TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS AKKERTJE Zag de wereld ooit zulk een razernij en dwaasheid 1 FEUILLETON. Jonge kracht op ouden grond Het roofdier. Millioenen kippen minder» Zaterdag 9 Juli 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 28 Minister-president Chamberlain heeft te Kettering (Northamptons hire) op een. groote vergadering het woord gevoerd en bij die gelegenheid gezegd „Ik acht hei mijn eersten plicht iedere zenuw in bedwang te houden, teneinde een herhaling van den grooten oorlog in Euro pa te voorkomen en ik kan niet gelooven, dat iemand, die niet verblind is door partijvooroor deel, iemand, die er over nadenkt wat een nieuwe oorlog zou be- teekenen, het niet met mij eens zou zijn en wenschen, dat ik mijn pogingen zal voortzetten." Chamberlain vervolgde: Zeer zeker zijn wij er toen in geslaagd, onze vrijheid te behouden en indien onze vrijheden opnieuw in gevaar zouden verkeeren en in dien wij er zeker van zouden zijn, dat er geen andere weg zou openstaan om ze te behouden dan oorlog, zouden wij opnieuw vechten, (appl.) Doch denkt voor het oogenblik eens, waartoe het gebruik van geweld ons heeft gebracht, wat de kosten er van waren in bloed en lijden voor ons en voor onze bondgenooten en voor hen, die toen onze vij anden waren. Chamberlain betreurde den tegenwoordigen toestand op de wereld. Wanneer hij de wereld rondkijkt, aldus verklaarde hij, ben ik ontzet over de vooruit zichten. Oorlog, gepaard gaande met verschrikkelijke Darbaarschheden voor de burgerbevolkingen woedt in China en in Spanje. Bijpa iedere week hooren wij geruchten over oorlogen en alle groote naties geven haar koste lijke spaargelden uit aan het uitdenken en vervaardigen van de meest etficiente instrumenten voor elkanders vernietiging. Ik vraag mij af, aldus Cham berlain, of de wereld ooit een dergelijk tooneel van mensche- lijke razernij en dwaasheid heeft aanschouwd. Ten aanzien van den Spaan- schen burgeroorlog zeide Cham berlain o.m. dat het Britsche plan inzake de terugtrekking van vrijwilligers uit Spanje ten lange leste is aangenomen en dat men thans hoop heeft, dat het niet lang meer zal duren of zij zullen het land aan de Spanjaarden overlaten. Met betrekking tot de Britsche schepen, welke handel drijven op Spanje, zeide de minister-presi dent, dat zij vier of vijf malen de gewone vrachtprijzen hebben ontvangen. Wij hebben gewaar schuwd en indien de reeders des ondanks en met het oog op deze winsten nog steeds schepen naar deze wateren zenden en wanneer deze schepen dan gebombardeerd worden, is het dan redelijk ons te vragen op te treden, hetgeen door PAUL KUYPËItS. (Nadruk verboden) 22 Den eersten mensch dien ze dezen voormiddag zagen, was Frans, die in een rooien zakdoek een bord met spekstruif droeg. Frans en Driek keken zwijgend naar Bertje, toen hij aan de spekstruif met dr' zwart verbrande bekorsting begon. Hij zou ze niet op kunnen. Hij at ze wei op en daarna rookte hij een pijp. Hij vroeg den roojen zak doek die om het bord gezeten had. Dien deed hij om zijnen hals, want 'n boer hoort 'n roojen zakdoek om den hals te hebben. Ge hebt oe eigen gekuld, zei Frans. Dan lijde-gij allang aan dat onge luk, vader Ik kon niet anders jongen. En ik wil niet anders, vader. Ze werkten voort. Frans iiep met het gezicht naar den grond gekeerd, toen hij bij hen wegging Bertje kapte het schaarhout toe mutserd met z'n scherpe sligmes. Hij luisterde bij dit werk naar den zingenden echo, die z'n vlucht nam naar alle kanten en van den bosch- rand rondom weer bij oe terugkwam, na 'n hortje. Van de kou werden z'n handen rood, ze zetten zich aan toe dikker worden. Ze waren groen van den slijmerigen