TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
AKKERTJE
Zag de wereld ooit
zulk een razernij
en dwaasheid 1
FEUILLETON.
Jonge kracht op
ouden grond
Het roofdier.
Millioenen kippen
minder»
Zaterdag 9 Juli 1938
Negen en vijftigste Jaargang No 28
Minister-president Chamberlain
heeft te Kettering (Northamptons
hire) op een. groote vergadering
het woord gevoerd en bij die
gelegenheid gezegd
„Ik acht hei mijn eersten plicht
iedere zenuw in bedwang te
houden, teneinde een herhaling
van den grooten oorlog in Euro
pa te voorkomen en ik kan niet
gelooven, dat iemand, die niet
verblind is door partijvooroor
deel, iemand, die er over nadenkt
wat een nieuwe oorlog zou be-
teekenen, het niet met mij eens
zou zijn en wenschen, dat ik
mijn pogingen zal voortzetten."
Chamberlain vervolgde: Zeer
zeker zijn wij er toen in geslaagd,
onze vrijheid te behouden en
indien onze vrijheden opnieuw in
gevaar zouden verkeeren en in
dien wij er zeker van zouden
zijn, dat er geen andere weg zou
openstaan om ze te behouden
dan oorlog, zouden wij opnieuw
vechten, (appl.) Doch denkt voor
het oogenblik eens, waartoe het
gebruik van geweld ons heeft
gebracht, wat de kosten er van
waren in bloed en lijden voor
ons en voor onze bondgenooten
en voor hen, die toen onze vij
anden waren.
Chamberlain betreurde den
tegenwoordigen toestand op de
wereld. Wanneer hij de wereld
rondkijkt, aldus verklaarde hij,
ben ik ontzet over de vooruit
zichten.
Oorlog, gepaard gaande met
verschrikkelijke Darbaarschheden
voor de burgerbevolkingen woedt
in China en in Spanje.
Bijpa iedere week hooren wij
geruchten over oorlogen en alle
groote naties geven haar koste
lijke spaargelden uit aan het
uitdenken en vervaardigen van de
meest etficiente instrumenten voor
elkanders vernietiging.
Ik vraag mij af, aldus Cham
berlain, of de wereld ooit een
dergelijk tooneel van mensche-
lijke razernij en dwaasheid heeft
aanschouwd.
Ten aanzien van den Spaan-
schen burgeroorlog zeide Cham
berlain o.m. dat het Britsche
plan inzake de terugtrekking van
vrijwilligers uit Spanje ten lange
leste is aangenomen en dat men
thans hoop heeft, dat het niet
lang meer zal duren of zij zullen
het land aan de Spanjaarden
overlaten.
Met betrekking tot de Britsche
schepen, welke handel drijven op
Spanje, zeide de minister-presi
dent, dat zij vier of vijf malen
de gewone vrachtprijzen hebben
ontvangen. Wij hebben gewaar
schuwd en indien de reeders des
ondanks en met het oog op deze
winsten nog steeds schepen naar
deze wateren zenden en wanneer
deze schepen dan gebombardeerd
worden, is het dan redelijk ons
te vragen op te treden, hetgeen
door PAUL KUYPËItS.
(Nadruk verboden)
22
Den eersten mensch dien ze dezen
voormiddag zagen, was Frans, die in
een rooien zakdoek een bord met
spekstruif droeg. Frans en Driek keken
zwijgend naar Bertje, toen hij aan de
spekstruif met dr' zwart verbrande
bekorsting begon. Hij zou ze niet op
kunnen.
Hij at ze wei op en daarna rookte
hij een pijp. Hij vroeg den roojen zak
doek die om het bord gezeten had.
Dien deed hij om zijnen hals, want 'n
boer hoort 'n roojen zakdoek om den
hals te hebben.
Ge hebt oe eigen gekuld, zei
Frans.
Dan lijde-gij allang aan dat onge
luk, vader
Ik kon niet anders jongen.
