donkere wegen de hei op, naar Dora's, 'n Anderen keer zat hij thuis te zwijgen achter de kachel Hij fietste de stad in, God weet waarheen en daarvan keerde hij pas terug als het ons land kwamen. Zij moesten de reis aanvaarden langs ongebaande wegen, in een huifkar als vervoer middel. Zij werden op uitbundige wijze begroet en ontvangen en ves tigden zich ten getale van acht in een nederige woning. Venray was in dien tijd nog een vlek met een paar duizend inwoners, doch genoot toen reeds een vermaardheid om zijn majestueuzen tempel, de wach ter en wegwijzer in de toen ontoe gankelijke Peel. Hoe geheel is dit in de afgeloopen 100 jaar veranderd. Het eenvoudig kloostertje is uitgegroeid tot het door het geheele land bekende Pen sionaat Jerusalem, waaraan ver bonden een Gymnasium, Middelbare Technische School, een school voor uitgebreid Lager Onderwijs, een Huishoudschool, en daarnaast een school voor gewoon Lager Onder wijs en een Bewaarschool. Venray is uitgegroeid tot een plaats van vijftienduizend inwoners met een net van goede verkeerswegen. Dit alles stemt zeer zeker tot groote vreugde, maar wanneer wij, inwoners van Venray, een terugblik werpen op alles wat de Ursulinen op onderwijsgebied voor Venray gedaan hebben, is onze dankbaarheid daarvoor zóó groot, dat wij dit maar voor een klein gedeelte door een stoffelijk blijk van belangstelling kunnen vergoeden. Het grootste gedeelte moeten wij op den dag van heden goedmaken met een dankge bed, waartoe we zoo ruimschoots in de gelegenheid gesteld zijn door den H.E. Heer Deken, die een plech tige Hoogmis tot dankzegging heef t opgedragen en een plechtig Lof hedenmiddag, dat door alle school kinderen van Venray en Leunen zal worden bijgewoond. Een smeekgebed is van alle inwoners, zonder uitzon dering, tot den troon van den Aller hoogste opgestegen, waarin zij dank brachten en tevens vroegen om in de toekomst Uw schoon werk te blijven zegenen. Wat de stoffelgke hulde aangaat, hiervoor is een Comité gevormd, dat na overleg besloten heeft een kruisbeeld te laten vervaardigen door een bekend Limburgsch beeld houwer, den heer Meertens. Tot het tot stand komen hiervan hebben alle ouders der Parochies Venray en Leunen, zonder eenige uitzondering, een offertje bijgedra gen. Nadat het doek voor het kruis beeld was weggenomen vervolgt spr.: Ontdaan van het doek, vertoont zich onze Goddelijke Zaligmaker in al Zgn liefde en lijden voor het ver lossingswerk van alle menschen. Hoe schoon en verheven is dit hier weer gegeven door den ontwerper. Schoo ner geschenk dan een kruisbeeld hadden wij niet kunnen denken. Ligt in de groote liefde, die van den lijdenden Christus uitstraalt, niet het symbool van de groote liefde van Venray voor de Eerw. Zusters Aanvaard dan, Mère Prieure. dit liefdesgeschenk als aandenken voor Uw gouden eeuwfeest. Wg, inwoners, zullen, wanneer we dit kruisbeeld voorbijgaan, Uwer gedenken. Weder- keerig zal Jerusalem, dit beeld in dachtig, de inwoners van Venray niet in gebeden vergeten. Venray, dat van ouds her in het bezit is geweest van tal van kruisbeelden, is wederom met een kruisbeeld meer gesierd. Het zal daarom blijven, zooals het steeds geweest is, ook in de toekomstVenray door het Kruis naar het eeuwige Jerusalem. Rest mij nog een woord van dank aan den heer Meertens, beeldhouwer, Pater Randag en Mère Ancellavoor hunne raadgevingen; den Hoogeerw. Heer Deken, den Edelachtb. Heer Burgemeester en den Zeereerw. Heer Pastoor van Leunen voor hunne betoonde belangstelling en hulp. Verder aan de dames en heeren van het huldigingscomité en alle inwo ners van Venray, die hebben bijge dragen tot dit huldeblgk. Vervolgens verrichtte de Hoog Eerw. Heer Deken Berden de plechtige inzegening van het schoone kruisbeeld, waarna allen zich begaven naar de groote cour van de gebouwen van Jerusalem. Nadat allen hunne plaats had den ingenomen, voerde