TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Neutrale pers gif
voor geloovigen.
FEUILLETON.
Jonge kracht op
ouden grond
Krakelingen.
Vergadering Boeren
leenbank Venray.
Wreef in één <3ag
RHEUMfiïiec weg
met den Kloosterbalsem
KLOOSTERBALSEM
Zaterdag 26 Februari 193S
Negen en vijftigste Jaargang No 9
JTOok in onze streken huizen
nog vele Katholieken, die zweren
bij een zoogenaamd „neutraal"
blad. Zij rekenen zich meestal
onder de „verlichten"; zij kunnen
daar wel tegen en zij hebben er
nog nooit iets verkeerds in ge
vonden 1 Gewoonlijk is dat een
gevolg van 't feit, dat de ware
katholieke geest reeds is uitge
dreven en dat hun Katholiek
gevoel door het langzame gif der
neutrale lectuur reeds zoo is af
gestemd, dat ze het kwaad niet
eens meer opmerken.
Maar, onze bedoeling was
heden niet om zelf voor de zoo-
veelste maal tegen deze pest te
velde te trekken. Wij willen dat
eens iemand anders laten doen
in een heel origineelen vorm.
Als ik duivel was, zoo begon
volgens het parochieblad van een
onzer grootstadpAochies, de
Pastoor Zondag zijn preek.
Deze sensationeele inleiding
bracht spanning onder 't gehoor
en de Pastoor vervolgde
Als ik de duivel was, dan zou
ik U niet bekoren tot vloeken of
lasterentot diefstal of vuile
praatzelfs niet op de eerste
plaats tot zedeloosheid. Zoo'n
domme duivel zou ik niet zijn 1
Maar ik zou u aanzetten, u te
abonneeren op een liberaal of
neutraal blad en aldus zou ik u
stilaan brengen tot alle andere
zonden tot zedenbederf, plichts
verzuim, onrecht, tot geloofs
verlies en als gevolg: misschien
eeuwige ondergang...."
Deze pakkende en origineele
waarschuwing tegen het groote
gevaar van de neutrale pers werd
door de redactie van het blad als
volgt nog onderstreept
„De slechte pers, waaronder
niet alleen verstaan moet
worden de socialistische
maar ook de liberale en
neutrale bladen, verpest fa
brieken en werkplaatsen,
hniskamers en vergaderzalen,
straten en vervoermiddelen.
De duivelsche pers zaait
vervalsching in de gedachten,
ontaarding in de zeden, ont
binding in het huishoudelijke
en maatschappelijke leven,
vijandschap tegen den waren
godsdienst, verzwakking of
vernietiging van het geloof.
Ze vervalscht het begrip van
rechtvaardigheid, zuiverheid
en heiligheid ze vernietigt
de betrouwbaarheid in het
huwelijkslevenze bespot
alles wat eerzaam en deugd
zaam is: ze is dus de vijand
van het ware geluk."
Het Handelsblad is ontstemd
over deze taal en ziet er een
bedreiging in van de liberale en
neutrale pers, alsof deze de zede
loosheid propageeren.
Nu mag onmiddellijk aange
nomen worden, dat hier geen
opzet in het spel is, maar ont
door PAUL KUYPERS.
(Nadruk verboden)
kend kan niet worden, dat de
neutrale pers, door haar goed
praten van films, tooneelwerken
en romans, waarin met de huwe
lijkstrouw wordt gespot, de zeden
ondermijnt.
In deze pers heeft de leugen
hetzelfde recht als de waarheid
en de voortdurende belichting
van de actueele vragen van den
dag in de omlijsting van een
anti godsdienstige wereldbeschou
wing moet op den duur elk ge-
geloof ondermijnen.
Abbé Mercklein, de directeur
van het Ir.t. bureau voor de
Kath. Pers, schreef nog eenige
maanden geleden, dat het voort
durend lezen van neutrale en
liberale bladen eiken katholiek
infecteert met liberale en anti
godsdienstige denkbeelden.
