TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Waarschuwing en voorlichting
FEUILLETON.
Jonge kraeht op
ouden grond
De werking van
ABDIJSIROOP
is versterkt!
Zaterdag 5 Maart 1938
Negen en vijftigste Jaargang No 10
Verderfelijke propaganda onder Katholieken
naam. De rollen van aanvaller en prooi
omgekeerd. Beklagenswaardige figuren.
Oen vorigen keer hebben wij
het gehad over een zeer oud
wapen tegen de katholieke Kerk.
En dat evenzeer gebruikt wordt
tegen het principieele optreden
van de katholieken op staatkun
dig terrein.
Dat oude strijdmiddel bestaat
in de bewering en in het verwijt
dat de Kerk zich bemoeit met
politiek.
Met dat wapen is de katho
lieke Kerk eeuwen lang vervolgd
en werd onrust, wantrouwen en
tweedracht gezaaid onder katho
lieken zelf. Het eeuwenoude ge
bruik daarvan bewijst wel, dat
het doel heeft getroffen en er
succes mee is bereikt. Anders
ware het niet zoo lang en in
zooveel verscheidenheid gehan
teerd.
Wij zagen reeds, hoe in
Duitschland, op grond van de
bewering, dat de katholieke Kerk
buiten haar rechten door zich te
bemoeien met dingen van den
staat, het katholieke onderwijs
wordt afgebroken, de katholieke
jeugdvereenigingen ontbonden,
{Ie katholieke pers het zwijgen
opgelegd, de verspreiding van
bisschoppelijke brieven en kerk
bladen verboden, de geestelijk
heid bespionneerd op den preek
stoel om te hooren of ze ook
misdoet legen de „Kanselpara-
graph".
Zoo hanteeren de Duitsche
kerkvervolgers dat wapen tegen
de Kerk op de meest onbe
schaamde wijze. Haast dagelijks
dringen daarover mededeehngen
tot ons door. Zelfs hebben onze
Bisschoppen en katholieke bladen
herhaaldelijk moeten waarschu
wen tegen Duitsche priesters, die
met zulke kerkvervolgers mee
werken.
Er bestaat te Berlijn een pers
bureau, dat zich katholiek noemt.
Aanvankelijk stond een Walter
Leonards, pastoor te Prenzlau
bij Berlijn, aan het hoofd. Hij
had dat bureau opgericht. Nu
weet iedereen, dat zoo'n persbu
reau in Duitschland onder de
controle staat van het „Reichs-
ministerium für Vo'ksaufklarung
und Propaganda", waar de be
faamde Dr. Goebbels de lakens
uitdeelt. Dat z.g. katholieke pers
bureau zendt zijn berichten, zoo
als ons ter oore kwam, gratis
naar Nederlandsche dag en week
bladen, zonder er een cent voor
te vragen, voor het porto noch
v<jpr de artikelen en berichten.
Nu kan de Duitsche katholieke
actie het geld wel beter gebrui
ken dan om aan Nederlandsche
bladen berichten te leveren, ver
ondersteld dan de Duitsche ka
tholieken belang hadden bij zulke
berichten.
doer PAUL KÜYPEBS.
{Nadruk verbo'den)
Hoe dat „katholieke" bureau
aan zijn geld komt, daar zullen
we maar niet verder naar vor-
schen. Maar we denken er het
onze over.
Maar de Duitsche katholieken
hebben allesbehalve belang bij
de berichten van dat z.g. katho
lieke bureau. Het werd daarmee
zoo erg, dat pastoor Leonards
last kreeg met zijn bisschop, die
hem het schrijven voor dat bureau
verbood.
Van dat oogenblik af werden
de artikelen niet meer ondertee
kend met den naam Leonards en
werd Anton Scholz in het op
schrift der mededeehngen van
dat bureau genoemd als hoofd
redacteur. Ook stond zijn naam
van toen af onder de berichten.
Hij maakte het nog bonter dan
zijn voorganger en zooals wij
indertijd in de bladen hebben
kunnen lezen, kreeg ook hij
spoedig een verbod van den
bisschop om voor dat bureau te
schrijven.
