w
AKKERTJE
A—
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
r
AlleenBoter
is boter
„VENRAY"
boter
Hebt elkander lief.
FEUILLETON.
Jonge kraetit op
ouden grond
Krakelingen.
Zaterdag 13 Augustus 1938
Negen en vijftigste Jaargang No 33
PEEL EN MAAS
is zeer fijne bo ter
ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct
per regel 7tya ct. Bij contract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon Si Giro 150652
Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct
buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct
Onze Lieve Vrouw
Behoudenis der Kranken"
OOSTRUM.
Er wordt heel wat geschreven
over de verhouding van ouders
en kinderen of omgekeerd. Wan'
neer wij het gezin nader be
schouwen, merken wij echter
nog een andere gemeenschap
welke de moeite waard is van
dichtbij bekeken te worden, n.i.
de kinderen onderling.
De band die het gezin om
sluit, waaruit het zelfs ontstaan
is, luidt in zijn oorsprong, in
zijn groei, in zijn bekroning,
j altijd liefde. Het is de drang der
wederzijdsche genegenheid die
den reinen jongen en het sterke
meisje tot het huwelijk heeft ge'
leid. Uit de edelste liefde van
een menschenpaar wordt het
1 kind geboren, dat een nieuwe
i vreugde brengt in den bloei van
hur. jong geluk. Vaster strengelt
de band van genegenheid zich
om het pas gesticht gezin waarin
ook een nieuwe liefde ontlook
de trouwe toewijding der ouders
aan hun kinderen. Opgroeiend
zullen die kinderen de vele
zorgen beloonen met spontane
aanhankelijkheid.
Zoo wordt het echte, het ge
lukkige gezin opgebouwd, steu
nend op liefde, en geschraagd
door telkens nieuwe genegen-
heidsgevoeiens bij de geboorte
van ieder kind.
Ook de kleine gemeenschap
die de kinderen zelf vormen in
den kring van het gezin, berust
op hetzelfde princiep van onder
linge toegenegenheid. Van nature
uit zulten de kindei en elkaar
liefhebben. Dit gevoel is onaf
scheidelijk van de bloedverwant
schap.
Doch vele omstandigheden en
voorvallen beletten den schoonen
bloei van die onderlinge gehecht
door PAUL KUYPEKS.
(Nadruk verboden)
27
Frans klaagde er niet over. Hij werkte
met zijn kneclit, hij vertelde grappen
en op 't erf was hun pleizierigen lach
nogal dikwijls te hooren.
Nee, 't was Bertje niet naar den zin
dat ze hem zoo weinig misten o.p de
boerderij, dat ze voor zijn werk geen
belangstelling hadden.
Hij zat als heer op dezen boeren-
herd. De eigen, jongsten zoon kenden
ze niet meer als den boer, die het be
drijf gediend had en dus z'n recht van
meespreken en van gehoord worden
over een en ander behouden had, ook
al was hij nou 'n tijd lang uit de
klompen.
Bert verhardde in z'n teleurstelling
over deze miskenning. Hij had z'n
werk, waarachter 'n toekomst volgen
kon voor hem en z'n meiske.
Hij moest er blij om zijn, dat het
thuis goed ging zonder hem. Zoo had
hij 't toch gewenscht, eer hij ging. Om
de tevredenheid van Frans over den
knecht en om de zorg, die Marie voor
dezen vreemden jongen had, mocht hij
toch niet jaloersch zijn
Bert kon het binnen niet uithouden
bij zoo'n gedachten. Hij ging de wei
op, hij wandelde van voor naar achteren
met z'n verborgen ontevredenheid,
jarigs iederen paal, die hij er gezet
heid. Wij kennen alien broers en
zusters die mekaar bijna vreemd
zijn geworden en, wat erger is
bij wie de onverschilligheid door
allerlei invloeden en gebeurtenis
sen tot betreurenswaardige vijan
digheid is geworden
Het is nochtans de wensch van
ieders ouderpaar dat de kinderen
elkaar vriendschap blijven betui
gen. En het is, spijtig genoeg,
de droefheid van vele oude
moederkens dat haar kinderen
elkaar mijden omdat er geen
goedwillig begrijpen en trouwe
hulpvaardigheid onder hen
heerscht.
