TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS AKKERTJE FEUILLETON. Jonge kracht op ouden grond Zaterdag 2$ Mei 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 22 Het in Nederland werkzame buiten- landsche kapitaal. Het is een oude klacht van Limburg, dat onze provincie ge schuwd wordt door het Neder- landsche kapitaal. De groot-in dustrie wordt voor een groot deel met buitenlandsch kapitaal gefinancierd. Men had in Neder land veel meer vertrouwen in Amerikaansche en Russische sporen en andere papieren, waar vermogens in zijn verloren, dan in Limburgsche industrie. Diezelfde klacht werd ook in Zeeuwsch-Vlaanderen, een ander grensgebied, reeds langen tijd vernomen. Maar daar is het buitenlandsch kapitaal den laat- sten tijd op ander terrein zeer actief. De Zeeuwsche correspondent van de N.Rott.Ct. geeft hierover de hierna volgende wel zeer be langwekkende mededeelingen Men maakt zich in onze pro vincie sedert eenigen tijd onge rust over den aankoop van lan derijen door buitenlanders. In verschillende deelen van Zeeland maar voornamelijk in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen kan geen stuk van eenige beteekenis onder den hamer komen, of het gaat in buitenlandsche handen over. Het zijn vooral Belgen en ook Fransche industrieelen uit de omgeving van Rijssel, die het oog op het Zeeuwsche land heb ben laten vallen. Naar schatting hebben dezen de laatsle twee jaren in onze provincie en wel hoofdzakelijk in West-Zeeuwsch-Vlaanderen, voor ruim 2 miilioen "gulden grond gekocht en nog ziet het er niet naar uit, dat hun „landhonger" gestild is. Ongeveer 1 vierde van West-Zeeuwsch-Vlaanderen en tal van hofsteden zijn het eigendom van Belgen en Franschen en als dezen voortgaan hun geld in Zeeuwsch land en Zeeuwsche boerderijen te beleggen op de wijze zooals de laatste jaren is geschied, is het gevaar, dat Zeeuwsch-Vlaanderen op den duur in vreemde handen geraakt, geenszins denkbeeldig. In de streek, waar het buiten landsche kapitaal zich zooveel bezittingen verschaft, vindt men dezen gang van zaken allesbe halve aangenaam, doch men staat er machteloos tegenover. Pogingen om particulieren en lichamen uit „Holland" voor de Zeeuwsch-Vlaamsche landerijen en kapitaalbelegging te intres- seeren, hebben volkomen gefaald. Iedere hofstede, die verkocht wordt, krijgt steevast een buiten- landschen eigenaar. Te verwonderen is dit niet. Tal van fabrikanten uit het Noord Fransche industriegebied, zoeken rustige, veilige beleggingen. Zij vinden die te kust en te keur in het naburige Zeeland, dat per auto in ruim anderhalf uur te bereiken is, zoodat zij gemakke- door PAUL KUYP13RS. (Nadruk verboden) 16 Met Kerstmis moest de huur er even goed zijn. Nee, ze kon terwille van de verwijten, als ze er straks niet komen konden, niks zeggen. Frans moest maar beginnen, ais hij dacht dat het zoo beter was, had ze gezegd, toen ze haar vroegen, welken dunk zij er over had. Het ging aan. De volgende week spande Frans de merrie in en voer zand naar de stad. Marie zag hem den geheelen dag niet. Frans nam boter hammen mee voor den middag en eenen gevuiden haverzak voor de merrie. Malie had op die dagen de zorg voor de boerderij. Driek kwam 'ns bij haar buurten. Hij was bij Franse in de stad en aan de zandkuil. Hij regelde een en ander, dat Frans daar niet zooveel kopzorgen mee had. 