Van dat oogenblik af verdween
de naam van pastoor Scholz als
hoofdredacteur en staat deze ook
niet meer onder de artikelen en
berichten, welke dat Berlijnsche
z.g. katholieke persbureau zoo
graag in de Nederlandsche ka
tholieke pers verbreid zou zien.
Nu staan de namen der heeren
Leonards en Scholz aan 't hoofd
der mededeehngen van het pers
bureau, de eerste als oprichter
en tevens als raadgever en de
tweede als laadgever alleen.
En het bureau zendt nu onge-
teekende berichten rond, bij
vele waarvan de eerste regel
luidt: „Een R.K. priester schrijft
ons."
Geen enkel katholiek Neder-
Iandsch blad verlaagt zich, om
die propagandaberichten in den
geest van dr. Goebbels op te
nemen. Men leest ze alleen in de
pers van de N.S.B. Maar nu en
dan worden die uitlatingen van
beide heeren pastoors in den
vorm van brochures en circu
laires verspreid, welke blijkens
technische bijzonderheden even
eens afkomstig zijn van persen
der N.S.B.
De Nederlandsche katholieken
hebben over het algemeen veel
eerbied voor hun priesters, eer
bied dus ook voor hetgeen een
priester zegt of schrijft. Wie
derhalve een drukwerk ontvangt
met den naam van een pastoor
er onder, begint de lezing met
vertrouwen, zoolang hij tenminste
omtrent de personen van die
onderteekenende pastoors niets
naders weet. Daarom achten wij
ons verplicht, om de katholieken
tegen beide heeren en ook in het
algemeen tegen de berichten en
Goe, mèrgen, tel er op Hanne.
Ka* ik m'n huur beuren 1
Haal geld, Hanne, zei Driek,
Hanne betaalde met 'n paar krlef-
kes, die ze uiteen deed op de tafel
en naar de verschillende waarden
neveneen legde.'
De knecht keek er naar. Driek
stond achter hem.
De knecht vatte nadien, op het
erf, het meiske onder den arm en-ie
stond ermee stil aan den hooiberg.
Driek had nog wat te werken
achter het huis. De avond begon
te vallen en waar hij stond onder
lindenboomen was het al donker.
Het volk uit de stad kwam'over het
erf naar het circus.
Hij had z'n centen nog niet.
Uit de diepte van den achterstal
hoorde hij af en toe het gebrul van
den stier. De knecht had hem zeker
weer vergeten te voeieren. Dit ge-
geuns van den ongeduldigen stier
bracht hem een idee, dat was iets 1
Hij vatte in den schop 'n voor
hamer.
Een eindje voor den ingang van
het paardenspul sloeg hij daarmee
een paal in den grond. De menschen
zagen hem daar doende. De direc-
tsn vu het circus ook. wat had hij
uitgaven van dat z.g. katholieke
persbureau te waarschuwen.
Het is natuurlijk onbegonnen
werk om tegen elke brochure of
pamflet van dat Berlijnsche bu
reau op te komen. Z.H. Exc. de
Bisschop van Breda schreef dezer
dagen in een waarschuwing
tegen een als pamflet verbreid
schrijven van pastoor Scholz o.m
„Diep betreuren we de ver
schijning en verspreiding van het
geschrift vanwege de Verwarren
de inzichten en onjuistheden, die
het bevat. Dit verderfelijke pro
pagandageschrift, van pastoor
Scholz, die zich boven Paus en
bisschoppen verheft, blijve uit
de handen van onze katholieke
bevolking":
Men zij gewaarschuwd eens en
voorgoed.
Aanvankelijk waren die berich
ten van het bureau verleidelijker
en sluwer dan tegenwoordig.
En dus ook gevaarlijker. Tegen
woordig zijn de schrijvers feller
en brutaler. Voor de katholieken
is het gevaar dus niet zoo heel
groot meer, omdat zij nu wel
onmiddellijk merken, dat zij te
doen hebben met de allerergste
Nazi-propagandisten, die alles
probeeren goed te praten, wat
in Duitschland tegen de Kerk
geschiedt en zelfs durven be-
beweren, dat een aantal Duitsche
bisschoppen zelf schuld zijn, dat
maatregelen tegen de Kerk ge
nomen worden.
