DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Bomaanvallen in
oorlogstijd.
FEUILLETON.
Jonge kracht op
ouden grond
VENRAY
Het juweel van de
Peel.
13
AKKERTJES
Krakelingen.
Zaterdag 3 September 1938
Negen en vijftigste Jaargang No 36
Betonnen schuilkelders
zijn ondoelmatig.
Loopgraven zijn de beste
schuilplaatsen.
Ik wil geenszins gaan betoo-
gen, dat betonnen schuilplaatsen
geen enkele waarde hebben ten
gebruike in oorlogstijd.
Vooral de schuilkelders
particuliere woningen kunnen hun
nut afwerpen. Er zijn nu eenmaal
menschen, die onder alle omstan
digheden gaarne in hun eigen
huis blijven, welnu dan is een
goedgebouwde kelder bij een
bom- of gasaanval het beste
verblijf.
Gasaanvallen....
't ls natuurlijk erg verstandig
om met de mogelijkheid daarvan
rekening te blijven houden, of
schoon, als het zoover is, dat
Europeesche legers in Europa
gifgassen gaan gebruiken, waarop
natuurlijk met gif en bacteriën
zal worden geantwoord, dan
kunnen we allemaal onze dagen
wel gaan tellen.
in 1917 hebben de Duitschers
aan het Yzer-front in Vlaanderen
en later aan het Somme-front
zich van gifgassen bediend, maar
toen konden ze dat nog straffe
loos doen, omdat ze wisten, dat
de tegenpartij niet over dit soort
wapen beschikte. In 1918 was
dat anders, maar daarom werden
in dat jaar geen gifgassen meer
gebruikt.
In Spanje en China wordt op
het oogenblik wreedaardig ge
vochten, maar tóch schuwen
beide partijen het om van gif-
gaf gebruik te maken.
Wei komt uit het Verre Oosten
wel eens een andersluidend be
richt, maar dat is dan weinig
gedocumenteerd en wijst ten
hoogste op een plaatselijk inci
dent. Dergelijke berichten zijn
achteraf nooit bevestigd gewor
den, behoudens één geval, waarin
een missie-dokter verklaart, dat
hij de wonden van 17 burgers
en soldaten als door gifgas ver
oorzaakt, beschouwt. Ook hier
staat echter niets bepaald vast.
Nogmaals: ik acht het erg ver
standig, dat ook met de moge
lijkheid van het gebruik van gif
gas in oorlogstijd wordt rekening
gehouden, maar laten we in de
eerste plaats rekenen met de
zekerheid, dat bomaanvallen uit
de lucht alsdan het meest reëele
gevaar zullen vormen, waaraan
de burgerbevolking, vooral in de
groote steden, zal zijn blootge
steld.
En laten we, zoolang er geen
voldoende financieele middelen
zijn om vooraf vrijwaring te
zoeken tegen alle gevaarkansen,
tenminste het mogelijke doen om
ons tegen de waarschijnlijkste
dreiging te wapenen.
Want nu leert de oorlogsprac-
tijk in Spanje ons omtrent de
door PAUL KUYPERS.
(Nadruk verboden)
30
't Durske was zoo slecht nog
niet, Dora.
Hedde-ge èvel nou alweer spijt
Nee, maar ik wit van Nelly's niks
hebben gezegd. Ze had haar gebreken,
maar ze had een goei hart en 't was
een kwestie van zakelijk inzicht, dat 't
tusschen ons uit is Daar heeft deugd
of ondeugd niks mee te maken. Zoo
dikwijls als ge van haar iets zegt,
beleedigde mij, want ik heb met haar
'n langen tijd gegaan.
Dora wilde met zoo'n dingen altijd
het onderste uit de kan hebben en ze
polste maar, waarom deze liefde zoo
in eenen keer aan 'n eind gekomen
was.