's Zaterdags bracht Frans het eerste geld mee. Hij legde dat op tafel. Er waren ook briefkes bij. Frans legde die vast mee zilvergeld. Marie stond daarover gebogen. Frans stond achter haar. Het zal zóó wel 't beste zijn, vrouw. Marie keek Frans aan. Hij wist dat hij tegen hun ongezegde afspraak vóór en bij hun trouw in handelde met dat zandvaren. Dat zal zijn, Frans, zei Marie en ze vatte het geld op van de tafel. lijk het cog op hun bezittingen daar kunnen houden. Veiligheid speelt voor hen een grootere rol dan intrest en als zij van hun geld in een rustige be legging, die vrijwel nooit aan schommelingen onderhevig is, 3 pet. maken, nemen ze er ge noegen mee. Verschillende landbouwers, die onder hypotheeklasten gebukt gaan en die weten, dat Belgische en Fransche beleggers op hun bezittingen gebrand zijn, bezwij ken voor de verleiding om door verkoop uit de schuld te geraken. Temeer omdat zij, als hun boer derij in vreemde handen is over gegaan, toch als pachter, tegen een alleszins redelijke pachtsom op hun goed kunnen blijven zitten. En zoo slokt het Belgisch en Fransch kapitaal stuk na stuk de Nederlandsche eigendommen op. Liever dan in Franschen of Bel gischen grond laat het zich in Zeeuwschen grond beleggen. Want de Zeeuwsche grond is goed, ligt veilig over de grens en doordat het registratie-recht hier slechts 3 pet. bedraagt tegen ongeveer 11 pet. in België en 22 pet. in Frankrijk, is hij meestal nog goedkooper ook. In het stukje Nederland over de Weslerschelde slaat men den snel toenemenden invloed van het buitenlandsche kapitaal met bezorgdheid gade. Men vraagt zich af of de Nederlandsche beleggers in hun afkeer van Zeeuwsch-Vlaanderen zullen volharden en of men ook in de toekomst met het vader- landsche kapitaal, ofschoon men er geen weg mee weet, niet over de Schelde zal durven komen en de streek uit de handen van de buitenlanders te redden. Alle industrieën van eenige be teekenis In Zeeuwsch-Vlaanderen, op twee na, zijn buitenlandsch bezit en nu dreigt de grond ook denzelfden weg op te gaan. Is het te verwonderen, dat menig bewoner van dit stukje Nederland met zorg zoor de toe komst vervuld is Dat is inderdaad niet te ver wonderen. Het zou echter wél te verwonderen zijn, wanneer die zorg tot Zeeuwsch-Vlaanderen beperkt bleef en men er b.v. in Den Haag geen blijk van gaf. De Nederlandsche beurs en 't Nederlandsche kapitaal toonen zich na eenmaal weinig natio nalistisch. Dat wordt door dien toestand in Zeeland opnieuw ge ïllustreerd. Men meent zijn geld roekeloos op het spel te zetten, wanneer men het zoo ver buiten „Holland" in industrie zou steken en blijkbaar eveneens, wanneer men den goeden Zeeuwschen kleigrond in Nederlandsche han den zou trachten te houden. De ronde Zeeuwen, die in 1913 en 1919 de vreemde annexatie pogingen zoo fier, trouw, zelfbe wust en verontwaardigd van de handen hebben gewezen, moeten nu kennis maken met een ander soort annexatie, die van hun Ze legde het geld in de kast Er was nog nooit zooveel ineens bijgekomen. Ze kon het gebruiken. Ze had haren huisraad nog met heelemaal. Daar blijven altijd van die dingen, die ge bij den trouw niet koopt. Dat komt later nog wel 'ns. Ze had zorgen zat. Ze dacht aan de komende lente, als het eerste kind hier op den herd zou zijn Ze zou nou in ieder geval hendigeruit den weg kunnen met de huur en nader hand als de geboorte voor de deur stond. Hanne, de boerin van de „Laaghoeve" kwam zoo ook wel 'ns 'n keer kijken, hoe ze het maakten daar als jong huis mannen bij elkaar. Ja, Hanne kwam eigenlijk met 'n vraag Frans was zoo nogal 'n paarden kenner. Marinus moest een goed paard hebben voor zijnen uitzet en Driek wilde er nooit met Marinus op uitgaan. Het werd onderhand toch tijd. Frans had de fiets, hij kon vlug op en neer. Ze wou tegen Frans al vast zeggen, dat ze maar niet naar een vijftig gulden hoefden te kijken. Hanne wist hoe ze praten moest. Ze bestuitte Frans om z'n paardenkennis. Hoe kon het anders. Klaas Davids had daarvoor bekend gestaan. Als zoo'n kenners oe de hand wilden staan dan waart ge nooit be kocht aan 'n paard, want in dezen handel zat nogal wat in. Frans deed 't natuurlijk. Hij fietste met Marinus de dorpen af Ze kochten 'n paard. Driek zaagt ge nadien in geen maanden