Om eenig inzicht te geven in
hetgeen een „katholiek priester"
zooals er boven staat, durft
schrijven, zij medegedeeld, wat
deze in een correspondentie van
14 Februari zegt. Hij vergelijkt
de houding van Duitsche bis
schoppen met die van Russische
generaals tijdens den oorlog.
Deze lieten hun troepen in dichte
drommen tegen het Duitsche
front stormloopen. „De Russische
generaals wilden overwinnaars
worden, zij het dan ook over de
lijken van hun eigen volksge-
nooten. Ziet op eenzelfde wijze
zijn nu enkele Duitsche bisschop
pen tegen de Duitsche regeering
gaan slag leveren. De scholen,
de kloosters, de kerkelijke orga
nisaties, alles werd in den dood
gejaagd, opdat deze politiek-
katholieke Bisschoppen de over
winning zouden behalen."
Die pastoors moeten dus de
kerkvervolging erkennen. „Alles
werd in den dood gejaagd." De
Bisschoppen, die de rechten der
Kerk, gewaarborgd door het Con
cordaat, verdedigden tegen aan
vallers, zijn maar politieke bis
schoppen.
Dit alleen reeds teekent de
handlangers van de kerkvervol-
gende nazi's in het Berlijnsche
persbureau. Hier ziet men pries
ters der Kerk gebruik maken
tegen Haar van het oude wapen,
dat de Kerk en hare bedienaren
zich met de politiek bemoeien,
wanneer Bisschoppen zich ver
heffen om de heiligste goederen
te verdedigen.
Maar laten wij ons niet verder
verdiepen in den inhoud der be
daar voor een bedoeling mee
Driek haalde in de schuur een
bindzeel. Met een lus legde bi) dat
aan den paal vasl. Nou was-ie klaar,
too wijd
Hij gooide de deuren van den
achterstal open. Ge rookt den
broeierlgen walm, die hierdoor naar
buiten kwam. Driek maakte den
stier los. Hij was wel in geen week
meer buiten geweest. De jongens en
meisjes kwamen met tienen tegelijk
door de poort het erf op. Driek trok
den stier bij den neusring naar buiten.
Het dier stond in de plotselinge
kilte van den avond in 't eerst wat
stiif op zijn gestuikte, korte pooten
Nadien snoof hij met den gehe
ven neus rond zich been. Hij schampte
met de driftig geslagen pooten over
den grond. Hij volgde Driek met
nukken en beetjes.
De meiskes gilden bij het daverend
gebrul van den stier, die aanhoudend
bleef staan om zich in de lengte te
rekken, mee z'n doorbuigenden rug.
Aan het bindzeel dat aan den paal
lag, bond Driek den stier vast, Het
beest kon aan het lange zeel een
groote ronde maken voor de ingang
van 't paardenspul. De juffrouw in
de cassa zat met de handen aan
haren mond en met verwonderde
oogen naar dezen reus van een stier
te zien.
Hij keerde z'n bevuilde flanken
naar haar toe. Hij trok zoden uit
den grond, hij vrat 't zand op. dat
daarbij los kwam, aan den anderen
kant ging hij met z'n horens ver
vaarlijk in de heg staan boren.
In eenen keer was het volk aan de
cassa weg. Niemand was zoo slrant
om neven dezen stuivenden stier door
aaai de tent te gaan.
De directeur kwam daarover bij
Driek aan.
Betaal dan, zei Driek.
Ik kan nog niet, mijnheer De
Zwart.
Dan blijft de stier waar bij
staat.
Ge ruïneert me 1
Dan hedde-gij dat vlug. zei
Driek.
De directeur ging in de tent. Het
duurde maar eenige minuten, toen
was hij terug met het geld.
Het waren hriefkes.
Meer dan ik van de heele voor
stelling beur, zei de man.
'n Uur geleden lag dit geld'nog
in mijn kast, spotte Driek.
Hoezoo vroeg de directeur
er brutaal boven op.
- 't Is geld van den knecht z'n
huur en zooveel is die dochter van
oe nie eens waard.
In ieder geval, zei de directeur,
de stier is nou toch alvast weg.
Is-ie weg vroeg Driek.
Ja, ik heb hem m'n knechts
maar vast weg laten zetten, toen ik
hier binnen ging.
