DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
geven wij eiken werkdag 3 Wollen Dekens
CADEAU
Vanaf Dinsdag 2 November t.m. Maandag 15 November a.s.
le prijs een prima extra zware Voor het dichtstbijzijnde getai wordt het cijfer
2e prijs een prima zware
3e prijs een mooie sterke
wollen deken
Grootestraat 9
VENRAY
Feest van Christus Koning.
Lichamelijke
opvoeding.
Krakelingen.
Voor elk besteed bedrag van 50 cent geven wij een bon met datum, waarop in
gevuld moet worden HOEVEEL WOLLEN en HOEVEEL MOLTON DEKENS zich in
etalagekast bevinden. De dekens zijn zoo geëtaleerd, dat het niet moeilijk is van beide
soorten het getal in te vullen.
Voor de juiste of dichtstbijzijnde getallen stellen wij eiken dag 3 prijzen beschikbaar en wel
j1 genomen dat boven het juiste getal ligt, b.v. 100
WOllen deken is het juiste getal, dan komt eerst 101 in aamer-
king en daarna het getal 99.
WOllen deken Inlevering der bons uiterlijk Dinsdag 16 Nov.
vóór 10 uur v.m.
Bekendmaking juist getal Dinsdag 16 November
nm. 5 uur in de zaak.
Zaterdag 30 October 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 44
Zijn Koningschap over ons persoonlijk.
Beginnen met zelfverbetering.
Eenigen tijd geleden bracht de
Maasbode een kort, maar niet
tegenstaande voor ons een be
langrijk bericht. Niet belangrijk
in de zin, dat wij er tijdelijk
voordeel mee kunnen behalen
belangrijk echter als een eigen
aardig bewijs voor de noodzake
lijkheid van het Christendom.
En dit bewijs is geleverd door
Dr. Ooebels, de bekende Duit-
sche minister.
in het kort sprak Dr. Ooebels
alzoo„Het Duitsche volk heeft
geen voordeel en geen belang
bij de theologische haarkloverijen,
wat voor het Duitsche volk
waarde heeft waar het belang
bij heeft is een daadwerkelijk
Christendom, zooals wij dat be
oefenen in onze „Winterhilfe."
Maken wij eerst eenige op
merkingen
De minister spreekt van theo
logische haarkloverijenWij be
grijpen zeer goed, dat Dr. Goebels,
meer man van actie dan van
hooge bespiegelingen, voor zich
de zgn. haarkloverijen niet erg
appetijtelijk vindt. Wel is onbe
grijpelijk hoe deze begaafde man,
die zelf ondervindt dat organisa
tie en propaganda op voor-studie
berusten, zoo onvervaard is tegen
de theoretische kant van het
Christendom, waarop dan toch
tenslotte de geheele christelijke
actie berust.
Vervolgens doet de minister
voorkomen alsof z'n „Winterhilfe"
een werk van christelijke naas
tenliefde is. Wij willen de men-
schenmin van de Duitsche re
geering niet in twijfel trekken
Christelijk echter kunnen wij de
actie „Winterhilfe" niet noemen.
De christelijke naastenliefde toch
rust op en vindt haar oorzaak
in de liefde tot God.
De „naastenliefde" die rust op
de bevelen van een wereldlijke
macht en haar ooizaak vindt in
de humanistische ideën van de
Duitsche regeering, maakt val-
schelijk aanspraak op 't bijvoeg
sel aanspraak op 't bijvoegsel
Christelijk.
Het merkwaardigste in de uit
lating van Goebels is hierin ge
legen: hij erkent, dat het Duitsche
volk feitelijk alleen gebaat is
met een daadwerkelijk christen
dom, m.a.w. dat het volk de leer
van Christus in praktijk moet
brengen, dat, en dit is de slot
conclusie, het volk pas gered is
met Christus als Koning te er
kennen.
Dit heeft de minister zeker niet
bedoeld te zeggen: deze waarheid
ligt echter in zijn eigen woorden
opgesloten.
Wij allen zijn ervan overtuigd,
dat de erkenning van Christus'
Koningschap' groote veranderin
gen zal teweeg brengen. Van den
anderen kant weten wij, dat het
meerendeel der menschheid
Christus niet als Koning erkent.
Hoe kan dan het Koninkrijk
van Christus tot stand komen?
Dit is een vraag, lezers, waar
van wij de beantwoording maar
aan God moeten overlaten. Wij
kennen onze taak: wij hebben
te ijveren voor de vestiging van
dat rijk.
Wij willen ons vandaag niet
bezig houden met wat er in 't
algemeen zou moeten gebeuren;
slechts zullen wij onze aandacht
besteden aan een bizonder prac-
tisch punt: het Koninschap van
Christus over ons persoonlijk.
