TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
AKKERTJE
FEUILLETON.
Jonge kracht op
ouden grond
Zaterdag 2$ Mei 1938
Negen en vijftigste Jaargang No 22
Het in Nederland
werkzame buiten-
landsche kapitaal.
Het is een oude klacht van
Limburg, dat onze provincie ge
schuwd wordt door het Neder-
landsche kapitaal. De groot-in
dustrie wordt voor een groot
deel met buitenlandsch kapitaal
gefinancierd. Men had in Neder
land veel meer vertrouwen in
Amerikaansche en Russische
sporen en andere papieren, waar
vermogens in zijn verloren, dan
in Limburgsche industrie.
Diezelfde klacht werd ook in
Zeeuwsch-Vlaanderen, een ander
grensgebied, reeds langen tijd
vernomen. Maar daar is het
buitenlandsch kapitaal den laat-
sten tijd op ander terrein zeer
actief.
De Zeeuwsche correspondent
van de N.Rott.Ct. geeft hierover
de hierna volgende wel zeer be
langwekkende mededeelingen
Men maakt zich in onze pro
vincie sedert eenigen tijd onge
rust over den aankoop van lan
derijen door buitenlanders. In
verschillende deelen van Zeeland
maar voornamelijk in Westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen kan geen
stuk van eenige beteekenis onder
den hamer komen, of het gaat
in buitenlandsche handen over.
Het zijn vooral Belgen en ook
Fransche industrieelen uit de
omgeving van Rijssel, die het
oog op het Zeeuwsche land heb
ben laten vallen.
Naar schatting hebben dezen
de laatsle twee jaren in onze
provincie en wel hoofdzakelijk in
West-Zeeuwsch-Vlaanderen, voor
ruim 2 miilioen "gulden grond
gekocht en nog ziet het er niet
naar uit, dat hun „landhonger"
gestild is. Ongeveer 1 vierde van
West-Zeeuwsch-Vlaanderen en tal
van hofsteden zijn het eigendom
van Belgen en Franschen en als
dezen voortgaan hun geld in
Zeeuwsch land en Zeeuwsche
boerderijen te beleggen op de
wijze zooals de laatste jaren is
geschied, is het gevaar, dat
Zeeuwsch-Vlaanderen op den
duur in vreemde handen geraakt,
geenszins denkbeeldig.
In de streek, waar het buiten
landsche kapitaal zich zooveel
bezittingen verschaft, vindt men
dezen gang van zaken allesbe
halve aangenaam, doch men
staat er machteloos tegenover.
Pogingen om particulieren en
lichamen uit „Holland" voor de
Zeeuwsch-Vlaamsche landerijen
en kapitaalbelegging te intres-
seeren, hebben volkomen gefaald.
Iedere hofstede, die verkocht
wordt, krijgt steevast een buiten-
landschen eigenaar.
Te verwonderen is dit niet.
Tal van fabrikanten uit het Noord
Fransche industriegebied, zoeken
rustige, veilige beleggingen. Zij
vinden die te kust en te keur
in het naburige Zeeland, dat per
auto in ruim anderhalf uur te
bereiken is, zoodat zij gemakke-
door PAUL KUYP13RS.
(Nadruk verboden)
16
Met Kerstmis moest de huur er even
goed zijn. Nee, ze kon terwille van de
verwijten, als ze er straks niet komen
konden, niks zeggen.
Frans moest maar beginnen, ais hij
dacht dat het zoo beter was, had ze
gezegd, toen ze haar vroegen, welken
dunk zij er over had.
Het ging aan. De volgende week
spande Frans de merrie in en voer
zand naar de stad. Marie zag hem den
geheelen dag niet. Frans nam boter
hammen mee voor den middag en eenen
gevuiden haverzak voor de merrie.
Malie had op die dagen de zorg
voor de boerderij. Driek kwam 'ns bij
haar buurten.
Hij was bij Franse in de stad en aan
de zandkuil. Hij regelde een en ander,
dat Frans daar niet zooveel kopzorgen
mee had.