de Hoog Eerw. Heer Deken het woord nacht was. In de middaguren wandelde hij rond de hoeve. Hij tiep over den dries, waar de kale wilg, dien hij had gepoot, wat schuin gebogen stond, hij kwam aan den beemdkant, waar, hoog op een afgezaagden boom, de ooievaar zijn nest had. Straks zou die alweer terug zijn om er zijn jongen te komen brengen. Toen Bert zich omdraaide, had hij heel de boerderij van zijn vader voor zich liggenden dries, het akkerland den schuur, de stalling: het groote, vierkante huis. Nog 'n maand en de eerste wind van de lente zou jonge vrucntbaarheid brengen, zou de rog op gaan blauwen uit den verwarmden grond, zou de haver gezaaid worden, zouden de wil gen uitbotten en met hun kronen 't groote dak van de hoeve beschermend gaan overhuiven. Nadien zou de zomer wind er zijn zang in hebben. Groeide dit alles in Bertje's hersens om hem te bekoren Was het een bekoring Het zou in ieder geval een verlossende weldaad voor zijn heeie wezen zijn, hiernaar te luisteren, heel het verleden te laten ineenvallen, om hier weer opnieuw te beginnen, in vaders huis, op vaders grond. De laatste vries was nog niet uit den grond gebroeid, toen op 'n morgen Frans wit en ongedaan bij Bertje's op de zolderkamer kwam om te zeggen, dat Dora gestorven was. Dezen nacht zoo in eens gezond en dood. Dora had stuipen gekregen. en wees er op, dat evenals zoo juist 100 jaar geleden de klok ken van Vehray hun geluid deden hooren en blijde jubelden om de aanwezigheid der Eerw. Zusters, die toen van het Belgische Til donk naar Venray gekomen waren. Ook toen vierde de Zeereerw. Heer Janssen, die toen Pastoor van Venray was, met zijn volk feest en togen vol vreugde kerk waarts. Ook toen was er een periode van zedenverwildering en weinig geloofsleven. In die dagen van den Belgischen op stand wilde de Koning van België aan de Zusters geen ver lof tot vertiek geven. De Fransche revolutie ging ook hier niet ongemerkt voorbij. Zoo werd het klooster Bethlehem te Oostrum verkocht en afge broken. Dank zij echter de mede werking van den Bisschop van Luik konden eenige Zusters van Tildonk naar hier vertrekken waar zij zich vestigden in een vroeger door de Eerw. Zusters Augustinessen bewoond geweest klooster, dat reeds 4 eeuwen den naam Jerusalem gedragen had. De eerste Zusters Ursulinen kwamen hier in een huifkar aan doch werden met open armen door de bevolking ontvangen. Het klooster was zeer vervallen en aanvankelijk verdienden de Zusters met arbeid amper het levensonderhoud. Ja, er heerschte soms nooddruft. Maar zoodra de bevolking dit vernam, hielpen zij ook hierin zooveel zij konden. Doch spoedig gaven de nieuwe Zusters zich naar het voorbeeld harer Ordestichtster, de H. Angela aan het onderwijs en de opvoe ding van het kind en hare op volgsters hebben dit blijven doen, zoodat men gerust mag zeggen, dat de Eerw. Zusters Ursulinen haar eigen stempel in het hart hebben gezet van de Venraysche vrouwen en haar heDben opgeleid tot degelijke katholieken. De Zusters gaven zich met alle liefde aan deze taak. Ook thans beleven we moeilijke tijden, maar naast God brengen we dank aan de Ursulinen, die in den loop den tijden zulke dege lijke katholieke huismoeders en meisjes gevormd hebben, niet alleen uitgerust met kennis maar ook met een hoogstaand karak ter. Eerw. Zusters heb dank voor dit alles en ziet hoe Venray U, zijn dankbaarheid toont. (Applaus). Nadat Venray's Harmonie een feestlied ten beste had gegeven, voerde de EdelAchtbare Heer Burgemeester Mr. Janssen het woord en sprak Eerwaarde Moeder Overste, Eerw. Zusters Ursulinen. Bij gelegenheid van de openiDg der feestenreeks ter herdenking van het feit, dat het dit jaar honderd jaar geleden is, dat de Eerw. Zusters Ursulinen hun intrek namen in het aloude Jerusalem alhier, mocht ik als Hoofd dezer gemeente verklaren, dat de inwoners van Venray nehoefte gevoelden om uiting te