De ouders zelf kunnen zich
echter veel verdriet en pijn van
dien aard besparen door van
jongsaf aan de ontwikkeling der
genegenheid, welke spontaan
ontkiemt tusschen broers en
zusters, zelf met vaste hand te
leiden.
Wij menschen hebben nu een
maal leiding noodig. Ieder vindt
die voor zichzelf in het Geloof,
maar de ouders hebben van God
een gansch bijzondere zending
ontvangen zij moeien zelf leiding
geven aan hun kinderen die als
hulpelooze schepseltjes op de
wereld komen en niet alleen
stoffelijke, maar vooral geestelijke
hulp noodig hebben. De ouders
zijn de aangewezen personen
voor die taak, al krijgen zij op
hun beurt hulp van geestelijke
en wereldlijke leerkrachten die
de mede-opvoeders worden van
de jeugd.
Doch in het gezinsleven zelf
blijven de ouders bepaald mees
ter, al zullen de invloeden van
de school zich wel doen gelden.
Toch volgt hieruit dat het voor
namelijk, bijna uitsluitend, de
ouders zijn, die toezicht kunnen
en moeten uitoefenen over den
groei en de wending der vriend
schappelijke gevoelens der kin
deren onderling. In de school
kan al niet veel anders gedaan
worden dan de broeder- en
zusterliefde eens als thema van
een les nemen. Onmiddellijke
practische toepassingen kunnen
daar eerder zeiden gebeuren,
vermits het geen veel voorkomend
feit is dat broers en zusjes in
eenzelfde klas onderwijs krijgen.
Dit is en blijft een terrein
waar hoofdzakelijk de ouders
over moeten waken. Want eens
uit de school terug thuis, zijn
de kinderen weer vereenigd
onder het uitsluitend gezag der
ouders.
Doch reeds vroeger voor het
schoolgaande kinderen waren,
moet de grondslag geiegd zijn
van een goede verstandhouding,
Het eerste kind zal met verrukte
kreetjes de volgende baby be
groeten.
Wel zal zijn groot enthousias
me merkelijk dalen wanneer het
de ondervinding opdoet dat het
had, langs den nieuwen koolhof, die
hij had aangelegd en aan 't einde waar
van de jonge wilg stond, die hij ge
poot had, toen-ie van 't seminarie
thuis bleef.
Hij dacht aan 't briefke dat nou er
gens tusschen ruige wortels begraven
moest zitten met de leugen, die hij er
op geschreven had. Zijn boerenhart
Hij was het gauw weer verloren ge
weest
Toen hij weer op 't erf terug was,
kwam er 'n landlooper 't erf op met
de boodschap om bij Dora's ginds in
de hei te komen helpen op stal.
Bij Dora's ging een koe kalven. Dit
is een gewichtige gebeurtenis en aan
den goeden afloop is veel gelegen.
Deze hulp aan een koe is een voor
name kunde. Harrie, Dora's mensch,
liet Franse roepen.
Bert stond achter 't huis den akker
op te kijken. Frans en de knecht ston
den met de ellebogen over een karre-
burne gebogen.
Kom Piet, zei Frans tegen den
knecht dan gaan we daar bij ons Dora
samen 'ns kijken, 't kan noodig zijn,
dat we met z'n tweeën gaan.
Daar hadt ge het 1 Vader nam
vreemd volk mee om bij Dora's te
gaan helpen
Bertje fietste dien avond nog laat de
stad in en het was grif nacht, toen
Marie de deur voor hem kwam open
maken, met eenig verwijt in haar
oogen en ongerustheid.
