18 dagen in handen van Chineesche Uw Zenuwen roovers* Buitenland. Doe per persoon i maatschepje thee in den theepot. Versch_ kokend water opgieten, 3 tot j minuten laten trekken. Vóór het inschenken even omroeren. details en er zijn bijzondere modellen gemaakt, speciaal geschikt vcor bepaalde materialen en afwerkingen, maar de details zouden ons hier te ver voeren. Ze verschillen ook in snelheid van werken, hetgeen op de confectiefabrieken een factor van beteekenis is. Sinds ongeveer een halve eeuw zijn de handnaaimachines op houten vroeger ook op ijzeren voet alge meen in gebruik in de huishouding, terwijl de techniek meer de trap- naaimachine nam, die feitelijk precies eender werkt, maar het mechanisme doet bewegen door middel van den voet, zoodat beide handen voor het voeren van het naaiwerk en voor speciale handelingen vrij blijven. Vooral de trapnaaimachine, die later aangedreven weid (in groote aantallen tegelijk) door middel van een drijfwerk, heeft zeer veel ertoe bijgedragen om de confectie van onder en bovengoed tot een groote hoogte te doen opvoeren. Pas sinds de laatste 30 jaren, toen de kleine electromotor vervolmaakt werd en de electrificatie sterk door drong, is gebruikgemaakt van kleine electromotoren voor het drijven der kleine huisnaaimacirnes. Een motortje van een zesde tot een achtste paardekracht (dat dus ongeveer een achtste tot een tiende kilowatt-uur zal verbruiken) is vol doende voor het met groote snelheid drijven van de machine, terwijl de snelheid van den motor zeer ge makkelijk te regelen is door middel van een regelweerstandje, dat door den voet beheerscht wordt. Inspanning kost dit laatste vrijwel niet, terwijl nu ook de beide handen vrij zijn en zeer groote naaisnelheid wordt verkregen. Deze combinatie geeft dus bet groote voordeel van de trapnaaima chine, kost in totaal niet meer dan deze en neemt een veel geringere ruimte in. Dit laatste is in de mo derne huizen ook een zaak van belang. Een verder voordeel is het moderne lampje, dat aan de machine geklemd kan worden en alleen het kleine veld verlicht, dat de naaister steeds in het oog moet houden om goed werk te leveren. Het is waar, dat de buitengewone uitbreiding van de confectie er toe geleid heeft, dat de machine in het gewone gezin een veel geringere rol behoeft te spelen dan in het begin van onze eeuw nog noodig was. Toch is de rol nog vrij groot en is de machine een vrijwel onontbeer lijk hulpmiddel geworden, dat bij reparaties en bij het maken van nieuw goed (sterk beïnvloed in hoe veelheid en afwisseling door de mode) de taak veel gemakkelijker en aangenamer maakt. De confectiefabrikanten gebruiken tal van naaimachines van verschil lende vormen en voorzien van zulke hulpmiddelen, dat ze vrijwel voor elk onderdeel een speciale machine vormen, gin het algemeen zijn ze stationair en wordt het te verwer ken goed onder de naald doorgevoerd. In enkele gevallen zijn de machines beweeglijk en ligt bet goed vast. Dit is bijv. het geval bij zwaar weefsel voor zeilen waar de naden gestikt worden door middel van een speciale naaimachine rijdend langs de zware banen. worden gekalmeerd en gesterkt en Uw slaap wordt weer rustig door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. enDrog terstond te komen, alles vergeten, v/ensch stervende te vervullen. Sein aankomst. José Elardi. Hotel Royal Bordighera" Hoezeer ook deze tijding het ge moed van den verlaten echtgenoot in beroering bracht, toch kon hij er niet toe besluiten gevolg te geven aan den smeekenden roep van zijn zwager. Hij had nu eenmaal met die vrouw afgerekend en was te vreden, dat in de laatste haar beeld bijna zonder onderbreking geheel uit zijn geest uitgewischt, dat de wond, aan zijn eer als man en vader toe gebracht, zoo goed als geheeld was, echter niet zonder een