TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Waarschuwing en voorlichting FEUILLETON. Jonge kraeht op ouden grond De werking van ABDIJSIROOP is versterkt! Zaterdag 5 Maart 1938 Negen en vijftigste Jaargang No 10 Verderfelijke propaganda onder Katholieken naam. De rollen van aanvaller en prooi omgekeerd. Beklagenswaardige figuren. Oen vorigen keer hebben wij het gehad over een zeer oud wapen tegen de katholieke Kerk. En dat evenzeer gebruikt wordt tegen het principieele optreden van de katholieken op staatkun dig terrein. Dat oude strijdmiddel bestaat in de bewering en in het verwijt dat de Kerk zich bemoeit met politiek. Met dat wapen is de katho lieke Kerk eeuwen lang vervolgd en werd onrust, wantrouwen en tweedracht gezaaid onder katho lieken zelf. Het eeuwenoude ge bruik daarvan bewijst wel, dat het doel heeft getroffen en er succes mee is bereikt. Anders ware het niet zoo lang en in zooveel verscheidenheid gehan teerd. Wij zagen reeds, hoe in Duitschland, op grond van de bewering, dat de katholieke Kerk buiten haar rechten door zich te bemoeien met dingen van den staat, het katholieke onderwijs wordt afgebroken, de katholieke jeugdvereenigingen ontbonden, {Ie katholieke pers het zwijgen opgelegd, de verspreiding van bisschoppelijke brieven en kerk bladen verboden, de geestelijk heid bespionneerd op den preek stoel om te hooren of ze ook misdoet legen de „Kanselpara- graph". Zoo hanteeren de Duitsche kerkvervolgers dat wapen tegen de Kerk op de meest onbe schaamde wijze. Haast dagelijks dringen daarover mededeehngen tot ons door. Zelfs hebben onze Bisschoppen en katholieke bladen herhaaldelijk moeten waarschu wen tegen Duitsche priesters, die met zulke kerkvervolgers mee werken. Er bestaat te Berlijn een pers bureau, dat zich katholiek noemt. Aanvankelijk stond een Walter Leonards, pastoor te Prenzlau bij Berlijn, aan het hoofd. Hij had dat bureau opgericht. Nu weet iedereen, dat zoo'n persbu reau in Duitschland onder de controle staat van het „Reichs- ministerium für Vo'ksaufklarung und Propaganda", waar de be faamde Dr. Goebbels de lakens uitdeelt. Dat z.g. katholieke pers bureau zendt zijn berichten, zoo als ons ter oore kwam, gratis naar Nederlandsche dag en week bladen, zonder er een cent voor te vragen, voor het porto noch v<jpr de artikelen en berichten. Nu kan de Duitsche katholieke actie het geld wel beter gebrui ken dan om aan Nederlandsche bladen berichten te leveren, ver ondersteld dan de Duitsche ka tholieken belang hadden bij zulke berichten. doer PAUL KÜYPEBS. {Nadruk verbo'den) Hoe dat „katholieke" bureau aan zijn geld komt, daar zullen we maar niet verder naar vor- schen. Maar we denken er het onze over. Maar de Duitsche katholieken hebben allesbehalve belang bij de berichten van dat z.g. katho lieke bureau. Het werd daarmee zoo erg, dat pastoor Leonards last kreeg met zijn bisschop, die hem het schrijven voor dat bureau verbood. Van dat oogenblik af werden de artikelen niet meer ondertee kend met den naam Leonards en werd Anton Scholz in het op schrift der mededeehngen van dat bureau genoemd als hoofd redacteur. Ook stond zijn naam van toen af onder de berichten. Hij maakte het nog bonter dan zijn voorganger en zooals wij indertijd in de bladen hebben kunnen lezen, kreeg ook hij spoedig een verbod van den bisschop om voor dat bureau te schrijven. Van dat oogenblik af verdween de naam van pastoor Scholz als hoofdredacteur en staat deze ook niet meer onder