uitslag op de takken, die hij neerkapte. Bertje veegde dat in den aanvang af. Dat was zijn gewoonte. Ge hoeft niet bang te zijn oew niet alleen hen, doch ook u in deze oorlogsverschrikkingen zou betrekken Wat mij betreft, aldus Cham berlain, ik zou van meening zijn, dat indien wij zouden luisteren naar verzoeken van dezen aard, wij het vertrouwen, dat het volk van Groot-Brittannië in ons stelt, zouden beschamen. Dit beteekent niet, dat wij lucht bombardementen op schepen zou den vergoelijken, of dat wij een blokkade van havens door middel van vliegtuigen zouden erken nen. Na herinnerd te hebben aan de door Franco gegeven verze kering, dat Britsche schepen niet voor bombardementen werden uitgekozen, doch dat bommen door hoogvliegende toestellen toestellen uitgeworpen, Britsche schepen konden treffen, zeide Chamberlain, dat hij moest toe geven, dat het voor hem moei lijk moeilijk was deze uitlegging in overeenstemming te brengen met eenige bekende feiten, doch dat de vliegers van Franco zich misschien tenslotte niet steeds streng aan hun instructies hou den. Met betrekking tot in het La gerhuis gevoerde debatten over de buitenlandsche politiek, zeide Chamberlain, dat hij niet zal af wijken van de politiek, welke naar zijn meening de juiste is voor Groot-Brittannië door cri- tiek, welke hem zoowel onge grond als verkeerd voorkomt. Onder dit opschrift schrijft De Avondpost volgende sarcastische uitval De heer Joe Louis, bokser, heeft de rechternier van den heer Max Schmeling, ook bokser, zulk een geweldigen stoot gegeven, dat de getroffene reeds na twee minuten buiten gevecht werd gesteld. De aangrenzende been deren zijn beschadigd. Daarvoor ontving de heer Joe Louis de som van f 700.000. Er is voor ons, al bleven onze nieren heel, toch een bittere bij smaak aan. De heer Schmeling is immers een blanke, de heer Louis een kleurling. Het is sma delijk voor alle blanken, dat de nier van een onzer beschadigd is, inplaats van de nier des negers. Het is vooral smadelijk voor de Duitsche blanken. De kleine heer Göbbels, minister van propaganda, had de echtgenoote van Schmeling, de bekende film actrice Anny Ondra, bij zich aan huis genoodigd, om naar het radio-verslag te luisteren. Men moet zich deze tragiek indenken. De nier van den blanken Duit- scher door de vuist van een neger ingedeukt. Zal de bloed ras-bodem-theorie dit kunnen verdragen Zal Schmeling straks niet voor hoogverraad terecht moeten staan Niet minder dan 147 radio stations zonden het verslag uit. handen vuil te maken, zei Driek, want dat is van nou af voor oe weggelegd. Hij kapte. Zijn armen werden er gauw moe van. Daar moest hij maar tegen kunnen. Het zou wei beter worden. - Kom, zei Driek, toen de middag al een heel eind verstreken was, we gaan jagen Ze borgen het gerei op onder de heiplaggen. Nadien stond Driek met de voering van zijnen duffel- jas te futselen. Hij haalde er den loop van een geweerke uit, de zware kolf kwam achterna. Dat was een verrassing voor Bertje's. Dat ge oewen mond houdt Daar kon Driek van opaan. Driek 'n jager, maar mensch toch I Hij liep een beetje voorover boven den naar beneden gerichten loop van zijn geweer tnsschen de boomen door. Bertje moest wat uit den weg blijven Ge wist nooit met zoo'n geweer 1 Ze liepen zoo een eind. Bertje maakte herrie genoeg. Er waren geen hazen te zien! Maar Driek loerde tusschen de boomen door. De eerste duisternis van den winter- namiddag kwam hen in 't bosch tegen. Pang'n schot. Herhaald klinkend trok het geluid hiervan door de bosschen weg. Nou zag Bertje het konijn pas, dat met gekromde voorpooten tegen den dood streed. Driek kón jagen. Ja, Bertje mocht het konijn wel op den rug vatten. Die zal ik-ook zeuven centen door d'ren staart jagen, ffuisterde Driek en mee viel het schot. 