Toen de Meimaand goed en wel ten
einde was, begon de hooienstijd voor
de boeren.
Het gras droeg buigend zijn rose
zaadschot en had z'n doordringende
reuk over de buitenwegen Frans in
z n ouderdom had weer de zeis moe
ten vatten, om met den knecht te gaan
kleine broertje of zusje geen
speelpopje is waar naar believen
mee mag geravot worden. Maar
de geestdrift zal heroplaaien
zoodra het kleintje de luiers is
ontgroeid en met succes zijn
eerste stapjes probeert. Ook dan
zullen de omgang en het spel
moeten gepaard gaan met een
zekere voorzichtigheid, doch
langzamerhand worden de krach
ten der twee speelmakkertjes
ongeveer gelijk en dan zullen ze
naar hartelust mogen stoeien
zonder natuurlijk ruw of brutaal
te worden.
Doet een derde wereldburger
zijn intrede in het gezin, hij zal
met dubbele vreugde onthaald
worden en spoedig een gezel te
meer zijn bij de vroolijke kleuters,
Zoo vormt zich stilaan de kring
der broers en zusjes, die elkaar
in den aanvang zeker zullen ge
negen zijn. Uitzonderingen zijn
steeds mogelijk doch die vallen
meestal niet in het normale kader
waar wij ons nu mee bezig
houden.
Het zal dus de taak der ouders
zijn de natuurlijk ontstane ge
negenheid tot een gezonde,
blijvende ontwikkeling te laten
komen. Sentimenteele ontboeze
mingen zijn daar heelemaal niet
toe noodig. Het is zelfs beterde
ktnderen eraan te wennen broers
en zusjes slechts zelden te kus
sen. Zulke gewoonten worden al
te gauw flauwe zoetigheden welke
niet altijd goede gevolgen hebben.
De kinderen moeten van elkaar
leeren houden op een echt ge
zonde manier. Ze moeten zich
door hun onderlinge genegenheid
sterker voelen. Ze zullen dan
weten dat, wanneer ze hulp
noodig hebben, vele handen zich
liefderijk zullen uitstrekken.
De onderlinge vriendschap
moet echter vrij blijven van alle
egoïsme. De zelfzucht is een
kwaal welke reeds al te diep
kankert in onze samenleving. Zij
vreet de naastenliefde weg en
brengt in de plaats koele bereke
ning, lafheid en zelfgenoegzaam
heid. Het egoïsme is de oor
sprong van veel kwaad en groote
rampen zouden vermeden worden
wanneer Gods Woord hebt elkan
der lief door de moderne mensch-
heid niet zoo volledig werd ver
geten. Is ook de geesel van den
oorlog geen gevolg van de zelf
zucht die verdeeldheid zaait, en
broedertwist, ja broedermoord,
in de hand werkt.
Ouders, opvoeders van de jeugd
die morgen de wereld bezitten
en beheerschen zal, gij hebt op
uw schouders een zware verant
woordelijkheid rusten. Alle mid
delen die u ten dienste staan
om de wereld van de toekomst
beter te maken, moet gij dan
ook gretig gebruiken. De wereld
vrede wordt helaas niet alleen
bedreigd, is zelfs op gruwelijke
maaien.
's Morgens, als h»i Bert op de zol
derkamer kwam roepen, dan had hij
de zeis al gehaard en 't huisvee ver
zorgd. Dan^ stond hij klaar om naar 't
hooiland te gaan. Vader moest zelf
weer voorop, nou al z'n zoons waren
uitgevlogen.
Vader had geen enkele klacht, hij
aanvaardde dezen last stilzwijgend en
in z'n goeden omgang met den knecht
zocht hij zeker eenige vergoeding voor
al dit ongemak, dat hij den laatsten
tijd gekregen had.
Hij maaide dien dag gras met de
drift van 'n jongen kerel. Hij stond
vóór den knecht, hij maaide het eerste
gezwad van het zware, dooreenge-
groeide gras. Hij had z'n verborgen
voldoening dat hij voor zijn jongen
knecht onverouderd, recht en sterk zijn
zeis hanteeren kon.
