TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
De werkloozen ten
plattelande.
FEUILLETON.
Smeulend vuur.
Het typebedrijf van
kleine boerderijtjes.
Uw kind zal morgen
niet meer hoesten
AKKER's versièrkte
ABDIJSIROOP
Zaterdag 30 October 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 44
DIENSTPLICHT.
De Burgemeester van Venray
brengt ter kennis van belangheb
benden
a. In Januari 1938 houdt de her-
keuringsraad in eenige gemeenten
zitting.
b. De Voorzitter van den Her-
keuringsraad kan aan personen, die
voor de lichting 1938 of voor een
vroegere lichting zijn ingeschreven,
voor zoover zij nog niet bij de land-
of de zeemacht zijn ingelijfd, of wel
reeds daarbij zijn ingelijfd, doch nog
niet als dienstplichtige in werkelijken
dienst zijn geweest, de gelegenheid
geven om bij genoemden raad een
onderzoek naar hun geschiktheid
voor den dienstplicht te ondergaan.
c. Voor zoover de Minister van
Defensie niet anders bepaald, worden
tot het onderzoek niet toegelaten
vrijwilligers, behoorende tot de land
macht uitgezonderd den vrijwil-
ligen landstorm tot de zeemacht
of tot de overzeesche weermacht,
alsmede personen, die bestemd zijn
tot buitengewoon dienstplichtige, of
als zoodanig zijn ingelijfd en voorts
zij, die in 1937 tijdelijk ongeschikt
voor den dienst werden verklaard.
d. Overigens wordt een persoon,
als bedoeld onder b tot het onder
zoek slechts toegelaten, indien door
hem of te zijnen behoeve daartoe
een aanvraag wordt gedaan en in
de aanvraag aannemelijk wordt
gemaakt, zoo het een persoon geldt,
die in 1937 door een der keurings
raden geschikt werd verklaard, dat
hü na de uitspraak van den keurings-
raad vermoedelijk ongeschikt voor
den dienst is geworden en zoo het
een persoon geldt, omtrent wien in
1937 geen der keuringsraden uit
spraak deed, dat hij vermoedelijk
ongeschikt is voor den dienst.
c. Hij, die de aanvraag doet,
behoort daarbij zoo eenigszins
mogelijk een geneeskundige verkla
ring over te leggen, waaruit de ver
moedelijke ongeschiktheid van den
ingeschrevene blijkt, en moet voorts
in de aanvraag ten aanzien van den
persoon vermelden:
1. ziijn geslachtsnaam en voor
namen.
2. het jaar en den datum zijner
geboorte.
3. de gemeente waar hg voorden
dienstplicht is ingeschreven.
4. de lichting waar hij voor den
dienstplicht is ingeschreven.
5. het korps, korpsonderdeel of
dienstvak, waaraan hij is toegewezen
of waartoe hg behoort en het tijd-
vak of den datum, voor zgn inlgving
of zgne opkomst in werkelijke dienst
vastgesteld, een en ander voor zoo
ver het hem bekend is.
6 zgn volledig adres.
7 of hg in 1937 voor een der
keuringsraden is verschenen en zoo
ja, hoe de uitspraak van dien raad
luidde.
f. De aanvraag moet worden ge
richt aan den Voorzitter van den
Herkeuringsraad en zoo spoedig
mogelgk aan dezen worden toege
zonden onder het volgende adres;
„Aan den Voorzitter van den
Herkeuringsraad, Gebouw Depar
tement van Defensie. Plein 4
's Gravenhage.
g. De aanvraag behoeft niet op
gezegeld papier te worden geschreven
maar moet wel gefrankeerd worden
verzonden.
Venray, 21 Oct. 1937.
De Burgemeester van Venray,
G. H. HOUBEN 1. b.
Een schreeuw om
rechtvaardigheid.
Het 14-daagsch tijdschrift van
de R.K. Staatspartij „De Op-
marsch" vestigde nog eens de
Oorspronkelijke Roman door
B. VIELER, schrijver van Mattesen
Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden.