En ik wil niet anders, vader.
Ze werkten voort. Frans iiep met het
gezicht naar den grond gekeerd, toen
hij bij hen wegging Bertje kapte het
schaarhout toe mutserd met z'n scherpe
sligmes. Hij luisterde bij dit werk naar
den zingenden echo, die z'n vlucht
nam naar alle kanten en van den bosch-
rand rondom weer bij oe terugkwam,
na 'n hortje. Van de kou werden z'n
handen rood, ze zetten zich aan toe
dikker worden. Ze waren groen van
den slijmerigen uitslag op de takken,
die hij neerkapte. Bertje veegde dat in
den aanvang af. Dat was zijn gewoonte.
Ge hoeft niet bang te zijn oew
niet alleen hen, doch ook u in
deze oorlogsverschrikkingen zou
betrekken
Wat mij betreft, aldus Cham
berlain, ik zou van meening zijn,
dat indien wij zouden luisteren
naar verzoeken van dezen aard,
wij het vertrouwen, dat het volk
van Groot-Brittannië in ons stelt,
zouden beschamen.
Dit beteekent niet, dat wij lucht
bombardementen op schepen zou
den vergoelijken, of dat wij een
blokkade van havens door middel
van vliegtuigen zouden erken
nen.
Na herinnerd te hebben aan
de door Franco gegeven verze
kering, dat Britsche schepen niet
voor bombardementen werden
uitgekozen, doch dat bommen
door hoogvliegende toestellen
toestellen uitgeworpen, Britsche
schepen konden treffen, zeide
Chamberlain, dat hij moest toe
geven, dat het voor hem moei
lijk moeilijk was deze uitlegging
in overeenstemming te brengen
met eenige bekende feiten, doch
dat de vliegers van Franco zich
misschien tenslotte niet steeds
streng aan hun instructies hou
den.
Met betrekking tot in het La
gerhuis gevoerde debatten over
de buitenlandsche politiek, zeide
Chamberlain, dat hij niet zal af
wijken van de politiek, welke
naar zijn meening de juiste is
voor Groot-Brittannië door cri-
tiek, welke hem zoowel onge
grond als verkeerd voorkomt.
Onder dit opschrift schrijft De
Avondpost volgende sarcastische
uitval
De heer Joe Louis, bokser,
heeft de rechternier van den heer
Max Schmeling, ook bokser, zulk
een geweldigen stoot gegeven,
dat de getroffene reeds na twee
minuten buiten gevecht werd
gesteld. De aangrenzende been
deren zijn beschadigd.
Daarvoor ontving de heer Joe
Louis de som van f 700.000.
Er is voor ons, al bleven onze
nieren heel, toch een bittere bij
smaak aan. De heer Schmeling
is immers een blanke, de heer
Louis een kleurling. Het is sma
delijk voor alle blanken, dat de
nier van een onzer beschadigd
is, inplaats van de nier des
negers. Het is vooral smadelijk
voor de Duitsche blanken. De
kleine heer Göbbels, minister van
propaganda, had de echtgenoote
van Schmeling, de bekende film
actrice Anny Ondra, bij zich aan
huis genoodigd, om naar het
radio-verslag te luisteren. Men
moet zich deze tragiek indenken.
De nier van den blanken Duit-
scher door de vuist van een
neger ingedeukt. Zal de bloed
ras-bodem-theorie dit kunnen
verdragen
Zal Schmeling straks niet voor
hoogverraad terecht moeten
staan
Niet minder dan 147 radio
stations zonden het verslag uit.
handen vuil te maken, zei Driek, want
dat is van nou af voor oe weggelegd.
Hij kapte. Zijn armen werden er
gauw moe van. Daar moest hij maar
tegen kunnen. Het zou wei beter
worden.
- Kom, zei Driek, toen de middag
al een heel eind verstreken was, we
gaan jagen Ze borgen het gerei op
onder de heiplaggen. Nadien stond
Driek met de voering van zijnen duffel-
jas te futselen. Hij haalde er den loop
van een geweerke uit, de zware kolf
kwam achterna.