Ze zou met plezier 'ns koffie zetten,
omdat dit geval zoo'n goeien keer ge
nomen had. Ze had met haar gezegde
niet bedoeld, dat Neliy als durske niet
goed zou zijn geweest. Maar 't was
belachelijk, dat ze boerin had willen
zijn.
Misschien viel haar redeneering
heudig te verdedigen, zei Bertje want
ze ging ervan uit, dat ik in de stad
scheet groeien zou naar alle kanten zuilen het in ieder geval groot moeten
Nou kwam Dora los. brengen Maar we bidden bij ons rozen-
Zij had er toch wel eenig verstand hoedje wel iederen avond 'n vaderons
van. Ze was onderhand tien jaar ge- dat 't 'n zoon zijn mag, want zoons
trouwd. Als ge hier achteraf ai zoovee] zijn op deze boerderij maar wat goed
keeren de hei vol sneeuw had zien te gebruiken
liggen, en even dik 't volk uit de stad j Toen ze naderhand samen aan de
langs (ten tietspad had zien komen, om j koffie zaten, Harrie en Dora, terwijl
grootste gevaren voor de bur
gerbevolking en de doelmatigste
afweermethode
Er is geen enkele stad ter
wereld, waar men méér onder
vinding van luchtraids heeft op
gedaan dan Barcelona.
Deze zetel der Catalaansche
en Spaansch-repubiikeinsche re
geering is houdster van een tra
gisch record. Welnu, dezer dagen
is aldaar door het Comité ter
verdediging van Barcelona, een
rondschrijven uitgevaardigd, waar
uit we hieronder een en ander
citeeren, waarbij we extra aan
dacht vragen voor bepaalde ver
klaringen.
In bedoeld rondschrijven wordt
er allereerst aan herinnerd, dat
van meet af aan bij het bouwen
van schuilplaatsen twee verschil
lende wegen werden gevolgd
betonnen kelders ér. 't graven
van mijngangen op groote diepte
een methode, waartoe de gesteld
heid van den bodem in Barcelo
na zich uitstekend leent.
Het Comité stelt vast, dat de
laatste methode duurder is ge
bleken dan de eerste en dat
beide stelsels zijn uitgegaan /an
de valsch gebleken onderstelling,
dat een totale bescherming mo
gelijk zou zijn.
Het schrijven vervolgt dan
woordelijk
De technici van het comité
(bovengenoemd) hebben nu zeer
nauwkeurige statistieken aange
legd van elke bom, die op Ca
talanië uitgeworpen werd. Zij
hebben van elk dezer projectielen
het effect in details onderzocht;
hun penestratie-vermogen, hun
explosiekegel, 't strekveld van
hun mitraiile, hun luchtdruk, hun
omwerkend vermogen, hun ruï
neus effect enz.
Aan de hand dezer gegevens
hebben de lteeren technici nauw
keurig berekend, hoeveel gevaar
er in elke uitgeworpen bom af
zonderlijk schuilt en deze ge
gevens'werden weer verwerkt in
de onkosten der schuilplaatsen
in het voor hun aanleg noodige
materiaal en in den tijd, welken
hun aanleg vordert.
Aan de hand van deze gron
dige studie beveelt het comité
aan en begint het zelf ook da
delijk met het tot stand brengen
van veel lichter schuitplaatsen dan
die, waarin men tot nu z'n hoop
stelde.
De pogingen om aan het
penetratievermogen te ontko
men van bommen, die honderd
en meer kilo wegen, moeten
definitief op worden gegeven
Het comité zal in den vervolge
slechts overdekte en zeer boch
tige loopgraven delven of onder-
grondsche gangen op geringe
diepte. Deze schuilplaatsen
bieden slechts een zeker per
centage van bescherming, maar
zij hebben het voordeel zonder
veel kosten r.och materiaal en
vooral zeer vlug te kunnen
worden aangelegd.
