TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Neutrale pers gif voor geloovigen. FEUILLETON. Jonge kracht op ouden grond Krakelingen. Vergadering Boeren leenbank Venray. Wreef in één <3ag RHEUMfiïiec weg met den Kloosterbalsem KLOOSTERBALSEM Zaterdag 26 Februari 193S Negen en vijftigste Jaargang No 9 JTOok in onze streken huizen nog vele Katholieken, die zweren bij een zoogenaamd „neutraal" blad. Zij rekenen zich meestal onder de „verlichten"; zij kunnen daar wel tegen en zij hebben er nog nooit iets verkeerds in ge vonden 1 Gewoonlijk is dat een gevolg van 't feit, dat de ware katholieke geest reeds is uitge dreven en dat hun Katholiek gevoel door het langzame gif der neutrale lectuur reeds zoo is af gestemd, dat ze het kwaad niet eens meer opmerken. Maar, onze bedoeling was heden niet om zelf voor de zoo- veelste maal tegen deze pest te velde te trekken. Wij willen dat eens iemand anders laten doen in een heel origineelen vorm. Als ik duivel was, zoo begon volgens het parochieblad van een onzer grootstadpAochies, de Pastoor Zondag zijn preek. Deze sensationeele inleiding bracht spanning onder 't gehoor en de Pastoor vervolgde Als ik de duivel was, dan zou ik U niet bekoren tot vloeken of lasterentot diefstal of vuile praatzelfs niet op de eerste plaats tot zedeloosheid. Zoo'n domme duivel zou ik niet zijn 1 Maar ik zou u aanzetten, u te abonneeren op een liberaal of neutraal blad en aldus zou ik u stilaan brengen tot alle andere zonden tot zedenbederf, plichts verzuim, onrecht, tot geloofs verlies en als gevolg: misschien eeuwige ondergang...." Deze pakkende en origineele waarschuwing tegen het groote gevaar van de neutrale pers werd door de redactie van het blad als volgt nog onderstreept „De slechte pers, waaronder niet alleen verstaan moet worden de socialistische maar ook de liberale en neutrale bladen, verpest fa brieken en werkplaatsen, hniskamers en vergaderzalen, straten en vervoermiddelen. De duivelsche pers zaait vervalsching in de gedachten, ontaarding in de zeden, ont binding in het huishoudelijke en maatschappelijke leven, vijandschap tegen den waren godsdienst, verzwakking of vernietiging van het geloof. Ze vervalscht het begrip van rechtvaardigheid, zuiverheid en heiligheid ze vernietigt de betrouwbaarheid in het huwelijkslevenze bespot alles wat eerzaam en deugd zaam is: ze is dus de vijand van het ware geluk." Het Handelsblad is ontstemd over deze taal en ziet er een bedreiging in van de liberale en neutrale pers, alsof deze de zede loosheid propageeren. Nu mag onmiddellijk aange nomen worden, dat hier geen opzet in het spel is, maar ont door PAUL KUYPERS. (Nadruk verboden) kend kan niet worden, dat de neutrale pers, door haar goed praten van films, tooneelwerken en romans, waarin met de huwe lijkstrouw wordt gespot, de zeden ondermijnt. In deze pers heeft de leugen hetzelfde recht als de waarheid en de voortdurende belichting van de actueele vragen van den dag in de omlijsting van een anti godsdienstige wereldbeschou wing moet op den duur elk ge- geloof ondermijnen. Abbé Mercklein, de directeur van het Ir.t. bureau voor de Kath. Pers, schreef nog eenige maanden geleden, dat het voort durend lezen van neutrale en liberale bladen eiken katholiek infecteert met liberale en anti godsdienstige denkbeelden. Trouwens de bekende Fransche pastoor en schrijver Pierre L'Ermite, schreef ook reeds, dat zoolang er nog zoovee! katholie ken de neutrale pers lezen, de duivel lacht met onze kath. scholen, onze prachtige kath. organisaties en schitterend ge slaagde congressen. Want in die pers vindt hij eiken dag volop gelegenheid het daar uitgestrooide zaad te ver stikken. Inderdaad de neutrale pers, dat is het beste wapen van den duivel. Daarom is het zoo onbegrijpe lijk, dat zoovele katholieken nog blijven hangen aan die neutrale pers. 