Trouwens de bekende Fransche
pastoor en schrijver Pierre
L'Ermite, schreef ook reeds, dat
zoolang er nog zoovee! katholie
ken de neutrale pers lezen, de
duivel lacht met onze kath.
scholen, onze prachtige kath.
organisaties en schitterend ge
slaagde congressen.
Want in die pers vindt hij
eiken dag volop gelegenheid het
daar uitgestrooide zaad te ver
stikken.
Inderdaad de neutrale pers,
dat is het beste wapen van den
duivel.
Daarom is het zoo onbegrijpe
lijk, dat zoovele katholieken nog
blijven hangen aan die neutrale
pers.
'k Zou zoo zeggen
(Zoo'n winter kost geld.)
De winters zgn in de laatste jaren
ons niet voordeelig geweest. Weinig
vorst en veel koude en gure dagen,
veel storm en regen. Dat is voor de
gesteldheid van den bodem niet bij
zonder voordeelig. De structuur van
de bouwvoor wordt er leelijk door
bedorven en de zode van het gras
nadeelig door beinvloed.
De neerplassende regens vernielen
grondig de bovenste laag kruimels,
wat meestal duidelijk te zien is. De
bovenlaag van onze bouwlanden is
een dicht dichtgeslempte massa ge
worden. En als men door het gras
land gaat merkt men wel op, dat ook
de natte winter niet goed gedaan
heeft aan de geaardheid van de zode.
Dit laatste merkt een leek niet
zoo zeer, maar als hij bouwland pas
seert dan vraagt hij wel een3 hoe
het mogelijk is. dat de jonge plan
ten doorheen komen en daarop wil
len groeien.
Nu weten wij wel, dat dit nogal
wat meevalt. Maar toch is zoo'n
structuur niet bevorderlijk voor een
vlugge en gezonde ontwikkeling van
de jonge planten. De noodzakelijke
stikstofmest is in dit geval het best
te geven met kalksalpeter, daar de
direct oplosbare kalk hiervan het
verder verkorsten tegengaat.
Er is echter nog een schadepost
die het natte weer ons berokkent.
Het door den bodem heenzakkende
hemelwater neemt een min of meer
groot deel van de voedingsstoffen
voor de planten mee naar den onder
grond. Vooral die voedingsstoffen,
die niet de eigenschap hebben zich
te binden aan de bodembestanddeelen
En wat wegzakt is voor de planten
groei vrijwel als verloren te beschou
wen.
In een natte winter verarmt de
bodem dus meer dan in een droge.
Niet het minst is het de stikstof, die,
gemakkelijk óplosbaar als ze is
's Morgens toen Marietje erbij
geroepen werd, toen zei ze:
Dat is de wieg van moeders.
Ga naar school, Marietje, zei
Driek*
Dit kind was zwart van aard en
Driek was er erg mee voldaan. Hij
zei tegen Hanne's;
Het staalt op oe, we zullen 't
ook naar oe noemen, het zal Hanne
heeten. Dat ging aan.
Driek ging voormiddags naar het
stadhuis om 't wicht aan te geven.
In den laten avond kwam hij thuis.
Hij kon het kind met z'n verwaterde
oogen niet meer zien liggen.
Doe-de-gij dat zoo vroeg zij.
Zoo doen wij dat, Hanne.
Driek klom op handen en voeten
de opkamer op, naar 't ledikant van
Marietje,
Naast haar viel hij in slaap en-ie
werd wakker in den morgen, toen
Marietje bezig was hem z'n schoe
ien uit te trekken.
Ge moet 'ns naar Hannekes
en moeders gaan kijken, zei Driek
tegen Marietje.
Wa moet ik dan zeggen, vader?
Daar kon Driek ook zoo gauw
geen antwoord op geven. Hij zat
W* «b dol bij z'n kinderen op de
opkamer.