Is Christus „werkelijk mijn Ko
ning? Ben ik inderdaad een goed
onderdaan Vragen, lezers, die
wij voor ons zeiven het beste
kunnen beantwoorden.
Is Christus Koning over ieder
terrein van ons leven, of hebben
wij in ons levensgebied een stuk
speciaal voor ons zeiven gereser
veerd Zoo'n levensgebied waar
Christus zijn souvereine rechten
niet mag uitoefenen, noemen wij
kwade gewoonte
De kwade gewoonte houden
wij uitsluitend voor eigen ver
maak. Wie van ons heeft geen
kleine, grootere of misschien zeer
groote kwade gewoonte
Juist door die gehechtheid aan
onze kwade gewoonte, lezers, is
de grootste sta in den weg voor
de vestiging van Christus' rijk.
Wanneer wij gedeeltelijk aan
Christus willen toebehooren en
gedeeltelijk ons zeiven, dan is
voor ons het Koningschap van
Christus nog een mooi woord,
dat niet aan zijn beteekenis be
antwoordt.
In dit geval zijn wij toch fei
telijk de koning, terwijl wij
Christus behandelen als een
leenman, die ook een stukje van
ons hart mag besturen.
Indien wij zóó leven, dan biedt
het uitblijven van Christus' Rijk
op aarde voor ons niet bijzonder
veel moeilijkheden.
Wij zeiven zijn dan de schuld.
Wij geloovige Christenen, maken
het naar den mensch gesproken
Christus op deze manier onmo
gelijk Zijn Rijk op aarde te ves
tigen.
Wanneer wij van 't bovenstaan
de overtuigd zijn, dan is 'tvoor
ons duidelijk wat van ons wordt
gevraagd ten opzichte van de
vestiging van Christus' Rijk op
aarde. Eerste vereischte is dan
zelfverbetering. Wij zullen afstand
moeten doen van onze kwade
gewoonte; wij zullen gehéél ons
hart moeten brengen onder de
wet van onzen Koning Jezus
Christus.
Wij zullen ons zelve moeten
aanpakken. Dat is hard, lezers
en 't valt niet meeMaar toch;
wanneer wij Christus als Koning
willen erkennen, dan zullen wij
de strijd hebben te strijden.
Onder gebed zullen wij met vallen
en opstaan, met vernedering ons
hart van ons zelve moeten be
vrijden voor Christus Dat alles
vraagt inspanning, onvermoeide
inspanning. Een inspanning van
wellicht jaren,
De Heiligen zijn menschen
over wier hart Christus volledig
Koning is. Denkt niet te gemak
kelijk over een Heiiigen-leven;
het zijn meestal levens zooals
wij leven, met dit verschil, dat
zij niet vreesden zich zeiven aan
te pakken.
Wanneer de menschen over de
Heiligheid van den Pastoor van
Ars spraken, dan zei die Pastoor
gewoonlijk: „Ik ben niet bang
voor moeite, dat is alles".
Lezers, laten ook wij niet bang
zijn voor moeite, dan zal eens
ook in ons leven het tijdstip
komen, dat Christus Koning is
van ons hart
Wanneer wij dat bereikt heb
ben, dan hebben wij daadwerke
lijk mede gearbeid tot vestiging
van het Rijk van Koning Chris
tus N.L.
De noodzakelijkheid van de
lichamelijke opvoeding voor
de moderne mensch in de
moderne maatschappij.
Er is een groot verschil tussen de
objectieve waarde der lichamelijke
opvoeding, d.w.z. de waarde die door
de onbevooroordeelde aan de lichame
lgke opvoeding wordt toegekend en
haar subjectieve waarde, d.w.z. de
waarde, welke ieder volgens eigen
meening er aan toekent.
Spreekt gij met een vakman, hij
zal U veel over de objectieve waarde
van de lichamelijke opvoeding kun
nen vertellen. Hoe geheel anders
echter is het met de niet-vakmensen.
Ieder nlet-vakman zal over de
lichaamsoefeningen en de lichamelgke
opvoeding zijn eigen mening hebben,
hetzij uit ondervinding, hetzij uit
lectuur en studie of uit beiden.
De één draagt de lichamelijke op
voeding een warm hart, door toevallig
gunstige ervaringen van zich zelf,
uit eigen jeugd of die van z'n
kinderen. In de ander zal de lichame
lgke opvoeding een hardnekkig tegen
stander vindenzijn mening over de
lichamelgke opvoeding is een ongun
stige, wgi hij de verkeerde ver
schijnselen van onzen tgd zoals de
wedstrijdsport met haar recordjagerg,
de excessen van het trek-en kamp
leven, als representatief voor de
lichamelgke opvoeding aanziet.
Aldus vindt meD vele verkeerde
oordeelen, welke de lichamelijke
opvoeding schade doen.
