Openbare vergadering van den Raad
der Gemeente Venray,
Schoonma
is Verftijf
F. W. H>
De 2l
DD
Smedo
se
K
W!
berouw zich bjj den stervende af
spelen ook als hij uiterlijk geen tee
kenen van leven meer kan geven.
Ik weet ook, dat niet God eigenlijk
oordeelt, maar dat de mensch zijn
eigen oordeel uitspreekt, zonder
eenige uitvlucht met de gansche ver
schrikking der waarheid. Ik weet ook
sindsdien, dat aan ieder mensch in
zijn stervensuur als hij hulpeloos, ver
pletterd door zijn ellende neerligt
niets overblijft dan zich te laten
vallen in de armen van Gods barm
hartigheid. En tenslotte weet ik, dat
het mogelijk kan zijn aan eenieder
die aan God gelooft, nog berouw te
gevoelen in zijn stervensuur en dat
dit berouw voor hem de weg kan
zijn tot een algeheels, vertrouwens
volle overgeving aan Gods barmhar
tigheid. Ach, wie peilt de diepte
eener menschenziel, wie kan beseffen
haar heimwee naar God, haar be
hoefte aan GodZiedaar iets over
den zielstoestand van iemand die den
dood voor zich ziet.
VERITAS.
gehouden op Vrijdag 8 April 1938 des namiddags 3 uur*
VOORZITTER: de Heer Mr. A. H. M. JANSSEN.
SECRETARIS; de Heer A. F. M. VAN HAAREN.
Afwezig: de Heeren P. J. H. G. POELS en J. C. H. VERMEULEN.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed en stelt aan de
orde punt 1 der agenda „Notulen der vergaderingen van 22 December 1937
en 1 Februari 1938." Deze notulen worden zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 2 der agenda: „Inge
komen stukken"
a. Dankbetuiging van H. M. de Koningin voor aangeboden geluk-
wenschen met de geboorte van H. K. H. Prinses Béatrix; wordt voor ken
nisgeving aangenomen.
b. Als voren van H. H. K. K. H. H. Prinses Juliana en Prins Bernard
wordt voor kennisgeving aangenomen.
c. Dankbetuiging vereeniging „Volksbelang" voor verleend subsidie
wordt voor kennisgeving aangenomen.
d. Alsvoren van R.K. Bouwvakarbeidersbond voor subsidie schilders-
cursus wordt voor kennisgeving aangenomen.
e. Antwoord van den Minister van Sociale Zaken op verzoek van
Burgemeester en Wethouders betreffende uitbreiding plaatsing kost
gangers bij de werkverschafingwordt voor kennisgeving aangenomen.
f. Alsvoren op ingezonden mqtie van den Gemeenteraad betreffende
verbetering loonen in werkverschaffing en normen voor steunverleening
wordt voor kennisgeving aangenomen.
g. Besluit van Gedeputeerde Staten tot vaststelling jaarwedde, kin
derbijslag en pensioensgrondslag van Mr. A. H. M. Janssen, als burge
meester der gemeente Venray; wordt voor kennisgeving aangenomen.
h. Verslag Commissie tot Wering van Schoolverzuim over 1937;
wordt voor kennisgeving aangenomen.
i. Verslag van den Vleeschkeuringsdienst over 1937; wordt voor
kennisgeving aangenomen.
j. Proces-verbaal van kasopneming bij den gemeente-ontvaDger; wordt
kennisgeving aangenomen.
k. Adres van de Afd. Bergen en omstreken van den Ned. R.K.
Politiebond „St. Michael", betreffende wijziging in kindertoeslag-regeling
politiepersoneel.
De VOORZITTER stelt voor, dit verzoek aan te houden. Naar Spreker
gehoord heeft, hebben eenige Noord-Brabantsche gemeenten reeds een
dergelijk besluit genomen, en nu lijkt het 't beste om eens af te wach
ten, welk standpunt de Minister in deze zal innemen.
Wordt algemeen goedgevonden.
1. Verzoek van P. H. J. Kleuskens, om aan de reizende Bioscoop
Riozzi geen toegang meer te verleenen op de kermissen te Venray.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders voorstellen,
dit verzoek voor kennisgeving aan te nemen, en vraagt of een der
Heeren hierover in eerste instantie het woord verlangt.