's Zaterdags bracht Frans het eerste
geld mee. Hij legde dat op tafel. Er
waren ook briefkes bij. Frans legde
die vast mee zilvergeld. Marie stond
daarover gebogen.
Frans stond achter haar.
Het zal zóó wel 't beste zijn,
vrouw.
Marie keek Frans aan. Hij wist dat
hij tegen hun ongezegde afspraak vóór
en bij hun trouw in handelde met dat
zandvaren.
Dat zal zijn, Frans, zei Marie en
ze vatte het geld op van de tafel.
lijk het cog op hun bezittingen
daar kunnen houden.
Veiligheid speelt voor hen een
grootere rol dan intrest en als zij
van hun geld in een rustige be
legging, die vrijwel nooit aan
schommelingen onderhevig is,
3 pet. maken, nemen ze er ge
noegen mee.
Verschillende landbouwers, die
onder hypotheeklasten gebukt
gaan en die weten, dat Belgische
en Fransche beleggers op hun
bezittingen gebrand zijn, bezwij
ken voor de verleiding om door
verkoop uit de schuld te geraken.
Temeer omdat zij, als hun boer
derij in vreemde handen is over
gegaan, toch als pachter, tegen
een alleszins redelijke pachtsom
op hun goed kunnen blijven
zitten.
En zoo slokt het Belgisch en
Fransch kapitaal stuk na stuk de
Nederlandsche eigendommen op.
Liever dan in Franschen of Bel
gischen grond laat het zich in
Zeeuwschen grond beleggen.
Want de Zeeuwsche grond is
goed, ligt veilig over de grens en
doordat het registratie-recht hier
slechts 3 pet. bedraagt tegen
ongeveer 11 pet. in België en 22
pet. in Frankrijk, is hij meestal
nog goedkooper ook.
In het stukje Nederland over
de Weslerschelde slaat men den
snel toenemenden invloed van
het buitenlandsche kapitaal met
bezorgdheid gade.
Men vraagt zich af of de
Nederlandsche beleggers in hun
afkeer van Zeeuwsch-Vlaanderen
zullen volharden en of men ook
in de toekomst met het vader-
landsche kapitaal, ofschoon men
er geen weg mee weet, niet over
de Schelde zal durven komen en
de streek uit de handen van de
buitenlanders te redden.
Alle industrieën van eenige be
teekenis In Zeeuwsch-Vlaanderen,
op twee na, zijn buitenlandsch
bezit en nu dreigt de grond ook
denzelfden weg op te gaan.
Is het te verwonderen, dat
menig bewoner van dit stukje
Nederland met zorg zoor de toe
komst vervuld is
Dat is inderdaad niet te ver
wonderen. Het zou echter wél te
verwonderen zijn, wanneer die
zorg tot Zeeuwsch-Vlaanderen
beperkt bleef en men er b.v. in
Den Haag geen blijk van gaf.
De Nederlandsche beurs en 't
Nederlandsche kapitaal toonen
zich na eenmaal weinig natio
nalistisch. Dat wordt door dien
toestand in Zeeland opnieuw ge
ïllustreerd. Men meent zijn geld
roekeloos op het spel te zetten,
wanneer men het zoo ver buiten
„Holland" in industrie zou steken
en blijkbaar eveneens, wanneer
men den goeden Zeeuwschen
kleigrond in Nederlandsche han
den zou trachten te houden.
De ronde Zeeuwen, die in 1913
en 1919 de vreemde annexatie
pogingen zoo fier, trouw, zelfbe
wust en verontwaardigd van de
handen hebben gewezen, moeten
nu kennis maken met een ander
soort annexatie, die van hun
Ze legde het geld in de kast Er was
nog nooit zooveel ineens bijgekomen.
Ze kon het gebruiken. Ze had haren
huisraad nog met heelemaal. Daar
blijven altijd van die dingen, die ge bij
den trouw niet koopt. Dat komt later
nog wel 'ns. Ze had zorgen zat. Ze
dacht aan de komende lente, als het
eerste kind hier op den herd zou zijn
Ze zou nou in ieder geval hendigeruit
den weg kunnen met de huur en nader
hand als de geboorte voor de deur
stond.