Hij maaide, bijwijlen dat hij doornat
werd van 't zweet. Hij dronk na ieder
wad een grooten teug water uit
de kan, die aan den slootkant diep
onder 't stroomend loopwater was ge
dompeld.
Hij maaide tot aan den middag. Hij
gunde zich geen rust, want de dries
hooi moest af, vandaag nog.
Na den middag kwam de dreiging
van onweer. Af moest het hooiland.
Frans nam óok naden middag weer
de voorsnede, hij wachtte niet of de
knecht begon.
De knecht kon onderhand met dezen
opgedreven boer geen slag meer hou
den, ook niet al vatte hij zijn gezwad
wat smaller en al liet hij de zeis niet
zoo diep 't gras in loopen. Deze
knecht met z'n vierkante schouders en
z'n groote handen, hij trok zijn boeze
roen uit van de hitie.
Frans maaide, hij keek naar den
knecht niet om.
wijze verstoord denken wij maar
even aan Spanje, aan China.
Zulke massamoorden zijn on
gehoord, maar het is niet onbe
grijpeiijk dat ze voorkomen,
wanneer wij nagaan hoe broos
zelfs gezinsvrede is. Hoe kan er
vrede heerschen onder volkeren
wanneer die kleine staat welken
de huiskring uitmaakt, niet eens
verschoond blijft van twisten.
En het is voldoende even in een
dagblad te kijken en de vetge
drukte hoofden der „faits divers'
te lezen, om te ervaren dat
familieruzies ook niet steeds op
onschuldige wijze beslecht wor
den.
Daarom moet het doel der
ouders zijn: een vredige, vriend
schappelijke atmosfeer scheppen
in den eigen huiskring. De in
vloed van die gemoedelijke, hui
selijke sfeer zal ongetwijfeld
verder reiken dan de gezinsleden.
Want ieder lid zal dan in zich
zelf dien schoonen vrede en die
mildheid tegenover anderen dra
gen en onwillekeurig ook buiten
den huiskring meedeelen.
Alvorens wij dus de algemeene
broederliefde onder de menschen
onder al de volkeren gaan pro-
pageeren, zullen we eerst ons
best moeten doen om de bloed
verwante zusters en broeders na
der tot elkander te brengen. Ze
gaan al te vaak te ver uiteen.
De verwikkelingen van het leven
brengen dikwijls scheiding mee,
doch dit zou nooit een scheiding
van gedachten en gevoelens mo
gen zijn.
We herhalen echter: de kin
deren moeten van jongsaf opge
voed worden in een gezonden
geest van broederlijkheid. Zij
moeten steeds gereed zijn om
elkaar te steunen. Zij moeten
zooveel van elkaar houden, dat
zij zichzelf op de tweede plaats
kunnen stellen en het beste deel
aan broer of zus geven.
Hun genegenheid moet zoo
diep gaan dat zij vrij blijft van
alle nijd en afgunst. De broer
en zusterliefde zal voor ieder
kind op zichzelf een wapen
worden tegen de aanvallen van
egoïsme, aanvallen waarvan geen
mensch verschoond blijft.
De ouders mogen natuurlijk
zelf nooit aanleiding geven tot
jaloerschheid door een nooit goed
te praten voorkeur voor een der
kinderen. Zij moeten steeds den
toon aangeven en zullen dit op
de juiste manier doen wanneer
zij zelve doordrongen zijn van
edelmoedigen offergeest.
Elkaar liefhebben en elkaar
geven van het schoone en goede
dat we te geven hebben, zou
dat niet een ideale basis kunnen
worden voor wereldvrede
Wanneer zoo bemind en ge
geven wordt, blijft men ook niet
staan als bedelaar, want men
ontvangt mild terug de goede
\'a dit eerste gezwad van den mid
dag betrok de luciit. Aan den einder
kwam de teekening van het naderend
onweer. Dit bracht wat afkoeling, de
lauwte van den eersten wind op dezen
broeiendén dag.