De Heer MILLEN wijst er op, dat Kleuskens het vorig jaar ook reeds
een dergelijk verzoek gedaan heeft en dat toen, vóórdat het verzoek in
den Raad was behandeld, reeds een standplaats aan Riozzi was gegund.
Spreker vindt het echter niets meer dan billijk, dat de reizende bios
coop voortaan geweerd wordt. De Heer Kleuskens draagt doorloopend
alle lasten, terwijl een reizende bioscoop op enkele drukke dagen veel
geld beurt en enkel staangeld betaalt.
De Heer ODENHOVEN vraagt, of Riozzi voor de kermis 1938 reeds
een aanvrage heeft ingediend.
De VOORZITTER antwoordt, dat nog geen verzoek is binnengeko
men, zoodat hij thans geen aanleiding kan vinden om op dit schrijven
nader in te gaan. Naar Spreker overigens gehoord heeft, is Riozzi ook
al sinds vele jaren op de kermis te Venray gekomen, zoodat deze daar
'n soort bestaansrecht heeft. Burgemeester en Wethouders kunnen toch
ook niet alle suikergoedkramen e.d. gaan verbieden, omdat er ook vaste
winkels daarvoor zgn in de gemeente.
De Heer MILLEN meent, dat er ook een andere reizende bioscoop
een aanvraag zou kunnen doen en vindt verder, dat andere vermake
lijkheden niet zoozeer concurrentie aan plaatselijke zaken doen.
De VOORZITTER brengt hierna het voorstel van Burgemeester en
Wethouders, om het verzoek van Kleuskens voor kennisgeving aan te
nemen, in stemming.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat dit voorstel met algemeene
stemmen is aangenomen.
m. Verzoek van L. Linders, om vaste aanstelling als chauffeur in
dienst der gemeente.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders voorstellen
op dit verzoek afwijzend te beschikken.
De Heer ODENHOVEN zegt, dat het hem ten zeerste verwondert, dat
hier dit voorstel van Burgemeester en Wethouders komt. Reeds lang is
men bezig om in Venray meer arbeiders in vasten dienst te krijgen.
Andere gemeenten stellen ook eenige arbeiders vast aan. Spreker meent
hier in belang van alle arbeiders te spreken en verklaart, dat hg er
met hart en ziel vóór is.
De Heer VAN BOVEN zegt, dat het ook hem ten zeerste verwondert,
dat hierop een afwijzend voorstel is. Een gemeente als Venray, zonder
een enkelen arbeider in vasten dienst, zal niet licht gevonden kunnen
worden. Spreker vraagt naar de reden, waarom Burgemeester en Wet
houders afwijzend tegenover dit verzoek staan.
De Heer MILLEN meent ook, dat het niet billijk is, dat iemand, die
reeds zoo lang in lossen dienst is, niet vast wordt aangesteld. Deze
menschen moeten feitelijk successievelijk allemaal in vasten dienst
komen. Hun weekgeld is té klein om daarvan voor den ouden dag te
sparen en als zij vast zijn aangesteld, krijgen zij later pensioen.
De Heer VAN HAREN zou tegenover een verzoek om als chauffeur
vast aangesteld te worden, ook afwijzend staan, daar het toch niet
zeker is, dat de gemeente altijd een vrachtauto zal houden en dus een
chauffeur zal noodig hebben. Als Linders echter vroeg om als gemeen
te-werkman te worden aangesteld, zou Spreker er niet direct tegen zijn,
om hem vast aan te stellen.
De Heer PUBBEN vermoedt, dat Burgemeester en Wethouders uit
principe voorstellen, afwijzend te beschikken, want er zijn nog verschil
lende arbeiders, die gelijke rechten hebben. En voor dat standpunt is
zeker wat te zeggen. Uit sociale overwegingen voelt Spreker er per
soonlijk echter wel voor, om enkele menschen in vasten dienst aan te
stellen. 3
De Heer STEEGHS zegt, dat ook hem het voorstel verwondert. De
chauffeur Linders heeft toch een geheel anderen werkkring dan de an
dere arbeiders en zijn betrekking brengt ook meer verantwoordelijkheid
mede, terwijl de gemeente wel altijd een chauffeur zal noodig hebben.
De' Heer ARTS zegt nog, dat hij zich met het gesprokene door de
andere Raadsleden kan vereenigen.