27.
Den volgenden dag bracht de
waarde moeder hem een klein, net
ingebonden boekje.
Lees dit, mijn vriend, zei ze,
het is een boek dat iedereen kan
lezen.
De sceptisch gestemde lijder, die
geen groote verwachting had van
het letteikundige oordeel der kloos
tervrouw, nam desniettemin het boek
dankbaar aan en begon er eens in te
kijken, toen de moeder overste ver
trokken was.
Het was een Fransche uitgave van
de navolging van Christus, een boek
waarvan de patiënt veel gehoord,
maar dat hij nooit gelezen bad.
- Kent u het vroeg de abt aan
dokter Delmotte.
Neennatuurlijk heb ik er
echter vaak over hooren spreken.
Welnu, het is geen werk van
bepaald apologetische strekking, maar
de eenvoudige waarheden welke het
bevat zijn van dien aard, dat de
ongeloovige die ze leest er vaak
plotseling door verlicht wordt. De
Dultsche oogarts, waarvan ik u
sprak, had achtereenvolgens een
paar hoofdstukken gelezen, toen een
eenvoudige zinsnede in het derde
hoofdstuk van het eerste boek hem
aandacht op den oproep van
den Arnhemschen wethouder
van Sociale Zaken, de heer
Matser, gericht tot de plaatse
lijke instanties om toch vooral
den toestand der werkloozen
ten platteland zooveel mogelijk
te verbeteren.
Om het groote belang van
deze zaak laten we hier het
ernstig betoog van den heer
Matser volgen.
Uiteraard zijn de gevolgen der
werkloosheid door den langen
duur daarvan steeds meer merk
baar. Groote achterstand in nood
zakelijke kleeding, dekking,
schoeisel enz.; het huisraad ver
toont allerlei verschijnselen van
slijtage; gelden voor vernieuwing
zijn niet aanwezig 1
De aanwezige gelden worden
vanzelfsprekend het eerst aange
wend tot behoud van het bloote
bestaan. Hoe de lichamelijke ge
steldheid van onze thans op
groeiende nog zeer jeugdige en
ouder wordende kinderen er straks
aan toe zullen zijn, mag minsteifc
rede geven tot de grootst moge
lijke aandacht.
Reeds nu waar te nemen ver
schijnselen op dit gebied stemmen
stellig tot zorg. Het zal goed zijn
om ook op het platteland aan
dacht te schenken aan de school-
voeding. Door een goed georga
niseerde schoolvoeding toch kan
ondervoeding bij de schoolkin
deren worden voorkomen.
Dit zijn nu nog maar enkele
gezichtspunten met betrekking tot
de materieele gevolgen der werk
loosheid. Echter niemand zal
tegenspreken, dat de werkloosheid
en in het algemeen de in alle
kringen der bevolking heerschen-
de materieele nood, ook zeer
ernstige moreele gevolgen heeft.
Het moreel van veel menschen
moet in onze dagen wel lijden 1
Het zou eigenlijk tegen het-
mensch-zijn ingaan, als het niet
zoo was.
De uitvoering der steun
regeling.
Een ernstige plicht van ieder,
die daartoe gesteld is, is dan
ook, z'n volle kracht te geven,
om althans die vorenbesproken
materieele en moreele gevolgen
zooveel als mogelijk is, op te
vangen. Vooral de geest, die bij
de uitvoering van maatregelen
aanwezig is, moet daarbij van
groote beteekenis worden geacht.
En juist daar is dit van zoo
groote beteekenis.
Juist ten plattelande kan door
hen, die geroepen zijn^ de steun
maatregelen uit te voeren, zoo
belangwekkend veel worden ge
daan, vooral door zich met een
echt Christelijken geest bij die
uitvoering te bezielen. Vooral op
het platteland kan door en voor
ons Katholieken nog zooveel be
waard blijven, wat helaas elders
reeds verloren ging.