geven aan hunne gevoelens van dankbaarheid jegens Jerusalem en de Eerw. Zusters Ursulinen en dat zij zulks dan ook binnenkort op de meest ondubbel zinnige wijze hoopten te kunnen doen. Thans hebben de inwoners van Venray zich dan opgemaakt om dit woord gestand te doen en wij zijn dan hier nu samengekomen om openlgk te getuigen van onze dank baarheid en erkentelgkheid jegens Jerusalem en zijne bewoners. En wanneer ik thans hier het woord tot U richt, dan weet ik mij den tolk Bertje kon welen, hoe haar toestand was. Nou ze voor den zooveelsten keer moeder ging worden, was Onze Lieve Heer haar ginds van de hei, van haren mensch en d'r jongens komen weg- vatten. En Frans schreeuwde wezenlijk voor den eersten keer, dat Bertje wist. Bertje moest nou maar mee naar de hei gaan, want ginds moest èvel ge werkt worden en op 'n kantoor zouden ze hem beter kunnen missen dan ginds op de hei bij Dora's. Marie was al vooruit gegaan, ze was niet te houden geweest, toen ze deze tijding haar zoomaar ineens in de ooren riepen: Ge moet komen, want Dora is gestorven te nacht. Dora gestorven Het ongeboren kind mee den dood inDora had de wieg voor hem klaar, voor den zoon, die Bertje heeten zou, zooals ze hem be loofd hadden. Dora had alles voorbe- ïeid: haar huis. haar wieg, haar hart, waarin het verlangen om dit zesde kind te bezitten al even groot was als toen het eerste komen moest. - Ze zal ook haar ziel wel voorbe reid hebben gehad, Bert 1 was Frans gerust. Hij viel dezen keer ver, de weg naar de hoeve op de hei, waarbinnen ze zoo'n trubbel vinden zouden. Ze doorvoelden de erbarmelijkheid van dezen herd, waar de moeder was weggevat. De kinderen liepen over de bestrooide plavuizen in hun hansjop, de koeien stonden op stal te rallen met al haar roome nog in de uiers, er niet alleen van het Bestuur onzer Gemeente, doch tevens van de ge voelens van vreugde en dankbaar heid, die heden omgaan in de harten der inwoners van Venray. Ja op dezen dag, waarop wij inwoners van Venray dit eeuwfeest herdenken, kloppen onze harten warm voor Jerusalem, voor Jerusalem, welks geschiedenis ten nauwste is verbon den met de geschiedenis van Venray, voor Jerusalem, waaraan Venray zooveel te denken heeft. En wanneer dit zoo is, dan is het ook heel goed te begrijpen, dat wij allen eenparig instemmen met den jubel die het eeuwenoude Jerusalem thans omzweeft en dat wg één zijn met de bewoners van Jerusalem in het brengen van hulde en dank aan God voor den rijken zegen in de afgeloopen honderd jaar verleend. Ja wanneer wij de geschiedenis nagaan en zien, hoe de Goddelijke Voorzienigheid steeds over Jerusalem heeft gewaakt, ja wanneer wij zien, hoe het in de verre middeleeuwen hier geplante mosterdzaadje in den loop der eeuwen onder Gods bijzondere bescherming is uitgegroeid tot dit machtige gebouwen complex, hetwelk een sieraad vormt voor onze gemeente en wiens dakenspel een lust vormt voor het oog, ja wanneer wij beden ken, dat in 1838 door een achttal zusters Ursulinen alhier in een oud vervallen Jerusalem begonnen werd met een armenschool en eene bewaar school en dat thans honderd jaar later hier voor onze blikken verrijst het heerlgke nieuwe Jerusalem van heden, met zijn gymnasium, middel bare meisjesschool, lagere school en bewaarschool, eene onderwijsinrich ting wier naam en faam bekend is tot ver over onze landsgrenzen, ja wanneer wij dit alles thans over denken, dan kan voorwaar onze dank niet groot genoeg zijn in de eerste plaats jegens God, die aan het werk Zijnen rijken zegen schonk, en vervolgens jegens de orde der Eerw. Zusters Ursulinen, dank zij wier zwoegen en werken, Venray thans mag bogen op het bezit van een der groot3te en voornaamste onderwijsinrichtingen voor meisjes in den lande, op het bezit waarvan Venray terecht trotsch mag zijn. Docb, niet dit alleen is het wat ons heden tot dankbaarheid stemt, er is veel