de artikelen en berichten, welke dat Berlijnsche z.g. katholieke persbureau zoo graag in de Nederlandsche ka tholieke pers verbreid zou zien. Nu staan de namen der heeren Leonards en Scholz aan 't hoofd der mededeehngen van het pers bureau, de eerste als oprichter en tevens als raadgever en de tweede als laadgever alleen. En het bureau zendt nu onge- teekende berichten rond, bij vele waarvan de eerste regel luidt: „Een R.K. priester schrijft ons." Geen enkel katholiek Neder- Iandsch blad verlaagt zich, om die propagandaberichten in den geest van dr. Goebbels op te nemen. Men leest ze alleen in de pers van de N.S.B. Maar nu en dan worden die uitlatingen van beide heeren pastoors in den vorm van brochures en circu laires verspreid, welke blijkens technische bijzonderheden even eens afkomstig zijn van persen der N.S.B. De Nederlandsche katholieken hebben over het algemeen veel eerbied voor hun priesters, eer bied dus ook voor hetgeen een priester zegt of schrijft. Wie derhalve een drukwerk ontvangt met den naam van een pastoor er onder, begint de lezing met vertrouwen, zoolang hij tenminste omtrent de personen van die onderteekenende pastoors niets naders weet. Daarom achten wij ons verplicht, om de katholieken tegen beide heeren en ook in het algemeen tegen de berichten en Goe, mèrgen, tel er op Hanne. Ka* ik m'n huur beuren 1 Haal geld, Hanne, zei Driek, Hanne betaalde met 'n paar krlef- kes, die ze uiteen deed op de tafel en naar de verschillende waarden neveneen legde.' De knecht keek er naar. Driek stond achter hem. De knecht vatte nadien, op het erf, het meiske onder den arm en-ie stond ermee stil aan den hooiberg. Driek had nog wat te werken achter het huis. De avond begon te vallen en waar hij stond onder lindenboomen was het al donker. Het volk uit de stad kwam'over het erf naar het circus. Hij had z'n centen nog niet. Uit de diepte van den achterstal hoorde hij af en toe het gebrul van den stier. De knecht had hem zeker weer vergeten te voeieren. Dit ge- geuns van den ongeduldigen stier bracht hem een idee, dat was iets 1 Hij vatte in den schop 'n voor hamer. Een eindje voor den ingang van het paardenspul sloeg hij daarmee een paal in den grond. De menschen zagen hem daar doende. De direc- tsn vu het circus ook. wat had hij uitgaven van dat z.g. katholieke persbureau te waarschuwen. Het is natuurlijk onbegonnen werk om tegen elke brochure of pamflet van dat Berlijnsche bu reau op te komen. Z.H. Exc. de Bisschop van Breda schreef dezer dagen in een waarschuwing tegen een als pamflet verbreid schrijven van pastoor Scholz o.m „Diep betreuren we de ver schijning en verspreiding van het geschrift vanwege de Verwarren de inzichten en onjuistheden, die het bevat. Dit verderfelijke pro pagandageschrift, van pastoor Scholz, die zich boven Paus en bisschoppen verheft, blijve uit de handen van onze katholieke bevolking": Men zij gewaarschuwd eens en voorgoed. Aanvankelijk waren die berich ten van het bureau verleidelijker en sluwer dan tegenwoordig. En dus ook gevaarlijker. Tegen woordig zijn de schrijvers feller en brutaler. Voor de katholieken is het gevaar dus niet zoo heel groot meer, omdat zij nu wel onmiddellijk merken, dat zij te doen hebben met de allerergste Nazi-propagandisten, die alles probeeren goed te praten, wat in Duitschland tegen de Kerk geschiedt en zelfs durven be- beweren, dat een aantal Duitsche bisschoppen zelf schuld zijn, dat maatregelen tegen de Kerk ge nomen