Hanne, de boerin van de „Laaghoeve"
kwam zoo ook wel 'ns 'n keer kijken,
hoe ze het maakten daar als jong huis
mannen bij elkaar.
Ja, Hanne kwam eigenlijk met 'n
vraag Frans was zoo nogal 'n paarden
kenner. Marinus moest een goed paard
hebben voor zijnen uitzet en Driek
wilde er nooit met Marinus op uitgaan.
Het werd onderhand toch tijd. Frans
had de fiets, hij kon vlug op en neer.
Ze wou tegen Frans al vast zeggen,
dat ze maar niet naar een vijftig gulden
hoefden te kijken. Hanne wist hoe ze
praten moest. Ze bestuitte Frans om
z'n paardenkennis. Hoe kon het anders.
Klaas Davids had daarvoor bekend
gestaan. Als zoo'n kenners oe de hand
wilden staan dan waart ge nooit be
kocht aan 'n paard, want in dezen
handel zat nogal wat in. Frans deed 't
natuurlijk.
Hij fietste met Marinus de dorpen af
Ze kochten 'n paard. Driek zaagt ge
nadien in geen maanden meer bij Frans
aan huis.
Marie had dat wet voorzien, lijk ze
zei.
Toen de volle winter kwam lag de
bouwerij in de stad stil. Het zandvaren
was gedaan in dezen tijd. Frans en de
knecht gingen nou maar in de schuur.
Ze moesten het melken van Marie's
overnemen. Ze kon dat niet meer, nou
2e zoover gevorderd was.
grond. Een wel aangename ge
waarwording 1
Behalve verschillende Zeeuw
sche gronden, die reeds in
vreemde handen waren, is daar
de laatste twee jaar nog voor
ruim fwee miilioen gulden grond
door vreemdelingen opgekocht.
Hoewel er honderden miilioen
guldens dagelijks bij de Neder
landsche Bank werden gedepo
neerd, die er ongebruikt liggen,
zijn geen paar miilioen te krijgen
om te voorkomen, dat groote
stukken Zeeuwschen grond, bui
ten de normale verhouding van
grondbezit over en weer, in de
handen van vreemdelingen ko
men 1
Nederland maakt wel op on
aangename wijze kennis met het
buitenlandsche kapitaal.
Het werd voorheen door spe
culanten herhaaldelijk [gebruikt,
om onzen gulden te laten kel
deren. Daarna werden honderden
millioenen aan vreemd kapitaal
ondergebracht bij de Nederland
sche Bank; ook niet tot onze
geruststelling, want wie weet,
hoe daarmee, wanneer 't oogen-
blik gunstig wordt geacht, zal
worden gemanipuleerd.
En nu in Zeeland weer een
andere, heel onaangename onder
vinding.
Ook in Limburg mogen deze
mededeelingen niet maar voor
kennisgeving worden aangeno
men. Wat daar gebeurt, kan ook
hier dreigen. Een opdrijving van
grondprijzen kan best worden
gemist en zeker eer. aankoop
van grond door buitenlanders,
die daarmee de vruchten van den
arbeid onzer boeren zouden op
strijken, om nog niet te spreken
van de moeilijkheden en verwik
kelingen, welke het bezit van vele
goederen door vreemdelingen op
den duur voor ons land zou
kunnen meebrengen.
Wanneer de Nederlandsche
kapitaalbezitters zoo weinig na-
tionalen zin toonen, dat toestan
den als in Zeeland mogelijk wor
den, dan moge de regeering hier
tijdig ingrijpen.
Waarom moet het vreemde
kapitaal hier zoo gemakkelijk
binnen kunnen dringen en zoo
gemakkelijk kunnen werken
Terwijl Nederland Imoeite heeft
om van het in den vreemde be
legde de rente te kunnen krijgen
en van aflossing veelal volstrekt
niets terecht zal komen
Ons land staat hier voor een
dringend vraagstuk 1
Millioenen-werk in
werkverschaffing.