De VOORZITTER sluit hierna de beraadslagingen in eerste instantie
en zegt, dat het door den Heer Van Haren aangehaalde wel het voor
naamste motief voor Burgemeester en Wethouders is geweest om afwij
zend voor te stellen. Spreker betwijfelt ook ten zeerste of de gemeente
Venray blijvend een chauffeur zal noodig hebben. Verder moeten vooral
de consequenties, die aan de vaste aanstelling zijn verbonden, niet uit
het oog verloren worden. Er zijn meerdere arbeiders, die zich op een
zelfde standpunt kunnen en ook zeker zullen stellen. Zou de Raad ech
ter toch eenige arbeiders willen aanstellen, dan zou Spreker in over
weging willen geven om dit bij de behandeling van de volgende begroo
ting te doen, daar er nu niet op gerekend is en toch een salarisrege
ling en instructies zullen moeten worden vastgesteld en de posten voor
pensioensbijdrage e.d. nu ontoereikend zijn.
De Heer ODENHOVEN zegt te weten, dat de aanvraag van Linders
meer bedoeld is om vast aangesteld te worden als gemeente-arbeider.
Het aantal aanvragen, dat volgen zal, kan niet heel groot zijn. De
Raadsleden hebben altijd op het standpunt gestaan, dat 5 arbeiders in
vasten dienst voor Venray geen luxe zou zijn. Spreker zou dezen per
soon nu dan toch ook willen aanstellen in vasten dienst.
De Heer MILLEN wijst er nog op, dat deze questie niet van vandaag
of gisteren is, doch dat het verzoek reeds dateert van Januari 1937. Bij
de behandeling van de begrooting 1938 is liet dan ook op voorstel van
den loco-burgemeester aangehouden. Spreker is het geheel met den Heer
Odenhoven eens en zou nu ook tot vaste aanstelling willen overgaan.
De VOORZITTER zegt, dat de zaak later grondig bezien kan worden
maar dat hij nu op zijn standpunt big ft en zich blijft houden aan het
voorstel van Burgemeester en Wethouders om op het verzoek afwijzend
te beschikken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel hierna aangenomen.
n. Bericht van den Heer O. L. P. van de Loo, dat door hem ontslag
is genomen als lid en voorzitter van het Algemeen Burgerlgk Arm
bestuur-
De VOORZITTER zegt, dat hrj ook in den geest van den Raad meent
te handelen, als hg hier een woord van oprechten dank brengt aan oud-
Burgemeester van de Loo voor alles, wat hij in die 22 jaar als Voor
zitter van het Burgerlgk Armbestuur heeft gedaan. Spreker geeft de
verzekering, dat het bestuur der Gemeente nimmer vergeten zal, wat
hij gedaan heeft en stelt voor dit onslag op de meest eervolle wijze
onder dankbetuiging voor de vele bewezen diensten te verleenen.
Wordt algemeen goedgevonden.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde, punt 3 der agenda
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van artt. 1 en
3 van het Reglement van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur zoodanig,
dat het aantal leden wordt gebracht op negen en in verband daarmede
de termijn van benoeming op negen jaar."
De Heer STEEGHS vraagt, hoe groot het aantal leden thans is.
De Heer VAN BOVEN vraagt, of het niet mogelijk is eerst punt 4
der agenda te behandelen en daarna dit punt.
De VOORZITTER antwoordt, dat hrj vermoedt, dat hetgeen de Heer
van Boven over punt 4 wil zeggen door dit punt wordt ondervangen.
De Heer REINTJES zegt de toelichting, die bij dit voorstel was ge
voegd, te hebben gelezen en zich dan ook volkomen met het voorstel te
kunnen vereenigen. Er is vroeger wel eens gesproken om in elk dorp
een lid te benoemen, maar dit zal nu niet meer zoo hard noodig zijn.
De VOORZITTER antwoordt hierna, dat het aantal leden thans 8
bedraagt, maar het veel voor heeft om een oneven aantal leden te
hebben, opdat bij eventueele stemmingen de stemmen niet zoo makkelijk
staken. En waar vermindering van het leden-aantal blijkbaar niet in de
lijn ligt van den Gemeenteraad, stellen B. en W. voor, er een bij te
voegen.