worden. Om eenig inzicht te geven in hetgeen een „katholiek priester" zooals er boven staat, durft schrijven, zij medegedeeld, wat deze in een correspondentie van 14 Februari zegt. Hij vergelijkt de houding van Duitsche bis schoppen met die van Russische generaals tijdens den oorlog. Deze lieten hun troepen in dichte drommen tegen het Duitsche front stormloopen. „De Russische generaals wilden overwinnaars worden, zij het dan ook over de lijken van hun eigen volksge- nooten. Ziet op eenzelfde wijze zijn nu enkele Duitsche bisschop pen tegen de Duitsche regeering gaan slag leveren. De scholen, de kloosters, de kerkelijke orga nisaties, alles werd in den dood gejaagd, opdat deze politiek- katholieke Bisschoppen de over winning zouden behalen." Die pastoors moeten dus de kerkvervolging erkennen. „Alles werd in den dood gejaagd." De Bisschoppen, die de rechten der Kerk, gewaarborgd door het Con cordaat, verdedigden tegen aan vallers, zijn maar politieke bis schoppen. Dit alleen reeds teekent de handlangers van de kerkvervol- gende nazi's in het Berlijnsche persbureau. Hier ziet men pries ters der Kerk gebruik maken tegen Haar van het oude wapen, dat de Kerk en hare bedienaren zich met de politiek bemoeien, wanneer Bisschoppen zich ver heffen om de heiligste goederen te verdedigen. Maar laten wij ons niet verder verdiepen in den inhoud der be daar voor een bedoeling mee Driek haalde in de schuur een bindzeel. Met een lus legde bi) dat aan den paal vasl. Nou was-ie klaar, too wijd Hij gooide de deuren van den achterstal open. Ge rookt den broeierlgen walm, die hierdoor naar buiten kwam. Driek maakte den stier los. Hij was wel in geen week meer buiten geweest. De jongens en meisjes kwamen met tienen tegelijk door de poort het erf op. Driek trok den stier bij den neusring naar buiten. Het dier stond in de plotselinge kilte van den avond in 't eerst wat stiif op zijn gestuikte, korte pooten Nadien snoof hij met den gehe ven neus rond zich been. Hij schampte met de driftig geslagen pooten over den grond. Hij volgde Driek met nukken en beetjes. De meiskes gilden bij het daverend gebrul van den stier, die aanhoudend bleef staan om zich in de lengte te rekken, mee z'n doorbuigenden rug. Aan het bindzeel dat aan den paal lag, bond Driek den stier vast, Het beest kon aan het lange zeel een groote ronde maken voor de ingang van 't paardenspul. De juffrouw in de cassa zat met de handen aan haren mond en met verwonderde oogen naar dezen reus van een stier te zien. Hij keerde z'n bevuilde flanken naar haar toe. Hij trok zoden uit den grond, hij vrat 't zand op. dat daarbij los kwam, aan den anderen kant ging hij met z'n horens ver vaarlijk in de heg staan boren. In eenen keer was het volk aan de cassa weg. Niemand was zoo slrant om neven dezen stuivenden stier door aaai de tent te gaan. De directeur kwam daarover bij Driek aan. Betaal dan, zei Driek. Ik kan nog niet, mijnheer De Zwart. Dan blijft de stier waar bij staat. Ge ruïneert me 1 Dan hedde-gij dat vlug. zei Driek. De directeur ging in de tent. Het duurde maar eenige minuten, toen was hij terug met het geld. Het waren hriefkes. Meer dan ik van de heele voor stelling beur, zei de man. 