Als dat waar is man dan hoefde
ge me geenen cent te betalen.
Ze keken tegelijk over het hor van
het raam heen naar buiten,
-De stier staat er nog man.
De circusknechts stonden bulten
den kring, die de blazende stier in
zijn verborgen grimmigheid betreden
kon. Hij zetle den nek in gespannen
kromming, als de clowns op hem
toetraden.
Het is maar 'n stier, zei Driek,
leeuwen zijn veel leelijker in hun
doen en hij klapte met z'n hand op
den stierennek.
Hij zettt des stier op den stal
richten van het z.g. katholieke
bureau, dat tegenover het buiten
land de grofste geloofsvervolging
goed praat en de schuld schuift
op de vervolgden, zooals trou
wens bij elke kerkvervolging is
geschied.
In welk een tijd leven wij
toch, dat zulke dingen kunnen
geschieden. Laten wij onze pro
paganda toch blijven richten op
een goede voorlichting onzer
katholieken, opdat zij de kwade
geesten, die zich dikwijls zoo
verleidelijk en onder den schijn
van goed voordoen, van de goede
leeren onderscheiden.
ROELAND.
Nog 20.000 vreemde
dienstboden.
„Er is in ons land een groot tekort
aan dienstboden," zegt de minister
van Sociale Zaken in de Memorie
van Antwoord van zijn begrooting
aan de Eerste Kamer, „tengevolge
waarvan nog steeds rond twintig
duizend buitenlandsche meisjes hier
in huiselijke diensten zrjn. Het ligt
voor de hand, dat men tracht, de
plaatsen, thans door die meisjes in
genomen, waar mogelijk, te doen
bezetten door Nederlandsche meisjes."
Eenige jaren geleden hoorden we
hooger cijfers omtrent het aantal
buitenlandsche dienstmeisjes in ons
land. Maar 20.000 is nog een reus
achtig getal.
Het moet wel zijn oorzaak vinden
in onzen tijd van gunstige conjunc
tuur, die thans negen jaren ongeveer
tot het verleden behoort.
De functie van dienstbode was niet
meer in de gratie. Het gebonden
leven met meestal niet al te veel
vrijen tijd en weinig vrije avonden,
trok niet meer als voorheen, toen
vele meisjes het als hun natuurlijke
roeping beschouwden, om in het
huisgezin van een ander werkzaam
te zijn en daar het huishouden te
leeren, onder leiding van de huis
vrouw, meestal de huismoeder, ook
met het oog op het later leven, wan
neer zij zelve een gezin zouden helpen
stichten.
Duizenden meisjes gingen de voor
keur geven aan de fabriek met haar
achturigen arbeidsdag, ruimer ver
diensten en veel vrgen tijd, waarvan
met het verdiende loon goed kon
worden geprofiteerd. Dit beteekende
evenwei een groote verarming van
haar leven. Helaas zal ook de steeds
grooter wordende afstand tusschen
meesteres en dienstbode, zooals deze
in zoovele gezinnen is waar te nemen,
en het gebrek aan leiding, op den
duur evenzeer vele meisjes hebben
afgeschrikt.
Maar het feit ligt er eenmaal, dat
in een land met 350.000 werkloozen
niet minder dan 20.000 vreemde
dienstmeisjes moeten komen, omdat
er hier een groot tekort is. Aan de
ordening" van den arbeid moet hier
dus wel een en ander haperen, waar
ook het groote gebrek aan geschool
de arbeidskrachten op ander terrein
op wijst.
Men zal zeggen: vergelijk die
350.000 werkloozen nu niet met dat
cjjfer van 20.000 vreemden. Die
350.000 zgn voor het overgroote deel
mannen.
InderdaadMaar hoeveel werklooze
mannen zouden wg minder hebben,
wanneer die 20.000 dienstbodenplaat
sen eens door meisjes van 't eigen
land bezet waren Zouden dan niet
vele nu door meisjes bezette plaatsen
terugkeeren tot de mannen en jon
gelingen, die vroeger zulk werk
deden Voor veel arbeid toch wor
den meisjes gekozen, omdat hun
kracht goedkoop is, een voorname
Den volgenden morgen brak de
knecht met het paardenspul mee op
en vertrok.