„Deze aanbeveling (zoo gaat
het schrijven voort) is de vrucht
ginds ter beêvaart te gaan, dan kost
ge er toch wel iets at weten. Zij had
er grif geen spijt van dat zij en Harrie
getrouwd waren, ze zou bepaald niet
terug willen doen, al had ze het thuis
beter gehad, maar zij was ook onder
't boerendak geboren en opgevoed en
hare mensch al vansgeiijke. Zij hadden
nier zooveel mee te stellen gehad
om tevreden te zijn met 'n week hard
werken, met 's Zondags een keer naar
de kerk te gaan en om blij te zijn met
alle jongens, die O.L. Heer hun wilde
toedenken.
Bertje had wezenlijk zitten te luisteren
toen Dora vertelde.
Zij had haar kinderen in de gaten te
houden bijwijlen dat ze sprak. Ze
stookte in 't fornuis, want Bertje moest
kotfie drinken bij hun. Onderhand kwam
de schemering van den avond over de
hei hierheen gewaaid en werd het wat
donker in den herd. Dora maakte haren
mensch wakker, om hem op tijd aan
't melken te hebben. Hij sliep toch zoo
graag deze mensch I
Het water begon nadien te zingen
in den moor en 'n hortje later danste
de deksel bij de hevigheid van het
uitborteiende water. Of Bertje den
koffie maar op wilde gieten, 't Viel
haar ai wat zwaar in haren toestand.
Met dit gezegde leidde ze de aan
dacht van Bertje deze richting uit. Dora
zou haar zesde kiendje onder dit dak
ter wereld brengen.
Zal 't 'n zoon zijn, Dora
- Ge hebt er niks over te com-
mandeeren Bert, over zoo'n dingen,
'n Meiske of 'n jongen, ge hebt dezelfde
trubbel en dezelfde vreugde van nader
hand als moeder, en Harrie en ik we
zoowel van practische ondervin
ding als van doorwrochte, tech
nische studie. Mogen alle burgers
er zich door laten overtuigen.
Het comité, van zijn kant, zal
dadelijk met het aanleggen van
zulk een net van gangen in alle
voorsteden van Barcelona een
begin maken. Wij hopen inmiddels
dat niemand onze theorie zal
bestrijden. Want het is altijd
beter aan allen een bescherming
te verzekeren, die misschien niet
heelemaal voldoet, dan aan enkele
honderden eene, die totaal is.
De totale bescherming
overigens niet te bereiken in zoo
verre zij altijd afhankelijk blijft
van het gewicht der bommen
die de vijand goed vindt over
ons uit te strooien. Afgezien daar
van is zij om economische redenen
ook niet voor allen te bereiken.'
Uit het bovenstaande blijkt
afdoende, dat de eerder door den
minister van Binnenlandsche
Zaken gegeven aanwijzing om,
waar mogelijk, den aanleg van
bochtige of zig-zag-loopende
loopgraven ais beschermings
plaatsen voor de burgerbevolking
voor te bereiden (de regeering
beschikt natuurlijk over rapporten
omtrent ervaringen in het buiten
land) niet zno gek of lichtvaardig
was als sommige luchtbescher
mers meenen, die hun angstige
voorstellingen trachten te be
zweren met geroep om millioenen
en millioenen voor een onder-
grondsche betonneering om
het eens lichtelijk overdreven te
zeggen - van ons vaderlandje,
Als men honderden menschen
tezamen brengt in een betonnen
schuilplaats en het penetratie
vermogen (doordringingsver
mogen) van sommige bommen
blijkt grooter dan was veronder
steld of berekend, dan vallen alle
aanwezigen als slachtoffers. Wie
in een loopgraaf een bom op z'n
hoofd zou krijgen, is natuurlijk
óók verloren, mét de enkelen,
die in zijn nabijheid staan, maar
als de loopgraaf genoegzaam
bochtig is, dan blijft het aantal
slachtoffers zéér beperkt.
De onmiddellijke werking van
een bom, in den grond geslagen
niet zoo verbijsterend groot.