meer, er zijn redenen tot dankbaarheid die de bewoners van Venray persoonlijk raken en die onuitwischbaar in de harten der be woners van Venray zijn gegrift. Ik denk hier aan het feit, dat generatie na generatie de geheele vrouwelijke jeugd van Venray hare opvoeding en onderwijs genoten heeft bij de Eerw. Zusters Ursulinen van Jerusalen en dat ook een zeer groot gedeelte der mannelijke bevolking in haar prille jeugd, via de bewaar school, de goede zorgen der Eerw. Zusters mocht genieten. Ja, Eerwaarde Zusters de kinderen van weleer zijn U met de kinderen van het heden dankbaar voor de goede zorgen aan hunne opvoeding en onderwijs besteed. Ik denk hier verder aan het feit, dat ook de zorg voor den misdeelden evenmensch op Jerusalem eene zeer groote plaats inneemt en dat door de bewoners ?an Jerusalem jaar in jaar uit steeds de ware naastenliefde in de hoogste mate wordt beoefend. Ik roep hier op als getuigen die honderde armen en behoeftigen, die in den loop der jaren hulp en steun van deze moeders van naastenliefde in hunnen grooten nood en ellende mochten ondervinden. Ik roep hier op als getuigen, die honderde kindertjes, die in den loop der jaren, gekleed en geleid door deze milde moederhand, op den schoonsten dag van hun leven op gingen naar de communiebank om in hunne reine, onschuldige kinder hartjes te ontvangen hun Heer en God. Ja, Eerwaarde Zusters, ik weet het, wars van allen lof, doet gij zulks in stilte, gij wilt om dit alles niet geprezen worden, maar toch, namens die ontelbare armen en misdeelden, ja namens geheel Venray betuig ik U hier in het openbaar hulde en dank voor het onnoemelgk vele, dat gij aan menigeen onzer inwoners deedt, zuiver en alleen uit liefde voor den evennaaste, uit liefde tot God. Ja ik stel Uw „Serviam", Uwe dienende liefde, tegenover het „ego non serviam" van den tegenwoordi- gen modernen tgd, die het uit- schreeuwt„Ik wil niet dienen", van mr ga m m m hj a den tegenwoordigen modernen tijd, U N B" gfl Ktfj ölTj jENP waarin het egoïsme hoogtij viert, m ma haast geen plaats meer latende voor Dg God en liefde tot den evennaaste. Ja l#WIKW SïVvhBiÜi'feHl gij zijt ons een lichtend voorbeeld-Ba__. u_ in dezen somberen tgd van nood en VUVCN HEER VAN OU JAAfC ellendemet U willen wg zeggen „Serviam", ook wg zullen dienen ter I liefde Gods. En wanneer wij dit alles thans overdenken is het dan te verwonde ren, dat de inwoners van Venray behoefte gevoelen om uiting te geven aan hunne groote dankbaarheid jegens Jerusalem Niet bij machte alles te vergoeden wat de Zusters Ursulinen in den loop der jaren voor een groot ge deelte onzer bevolking hebben ge daan, hebben wij hedenmorgen den goeden God in het H. Misoffer vurig ry.- gesmeekt Uwe Orde voor dit alles ii" was niemand die naar 't werk omkeek. Harrie, Dora's mensch, kwam uit de kamer toen Frans en Bert binnen kwamen. Hij schreuwde De tranen liepen hem ongedroogd uit de oogen, over zijn gezicht in zijnen stoppelbaard, die nog vol stof zat van den dorsch van gisteren. - Ons Dora is dood, o, ons vrouw is dood! Dat liep Harrie te roepen tusschen zijn jongens, naderhand in den stal waar hij doelloos op en neer schreedt Met dezelfde woorden kwam hij 'n hortje daarna weer in de kamer terug, waar hij Dora's hand vatte. Het zusterke dat er bezig was, maakte plaats voor dezen mensch, die zich in zijn uitgeschreuwde droefheid maar niet inhouden kon. En Marie. Ze zat bij het bed geknield met d'r gezicht in de dekens. Daar vatte ze overheen, daar greep ze met de handen naar haar gestorven dochter. Dat gij er nou al uittrekken moest, Dora! Wie schreuwde er niet in deze kamer ledereen die er binnenkwam. De familie van Harrie, al 't volk uit de buurt, Klaas en Bert, de kinderen van Dora's, die daarbij om moeder's riepen. Naderhand kwam Harrie van zijn ongetoomd gesnik wat tot bedaren, waar hij op den bedrand met het ge zicht naar