'k Zou zoo zeggen (Zoo'n winter kost geld.) De winters zgn in de laatste jaren ons niet voordeelig geweest. Weinig vorst en veel koude en gure dagen, veel storm en regen. Dat is voor de gesteldheid van den bodem niet bij zonder voordeelig. De structuur van de bouwvoor wordt er leelijk door bedorven en de zode van het gras nadeelig door beinvloed. De neerplassende regens vernielen grondig de bovenste laag kruimels, wat meestal duidelijk te zien is. De bovenlaag van onze bouwlanden is een dicht dichtgeslempte massa ge worden. En als men door het gras land gaat merkt men wel op, dat ook de natte winter niet goed gedaan heeft aan de geaardheid van de zode. Dit laatste merkt een leek niet zoo zeer, maar als hij bouwland pas seert dan vraagt hij wel een3 hoe het mogelijk is. dat de jonge plan ten doorheen komen en daarop wil len groeien. Nu weten wij wel, dat dit nogal wat meevalt. Maar toch is zoo'n structuur niet bevorderlijk voor een vlugge en gezonde ontwikkeling van de jonge planten. De noodzakelijke stikstofmest is in dit geval het best te geven met kalksalpeter, daar de direct oplosbare kalk hiervan het verder verkorsten tegengaat. Er is echter nog een schadepost die het natte weer ons berokkent. Het door den bodem heenzakkende hemelwater neemt een min of meer groot deel van de voedingsstoffen voor de planten mee naar den onder grond. Vooral die voedingsstoffen, die niet de eigenschap hebben zich te binden aan de bodembestanddeelen En wat wegzakt is voor de planten groei vrijwel als verloren te beschou wen. In een natte winter verarmt de bodem dus meer dan in een droge. Niet het minst is het de stikstof, die, gemakkelijk óplosbaar als ze is 's Morgens toen Marietje erbij geroepen werd, toen zei ze: Dat is de wieg van moeders. Ga naar school, Marietje, zei Driek* Dit kind was zwart van aard en Driek was er erg mee voldaan. Hij zei tegen Hanne's; Het staalt op oe, we zullen 't ook naar oe noemen, het zal Hanne heeten. Dat ging aan. Driek ging voormiddags naar het stadhuis om 't wicht aan te geven. In den laten avond kwam hij thuis. Hij kon het kind met z'n verwaterde oogen niet meer zien liggen. Doe-de-gij dat zoo vroeg zij. Zoo doen wij dat, Hanne. Driek klom op handen en voeten de opkamer op, naar 't ledikant van Marietje, Naast haar viel hij in slaap en-ie werd wakker in den morgen, toen Marietje bezig was hem z'n schoe ien uit te trekken. Ge moet 'ns naar Hannekes en moeders gaan kijken, zei Driek tegen Marietje. Wa moet ik dan zeggen, vader? Daar kon Driek ook zoo gauw geen antwoord op geven. Hij zat W* «b dol bij z'n kinderen op de opkamer. Nu was z'n vierde kind gekomen. Het waren allemaal zijn kinderen.; Willen we samen naar Han nekes gaan kijken zei Driek. Hij vatte jantjes op den arm en Marietjes aan de hand. Marinuske was van de opkamer weg. Die zou wel bij moeders zijn. Hoe g«e get-oe Hanne Waar is Marinuske vroeg zij. We komen Hannekes kieken, zei Driek Hij hield Jantje tusschen z'n han den boven de houten wieg. Bij deze harde omklemming begon Jantje te spartelen en te schuilen. Marietje staarde rond door de kamer. Bè, kiekt ok is, Marietje, zei Hanne. Oew zusje, zei Driek en ie vatte Marietje vast om ze bij de wieg te zetten. 