'n Uur geleden lag dit geld'nog in mijn kast, spotte Driek. Hoezoo vroeg de directeur er brutaal boven op. - 't Is geld van den knecht z'n huur en zooveel is die dochter van oe nie eens waard. In ieder geval, zei de directeur, de stier is nou toch alvast weg. Is-ie weg vroeg Driek. Ja, ik heb hem m'n knechts maar vast weg laten zetten, toen ik hier binnen ging. Als dat waar is man dan hoefde ge me geenen cent te betalen. Ze keken tegelijk over het hor van het raam heen naar buiten, -De stier staat er nog man. De circusknechts stonden bulten den kring, die de blazende stier in zijn verborgen grimmigheid betreden kon. Hij zetle den nek in gespannen kromming, als de clowns op hem toetraden. Het is maar 'n stier, zei Driek, leeuwen zijn veel leelijker in hun doen en hij klapte met z'n hand op den stierennek. Hij zettt des stier op den stal richten van het z.g. katholieke bureau, dat tegenover het buiten land de grofste geloofsvervolging goed praat en de schuld schuift op de vervolgden, zooals trou wens bij elke kerkvervolging is geschied. In welk een tijd leven wij toch, dat zulke dingen kunnen geschieden. Laten wij onze pro paganda toch blijven richten op een goede voorlichting onzer katholieken, opdat zij de kwade geesten, die zich dikwijls zoo verleidelijk en onder den schijn van goed voordoen, van de goede leeren onderscheiden. ROELAND. Nog 20.000 vreemde dienstboden. „Er is in ons land een groot tekort aan dienstboden," zegt de minister van Sociale Zaken in de Memorie van Antwoord van zijn begrooting aan de Eerste Kamer, „tengevolge waarvan nog steeds rond twintig duizend buitenlandsche meisjes hier in huiselijke diensten zrjn. Het ligt voor de hand, dat men tracht, de plaatsen, thans door die meisjes in genomen, waar mogelijk, te doen bezetten door Nederlandsche meisjes." Eenige jaren geleden hoorden we hooger cijfers omtrent het aantal buitenlandsche dienstmeisjes in ons land. Maar 20.000 is nog een reus achtig getal. Het moet wel zijn oorzaak vinden in onzen tijd van gunstige conjunc tuur, die thans negen jaren ongeveer tot het verleden behoort. De functie van dienstbode was niet meer in de gratie. Het gebonden leven met meestal niet al te veel vrijen tijd en weinig vrije avonden, trok niet meer als voorheen, toen vele meisjes het als hun natuurlijke roeping beschouwden, om in het huisgezin van een ander werkzaam te zijn en daar het huishouden te leeren, onder leiding van de huis vrouw, meestal de huismoeder, ook met het oog op het later leven, wan neer zij zelve een gezin zouden helpen stichten. Duizenden meisjes gingen de voor keur geven aan de fabriek met haar achturigen arbeidsdag, ruimer ver diensten en veel vrgen tijd, waarvan met het verdiende loon goed kon worden geprofiteerd. Dit beteekende evenwei een groote verarming van haar leven. Helaas zal ook de steeds grooter wordende afstand tusschen meesteres en dienstbode, zooals deze in zoovele gezinnen is waar te nemen, en het gebrek aan leiding, op den duur evenzeer vele meisjes hebben afgeschrikt. Maar het feit ligt er eenmaal, dat in een land met 350.000 werkloozen niet minder dan 20.000 vreemde dienstmeisjes moeten komen, omdat er hier een groot tekort is. Aan de ordening" van den arbeid moet hier dus wel een en ander haperen, waar ook het groote gebrek aan geschool de arbeidskrachten op ander terrein op wijst. Men zal zeggen: vergelijk die 350.000 werkloozen nu niet met dat cjjfer van 20.000 vreemden. Die 350.000 zgn voor het overgroote deel mannen. InderdaadMaar hoeveel werklooze mannen zouden wg minder hebben, wanneer die 20.000 dienstbodenplaat sen eens door meisjes van 't eigen land bezet waren Zouden dan niet vele nu door meisjes bezette plaatsen terugkeeren tot de mannen en jon