Zeker, 't is waar, ook de ge
meentebesturen hebben geen
vrijbrieven in dit opzicht.
Maar scherp dient toch te
trof. Daar stond „De ootmoedige
kennis van u zelf is ren zekerder
weg om tot God te geraken, dan de
diepe navorsching der wetenschap."
Wat hij las, werd door geen
verdere uitlegging bewezen en
toch moest hij bij nadere overweging
toegeven, dat het waar kon zijn.
Maar hij verlangde immers niet tot
God te geraken het ging hem dus
niets aan. At verder lezend, kwamen
andere passages de herinnering aan
de straks aangehaalde verdrijven.
Maar later toen hij het boek ter
zijde had gelegd en half domme
lend lag te peinzen, kwam de zin-
snede, die hem voorheen gefrappeerd
had, weer naat voren en hij begon
er weer over te filosofeeren.
Dienzelfden dag ontving hij het
bezoek van den rector van het
gesticht, een kleine abbé, een zwak,
ziekelijk mannetje, die, ofschoon hij
nog jong scheen, versleten uitzag en
reeds bijna blind was Le petit abbé
was een paar weken afwezig geweest
en dit was de eerste visite, die hij
den vreemden verpleegde bracht.
In den loop van het gesprek, dat
hoofdzakelijk over het ongeval van
den patiënt liep, gaf deze laatste
echter, om alle misverstand te voor
komen. met opzet te kennen dat hij
niet katholiek was.
De jonge abbé loonde zich daar
over volstrekt niet verwonderd 't
was een verschijnsel dat hij bij vele
mannelijke verpleegden moest waar
nemen.
De dokter, die de oogen van zijn
bezoeker met aandacht had gade
geslagen, vroeg hem eenige bijzon
derheden omtrent die kwaal, waarop
de abbé hem mededeelde, dat men
eene ontsteking der iris bij hem ge
worden afgekeurd, de houding
b.v. van een gemeentebestuur uit
een plattelandsgemeente in den
Gelderschen Achterhoek, waar
b.y. nog nimmer B-steun werd
uitgekeerd, waar het voorkwam
dat iri een geheelen winter geen
brandstoffentoeslag werd uitge
keerd, waar de Kerstuitkeering
eerst in het midden van Februari
plaats vond, waar een Raads
besluit van April 1934 inzake
het deelnemen door de gemeente
in de premie voor een zieken-
huisverpiegingsfonds tot heden
niet werd uitgevoerd enz.
Valt het te verwonderen, dat
in dergelijke gemeenten de be
trokkenen eenvoudig tot wanhoop
gebracht worden en waar helaas
deze toestanden in min of meer
dere mate vrij veel voorkomen,
valt het dan te verwonderen, dat
zich heden ten dage zooveel
„kwesties" ten plattelande voor
doen
Onze R. K. Gemeenteraads
leden hebben ten deze een
schoone plicht en taak. Laten zij
bij voorkomende gelegenheid het
Dagelijksch Bestuur der Gemeen
te in de gewenschte richting
trachten te dringen. Zooals ge
zegd, 't is ook vooral en vaak
de geest, die uit de houding
spreekt, die zooveel leed kan
verzachten.
En van den Landbouw-
crisissteun.
Doch niet alleen de steunrege
ling voor onze werklooze vak
arbeiders is 't welke onze vol
ledige aandacht verdient. De
uitvoering van den Landbouw-
crisissteun laat ook zeer veel te
wenschen over. Hoe vaak bracht
bemiddelend optreden echter op
lossing. Laat men voorts ernstige
klachten of wenschen ter kennis
brengen van de betrokken in
stanties.