't Is 'n zwart, vader. Net moeders, zei Driek, Op 'n avond kwam er een vent bij Driek over den stoep, 'n circus directeur. Die kwam 'n stuk weiland van Driek afhuren, om er 'n paar denspul op te zetten. Da's goe, zei Driek, Hij noemde een bedrag. De directeur kon er niet mee accoord gaan, Driek stond al recht. Niet? ook goed, even goei vrienden, De vent begon met beweeglijkheid van z'n snor te redeneeren, dat hij zoo'n som nog niet beurde van de drie voorstellingen. Ja, zei Driek, dan is mijn dries voor oewen doen te duur, maar ik geef hem niet minder. een voordeel in de groeeperiode voor een goed deel met het bodem water naar den ondergrond zakt en uit de bereikbaarheid der planten wortels verdwijnt. Het is willen wij rekenen op een goede oogstkans, zaak, dat we deze ontstane tekorten aanvullen. Dat kost wel geld, doch het zal toch moeten. Heel geschikt is daarvoor kalk- ammonsalpater, een zooals wij we ten uit de lucht vervaardigde stik stofmeststof. De ammoniakstikstof, die ze bevat, bindt zich aan de bodem bestanddeelen en de salpeterstikstof die het voor de andere helft bevat, helpt de vroeg in het voorjaar zich ontwikkelende plantenwortels aan het benoodig'de voedsel. Twee vliegen in één klap. Het afgestompte gevoel. Polak, de Kroniek-schrijver, had het er dezer dagen over, hoe gauw het menschelijks gevoelen raakt af gestompt door de herhaaldelijke be leving van wat het aanvankelijk be roerde. Als voorbeeld herinnert hij aan gebeurtenissen uit den wereld oorlog, aan de martelingen n.l., welke de Belgische burgerbevolking had te doorstaan. Eerst was ons eigen volk er door ontzet en verleende het spontaan zijn hulp aan de slacht offers, maar geleidelik aan misten de steeds weer herhaalde gruwelen deze reactie. Polak betreurt het, dat aldus ook de belangstelling voor het lot der vervolgde Joden verslapt. Hg zei: Men leest de berichten in de kranten, die hoe erg zij ook mo gen wezen, slechts een flauwe af spiegeling van de werkelijkheid zijn, en gaat dan rustig over tot de lectuur van hetgeen de bladen zooal verder afdrukken. Men ziet niet de oceanen van wee en jam mer, die achter zulke tijdingen liggen; en indien men zich al daarvan rekenschap geeft, dan is slechts uiterst kortstondige aandoening daarvan het gevolg: de gewoonte heeft het gevoel afgestompt. Dat is jammer, maar... ja, 't is zoo. Hoe gauw zijn we ook niet ge wend geraakt aan het lot, dat de Japanners den Chineezen laten weder varen Hoe weinig beroeren ons nog de dagelijksche doodvonnissen in Rusland! Wie herinnert zich, dat de katholieken in Mexico nog steeds worden vervolgd Wie raakt er nog geschokt door de bommen, welke op Barcelona of Salamarica Deerkomen De vloek van het booze is, dat we er te gemakkelijk aan wennen. Het valt me soms op, dat men- schen, van wie men het heelemaal niet verwachten zou, plots goede kwaliteiten van het Duitsche regime gaan roemen, terwijl ze vroeger,.. Ze weten, dat de Joden in het in het Derde Rijk nog steeds onmen- schelgk worden vervolgd: dat voor gangers van christelijke kerken in concentratiekamp of gevangenis wor den opgesloten, alléén omdat ze hun geloof niet ondergeschikt wenschen te maken aan de nat.