meer bij Frans aan huis. Marie had dat wet voorzien, lijk ze zei. Toen de volle winter kwam lag de bouwerij in de stad stil. Het zandvaren was gedaan in dezen tijd. Frans en de knecht gingen nou maar in de schuur. Ze moesten het melken van Marie's overnemen. Ze kon dat niet meer, nou 2e zoover gevorderd was. grond. Een wel aangename ge waarwording 1 Behalve verschillende Zeeuw sche gronden, die reeds in vreemde handen waren, is daar de laatste twee jaar nog voor ruim fwee miilioen gulden grond door vreemdelingen opgekocht. Hoewel er honderden miilioen guldens dagelijks bij de Neder landsche Bank werden gedepo neerd, die er ongebruikt liggen, zijn geen paar miilioen te krijgen om te voorkomen, dat groote stukken Zeeuwschen grond, bui ten de normale verhouding van grondbezit over en weer, in de handen van vreemdelingen ko men 1 Nederland maakt wel op on aangename wijze kennis met het buitenlandsche kapitaal. Het werd voorheen door spe culanten herhaaldelijk [gebruikt, om onzen gulden te laten kel deren. Daarna werden honderden millioenen aan vreemd kapitaal ondergebracht bij de Nederland sche Bank; ook niet tot onze geruststelling, want wie weet, hoe daarmee, wanneer 't oogen- blik gunstig wordt geacht, zal worden gemanipuleerd. En nu in Zeeland weer een andere, heel onaangename onder vinding. Ook in Limburg mogen deze mededeelingen niet maar voor kennisgeving worden aangeno men. Wat daar gebeurt, kan ook hier dreigen. Een opdrijving van grondprijzen kan best worden gemist en zeker eer. aankoop van grond door buitenlanders, die daarmee de vruchten van den arbeid onzer boeren zouden op strijken, om nog niet te spreken van de moeilijkheden en verwik kelingen, welke het bezit van vele goederen door vreemdelingen op den duur voor ons land zou kunnen meebrengen. Wanneer de Nederlandsche kapitaalbezitters zoo weinig na- tionalen zin toonen, dat toestan den als in Zeeland mogelijk wor den, dan moge de regeering hier tijdig ingrijpen. Waarom moet het vreemde kapitaal hier zoo gemakkelijk binnen kunnen dringen en zoo gemakkelijk kunnen werken Terwijl Nederland Imoeite heeft om van het in den vreemde be legde de rente te kunnen krijgen en van aflossing veelal volstrekt niets terecht zal komen Ons land staat hier voor een dringend vraagstuk 1 Millioenen-werk in werkverschaffing. De Beersche Maas zal eens een sprookje zijn. De allerwegen jn woord en ge schrift aan den dag gelegde belang stelling voor het zoo actueele vraag stuk der bestrijding der werkloosheid heeft den minister van Sociale Zaken prof. C. P. M. Romrae, aanleiding gegeven een aantal journalistieke excursies te organiseeren naar be langrijke objecten van werkverschaf fing, werkverruiming en jeugdzorg Marie bracht de dagen door in haren herd. De zoldering, 'n bietje vergeeld van den kachelrook hing daar laag boven. De staanklok telde voor haar de lange uren en noemde ze met harde slagen. Marie had haar eerste nood in haar stille huis. Ze stookte moeilijk gebogen de kachel. Nadien draaide ze zich in haar stoel naar de warmte daarvan. Door het raam zag ze op het land, waar de winter woedde. Het varen van karren over de viiesharde wegen had een harde klank naar alle kanten. Ze hoorde het geunzen van de koeien van uit den warmen stal. Ze hoorde het dorschen van Frans in de schuur. Frans En zijDe nieuwe komende belofte. De voortzetting van hun bestaan op den boerengrond. De trubbel van de toekomstige dagen, waarin ze misschien zooveel alleen zou zijn Het kind werd in Februari geboren. Het was een meiske Het had de*oogen van Frans. Het had trekken van moe ders. Frans was in deze dagen bij de bed stee. Hij gaf z'n goede zorgen. Hij hield het kind geheven onder den lagen zolder, waar het uit de verborgenheid van z'n omvattende handen 'n bietje schreuwde. Hij gaf het aan