De dans om het Gouden Kalf
De gouddorst der menschen
niet te lesschen
Het toeval een belangrijke factor
Nieuwe
Porcelein soort en
e
Goud! Dat is niet veel meer of minder dan een tooverwoord. Daar
hangt alles van af, daaromheen draait alles. Om derwille van het goud
hebben de menschen gezwoegd, rijken een prozaiscli huwelijk geslo
ten, heeft men uit hebzucht zijn naaste vermoord, brandkasten open
gebroken; tenslotte was de gouddorst meer dan eens aanleiding tot
ontstaan van oorlogen en revoluties. Millioenen en nogmaals mil-
lioenen hebben gedanst om het gouden kalf en verbergen met den
mysterieuaen sluier van het gele metaal wat hun aan wijheid ont
breekt.
Een nederzetting van goudgravers in
U.S.A. Veel comfort is overbodig, een en
kele tent voor den nacht is voldoende, maar
de moderne „Digger" bezit aijn auto.
WAAR bevindt zich het goud? Expe
dities heeft men uitgerust om het
kostbare metaal te vinden. Schat
gravers hebben op het middernachtelijk
uur tooverformules gesproken. Maar op de
ze wijze heeft niemand het gevonden. Al
tijd weer opnieuw was het het toeval, dat
den menschen het goud in handen speelde.
Bij Weepah in den staat Nevada trekken
twee jonge avonturiers door het woeste,
verlaten land. Reeds sedert dagen hebben
zij niets gegeten; hun maag knort. Daar
zien zij plotseling een das in zijn hol ver
dwijnen. Zij werpen zich als wilden op het
hol, steken zoover zij kunnen de armen er
in, woelen tusschen de steenen en de aarde
eneen van hen heeft het volgende oogen-
blik een klomp goud in de hand. Het goud
land is ontdekt. In Guinea zoekt een arme
inbooi'ling zijn ezel en.... vindt goud. Bij
Cabanas in Noord Carolina baadt een jon
gen in de rivier, struikelt over een hard
voorwerp, bukt zich om het voorwerp op
te rapen en houdt een dertig pond zwaren
goudklomp in de handen. Wanneer James
W. Marshall in Californië bezig is uien
uit te graven, vindt hij goud. Evenzoo ver
gaat het een Ierschen student, die onder
het visschen, niet ver van de stad Wicklow,
goudzand vond en niet eerder dan na twin
tig jaar bereid was zijn bron mede te dee-
len.
De run op Klondyke.
OVER het algemeen maken de geluk
kigen, wien in lettelijken zin de ge
braden goudhaantjes zoo maar in
den mond vliegen, de plaats, waar zij iets
hebben ontdekt, onmiddellijk bekend. Dat
heeft ten gevolge, dat de goudvelden door
de bezitlustigen in waren zin bestormd
worden. De geschiedenis van Klondyke is
bekend. Daarheen ondernam men plotse
ling een wedloop, door sneeuw en ijs. Een
ieder wilde zoo snel mogelijk zijn claim
afpalen. Wanneer moeilijkheden ontston
den en dit gebeurde uit den aard der zaak
niet zelden, dan werden radicaal de mes
sen getrokken. Toch geldt ook hier het
oude woord: wie het eerst komt, die het
eerst maalt.
Men kan niet naar harte
lust schatgraven!
WIE als goudgraver zijn fortuin wil
maken, krijgt van den vertegen
woordiger der regeering een be
paald stuk grond, de claim geheeten
toegewezen, dat hij moet afpalen en waar
van de opbrengst alleen voor hem is. Om
het goud te voorschijn te tooveren, is noo-
dig: een groote ijver, handigheid en een
flinke dosis geluk, de natuur heeft het be
geerde metaal nu eenmaal op grillige wij
ze verdeeld over en onder het aardopper
vlak. Terwijl de eene „schatgraver" rijk
naar huis gaat, blijft zijn minder gelukkige
collega een schatgraver in den ridiculen zin
van het woord. Om deze ongelijke verdee
ling te nivelleeren hebben de goudzoekers
zich op verscheidene plaatsen aaneengeslo
ten tot bonden, die met een groot kapitaal
kunnen werken.
Het goudgraven is zoowel berekend op
handenarbeid als op de hulp van de ma
chine. In Lapland, niet ver van de stad Ka-
rasjof, hakken vijf mannen over een lengte
Het goud over de geheele
wereld verdeeld.