Laat men toch in ambtelijke
kringen begrijpen en daaraan
medewerking verleenen, dat ook
hier geldt de waarheid van het
gezegde, dat de grootste vrijheid,
lang niet de hoogste wijsheid
is. Menschen, die nu uit de
steunregeling worden verwijderd
ziet men door den nood ge
dwongen arbeid aannemen
tegen een belooning, welke tegen
alle redelijkheid en rechtvaardig
heid ingaat. Dagloonen van f 1.10
voor 14 a 16 uur werk zijn geen
zeldzaamheid
Menschen, die vroeger gewend
waren 's zomers iels „bij den
boer" te verdienen, krijgen nu
geen kans. Verwijdering uit de
steunregeling mag nimmer wor
den exploitatie op werkhonger
Voorts lette men op geest en
opvatting, welke bij burgerlijke
armbesturen voorzit. Schenken
onze R. K. Raadsleden voldoende
aandacht aan de samenstelling
van die besturen
Evenzno bij de werkverschaf
fing. Werkverschaffing is nog
steeds een belangrijk onderdeel
van de zorg der Regeering voor
de werkloozen.
Werkverschaffing, wat voor
consteteerd had, welke men door
eene operatie had getracht weg te
nemen, echter zonder goed gevolg.
In den laatsten tijd was de kwaal,
welke beide oogen aangetast had,
beduidend verergerd, zoodat hij nog
maat zeer weinig zien kon. In zijn
tegenwoordige positie kon de oogarts
zich niet verder bezighouden met de
kwaal van den abbé, wiens persoon
een gunstlgen indruk op hem ge
maakt had. Hij meende echter met
zekerheid gezien te hebben, dat de
rector lijdende was aan eene acule
miliar tuberculose, waarvan men,
zooals u weten zult, als dokter de
verstoppingen of knoopjes in de
aderhuid kan waarnemen, Zoolang
hij z:ch echter niet bewegen en zijn
oogspiegel en andere instrumenten
iet ter hand had, moest hij zija
definitief oordeel opschorten.
Om mijn verhaal wat te bekorten,
laat mij u zeggen, dat de dokter na
ongeveer zes weken weer Ier been
was en op krukken, later op stokken
begon te loopen. Dagelijks conver
seetde hij urenlang met den abbé,
die niet veel van de wereld gezien
had en nog nooit buiten het Basken
land geweest was. Ze geraakten ook
wel eens op godsdienstig terrein ver
zeild, maar, of de kleine abbé den
schijn wilde vermijden, dat hij met
bekeeringsvoornemens omging, ofwel
dat hij zich te bedeesd of misschien
ook niet opgewasschen gevoelde
tegenover den geweldig belezen oog -
arts, spoedig liet men dat thema
vallen, uit wederzijdsche consideratie
der tegenstrijdige overtuigingen.
Desniettemin had de kleine abbé
nu en dan eenige schijnbaar onbe
duldende filosofische thesen opgesteld,
welke den dokter onbekend waren,
onze goede, valide vakarbeiders,
al direct een vooroordeel moet
geven immers, hij kan z'n
vak niet uitoefenen een voor
oordeel, dat eigenlijk alleen maar
weggenomen kan worden, eener-
zijds door liever te willen werken,
dan „steun beuren zonder meer"
en anderzijds door 'n begrijpend
en dienend optreden van betrok
ken overheidspersonen en ambte
naren.
Te lage basisloonen.
De loonen zijn, vooral ten
plattelande, zeer laag. Zeer veel
arbeiders moeten zwaar werk
verrichten tegen 18, 20 en 22
cent per uur, als basisloonen
en bekend is, dat deze basis
loonen slechts in tarief bij hard
werken kunnen worden „gehaald"
De gemeentebesturen, en in het
bijzonder onze wethouders kun
nen goed werk doen, door aan
gerechtvaardigde wenschen steun
te verleenen.
Een belangrijke zaak ten platte
lande is voorts ook nog de
woningtoestand. Is 't, eigenlijk
niet treurig, dat, terwijl in onze
steden hier en daar van een
teveel aan woningen moet worden
gesproken, op het platteland heel
vaak schrijnende woningtoestan
den worden aangetroffen, op het
plattelandwaar Goddank „flat-
bouw" typische uiting van de
huwelijks- en gezinscultus in
onze dagen nog geen mode
artikel is geworden en waar onze
natuurlijk gegroeide gezinnen
nog volop aanwezig zijn.