moeders. Frans zat erbij, als ze het kind melk gaf. Marie kon 't kind van haar zelf niet voeieren. Hij legde het kind weer terug met z'n groote handen in de diepte van de wieg, waar hij het onder de dekens groef. Hij gaf Marie 'n kleinigheid Zoo'n nietige handelingen tusschen deze jonggetrouwden kwamen de genegenheid onder elkander ver innigen Marie en Frans, ze waren blij met hun eerste wicht Frans hij zal blij zijn geweest, dat 't zoo goed afgeloopen was, na al die dagen, dat Marie zoo ziek en ongedaan was geweest. in verschillende deelen van ons land. De eerste dezer excursies, welke dezer dagen is gehouden en waar voor groote belangstelling bestond, was grootendeels gewijd aan de be zichtiging der Maaswerken tusschen Lith en Grave, in aansluiting waar aan een bezoek werd gebracht aan het nieuwe stadspark „De Goffert" te Nijmegen. Een veertigtal Nederlandsche en buitenlandsche journalisten heeft onder leiding van de Ingeneurs van den Rijkswaterstaat De Vries, van der Veen en Hoolsema, vergezeld van den directeur-generaal der Werk verschaffing mr. D. G. Draager en den hoofdinspecteur der werkver schaffing den heer Meijer de Vries, een excursie gemaakt langs de Maaa- verbetering van Alem-Het Wild tot Grave en daarna een bezoek gebracht aan „De Goffert" te Nijmegen. Als we zeggen de Nederlandsche en buitenlandsche pers, is dit geen grootspraak. Daar was vertegen woordigd de Poolsche Regeerings- persdienst, Le petit Parisien, de köl- nische Zeitung, het Deutsche Nacht- richten-Burö en de Eildienst naast de Zwitsersche en Tsjechische pers. Daarnaast een dertigtal Nederland sche journalisten. Oorspronkelijk zou Minister Romme aan deze excursie hebben deelgenomen, een plotselinge verhindering kwam echter dit voor nemen in den weg. Met deze grootsch opgezette excur sie slaan de bestuurders en den dienst der werkverschaffing nieuwe wegen in. Te weinig toch, zoo zeide de heer Meijer de Vries, was zoowel in Nederland als in het buitenland be kend, wat van regeeringswege tegen de heerschende werkloosheid gedaan wordt. En daarom dan ook zal men trachten aan de ondernemingen die door de werkverschaffing ter hand werden genomen, door middel van de Pers meer bekendheid te geven. Daartoe zullen meerdere excursies in den loop van het seizoen op touw worden gezet, naar het Boschplan in Amsterdam, naar de Peel en ook naar de werkverschaffingsobjecten in de noordelijke provincies. Nederland is met het geven van ruchtbaarheid aan zijn groote natio nale ondernemingen zoo bescheiden. Dit is ooit door een Engelschen journalist gezegd, die een bezoek had gebracht aan de Zuiderzee werken en den afsluitdijk. Ook de Maasverbetering, die lang zamerhand binnen twee jaren hare voltooiing nadert is een van die reusachtige werken, waarvan in Nederland betrekkelijk weinig bekend is. En ook na de verbetering zal dit groote werk weinig bekendheid meer winnen, daar de oude toestand dan zóó radicaal gewijzigd zal zijn dat men bijna geen spoor van vroeger dagen zal herkennen. Het land assimileert zich snel aan nieuwe toestanden en er zullen vele geslachten zijn, die de ploeg in de Uiterwaarden zullen trekken en het gras maaien op de plaats waar eens de bedding lag van de grillige Maas, En ook de traverse van de Beersche Maas, een gebied van 20.000 H,A. in de provincie Noord-Brabant, dat nu effen en vlak ligt voor den steeds mogelijken inval van het water, als de Maas bij winter of voorjaarswas bij Grave een stand bereikte van 10.85 N.A.P., zal door een streekplan in cultuur gebracht, zoodanig ver anderen dat men zich den vroegeren toestand niet indenken kan. Men zal eens het verhaal van de Beersche Maas vertellen als een sprookjeééns was dit land, dat nu vol staar met ruizelende boomen, met boerderijen en dat doorsneden wordt door wegen, één vlak en egaal