De breedtespreiding van de
scherven enz. is veel vernietigen
der, tot op grooten afstand. Die
breedtespreiding levert geen ge
varen voor de menschen, die in
loopgraven een toevluchl. Ieder,
die in militairen dienst is geweest
en een cursus volgde in het wer
pen van handgranaten, kent uit
ervaring de juistheid daarvan.
De lichte bedekking der loop
graven, in bovenstaand rapport
genoemd, dient natuurlijk ter be
scherming tegen terugvallende
scherven deze bedekking moet
men vergelijken met den stalen
helm van den soldaat.
Eiken leek moet 't duidelijk
zijn, hoe weinig kans er is, dat
een bom, van groote hoogte uit
geworpen, juist in of onmiddellijk
naast een smalle loopgraaf
hoe smaller, hoe beter - terecht
Beri eventjes naar buiten was praatte
Dora erover om Bertje's nou al vast
te beloven, dat dit kiendje, zoo 't
onge boer was, naar hem te heeten.
Hij had voor hun nogal veel werk ver
zet in de vacantiedagen, en later toen
hij thuis was, als boer Ze gunden hem
dit plezier 't best van heel de familie.
Ik zal 'n peetoom zijn voor hem
lijk 't hoort, zei Bertje naderhand.
Hij dronk hier mee koffie. Harrie
sneed op dezen middag langs de ham.
Hij nam Dora's 't werk uit de han
den, nou hij wakker was. Hij stookte
't fornuis op, hij maakte drinken voor
t kalf, nadien zat hij weer eventjes
aan de tafel, totdat op de opkamer de
kleinste bang werd van den komenden
avond en begon te schreuwen. Harrie
haalde het wicht uit de wieg. Met z'n
groore handen was hij wezenlijk be
dreven in 't hanteeren van zoo'n kiendje.
Daar moet ge getrouwd voor
zijn, lachte Bert.
Harrie deed wel dikker 't werk in
huis. Dat was genoeg te zien. Hij droeg
de tafel leeg, bijwijlen dat Dora met
het kind zat. Hij haalde een doek in
kamer, toen Dora dat vroeg. Hij
stak de lamp aan en haalde de kinde
ren bij 't kruisbeeld bijeen om ze het
avondgebed te laten bidden. Als hij de
jongens te bed deed, waren ze op de
donkere opkamer subiet stil.
Dora moest 'n uurke in den grooten
stoel gaan rusten met 't kiendje, dan
ging hij in dien tijd melken.
Als ge een boks voor me hebt,
help ik oe wat, zei Bert. Dat ging aan,
hij hielp hier melken omdat Dora niet
kon.
Bertje's verkeering was onderhand
al twee maanden uit, toen hij z'n ouden
vriend Karei, den journalist nog eens
tegenkwam..
Ja, hij had er al van gehoord, dat
tusschen zijn nicht en Bertje's uit
vriend was nogal vierkant in
zijn woorden. Hij zei;
het
was.
Die
komt. En in zoo'n uitzonderings
geval blijft dan het aantal slacht
offers nog zeer beperkt, wanneer
de loopgraaf bochtig genoeg is.
Wanneer Iuchtbeschermings-
/ereenigingen practisch willen
werken, laten ze dan pioniers-
afdeelingen vormen en met deze
oefenen. Laten zij vooral vooraf
de geschikte terreinen uitzoeken,
waar in geval van oorlog loop
graven kunnen worden gemaakt
en laten zij daar, waar loop
graven gewenscht zouden zijn,
maar de natuurlijke gesteldheid
van den bodem ongeschikt is
voor den aanleg er van (om den
hoogen grondwaterstand b.v.),
door bepaalde voorzieningen (op
hoogingen e.a.) mogelijkheden
zien te scheppen.