De Heer STEEGHS merkt in verband met het door den heer Reintjes ge
sprokene nog op, dat het naar zijne meening wel gewenscht is, dat er
op elk dorp een lid van het Armbestuur is, ook al hebben ze een eigen
parochiaal Armbestuur, temeer nu de armenzorg tegenwoordig zooveel
kosten meebrengt, die door de geheele gemeente moeten gedragen worden.
De VOORZITTER adviseert om het getal leden niet nog verder te
gaan uitbreiden, 't Is een feit, dat naarmate het aantal leden grooter
wordt, de beslissing moeilijker is, terwijl het bezwaar met 9 leden toch
ondervangen kan worden, want er zijn toch slechts 6 parochies. Bij een
reorganisatie zou dan desgewenscht uit iedere parochie een lid in het
Algemeen Burgerlijk Armbestuur kunnen komen. Spreker wijst er ver
volgens nog op, dat het Burgerlijk Armbestuur pas op de tweede plaats
komt. Eerst als het particulier initiatief te kort schiet, treedt het B. A.
op en er is dan ook geregeld contact met de parochiale armbesturen;
deze moeten op de eerste plaats blgven.
De Heer STEEGHS vindt het dan toch beter, dat te zijner tijd tot
reorganisatie van het B. A. wordt overgegaan.
Hierna wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 4 der agenda
Benoeming van twee leden van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur
in de vacature Haenraets, waarvoor worden voorgedragen
1. M. Goumans, lid van den Gemeenteraad, Akkerweg 2
2. J. Jenneskens, landbouwer Brukske C 73.
b. in de vacature van de Loo, waarvoor worden voorgedragen
1. G. H. Houben, wethouder, Veulen H. 22
2. J. H. Nelissen, wethouder, Oirlo E 13.
De Heer VAN BOVEN spreekt er zijn leedwezen over uit, dat er
wederom geen arbeider wordt voorgedragen, ofschoon Burgemeester van
de Loo dit indertijd toch uitdrukkelijk beloofd heeft. Deze voordracht
is reeds meermalen ter tafel geweest en Spreker heeft ook reeds gezegd,
dat het niet tegen de personen gaat, maar hg had gehoopt, dat de
belofte zou worden nagekomen en een arbeider werd voorgedragen.
De Heer ODENHOVEN wijst er op, dat het reeds de derde keer is,
dat deze voordracht ter tafel komt en voor de derde maal moet hij hier
tegen ageeren. Bij periodieke verkiezing hebben wij steeds de zittende
leden met rust gelaten, aangezien dan beloofd werd, dat er voor een
vacature een arbeider zou worden voorgedragen. Nu zgn er 2 plaatsen
te vervullen en weer worden de arbeiders op de voordracht gemist. De
candidaten zgn hem even lief, maar hij meent toch, dat deze voordracht
een slag in het aangezicht is van de arbeiders. Men verliest maar steeds
uit het cog, dat de meeste menschen in Venray arbeiders zijn.
De Heer MILLEN voegt er nog aan toe, dat indertijd deze voordracht
eenparig door den Raad naar het B.A. is teruggewezen, maar dit schijnt
zich er niets van aan te trekken.
In verband met punt b. van dit voorstel merkt de Heer VAN HAREN
op, dat, alhoewel hij niets tegen de beide wethouders heeft, hij het niet
wenschelijk vindt, dat een der wethouders voorzitter van het B. A.
wordt en dat zij daarvoor ook te ver van het dorp wonen. Spreker zou
dan cok willen voorstellen, om in deze vacature Dr. Sala te benoemen.
De Heer GOUMANS vraagt of het wel wenschelijk is, dat een lid
van den Gemeenteraad lid van het Burgerlijk Armbestuur wordt.
De VOORZITTER antwoordt hierna, dat de voordracht sub a vóór
zgn tijd is opgemaakt, maar dat nu het aantal leden tot 9 is uitgebreid
toch een arbeider lid van het Armbestuur kan worden. Wat de op
merking ten aanzien van sub b betreft, merkt Spreker op, dat Burge
meester en Wethouders geen voordracht doen voor een voorzitter, doch
slechts voor een gewoon lid. De voorzitter wordt door het Burgerlgk
Armbestuur zelf benoemd. Het is evenwel over het algemeen wel
wenschelijk, dat een lid van het Gemeentebestuur zitting heeft in het
Armbestuur. In grootere gemeenten is zelfs dikwijls bepaald, dat een
lid van het dagelijksch bestuur voorzitter van het Armbestuur moet
zijn. Verder merkt Spreker nog op, dat de benoeming geschiedt uit een
voordracht, die bindend is, en de Raad dus de bevoegdheid mist om aan
deze voordracht te tornen, of andere personen voor te dragen.