Dora's gebogen zat. Hij vertelde van haren dood, te midden in den nacht, bijwijlen dat niemand hen hier, zoo wijd weg de hei op, helpen Daak i* dan KLOOSTERBALSEM Is M au weer kras an monter .Tot mijn 50ste Jaar mankeerde ik nooit iets, meer toen begonnen hevige rhcui metlek~aanoaüen mijn teven te ver* lellen. Heeds begon ik te wanhopen oen een vriend oen mijn leeftijd mij vertelde welke wonderbaarlijke onder- vindingen M had opgedaan met Kloos ter balsem. Nu Ik. zelf dit wonderlijke middel heb toegepast, kan ik verklaren dat ik mij tveer jeugdig en monter oevoel als een knaap aan 30 jaaral hoop ik eerstdaags 60 jaar te uforden J.Vr.leB ORIOINEEL TER INZAOR rijkelijk te beloonen. En al zijn WÜ ft ff If enf# dan niet in staat U alles te vergel- HRIICK J den. toch heeft de bevolking van yi TCBDAI PP|J Venray op tastbare wijze van hare roailfwv I CKvALwasW dankbaarheid willen doen blijken, n ten bewijze waarvan U zoo juist „vOetl goud ZOO gOOQ. door den Voorzitter van het Huldi Onovertroffen b(J brand-ensnQwonden gingscomité namens de inwoners vaD Oob ongeëvenaard als wrUfmfddel bQ Venray werd aangeboden het gind- RlteuniaHek, spit en pijnlijke spieren ache kruisbeeld, dat eender toegan- Schroefdoos35ct.Potten: 62'/,ct en ft 04 gen van Jerusalem in de toekomst'j L zal blijven sieren als dankbare hulde van de Venraysche bevolking aan de A inzenden in open couvert, dochters van de H. Angela. MONSTFP rS jT t 1, ctJ. ,aan Ook de eemeente als zoodanig wil Handelmij.L.I. Akker, R dam U hare erkentelijkheid toonen. Zrj biedt U aan de plek, waar het kruis beeld is geplaatst, te verfraaien en het beek te bekronen met een gesmede lantaarn, dit kunstwerk waardig. Moge dan tenslotte in de komende eeuw Gods rijkste zegen op Jerusalem en zgne bewoners blijven rusten en moge deze burcht van liefde, geloof en wetenschap, de eeuwen trotseerend nog lange jaren in vollen glans en luister naast onze monumentale parochiekerk een domineerende plaats in het beeld onzer gemeente blijven innemen en moge tenslotte Jerusalem onder de zeer bekwame en beproefde leiding der Eerw. Zusters Ursulinen weerom tegemoet gaan een nieuw tijdperk van voorspoed en geluk. Dit wenschen wij van ganscher harte. Hierna klonk weer blijde muziek en sprak de Mère-Superieure namens het geheel convent haar dank uit voor dit mooie feest en de daaruit blijkende dankbaar heid van Venray. Zij herinnerde hoe Venray en Jerusalem in het verleden vaak verbonden waren lief en leed. Herinnerde aan den brand van 1888 en de wereldoorlog van 19141918, toen de Edelachtb. Heerv.d. Loo burgemeester van Venray was. Zij dankte voor het zinrijke ge schenk en sprak de hoop uit, dat de band, die Jerusalem met Venray verbindt, tot in lengte van dagen onder Gods zege moge blijven bestaan. Van de hierna gehouden recep tie maakten velen gebruik om persoonlijk hunne gelukwenschen aan de Eerw. Zusters aan te bieden. Waarmede het einde der feeste lijkheden voor de volwassenen gekomen was. Des middags na het plechtig Lof, waarheen en waarvan de Eerw. Zusters begeleid werden als des morgens, was het feest voor de schoolkinderen der parochies Venray en Leunen, welk feest nu werd opgeluisterd door de Fanfare St. Catharina van Leunen. Na een door een kinderkoor gezor.den lied voerde de Zeer eerw. Heer Pastoor van Leunen het woord om namens de Paro chie den dank te vertolken jegens de Eerw. Zusters en noemde het gegeven onderwijs het allerbeste, daar naast gedegen parate kennis ook het karakter der kinderen kon. Harrie kwam naderhand zoover tot rust, dat hij van de droeve laatste uren van Dora's vertellen kon. In den laten avond, toen ze nog wat had zitten stoppen in den herd aan zijn kousen, had Dora er over geklaagd dat ze zoo dot werd in d'r kop. Ze had wezenlijk een hooge kleur ge kregen. Harrie had. haar nog 'n neuzik omgehangen en haar met den rug naar de kachel geschoven. Hij