Nu was z'n vierde kind gekomen.
Het waren allemaal zijn kinderen.;
Willen we samen naar Han
nekes gaan kijken zei Driek.
Hij vatte jantjes op den arm en
Marietjes aan de hand. Marinuske
was van de opkamer weg. Die zou
wel bij moeders zijn.
Hoe g«e get-oe Hanne
Waar is Marinuske vroeg zij.
We komen Hannekes kieken,
zei Driek
Hij hield Jantje tusschen z'n han
den boven de houten wieg. Bij deze
harde omklemming begon Jantje te
spartelen en te schuilen.
Marietje staarde rond door de
kamer.
Bè, kiekt ok is, Marietje, zei
Hanne.
Oew zusje, zei Driek en ie
vatte Marietje vast om ze bij de
wieg te zetten.
't Is 'n zwart, vader.
Net moeders, zei Driek,
Op 'n avond kwam er een vent
bij Driek over den stoep, 'n circus
directeur. Die kwam 'n stuk weiland
van Driek afhuren, om er 'n paar
denspul op te zetten.
Da's goe, zei Driek, Hij noemde
een bedrag.
De directeur kon er niet mee
accoord gaan, Driek stond al recht.
Niet? ook goed, even goei
vrienden,
De vent begon met beweeglijkheid
van z'n snor te redeneeren, dat hij
zoo'n som nog niet beurde van de
drie voorstellingen.
Ja, zei Driek, dan is mijn dries
voor oewen doen te duur, maar ik
geef hem niet minder.
een voordeel in de groeeperiode
voor een goed deel met het bodem
water naar den ondergrond zakt en
uit de bereikbaarheid der planten
wortels verdwijnt.
Het is willen wij rekenen op een
goede oogstkans, zaak, dat we deze
ontstane tekorten aanvullen. Dat
kost wel geld, doch het zal toch
moeten.
Heel geschikt is daarvoor kalk-
ammonsalpater, een zooals wij we
ten uit de lucht vervaardigde stik
stofmeststof. De ammoniakstikstof,
die ze bevat, bindt zich aan de bodem
bestanddeelen en de salpeterstikstof
die het voor de andere helft bevat,
helpt de vroeg in het voorjaar zich
ontwikkelende plantenwortels aan
het benoodig'de voedsel. Twee vliegen
in één klap.
Het afgestompte gevoel.
Polak, de Kroniek-schrijver, had
het er dezer dagen over, hoe gauw
het menschelijks gevoelen raakt af
gestompt door de herhaaldelijke be
leving van wat het aanvankelijk be
roerde. Als voorbeeld herinnert hij
aan gebeurtenissen uit den wereld
oorlog, aan de martelingen n.l., welke
de Belgische burgerbevolking had
te doorstaan. Eerst was ons eigen
volk er door ontzet en verleende
het spontaan zijn hulp aan de slacht
offers, maar geleidelik aan misten
de steeds weer herhaalde gruwelen
deze reactie.
Polak betreurt het, dat aldus ook
de belangstelling voor het lot der
vervolgde Joden verslapt. Hg zei:
Men leest de berichten in de
kranten, die hoe erg zij ook mo
gen wezen, slechts een flauwe af
spiegeling van de werkelijkheid
zijn, en gaat dan rustig over tot
de lectuur van hetgeen de bladen
zooal verder afdrukken. Men ziet
niet de oceanen van wee en jam
mer, die achter zulke tijdingen
liggen; en indien men zich al
daarvan rekenschap geeft, dan
is slechts uiterst kortstondige
aandoening daarvan het gevolg:
de gewoonte heeft het gevoel
afgestompt.
Dat is jammer, maar... ja, 't is
zoo. Hoe gauw zijn we ook niet ge
wend geraakt aan het lot, dat de
Japanners den Chineezen laten weder
varen Hoe weinig beroeren ons
nog de dagelijksche doodvonnissen in
Rusland! Wie herinnert zich, dat de
katholieken in Mexico nog steeds
worden vervolgd Wie raakt er nog
geschokt door de bommen, welke op
Barcelona of Salamarica Deerkomen
De vloek van het booze is, dat we
er te gemakkelijk aan wennen.