Bij A. J. G. Strengholt's, Uitgevers
maatschappij te Amsterdam ver
scheen met een voorwoord van den
Hoogedelgestrenge Heer Commissa
ris der Koningin in Limburg eene
uitgave „Zoo i3 Limburg", waarin
bijdragen voorkomen betreffende
Limburg als geheel en betreffende
de voornaamste plaatsen der pro
vincie.
Voor Venray is de bijdrage ver
zorgd door den beer A. F. M. van
Haaren, Secretaris der gemeente.
Wij nemen deze bijdrage in haar
geheel over.
Venray, de „parel der Peel" ge
noemd, is met zijn welhaast 15000
zielen ook de grootste plaats en bet
aangewezen centrum der gebeele
Peelstreek. Met zijn breede, welver
zorgde straten, zijn ruim en modern
raadhuis, zijn groote winkels, heeft
de kom In engen zin een uitgespro
ken stedelijk aanzien, doch als ge
heel beeft bet zijn typisch landelijk
karakter behouden. Een kring van
welvarende gehuchten met vrywel
geheel landbouwende bevolking ligt
als een gordel rondom het eigenlijke
dorp Venray, een gezonde, bloeiende
vrucht om een krachtige kern.
En geheel aan den buitenkant
rondom de eindelooze Peel, waarin
echter groote, vruchtbare ontginnin
gen en uitgestrekte bosschen doen
zien, dat zy niet meer is het trooste
loos en verlaten gebied, waarvan
aardrijkskundige leerboeken nog
spreken, maar dat ook hier de mensch
is doorgedrongen en zij geleidelijk
aan geheel in de productie wordt
opgenomen.
In oppervlakte (14616 ha.) is Ven
ray de grootste plaats van het
zuiden (Zeeland, Noord-Brabant en
Limburg).
De zeven bij Venray behoorende
gehuchten hebben elk hun eigen
kerk of kapel, maar ook hier weer
domineert de kom met haar prach
tige monumentale parochiekerk. Deze
gebouwd ia de 15e eeuw. Het
oudste is het benedendeel van den
toren, dat dateert van 1401. Het
bovengedeelte van den toren is later
in de 15e eeuw gebouwd en^schip en
koor eerst in de tweede helft dier
eeuw. In 1837 en ook weer in 1867
hadden meer belangrijke herstellin
gen plaats. Ook nu weer is grondige
restauratie op vele punten zeer
urgent en zal dan ook door den ijver
van den hoogeerwaarden heer deken
Berden spoedig worden ter hand
genomen.
De hoogte-afmetingen dezer kerk
overtreffen die van alle andere
Limburgsche kerkende toren is 72 m.
hoog.
Na de groote kerk mag als
monumentaal gebouw genoemd
worden het prachtige en ruime ge
meentehuis, een plaats als Venray
waardig. Het rechtergedeelte vormde
het oude Raadhuis, in 1884 gebouwd
op de plaats, waar vroeger een
merkwaardig en zeer antiek Raad
huisje stond, dat echter veel te klem
was voor eene zoo groeiende ge
meente, welke toen al ruim 5500
zielen telde.
Op zün beurt kon ook dit meuwe
Raadhuis niet lang in de behoefte
aan ruimte voor administratie en
vergaderingen voorzien. In 1925
het zielental was toen ruim 1100°.
dus sedert 1881 alweer verdubheid
werd de linkervleugel aangebouwd
en het geheel inwending gemoderni
seerd, onder leiding van architect
Kayser uit VeDlo, wiens vader in
1884 het vroegere Raadhuis bouwde.
Nog verdienen vermelding het
groote Franciscanenklooster met
ruime, in modernen styl opgetrokken
kapel, het in geheel Nederland be
kende pensionaat voor jonge meisjes
uit de betere standen, gevestigd in
het klooster „Jerusalem", dat als
zoodanig dit jaar zyn honderdjarig
bestaan viert, de twee groote psychia
trische inrichtingen met paviljoen^
systeem, het St. Josephsgesticht, het
groote Ziekenhuis en het onlangs
gebouwd Noviciaat van de Congre
gatie der „Broeders van Liefde".