'n Fazant kwam in stervende scheer- vlucht uit de boomen naar den grond. Driek had z'n geheimzinnigheid. Hij deed het geweer in twee stukken en stopte het onder de voering van zijnen duffeljas weg. Onderweg verkocht hij den buit, voor 'n daalder. Bertje kreeg er 'n kwartje van, als hij zijnen mond maar dicht hield. De toeschouwers zoo lazen wij gingen „als waanzinnigen' te keer, hoewel een voorstelling van 2 minuten nu niet bepaald een prettig „uit-je" is. Naafloop stond denegerwijk zöö op stelten, dat de politie met biandweer en traangas moest ingrijpen. In September zal de heer Joe Louis boksen tegen den heer Max Baer. Slaagt hij er in, van dezen heer beide nieren en aangrenzende omgeving te ver brijzelen, dan zal zijn honorarium verdubbeld moeten worden. Dit is logisch. Het zou niet recht vaardig zijn voor twee nieren ook slechts 7 ton uit te keeren. Leven wij werkelijk in een waanzinnige wereld Hebben wij werkelijk vele eeuwen beschaving achter den rug De wijsgeer van het pessimisme, Oswald Spengler, schreef ietwat grimmig over het roofdier in den mensch, dat altijd op den loer ligt, gereed om uit te breken door de schijn-tralies van be schaving en fatsoen. Is het zoo Als het zoo is, dan zijn niet alleen de heeren Joe Louis en Max Schmeling, en de tienduizen den die er bij waren, roofdieren. Maar ook wij allen, die over deze krankzinnige barbaarsch heden met eenige belangstelling lezen, en naar de bijzonderheden er van nieuwsgierig zijn. En toch evenveel eieren geraapt Zaterdag was te Utrecht de alge- meene Nederlandsche pluimveeteelt- vereeniging in ledenvergadering bijeen. Nadat des morgens een gecombi neerde vergadering der erkende fok kers en vermeerderaars, georgani seerd in de A.N.P.V. was gehouden, werd des middags om twee uur in hotel Noord-Brabant de algemeene ledenvergadering geopend. De eierprgzen zeide de voorzitter mr. H. W. J. Sannes gaan op en neer en nog steeds past een voor zichtige en niet te optimistische be oordeeling van de positie der pluim veehouders op dit oogenblik. Verheugend is het feit, dat de pluimveestapel belangrijk produc tie ver is geworden, vergeleken met eenige jaren geleden. De winterleg is gestegen en de totale jaarproduc tie is omhooggegaan. De kippen- stapel, die met ongeveer l/5de ge deelte was verkleind sedert 1934, leverde evenveel eieren op, als in dat jaar, toen hg ongeveer l/5de gedeelte grooter was. Dit beteekent, dat de pluimveehouders millioenen kippen minder behoeven te voeden, om even veel eieren te rapen. Het beteekent een belangrgke verlichting, een be langrijke verbetering voor de pluim veehouderij, De tweede omstandigheid, welke als gunstig mag worden aangemerkt, is de toeneming van onzen export. In het topjaar 1931 voerden wij nog 1094 millioen eieren uit. in 1932 be gon de daling in te zetten, aanvan kelijk nog kleiner gingen in dat jaar nog 1074 millioen stuks over de grenzen. Toen kwam de groote smak naar benedenin 1933 exporteerden wij nog maar nauwelijks 720 millioen. Sedert zette zich weder een lang zame stgging inin 1934 waren het er 778 millioen, in 1935 782 millioen. Een grootere stap werd gemaakt in het verplanten een goed ontwikkeld 1936wij kwamen op 830 millioen wortelstelsel hebben, en in 1937 met een sprong op 982Als in October de perken vrij millioen, zoodat nog een stijging als komen, worden de viooltjes er op van 1937 noodig is om het hoogste gezet. Perken met voedzamen grond, punt van 1931 te hebben overschre-^ die in de volle zon liggen, geven het den. Deze feiten zgn voor onze pluim- volgend jaar de mooiste violen. De veehouderij, welke