Het valt me soms op, dat men-
schen, van wie men het heelemaal
niet verwachten zou, plots goede
kwaliteiten van het Duitsche regime
gaan roemen, terwijl ze vroeger,..
Ze weten, dat de Joden in het
in het Derde Rijk nog steeds onmen-
schelgk worden vervolgd: dat voor
gangers van christelijke kerken in
concentratiekamp of gevangenis wor
den opgesloten, alléén omdat ze hun
geloof niet ondergeschikt wenschen
te maken aan de nat.-soc. principes
van ras, bloed en bodem; ze weten
van de gepoe en van velerlei onder
drukking. Maar ze weten dat nu al
vijf jaren lang en dat „weten" be
roert ze niet meer, zooals voorheen.
Maar plots valt dan hun aandacht
op 'n kleinigheid soms welke
iets goeds voor de Nazi's beduidt.
Laten we zeggen: de uiterlijke orde
en netheid in het land; de vrij vol
doend schijnende arbeidsgelegenheid.
Hé iets goeds in Duitschland Die
ontdekking is nieuw voor ze en grijpt
ze aan. Doet ze al het booze en vooze
en slechte onderschatten, omdat dit
alles sedert jaar en dag het „gewone"
was, dat ze als indruk vanuit- en
óver Duitschland bekwamen.
Het verkeerde heeft dikwgls meer
„succes" dan het goede. Wie en wat
van den beginne af als goed wordt
erkend, kan slechts tegenvallen, want
tenslotte ontdekt men de fouten,
welke aan het goede kleven. Omge
keerd kan niemand of niets zoo
slecht zijn, of er blijkt achteraf nog
van eenige goede kwaliteit. Welke
dan grooten indruk maakt!
Tweeërlei „jeugdbeweging".
§§JUit de gegevens van het Bureau
voor de Statistiek blgkt, dat de
Protestantsch Christelijke jeugd
organisaties 104.000 mannelijke en
"i.OOO vrouwelijke leden tellen, de
Roomsch-Katholieke Jeugdbeweging
162.000 jongens en 162.000 meisjes;
de socialistische jeugdvereenigingen
tellen 14.000 jongens en 5000 meisjes;
31.000 jongens en 10.000 meisjes be-
hooren voorts nog tot de padvinders
en enkele andere kleinere organisa
ties. In totaal zijn ruim 421 duizend
jonge menschen in Nederland in
jeugdorganisaties georganiseerd.
De georganiseerde jeugdbeweging
behoort nog meer te groeien; ze ver
dient de sympathie en den steun van
allen, die het goed met de kinderen
vóór hebben. Men kan bet altijd aan
de jongens en meisjes ervaren, of ze
aan een jeugdorganisatie zijn ver
bonden, ze handelen dan veel meer
gedisciplineerd; ze toonen gevoel voor
beschaving, orde en tucht,
Als de jeugd in haar vrijen tijd
aan zich zelf wordt overgelaten, doet
ze aan een eigen „beweging". Op
straat. Deze ontwikkelt zich altijd
tot eene van het slechtste en meest
verderfelijke allooi.
Van deze tweede soort jeugdbewe
ging blgkt b.v. uit het volgende'pers-
bericht:
De burgemeester van Beverwijk
heeft zijn toevlucht genomen tot het
zenden van een waarschuwing aan
weldenkende ouders en opvoeders om
er meer op toe te zien, dat de jeugd
zich in het bijzonder op den Zater
dag Nen Zondagavond niet blijft op
houden in de Breestraat, aangezien
blijkens vele ervaringen deze omge
ving daarvoor niet geacht is. De ge
dragingen bepalen zich niet tot
straatschenderij en baldadigheid, de
kinderen bedrijven onzedelijkheden,
welke wel zeer ruw en ongegeneerd
zijn. Zelfs uit de bioscoop moeten
kinderen van zes en zeven jaar door
de politie worden weggehaald.