Venray heeft als woonplaats groote
aantrekkelijkheid. De boschrijke,
ie omgeving leent zich uit-
stekend voor groote fietstochten en
wandelingen. Overal zijn goede, ver
harde wegen en rijwielpaden. En
verder kan men er dwalen door de
Peel met haar mooie heide- en zand
vlakten, afgewisseld door vennetjes
moerassen. Men heeft daar nog
ongerepte oergronden, waaraan de
oude sagen een geheimzinnige be
koorlijkheid geven.
Maar er is ook rog een meer
praktische omstandigheid, welke
Veurav zeer verkieslijk maakt als
woonplaats. Wellicht in geen enkele
plattelandsplaats dus waar men
nog de voordeelen van het platteland
heeft vindt men zóó goede en
zóó veelzijdige gelegenheid voor
onderwijs. Men heeft er, naast 13
lagere scholen, gymnasia voor joo
eens en meisjes eu middelbare school
voor meisjes, alle drie mat het jus
promovendi, twee leerjaren (het
philosophicum) van het groot semi
narie der Nederlandsche provincie
van de orde der Franciscanen, een
lagere landbouwschool en een land
bouwhuishoudschool. Venray wordt
dan ook wel, en met recht, het
Limburgsch Athene genoemd. Door
de aanwezigheid uiteraard van een
groot aantal leerareD, mede in ver
band met de bekende twee groote
psychiatrische inrichtingen, een
twaalftal geneeskundigen en ook
overigens vele andere mtellectueelen
staat het cultureel leven er hoog.
Venray heeft overigens, naast
uiteraard een flinke burgerij,
hoofdzaak een landbouwende bevol
king die haar bedrijf vmdt op de
vele groote boerderijen en ontgin
ningen, welke door hun welvaart
getuigen van de deugdzaamheid van
den grond, doch daarnaast ook van
den noesten vl(jt en vakkennis van
zijn bewerkers.
Industrie heeft Venray met van
eenige beteekenis. maar de plaats
verdient zeker de aandacht van hen,
die een industrie willen vestigen of
vertakking van hunne fabrieken
zoeken. Ook zeer in de nabijheid der
kom zijn op gemakkelijke voorwaar-
den industrieterreinen in elke ge
wenschte oppervlakte te verkrijgen
personeel eventueel ook
vrouwelijk personeel is in vol
doende mate beschikbaar. Zu, die
plannen in deze hebben, doen dus
goed ook eens hunne aandacht te
vestigen op Venray. Gas en electri-
citeit zijn aanwezig en waterleiding
is nog slechts een kwestie van tgd
- Ik heb 't wel gezegd, wij geven
meer om een versregel dan om tien
meiskes en zij was veel te veel 'n
marechaussee voor oe
Hij begon aan Bertje's èvel gauw
genoeg te zien, dat die van zoo'n
woorden niet gediend was.
Karei was bij zijn nicht geweest, hoe
gedroeg ze zich, nou het uit was
Ja, hoe gedroeg ze zich. Ze zei
tegen iedereen die 't haar vroeg, dat
ze er niks om gaf en af toe begon ze
ineens te schreuwen.
Zoo ineens
Als ze zat te lezen of zooiets, ge
wist dat niet.
Zoo, was 't daar zoo gesteld
Bertje had er zat over te denken, dat
somtijds schreuwde. Had hij dit
meiske niet begrepen
Ze had meer van hem gehouden dan
andersom.
Ze schreuwde af en toe
Daaraan moest hij dien avond voort
geregeld denken. Nelly was nogal oud.
Ze wanhoopte er misschien aan, dat er
nog ooit iemand om haar komen zou.
Ze schreuwde. Hij zag haar dien
avond zóó voor zich.
Als het nog aan was. zouden ze nou
op de divan zitten, nadien in de gang
staan en naar het station wandelen.
Zij schreuwde en hij moest er tegen
vechten dit ook niet te doen.