De Beersche Maas zal eens
een sprookje zijn.
De allerwegen jn woord en ge
schrift aan den dag gelegde belang
stelling voor het zoo actueele vraag
stuk der bestrijding der werkloosheid
heeft den minister van Sociale Zaken
prof. C. P. M. Romrae, aanleiding
gegeven een aantal journalistieke
excursies te organiseeren naar be
langrijke objecten van werkverschaf
fing, werkverruiming en jeugdzorg
Marie bracht de dagen door in haren
herd.
De zoldering, 'n bietje vergeeld van
den kachelrook hing daar laag boven.
De staanklok telde voor haar de lange
uren en noemde ze met harde slagen.
Marie had haar eerste nood in haar
stille huis. Ze stookte moeilijk gebogen
de kachel. Nadien draaide ze zich in
haar stoel naar de warmte daarvan.
Door het raam zag ze op het land,
waar de winter woedde. Het varen van
karren over de viiesharde wegen had
een harde klank naar alle kanten. Ze
hoorde het geunzen van de koeien van
uit den warmen stal.
Ze hoorde het dorschen van Frans
in de schuur. Frans En zijDe nieuwe
komende belofte. De voortzetting van
hun bestaan op den boerengrond. De
trubbel van de toekomstige dagen,
waarin ze misschien zooveel alleen zou
zijn
Het kind werd in Februari geboren.
Het was een meiske Het had de*oogen
van Frans. Het had trekken van moe
ders.
Frans was in deze dagen bij de bed
stee. Hij gaf z'n goede zorgen. Hij hield
het kind geheven onder den lagen
zolder, waar het uit de verborgenheid
van z'n omvattende handen 'n bietje
schreuwde. Hij gaf het aan moeders.
Frans zat erbij, als ze het kind melk
gaf. Marie kon 't kind van haar zelf
niet voeieren. Hij legde het kind weer
terug met z'n groote handen in de
diepte van de wieg, waar hij het onder
de dekens groef. Hij gaf Marie 'n
kleinigheid Zoo'n nietige handelingen
tusschen deze jonggetrouwden kwamen
de genegenheid onder elkander ver
innigen
Marie en Frans, ze waren blij met
hun eerste wicht Frans hij zal blij zijn
geweest, dat 't zoo goed afgeloopen
was, na al die dagen, dat Marie zoo
ziek en ongedaan was geweest.
in verschillende deelen van ons land.
De eerste dezer excursies, welke
dezer dagen is gehouden en waar
voor groote belangstelling bestond,
was grootendeels gewijd aan de be
zichtiging der Maaswerken tusschen
Lith en Grave, in aansluiting waar
aan een bezoek werd gebracht aan
het nieuwe stadspark „De Goffert"
te Nijmegen.
Een veertigtal Nederlandsche en
buitenlandsche journalisten heeft
onder leiding van de Ingeneurs van
den Rijkswaterstaat De Vries, van
der Veen en Hoolsema, vergezeld
van den directeur-generaal der Werk
verschaffing mr. D. G. Draager en
den hoofdinspecteur der werkver
schaffing den heer Meijer de Vries,
een excursie gemaakt langs de Maaa-
verbetering van Alem-Het Wild tot
Grave en daarna een bezoek gebracht
aan „De Goffert" te Nijmegen. Als
we zeggen de Nederlandsche en
buitenlandsche pers, is dit geen
grootspraak. Daar was vertegen
woordigd de Poolsche Regeerings-
persdienst, Le petit Parisien, de köl-
nische Zeitung, het Deutsche Nacht-
richten-Burö en de Eildienst naast
de Zwitsersche en Tsjechische pers.
Daarnaast een dertigtal Nederland
sche journalisten. Oorspronkelijk zou
Minister Romme aan deze excursie
hebben deelgenomen, een plotselinge
verhindering kwam echter dit voor
nemen in den weg.