Dat was een verrassing voor Bertje's.
Dat ge oewen mond houdt
Daar kon Driek van opaan.
Driek 'n jager, maar mensch toch I
Hij liep een beetje voorover boven
den naar beneden gerichten loop van
zijn geweer tnsschen de boomen door.
Bertje moest wat uit den weg blijven
Ge wist nooit met zoo'n geweer 1 Ze
liepen zoo een eind. Bertje maakte
herrie genoeg. Er waren geen hazen
te zien!
Maar Driek loerde tusschen de
boomen door.
De eerste duisternis van den winter-
namiddag kwam hen in 't bosch tegen.
Pang'n schot.
Herhaald klinkend trok het geluid
hiervan door de bosschen weg.
Nou zag Bertje het konijn pas, dat
met gekromde voorpooten tegen den
dood streed. Driek kón jagen. Ja,
Bertje mocht het konijn wel op den
rug vatten.
Die zal ik-ook zeuven centen door
d'ren staart jagen, ffuisterde Driek en
mee viel het schot.
'n Fazant kwam in stervende scheer-
vlucht uit de boomen naar den grond.
Driek had z'n geheimzinnigheid. Hij
deed het geweer in twee stukken en
stopte het onder de voering van zijnen
duffeljas weg. Onderweg verkocht hij
den buit, voor 'n daalder. Bertje kreeg
er 'n kwartje van, als hij zijnen mond
maar dicht hield.
De toeschouwers zoo lazen
wij gingen „als waanzinnigen'
te keer, hoewel een voorstelling
van 2 minuten nu niet bepaald
een prettig „uit-je" is. Naafloop
stond denegerwijk zöö op stelten,
dat de politie met biandweer en
traangas moest ingrijpen.
In September zal de heer Joe
Louis boksen tegen den heer
Max Baer. Slaagt hij er in, van
dezen heer beide nieren en
aangrenzende omgeving te ver
brijzelen, dan zal zijn honorarium
verdubbeld moeten worden. Dit
is logisch. Het zou niet recht
vaardig zijn voor twee nieren ook
slechts 7 ton uit te keeren.
Leven wij werkelijk in een
waanzinnige wereld Hebben wij
werkelijk vele eeuwen beschaving
achter den rug
De wijsgeer van het pessimisme,
Oswald Spengler, schreef ietwat
grimmig over het roofdier in den
mensch, dat altijd op den loer
ligt, gereed om uit te breken
door de schijn-tralies van be
schaving en fatsoen.
Is het zoo
Als het zoo is, dan zijn niet
alleen de heeren Joe Louis en
Max Schmeling, en de tienduizen
den die er bij waren, roofdieren.
Maar ook wij allen, die over
deze krankzinnige barbaarsch
heden met eenige belangstelling
lezen, en naar de bijzonderheden
er van nieuwsgierig zijn.
En toch evenveel eieren geraapt
Zaterdag was te Utrecht de alge-
meene Nederlandsche pluimveeteelt-
vereeniging in ledenvergadering
bijeen.
Nadat des morgens een gecombi
neerde vergadering der erkende fok
kers en vermeerderaars, georgani
seerd in de A.N.P.V. was gehouden,
werd des middags om twee uur in
hotel Noord-Brabant de algemeene
ledenvergadering geopend.
De eierprgzen zeide de voorzitter
mr. H. W. J. Sannes gaan op en
neer en nog steeds past een voor
zichtige en niet te optimistische be
oordeeling van de positie der pluim
veehouders op dit oogenblik.