gelingen, die vroeger zulk werk deden Voor veel arbeid toch wor den meisjes gekozen, omdat hun kracht goedkoop is, een voorname Den volgenden morgen brak de knecht met het paardenspul mee op en vertrok. De eerste communie-dag was toen tertijd een gebeurtenis van belang. Bij Driek De Zwart deed Marietje ze dit jaar mee. Het was al een heel meiske geworden. Ze hoedde te lente de koeien in de beemden. Ze lag mee op 't land om haver te plukken. Ze had daar slag van. Ze zat af en toe al onder de koeien om mee te melken. Marietje was 'n grutsch ding, dat alles in den herd en in de beste kamer graag schoon en gepoetst zag. Uit het veld bracht ze margrieten mee om het huis le sieren. Ze deed dit jaar haar Communie. In dezen tijd werd er naar gekeken, wie z'n dochter 't schoonst in d'r kleeren zette, als ze haar Communie deed. Ge kost er den welstand van 'n boer naar schatten. Van Driek werden groote dingen verwacht met z'n dochter en Driek wist dat de menschen zoo dachten Hij zou er naar moeten handelen, al was Hanne legen overdadigen opschik. De Communie dag was al dicht bij en nog had Hanne niks gekocht. Hier kwam Driek op 'n goeien dag achter. Hij speulde op tegen Hanne s en spande de brik in. De vos stond er voor, dus ging hij nogal ver weg. Wa ga-de-ge doen vroeg Hanne. 'n Ketting koopen mee 't wicht 1 Deük er aan Driek, dat ze allemaal even veul moeten hebben, ons jongens, en wa ge nou kunt, gaat misschien niet meer ats de an deren aan de beurt komen. factor in den ongebreidelden concur rentiestrijd. Maar in den tijd van grooter weelde is de dienstbodenfunctie zoo in dis- crediet gekomen, dat de meisjes nu de bezigheden, die ze daarvoor moeten kennen, veelal buitenshuis moeten gaan aanleeren. Vroeger kregen zij den grondslag thuis van de eigen moeder, die haar het dage- lijksche huiswerk leerde van jongsaf. In onsen tijd moeten er wel vele moeders zijn, die haar kinderen niet meer leeren kunnen. Zij kunnen anderen niet geven, wat zij zelf niet bezitten. Wanneer men aan den toestand denkt in zulke gezinnen, kan men niet gerust zijn. Het gezin is de grondslag onzer samenleving. Uit en door het gezinsleven moet de samenleving orde, tucht, werkijver en andere natuurlijke deugden ver krijgen, om nog niet te spreken van hoogere goederen als godsdienstzin, zedelijkheid, eerlijkheid, enz. En hoe is het gesteld met gezinnen, waar de huiselijke werken niet goed ge schieden. Wat moet dat een noodlot tige uitwerking hebben op zulke gezinnen. Nu is het waar, dat een dienst meisje in den tegenwoordigen tijd wat meer huishoudkundige kennis noodig heeft dan weleer en dat van haar meer uiterlijke beschaving wordt verwacht. Maar dat alle3 doet het feit niet minder spreken, dat er in onzen tijd dienstbodencursussen broodnoodig zrjn, om weer een deugdelijk aantal dienstboden te verkrijgen. Ze zijn inderdaad noodig en ze werken uit stekend, zeker waar ze gegeven worden op een godsdienstigen grond slag en op een internaat, waar de meisjes ruim drie maanden in een geheel ander milieu zijn en elk uur van den dag voor haar doel worden geoefend. Op deze wijze verlangt ook de regeering aan de Nederlandsche meisjes de plaatsen te geven, die haar toekomen. Zij steunt dus zulke cursussen graag. De meeste vreemde meisjes komen uit Duitschland naar hier. Wat er ook op dat land aan te merken zij, het is een goede noot voor het volk, dat het zooveel uitstekende dienst boden oplevert. Dat pleit voor de kunde harer moeders en voor de ge zinnen, waaruit die meisjes komen. Zij hebben eigenschappen, die bij ons duizenden meisjes niet meer bezitten ondanks algemeenen cultureelen vooruitgang, ondanks de verbetering van arbeidsvoorwaarden, als de werktijd, welke de gezinnen onzer meisjes toch ten goede moet zijn ge komen, omdat ook de vader zich meer met haar opvoeding heeft kunnen bezig houden. Het sociale werk. dat hierin ver betering wil brengen, verdient aller grooten steun en de bijzondere aan dacht. 