Het beschikbare politiepersoneel
gaat in burgerkleeding Zaterdag-en
Zondag avond door de Breestraat,
maar haar optreden bepaalt zich tot
het verjagen van kinderen en nu en
dan een naar het bureau brengen,
waarvan de uitwerking al weer nul
is.
De man ging.
Ge moet geen vreemdigheid
over de boerderij halen, zei Hanne.
Als ze betalen, gerust, bromde
Driek.
De circusdirecteur was buiten op
zijn hakken omgedraaid.
Ik doe 't, boer, zei hij.
Maar ik niet meer, goeie man 1
Zeg dat wel, Driek, kwam
Hanne tusschenbeiden.
Ik moet vijf en twintig gulden
meer hebben 1
De directeur ging van deze te
leurstelling in een stoel zitten.
Als ge rusten will, ga oew
gang, zei Driek, als ge maar niet
gaat zitten, om er weer 'ns van
voren af aan over te beginnen.
Het draaide er op uit, dat de man
vijf en twintig gulden meer gaf, dan
Driek eerst gevraagd had.
Toen wilde de directeur gaan.
Nee, wacht efkes, zei Driek.
Hij lachte in zijn eigen, toen hij
voor de kast stond om er 'n brief
met zegel uit te vatten.
Mag ik oew naam weten, man?
Circus „De getemde tijger."
Wilde tijger of getemde tijger,
maar ik moet oewen eigen naam
hebben, want als ik straks om geld
kom, kan de tijger wel weer de wil
dernis in zijn.
Mister Carper, zei de man
Is dat Hollandsch
Dat is Engelsch,
Als ge maar Hollandsch geld
hebt I
De man was nog bekant niet de
deur uit of de kapelaan kwam over
den stoep
De Zwart, ge moogt dat paar
denspul niet op oewen dries laten.
Dat heb ik ook al gezeed, zei
In het Sint ADtoniuspatronaat
hield Vrgdag 18 dezer de Boeren
leenbank hare algemeene jaarverga
dering onder leiding van den Voor
zitter, den Heer M. Wismans.
Nadat de vergadering door den
Voorzitter met den Christelijken
groet geopend was, richtte hij een
hartelijk woord van welkom tot de
opgekomen leden, doch speciaal tot
den Weleerw. Heer Kapelaan Linssen,
geestelijk adviseur.
Uit de door den Secretaris, den
Heer J. Pijpers, afgeroepen leden
lijst, blijkt, dat er 94 leden aanwezig
zijn en hiermede een rechtsgeldige
vergadering kan gehouden worden.
De notulen der vergadering werden
hierna voorgelezen en onveranderd
goedgekeurd, waarna werd overge
gaan tot verkiezing van een lid van
den Raad van Toezicht wegens perio
dieke aftreding van den Heer W.
van Dijck.
Uit het door de Commissie van
Rapporteurs, bestaande uit de heeren
A. Poels, G. Geurts en Voermans,
uitgebracht rapport over de gehou
den stemming blgkt, dat de heerW.
van Dijck met 82 van de 87 uitge
brachte stemmen weer is herkozen.
De Voorzitter feliciteert den her-
kozene met zijne herkiezing, waar
op de Heer W. van Dijck beloofd
zijn beste krachten voor het welzijn
der Bank te zullen geven.
De Voorzitter deelt mede, dat in
verband met de steeds zakkende
rentevoet, het voor de Bank ge-
wenscht is om den rentevoet te
verlagen waarvoor art. 10 Huishou
delijk Reglement gewijzigd moet
worden, als volgtzou er boven een
door de Bank bepaald bedrag nog
meer geld gedeponeerd worden, dan
zal de hiervoor te krijgen rente
slechts 1 pet. bedragen, wordt ook
de grens van dit rentegevend bedrag
overgeschreven, dan zou hiervoor
geen rente worden vergoed. Z.h.s.
ging de vergadering hiermede ac
coord.