Verheugend is het feit, dat de
pluimveestapel belangrijk produc
tie ver is geworden, vergeleken met
eenige jaren geleden. De winterleg
is gestegen en de totale jaarproduc
tie is omhooggegaan. De kippen-
stapel, die met ongeveer l/5de ge
deelte was verkleind sedert 1934,
leverde evenveel eieren op, als in dat
jaar, toen hg ongeveer l/5de gedeelte
grooter was. Dit beteekent, dat de
pluimveehouders millioenen kippen
minder behoeven te voeden, om even
veel eieren te rapen. Het beteekent
een belangrgke verlichting, een be
langrijke verbetering voor de pluim
veehouderij,
De tweede omstandigheid, welke
als gunstig mag worden aangemerkt,
is de toeneming van onzen export.
In het topjaar 1931 voerden wij nog
1094 millioen eieren uit. in 1932 be
gon de daling in te zetten, aanvan
kelijk nog kleiner gingen in dat
jaar nog 1074 millioen stuks over de
grenzen.
Toen kwam de groote smak naar
benedenin 1933 exporteerden wij
nog maar nauwelijks 720 millioen.
Sedert zette zich weder een lang
zame stgging inin 1934 waren het
er 778 millioen, in 1935 782 millioen.
Een grootere stap werd gemaakt in het verplanten een goed ontwikkeld
1936wij kwamen op 830 millioen wortelstelsel hebben,
en in 1937 met een sprong op 982Als in October de perken vrij
millioen, zoodat nog een stijging als komen, worden de viooltjes er op
van 1937 noodig is om het hoogste gezet. Perken met voedzamen grond,
punt van 1931 te hebben overschre-^ die in de volle zon liggen, geven het
den. Deze feiten zgn voor onze pluim- volgend jaar de mooiste violen. De
veehouderij, welke voor een goed plantafstand is 20 tot 25 c.m. In
deel op den uitvoer van zijn eieren zachte winters gaan de viooltjes
is aangewezen, van groote beteeke- soms al vroeg bloeien. Het is aan te
nis. raden alle bloemen, die er in den
Bijzondere aandacht mag daarbij herfst aan komen, zorgvuldig te ver-
geschonken worden aan onzen export I wijderen. Als de plantjes op een
naar Engeland. winderige plaats staan moet men
In 1937 werd 8398 ton meer uitge- wat dennentakken of ander rijshout
voerd dan in 1936, terwijl de eerste er tusschen leggen. Ze waaien dan
vier maanden van 1938, die van 1937 i bij vorst n iet stuk. Ook kan men er
weer met 2239 ton overtroffen. In wat blad of turfmolm tusschen
1934 voerden wij in Engeland niet i leggen. Noodzakelijk is dat echter
meer in dan 113 millioen eieren. In
1937 517 millioen, terwijl van Septem
ber '37 tot en met Februari '38 de
vermeerdering voor Nederland 28.4
pet. bedroeg en voor Denemarken
3 pet.
In dit verband moet gewezen wor
den op de groeiende samenwerking
der exporteurs, teneinde betere
prijzen op de Engelsche markt te
kunnen bedingen. Deze samenwer
king is voor de pluimveehouders een
voordeel, want een hoogere prgs, in
het buitenland gemaakt, komt ook
hun ten goede. De concentratie van
de exporteurs in gemeenschappelijke
verkoop-bureau's voor den handel,
waardoor onderbiedingen worden
voorkomen, is voor de pluimvee
houders een goed ding, zoolang
daaruit geen gemeenschappelijk
overleg omtrent de prijzen bij den
inkoop der eieren voortvloeit. Zou
dit geschieden, dan zou de onder
linge concurrentie tusschen de
exporteurs bij den aankoop der eieren
worden opgeheven en dan zouden de
pluimveehouders minder goed af zijn.
Deze kant van de samenwerking dtr
exporteurs is tot dusverre slechts
weinig belicht en spr. achtte het
gewenscht daarop de aandacht te
vestigen.
LAND- EN TUINBOUW.
Zoo'n leven stond Bertje wel aan.