voor een goed plantafstand is 20 tot 25 c.m. In deel op den uitvoer van zijn eieren zachte winters gaan de viooltjes is aangewezen, van groote beteeke- soms al vroeg bloeien. Het is aan te nis. raden alle bloemen, die er in den Bijzondere aandacht mag daarbij herfst aan komen, zorgvuldig te ver- geschonken worden aan onzen export I wijderen. Als de plantjes op een naar Engeland. winderige plaats staan moet men In 1937 werd 8398 ton meer uitge- wat dennentakken of ander rijshout voerd dan in 1936, terwijl de eerste er tusschen leggen. Ze waaien dan vier maanden van 1938, die van 1937 i bij vorst n iet stuk. Ook kan men er weer met 2239 ton overtroffen. In wat blad of turfmolm tusschen 1934 voerden wij in Engeland niet i leggen. Noodzakelijk is dat echter meer in dan 113 millioen eieren. In 1937 517 millioen, terwijl van Septem ber '37 tot en met Februari '38 de vermeerdering voor Nederland 28.4 pet. bedroeg en voor Denemarken 3 pet. In dit verband moet gewezen wor den op de groeiende samenwerking der exporteurs, teneinde betere prijzen op de Engelsche markt te kunnen bedingen. Deze samenwer king is voor de pluimveehouders een voordeel, want een hoogere prgs, in het buitenland gemaakt, komt ook hun ten goede. De concentratie van de exporteurs in gemeenschappelijke verkoop-bureau's voor den handel, waardoor onderbiedingen worden voorkomen, is voor de pluimvee houders een goed ding, zoolang daaruit geen gemeenschappelijk overleg omtrent de prijzen bij den inkoop der eieren voortvloeit. Zou dit geschieden, dan zou de onder linge concurrentie tusschen de exporteurs bij den aankoop der eieren worden opgeheven en dan zouden de pluimveehouders minder goed af zijn. Deze kant van de samenwerking dtr exporteurs is tot dusverre slechts weinig belicht en spr. achtte het gewenscht daarop de aandacht te vestigen. LAND- EN TUINBOUW. Zoo'n leven stond Bertje wel aan. In die dagen plantte Bertje aan een slootkant van de boerderij eenen wilgen boom. Daar had hij z'n verzwegen be doeling mee. Hij deed 't met zorg In de kuil wierp hij koemest en slijk. Na dien stond hij eenigen tijd boven de kuil te droomen. Hij schreefeen briefke. Hij zat vol fantasie die jongen. „Met dezèn boom zal m'n boeren- hart groeien en aan z'n voet ligt het verleden begraven Bert Davids." Dat zette hij op 't briefke. Hij stopte het in een blikken dooske en begroef 't aan den voet van den jongen wilgen boom. Voor hem zou de groeiende wilg aan den waterkant een herinnering hebben. Bertje vertelde hier niks van. Hij had zoo z'n eigen geheimzinnigheid met die dingen. De boom zou wel groeien, want hij was goed gepoot en van mest voorzien. Wilgen wilden daar toch nogal vooruit. De lente was nog niet gekomen, toen de pachtvrouw van Fians Davids zijn boerderij stierf. De boerderij zou onder den hamer komen. Dat leverde zijnen nieuwen trubbel op. De notaris kwam over den stoep en nadien vreemde boeren, die deze hoeve, zoo kort aan de stad wilden koopen. Frans praatte over de toekomst met zijn zoons, als de boerderij in andere handen kwam en zij ergens anders een nieuwen nest moesten gaan zoeken. Er kwam zooveel vreemd volk om de ge veilde boerderij te bekijken en het was heel goed mogelijk, dat de boerderij zoo duur zou worden, dat ge voor andere menschen zoudt kunnen gaan werken, als ge ze gekochi had. Te verdienen zou er niks meer zijn. Frans had er hinder van, dat er zooveel volk over zijnen grond en langs zijn gedoente kwam loopen. Hij zou ze wel weg hebben kunnen jagen. Hij moest de boerderij aan zijnen naam Nu voorjaarszorg. Elk voorjaar zien we de tuinen bij vele huizen versierd met de zoo schitterend en zoo rijk bloeiende viooltjes. Bij iederen