Er kwam een brief van Nelly's op
boerderij aan. De journalist had
zeker naar Nelly geschroven, dat hij
Bertje's in zóó'n toestand gesproken
had, dat hij haar alle kans gaf, dat een j
enkel woord van haar kant hem weer
terug zou roepen. Zij kon dit misschien
graag geloofd hebben. Dit zou dan een1
hernieuwde poging van haar zijn, na al
dien tijd om alles weer te herstellen.
Ze zou misschien schrijven zooals
den vorigen keer, dat ze zoo'n goed
uur zouden hebben, als ze bezig waren
de voor eventjes geschokte liefde te
herstellen
Hij kreeg van Marie's weer den,
brief van achter de kachel aangereikt,
hij was wat verfrommeld, want ze had
hem voor de anderen verborgen ge
houden.
Ze vond 't anders toch wel aarig,
dat dit durske nou nog niet ophield
met schrijven. Ge wist niet wat dit
meiske bezielde, maar 't was in ieder
geval te zien, dat ze in d'r hart
schrikkehk veel met hem op had
gehad.
Och, moeder, zei Bert, de groot
ste waardeering voor iets komt pas als
ge het kwijt bent
Dat kan voor ou ook wel zin
hebben, wat ge daar zegt!
Zij schreuwt af en toe
Maar mensch, schreuwt ze af en
toe
Daar hadt ge het mêelijden van
Marie's voor Nelly's weer!
Bertje moest met zijnen brief naar
boven Als het zóó was, dat ze hem
vlezen tijd nóg niet vergeten was
dat ze om hem schreuwen moest af
toe, dan mocht hij hierin niet ver
harden. Zij had nog vertrouwen in zijn
herhaalde beloften, zeker omdat zij
meende dat zijn woord toch even vast
gemeend was geweest als het hare.
Hij scheurde met eenig geweld den
brief open. In de geschreven regels
hoorde hij haar enkele woorden, het
gevoel en de kleur ervan over alles
had ze nog eens goed nagedacht en
ze was tot berusting gekomen. Zo gaf
hem hierbij dan zijn woord terug en
ze beschouwde alles wat er tusschen
hun geweest was als afgedaan. En ze
herhaalde het aan het einde nogal 'ns
dat dit haar laatste brief was en dat
alles nou was afgedaan.
Beneden in den herd frommelde zijn
vuisten den brief in zijn zak toe een
vast bolleke bijeen. Alles was afgedaan,
maar zij stond dichter bij hem en zij
had z'n hart dieper getroffen dan ooit
tevoren.
Hij las achter de kachel een boek.
Hij sloeg de bladzijden om zonder ze
te lezen en toen hij eerder dan anders
Een koker "AKKERTJES" van
12 stuivers bevat tegenwoordig
13 "AKKERTJES". Voordeelen:
U heeft er één extra. En
U heeft ze dan altijd in huis
bij nacht en ontij, bij plotseling
opkomende Hoofdpijnen, Kies
pijn, Migraine, Rneumatische
pijnen, Kou, Griep en Koorts.
Bij Apothekers en Drogisten.
Doos van 2 stuks-2stuivers.
Koker met glazen buis van!3
Vooï, [2
De plannen liggen gereed.
De zegenrijke bestuursperiode van
burgemeester van de Loo moest
helaaa, wegeris diens gezondheids
toestand, te vroeg worden beëindigd.
Vol vertrouwen gaat Venray echter
met den nieuwbenoemden burge
meester, Mr. Janssen, van wiens
energie de faam hem is vooruit
gegaan, de toekomst tegemoet, over
tuigd, dat het zijn plaats als eerste
en voornaamste van de Peelstreek
waardig zal weten te behouden.
Venray, Januari 1938.
Het tijwielersgespuis.
Het regent weer klachten over de
rywielbelasting en de plaatjescon
trole.
Over deze laatste wordt vaak
terecht geklaagd.