merkbaar lidteeken achtergelaten te hebben, waaraan hij vooral herinnerd werd bij bet aanschouwen van zijn doch ter, die nooit de liefde en de zorg eener moeder gekend had. Lang zat hij zoo te peinzen in zijn lagen leunstoel bij den haard. Plotseling stond hij op, schelde en gaf bevel de auto te laten voorko men. Naar den ontvanger, zei hij tegen den chauffeur. Toen hij den ouden vriend en diens dochter met den inhoud van het telegram bekend gemaakt had, zei de eerste: Wel?.. Wat kom je eigenlijk hier doen Waarom heb je Soledad niet terstond gehaald en bent met haar vertrokken Omdat ik er niet toe besluiten kan Feliza nogmaals te zien. Ze heeft het al die jaren zonder mij en Soledad gesteld, nu moet ze ook maar zonder mijn vergiffenis uit het leven scheiden 1 De Zeereerw. Pater P. Willems, uit Megel werd met een anderen mis sionaris en acht broeders-Maristen door een bende Chineezen weggevoerd en hij laat onderstaande beschrijving zenden van zijn lotgevallen aan de N.K., waaraan wij het volgende ont- leenen In de West-Bergen, ongeveer 18 K.M. van Peking, liggen twee kloos ters der broeders Maristen, aan den voet van den berg bet eene, het andere eeD kwartier loopens berg opwaarts. Deze dus altijd zoo stille en rustige eenzaamheid werd 30 Augustus j.l., 's morgens om 6 uur onverwacht op een barbaarsche manier verontrust door een Chinee sche bende van ongeveer 300 man, in militaire, studenten- en burger- kleeding. De broederoverste van het eene klooster kreeg een kogel in zijn onderlijf. Hij is nu gelukkig buiten gevaar. Kasten werden opengebroken en alles, wat gemakkelijk mee te nemen was, werd er uit gehaald. In de kapel en de studiezalen is evenwel niets weggenomen of vernietigd. Dit kloos ter ligt langs den grooten weg. Het oproer duurde niet lang, waarschijn lijk gevoelde de bende zich niet vol doende veilig. De gewonde overste werd naar ons huis op den berg gedragen. De Broeders met 60 studentenen Pater Feely, lazarist, moesten allen mee. Hier had ik juist de H. Mis gelezen. Toen ik de misgewaden aflegde, arriveerde een groep van de bende en loste drie schoten door de ruiten der kapel. Gelukkig werd niemand gewond. Terwijl een broeder de deurj inder haast op slot deed, gingen we allen door een andere deur naar beneden. Daar ik het mijn plicht achtte, de bende toe te spreken, offerde ik mijn leven aan God op en verwekte een akte van berouw. A Hes liep beter af dan te voorzien was. Vóór de buitendeur ontmoette ik een beleefd officier, omringd van lieden in studentenkleeding en met een vriendelijk gezichthij bracht in enkele minuten kalmte onder de woedende bende. Met de Broeders van het andere klooster moesten wij allen in de studiezaal blijven. Wij waren gevan genen. Terstond dacht ik aan de H. Hosties in het tabernakel en ging ze nuttigen. De misgewaden zag ik alle op den grond liggen, gestolen of vernietigd was er niets. De gewijde vaten waren opgesloten en gespaard gebleven. Hoe erg het ook uitzag, de materieele schade was in beide huizen tezamen zeker niet boven de duizend dollar. Mijne womng was ook gespaard gebleven. Later hebben wij vernomen, dat er onder deze groep een aantal Chris tenen en studenten was, die wij later meest allen hebben leeren kennen. En met groot genoegen hebben wij kunnen constateeren, dat velen hun ner eerlijke lieden waren, die de plundering en andere wandaden niet hebben kunnen tegengaan, maar er geenszins in hebben meegeholpen, integendeel dikwijls hun spijt over 't gebeurde hebben uitgedrukt. Deze studenten, misschien wat al te enthousiast, maar echt patriottisch gezind, hebben zich bij andere sol dalen aangesloten om gezamenlijk Foeiriep Netje op zulk een toon van verontwaardiging, dat zij zelf er van schrok. Wou je weiger achtig blijven de hand ter verzoening te reiken aan