bloemenliefhebber ont waakt dan het verlangen naar een perk met dankbare plantjes. Natuur lijk kan men die dan nog wel koopen, maar bg velen blijft dat achterwege omdat men er het geld niet voor heeft of omdat men te ver van een bloemist woont, die ze voorradig heeft. Daarom moet men nu zelf viooltjes zaaien. De maand Juli is daarvoor het meest geschikt. Men krijgt dan voor den winter nog stevig ontwik kelde planten, die pas in het voor jaar bloeien. Als te vroeg gezaaid wordt bloeien ze nog in den komen den herfst. Dat kan geen kwaad, als de bloemen er dan maar afgehouden worden. Men zaait in koelen, vochthouden- den grond uit de zon. Bij voorkeur doet men dat in een kouden bak, waarvan de ruiten met witkalk be streken worden. Het gaat echter even goed in den vollen grond van den tuin. Men wacht dan op een paar regenrijke dagen of men begiet den grond daags voor het zaaien flink. Nadat het zaad uitgestrooid en licht ondergeharkt is, worden er zakken of zoo iets over het zaadbed gelegd. Op die zakken kan men dan gerust gieten. Zoodra de zaadjes boven den grond komen, wordt de bedekking verwij derd. Als de plantjes zich voorspoe dig ontwikkelen worden ze tegen einde Augustus of begin September eens verplant Men kan ze dan ge rust in de volle zon zetten op vocht- houdenden grond. De eerste dagen na het verplanten moet op tijd ge goten worden. Als nog voor wat mest gezorgd is, krijgen we op deze manier mooie planten, die tengevolge van hebben, anders was zijn kostwinning verloren en de toekomst als boer voor z'n jongens. Zoo dacht er Maiie ook over, zeker, maar die ging met al die menschen, die er kwamen, de boerderij af. Ze haalde ze nadien binnen in den herd. Ze gaf ze 'n borrel of den koffie, gelijk dat uitkwam. Dan begon Marie langzamerhand te krijgen De boerderij lag aan de stad; maar dat had z'n mee en z'n tegen. Ze was niet van zoo'n deugd, als ge zoudt zeggen bij den eersten opkijk en de rivier ver zuurde oewen grond bij winter en lente als de regens kwamen. Marie en Frans waren daar indertijd meer uit nood gekomen Ze waren er gevestigd, ze hadden een goeie ontginning, die veel goed kon maken wat den totalen op brengst betiett. En wat de buurt aan belangde, als ge kinderen groot te brengen had, dan was het onverant woordelijk hier te wonen. Ze zagen van alles in zoo'n straat. Nee, 't was bepaald niet alles deze boerderij. Marie kon zoo zachtjes en met 'n droefgeestige uitdrukking in haar oogen haar klaagwoorden zeggen. Ze schreuwde op ft eind. Het viel zoo tegen hier. Ze moest iemand anders die z'n eigen hier neer wilde koopen wel waarschuwen. Daar stierf trouwens ook nogal vee op deze stallen, ge wist niet vanwaar dat kwam. Marie deed niet aan bij geloof, maar ze kon toch ook niet zeggen dat dit huis nou bepaald ge zegend was in die dingen. De kamers en de bedden waren nogal nat en als ge dit niet wist zoudt ge denken, dat zoo'n nieuwe behuizing nogal wat waard is. Als dat zoo was, zooals de boerin zei en die schreuwde nou toch wezen lijk, dan zouden ze nog maar 'ns aan zien, eer ze op^de boerderij boden. Zoo hielp Marie de menschen van den vloer af Ze deed de deur achter hen dicht, met de zekerheid, dat deze boer' niet en nooit mag men de plantjes heelemaal bedekken. Zoodra in het voorjaar de groei weer begint, geeft men gier of een handje chilisal- peter. Gooi echter nooit mest op de planten. v. D. Nieuwtjes en wenken. Denk er aan dat iedere week de dieven uit de tomaten gehaald wor den. De dieven zgn zgscheuten, die uit de oksels der bladeren opschieten. o Laat in uw tuin geen enkel plekje onbenut. Zaai er nu nog groenten na regenachtige dagen. o Het is nu de tijd om tulpenbollen uit den grond te halen. Trek ze met loof en al uit. Laat ze zoo in de zon drogen en sngd er pas later het loof af. Bewaar de bollen op een droge plaats tot Oct.