-soc. principes van ras, bloed en bodem; ze weten van de gepoe en van velerlei onder drukking. Maar ze weten dat nu al vijf jaren lang en dat „weten" be roert ze niet meer, zooals voorheen. Maar plots valt dan hun aandacht op 'n kleinigheid soms welke iets goeds voor de Nazi's beduidt. Laten we zeggen: de uiterlijke orde en netheid in het land; de vrij vol doend schijnende arbeidsgelegenheid. Hé iets goeds in Duitschland Die ontdekking is nieuw voor ze en grijpt ze aan. Doet ze al het booze en vooze en slechte onderschatten, omdat dit alles sedert jaar en dag het „gewone" was, dat ze als indruk vanuit- en óver Duitschland bekwamen. Het verkeerde heeft dikwgls meer „succes" dan het goede. Wie en wat van den beginne af als goed wordt erkend, kan slechts tegenvallen, want tenslotte ontdekt men de fouten, welke aan het goede kleven. Omge keerd kan niemand of niets zoo slecht zijn, of er blijkt achteraf nog van eenige goede kwaliteit. Welke dan grooten indruk maakt! Tweeërlei „jeugdbeweging". §§JUit de gegevens van het Bureau voor de Statistiek blgkt, dat de Protestantsch Christelijke jeugd organisaties 104.000 mannelijke en "i.OOO vrouwelijke leden tellen, de Roomsch-Katholieke Jeugdbeweging 162.000 jongens en 162.000 meisjes; de socialistische jeugdvereenigingen tellen 14.000 jongens en 5000 meisjes; 31.000 jongens en 10.000 meisjes be- hooren voorts nog tot de padvinders en enkele andere kleinere organisa ties. In totaal zijn ruim 421 duizend jonge menschen in Nederland in jeugdorganisaties georganiseerd. De georganiseerde jeugdbeweging behoort nog meer te groeien; ze ver dient de sympathie en den steun van allen, die het goed met de kinderen vóór hebben. Men kan bet altijd aan de jongens en meisjes ervaren, of ze aan een jeugdorganisatie zijn ver bonden, ze handelen dan veel meer gedisciplineerd; ze toonen gevoel voor beschaving, orde en tucht, Als de jeugd in haar vrijen tijd aan zich zelf wordt overgelaten, doet ze aan een eigen „beweging". Op straat. Deze ontwikkelt zich altijd tot eene van het slechtste en meest verderfelijke allooi. Van deze tweede soort jeugdbewe ging blgkt b.v. uit het volgende'pers- bericht: De burgemeester van Beverwijk heeft zijn toevlucht genomen tot het zenden van een waarschuwing aan weldenkende ouders en opvoeders om er meer op toe te zien, dat de jeugd zich in het bijzonder op den Zater dag Nen Zondagavond niet blijft op houden in de Breestraat, aangezien blijkens vele ervaringen deze omge ving daarvoor niet geacht is. De ge dragingen bepalen zich niet tot straatschenderij en baldadigheid, de kinderen bedrijven onzedelijkheden, welke wel zeer ruw en ongegeneerd zijn. Zelfs uit de bioscoop moeten kinderen van zes en zeven jaar door de politie worden weggehaald. Het beschikbare politiepersoneel gaat in burgerkleeding Zaterdag-en Zondag avond door de Breestraat, maar haar optreden bepaalt zich tot het verjagen van kinderen en nu en dan een naar het bureau brengen, waarvan de uitwerking al weer nul is. De man ging. Ge moet geen vreemdigheid over de boerderij halen, zei Hanne. Als ze betalen, gerust, bromde Driek. De circusdirecteur was buiten op zijn hakken omgedraaid. Ik doe 't, boer, zei hij. Maar ik niet meer, goeie man 1 Zeg dat wel, Driek, kwam Hanne tusschenbeiden. Ik moet vijf en twintig gulden meer hebben 1 De directeur ging van deze te leurstelling in een stoel zitten. Als ge rusten will, ga oew gang, zei Driek, als ge maar niet gaat zitten, om er weer 'ns van voren af aan over te beginnen. Het draaide er op uit, dat de man vijf en twintig gulden meer gaf, dan Driek eerst gevraagd had. Toen wilde de directeur gaan. Nee, wacht efkes, zei Driek. Hij lachte in zijn eigen, toen hij voor de kast stond om er 'n brief met zegel uit te vatten. Mag ik oew naam weten, man? Circus „De getemde tijger." Wilde tijger of getemde tijger, maar ik moet oewen eigen naam hebben, want als ik straks om geld kom, kan de tijger wel weer de wil dernis in zijn. Mister Carper, zei de man Is dat Hollandsch Dat is Engelsch, Als ge maar Hollandsch geld hebt I De man was nog bekant