een stervende, die be rouw heeft Maar 't is waar, men scben, die het geloof in God verloren hebben, zijn voor edele gevoelens en zielsuitingen niet meer ontvanke lijk, die redeneeren alleen individu alistisch en materialistisch Netje had een kleur gekregen bij deze schampere woorden, die haar de anders zoo bedachtzame en terug houdende, spontaan over de lippen gestormd waren; ze was er zelf verlegen van. Doch ze zou niet alleen staan met haar oordeel, er kwam hulp. Netje heeft gelijk, Alfred, zei de ontvanger. Ik kan begrijpen, dat de wrok diepe wortels in je hart geschoten heeft, dat je den smaad jou en je kind aangedaan Diet hebt kunnen vergeten, maar als de dood aan de koorden van het gordijn trekt, waarachter het oordeel met de voor eeuwig geldende rechtspraak zal geveld worden, moeten alle aard- sche gevoelens van wrok en ver bittering wijken. Ik zeg 't nog eens, dat ik begrijpen kan hoe verbitterd je geweest bent, maar ik ken je goed en weet ook dat in je binnenste toch een ander gevoel aan 't werk is, dat alleen moeite heeft je ge kwetste eigenliefde eronder te krij gen. Kom maar voor den dag, met de edelmoedigheid der Delmottes, die nog niet kon uitgestorven zijn, al is de laatste mannelijke telg ook een renegaat geworden. Bezin je geen (oogenblik meer, Alfred Spoed je j tegen hun vijand te strijden. Een ander, niet klein getal liet zich al te zeer door de geldzucht leiden en vond, om zijn doel te bereiken, alle middelen goed. In gevangenschap. Zooals ik reeds zeide, waren we allen in de studiezaal gevangen en we werden goed bewaakt. Niemand kon de vlucht nemen. Intusschen hield er een een vurige toespraak over de vaderlandsliefde en over hun goede bedoelingen. Duidelijk lieten zij ons hooren, dat ze wapens en geld noodig haddendaar zij ons ver dedigden tegen den vijand, moesten wij hen steunen. Wapens hadden wij niet, de geriDge som gelds in ons bezit werd niet voldoende geacht; er was niets aan te doen. Ze zouden de beide aalmoezeniers en de Euro- peesche broeders (niet de Chineesche) meevoeren. Tegen den middag kwam een veer tigtal Japansche soldaten om de benden te verslaan en ons te be vrijden. Sedeit 28 Juli is Peking en deze streken door de Japanners be zet. Willens of onwillens, Pater Feely, een Zeelander, ik, de Broeder overste met nog een Franschman, drie Hon garen, twee Spanjaarden en een jonge Duitscber, pas aangekomen, moesten met een groepje der bende mee. Het grootste deel bleef op den berg om zich tegen de Japanners te verdedigen. Deze lieten in onze ber gen minstens twaalf dooden. Wij waren gevangenen. Met een volkomen nuchtere maag moesten we den berg afdalen. Voor ons en voor de Broeders die bleven was 't een smartelijk afscheid. De gebeur tenissen van den morgen overden kend vroeg iedereen zich afwaar gaan we been Wat zal er met ons gebeuren Zullen we nog ooit terug- keeren Maar wij wisten ons ook weder- keerig te troosten. Gods steun was zoo krachtig, dat ik gedurende de beele gevangenschap nooit iemand voor een oogenblik den moed heb zien verliezen. Zeker, allen wilden graag zoo spoedig mogelijk huis waarts keeren, maar voortdurend hoorden- we den een of den ander zeggenGods wil geschiede Wij waren met ons tienen. Pater Feely en drie Broeders werden den zesden dag vrijgelaten. Ik werd met twee Broeders den 17en September, na achttien dagen, vrijgelaten. De Overste met. nog twee Broeders zijn nog niet vrij, maar wij verwachten ze eiken dag. Een zwerftocht. Gedurende mijn achttiendaagsche gevangenschap heb ik in negen ver schillend dorpen gelogeerd, alle langs de bergen gelegen. Wanneer we van plaats veranderden, hebben we nooit meer dan 15 K.M. op één dag afge legd. Den eersten dag moesten we met onze leege maag nog al vlug vooruit, want de Japansche kogels floten boven ons hoofd. Den