-November. o Behalve violeD, kan men nu nor zaaien Cheiranthus of Muurbloem, Vergeet-mg-nietjes, Madeliefjes, Sil- lene pendula of Koekoeksbloem. Deze zgn allen geschikt voor voorjaars bloem Violen worden voor den winter in perken geplant. De andere laat men tot in de lente op het zaaibed staan. Wie nu nog tuinwortelen zaait krijgt voor den winter nog een mooi gewas, zonder wormen. Hang een opgeblazen winkelzak vrg aan een stok tusschen de erwten soorten om musschen te weeren. Zie nu de vruchtboomen eens na of er bloedluis in zit. Bestrgd de bloedluiskolonies met een penseeltje gedrenkt in petroleum. o Zorg er vooral voor dat onkruiden in uw tuin geen zaad kunnen schieten. Een plantje muur of mier geeft meer dan 15000 zaadjes. o Naar aanleiding van de vraag of men nu ook jonge vruchtboompjes kan verplanten het volgendeVer wijder minstens de helft van de bladeren, steek de boompjes met 'n flinken kluit uit, bind daar een zak omheen, als de boompjes ver vervoerd moeten worden. Vangbanden moet u nu spoedig aanleggen. Die maakt u van stukken gewasschen kalksalpeter-zakken. Vouw die 3tukken, dubbel en bind ze zoo om den stam, dat de vouw aan den bovenkant komt. Met een stuk draad goed vastbinden en tot Maart laten zitten. Met vangbanden voor komt u „vermaaide" vruchten. Lijmbanden in October aanleggen. Die worden gemaakt van perkament - papier, dat met een goed soort rupsenlijm bestreken wordt. Beiden zijn in den handel verkrijgbaar. Neem vooral prima lijm. Laat deze handen ook tot Maart zitteD. Met lijmbanden bestrijdt u de wintervlin- der. Neem dadelijk 'n tegen dat afgematte gevoel. Verrassend snel verdrijft 'n Akkertje schele hoofdpijn, zenuwachtigheid, oververmoeidheid en lusteloosheid. Per koker van 13 stuks - 12 stuivers. Per doos van 2 stuks - 2 stuivers. fiADANTIF Wij garandeeren de goede V/HIVHIv I IC werking van - AKKERTJES-, want ze bevallen een bijzondere combina tie van uitersi geneeskrachtige stoffen, volgens recept van Apotheker Dumont. Zorg er voor altijd "AKKERTJES" in huis te hebben, dan hebt Ge ze bij de hand, want vannacht nog kunt Ge ze noodig hebben, bij pijnen, sla peloosheid of als koorts overvalt I niet de naaste concurrent van Frans op den koopdag zou worden. De koopdag was een gebeurtenis bij Marie en Franse in den herd. De oudere jongens praatten mee over de mogelijkheden van den koop, wie er allemaal zouden komen bieden en wat Frans op de voorhand als hoogste bedrag bieden zou. Mane had groot vertrouwen. Ze had den menschen die de boerderij af waren komen kijken genoeg meege geven. de stadsche boeren waren trouwens ailemaal tennaastenbij familie en die wist toch dat ze er hard genoeg voorzaten. Ze gingen met het heel huishouden naar den koopdag, bij den inzet al. Alleen Bertje moest maar thuis blijven bij 't vrouwvolk Hij mocht in een café nog niet gezien worden als afgevallen siudent. Maar Klaas en Driek gingen mee met Franse en Marie's, naar den koopdag. Frans hield de boerderij in z'n ge heel aan zijnen naam, maar duizenden guldens duurder dan hij ze eerst ge taxeerd had. Frans werd door den notaris proficiat gewenscht voor zijn bieden. Het is met den boerderijkoop zoo uitgevallen, dat Frans de kleine massa aan zijnen naam kreeg, de boerderij met het omliggende land. Met de al eerder gekochte stukken en de nieuwe ontginning was het toch nog een redelijke boerderij. Ze konden blijven zitten daar. Ze hoefden voor niemand op te trekken. Op dezen grond in dit huis, waar de meeste kinderen geboren waren, waar ze het boeren leerden, zouden