In die dagen plantte Bertje aan een
slootkant van de boerderij eenen wilgen
boom. Daar had hij z'n verzwegen be
doeling mee. Hij deed 't met zorg In
de kuil wierp hij koemest en slijk. Na
dien stond hij eenigen tijd boven de
kuil te droomen. Hij schreefeen
briefke. Hij zat vol fantasie die jongen.
„Met dezèn boom zal m'n boeren-
hart groeien en aan z'n voet ligt het
verleden begraven Bert Davids."
Dat zette hij op 't briefke. Hij stopte
het in een blikken dooske en begroef
't aan den voet van den jongen wilgen
boom. Voor hem zou de groeiende
wilg aan den waterkant een herinnering
hebben.
Bertje vertelde hier niks van. Hij had
zoo z'n eigen geheimzinnigheid met
die dingen. De boom zou wel groeien,
want hij was goed gepoot en van mest
voorzien. Wilgen wilden daar toch nogal
vooruit.
De lente was nog niet gekomen,
toen de pachtvrouw van Fians Davids
zijn boerderij stierf.
De boerderij zou onder den hamer
komen. Dat leverde zijnen nieuwen
trubbel op.
De notaris kwam over den stoep en
nadien vreemde boeren, die deze hoeve,
zoo kort aan de stad wilden koopen.
Frans praatte over de toekomst met
zijn zoons, als de boerderij in andere
handen kwam en zij ergens anders een
nieuwen nest moesten gaan zoeken. Er
kwam zooveel vreemd volk om de ge
veilde boerderij te bekijken en het was
heel goed mogelijk, dat de boerderij
zoo duur zou worden, dat ge voor
andere menschen zoudt kunnen gaan
werken, als ge ze gekochi had. Te
verdienen zou er niks meer zijn.
Frans had er hinder van, dat er
zooveel volk over zijnen grond en
langs zijn gedoente kwam loopen. Hij
zou ze wel weg hebben kunnen jagen.
Hij moest de boerderij aan zijnen naam
Nu voorjaarszorg.
Elk voorjaar zien we de tuinen
bij vele huizen versierd met de zoo
schitterend en zoo rijk bloeiende
viooltjes.
Bij iederen bloemenliefhebber ont
waakt dan het verlangen naar een
perk met dankbare plantjes. Natuur
lijk kan men die dan nog wel koopen,
maar bg velen blijft dat achterwege
omdat men er het geld niet voor
heeft of omdat men te ver van een
bloemist woont, die ze voorradig
heeft.
Daarom moet men nu zelf viooltjes
zaaien. De maand Juli is daarvoor
het meest geschikt. Men krijgt dan
voor den winter nog stevig ontwik
kelde planten, die pas in het voor
jaar bloeien. Als te vroeg gezaaid
wordt bloeien ze nog in den komen
den herfst. Dat kan geen kwaad, als
de bloemen er dan maar afgehouden
worden.
Men zaait in koelen, vochthouden-
den grond uit de zon. Bij voorkeur
doet men dat in een kouden bak,
waarvan de ruiten met witkalk be
streken worden. Het gaat echter
even goed in den vollen grond van
den tuin. Men wacht dan op een
paar regenrijke dagen of men begiet
den grond daags voor het zaaien
flink. Nadat het zaad uitgestrooid
en licht ondergeharkt is, worden er
zakken of zoo iets over het zaadbed
gelegd. Op die zakken kan men dan
gerust gieten.
Zoodra de zaadjes boven den grond
komen, wordt de bedekking verwij
derd. Als de plantjes zich voorspoe
dig ontwikkelen worden ze tegen
einde Augustus of begin September
eens verplant Men kan ze dan ge
rust in de volle zon zetten op vocht-
houdenden grond. De eerste dagen
na het verplanten moet op tijd ge
goten worden. Als nog voor wat mest
gezorgd is, krijgen we op deze manier
mooie planten, die tengevolge van
hebben, anders was zijn kostwinning
verloren en de toekomst als boer voor
z'n jongens.