Waar vindt men het goud? In alle vijf
werelddeel en, in Europa, Azië, Amerika,
Afrika en Australië. Zelfs in Duitschland
kan men een „goudmijn" vinden en wel bij
Goldkronach in het Fichtelgebergte, welke
inrichting kan bogen op een bestaan van
bijna vijf eeuwen. In vroeger jaren won
men hier uit een ton ruw erts ten hoogste
90 gram goud. Tegenwoordig zijn de ertsen
niet meer zoo rijk aan goud, maar het ge
halte is nog altijd zoo hoog, dat het de
moeite van de winning wel waard is. Be
halve deze nog in werking zijnde mijn, zijn
In 1493 was de totale goudwinning over
de geheele wereld 5800 kg., in het tijdperk
van 1900'05 ongeveer 485.000 Kg., in de
jaren 1911'15 waren het ongeveer 692.000
kg. Daarmede was het hoogste punt be
reikt; sedertdien is de totale winning tel-
kenjare aanzienlijk minder geworden, tot
dat 1931 weer een aanmerkelijke stijging
te zien gaf, een totaal van 663.000 kg. En
dan spreekt men nog zoo dikwijls v:.n een
tekort aan goud. De cijfers bewijzen, dat
van het goud nooit een te weinig voorhan
den is geweest. De productie van het jaar
1934 naderde bijna een millioen kg.! Die
schaarschte wordt veeleer in de hand ge
werkt, door al het goud, dat werkeloos als
dood kapitaal in de safé's, veilig opgebor
gen ligt. Amerika bezit voor ongeveer 19
milliard aan goud. Hoeveel dit is kan men
begrijpen, wanneer men weet, dat Neder
land, over de geheele wereld bekend als
een rijk land, 1.5 milliard aan goud bezit
Goud, goud., het is den menschen tot
een zegen geweest, maar evenzeer tot een
vloek, de laagste hartstochten heeft het in
den mensch opgewekt en het doet dit nog
altijd. De dans om het gouden kalf schijnt
men nimmer moe te worden. Bedgcht men
slechts van tijd tot tijd, dat het eigenlijke
goud geen kleur heeft, maar iets abstracts
is, het geluk in een menschelijk hart.
van 200 meter de aarde open. Hun arbeid
bestaat uit graven, steenen uithakken en
houtzagen. Twee van hen vervaardigen een
houten goot, waardoor heen men het rivier
water laat stroomen. De bodem van de goot
nu is voorzien van tallooze richels en cir
kelvormige uithollingen. Heeft men ge
noeg aarde verzameld, waarvan verwacht
mag worden, dat zij goudhoudend is, dan
brengt men een verbinding met de naast
bijzij nde rivier tot stand en het water
stroomt nu enkele dagen door de goot, die
door de mannen krachtig heen en weer ge
schud wordt. Tegen de vele drempels zet
het goudstof zich nu af; zoodra alle aarde
is weggespoeld, wordt de goot aan beide
zijden afgesloten en haalt men met behulp
van kwikzilver het goud uit de leiding; zoo
als men weet lost het goud in kwikzilver
op.
De machinale goudwinning doet in vele
opzichten denken aan de wijze, waarop
bruinkool gewonnen wordt. Met emmers,
die op een jacobsladder bevestigd zijn,
wordt de goudhoudende aarde opgegraven;
deze storten het op een loopenden band,
die de aarde naar de fabriek brengt, waar
het zorgvuldig uitgespoeld en gewasschen
wordt, waarna de eigenlijke goudwinning
plaats heeft in zeer gecompliceerde machi
nes.
Goud in Zuid-Afrika. De baren goud worden op een bijzondere weegschaal gewogen.
Rechts:
Op primitieve
wijze wordt
het goud in
Roemenië uit
goudhoudend
zand gewonnen
er nog een aantal mijnen, die reeds lang
het bedrijf hebben stopgezet. Om een enkel
voorbeeld te noemen in Thüringen, in de
omgeving van Reichmannsdorf, Schnee-
berg en Reichenau in Saksen en op den
Rammelsberg bij Goslar. Bij den Goldberg
in Silezië wordt hedentendage volgens de
methode der wassching nog goud gewon
nen. Men. treft het vooral aan in het drijf
zand van rivieren en beken. Eenmaal is dus
ook Duitschland een goudland geweest.
Goudhoudend, hoewel in minieme mate,
zijn de Schwarza, de Inn, Isar, de Donau
en nog wel het meeste de Eder in Hessen
en de Rijn, over welker rijkdom aan goud
de Nibelungensage ons vertelt. Tusschen
Kehl en Daxlanden moeten vele goudwas-
scherijen gewerkt hebben. Om een voor
beeld te noemen. In 1883 telde men in Ba
den niet minder dan 400 van dergelijke in
richtingen, die in dertig jaar niet minder
dan drie centenaren goud aan den munt
van Baden afleverden. Maar omstreeks het
einde der vorige eeuw nam Amerika de
eerste plaats in als leverancier van goud,
van welk land de prestaties later weer
overschaduwd werden door Zuid Afrika,
dat thans nog geldt als eerste goudland der
Aarde. Na haar volgen thans de Vereenig-
de Staten, Australië, Mexico en Japan.