ze blijven wonen. Deze blijdschap, ze heeft den wran gen smaak van den duren aankoop sterk verzoet. Als de jongens nou maar het besef kregen, dat ze vanaf dezen dag op eigen grond werkten en dat zóó moes- Aardbeien worden uitgeplant zoo dra er nieuwe plantjes aan de uit- loopers zitten. Gewoonlijk wordt het Augustus. Dit jaar zal het zeker wel Augustus zgn voordat de plantjes groot genoeg zgü. Neem jonge plantjes van struiken die de meeste vruchten hebben gegeven. Plant afstand 50 x 25 c.m. De beste overbemesting voor Augurken is stalmest, als u die ten minste zelf voorradig hebt. Die strooii u gewoon over het land. Dus niet in den grond werken. Als de grond misschien niet voldoende kali en fosforzuur bevat, kunt u nog een paar kg. kalizout 40 pet. en super per roe geven. Probeer in elk geval een rij met stalmest. Dat bevalt u beslist. ONGELOOFLIJK EN TOCH HISTORISCH WAAR Maar.... is dat beuscb gebeurd, Pater Ja, mevrouw, zóó is het gebeurd... 't Was tegen 't eind van 'n missie in 'n groote stad. De missionarissen giDgen op zieken bezoek. De Pater kwam bg het hem op gegeven huis. De naam stond erop. Trrr.... ging de bel. Voorzichtig verscheen een meisjes hoofd 20 22 jaar. Ik kom uwe moeder bezoeken zij heeft de missie niet kunnen mee maken, en dan moet de profeet tot den berg gaan Iets schuws vloog over het gezicht van het bakvischje. Ja, maar.... moeder is niet hier! Niet hier Maar ze ligt toch ziek te bed en ze heeft toch naar 'n missionaris gevraagd Lili, kem eens hier, hier is 'n Pater die. naar moeder wil Een niet veel ouder meisje kwam te voorschijn ze kwam uit 'n kamer waaruit rookwolken de aanwezigheid van mannen verraadden. Daar stond de tweede gratie.... met 'n heel verlegen gezicht De Pater: Breng me nu maar eens naar uw zieke moeder Op dit herhaald verzoek wisselden die twee 'n beteekenisvollen oogslag. De oudste nam de leidiDg. Kom a.u.b. een beetje hooger. Onder ijzig zwijgen giDgen we naar boven. Een, twee, drie, nu dat beetje werd tamelijk veel drie verdiepingen hoog. len doen, dat de boerderij voor den naam van Davids behouden kon blijven. Met Driek ging Bertje deze jaren op en af bij het werk. In den wmter waren ze op de ont ginning, in de lente teulden en zaaiden ze samen. Ze waren overal bij elkaar, waar het één man niet alleen afkon. Driek had 'n vlotten mond tegen de boerinnekes, die langs den akker kwamen. Nadien praatte hij met Bertjes wat over de vrijerij onder de jonge boeren. Hij had fantasie genoeg en hij dacht er niet altijd aan dat Bertje in zoo'n dingen feitelijk nog maar 'n snotneus was. Het zou Bertje ook wel aanstaan zoo'n boerin te hebben, al was het er maar een achteraf. Ze hoefde grif niet van den stadschen kant te zijn Hij kende er van aanzien genoeg, die hij zou kunnen liefhebben. Maar als de boerinnen van hem ondereen aan den weet kwamen, dat hij geleerd had, dan hadden ze toch geen zin meer in hem Zooiets wist ge van tevoren. Nee Bertje zou, als hij graag 'n boerin had zijnen tijd moeten afwach ten, dat hij langzamethand weer opge nomen was onder de jonge boeren en dat ze in hem geen verschil meer zagen bij anderen. Hij ging naar een landbouwschool om de theorie te leeren. Driek was daar ook te leer geweest. Overdag op den akker steggelden Bertje en Driek over de Iandbouw- theorie. Ze gaven elkaar geen gelijk. Ze praatten over scheikundige for mules. De een had 't zoo geleerd en de ander zóó. van denzelfden onder wijzer. Ze hadden allebei gelijk. Natuurlijk, want Driek kon zoo'n snotneus toch niet toegeven en Bertje had wel zoo lang gestudeerd, dat hij er toch ook wel iets van af weten kon. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1938 | | pagina 5