Frans wette en begon aan een nieuw
gezwad, het gras moest tegen de we
reld liggen eer er nattigheid kwam.
De knecht lag achter op 't veld met
z'n open hemd plat op den slootkant,
waar 't gras koud was en nat van 't
gemorste water bij den drinkstoop.
En deze oude Frans, die maaide maar
en keek niet op
Ze kregen den plak hooi tegen den
grond zooals de bedoeling was.
Zoo'n driftigen ouwen mensch als
gij zijt, heb ik nog nooit gezien 1 zei
de knecht 's avonds. Frans lachte
Toen ik jong was, hadt ge moeten
komen
Deze toer had Frans ével niet kun
nen verdragen, want den anderen dag
bleef hij te bed, voorden eersten keer
zoolang Marie hem had gehad en de
jongens hem kenden.
Hij was door de hitte bevangen
Toen hij een dag te bed lag, begon
z'n hooge kleur te slinken en lag hij
vergeeld in de kussens. Hij moest
braken en kon noch eten noch drinken
verdrages. Frans was in eenen keer
oud geworden.
in den herd werden ze er ongerust
over, dat vader er zich in eenen keer
wei neergewerkt kon hebben.
Het was nog geen maand daarna,
dat z'n meiske er achter kwam, dat
Bert een avond en een halven nacht
uit was geweest, dat hij zat was ge
weest en 'n ander meiske naar huis
had gebracht.
Dien Zondagmiddag ontving ze hem
heel koeiweg, toen hij uit den trein
gaven van broer en zus.
De gezinnen waar die schoone
verstandhouding heerschl, bezit
ten een onschatbaren rijkdom,
hun geluk zal duurzaam zijn en
bovendien ten goede komen aan
de gansche samenleving.
Een brief van een moeder.
Ik zit erg verlegen met een brief
van een, mg overigens onbekende,
moeder, weiks tekst in een Eugeiscb
weekblad staat afgedrukt. Ik weet
niet precies, wat ik van den inhoud
moet denken of zeggen. Of juister
ik weet dat wel, maai ik durf het
niet goed te zeggen. Mannen hebben
in velerlei omstandigheden niet zoo
veel moed als vrouwen. Hier is de
brief. Hij is van een Spaansche
weduwe uit Argentinië en gericht
aan Franco, den eider der Spaansche
nationalisten.
Excellentie,
Ik ben de moeder van den legion-
nair Luis Ramirez Hidalgo. MijD
achttienjarige zoon vertrok met mijn
toestemming naar Spanje, teneinde
onze heilige vlag te verdedigen. Hij
liet zijn leven bij de heldhaftige
verdediging van Teruel. Hij stierf
voor Spanje en ik ben trotsch op
hem. Ik heb nog een tweeden zoon
van 17 jaar, die met hetzelfde schip,
waarop deze brief naar u gaat, zich
inscheept naar Spanje, om in het
zelfde regiment de plaats van zijn
op 't veld vaD eer gevallen broeder,
in te nemen. Ik gaf hem een kus
mee voor de heilige aarde, waarin
thans het lichaam van mijn zoon
begraven ligt. Wanneer hij de plaats
van diens graf niet mocht vinden,
zoo moge hg de steenen van Teruel
kussen.
Wanneer ook hij op het slagveld
mocht sneven God zij geprezen Ik
:al dan alleeD in deze wereld verder
leveD, met het trotsche bewustzijn
het hoogste wat ik bezat, Spanje
te hebben geschonken.
Maria Hildalgo Ruiz, weduwe
van Ramiros.