Plattelands-bestuurders, waar
blijft uw waardeering voor hen,
die t.o.v. God, Gezin en Vader
land, hun plicht niet verzaakten
Hoe is het gegaan in uw ge
meente, R. K. Raadsleden, met
het uitnutten der mogelijkheden
b.v. door Woning- en Landarbei-
derswet geboden?
Wat kan er mooier zijn, dan
het dienen der Volkshuisvesting?
Werken voor een goede, behoor
lijke, menschwaardige woning, is
tegelijk werken aan volksgezond
heid en volksmoraal
Wat kan op het gebied der
volkshuisvesting ten plattelande
nog ontzaglijk veel gebeuren
R. K. Raadsleden, vooral gij,
die ten plattelande uw taak hebt
te verrichten, ziet die taak in
onzen huidigen tijd vooral in
hoogen ernst, stelt u van de pro
blemen en aspecten van den tijd
op de hoogte.
O, gij weet beter dan de
„stadsmensch", dat ook ten
plattelande de menschen niet
meer zijn als 25 jaar geleden
dat men ook daar met den tijd
wil meegaan en als volwaardig
staatsburger zijn rechten wenscht.
De verplichtingen van den staats
burger worden daar over het
algemeen beter ingezien en waar
genomen dan elders
Vangt gij R. K. Raadsleden
dit streven op en leidt en stuwt
het voor, zoover dit ook op uw
terrein komt, in goede banen.
weshalve deze hem vroeg waar hij
die vandaan had.
Wel, kent u die niet was het
antwoord, dat is de leer van Thomas
van Aquine ik veronderstelde, dat
u, die blijkbaar alle filosofen bestu
deerd hebt, de Summa van den
heiligen Thomas ook wel zoudt
kennen.
De dokter vroeg hem of hij het
werk bij de hand had, hetgeen de
andere bevestigde.
Hij bracht het den dokter, die er
in begon te lezen en er veel belang
in stelde. Maar iederen dag las hij
buitendien ook nog een kapittel uit
de Navolging van Chrislus. Dat
verzuimde hij nooit, ofschoon het
natuurlijk volslrekt geen piëtische
opwelling van hem was maar hij
vond het „téconfortant" versterkend,
zooals hij tegen den abbé zei.
Dagelijks gingen de twee een paar
maal een kleine wandeling in den
tuin maken.
L'aveugle et le paralytique,
schertste de rector.
Dat zal niet lang meer duren,
antwoordde de dokter daarop. Bin
nenkort hoop ik weer de trappen
van het gesticht af te huppelen en
wat uwe oogen betreft, die zullen
ook genezen worden, dat beloof ik u.
En de oogarts hield woord, want
eenige dagen later verrichtte hij een
moeilijke operatie op beide oogen
van zijn nieuwen vriend, wien hij
een leefregel voorschreef waardoor
de acute miliar-tuberculose overwon
nen kon worden. Daar dit regime
vooral gebaseerd was op veel rust
en krachtige voeding, vroeg de dokier
die een groote genegenheid voor den
kleinen abbé opgevat had, of hij lust
bad eenige maanden met hem naar
Van af 1 Augustus zijn in de ver
schillende provincie's van ons land
door den Landbouwvoorlichtings-
dienst eenige kleine boerderijtjes
aangewezen, die volgens een bepaald
plan beheerd moeten worden. In
Noord-Brabant zijn elf van die be-
drgfjes aangewezen. Een daarvan
is de boerderij van den heer M. Maas,
Groenstraat, Lierop. De Rijksland-
bouwconsulent heeft het toezicht
over de werkzaamheden op dat be
drijf, dat mede namens dien consulent
te Lierop wordt uitgeoefend door
den heer van Vlokhoven, assistent
van den voorlichtingsdienst te Lierop.