tweeden dag moesten we van 's morgens vroeg tot 10 uur in den morgen door stortregen en modderwe waren allen doornat en konden niet van kleeding verwisselen. Wij kregen ieder een beddedeken, waar we den heelen dag mee bedekt bleven, terwijl toog en ondergoed langzaam op droogden. Er ontbrak ons niets dan een fotograaf om dat schouwspel te vereeuwigen. Drie maal hebben we tot 's avonds 11 uur en één keer tot 1 uur in 't donker langs goede, slechte en modderwegen rondgeioopen. Uitgeput maar vol moed kwamen we vol slijk in een onbekende plaats. naar het sterfbed van je vrouw, reik haar de hand der verzoening, opdat de arme afgedwaalde ziel in ruste insluimeren moge Denk er aan, dat je dochter later, wanneer zij zou vernemen, dat jij geweigerd hebt haar moeder ver giffenis te schenken en haar terug gehouden hebt van haar sterfbed, je misschien daarom zal vervloeken. Komaan, Alfred, talm niet langer Zeg dat ge terstond wilt vertrekken, gis ge ook nog iets hecht aan de vriendschap en de achting van mij ouden man en van mijn dochter. De heer van Melle was diep be wogen toen hij deze woorden sprak en Netje snikte. Welaan, het zij, sprak de dok ter. 't Is misschien toch goed, dat ik naar haar toe ga. Maar Soledad? Die zal ik wel gaan halen, zei Netje. Terwijl ik naar Venhorst rijd met de auto om het kind te halen, kun jij de reisroute nazien en de voorbereidingen voor het vertrek regelen. Mag ik de auto nemen, ja Welnu, dan ben ik al op weg. Den volgenden morgen stoomden de dokter en zijn dochter met den Rivièra-expres reeds langs de oevers van den Rijn naar het zonnige Zui den. Ze hadden beide niet gedacht de streken, welke zij dien zomer voor hun genot bereisd hadden, zoo spoe dig weer te zien en nog wel tenge volge van zulk een droevige oor zaak. Zwitserland lag bedolven onder een sneeuwkleed. Toen zij echter tegen den morgen de Italiaansche grens gepasseerd Eens moesten we in een brandende zon nogal tamelijk ver loopen. Nauwelijks hadden we eenige K.M. afgelegd, toen ik niet meer vooruit kon. Op een draagstoel werd ik door vier mannen gedragen en kwam triomfantelijk op onze nieuwe plaats van bestemming, 's Morgens moesten we drie maal tusschen 3 en 4 uur opstaan om uit te gaan. Wij lachten met alle miserie. Hoe dieper we in een modderkuil vielen, hoe harder we lachten. .,La vie est belle", zeiden we. Ons voedsel was meest altijd vogelzaad, soms gekookt meel of rijst, met van tijd tot tijd wat vet vleesch, wat mijn maag niet aan nam. Ook eieren kregen we nog al dikwijls. Den dag onzer ontvoering, kon ik, omdat we in 't geheel niets gegeten hadden na een uur loopen niet meer vooruit. Ieder kregen we nu twee kleine appeltjes en toen kon ik weer langzaam voortsukkelen. Wij rustten dikwijls en de af te leggen afstand was niet ver. 's Avonds werden we bij een boer ingekwartierd en kregen ieder vier eieren met oneetbaar vogelzaad. Den volgenden morgen was 't weer hetzelfde voedsel en de eieren gin gen er met smaak in. Goed vogel zaad en goed klaargemaakt at ik met smaak. Onze maaltijden waren erg onge regeld. Toen we 's morgens tusschen 3 en 4 uur weg moesten, konden we in haast iets eten. Den tweeden maaltijd kregen we gewoonlijk tus schen 5 en 8 uur 's avonds. Aan veel vliegen tusschen ons voedsel en vuile potjes werden we langzaam gewoon. Van overdaad hebben we nooit mis bruik gemaaktdat kan iedereen duidelijk aan onze magere gezichten zien. Het is een uitstekende kuur voor al te zwaarlijvigen en de al te fijngevoeligen kunnen in zoo'n om geving met groot profijt les gaan nemen. Onze logeerplaatsen waren gewoon lijk de beste vertrekken, welke in een dorp te vinden waren. Bij dag of bij nacht, altijd kwamen we on verwacht in een dorp. De menschen moesten hun woningen enbeddegoed voor de soldalen en voor ons af staan. Zoo