niet de deur uit of de kapelaan kwam over den stoep De Zwart, ge moogt dat paar denspul niet op oewen dries laten. Dat heb ik ook al gezeed, zei In het Sint ADtoniuspatronaat hield Vrgdag 18 dezer de Boeren leenbank hare algemeene jaarverga dering onder leiding van den Voor zitter, den Heer M. Wismans. Nadat de vergadering door den Voorzitter met den Christelijken groet geopend was, richtte hij een hartelijk woord van welkom tot de opgekomen leden, doch speciaal tot den Weleerw. Heer Kapelaan Linssen, geestelijk adviseur. Uit de door den Secretaris, den Heer J. Pijpers, afgeroepen leden lijst, blijkt, dat er 94 leden aanwezig zijn en hiermede een rechtsgeldige vergadering kan gehouden worden. De notulen der vergadering werden hierna voorgelezen en onveranderd goedgekeurd, waarna werd overge gaan tot verkiezing van een lid van den Raad van Toezicht wegens perio dieke aftreding van den Heer W. van Dijck. Uit het door de Commissie van Rapporteurs, bestaande uit de heeren A. Poels, G. Geurts en Voermans, uitgebracht rapport over de gehou den stemming blgkt, dat de heerW. van Dijck met 82 van de 87 uitge brachte stemmen weer is herkozen. De Voorzitter feliciteert den her- kozene met zijne herkiezing, waar op de Heer W. van Dijck beloofd zijn beste krachten voor het welzijn der Bank te zullen geven. De Voorzitter deelt mede, dat in verband met de steeds zakkende rentevoet, het voor de Bank ge- wenscht is om den rentevoet te verlagen waarvoor art. 10 Huishou delijk Reglement gewijzigd moet worden, als volgtzou er boven een door de Bank bepaald bedrag nog meer geld gedeponeerd worden, dan zal de hiervoor te krijgen rente slechts 1 pet. bedragen, wordt ook de grens van dit rentegevend bedrag overgeschreven, dan zou hiervoor geen rente worden vergoed. Z.h.s. ging de vergadering hiermede ac coord. Verder werd de rentevoet gewijzigd als: voor direct opvorderbare saldi 2V, pet. met 6 maanden opzegging vervalt, deposito's met 1 jaar 2.88 pet. voor leden en 2.75 pet, voor niet- leden, voorschotten vorderen 3.75 pet. rente, loopende rekening doet 21/, pet. voor credit en 4 pet. voor debet. Vereenigingen krijgen 4 pet. van het saldo. Hierna brengt de secretaris de Re kening en balans uit, welke onver anderd worden goedgekeurd en waar aan we ontleenen: Rekening. Ontvangsten Kas 31 Dec. 1936 7529.92 Spaargelden 244164.51 Afl. voorschotten 17172.73 L. R. Leden 1305.78 L. R. C.C.B. 103468.08 Afschr. R. G. 30.— Afb. winst v.j. 1495.93 Rundvee betalingen 65270.15 Tarwe betalingen 12842.37 Rent. voorschotten v. j. 2320.98 H 1- 1- 3231.46 Prov. kosten voorsch. 31.75 Rente L. R. 8356.85 Prov. L. R. 1.87 Boete, giften enz. 62.50 Diversen 113.20 f 467398.08 Uitgaven Spaargelden 174320.66 Nieuwe voorschotten 12700.— L. R. Leden 1775.61 L. R. C.C.B. 184875.82 Rundvee betalingen 65766.53 Tarwe betalingen 12842.37 Rente spaargelden 10352.70 Prov. kosten L.R, 385.53 Overb. winst 1495.93 Buitengew. Uitgaven 434.18 Diversen 963.20 Saldo Kas 31/12 '37 1485.55 f 467398.08 KapelaanLinssen,Geestelijk Adviseur der Bank, een kort woord en wekt de leden vooral op tot hulp en steun aan den evennaasten, waarop Gods zegen steeds neerdaalt. Hij herinnert er aan, dat ook de H. Vader de Paus opwekt tot practische liefdadigheid, eenmaal de kenmerkende eigenschap der Christenheid. (Applaus). Hierna zegt de Voorzitter, dat het Bestuur de volgende verandering overweegt, tot nog toe staat er f 2.50 boete op als men zonder kennis geving van een vergadering der Bank wegblijft, welke maatregel het Bestuur wil vervangen door de leden een presentiegeld