'k Zou zoo zeggen Wij zijn ons zelf het naast In het begin van den vervaltijd van onze roemruchte republiek de Vereenigde Nederlanden, die volgde op een bloeitijd, waarin wij roem rucht geworden waren, durfden de buitenlandsche gezanten het bestaan om bij de vredesonderhandelingen te Utrecht onzen afgevaardigden toe te voegen: Wg zullen bij U, over U en zonder U onderhandelen. Dat was een beleediging; een kleineeren van onze beteekenis in de rij der West- Europeesche mogendheden. En die vernedering lieten onze ge zanten en oDze regeeringspersonen zich welgevallen. Maar Jan Wakker had toen dan ook de plaats geruimd voor Piet Sul. Of om het minder bloemrijk te zeggen: Wij beteekenden toen niet niet veel meer. Maar is het nu veel beter gewor den Is het zooveel anders In het dorp bij den goudsmid kocht Driek voor Marieljes nog een veel schooner ketting, dan hij eerst van plan was. Marietje was er maar wat grutsch mee in den winkel, temeer omdat er nog 'n paar andere boerinnekes uit de stad naast haar stonden, die ook een ketting gingen dragen. Marietje had de schoonste ket ting, die de goudsmid in zijn heelen winkel had. Het was een zware, donkergele gouden ketting. Ze mo -st twee slagen om haren hals han gen. Dan hadt ge daar nog een gou den schuif aan zitten, waarmee de lengte te verstellen was. Deze broche was 'n sieraad op z'n eigen. Driek had er al subiet z'n voldoening af. Ze zou z'n Marietjes blanken hals sieren en haar tot een prinseske on der alle boerinnekes maken. Denzelfden avond dwong hij Han- ne's mee de stad in, om voor Marietjes rok, 'n tulen kardinaal en 'n ijsgrond-witte muts mee 'npofferd te gaan koopen Gij blijft maar thuis, Drifk. j Nee ik ga mee, wat denk-te-ge i wel 1 Ze stonden nadien in den grooten winkel. HaDne zocht en keurde. Ze liet zoo nou en dan Driek mee- kijken Onderhand werd dat Driek lang 1 genoeg. Hij ging stiekum naar de j toonbank aan den anderen kant van den winkel. Hij smiespelde tegen de juffrouw: Geef mij van die din gen 't duurste, wat ge hebt en kiekt of 't Marietjes past, dan is 't go»-d. De keus was toen zoo gemaakt. Hanne had daar niks van gezien, en stond aan de andere toonbank nog maar te keuzen en uit te zoeken. De vanouds beroemde AKKER's ABDIJSIROOP is een natuur-genees- middel, daar de werking in hoofd zaak berust op de geneeskracht van extracten, bereid uit reeds in oude tijden bekende „genees-kniyden" AKKER's ABDIJSIROOP, bereid vol gens oud recept, is dus een aan de natuur ontleend geneesmiddel! De genezende, hoeststillende, slijmoplossende en kalmeerende werking van de kruiden-extracten, welke AKKER's ABDIJSIROOP zoo beroemd hebben gemaakt, is thans door een nieuwe toevoeging van den bekenden Apotheker Dumont nog sterker, nog sneller, nóg krachtiger en nog doeltreffender! Een lepel AKKER'S ABDIJSIROOP werkt thans 2 x zoo snel als voorheen I Een ongeëvenaarde werking tegen hoest, bronchitis, kinkhoest, verwaar loosde verkoudheid, griep, influenza. De verlaagde