Zoo dacht er Maiie ook over, zeker,
maar die ging met al die menschen,
die er kwamen, de boerderij af.
Ze haalde ze nadien binnen in den
herd. Ze gaf ze 'n borrel of den koffie,
gelijk dat uitkwam. Dan begon Marie
langzamerhand te krijgen De boerderij
lag aan de stad; maar dat had z'n
mee en z'n tegen. Ze was niet van
zoo'n deugd, als ge zoudt zeggen bij
den eersten opkijk en de rivier ver
zuurde oewen grond bij winter en lente
als de regens kwamen. Marie en Frans
waren daar indertijd meer uit nood
gekomen Ze waren er gevestigd, ze
hadden een goeie ontginning, die veel
goed kon maken wat den totalen op
brengst betiett. En wat de buurt aan
belangde, als ge kinderen groot te
brengen had, dan was het onverant
woordelijk hier te wonen. Ze zagen
van alles in zoo'n straat. Nee, 't was
bepaald niet alles deze boerderij.
Marie kon zoo zachtjes en met 'n
droefgeestige uitdrukking in haar
oogen haar klaagwoorden zeggen. Ze
schreuwde op ft eind. Het viel zoo
tegen hier. Ze moest iemand anders
die z'n eigen hier neer wilde koopen
wel waarschuwen.
Daar stierf trouwens ook nogal vee
op deze stallen, ge wist niet vanwaar
dat kwam. Marie deed niet aan bij
geloof, maar ze kon toch ook niet
zeggen dat dit huis nou bepaald ge
zegend was in die dingen.
De kamers en de bedden waren
nogal nat en als ge dit niet wist zoudt
ge denken, dat zoo'n nieuwe behuizing
nogal wat waard is.
Als dat zoo was, zooals de boerin
zei en die schreuwde nou toch wezen
lijk, dan zouden ze nog maar 'ns aan
zien, eer ze op^de boerderij boden.
Zoo hielp Marie de menschen van den
vloer af Ze deed de deur achter hen
dicht, met de zekerheid, dat deze boer'
niet en nooit mag men de plantjes
heelemaal bedekken. Zoodra in het
voorjaar de groei weer begint, geeft
men gier of een handje chilisal-
peter. Gooi echter nooit mest op de
planten. v. D.
Nieuwtjes en wenken.
Denk er aan dat iedere week de
dieven uit de tomaten gehaald wor
den. De dieven zgn zgscheuten, die
uit de oksels der bladeren opschieten.
o
Laat in uw tuin geen enkel plekje
onbenut. Zaai er nu nog groenten na
regenachtige dagen.
o
Het is nu de tijd om tulpenbollen
uit den grond te halen. Trek ze met
loof en al uit. Laat ze zoo in de zon
drogen en sngd er pas later het loof
af. Bewaar de bollen op een droge
plaats tot Oct.-November.
o
Behalve violeD, kan men nu nor
zaaien Cheiranthus of Muurbloem,
Vergeet-mg-nietjes, Madeliefjes, Sil-
lene pendula of Koekoeksbloem. Deze
zgn allen geschikt voor voorjaars
bloem Violen worden voor den winter
in perken geplant. De andere laat
men tot in de lente op het zaaibed
staan.
Wie nu nog tuinwortelen zaait
krijgt voor den winter nog een mooi
gewas, zonder wormen.
Hang een opgeblazen winkelzak
vrg aan een stok tusschen de erwten
soorten om musschen te weeren.
Zie nu de vruchtboomen eens na
of er bloedluis in zit. Bestrgd de
bloedluiskolonies met een penseeltje
gedrenkt in petroleum.
o
Zorg er vooral voor dat onkruiden
in uw tuin geen zaad kunnen schieten.
Een plantje muur of mier geeft meer
dan 15000 zaadjes.
o
Naar aanleiding van de vraag of
men nu ook jonge vruchtboompjes
kan verplanten het volgendeVer
wijder minstens de helft van de
bladeren, steek de boompjes met 'n
flinken kluit uit, bind daar een zak
omheen, als de boompjes ver vervoerd
moeten worden.