Wie voor het eerst goud heeft gevonden,
is niet meer met zekerheid te zeggen.
Reeds 2700 jaar voor het begin onzer jaar
telling heeft China gemunt goud gekend,
eveneens hebben wij in Egypte restanten
aangetroffen van zeer oude goudmijnen,
die de schatkamer van de Farao's moesten
vullen. -ij», to.1
Onlangs heeft men op het gebied van
het porcelein een belangwekkende ontdek
king gedaan, waardoor de mogelijkheden,
om dit materiaal in de techniek toe te pas
sen, aanmerkelijk zijn uitgebreid. Het is
een cardinaal punt, dat porcelein bij een
temperatuur van ongeveer 1500 graden ge
brand moet worden en dat het daarbij on
geveer 20 pet. krimpt. Bovendien was het
minieme elastische vermogen een ernstig
beletsel voor ruime toepassing in de tech
niek. Maar de onlangs gehouden experi
menten hebben geleid tot de ontdekking
van een geheele serie, technisch goed te ge
bruiken porceleinsoorten, waarbij deze hin
dernissen overwonnen zijn. Men heeft nieu
we methoden ontdekt om aan het porcelein
de zoozeer gewenschte eigenschappen te
geven, die het tot heden ontbeerde. Die mo
gelijkheid van toepassing kan zelfs zoover-
uitgebreid worden, dat men die van het
metaal benadert, terwijl het bovendien zeer
wel mogelijk is porcelein en metaal tot een
geheel te verbinden. Ook nadat het gebrand
is, kan men het nieuwe porcelein nog be
werken, bijv. een schroefdraad aanbren-
Goudwinning aan de Karasjokrivier.
gen. In de eerste plaats kent men echter
tegenwoordig het zoogenaamde „vormvas
te'' porcelein, dat ondanks het brandings
proces niet verandert. Dit is ook de reden
dat men tegenwoordig vele buisleidingen
van porselein maakt.
Ook de chemie maakt van de nieuwe vin
ding een dankbaar gebruik, deze speciale
porceleinsoorten zijn zelfs zoo vormvast,
dat men pompen van dit materiaal ver
vaardigd heeft, om zuren en andere bij
tende vloeistoffen op te pompen. Porcelein
wordt, in tegenstelling met metaal, niet
door het zuur aangetast.
Maar een bijzonder dankbaar gebruik
maakt de electrotechniek van deze nieuwe
materialen; hier kan hgt porcelein optre
den als vervanger van gevulcaniseerd rub
ber, lood, koper, nikkel en messing. De
hardheid ten opzichte van het oude porce
lein is aanmerkelijk toegenomen en bij de
bewerking heeft men een nauwkeurigheid
van 1/5000 mm. bereikt, zoodat het nieuwe
porcelein gebruikt kan worden voor de
vervaardiging van assen in condensatoren,
in schakelaars om het contact te sluiten en
in spoelen. In de laatste twee gevallen wor
den op het oppervlak van het porcelein
dunne laagjes geleidend metaal aange
bracht, deze laagjes behoeven slechts een
dikte te hebben van 1/2000 mm. Bij de fa
bricage van condensatoren werd voor eeni-
ge jaren nog uitsluitend glimmer ver
werkt. Tegenwoordig is men reeds zoover
gevordex-d, dat een tweetal porceleinsoor
ten samengesteld kon worden, die de elec-
trische eigenschappen van het glimmer ver-
re in de schaduw stellen, zoodat tegen
woordig zelfs porceleinen condensatoren uit
Duitschland waar men deze stof heeft uit
gevonden, uitgevoerd kunnen worden naar
andere landen, die allerminst een tekort
aan glimmer hebben. Alle radiotoestellen
kunnen nu voorzien worden van fijnrege
laars op de condensatoren, die vroeger
zeer kostbaar geweest zouden zijn. Het
nieuwe porcelein kan eveneens stevig met
soldeersel verbonden worden. Maar op den
leek maken de spiralen van porcelein, die
een even groote veerkracht bezitten als de
beste staalsoorten, een verbluffenden in
druk.
Rechts:
Goudhoudend
gesteente uit
den Brams-
berg bij Al-
lendorf.