per vergadering uit te keeren. Bovendien wil het Bestuur de vergaderingen aantrek kelijker maken door een Spreker op zulke vergaderingen een spreekbeurt te doen houden. Dit geeft frischheid aan de vergadering, die anders niets heeft dan weinig boeiende cijfers. Wijl niemand van de rondvraag gebruik maakt, sluit de Voorzitter de vergadering op de gebruikelijke wijze, na dank gebracht te hebben voor de opkomst. Hanne. Heeft de burgemeester vergun ning gegeven, kapelaan Helaas ja Dan kan dieje mensch komme Het wordt een bederf voor de slad. Wat daar vertoond wordt schreit in den hemel en dat zoude gij toelaten Anders doen het anderen wel De geestelijkheid moet er tegen op komen. Ik heb oe toch gevraagd, of de burgemeester 't paardnnspul ver boden heeft. Die moet weten, wat hij verbiedt. Als hij geen gevaar ziet, moet ge hèra daarop wijzen. Den anderen dag, kwamen de eerste wagens al het erf opgereden bij De Zwart. Op de wei werden de stallen voor de paarden, den olifant en de twee leeuwen opgeslagen De knecht van Driek hielp daar 'n handje aan mee. Met 'n hamer sloeg hij palen in den grond voor de scheerlijnen. Hij praatte druk met de knechts van 't circus. Hij hoorde, dat ze den anderen avond als clowns zouden optreden. Bovendien waren het kunstrijders op de paarden. Ge hadt bij dat circus ook 'n paar meisjes, die op de koord dansten, lijk ze zeiën. Daar maakten de knecht ook kennis mee. Hij vergat er het melken door. Hij lachte en zwetste tegen die meisjes. Hij liet ze zien, dat hij dwars over 'n paard heen kon springen, zooals 'n circus mensch. De meisjes lachten om z'n platte woorden Hij bleef den heelen avond in de tenten en nadien zat hij op den trap van den woonwagen. Hij dronk er 'n tas koffie mee, die hij van 'n Balans. Actief Inhoud Kas Uitst. voorschotten Tegoed L. R. Leden L. L. C.C.B. Deposito C.C.B. Effecten Aand. C.C.B. Aand. Boeren Hyp. Bank Waarde roerende goederen Te vordere rente voorsch. 1485.55 119565.86 6973.59 194837.90 70000.— 11000. 300.— 100.— 345.— 1716.92 f 406324.82 Passief Saldo spaarg. D.O. 299342. Saldo 1 Jan. 78803.29 Reserve winst 26748.15 Saldo Rundveebetalingen 647.62 Winst boekjaar 783.76 f 406324.82 De Voorzitter zegt in verband hiermede, dat de reserve thans be draagt f 26748.15, terwijl deze vroeger was f 29000. Ingevolge een geleden verlies is deze gedaald en zoolang de ouden 3tand der reserve niet is ingehaald, zoolang zal de Bank geen giften mogen doen aan charitatieve of andere instellingen. Het Hoofd bestuur keurt dit niet goed. Spijtig genoeg, kan de Bank in dezen moei lijken tijd niet helpen. Hierna spreekt de Weleerw. Heer angen, blanken meisj^sarm uit de verlichtte omslotenheid van den wagen kreeg aangereikt. Den volgenden dag kwamen de directeur en z'n vrouw bij Driek in den herd Ze hadden een ui'.noodi ging voor de galavoorstelling. We zallen 'ns kommen, zei Driek. Wa moet ik aantrekken bij al die dames vroeg de boerin. Driek hielp haar uit de verlegen heid hij deed geschuurde klompen aan, mee 'n blauwe kiel en 'n rooien zakdoek om den ha's Nou kon Hanne met den bonten scholk voor gaan. Het was toch ook maar vlak aan huis te doen. Ze werden door den directeur naar een paar stoelen gebracht, die voor aan in een afgemaakte ruimte ston den. Marietje en de andere jongens bleven bij Drieka's thuis. Driek lachte om de zottigheid van de clowns, die er nou zoo bont en opgeverfd uitzagen. Hij werd stil bij de kunstemakerij van de meisjes. De boerin had het erover dal die m**is kes zoo schandalig aangekleed waren. De directeur kwam na afloop vragen, hoe