Met deze grootsch opgezette excur
sie slaan de bestuurders en den dienst
der werkverschaffing nieuwe wegen
in. Te weinig toch, zoo zeide de
heer Meijer de Vries, was zoowel in
Nederland als in het buitenland be
kend, wat van regeeringswege tegen
de heerschende werkloosheid gedaan
wordt. En daarom dan ook zal men
trachten aan de ondernemingen die
door de werkverschaffing ter hand
werden genomen, door middel van
de Pers meer bekendheid te geven.
Daartoe zullen meerdere excursies
in den loop van het seizoen op touw
worden gezet, naar het Boschplan
in Amsterdam, naar de Peel en ook
naar de werkverschaffingsobjecten
in de noordelijke provincies.
Nederland is met het geven van
ruchtbaarheid aan zijn groote natio
nale ondernemingen zoo bescheiden.
Dit is ooit door een Engelschen
journalist gezegd, die een bezoek
had gebracht aan de Zuiderzee
werken en den afsluitdijk.
Ook de Maasverbetering, die lang
zamerhand binnen twee jaren
hare voltooiing nadert is een van
die reusachtige werken, waarvan in
Nederland betrekkelijk weinig bekend
is. En ook na de verbetering zal dit
groote werk weinig bekendheid meer
winnen, daar de oude toestand dan
zóó radicaal gewijzigd zal zijn dat
men bijna geen spoor van vroeger
dagen zal herkennen.
Het land assimileert zich snel aan
nieuwe toestanden en er zullen vele
geslachten zijn, die de ploeg in de
Uiterwaarden zullen trekken en het
gras maaien op de plaats waar eens
de bedding lag van de grillige Maas,
En ook de traverse van de Beersche
Maas, een gebied van 20.000 H,A. in
de provincie Noord-Brabant, dat nu
effen en vlak ligt voor den steeds
mogelijken inval van het water, als
de Maas bij winter of voorjaarswas
bij Grave een stand bereikte van
10.85 N.A.P., zal door een streekplan
in cultuur gebracht, zoodanig ver
anderen dat men zich den vroegeren
toestand niet indenken kan.
Men zal eens het verhaal van de
Beersche Maas vertellen als een
sprookjeééns was dit land, dat nu
vol staar met ruizelende boomen,
met boerderijen en dat doorsneden
wordt door wegen, één vlak en egaal
weiland. In den einder lagen de
dorpen met hun torens, maar in deze
20.000 H.A. stond geen huis en geen
boom. Des winters viel de Maas het
land binnen en het werd een einde-
looze binnenzee....
Het zal een ongelooflijk verhaal
zijn, want de Maas zal in de toe
komst een kalme en gereguleerde
En Marie hoopte dat dit wicht Frans
aan het huis binden zou om zich met
haar in dit nieuwe bezit te verheugen.
Driek kwam nou weer over den stoep.
Hij had in 't eerste niet zooveel
woorden. Hij zat bij Marie op den bed
rand. Hij informeerde naar het wicht.
Hij vroeg hoe het met haar ging en
wat Frans aan 't doen was
Marie gaf haar korte antwoorden.
Ze vroeg onderhand of Driek nou
blij was, dat hij grootvader geworden
was.
Grootvader, ja, dat beteekende toch
maar dat ge oew meeste dagen gehad
hadt- Gaf dat reden voor blijdschap,
als ge het zoo bekeekt? Driek zat te
prakkezeeren. Hij zei onderhand
Ge bent nou moeder geworden.
Ja, zei Mat ie.
ik zou niet gère hebben gehad,
dat ge uit de wereld waart gegaan.
Marie wist, waar hij aan zat te
denken.
Zij had er in deze dagen die zoo vol
waren geweest van angst en trubbel
om 't kind, waarvan ze nou moeder
was, aan liggen denken, het klooster
waarvan ze toen had gedroomd.