weiland. In den einder lagen de dorpen met hun torens, maar in deze 20.000 H.A. stond geen huis en geen boom. Des winters viel de Maas het land binnen en het werd een einde- looze binnenzee.... Het zal een ongelooflijk verhaal zijn, want de Maas zal in de toe komst een kalme en gereguleerde En Marie hoopte dat dit wicht Frans aan het huis binden zou om zich met haar in dit nieuwe bezit te verheugen. Driek kwam nou weer over den stoep. Hij had in 't eerste niet zooveel woorden. Hij zat bij Marie op den bed rand. Hij informeerde naar het wicht. Hij vroeg hoe het met haar ging en wat Frans aan 't doen was Marie gaf haar korte antwoorden. Ze vroeg onderhand of Driek nou blij was, dat hij grootvader geworden was. Grootvader, ja, dat beteekende toch maar dat ge oew meeste dagen gehad hadt- Gaf dat reden voor blijdschap, als ge het zoo bekeekt? Driek zat te prakkezeeren. Hij zei onderhand Ge bent nou moeder geworden. Ja, zei Mat ie. ik zou niet gère hebben gehad, dat ge uit de wereld waart gegaan. Marie wist, waar hij aan zat te denken. Zij had er in deze dagen die zoo vol waren geweest van angst en trubbel om 't kind, waarvan ze nou moeder was, aan liggen denken, het klooster waarvan ze toen had gedroomd. Het was in haar vervaagd, om over te gaan in dezen nieuwen droom, vrouw te zijn van Frans, opdat hij de beschermer zou zijn van haar moeder schap. Een droom vervaagde. Een droom werd werkelijkheid De werke lijkheid, die kon-oe zoo aanvatten. Ze hield oe vast gevangen. Ge kost er niet aan ontkomen. Ze had haar moei lijke dagen gehad thuis, ze had gewerkt voor allemaal, toen ze op de „Laag hoeve" leefde. Ze had niet gekeken, voor wie het was of hoe lang het duurde. Nou deze dagen lang achter den rug waren, voelde ze zich onvol daan en onbedankt voor haar toe wijding. Nou dit kind geboren was, was er nog bekant niemand daar ge weest. Zij was er toch ook een van de „Laaghoeve." Zij was er de oudste. Ze rivier zjjn. méér bekend om zijn drukke scheepvaart, dan om gevaren en grillen. Dc verbetering van de Maas. De Maasverbetering beslaat het traject van het Maas-Waalkanaal tot voorbij Hedel. Het zomerbed werd gebracht van 70 op 110 meter en de bochten werden afgesneden, zoodanig dat de rivier met 1/3 werd verkort. Om de rivier steeds op peil te kunnen houden werden bij Lith en bij Grave stuwen in de Maas gebouwd. Om het winterbed een grootere afvoercapaciteit te geven werden de uiterwaarden afgegraven tot 2 meter onder den hcogsten waterstand. De oude rivierarmen werden zooveel mogelijk gedicht en tot cultuurland gemaakt. Vele wielen buitendijks werden eveneens volge spoten en met klei afgedekt. De dijken werden in samenwerking met proyincies en waterschappen ver zwaard. Dit zijn in het kort gezegd de voordeelen, die de Maas verbetering biedt, om dan nog niet te spreken van de groote scheepvaartmogelijk- heden, die de verbeterde rivier inde toekomst biedt. De Limburgsche Maas zag in de afgeloopen jaren het scheepvaartverkeer groeien tot dat het in 1937 aanwies tot 17 mii lioen ton. Dc uitvoering van het werk Dit belangrijke werk wordt uitge voerd door de werkverschaffing onder leiding van de Heide-maat- schapprj. 1800 menschen worden daar te werk gesteld en verdienen groo tendeels met de schop in de hand hun brood. Veertig gemeenten leve ren hun menschenRotterdam, Schie dam, Utrecht, Velzen, Wageningen, en Ede een contingent van 400 men schen die ondergebracht worden in vier kampen, elk kamp voor 100 man. De arbeiders in deze kampen gaan ééns in de veertien dagen op staats kosten een weekend naar hun familie kring terug. Zij worden meestal na een periode van acht weken door een andere groep arbeiders uit dezelfde gemeente vervangen. De arbeiders uit den omtrek, die verder dan 20 K.M. wonen, des winters op een afstand van 15 