Eenieder is er van overtuigd dat
het menselijk lichaam oefening
noodig heeft wil het zich volgens 'n
gegeven aanleg ten volle ontplooien.
Doch velen zijn er nog die de nood
zakelijkheid van een bewuste regeling
der lichamelgke opvoeding volgens
een bewust plan niet inzien. Zg
houden een bewust geleide lichame
lgke opvoediDg voor overbodig.
Laat het kind maar rustig z'n
gang gaan, laat de jonge man, het
jonge meisje, hun werk doen en zij
hebben genoeg beweging, genoeg
gymnastiek. Door de dagelijkse
bewegingen komt alles wel in orde
laat d&t maar aan moeder natuur
over, zo spreken de voorstanders
van deze richting.
Moeder natuur zorgt er wel voor;
alsof er geen verschil is tussen onze
huidige cultuuromstandigheden en
het leven van de natuurmens, die in
en door de natuur in z'n onderhoud
moet voorzien.
Juist door de cultuur is het voor
het kind een onmogelijkheid gewor
den z'n lichamelijke aanleg op een
natuurlgke wijze te oDtplooien. En
reeds zeer vroeg begint de cultuur
de ontwikkeling van het lichamelgke
te remmen.
Door het hoog opgevoerde ver
keerswezen is het in de meeste
gevallen al practis een onmogelijkheid
geworden het kleine kind buitenshuis
te laten spelen en ravotten. Is het
wat ouder en zou het in staat zgn
alleen buiten te spelen en op zich
zelf te passen, dan wordt ook spoedig
die kans ontnomen. Het kind is leer
plichtig geworden en moet naar
school. Hierdoor wordt elke moge-
lgkheid om z'n lichamelgke aanleg
ten volle te ontplooien aan het kind
ontnomen, want buiten de schooltgd
wordt het kind bovendien nog van
z'n vrijheid beroofd door de massa's
huiswerk, welke het dagelgks mee
krijgt, maar wat nu weer eenmaal
door het leerplan van onzen modernen
tijd geëist wordt.
Neen, erger nog, behalve dat aan
het kind de ontplooing van z'n
lichamelijke krachten wordt ont
nomen, ondervindt het bovendien nog
de schadelijke factoren, welken ten
enenmale aan het schoolleven vast
zitten. Men denke hier b.v. alleen
maar 'ns aan de nadelige invloed
van het zitten in de schoolbanken,
op de goede houding en op de
ademhaling.
We gaan verder, het kind rijpt tot
jonge man, tot jonge vrouw. Een
beroep wordt gekozen. Doch welk
beroep. Er is welhaast geen beroep
meer of de mechanisatie viert er
hoogtij. Men moet nog vakkennis
bezitten en de machine moet bediend
worden, maar de lichamelijke arbeid
is tot een minimum beperkt. Zelfs
in het boerenbedrijf is nog maar
weinig van de natuurlijke bewegin
gen te vinden. De maaimachine, de
dorsmachine doen het werk.
Naast deze mechanisatie overheerst
nog de specialisering het moderne
beroepslevenieder arbeider heeft
in de fabriek zgn eigen onderdeeltje
te verwerken en verder niets. Waar
blgft ook hier de natuurlgke ont
wikkeling
Dit heel het bovenstaande blijkt
wel hoe noodzakelijk het voor de
moderne mens is, om bewust z'n
lichamelijke aanleg te ontwikkelen
en dit niet uitsluitend aan de natuur
over te laten, daarmee komt men er
niet meer, de medische keuring der
dienstplichtigen bewgst het telken
jare.
Wil dus de mens uit onze moderne
maatschappij tot de volle ontwikke
ling van z'n lichamelijke vermogens
komen, zo zal hij dit alleen kunnen
bereiken door opzettelijke uitvoering
van lichamelijke oefeningen, door
spel, sport, gymnastiek, rythmise
gymnastiek, dans enz. Slechts een
alzijdige beoefening kan de moderne
mens een totale ontwikkeling geven
van zijn lichamelijke vermogens. Is
dat bereikt, dan ook zal hij afgezien
nog van de geestelijke voordelen,
welke hij zich ook daardoor nog
verwierf, gezond en weerstands
krachtig het volle leven tegemoet
kunDen gaan.
(Nadruk verboden). P. H.
Een oude man van 46.
Van de week ontmoette ik hem
ergens, 'n ouden man van 46 jaar
D.w.z. hij zelf voelde zich nog geens
zins oud. Hij had 'n gestalte als een
middenvoor van een nationaal voet
balelftal. ,Ik sta midden in het leven"
zei hij Madr...
De overheid vindt hem „te oud"
voor haar dienst.
Acht jaar geleden was hij naar
Groote DEKEII-UIEEK
MAGAZIJN DE ZON