Zoo'd type- of voorbeeldbedrijfje
moet den kleinen boer leeren, hoe hg
zijn boerderijtje op de meest rendabele
wijze dient in te richten. Om de aan
dacht van anderen te vestigen op
de werkwijze, die op dat bedrijf ge
voerd wordt, hebben we een onder
houd aangevraagd met de heeren
van Vlokhoven en Maas, die ons heel
bereidvaardig alle gewenschte inlich
tingen verschaften.
Het typebedrijf, waarvan dit artikel
handelt, i3 pl.m. 5 hectare groot.
Maas houdt daar twee koeien, een
vaarskalf en een tiental varkens op.
Het paard dat hij gebruikt, doet ook
dienst op een ander bedrijf van
ongeveer dezelfde grootte. Bij de
keuze van de gewassen en van de
daarmee te beteelen oppervlakte
werd rekening gehouden, met het
vee, dat op 1 Aug. op dat bedrijf
aanwezig was. De eerste zorg na
1 Aug. bestond in het teelen van
herfstgewassen om groenvoer te
krijgen voor den a.s. winter. Begon
nen werd met scheuren van een
perceel weiland groot 42 aren. Dit
weiland was twee jaar oud. Het werd
op 6 Aug. gescheurd (12 c.m.diep).
Dit weiland werd speciaal gescheurd,
omdat Maas voor zijn vee te veel
weide had. Het gescheurde perceel
werd op 16 Aug. opnieuw ingezaaid
met 20 K.G. Italiaansch raaigras en
10 K.G. roode klaver (de hoeveel
heden zijn omgerekend per h.a.'t Is
een eenjarige kunstweide, die het
volgend jaar hooi moet leveren. Dit
perceel krqeg een bemesting van
600 K.G. Thomasslakkenmeel en 400
K.G. kalkammonsalpeter (per h.a.)
De kunstweide heeft zich buiten
gewoon ontwikkeld en levert op het
oogenblik een massa gras op voor
het vee.
Op 17 Aug. werd op haverstoppel
nog 20 are mergstamkool geplant en
bemest met 250 K.G. kalkammon
salpeter. Plantafstand 30 x 40 c.m.
Ofschoon het planten wel wat laat
geschiedde en daarom niet alles van
het gewas verwacht werd, heeft het
zich, dank zg den mooien nazomer
zeer goed gehouden en levert bet in
elk geval nog een stevige opbrengst.
Ook werden 65 aren bezaaid met
knolgroen, gedeeltelijk op rogge- en
gedeeltelijk op haverstoppel.
Op de roggestoppel voldoet dit
gewas beter dan op het haverland,
maar het staat er toch zeer goed
bij. Bemest werd met 300 K.G. 40 pet.
kalizout en 250 K.G. kalkammon
salpeter per hectare.
Om eiwitrijk groenvoeder te win
nen werden nog een paar perceeltjes
bezaaid met wikken en zoete lupinen.
Beide gewassen zijn echter mislukt,
waarschijnlijk tengevolge van den te
hoogen zuurgraad van den grond en
mede door de droogte.
De gewassen, die reeds voor 1
Aug. te velde stonden zullen we hier
niet bespreken. AUeen dient nog
vermeld te worden, dat voor winter-
voer aanwezig zijn 37 aren stoppel
wortelen, die na de roggeoogst extra
bemest werden met 150 K.G. kalk
ammonsalpeter en 300 K.G. 40 pet.
kalizout per H.A. en daardoor een
prachtig gewas zijn geworden.
Al dat groenvoer zal door het
aanwezige vee niet in de eerste
Duitschland te gaan, waar hij zich
tijdelijk op het ouderlijke landgoed
wilde gaan vestigen.
De arme rector nam dat voorstel
gaarne aan en ontving ook daartoe
het noodige verlof van zijn supe
rieuren. Gedurende ongeveer drie
maanden hadden de twee ongelijke
vrienden op het oude kasteel in
West falen vertoefd, toen er iets ge
beurde, wat de kleine abbé nooit
verwacht had, waaraan hij nooit had
durven gelooven, alhoewel hij het
innerlijk gehoopt en er o, zoo vurig
voor gebeden had.