goed als wij konden sliepen wij op een soort platten oven, die plaats genoeg bood voor 6 personen. Deze rustplaatsen waren meestal zoo hard en naakt als een steenen vloer. Voor drie personen hadden wij altijd een kleine, dunne, vuile, vettige en stinkende deken. Om ons te ver warmen hielden we toog, schoenen en verdere kleeren aan. Daar ik gauw kou vat in den rug, verwarmde ik na middernacht mijn rug tegen dien van een broeder We bewezen elkaar wederzijds liefdehulp. Overdag was 't in onze vertrekken een echte vliegenplaag, 's nachts waren er veel insecten, die ons geen oogenblik met rust lieten. De jonge Broeders sliepen goed en krabden zich slapende. Daarbij hadden we dag en nacht onophoudelijk herrie van soldaten, die ons bewaakten. Vroeger meende ik, dat missiona rissen niet fijngevoelig zijn, nu heb ik ondervonden, dat al dat vuile, met dat onophoudelijk gespring, ge- kruip en gebijt niet volgens mijn menseh was. Enfin, ik heb vele nachten heel of half slapeloos door gebracht, Ik kende geen goeden nacht. Gevaarlijke dagen- De barbaarsche aanval op onze kapel in 't noodlottig schot op een overste hadden ook in Peking een slechten indruk gemaakt. De gezan ten, de bisschop, missionarissen. waren, lachte het landschap hen te gemoet in zonnige bloemenpracht en groen. Te Bordighera werden zij afge haald door don José, die zeer be drukt en hen mededeelde, dat de lijderes nog wel in leven, maar toch aan het einde was. Op den rit naar het hotel vertelde hij, dat zijn zuster van Nizza uit in gezelschap van een paar Argentijn- sche kennissen een autotocht naar Genua ondernomen had. Daar Feliza wist, dat haar broer in Bordighera was, had zij met haar vrienden, hem daar een bezoek ge bracht. Nauwelijks waren zij een half uur vertrokken, toen men hem kwam vertellen, dat de auto, waarmee de reizigers naar Genu gereden waren, even builen het plaatsje van den weg geraakt en in een ravijn gestort was Hoe het ongeval gebeurd of waar door het veroorzaakt was, wist nie mand te zeggen. De chauffeur was op slag gedood en senorita Feliza zoo verschrikkelijk verminkt van onder de auto vandaan gehaald, dat men er geen menschelijk wezen uit herkend zou hebben. De heer en mevrouw Laruns waren er met lichte verwondingen afgeko men, maar hun beider zenuwgestel was dusdanig geschokt, dat zij zich niets herinnerden Don José, die terstond naar de plaats des onheils was geijld, had de arme verongelukte zuster met zijn auto naar zijn hotel gebracht, waar ze terstond onder behandeling van twee bekwame dokters gesteld werd. broeders, zusters en de christenen waren ,vol zorgen over ons en hebben veel voor ons gedaan en gebeden om ons vrij te krijgen. We waren in een gevaarlijk millieu. De zorgen waren niet ongegrond. Nooit is het gebeurd dat er in één keer zoovelen tegelijk en uit zooveel verschillende landen z\jn weggevoerd. Hoe barbaarsch de aanval ook was, moesten we toch met dankbaarheid erkennen, dat wij gedurende onze gevangenschap nooit gebrutaliseerd zijn door woorden of daden. Voor mij alleen was 't de eerste week moeilijk en ik moest wel eens harde woorden hooren om de volgende reden: Ik was bijna de eenige, die Chineesch sprak en ze wilden van ons een aan zienlijke som gelds loskrijgen. Eerst moesten we een millioen, later 50.000 dollar betalen als losprijs; anders zou niemand worden vrijgelaten en mijn leven was in groot gevaar. Om die som los te krijgen, gebruikten ze meestal sluwe vleitaal. Dat hielp niet, want ik kon niets geven of beloven. Toen veranderde de taal, voor één keer, in eenige korte maar harde woorden: ..als gij niet geeft wat wij vragen, schieten We je onmiddelrjk dood". Met minder ruwe woorden hebben ze mij drie maal gezegd, dat mijn leven in gevaar was, Uiterlijk bleef ik altijd zeer kalm en zei: ,,'t Spijt me zeer