Ten aanzien van het door den Heer Goumans gevraagde geeft Spreker
als zijn persoonlijke meening te kennen, dat het in den regel minder
gewenscht is, dat een lid van den gemeenteraad zitting heeft in het
Burgerlgk Armbestuur, omdat reeds meermalen gebleken is dat het B.A.
dan zoogenaamd verpolitiekt werd.
De Heer GOUMANS vraagt dan, of het niet gewenscht zou zijn, dat
de voordracht dan nogmaals werd aangehouden.
De VOORZITTER geeft in overweging om een voorstel te doen.
Op voorstel van den Heer GOUMANS, gesteund door den Heer VAN
HAREN, wordt hierna zonder hoofdelgke stemming besloten dit punt
aan te houden.
De VOORZITTER zegt, dat nu zal worden overwogen of het wensche
lijk is het Reglement van het Burgerlgk Armbestuur te wijzigen, zoo
danig, dat geen Raadsleden meer benoemd zullen mogen worden. En
wellicht behoeft dit Reglement ook nog op andere punten eenige wijzi
ging, want het dateert reeds van 1913, zoodat het wel eenigs-
zins verouderd zal zgn. Een en ander kan dan een volgende vergadering
naar voren gebracht worden.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 5 der agenda:
.Verzoek om verlaging hypotheekrente F. W. Verhey, Grootestraat 15,
thans bedragende 41/,, pCt."
Voorgesteld wordt door Burgemeester en Wethouders deze te brengen
op 41/,, pCt., ingaande 1 Mei 1938.
De Heer VAN HAREN zegt te veronderstellen, dat vele menschen
terug zullen schrikken om dergelijke verzoeken te doen, nu dat allemaal
openbaar moet zijn en vraagt, of het Diet mogelijk is, dat Burgemeester
en Wethouders gemachtigd worden om deze verlagingen toe te staan.
De VOORZITTER zegt, dat het financieel beheer aan den Raad is,
doch dat dergelijke punten voortaan wel eerst in geheime vergadering
kunnen worden besproken, doch de stemming moet dan toch nog altijd
in het openbaar geschieden.
Wordt vervolgens algemeen goedgevonden deze hypotheekverlaging
toe te staan.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 6 der agenda„Ver
zoek om verlaging hypotheekrente M. Aarts, Veulen H 42, thans be
dragende 4y4 pet."
Burgemeester en Wethouders stellen voor afwijzend hierop te beschikken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 7 der agenda„Aan
vrage van Kinderen Camps te Oostrum D 19 om een bedrag van f 3500
ter leen onder hypothecair verband."
Burgemeester en Wethouders stellen voor hierop afwijzend te beschikken.
De Heer VAN BOVEN stelt voor dit punt straks eerst in besloten
vergadering te bespreken.
Wordt algemeen goedgevonden.
Bij punt 8 der agenda„Aanvrage van L. Nijssen, Ysselsteyn 136, die
reeds f 5500 onder hypothecair verband heeft tegen 4 pCt., om alsnog
een aanvullend bedrag van f 2300," deelt de VOORZITTER mede, dat
deze aanvrage is ingetrokken.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 9 der agenda:
,Verzoek van M. Claessens om eene tegemoetkoming wegens geleden
schade in verband met te late afwatering van het door hem van de
gemeente gepacht perceel te Ysselsteyn."
Burgemeester en Wethouders stellen voor, hem voor éénmaal een
reductie op de jaarpacht toe te staan van 50. pet.
Wordt algemeen goedgevonden.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 10 der agenda
„Verzoek van W. J. Driessens om verlaging der huur van de doorhem
van de gemeente gehuurde woning, Heyde L 53a."
Voorgesteld wordt door Burgemeester en Wethouders den huurprijs
te brengen van f 325.op f 300 per jaar, ingaande 1 Mei 1938.
De Heer VAN HAREN weet niet, in hoever dit huis de noodige
ruimte heeft en kamers enz. voor zoo'n betrekkelijk groot gezin als de
heer Driessens heeft, maar hg vindt de huur nogal hoog in vergelijking
met die van andere woningen.