prijzen zijn thans 90 ct. F 1.50 F 2.40 F 4.20 3 digen 6 dagen 12 dagen 24 dagen gebruik gebruik gebruik gebruik De grootere flacons zijn bij voortgezet gebruik voordeeliger! Wij worden van alle kanten door het buitenland, dat voorheen onze land- en tuinbouwproducten afnam, in onzen handel en dus in onze ver dienste geknauwd door betalings- belemmeriDgen en door invoerbeper kingen. Dat doet men om bet volk te leeren zichzelf zooveel mogelijk te helpen. Op zichzelf niet te misprij zen. Maar waarom zullen wij ditzelf nu ook niet toepassen, waar dit kan. Waar dit kan, want wij hebben niet zooveel producten. Maar in zaaizaden hebben wij toch wel iets. Daarbij wordt het suikerbieten zaad dat door noeste vlijt gedurende een halve eeuw een door en door Nederlandscb product geworden is, bet meest beconcurreerd uit het buitenland, waar, we erkennen het grif, ook wei goed zaad vandaan komt. Maar ligt het niet voor de hand, dat wij hen, die uit het buitenland komen en zeggen„wij zullen bij U en zonder U Uw land bezetten" toe voegen verdwijnOok wij redden ons zelf. Wrj hebben een door en door Nederlandsche soort en die is bovendien uitstekend. Omdat wij zoo redeneeren en vele boeren en tuinders naar wij weten fiere Nederlanders zijn, daarom zou ik zoo zeggen zal niemand het vreemd vinden als wij eens iets zeggen ten gunste van Nederlandsche zaadKwee- kers, al kennen wij die persoonlijk niet. Wat» misschien gelukkig is, want nu staan wg vrijer in ons oor deel. Krakelingen. Rechte en kromme neuzen. In een goed stukje tooneelwerk, kunnen soms verstandige en ware dingen op rake wijze worden gezegd. Ik luisterde op 'n avond der vorige week naar de uitzending van een revue. Een der artisten als 't Bu- ziau niet was, dan was 't een ander speelde voor schoenmaker. En deze schoenmaker bleek een filosoof, zooals zoovele schoenmakers filosofen zgn. Je hebt schoenen met rechte neuzen zei hij tegen 'n klant en schoenen met kromme neuzen. Van die schoenen met rechte neuzen zijn er, die niet deugen. En de meeste schoenen met kromme neuzen geven niet den minsten hinner. 't Komt er minder op aan, hoe de neus is, als... Ik ben klaar gekomen, vrouw stond Driek achter d'r. 't Mensch viel bekant om van 't verschieten. 9 Kom, we doen weer aan, zei Driek. Thuis gaf dat ruzie van belang. De dingen waren te duur. Driek moest wijzer zijn en bedenken, boe lang hij er voor in de stad moest gaan varen. 't Wicht werkt goed, zei Driek, 't heeft nog nie veul in d'r leven gehad. Op den dag zelf, dat Marietje d'r eerste H Communie deed, gingen Driek en Hanne natuurlijk mee naar de kerk Marietje werd om haar schoon kleeren zat nagekeken. Driek bad daar z'n plezier van en Hanoe eigenlijk ook, want 'twas ook haar eer, dat 't durske zoo scboon voor den dag kwam- Ze zei legen Marietjes: Nou moet ge goed stil zitten en zorgen dat ze niet op oewen rok gaan.staan en laat de andere durskes maar niet aan oewen pofferd zitten Marietje verwachtte wel dal 2e nog meer zeggen zou. want de zuster en de kapelaan hadden gezegd, dat de kinderen goed luisteren moesttn naar moeders, als die 's morgens, vóór ze gingen, zou zeggen, voor wie ze bij de eerste CommuDie bid den moesten. Vader en moeder heb ben veel zorgen, die kinderen niet zoozeer begrijpen, en vader en moe der weten, dat O. L. Heer op dien dag aan de kinderen alles geeft waarom ze vragen, vooral als het voor andere menschen bedoeld is. (Wordt vervolgd.)

Peel en Maas | 1938 | | pagina 5