Verder werd de rentevoet gewijzigd
als: voor direct opvorderbare saldi
2V, pet. met 6 maanden opzegging
vervalt, deposito's met 1 jaar 2.88 pet.
voor leden en 2.75 pet, voor niet-
leden, voorschotten vorderen 3.75 pet.
rente, loopende rekening doet 21/,
pet. voor credit en 4 pet. voor debet.
Vereenigingen krijgen 4 pet. van het
saldo.
Hierna brengt de secretaris de Re
kening en balans uit, welke onver
anderd worden goedgekeurd en waar
aan we ontleenen:
Rekening.
Ontvangsten
Kas 31 Dec. 1936
7529.92
Spaargelden
244164.51
Afl. voorschotten
17172.73
L. R. Leden
1305.78
L. R. C.C.B.
103468.08
Afschr. R. G.
30.—
Afb. winst v.j.
1495.93
Rundvee betalingen
65270.15
Tarwe betalingen
12842.37
Rent. voorschotten v. j.
2320.98
H 1- 1-
3231.46
Prov. kosten voorsch.
31.75
Rente L. R.
8356.85
Prov. L. R.
1.87
Boete, giften enz.
62.50
Diversen
113.20
f 467398.08
Uitgaven
Spaargelden
174320.66
Nieuwe voorschotten
12700.—
L. R. Leden
1775.61
L. R. C.C.B.
184875.82
Rundvee betalingen
65766.53
Tarwe betalingen
12842.37
Rente spaargelden
10352.70
Prov. kosten L.R,
385.53
Overb. winst
1495.93
Buitengew. Uitgaven
434.18
Diversen
963.20
Saldo Kas 31/12 '37
1485.55
f 467398.08
KapelaanLinssen,Geestelijk Adviseur
der Bank, een kort woord en wekt
de leden vooral op tot hulp en steun
aan den evennaasten, waarop Gods
zegen steeds neerdaalt. Hij herinnert
er aan, dat ook de H. Vader de Paus
opwekt tot practische liefdadigheid,
eenmaal de kenmerkende eigenschap
der Christenheid. (Applaus).
Hierna zegt de Voorzitter, dat het
Bestuur de volgende verandering
overweegt, tot nog toe staat er f 2.50
boete op als men zonder kennis
geving van een vergadering der
Bank wegblijft, welke maatregel het
Bestuur wil vervangen door de leden
een presentiegeld per vergadering
uit te keeren. Bovendien wil het
Bestuur de vergaderingen aantrek
kelijker maken door een Spreker op
zulke vergaderingen een spreekbeurt
te doen houden. Dit geeft frischheid
aan de vergadering, die anders niets
heeft dan weinig boeiende cijfers.
Wijl niemand van de rondvraag
gebruik maakt, sluit de Voorzitter
de vergadering op de gebruikelijke
wijze, na dank gebracht te hebben
voor de opkomst.
Hanne.
Heeft de burgemeester vergun
ning gegeven, kapelaan
Helaas ja
Dan kan dieje mensch komme
Het wordt een bederf voor de
slad. Wat daar vertoond wordt
schreit in den hemel en dat zoude
gij toelaten
Anders doen het anderen wel
De geestelijkheid moet er tegen
op komen.
Ik heb oe toch gevraagd, of
de burgemeester 't paardnnspul ver
boden heeft. Die moet weten, wat
hij verbiedt. Als hij geen gevaar ziet,
moet ge hèra daarop wijzen.
Den anderen dag, kwamen de
eerste wagens al het erf opgereden
bij De Zwart.