Dé HEER PUBBEN kan het hiermede niet eens zijn. Men mag ook
niet uit het oog verliezen, dat er heel wat grond en een goede tuin en
boomgaard bjj behoort. Hij vindt naar evenredigheid f 300.niet te
hoog.
De VOORZITTER zegt, dat B. en W. ook meenen, dat de verhouding
nu billijk en goed is.
Zonder hoofdelgke stemming wordt het voorstel van B. en W. aan
genomen,
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 11 der agenda
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende verlenging van
het contract met J. Derksen voor den gemeentelijken autobusdienst naar
het station v.v. met een jaar, dus tot 1 Juli 1939."
De Heer PUBBEN meent, dat de Heer Derksen nu f 500.extra
vraagt.
De VOORZITTER antwoordt, dat Derksen ontslagen wenscht te
worden van de betaling van f 500.voor aflossing van de oude z.g.
tramwegleening. Burgemeester en Wethouders verwachten echter, dat
nu er verschillende stations zijn opgeheven en er hier meer treinen
zullen stoppen, het reizigersvervoer zal toenemen, terwijl zij verder van
oordeel zijn, dat ook de specificatie van de kosten, zooals bijv. de af
schrijving op materialen nogal aan den hoogen kant zijn, aangezien toch
die al oude wagens, waarvan de nieuwste al vier jaar loopt, wel reeds
geheel of grootendeels afgeschreven zullen zijn. Wij kunnen nu eens
zien hoe het dit jaar gaat, maar meenen, dat er vooralsnog geen
termen zijn om van dit voorstel af te wijken.
Het voorstel van B. en W. wordt hierna zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 12 der agenda
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders om post 285 der begrooting
1938 „Uitgaven voor openbare Volksfeesten" te verhoogen met f 500.
en dus te brengen op f 700.
De Heer ODENHOVEN zegt, dit voorstel met genoegen te zien. Bij
de behandeling van de begrooting voor 1938 heeft hij voorgesteld om
dezen post uit te trekken op f 500.Ik was toen dus toch niet voor
barig, aldus Spreker, maar men achtte het niet noodig.
De Heer VAN HAREN vraagt, voor welk doel de voorgestelde ver
hooging moet strekken.
De VOORZITTER antwoordt, dat de Heer Odenhoven toen zeer juist
gezien heeft, maar dat vermoedeljjk niet gedacht is aan de nationale
feesten, die dit jaar zijn of worden gevierd. In dit verband brengt
Spreker naar voren, dat er nog twee feesten in zicht zijn en dat nood
lijdende gemeenten zelfs f 0.25 per kind plus 1 cent per inwoner mogen
besteden bij dergelijke gelegenheden.
De Heer VAN HAREN zegt, dat er wel niets tegen zal zijn om dezen
post te verhoogen, maar dat hij hoopt, dat de Burgemeester dan ook
zal meewerken om deze feesten in alle opzichten te doen slagen.
De Heer ODENHOVEN zegt, dat hij als lid van het Oranje-Comité
er ook voor is om dezen post maar niet te krap uit te trekken.
De Heer MILLEN wijst er nog op, dat er eerst f 500.op dezen post
was uitgetrokken, doch dat die later verlaagd is tot f 200.Er waren
toen echter zelfs ook stemmen opgegaan om de post maar heelemaal
niet uit te trekken, daar de overheid hier er toch niets voor voelt om
feest te laten vieren.
De VOORZITTER antwoordt, dat een Oranje-feest op de eerste plaats
een kinderfeest moet zijn, maar dat het Gemeentebestuur zich volkomen
zal geven om die feesten te doen slagen.
Hierna besloot de Raad zonder hoofdelgke stemming overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 13 der agenda
.Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van artikel
4 der Bouwverordening voor de gemeente Venray."
De Heer ODENHOVEN zegt, dat het hier dus feitelijk gaat over
bouwen aan geen wegen. Er is iets voor, doch er is ook iets tegen;
vooral als de gronden bij de kom schaarscher worden, zullen verschil
lende menschen gedupeerd worden doordat op vele perceeltjes niet meer
gebouwd mag worden. Het rooilijnenplan geeft echter de richting aan
van de wegen, zoodat Spreker ook niet weet, wat het zwaarste weegt.