u niet te kunnen vol doen, maar wat mijn leven betreft, enkele jaren meer of minder te leven, kan me niet gelukkiger maken; ons geluk vinden we na onzen dood." Ik eindigde altijd met een klein preekje. Toen zei de tweede chef met een glimlach op de lippen en in zeer vleiende woorden: „Beste vriend, 't spijt me zeer, u te moet zeggen, dat er voor u zeer groet gevaar bestaat als de onderhandeling niet spoedig en gunstig afloopt." Ik antwoordde eveneens glim lachend: Beste vriend wij zijn in uwe handen, maar wat mijn toestand aangaat: Ik leefde 26 jaren in China, altijd heb ik getracht de Chineezen goed te doen. Al 't geld, dat ik uit Nederland ontving, besteedde ik voor scholen en aalmoezen, nu blijft me niets meer over en kan dus niets geven, ik meen, dat ge een eerlijke chef zijt en ik vertrouw op uw eer lijkheid. Zeg me welk kwaad ik en deze Broeders bedreven heb en straf ons volgens onze misdaden. Wij zijn bereid om te boeten en te sterven. Vindt ge in ons geen misdaden, waarom dan deze behandeling^? Enz. Hij lachte en zei: „U wil ik niet meer hier houden." Na dien dag hebben ze- me met rust gelaten; nooit werd er nog over losgeld gesproken. De chefs kwamen dikwijls met on3 praten. Meermalen zeiden ze me later, dat er van mij niets los te krijgen was, dat ik een goed pleiter was, die te lange jaren in China had geleefd en te sluw was geworden in 't behandelen van zaken. Die gelukkige verandering is gekomen dank zij de studenter, die ons altijd goedgezind waren en 't gebeurde niet mooi vonden. Zij waren ook niet voor den losprijs. Van 't begin af hebben zij gewerkt om ons zoo spoedig mogelijk vrij te krijgen Daar een deel der bende echter heel anders gezind was, heeft de gevan genschap langer geduurd. Ziedaar een korte beschrijving van ons avontuur. Wij hebben weer een nieuwe ervaring opgedaan, die ons wel niet veel geleerd heeft, maar van christelijk geloofsstandpunt be schouwd zéér nuttig is geweest. P. WILLEMS. De gezondste tanden, indien u poetst met wat goeds, dus'met Tube 60,40 ct. Doos 20 ct. IVOROL Deze hadden echter na hun on derzoek eensluitend verklaard, dat er geen kans op genezing bestond en de lijderes nog slechls een paar dagen in leven kon blijven. Daarop had haar broer het drin gende telegram aan zijn zwager af gezonden, nadat hij met Feliza, die weer bij bez nning gekomen was, gesproken had. De wufte, genotzuchtige vrouw, was op een verschrikkelijke wijze plotseling tot inkeer gekomen. Zij vleide zich niet meer met een herstel, want zij wist, dat haar rug- gegraat gebroken was, waardoor zij ondragelijke pijnen leed. De geneesheeren hadden haar het hopelooze van haar toestand niet durven verbergen. Het was don José's werk geweest, dat de lijderes gebiecht en de H.H. Sacramenten der stervenden ontvan gen had. Wat zij aan den priester gebiecht had, zal een eeuwigdurend geheim blijven, doch tegenover haar broer, die haar bijna geen oogenblik ver liet, had zij onder heete tranen van berouw, zichzelf aangeklaagd en be schuldigd^ wegens het ontzaglijke leed dat zij haren man had aangedaan, door hem op zoo'n lichtzinnige ma nier te verlaten en wegens de schan de, welke zij daardoor op hem en hun kind gebracht had. Toch had zij de verzekering ge geven, dat hoe wuft en lichtzinnig zij ook geleefd mocht hebben, zij nooit een overspelige echtbreekster geworden was. Toen de reizers de kamer betra den, waar de stervende op een groot Laatste toevlucht. [Spaansche regeering naar Barcelona. Wanneer we spreken van „De Spaansche regeering is naar Barce lona gevlucht", dan lijkt dat onjuist. Immer en dat geven we grif toe het is geen directe militaire nood zaak, waarom het kabinet-Negrin en de president der republiek Valencia verlaten. Zij worden niet op de hielen gezeten door een overwinnend leger van tegenstander, maar