Vangbanden moet u nu spoedig
aanleggen. Die maakt u van stukken
gewasschen kalksalpeter-zakken.
Vouw die 3tukken, dubbel en bind ze
zoo om den stam, dat de vouw aan
den bovenkant komt. Met een stuk
draad goed vastbinden en tot Maart
laten zitten. Met vangbanden voor
komt u „vermaaide" vruchten.
Lijmbanden in October aanleggen.
Die worden gemaakt van perkament -
papier, dat met een goed soort
rupsenlijm bestreken wordt. Beiden
zijn in den handel verkrijgbaar.
Neem vooral prima lijm. Laat deze
handen ook tot Maart zitteD. Met
lijmbanden bestrijdt u de wintervlin-
der.
Neem dadelijk 'n
tegen dat afgematte gevoel.
Verrassend snel verdrijft 'n Akkertje
schele hoofdpijn, zenuwachtigheid,
oververmoeidheid en lusteloosheid.
Per koker van 13 stuks - 12 stuivers.
Per doos van 2 stuks - 2 stuivers.
fiADANTIF Wij garandeeren de goede
V/HIVHIv I IC werking van - AKKERTJES-,
want ze bevallen een bijzondere combina
tie van uitersi geneeskrachtige stoffen,
volgens recept van Apotheker Dumont.
Zorg er voor altijd "AKKERTJES" in
huis te hebben, dan hebt Ge ze bij
de hand, want vannacht nog kunt
Ge ze noodig hebben, bij pijnen, sla
peloosheid of als koorts overvalt I
niet de naaste concurrent van Frans
op den koopdag zou worden.
De koopdag was een gebeurtenis bij
Marie en Franse in den herd. De
oudere jongens praatten mee over de
mogelijkheden van den koop, wie er
allemaal zouden komen bieden en wat
Frans op de voorhand als hoogste
bedrag bieden zou.
Mane had groot vertrouwen. Ze had
den menschen die de boerderij af
waren komen kijken genoeg meege
geven. de stadsche boeren waren
trouwens ailemaal tennaastenbij familie
en die wist toch dat ze er hard genoeg
voorzaten.
Ze gingen met het heel huishouden
naar den koopdag, bij den inzet al.
Alleen Bertje moest maar thuis
blijven bij 't vrouwvolk Hij mocht in
een café nog niet gezien worden als
afgevallen siudent. Maar Klaas en
Driek gingen mee met Franse en
Marie's, naar den koopdag.
Frans hield de boerderij in z'n ge
heel aan zijnen naam, maar duizenden
guldens duurder dan hij ze eerst ge
taxeerd had. Frans werd door den
notaris proficiat gewenscht voor zijn
bieden.
Het is met den boerderijkoop zoo
uitgevallen, dat Frans de kleine massa
aan zijnen naam kreeg, de boerderij
met het omliggende land. Met de al
eerder gekochte stukken en de nieuwe
ontginning was het toch nog een
redelijke boerderij. Ze konden blijven
zitten daar. Ze hoefden voor niemand
op te trekken.
Op dezen grond in dit huis, waar
de meeste kinderen geboren waren,
waar ze het boeren leerden, zouden ze
blijven wonen.
Deze blijdschap, ze heeft den wran
gen smaak van den duren aankoop
sterk verzoet.
Als de jongens nou maar het besef
kregen, dat ze vanaf dezen dag op
eigen grond werkten en dat zóó moes-
Aardbeien worden uitgeplant zoo
dra er nieuwe plantjes aan de uit-
loopers zitten. Gewoonlijk wordt het
Augustus. Dit jaar zal het zeker
wel Augustus zgn voordat de plantjes
groot genoeg zgü. Neem jonge
plantjes van struiken die de meeste
vruchten hebben gegeven. Plant
afstand 50 x 25 c.m.