Het was in haar vervaagd, om over
te gaan in dezen nieuwen droom,
vrouw te zijn van Frans, opdat hij de
beschermer zou zijn van haar moeder
schap. Een droom vervaagde. Een
droom werd werkelijkheid De werke
lijkheid, die kon-oe zoo aanvatten. Ze
hield oe vast gevangen. Ge kost er
niet aan ontkomen. Ze had haar moei
lijke dagen gehad thuis, ze had gewerkt
voor allemaal, toen ze op de „Laag
hoeve" leefde. Ze had niet gekeken,
voor wie het was of hoe lang het
duurde. Nou deze dagen lang achter
den rug waren, voelde ze zich onvol
daan en onbedankt voor haar toe
wijding. Nou dit kind geboren was,
was er nog bekant niemand daar ge
weest. Zij was er toch ook een van de
„Laaghoeve." Zij was er de oudste. Ze
rivier zjjn. méér bekend om zijn
drukke scheepvaart, dan om gevaren
en grillen.
Dc verbetering van de Maas.
De Maasverbetering beslaat het
traject van het Maas-Waalkanaal
tot voorbij Hedel. Het zomerbed
werd gebracht van 70 op 110 meter
en de bochten werden afgesneden,
zoodanig dat de rivier met 1/3 werd
verkort. Om de rivier steeds op
peil te kunnen houden werden bij
Lith en bij Grave stuwen in de Maas
gebouwd. Om het winterbed een
grootere afvoercapaciteit te geven
werden de uiterwaarden afgegraven
tot 2 meter onder den hcogsten
waterstand. De oude rivierarmen
werden zooveel mogelijk gedicht en
tot cultuurland gemaakt. Vele wielen
buitendijks werden eveneens volge
spoten en met klei afgedekt. De
dijken werden in samenwerking met
proyincies en waterschappen ver
zwaard.
Dit zijn in het kort gezegd de
voordeelen, die de Maas verbetering
biedt, om dan nog niet te spreken
van de groote scheepvaartmogelijk-
heden, die de verbeterde rivier inde
toekomst biedt. De Limburgsche
Maas zag in de afgeloopen jaren
het scheepvaartverkeer groeien tot
dat het in 1937 aanwies tot 17 mii
lioen ton.
Dc uitvoering van het werk
Dit belangrijke werk wordt uitge
voerd door de werkverschaffing
onder leiding van de Heide-maat-
schapprj. 1800 menschen worden daar
te werk gesteld en verdienen groo
tendeels met de schop in de hand
hun brood. Veertig gemeenten leve
ren hun menschenRotterdam, Schie
dam, Utrecht, Velzen, Wageningen,
en Ede een contingent van 400 men
schen die ondergebracht worden in
vier kampen, elk kamp voor 100
man.
De arbeiders in deze kampen gaan
ééns in de veertien dagen op staats
kosten een weekend naar hun familie
kring terug. Zij worden meestal na
een periode van acht weken door een
andere groep arbeiders uit dezelfde
gemeente vervangen. De arbeiders
uit den omtrek, die verder dan 20
K.M. wonen, des winters op een
afstand van 15 K.M., worden met
een bus gehaald en gebracht. Die
dichter bg wonen gaan per fiets naar
het werk en naar huis terug. De
loonbasis bedraagt 24 ct. per uur.
Dit wordt verhoogd naar gelang de
werkloozen-uitkeeringen in de ge
meenten waar zij vandaan komen.
Zoo komt er voor een Rotterdammer
30 pet. bij het loon op, bij een in
woner van Velzen 20 pet.
De loonbasis is op 24 cent geko
zen, omdat de loonen niet uit mogen
gaan boven de loonen, die in de
streek gangbaar zijn. Daarenboven
krijgt iedere arbeider f 1.50 voor
broodgeld per week. De kost en in
woning in de kampen bedraagt ge
middeld per hoofd per week f 2.25,
waarin dan ongeveer f 0.50 koks-
loon begrepen is. Dus boven het
loon ontvangt de arbeider met
broodgeld en kost nog ter waarde
van ongeveer vier gulden per week.
De arbeiders werken in ploegen van
8 man. Zij kiezen een voorman „een
putter" die de schakel vormt tus
schen de arbeiders en de opzichters.
Het werk wordt door de arbeiders in
kleine gedeelten aangenomen.
De excursie.