P.S. Mijn zoon zal in het hoofd
kwartier van den generalen staf een
chèque van 30.000 Argentijnsche pesos
overhandigen. Dit bedrag is de op
brengst van een farm, welke wij in
aandenken aan Luiz verkocht hebben
Ik bezit nog een tweede farm van
gelijke waarde. Zou ook mijn tweede
zoon Fernando in Spanje sneuvelen,
dan zal ik ook deze farm verkoopen
en Uwe Excellentie de opbrengst
overmaken, waarna ik de laatste
dagen van mijn leven in een Spaansch
klooster zal doorbrengen.
Ik zei het reeds: ik durf het niet
goed te zeggen, wat ik van dezen
brief gesteld, dat alles écht is
denk. Ik weet, dat zuike brief echt
kan zijn. En ik weet ook, dat ik
naar gangbare pacifistische begrip
pen den inhoud moet veroordeelen.
Die moeder Igdt zoo heet dat
aan nationalistische verdwazing. Ik
weet, dat pacifisten ons als ergste
schrikbeeld van den oorlog de moe
ders voorhouden, die gedwongen
worden hun zoons af te staan, het
bloed van haar bloed te offeren.
Deze Spaansche moeder moet ik dus
voor een onnatuurlijk mensch houden.
Maar ik doe het nietik kan dat
niet.
Het hoogste bezit des menschen
is zgn geloof, zijn z'n idealen. De
Neem dadelijk 'n
en die migraine trekt weg!
Binnen 'n kwartier voelt Ge U als her
boren. Ge hebt Uw dag gered! Wer
ken verrassend snel. Onschadelijk!
Per koker van 13 stuks - 12 stuivers.
Per doos van 2 stuks - 2 stuivers.
AADANTIF Wij garandeeren de goede
UHRHI11 IE werking Van "AKKERTJES".
Zorg er voor altijd "AKKERTJES" in
huis te hebben, dan hebt Ge ze bij
de hand, want vannacht nog kunt
Ge ze noodig hebben, bij pijnen, sla
peloosheid of als koorts U overvalt!
stapte. Ze had d'r eigen scherp gezet.
Ze wou haar verhaal nemen.
Het kantoorleven zou voor haar
jongen een ongeluk worden en voor
haar erbij, later als ze getrouwd wa
ren. Nou was het voor haar eigenlijk
al een teleurstelling, omdat het bleek,
dat er uren waren, dat h'q liever inz'n
eigen stad uitging en hoe, dan dat hij
naar haar kwam gereisd.
Ze had er thuis trouwens ook over
gepraat Het leek nergens op, zooals
hij het den laatsten tijd deed. Hij
moest bedenken, dat zij ook recht op
hem had Ze wou zich niet opdringen,
heelemaal niet, maar ze paste ervoor
om met zijn leugens en met zoo'n ge
drag genoegen te nemen.
Het kwam zoover dat ze hooge ruzie
kregen over dezeedmgen en Bert kon
bij hoog en bij laag beweren dat hij
nooit uitging of andere meisjes naar
huis bracht, dat hij enkel en alleen
voor haar naar het kantoor ging, dat
hij daar tusschen vier muren z'n kleur,
de kracht en de bedrevenheid van zijn
handen en twintig pond van zijn ge
wicht had zitten verliezen, terwijl hij
thuis zichzelven en anderen de baas
zou zijn geweest, ze werd er nooit
door overtuigd.
Er waren nou toch woorden over
gekomen, ze luchtte haar hart
Toen ze hem 's avonds naar den
trein bracht, waren ze nog niet uitge
praat over 't wantrouwen, dat ze voor
elkaar hadden en al de offers die de
een voor de ander gebracht had.
- Ik heb nog één vraag, ze! Nelly
op 't laatst, ge neemt mij of 't kan
toor.
't Verwonderde Berte niks dat ze
hem koel en zonder neerkijken deze
vraag stelde. Ze had hem dezen avond
vierkant bekend, dat ze er niks mee
vereerd was geweest dat hij, al was
meesten onzer zgn niet goed^genoeg
meer om alles voor ons ideaal over
te hebbenwe capïtuleeren liever
dan te vechtenwe ontgaan het
Igden om ons geloof, in plaats van
dat laatste te louteren in strijd,
vervolging en verguizing.