Op de wei werden de stallen voor
de paarden, den olifant en de twee
leeuwen opgeslagen
De knecht van Driek hielp daar
'n handje aan mee. Met 'n hamer
sloeg hij palen in den grond voor de
scheerlijnen. Hij praatte druk met de
knechts van 't circus. Hij hoorde,
dat ze den anderen avond als clowns
zouden optreden. Bovendien waren
het kunstrijders op de paarden.
Ge hadt bij dat circus ook 'n paar
meisjes, die op de koord dansten,
lijk ze zeiën. Daar maakten de knecht
ook kennis mee. Hij vergat er het
melken door. Hij lachte en zwetste
tegen die meisjes. Hij liet ze zien,
dat hij dwars over 'n paard heen
kon springen, zooals 'n circus mensch.
De meisjes lachten om z'n platte
woorden
Hij bleef den heelen avond in de
tenten en nadien zat hij op den trap
van den woonwagen. Hij dronk er
'n tas koffie mee, die hij van 'n
Balans.
Actief
Inhoud Kas
Uitst. voorschotten
Tegoed L. R. Leden
L. L. C.C.B.
Deposito C.C.B.
Effecten
Aand. C.C.B.
Aand. Boeren Hyp. Bank
Waarde roerende goederen
Te vordere rente voorsch.
1485.55
119565.86
6973.59
194837.90
70000.—
11000.
300.—
100.—
345.—
1716.92
f 406324.82
Passief
Saldo spaarg. D.O. 299342.
Saldo 1 Jan. 78803.29
Reserve winst 26748.15
Saldo Rundveebetalingen 647.62
Winst boekjaar 783.76
f 406324.82
De Voorzitter zegt in verband
hiermede, dat de reserve thans be
draagt f 26748.15, terwijl deze vroeger
was f 29000. Ingevolge een geleden
verlies is deze gedaald en zoolang
de ouden 3tand der reserve niet is
ingehaald, zoolang zal de Bank geen
giften mogen doen aan charitatieve
of andere instellingen. Het Hoofd
bestuur keurt dit niet goed. Spijtig
genoeg, kan de Bank in dezen moei
lijken tijd niet helpen.
Hierna spreekt de Weleerw. Heer
angen, blanken meisj^sarm uit de
verlichtte omslotenheid van den wagen
kreeg aangereikt.
Den volgenden dag kwamen de
directeur en z'n vrouw bij Driek in
den herd Ze hadden een ui'.noodi
ging voor de galavoorstelling.
We zallen 'ns kommen, zei
Driek.
Wa moet ik aantrekken bij al
die dames vroeg de boerin.
Driek hielp haar uit de verlegen
heid hij deed geschuurde klompen
aan, mee 'n blauwe kiel en 'n rooien
zakdoek om den ha's Nou kon
Hanne met den bonten scholk voor
gaan. Het was toch ook maar vlak
aan huis te doen.
Ze werden door den directeur naar
een paar stoelen gebracht, die voor
aan in een afgemaakte ruimte ston
den.
Marietje en de andere jongens
bleven bij Drieka's thuis.
Driek lachte om de zottigheid van
de clowns, die er nou zoo bont en
opgeverfd uitzagen. Hij werd stil bij
de kunstemakerij van de meisjes. De
boerin had het erover dal die m**is
kes zoo schandalig aangekleed waren.
De directeur kwam na afloop
vragen, hoe of mijnheer De Zwart
het gevonden had De man klaagde
nadien, dat er zoo weinig menschen
gekomen waren De volgende voor
ste ling moest beter bezet zijn, anders
kon hij er niet aan uit.
Driek trok z'n besluit uit die
woorden. De circusdirecteur had 't
er voor z'n eigen niet beter op ge
maakt met z'n geklaag.