't Is dikwijls zoo'n getreiter
Een wielrijder wordt aangehouden
i o, schrikda's waar ook,
het plaatje heeft-ie in zyn zak.
Zeker, dat mag niet. De wet
schrijft voor enz. Maar het is toch
duidelyk, dat het hier een ovextre
ding te goeder trouw betreft en de
delinquent betoogt dat ook. Het helpt
niet 50 cent boete of beslag.
De slachtoffers zyn meestal de
armste lui, menscheD, die o zoo
zuinig op hun plaatje moeten zijn,
omdat ze mot i ijk een ander kunnen
koopen, als het eens gestolen werd.
'n MijDheer, die iD zyn auto zit
of op zijn motonywiel, moet ook
zijn wegen-belastingkaart bij zich
hebben en andtrs krijgt hij, dat
gebeurt althans wel eens, een pro
cesverbaal.
Maar meestal is de ambtenaar
jegens hem coulant. Als „mijnheer"
het direct ophaalt en de kaart als
nog komt toonen.... Goed, mijnheer,
dan is het in orde, mijnheer
Maar de stumperd met z'n rywiel-
plaat.je in z'n zak wordt als een
exemplaar van het wielrydend gespuis
behandeld.
We moeten ook opkomen tegen
het aanhouden van fietsers en wiel-
rijdende vrouwen en meisjes door
ambtenaren van de belasting zonder
uniform, zonder politie-assistentie,
zonder eenig uiterlijk bewys van
bevoegdheid
Als er hier of daar een vrouw of
meisje wordt aangerand door een
kerel, die „Afstappen politie
heeft geroepen (zonder daartoe be
voegd te zijn), dan verschijnt er een
„waarschuwing" in de krant, dat
men geen gevolg moet geven aan
dergelyke aanmaningen, wanneer de
politiebeambte als zoodanig niet
uiterlijk kenbaar is of een commies
in bufger, niet zijn geschijfde stok
ophoudt.
Maar den laatsten tyd roepen
door het heele land vreemde, ter
plaatse onbekende mannen, die aan
niets als overheidsambtenaren ken
baar zyn, fietsenden toe, dat ze
moeten afstappen en als men deze
menschen naar hun aanstelling durft
bed ging", riep Marie hem in de
kamer.
Ik weet niet of ik 't oe wel zeggen
mag, nou ge zoo zijt, maar deze dagen
hebben wij, Frans en ikke, 'n brief van
meiske gehad. Ze heeft ons bedankt
voor alles wat wij voor haar hebben
gedaan en aan 't einde hoopte ze dat
wij goed voor Bert zouden zijn.
Ze schijnt 't zich aan te trekken,
wezenlijk zei Bert naderhand bij de
kachel.
Ge ziet dat nogal dikwijls in 't
begin, antwoordde Frans. En ze kan
ook reden zat voor hebben, niet
omdat gij 't zijt, maar omdat ze 't zelf
Zij schreuwde af en toeHaar wezen
was er door de weken heen in verstard.
Ze was tot berusting gekomen. Alles
was nou afgedaan tusschen hun tweeën.
Maar hij kon dezen avond z'n eigen
wezenlijk niet meer goed houden.
Nou had Bert liefdesverdriet ge
kregen
Hij droegermee rond op de boerderij,
ging ermee naar het kantoor, hij
ep er mee in en hij werd ervan
wakker. Hij had wezenlijk liefdes
verdriet. Was dit nou omdat hij in geen
maand al meer een meiske omvat had
Herinnerde hij zich de wandelingen met
Nelly's en zoo van die dingen In
ieder geval hij miste iets waarnaar hij
nou eigenlijk pas hevig was gaan ver
langen.
Hij ging al 'ns 'n keer uit. Hij dronk
zelfs 'n borrel aan een café'.oog, na
dien ging hij er een eind verder ook
nog eene vatten. Hij v/as vrij man.
Wordt vervolgd.