De eerste communie-dag was toen
tertijd een gebeurtenis van belang.
Bij Driek De Zwart deed Marietje
ze dit jaar mee. Het was al een
heel meiske geworden.
Ze hoedde te lente de koeien in
de beemden. Ze lag mee op 't land
om haver te plukken. Ze had daar
slag van. Ze zat af en toe al onder
de koeien om mee te melken.
Marietje was 'n grutsch ding, dat
alles in den herd en in de beste
kamer graag schoon en gepoetst zag.
Uit het veld bracht ze margrieten
mee om het huis le sieren. Ze deed
dit jaar haar Communie. In dezen
tijd werd er naar gekeken, wie z'n
dochter 't schoonst in d'r kleeren
zette, als ze haar Communie deed. Ge
kost er den welstand van 'n boer
naar schatten.
Van Driek werden groote dingen
verwacht met z'n dochter en Driek
wist dat de menschen zoo dachten
Hij zou er naar moeten handelen,
al was Hanne legen overdadigen
opschik.
De Communie dag was al dicht
bij en nog had Hanne niks gekocht.
Hier kwam Driek op 'n goeien dag
achter. Hij speulde op tegen Hanne s
en spande de brik in. De vos stond
er voor, dus ging hij nogal ver weg.
Wa ga-de-ge doen vroeg
Hanne.
'n Ketting koopen mee 't wicht 1
Deük er aan Driek, dat ze
allemaal even veul moeten hebben,
ons jongens, en wa ge nou kunt,
gaat misschien niet meer ats de an
deren aan de beurt komen.
factor in den ongebreidelden concur
rentiestrijd.
Maar in den tijd van grooter weelde
is de dienstbodenfunctie zoo in dis-
crediet gekomen, dat de meisjes nu
de bezigheden, die ze daarvoor
moeten kennen, veelal buitenshuis
moeten gaan aanleeren. Vroeger
kregen zij den grondslag thuis van
de eigen moeder, die haar het dage-
lijksche huiswerk leerde van jongsaf.
In onsen tijd moeten er wel vele
moeders zijn, die haar kinderen niet
meer leeren kunnen. Zij kunnen
anderen niet geven, wat zij zelf niet
bezitten.
Wanneer men aan den toestand
denkt in zulke gezinnen, kan men
niet gerust zijn. Het gezin is de
grondslag onzer samenleving. Uit
en door het gezinsleven moet de
samenleving orde, tucht, werkijver
en andere natuurlijke deugden ver
krijgen, om nog niet te spreken van
hoogere goederen als godsdienstzin,
zedelijkheid, eerlijkheid, enz. En hoe
is het gesteld met gezinnen, waar
de huiselijke werken niet goed ge
schieden. Wat moet dat een noodlot
tige uitwerking hebben op zulke
gezinnen.
Nu is het waar, dat een dienst
meisje in den tegenwoordigen tijd
wat meer huishoudkundige kennis
noodig heeft dan weleer en dat van
haar meer uiterlijke beschaving
wordt verwacht.
Maar dat alle3 doet het feit niet
minder spreken, dat er in onzen tijd
dienstbodencursussen broodnoodig
zrjn, om weer een deugdelijk aantal
dienstboden te verkrijgen. Ze zijn
inderdaad noodig en ze werken uit
stekend, zeker waar ze gegeven
worden op een godsdienstigen grond
slag en op een internaat, waar de
meisjes ruim drie maanden in een
geheel ander milieu zijn en elk uur
van den dag voor haar doel worden
geoefend.
Op deze wijze verlangt ook de
regeering aan de Nederlandsche
meisjes de plaatsen te geven, die
haar toekomen. Zij steunt dus zulke
cursussen graag.
De meeste vreemde meisjes komen
uit Duitschland naar hier. Wat er
ook op dat land aan te merken zij,
het is een goede noot voor het volk,
dat het zooveel uitstekende dienst
boden oplevert. Dat pleit voor de
kunde harer moeders en voor de ge
zinnen, waaruit die meisjes komen.