De beste overbemesting voor
Augurken is stalmest, als u die ten
minste zelf voorradig hebt. Die strooii
u gewoon over het land. Dus niet in
den grond werken. Als de grond
misschien niet voldoende kali en
fosforzuur bevat, kunt u nog een
paar kg. kalizout 40 pet. en super
per roe geven. Probeer in elk geval
een rij met stalmest. Dat bevalt u
beslist.
ONGELOOFLIJK EN TOCH
HISTORISCH WAAR
Maar.... is dat beuscb gebeurd,
Pater
Ja, mevrouw, zóó is het gebeurd...
't Was tegen 't eind van 'n missie
in 'n groote stad.
De missionarissen giDgen op zieken
bezoek.
De Pater kwam bg het hem op
gegeven huis. De naam stond erop.
Trrr.... ging de bel.
Voorzichtig verscheen een meisjes
hoofd 20 22 jaar.
Ik kom uwe moeder bezoeken
zij heeft de missie niet kunnen mee
maken, en dan moet de profeet
tot den berg gaan
Iets schuws vloog over het gezicht
van het bakvischje.
Ja, maar.... moeder is niet hier!
Niet hier Maar ze ligt toch
ziek te bed en ze heeft toch naar 'n
missionaris gevraagd
Lili, kem eens hier, hier is 'n
Pater die. naar moeder wil
Een niet veel ouder meisje kwam
te voorschijn ze kwam uit 'n kamer
waaruit rookwolken de aanwezigheid
van mannen verraadden.
Daar stond de tweede gratie....
met 'n heel verlegen gezicht
De Pater: Breng me nu maar eens
naar uw zieke moeder
Op dit herhaald verzoek wisselden
die twee 'n beteekenisvollen oogslag.
De oudste nam de leidiDg.
Kom a.u.b. een beetje hooger.
Onder ijzig zwijgen giDgen we
naar boven. Een, twee, drie, nu dat
beetje werd tamelijk veel drie
verdiepingen hoog.
len doen, dat de boerderij voor den
naam van Davids behouden kon blijven.
Met Driek ging Bertje deze jaren op
en af bij het werk.
In den wmter waren ze op de ont
ginning, in de lente teulden en zaaiden
ze samen. Ze waren overal bij elkaar,
waar het één man niet alleen afkon.
Driek had 'n vlotten mond tegen de
boerinnekes, die langs den akker
kwamen.
Nadien praatte hij met Bertjes wat
over de vrijerij onder de jonge boeren.
Hij had fantasie genoeg en hij dacht
er niet altijd aan dat Bertje in zoo'n
dingen feitelijk nog maar 'n snotneus
was.
Het zou Bertje ook wel aanstaan
zoo'n boerin te hebben, al was het er
maar een achteraf. Ze hoefde grif niet
van den stadschen kant te zijn
Hij kende er van aanzien genoeg, die
hij zou kunnen liefhebben. Maar als de
boerinnen van hem ondereen aan den
weet kwamen, dat hij geleerd had, dan
hadden ze toch geen zin meer in hem
Zooiets wist ge van tevoren.
Nee Bertje zou, als hij graag 'n
boerin had zijnen tijd moeten afwach
ten, dat hij langzamethand weer opge
nomen was onder de jonge boeren en
dat ze in hem geen verschil meer
zagen bij anderen.
Hij ging naar een landbouwschool
om de theorie te leeren. Driek was
daar ook te leer geweest.
Overdag op den akker steggelden
Bertje en Driek over de Iandbouw-
theorie. Ze gaven elkaar geen gelijk.
Ze praatten over scheikundige for
mules. De een had 't zoo geleerd en
de ander zóó. van denzelfden onder
wijzer. Ze hadden allebei gelijk.
Natuurlijk, want Driek kon zoo'n
snotneus toch niet toegeven en Bertje
had wel zoo lang gestudeerd, dat hij
er toch ook wel iets van af weten kon.
Wordt vervolgd.