Door de smalle straten van de
Brabantsche hoofdstad rijden enkele
auto's gevolgd door twee bussen. De
tocht gaat over den weg den Bosch
Nijmegen om straks rechts van den
grooten weg af te slaan. Nog een
korten tijd gaat de weg door het
welig-bebermde Brabantsche land
schap tot de bussen plotseling het
vlakke land van de traverse der
Beersche Maas binnenrijden. Daar
valt het land open met verre einders
en een grauwe lucht. Bij Het Wild
wordt den Maasdijk bereikt, waar
de eerste gtoote bochtafsnijding het
Neem dadelijk
II.
bespaar U die nare dagen
Binnen een kwartier verdwijnen Uw
pijnen, Uw lusteloosheid, Uw mi
graine en gevoelt ge U vroolijk en
opgewekt. Let op hel AKKER-merk.
Per koker van 12 stuks - 12 stuivers.
Per doos ,van 2 stuks - 2 stuivers.
tfï Wil garandeeren de goede
UAftHW I tL Werking van AKKERTJES",
v.-ant ze bevatten een bijzondere combina
tie van uiterst geneeskrachtige stoften,
volgens recept van Apotheker Dumont.
Zorg er voor altijd "AKKERTJES"
in huis te hebben, dan hebt Ge ze
bij de hand, want vannacht nog kunt
Ge ze noodig hebben, bij pijnen, sla
peloosheid of als koorts U overvalt!
Brabantsche dorp Alem van. Brabant
afsneed. Over den Maasdijk gaat de
tocht naar Lith, als de hooge be
tonnen heftorens van de nieuwe
schutsluis bg Fort St. Andries zijn
weggedraaid. Bg Lith, het dorp aan
de rivier, wordt de groote schutsluis
met haar drie geweldige schuiven
van elk 40 meter breed bezichtigd.
Ook de werking van de schuiven met
kleppen, door middel van gelijkge-
koppelde motoren in de hooge hef
torens, wordt gedemonstreerd. Daar
na gaat de tocht langs den Zuide
lijken Maasdijk over de verzwaarde
dijken langs Oyeu en Macharen.
Overal in de uiterwaarden ziet
de te werk gestelde arbeiders bezig
met het afgraven van uiterwaarden,
die na de afgraving weer met klei
bedekt worden en worden gemaakt
tot prachtig geëgaliseerd weiland. In
de oude Maasbeddingen die zijn vol
gespoten en met klei bedekt, wast
de haver. In het kamp te Maasbom
mel wordt de lunch gebruikt, waar
mr. Draayer en de heer Meijer de
Vries het woord voeren en er op
wijzen, hoe de dienst van de werk
verschaffing door middel van de pers
er op zal wgzen wat voor de tewerk
stelling der Nederlandsche werkloo-
zen wordt gedaan.
De kampen, die werden bezocht,
maken een uiterst soberen doch goed-
geoutilleerden indruk. Zij zien er hel
der en goed onderhouden uit en on
danks dat de houten gebouwen meer
dan tien jaren oud zijn, verkeeren zij
in zeer goeden staat. Binnen heerscht
er een orde netheid, die men in een
mannenkamp nauwelijks zou ver
wachten. De gebouwtjes liggen zoo
waar aan weerszgden van een een-
voudigen tuin, waar tusschen de
goed onderhouden gazons bloemper
ken zijn aangelegd. Langs de gebou
wen liggen helder-geschuurde plan
kiers, zoodat ook bij regen de ge
bouwen goed te bereiken zijn.
De kost in de kampen is eenvou
dig, doch zéér goed. Het bewijs hier
van is, dat de mannen die van buiten
in het kamp komen, gemiddeld 7
tot 8 pond aankomen.
Na de lunch gaat de tocht verder
in de richting Grave over den Noor
delijken Maasdgk.
Bij Balgoy wordt op hetoogenblik
de laatste geweldige, dubbele bocht
afgesneden, die de rivier, daar ter
had het werk gedaan, toen de anderen
nog klein waren en daarbij had ze haar
werk gedaan van mansvolk geëgd,
mest gebroken, geplukt en gemolken.