De Heer VAN HAREN zegt, het eenigszins anders opgevat te hebben
i dat het naar zijne meening hier gaat over lintbebouwing. Spreker
begrijpt ten volle, dat het Rijk probeert om dit te weren, maar de ge
volgen, die aan een dergelijk besluit verbonden zijn, dienen toch eerst
wel eens onder de oogen te worden gezien.
De VOORZITTER antwoordt, dat naar zijne meening beide heeren de
zaak te donker inzien. In sommige gemeenten liggen langs de wegen
strooken grond, die eigendom ziin van het Rijk of de Provincie, zoodat
dan de daarachter liggende grond geen uitweg naar den weg heeft.
De Heer VAN HAREN meent, dat het toch wel gevolgen kan hebben,
bijv. als het Rijk een nieuwen weg gaat aanleggen en dan eerst een
heele strook grond onteigent; dan kan men toch niet meer bouwen.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit inderdaad juist is, maar ook
zonder deze bepaling zou de bouwvergunning dan worden geweigerd;
hrj adviseert het voorstel aan te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming gaat thans de Raad daarmede accoord.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 14 der agenda
„Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling eener ver
ordening betreffende het verstrekken van boeken aan minderjarige
kinderen door openbare leesbibliotheken."
Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt deze verordening
zonder hoofdelgke stemming vastgesteld.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 15 der agenda:
.Voorstel van Burgemeester er. Wethouders tot intrekking van het
Raadsbesluit d.d. 22 December 1937, Nr. 217/18 (aansluiting bij „Federatie-
Onderlinge van Gemeenten") en verzekering der gemeentegelden bij de
N. V. Incasso-Bank te Amsterdam.
De Heer VAN HAREN verzoekt hieromtrent nadere toelichting te
willen geven.
De VOORZITTER zegt, dat het besluit tot aansluiting bij de Federatie-
Onderlinge- van Gemeenten genomen is voor zgn tijd. Bij de Incasso-
Bank kunnen de gemeente-gelden echter zooals nader is gebleken, op
veel voordeeliger condities worden verzekerd, n.l. een bedrag van f 30.000
voor f 79.50, terwijl bij de F. O. G. voor een lager bedrag f 136.moet
worden betaald. Daarbij komt nog dat de Incasso Bank een gevestigd
lichaam is en men bij de F. O. G. nog af moet wachten hoe dit zich
zal ontwikkelen. In Zuid-Limburg zijn dan ook de meeste gemeenten
bij de Incasso-Bank aangesloten. Spreker zou den Raad dan ook willen
adviseeren om overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wet
houders te besluiten.
Zonder hoofdelijke stemming vereenigt de Raad zich hierna met dit
voorstel.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 16 der agenda:
Voorstel van Burgemeester en Wethouders om ten behoeve van den
Staat afstand te doen van eenige rechten op perceel Sectie H Nr. 1717
onder Ysselsteyn (perceeltje langs weg VenrayDeurne, waarop een
militair gebouwtje is geplaatst).
Wordt algemeen goedgevonden.
Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde punt 17 der agenda: Voor
stel van Burgemeester en Wethouders om de aan de gemeente door het
gasbedrijf te betalen rente in rekening-courant te verlagen van 4 pet.
tot 3.3/4 pet.
Wordt algemeen goedgevonden.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 18 der agenda:
Voorstel van Burgemeester en Wethouders om aan den met de werk
zaamheden van den controleur J. de Groot, tijdelijk belasten volontair bij
het bureau voor steunverleening A. Verbeek daarvoor vanaf 1 Februari
1938 een vergoeding toe te kennen, berekend naar f 50.per maand.
De Heer VAN BOVEN vraagt hoe het staat met de salarieering van
den Heer de Groot; wordt dit salaris nu nog uitbetaald?
De Heer ODENHOVEN vraagt, of deze vergoeding niet toegekend kan
worden met ingang van 1 December 1937.
De Heer PUBBEN meent, dat dit toch in de bedoeling lag.
De Heer MILLEN meent, dat bij de tijdelijke aanstelling niet over een
vergoeding is gesproken, maar er als lid van de Commissie van toezicht
op de Arbeidsbeurs ook voor te zijn om deze vergoeding toe te kennen
met ingang van 1 December, daar de Heer Verbeek zijn werk heel goed
doet en sedert 1 December praktisch de werkzaamheden van den Heer
de Groot heeft verricht.