of mijnheer De Zwart het gevonden had De man klaagde nadien, dat er zoo weinig menschen gekomen waren De volgende voor ste ling moest beter bezet zijn, anders kon hij er niet aan uit. Driek trok z'n besluit uit die woorden. De circusdirecteur had 't er voor z'n eigen niet beter op ge maakt met z'n geklaag. Kan ik subiet m'n geld komen beuren vroeg Driek Tusschen de voorstellingen in Wat kan daar voor bezwaar Had een pijn in x'n schouder om tureluursch van te worden mEn zoo in eens! Ik kon niet meer heen of weer. Ik houd niet van tabletjes en liet mijn vrouw mij wrijven met Klooster ba Isem. Niet te hard, zeg ik, want alles, ook de geheele omgeving, deed me zeer. Zij wreef mij zachtjes 'om te beginnennaderhand wat harder I en het was of er een wonder gebeurde. Onder 't wrijven verminderde de pjjn en toen het 's avonds herhaald was, stond ik den volgenden morgen weer 'even frisch op als altijd." j - Fr' D' te G\ S ORIGINEEL TER INZAGE m Geen goud zoo goed" Onovertroffen b(j brand-en sn(|wondeiv Ofk ongeëvenaard als wrijf middel bi» Hheumatlek, spit en pijnlijke spieren. Schroefdoos 35 ct. Potten62lf2 ct. en f 1.04 voor Inzenden in open couvert, ?,s drukwerk (l'/2 ct.) aan MONSTER Handelraij. L. I. Akker, R'dam Kunstverlichting bij kippen houder ij. De heer Jos. Boshouwers uit Eist heeft Woensdag te Roermond, bij gelegenheid van den vierden Limb. Veeteeltdag aldaar, een uiteenzetting gegeven over „De invloed der kunst verlichting op de productie van ccnsumptie-eieren", welk probleem de heer Boshouwers aan de hand van zijn 20-jarige practische ervaring heeft behandeld. In Gelderland (en Overijsel) wordt de kunstverlichting wel het meest toegepast van alle provincies in ons land. Gebleken is, dat kunstverlichting op de herfst- en winter productie van veel invloed is, en dat vaak 25 pCt. meer opbrengst was gecon stateerd voor die periode. Men mag niet meer dan gemiddeld drie kippen per M2 verlicht bodemoppervlak houden. Spreker concludeerde, dat men met de verlichting in de eerste helft van October moet aanvangen en daarmee kan doorgaan tot half Maart. Men kan des morgens ver lichten vanaf 5 uur tot het flink daglicht wordt, of van den laten namiddag tot een vast uur in den avond bijv. half 8. Beide methoden geven goed resultaat. Door den beteren leg hebben de kippen behoefte aan meer voer, zoowel hard- als week voer. tegen bestaan, man Na de avondvoorstelling kom ik je voldoen, mijnheer De Zwart. Ik wil dalijk m'n geld hebben, mijnheer de circusdirecteur. Dat gaat niet, m'n goeie man 1 Hel moet, zei Driek. De directeur liep weg. Driek zag, toen hij de tent uitging, dal de circusdirecteur bij zijnen knecht te praten stond. Toen Driek goed en wel binnen was, kwam de knecht met een van de meisjes, die op de koord hadden gedanst, den herd binnen. O, zei Driek, gaat dat over de beta'ing Ja, deed de knecht het woord. Het is geen gewoonte, dat deze mensch zoo zonder vertrouwen be handeld wordt. Ik heb alle reden om hem te wantrouwen, want als ie voor zoo'n fooi goed is, dat-ie me dan betaalt, Dat is geen gewoonte, Driek. zei de knecht. Wie maakt hier nou uit wat gewoonte Is, ge lijkt wel gek, schiet maar op Het meiske van de koord, dat lachte schamper met haar geverfden snoet. Ze zat daar met haar beenen over elkaar, zoo vrij ais 'n mans kerel. Dan zeg ik m'n huur op De Zwart. Ik zou 't gère hebben, als ik geen meelijden met oe had, jongen, zei Driek. De knecht keek mee triomphante- lijke oogen naar het meiske. Wanneer vertrekt ge Mèrgen Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1938 | | pagina 5