In haar goede dagen was ze alleen
geweest, in haar slechte al evenzeer.
Het leek wel of ze niet meer geteld
was. Had ze dat verdiend, dat ze niet
naar haar omkeken?
Dat had ze zeker niet verdiend, zei
Driek. Maar ze hadden nou allemaal
voort wat aan de hand Maiinus ging
trouwen. Jan ging ook al naar'n durske
af en ^>e. Ja, en Hanne gaf den koffie
aan de vrijers, die voor de jongste
over den stoep kwamen. Zoo had ieder
z'n bezigheid al in de uren, die voor
uitgaan waren bestemd.
Nee, Marie was toch maar mistroos-
tig in deze uren.
Deze gebeurtenis, waarvoor ge pijn
hadt en waarvan ge nadien de vreugde
beleefde, die verteederde oew hart.
Blijdschap en trubbel, ze moesten ge
deeld worden.
Of vader nog eens dikker terug
kwam. Hij had toch tijd zat in deze
dagen.
Hij zou 'ns dikker kommen, ja!
Het werd lente.
Marie was weer overeind. Ze ver
zorgde het wicht in de houten wieg
op de opkamer.
Door het raamke zag ze de wereld
toe nieuw leven komen. Uit de stad
kwamen ze weer bij hen aan om geel
zand.
Frans begon weer te varen. Met
Pinksteren moest de huur weer betaald
worden. Kerstmis en Pinksteren, de
betaaldagen van de huur, ze kwamen
in het middelpunt van oew aandacht,
vooral as ge er niet zoo hendig komen
kost.
Het vee werd uitgedreven. Het had
z'n uitgelaten wildheid op den zon-
overvlahgden dries. De wolken voerden
daar schaduwen overheen.
Het licht liep weg over het land,
vooruit tot achter den einder. Achter
oe keerde het weer terug.
Marie kwam weer meer buiten
Ze had haar werk in den hof. Ze
molk het vee. Ze karnde de melk in
den killen kelder Dat duurde lang.
Dan vatte ze de wieg van het kind,
zette ze bij den boterstand, ze bond de
linten van haar schort aan den wieg-
rand en op de beweging van haar lijf
bij het doorstampen van den bruischen-
den boterstand, wiegde ze het kind,
bijwijlen dat ze er een liedje bij zong.
Zoo was de manier van doen bij
Marie's en Frans, als hij in de herberg
zat, hij zwetste erop een vrouw te heb
ben die drie dingen tegelijk deed
karnen, wiegen en 'n liedje zingen.
Ze verzorgde de planten in den hof,
nou Frans gedurig in d*e stad was. Ze
had oog op den knecht, dat hij z'n
werk deed. Ze miste Frans. Ze had
daarvoor in de plaats het groeiende
kind, dat nou al lachen kon Haar ijver
voor haren dagelijkschen doen werd
gevoed door het nietig wezen, dai op
de opkamer hóar verzorging genoot.
In de avonduren had ze Frans bij zich.
Zij had haar belangstelling voor het
werk in de stad, dat van dezen jongen
boer meer vergde dan het werk op het
land. Hij was gehaast, de dag was
nooit lang zat. Hoe langer ge werkte,
hoe meer ge verdiende, en daarvoor
voermande hij toch. Frans vroeg den
knechi naar den stand van de vruchten.
Hij ging die 's Zondags bekijken. Ja
wel, nou hij de vruchten wat bij kon
houden met kunstmest en kalk, nou
breegt ge dat toch dubbel terug.
Andere boeren, die daar niet aan
geloofden moesten dat nou toch wezen
lijk zelf zien. Frans moest wel hard
varen met de zandkar. Hij kreeg er geld
voor en het geld aan het land besteed,
dat kreeg hij dubbel terug.
Zoo gingen er enkele jaren voort.
Toen de eerste zoon van Frans en
Marie geboren was, kwam Driek zeg
gen, dat hij een andere boerderij *te
huur wist.
Wordt vervolgd.