K.M., worden met een bus gehaald en gebracht. Die dichter bg wonen gaan per fiets naar het werk en naar huis terug. De loonbasis bedraagt 24 ct. per uur. Dit wordt verhoogd naar gelang de werkloozen-uitkeeringen in de ge meenten waar zij vandaan komen. Zoo komt er voor een Rotterdammer 30 pet. bij het loon op, bij een in woner van Velzen 20 pet. De loonbasis is op 24 cent geko zen, omdat de loonen niet uit mogen gaan boven de loonen, die in de streek gangbaar zijn. Daarenboven krijgt iedere arbeider f 1.50 voor broodgeld per week. De kost en in woning in de kampen bedraagt ge middeld per hoofd per week f 2.25, waarin dan ongeveer f 0.50 koks- loon begrepen is. Dus boven het loon ontvangt de arbeider met broodgeld en kost nog ter waarde van ongeveer vier gulden per week. De arbeiders werken in ploegen van 8 man. Zij kiezen een voorman „een putter" die de schakel vormt tus schen de arbeiders en de opzichters. Het werk wordt door de arbeiders in kleine gedeelten aangenomen. De excursie. Door de smalle straten van de Brabantsche hoofdstad rijden enkele auto's gevolgd door twee bussen. De tocht gaat over den weg den Bosch Nijmegen om straks rechts van den grooten weg af te slaan. Nog een korten tijd gaat de weg door het welig-bebermde Brabantsche land schap tot de bussen plotseling het vlakke land van de traverse der Beersche Maas binnenrijden. Daar valt het land open met verre einders en een grauwe lucht. Bij Het Wild wordt den Maasdijk bereikt, waar de eerste gtoote bochtafsnijding het Neem dadelijk II. bespaar U die nare dagen Binnen een kwartier verdwijnen Uw pijnen, Uw lusteloosheid, Uw mi graine en gevoelt ge U vroolijk en opgewekt. Let op hel AKKER-merk. Per koker van 12 stuks - 12 stuivers. Per doos ,van 2 stuks - 2 stuivers. tfï Wil garandeeren de goede UAftHW I tL Werking van AKKERTJES", v.-ant ze bevatten een bijzondere combina tie van uiterst geneeskrachtige stoften, volgens recept van Apotheker Dumont. Zorg er voor altijd "AKKERTJES" in huis te hebben, dan hebt Ge ze bij de hand, want vannacht nog kunt Ge ze noodig hebben, bij pijnen, sla peloosheid of als koorts U overvalt! Brabantsche dorp Alem van. Brabant afsneed. Over den Maasdijk gaat de tocht naar Lith, als de hooge be tonnen heftorens van de nieuwe schutsluis bg Fort St. Andries zijn weggedraaid. Bg Lith, het dorp aan de rivier, wordt de groote schutsluis met haar drie geweldige schuiven van elk 40 meter breed bezichtigd. Ook de werking van de schuiven met kleppen, door middel van gelijkge- koppelde motoren in de hooge hef torens, wordt gedemonstreerd. Daar na gaat de tocht langs den Zuide lijken Maasdijk over de verzwaarde dijken langs Oyeu en Macharen. Overal in de uiterwaarden ziet de te werk gestelde arbeiders bezig met het afgraven van uiterwaarden, die na de afgraving weer met klei bedekt worden en worden gemaakt tot prachtig geëgaliseerd weiland. In de oude Maasbeddingen die zijn vol gespoten en met klei bedekt, wast de haver. In het kamp te Maasbom mel wordt de lunch gebruikt, waar mr. Draayer en de heer Meijer de Vries het woord voeren en er op wijzen, hoe de dienst van de werk verschaffing door middel van de pers er op zal wgzen wat voor de tewerk stelling der Nederlandsche werkloo- zen wordt gedaan. De kampen, die werden bezocht, maken een uiterst soberen doch goed- geoutilleerden indruk. Zij zien er hel der en goed onderhouden uit en on danks dat de houten gebouwen meer dan tien jaren oud zijn, verkeeren zij in zeer goeden staat. Binnen heerscht er een orde netheid, die men in een mannenkamp nauwelijks zou ver wachten. De gebouwtjes liggen zoo waar aan weerszgden van een een- voudigen tuin, waar tusschen de goed onderhouden gazons bloemper ken zijn aangelegd. Langs de gebou wen liggen helder-geschuurde plan kiers, zoodat ook bij regen de ge