had ze nog 'n tas koffie gehaald, ze had ze uitge dronken. Harrie had er grit geen erg gehad, dat 't zoo met haar gaan zou Hij had er niks ongewoons in ge zien, dat Dora, toen hij het rozenhoedje voorbidde maar halven tijd antwoordde dat ze haar kop maar achterover hield. Ze had deze moeilijke uren meer, zooals te begrijpen was. Ze waren te bed gegaan. Harrie was subiet ingeslapen na den zwaren dag van rog-dorschen in den schuur. Hij was eventjes wakker geweest, toen Dora aan een van de bedjes Harrie meende dat 't bij Jantie's was iets was wezen doen. Nadien was hij weer ingeslapen totdat hij werd wakker ge schud door Dora's. Het ging zoo heftig dat Harrie eerst dacht, dat Dora kwaad volk gehoord had. Maat Dora zuchtte zoo pijnlijk en ze zei - Kom, Harrie, laat ons drie Wees gegroetjes bidden, want ik denk, dat ik er tusschenuit trek. Ze tag met haar kop neven het kus sen gezakt Haar hand had het stof gevormd werd naar katholiek ideaal. Na er op gewezen te hebben, dat ook in Leunen Gods zegen voor de Eerw. Zusters ge vraagd was aan God, sluit Spre ker met een mooien heilwensch. Na mooie kinderzang voerde Mej. Linskens, namens het personeel der Meisjesschool en de heer Hegger namens het per soneel der Jongensschool het woord en roemde om strijd de aangename medewerking in hun werk van de zijde der Eerw. Zusters zoo ruim ontvangen. Hierna sprak de HoogEerw. Heer Deken en wees er op, dat des morgens namens de groote ren een cadeau was aangeboden, nu was het echter de beurt der kleinen, namens wie hij een Venray's kunstwerk, gekomen uit de gedachten en kunstvaardige handen van een Venrayer, aan bood en wel een fraai stuk koper drijfwerk, voot stellende de H. Angela een kind leerende bid den, waarmede aangegeven wordt de groote met liefde uitgevoerde taak der Zusters Ursulinenhet opvoeden van het kind, waarvan hedenmorgen nog een sohitterend staaltje te zien was. Door de goede zorgen der Eerw. Zusters konden een zestal kleinen tot de Tafel des Heeren naderen, door de Zusters onderwezen en ge kleed. Dit teekent de echte moe derliefde der zusters tot de kleinen naar het voorbeeld der Stichtster, de H. Angela. Na nog eenige liederen van het knapenkoor, keurig uitgevoerd onder leiding van den heer J. v. Heijster, sprak een Eerw. Mère haar dank uit vooral het schoone heden aangeboden, doch vooral dankte zij de leiders, die zich zoo hebben ingespannen om dezen dag onvergetelijk te doen zijn voor de bewoners van Jeru salem. Alle kinderen kregen een kleine versnapering en met blij gejuich der kleinen werd de mededeeling ontvangen, dat zij nog eens geïnviteerd zullen wor den op een vrijen middag in het Jerusalem. Hierna stelde de EdelAchtbare Heer Burgemeester een driewerf hoera in op Mère Prieure, Eerw. Zusters en H. M. de Koningin, hetwelk spontaan werd overge nomen. Met een mooi avondconcert van Venray's Harmonie op de cour van het pensionaat sloot deze schoone feestdag voor de Eerw. Zusters Ursulinen en Pa rochies Venray en Leunen. van zijn boezeroen toe een haffel bijeen- gekneld, zooals ze hem gewekt had. Ze zuchtte en ademde zoo hard of dat ze moe gelcopen was. Toen kon Harrie alweer niet verder vertellen. Hij viel neven zijn Dora neer. Zij was gestorven Hoe kon dat nou Dit had Harrie verleid dat Dora gevraagd had om met haar drie wees gegroetjes te bidden, omdat ze eruit trok I Ze bad niet om een dokter ge vraagd. Ze was niet beangstigd ge weest, dat een priester haar niet meer zou kunnen helpen Ze had gevraagd om samen drie weesgegroetjes te biddenzij en Harrie. Harrie kwam weer oveieind Hij ver telde zijn droeve woorden voort. Dora was zelf aangezet om te bidden, ze begon de weesgegroeten. Harrie had er geen gedachten aan gehad haar in dit gebed te helpen. Hij was overeind gaan zitten, waar zij naast hem aan den tweeden wees gegroet begon. Nou ging het al moe

Peel en Maas | 1938 | | pagina 5