Zij hebben eigenschappen, die bij ons
duizenden meisjes niet meer bezitten
ondanks algemeenen cultureelen
vooruitgang, ondanks de verbetering
van arbeidsvoorwaarden, als de
werktijd, welke de gezinnen onzer
meisjes toch ten goede moet zijn ge
komen, omdat ook de vader zich
meer met haar opvoeding heeft
kunnen bezig houden.
Het sociale werk. dat hierin ver
betering wil brengen, verdient aller
grooten steun en de bijzondere aan
dacht.
'k Zou zoo zeggen
Wij zijn ons zelf het naast
In het begin van den vervaltijd
van onze roemruchte republiek de
Vereenigde Nederlanden, die volgde
op een bloeitijd, waarin wij roem
rucht geworden waren, durfden de
buitenlandsche gezanten het bestaan
om bij de vredesonderhandelingen te
Utrecht onzen afgevaardigden toe te
voegen: Wg zullen bij U, over U en
zonder U onderhandelen. Dat was
een beleediging; een kleineeren van
onze beteekenis in de rij der West-
Europeesche mogendheden.
En die vernedering lieten onze ge
zanten en oDze regeeringspersonen
zich welgevallen. Maar Jan Wakker
had toen dan ook de plaats geruimd
voor Piet Sul.
Of om het minder bloemrijk te
zeggen: Wij beteekenden toen niet
niet veel meer.
Maar is het nu veel beter gewor
den
Is het zooveel anders
In het dorp bij den goudsmid kocht
Driek voor Marieljes nog een veel
schooner ketting, dan hij eerst van
plan was.
Marietje was er maar wat grutsch
mee in den winkel, temeer omdat er
nog 'n paar andere boerinnekes uit
de stad naast haar stonden, die ook
een ketting gingen dragen.
Marietje had de schoonste ket
ting, die de goudsmid in zijn heelen
winkel had. Het was een zware,
donkergele gouden ketting. Ze mo -st
twee slagen om haren hals han
gen. Dan hadt ge daar nog een gou
den schuif aan zitten, waarmee de
lengte te verstellen was. Deze broche
was 'n sieraad op z'n eigen. Driek
had er al subiet z'n voldoening af.
Ze zou z'n Marietjes blanken hals
sieren en haar tot een prinseske on
der alle boerinnekes maken.
Denzelfden avond dwong hij Han-
ne's mee de stad in, om voor
Marietjes rok, 'n tulen kardinaal en
'n ijsgrond-witte muts mee 'npofferd
te gaan koopen
Gij blijft maar thuis, Drifk. j
Nee ik ga mee, wat denk-te-ge i
wel 1
Ze stonden nadien in den grooten
winkel. HaDne zocht en keurde. Ze
liet zoo nou en dan Driek mee-
kijken
Onderhand werd dat Driek lang 1
genoeg. Hij ging stiekum naar de j
toonbank aan den anderen kant van
den winkel. Hij smiespelde tegen de
juffrouw: Geef mij van die din
gen 't duurste, wat ge hebt en kiekt
of 't Marietjes past, dan is 't go»-d.
De keus was toen zoo gemaakt.
Hanne had daar niks van gezien,
en stond aan de andere toonbank
nog maar te keuzen en uit te zoeken.
De vanouds beroemde AKKER's
ABDIJSIROOP is een natuur-genees-
middel, daar de werking in hoofd
zaak berust op de geneeskracht van
extracten, bereid uit reeds in oude
tijden bekende „genees-kniyden"
AKKER's ABDIJSIROOP, bereid vol
gens oud recept, is dus een aan de
natuur ontleend geneesmiddel!
De genezende, hoeststillende,
slijmoplossende en kalmeerende
werking van de kruiden-extracten,
welke AKKER's ABDIJSIROOP zoo
beroemd hebben gemaakt, is thans
door een nieuwe toevoeging van
den bekenden Apotheker Dumont
nog sterker, nog sneller, nóg
krachtiger en nog doeltreffender!
Een lepel AKKER'S ABDIJSIROOP
werkt thans 2 x zoo snel als voorheen I
Een ongeëvenaarde werking tegen
hoest, bronchitis, kinkhoest, verwaar
loosde verkoudheid, griep, influenza.