bouwen goed te bereiken zijn. De kost in de kampen is eenvou dig, doch zéér goed. Het bewijs hier van is, dat de mannen die van buiten in het kamp komen, gemiddeld 7 tot 8 pond aankomen. Na de lunch gaat de tocht verder in de richting Grave over den Noor delijken Maasdgk. Bij Balgoy wordt op hetoogenblik de laatste geweldige, dubbele bocht afgesneden, die de rivier, daar ter had het werk gedaan, toen de anderen nog klein waren en daarbij had ze haar werk gedaan van mansvolk geëgd, mest gebroken, geplukt en gemolken. In haar goede dagen was ze alleen geweest, in haar slechte al evenzeer. Het leek wel of ze niet meer geteld was. Had ze dat verdiend, dat ze niet naar haar omkeken? Dat had ze zeker niet verdiend, zei Driek. Maar ze hadden nou allemaal voort wat aan de hand Maiinus ging trouwen. Jan ging ook al naar'n durske af en ^>e. Ja, en Hanne gaf den koffie aan de vrijers, die voor de jongste over den stoep kwamen. Zoo had ieder z'n bezigheid al in de uren, die voor uitgaan waren bestemd. Nee, Marie was toch maar mistroos- tig in deze uren. Deze gebeurtenis, waarvoor ge pijn hadt en waarvan ge nadien de vreugde beleefde, die verteederde oew hart. Blijdschap en trubbel, ze moesten ge deeld worden. Of vader nog eens dikker terug kwam. Hij had toch tijd zat in deze dagen. Hij zou 'ns dikker kommen, ja! Het werd lente. Marie was weer overeind. Ze ver zorgde het wicht in de houten wieg op de opkamer. Door het raamke zag ze de wereld toe nieuw leven komen. Uit de stad kwamen ze weer bij hen aan om geel zand. Frans begon weer te varen. Met Pinksteren moest de huur weer betaald worden. Kerstmis en Pinksteren, de betaaldagen van de huur, ze kwamen in het middelpunt van oew aandacht, vooral as ge er niet zoo hendig komen kost. Het vee werd uitgedreven. Het had z'n uitgelaten wildheid op den zon- overvlahgden dries. De wolken voerden daar schaduwen overheen. Het licht liep weg over het land, vooruit tot achter den einder. Achter oe keerde het weer terug. Marie kwam weer meer buiten Ze had haar werk in den hof. Ze molk het vee. Ze karnde de melk in den killen kelder Dat duurde lang. Dan vatte ze de wieg van het kind, zette ze bij den boterstand, ze bond de linten van haar schort aan den wieg- rand en op de beweging van haar lijf bij het doorstampen van den bruischen- den boterstand, wiegde ze het kind, bijwijlen dat ze er een liedje bij zong. Zoo was de manier van doen bij Marie's en Frans, als hij in de herberg zat, hij zwetste erop een vrouw te heb ben die drie dingen tegelijk deed karnen, wiegen en 'n liedje zingen. Ze verzorgde de planten in den hof, nou Frans gedurig in d*e stad was. Ze had oog op den knecht, dat hij z'n werk deed. Ze miste Frans. Ze had daarvoor in de plaats het groeiende kind, dat nou al lachen kon Haar ijver voor haren dagelijkschen doen werd gevoed door het nietig wezen, dai op de opkamer hóar verzorging genoot. In de avonduren had ze Frans bij zich. Zij had haar belangstelling voor het werk in de stad, dat van dezen jongen boer meer vergde dan het werk op het land. Hij was gehaast, de dag was nooit lang zat. Hoe langer ge werkte, hoe meer ge verdiende, en daarvoor voermande hij toch. Frans vroeg den knechi naar den stand van de vruchten. Hij ging die 's Zondags bekijken. Ja wel, nou hij de vruchten wat bij kon houden met kunstmest en kalk, nou breegt ge dat toch dubbel terug. Andere boeren, die daar niet aan geloofden moesten dat nou toch wezen lijk zelf zien. Frans moest wel hard varen met de zandkar. Hij kreeg er geld voor en het geld aan het land besteed, dat kreeg hij dubbel terug. Zoo gingen er enkele jaren voort. Toen de eerste zoon van Frans en Marie geboren was, kwam Driek zeg gen, dat hij een andere boerderij *te huur wist. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1938 | | pagina 5