De Heer REINTJES vindt het ook abnormaal om iemand aan te stel
len en hem geen vergoeding toe te kennen. Dit verwondert ook hem.
De VOORZITTER antwoordt hierna dat aan den Heer de Groot nog
6 weken na zijn ziekte salaris is uitgekeerd. In begin December was de
Heer de Groot nog in functie, en hij heeft salaris ontvangen, tot half
Januari. Het gebeurt echter heel vaak ook op de secretarie, dat iemand
eerst gedurende geruimen tgd als volontair werkzaam is en daarna eens
een.kleine vergoeding ontvangt. Spreker meent dan ook, dat de zaak zoo
heel goed is opgelost, want als de Groot in functie had kunnen blgven,
zou Verbeek wellicht nog volontair zonder eenige vergoeding geweest zijn.
De Heer PUBBEN meent, dat het werk van Verbeek veel zwaarder
is dan dat van een volontair ter secretarie. Hij moet huisbezoek doen enz.
De Heer VAN HAREN vindt ook, dat het werk een ander karakter
draagt.
De VOORZITTER antwoordt, dat het controleurs-werk toch zeker geen
ingewikkeld werk is; wel kan worden toegegeven, dat het een ondank
baarder werk is dan secretarie-werk, maar Verbeek krijgt dan ook f 50.
per maand, terwijl een volontair ter secretarie soms zelfs na jaren nog
niet meer dan bijv. f 100 per jaar ontvangt. Vanaf December zou de ver
goeding echter niet aan Verbeek uitbetaald kunnen worden daar de
begrootingspost niet toereikend is, wijl de Heer de Groot toen nog uit
betaald is. Spreker meent ook overigens, dat het voorstel van B. en W.
voor betrokkene zeer gunstig is en stelt voor overeenkomstig dit voorstel
te besluiten.
Wordt algemeen goedgevonden.
Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde punt 19 der agenda:
Voorstel van Burgemeester en Wethouders om een bedrag tot een
maximum van f 1400.te voteeren voor een vernieuwing van het dak
en eenige bijbehoorende werkzaamheden aan de woning Grootestraat 11,
bewoond door den gemeentegeneesheer A. F. J. M. Vercauteren. Het
bedrag te nemen van den kapitaaldienst en af te lossen in circa 8 jaren
door een bijdrage van den gewonen dienst aan den kapitaaldienst.
De Heer ODENHOVEN zegt, ja, betreft hier alweer de woning van
dr. Vercauteren. Dit is als het ware een woning met hindernissen. Als
de gemeente er zoo veel had zou ze gauw noodlijdend zijn. Spreker zou
dan ook maar liever eens willen probeeren of dr. Vercauteren de woning
niet wil koopen, dan was de gemeente er af.
De VOORZITTti
gebouw betreft ie
hetgeen blijkt uija
Zonder hoofdelèr
het voorstel van
Vervolgens st^V
„Voorstel van Bites
H. M. Janssen tie:
Stand, met ingarll
Als stemopnemjr
Uit de gehoudeje
meene stemmen je:
vertrouwen.
Hierna stelt de£!
stel van Burgemfei
van 28 Septembej l
in het uitbreiding!
betreffend schrijvl
uit dat besluit tev
Wordt algemeejg
Vervolgens steiTt
„Voorstel van Bust
nen-Brienshoek tjtc
De Heer REIljn
m dien aard iie
van BurgemeesteFe
De Heer ODERIs
duur zoo wel zalh
De VOORZITTjw
gemeester en Wers
wordt gezien; hén
financieel vraagdi
worden en waarai
ïsteld.
De Heer PUBEn
stel; hij heeft hete
ook de wegen buv
de wegen toch ga.
De Heer REIN'a*
belanghebbenden i
worden voortgeg)
De Heer GOUMc
zou vervallen, w& 1
stand belang heeyi
de geestelijken b&
Zonder hoofdee:
voorstel van Bur,t
Vervolgens ste!
„Voorstel van Bibs
den zandweg Heyl
Wordt zonder jj
Speciaaei
Bussenverf, I's
Poetsartikelen,
Ammoniac,)!
Waterverf, Ct<
Zie Etalage.
Mr. Schilder n
munt uit d« 2
lichte trekkrace
is een werkt r
planten niet eh
ve
De nieuvb
ej
De PD
verl 1
Kunstmeststrqel
s
WAGEL
Landbouwmacel
t
IN