De verlaagde prijzen zijn thans
90 ct. F 1.50 F 2.40 F 4.20
3 digen 6 dagen 12 dagen 24 dagen
gebruik gebruik gebruik gebruik
De grootere flacons zijn bij
voortgezet gebruik voordeeliger!
Wij worden van alle kanten door
het buitenland, dat voorheen onze
land- en tuinbouwproducten afnam,
in onzen handel en dus in onze ver
dienste geknauwd door betalings-
belemmeriDgen en door invoerbeper
kingen.
Dat doet men om bet volk te
leeren zichzelf zooveel mogelijk te
helpen. Op zichzelf niet te misprij
zen. Maar waarom zullen wij ditzelf
nu ook niet toepassen, waar dit kan.
Waar dit kan, want wij hebben
niet zooveel producten. Maar in
zaaizaden hebben wij toch wel iets.
Daarbij wordt het suikerbieten
zaad dat door noeste vlijt gedurende
een halve eeuw een door en door
Nederlandscb product geworden is,
bet meest beconcurreerd uit het
buitenland, waar, we erkennen het
grif, ook wei goed zaad vandaan
komt.
Maar ligt het niet voor de hand,
dat wij hen, die uit het buitenland
komen en zeggen„wij zullen bij U
en zonder U Uw land bezetten" toe
voegen verdwijnOok wij redden
ons zelf. Wrj hebben een door en
door Nederlandsche soort en die is
bovendien uitstekend.
Omdat wij zoo redeneeren en vele
boeren en tuinders naar wij weten
fiere Nederlanders zijn, daarom zou
ik zoo zeggen zal niemand het vreemd
vinden als wij eens iets zeggen ten
gunste van Nederlandsche zaadKwee-
kers, al kennen wij die persoonlijk
niet. Wat» misschien gelukkig is,
want nu staan wg vrijer in ons oor
deel.
Krakelingen.
Rechte en kromme neuzen.
In een goed stukje tooneelwerk,
kunnen soms verstandige en ware
dingen op rake wijze worden gezegd.
Ik luisterde op 'n avond der vorige
week naar de uitzending van een
revue. Een der artisten als 't Bu-
ziau niet was, dan was 't een ander
speelde voor schoenmaker. En
deze schoenmaker bleek een filosoof,
zooals zoovele schoenmakers filosofen
zgn.
Je hebt schoenen met rechte
neuzen zei hij tegen 'n klant
en schoenen met kromme neuzen.
Van die schoenen met rechte neuzen
zijn er, die niet deugen. En de meeste
schoenen met kromme neuzen geven
niet den minsten hinner. 't Komt er
minder op aan, hoe de neus is, als...
Ik ben klaar gekomen, vrouw
stond Driek achter d'r.
't Mensch viel bekant om van 't
verschieten. 9
Kom, we doen weer aan, zei
Driek.
Thuis gaf dat ruzie van belang.
De dingen waren te duur. Driek
moest wijzer zijn en bedenken, boe
lang hij er voor in de stad moest
gaan varen.
't Wicht werkt goed, zei Driek,
't heeft nog nie veul in d'r leven
gehad.
Op den dag zelf, dat Marietje d'r
eerste H Communie deed, gingen
Driek en Hanne natuurlijk mee naar
de kerk
Marietje werd om haar schoon
kleeren zat nagekeken.
Driek bad daar z'n plezier van
en Hanoe eigenlijk ook, want 'twas
ook haar eer, dat 't durske zoo
scboon voor den dag kwam-
Ze zei legen Marietjes: Nou
moet ge goed stil zitten en zorgen
dat ze niet op oewen rok gaan.staan
en laat de andere durskes maar niet
aan oewen pofferd zitten
Marietje verwachtte wel dal 2e
nog meer zeggen zou. want de zuster
en de kapelaan hadden gezegd, dat
de kinderen goed luisteren moesttn
naar moeders, als die 's morgens,
vóór ze gingen, zou zeggen, voor
wie ze bij de eerste CommuDie bid
den moesten. Vader en moeder heb
ben veel zorgen, die kinderen niet
zoozeer begrijpen, en vader en moe
der weten, dat O. L. Heer op dien
dag aan de kinderen alles geeft
waarom ze vragen, vooral als het
voor andere menschen bedoeld is.
(Wordt vervolgd.)