Kan ik subiet m'n geld komen
beuren vroeg Driek
Tusschen de voorstellingen in
Wat kan daar voor bezwaar
Had een pijn in x'n schouder
om tureluursch van te worden
mEn zoo in eens! Ik kon niet meer
heen of weer. Ik houd niet van tabletjes
en liet mijn vrouw mij wrijven met
Klooster ba Isem. Niet te hard, zeg ik,
want alles, ook de geheele omgeving,
deed me zeer. Zij wreef mij zachtjes
'om te beginnennaderhand wat harder
I en het was of er een wonder gebeurde.
Onder 't wrijven verminderde de pjjn
en toen het 's avonds herhaald was,
stond ik den volgenden morgen weer
'even frisch op als altijd." j
- Fr' D' te G\
S ORIGINEEL TER INZAGE
m Geen goud zoo goed"
Onovertroffen b(j brand-en sn(|wondeiv
Ofk ongeëvenaard als wrijf middel bi»
Hheumatlek, spit en pijnlijke spieren.
Schroefdoos 35 ct. Potten62lf2 ct. en f 1.04
voor Inzenden in open couvert,
?,s drukwerk (l'/2 ct.) aan
MONSTER Handelraij. L. I. Akker, R'dam
Kunstverlichting bij kippen
houder ij.
De heer Jos. Boshouwers uit Eist
heeft Woensdag te Roermond, bij
gelegenheid van den vierden Limb.
Veeteeltdag aldaar, een uiteenzetting
gegeven over „De invloed der kunst
verlichting op de productie van
ccnsumptie-eieren", welk probleem
de heer Boshouwers aan de hand van
zijn 20-jarige practische ervaring
heeft behandeld.
In Gelderland (en Overijsel) wordt
de kunstverlichting wel het meest
toegepast van alle provincies in ons
land.
Gebleken is, dat kunstverlichting
op de herfst- en winter productie
van veel invloed is, en dat vaak 25
pCt. meer opbrengst was gecon
stateerd voor die periode. Men mag
niet meer dan gemiddeld drie kippen
per M2 verlicht bodemoppervlak
houden. Spreker concludeerde, dat
men met de verlichting in de eerste
helft van October moet aanvangen
en daarmee kan doorgaan tot half
Maart. Men kan des morgens ver
lichten vanaf 5 uur tot het flink
daglicht wordt, of van den laten
namiddag tot een vast uur in den
avond bijv. half 8. Beide methoden
geven goed resultaat.
Door den beteren leg hebben de
kippen behoefte aan meer voer,
zoowel hard- als week voer.
tegen bestaan, man
Na de avondvoorstelling kom
ik je voldoen, mijnheer De Zwart.
Ik wil dalijk m'n geld hebben,
mijnheer de circusdirecteur.
Dat gaat niet, m'n goeie man 1
Hel moet, zei Driek.
De directeur liep weg.
Driek zag, toen hij de tent uitging,
dal de circusdirecteur bij zijnen knecht
te praten stond.
Toen Driek goed en wel binnen
was, kwam de knecht met een van
de meisjes, die op de koord hadden
gedanst, den herd binnen.
O, zei Driek, gaat dat over de
beta'ing
Ja, deed de knecht het woord.
Het is geen gewoonte, dat deze
mensch zoo zonder vertrouwen be
handeld wordt.
Ik heb alle reden om hem te
wantrouwen, want als ie voor zoo'n
fooi goed is, dat-ie me dan betaalt,
Dat is geen gewoonte, Driek.
zei de knecht.
Wie maakt hier nou uit wat
gewoonte Is, ge lijkt wel gek, schiet
maar op
Het meiske van de koord, dat
lachte schamper met haar geverfden
snoet. Ze zat daar met haar beenen
over elkaar, zoo vrij ais 'n mans
kerel.
Dan zeg ik m'n huur op De
Zwart.
Ik zou 't gère hebben, als ik
geen meelijden met oe had, jongen,
zei Driek.
De knecht keek mee triomphante-
lijke oogen naar het meiske.
Wanneer vertrekt ge
Mèrgen
Wordt vervolgd.