Ik spreek niet zóó over deze vrouw,
omdat ze Franco's zaak als een
heilige zaak ziet, ik kan het me
heel goed voorstellen, dat men aan
de andere zijde in Spanje even eer
lijke idealisten aantreft.
Zwemplicht.
Jaarlijks sterven in Nederland
circa 500 menschen den verdrinkings
dood. En het opmerkelijke daarbij is,
dat onder de slachtoffers een aantal
menschen, die hun leven op het
water slijtenschippers, visschers,
zeelieden de zwemkunst niet blijken
machtig te zgn. Hetgeen het „Han
delsblad" doet schrijven
In een land, dat op het water is
veroverd, dat zich met dijken en
kanalen, met duinen, sluizen en ge
malen tegen datzelfde water dage
lijks moet verweren, moest dat niet
kunnen voorkomen. In zulk een land
moest het leeren zwemmen een
elementair voorschrift zgn, en de
schoolbanken moesten reeds vroeg
regelmatig met het zwembad worden
afgewisseldonder dezelfde des
kundige leiding als die onze jeugd
vertrouwd maakt met het a b c, en
met de spellingen-De Vries en Te
Winkel, -Terpstra, -Marchant, Slote-
maker de Bruine en wie nóg....
Wij bouwen zwembaden, natuur
baden, in en buiten werkverschaffing
en werkverruiming. Is het, zelfs in
deze financieel benarde tijden, een
onmogelijke wensch om van al die
aangelegde of natuurlijke bad-
geiegenheden voor het zwemonder-
richt van onze jeugd eeu stelsel
matiger gebruik te maken dan tot
dusver Is zwemplicht binnen het
kader van den leerplicht niet eigen
lijk iets vanzelfsptekends in een
waterland als Nederland
\Stukloopen
Doorzitten, Zonnebrand.
PUROL 'Wit en Geef
Beide in doowi v»n 30«n60ct
het dan terwille van haar, naar de
'ad was gaan werken.
Dit had op Bert nogal indruk ge
maakt. Wie was er nou nog in zijn
omgeving, die waardeering had voor
't moeilijke werk dat hij daar van
morgen tot avond deed, waarvan hij
sommige momenten wel weg zou heb
ben kunnen loopen.
Vader zou een goeden dag hebben
als Bert thuis kwam en z'n oude plaats
op de stal en achter de ploeg weer
innam. Marie zou haar waker op stal
weer terug hebben als daar iets bij
zonders op hand was en 'n gragen
eter aan de tafel.
Wat hij voor Nelly's gedaan had,
wist zij niet eens te waardeeren. Dit
meiske zou nooit tot het besef te
brengen zijn, dat uit haar met geen
mogelijkheid een boerin groeien kon.
Bert op zijn beurt had de vrees, dat
Nelly nou en later in haar teleurstel
ling over de mislukking van haar
droomonder een boerendak te leven,
haar verwijten zou hebben en er nooit
mee tevreden zou zijn, dat hij alle
uren van den dag buitenshuis zou zijn
voor zijn werk.
Haar wantrouwen zou groeien, hij
zou zich daartegen moeten verzetten.
Het zou niks anders dan een einde-
looze ruzie kunnen worden tusschen
hun tweeën, later.
En toen Nelty hem zoo kortaf vroeg:
Mij of 't kantoor, toen antwoordde
Bert even vlakweg Het kantoor
moet ik nog 'ns beprakkezeeren, maar
van jou zal ik maar afzien
Hij ondervond in den aanvang van
deze scheiding zoo niks geen hinder.
De teleurstelling had hem den oogen-
blikkelijken moed gegeven met dit
meiske, dat hij toch wezenlijk had hef
gehad, te breken.
Wordt vervolgd.