tóch het vertrek is gebaseerd op sombere militaire overwegingen. Nuhet.Noord- front is geliquideerd en aldus een groot nationalistisch leger vrij kwam, beseft men te Valencia, dat eiken dag een offensief der tegenstanders is te verwachten, dat Valencia van Catalonië isoleert, door een oprukken der nationalisten naar de kust. Wan neer dat is gebeurd, zou de regeering in geval van nood niet meer kunnen wegkomen, althans geen invloed meer kunnen laten gelden op den gang van zaken aan het uiterste front, d.i. dat van Catalonië. Met het besluit der regeering om naar Barcelona te trekken, is deze hoofdstad van het autonome Catalonië feitelijk tevens de Spaansche hoofd stad geworden, althans van het re- geerings-Spanje. Begin van het einde? Het moet op de regeeringsgetrou- wen een ontstellend demoraliseeren den invloed uitoefenen, als ze er zich rekenschap van weten te geven, dat de regeering zich in veiligheid heeft gesteld, terwijl zij zelf practisch ge heel aan hun j:ot worden overgelaten. Men hoort dan ook nu reeds geruch ten over allerlei opstanden in regee- riDgg-Spanje; en ofschoon daar steeds officiëele tegenspraken op loskomen, aarzelt men toch daaraan onvoor waardelijk vertrouwen te schenken. Burgeroorlogen, evenals trouwens alle oorlogen, hebben overwioubget. noodig; ontbreken deze, dan zal de stemming wegzakken en gemeenlijk zijn daarvan opstanden en zelfs revoluties het gevolg. Het zou dan ook wel verwonderlijk zijn, als het regeerings-Spanje hierop een uitzondering zou maken. Dat is practisch ondenkbaar. Sensationeele verrassingen zijn dan ook geenszins uitgesloten en het is allerminst ondenkbaar ofschoon men ter zake natuurlijk geen enkele zekerheid kan hebben dat stad na stad bijna zonder strijd in handen van Franco valt. Als een dergelijke actie' eenmaal ontketend is, is zij zoo goed als niet meer te houden. Psychologische invloeden zijn in dergelijke perioden van een burger oorlog wellicht nog van grooter kracht dan de militaire macht. De oorlog in China. Ondanks de Japansche overwin ning aan het Sjanghai-front, zijn de vorderingen der Japanners aldaar nog niet groot. Hun aanvallen blij ven echter moorddadig en ze zijn evenzeer uit op de vernietiging der burgerbevolking als van de Chi neesche legers. Een gedeelte van Sjanghai is nog steeds in Chineesche handen. In Noord-China is het krijgsbedrijf getemperd, doordat de Japanners troepen aan dit front onttrekken voor versterking van den aanval op Sjanghai. De Chineezen behaaldenfin het Noorden plaatselijke successen. Vredesvoorwaarden Berichten, als zouden de Japanners vredesvoorstellen hebben kenbaar ge maakt, worden zoowel van Japansche als Chineesche zjjde ontkend. Wel heeft de woordvoerder van het Japansche ministerie van'Buit. Zaken aan buitenlandsche correspondenten medegedeeld: „Indien Chipa directe voorstellen doet tot het aanknoopen vap vredes- onderhapdelingen, dan zal de Japan sche regeering niet aarzelen in be sprekingen te treden over de beëin diging van de vijandelijkheden. Tot heden heeft China zich echter niet met dat doel tot de Japansche re geering gewend". China zal dat voorloopig ook wel bed uitgestrekt lag, konden zij bij 't gedempte licht slechts met moeite iets van haar gelaat onderscheiden. Behalve de gebroken ruggegraat, waren beenen en een der armen hevig gekneusd en het hoofd dus danig verwond, dat men feitelijk nog geen afdoend onderzoek had kunnen inslellen. De dikke bandages om het hoofd lieten slechts een gedeelte van het gelaat vrij, dat waskleurig bleek en pijnverwrongen uitzag. Niet bij machte een woord te uiten, was de rampzalige echtgenoot naast het ziekbed neergeknield en had de gezonde hand der lijderes in de zijne genomen en innig gedrukt. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1937 | | pagina 6