De oogarts gaf hem te kennen,
dat hij weer als katholiek geloofde
en terstond de noodige stappen zou
doen om van nu af aan ook weer
als katholiek te leven. Het is daarbij
echter niet gebleven. Toen zijn
jonge, geestelijke vriend, die onbe
wust zooveel tot de bekeering had
bijgedragen, weer naar Frankrijk
vertrokken was, bleef de dokter
alleen achter met zijn ernstige ge
dachten. Na ongeveer een jaar nam
hij het besluit de wereld vaarwel te
zeggen. Hij heeft de wetenschap en
zijn medische bekwaamheid, tegelijk
mei zijn adellijke en academische
titels aan den kapstok gehangen,
van zijn vermogen afstand gedaan
en is in een geestelijke orde getreden,
evenals zijn vroegere beminde, die
in dat zelfde jaar den sluier aange
nomen had.
Ik heb u dit verhaal niet ge
daan, dokter Delmotte, omdat ik u
bekeeren wilde, maar om aan te
toonen, dat er vaak eigenaardige
bekeeringen plaats grijpen, waartoe
de aanleiding schijnbaar uit den eigen
bodem der bekeerden gekomen is.
En toch is dat niet zoo. 't Is nooit
als U het nog heden de nieuwe ver-
stèrkte Abdijsiroop geeft; Daardoor
zal die afmattende hoest ophouden
en de benauwende slijm loskomen.
Akker's Abdijsiroop, thans nog versterkt
en nog geneeskrachtiger gemaakt, door
toevoeging van de hoest-bedwingende stof
codeïne, werkt als een balsem op de borat,
keel en longen. Ze bevat een 20-tal kruiden,
zooals de Aconiet en de Drosera, die ook
door de geneeskundigen thans worden be
schouwd als de heilzaamste stoffen ter be
strijding van de ademhalings-stoornissen.
Elke lepel Abdijsiroop werkt verrassend
snel op de ademhalings-organen. lost de
slum op, stopt den hoest, neemt de be
nauwdheid weg en geneest de tauwe ont
stoken plekken der slijmvliezen. .."s We
relds béste Hoest-siroop", zoo noemt men;
Flac. 90 ct., f 1.50, f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar.
Hoe grootcr flacon, hoe voordeeliqcr hc( gebruik.
maanden verorberd kunnen worden.
Daarom zal Maas een gedeelte van
het knolgroen en het bietenblad
inkuilen in een ronde kuil. Dat kuil-
voer wordt vast aangetrapt en per
1000 K.G. groenvoer vermengd met
5 liter ondermelk of aange zuurde
karnemelk om de werkzaamheid van
de melkzuurbacterieën te regelen en
het optreden van boterzuurgisting
tegen te houden, die zooals bekend
i3 een onaangenamen geur aan het
kuilvoer geven.
Voor het zaaien van de rogge is
de grond van dat perceel bemonsterd
en onderzocht op den p. H. toestand
(zuurheid). Het resultaat van dat
onderzoek is dat een bemesting moest
aangewend worden met 1200 K.G.
poederkalk per hectare.
Als bijzonderheid moeten we nog
mededeelen, dat de Rijksvoorlichtings
dienst er speciaal op bestond, om de
rogge voor dit bedrijf zooveel moge
lijk op één perceel te zaaien, om
daardoor versnippering te voorkomen
het werk te vergemakkelgken.
Zuidw. V.
Nieuwtjes en wenken.
Bij het Bestuur van den R.K J.B. te
Lierop bestaan plannen om naast de
zuurgraad van den grond ook het
humusgehalte van den grond te gaan
bepalen.
Voor het planten van vruchtboomen
moet een stuk van 2X2 M. los ge
maakt worden een diepte van 40-50
c.m. Onder de wortels geen stalmest
en zeker geen steenen aanbrengen.
Ir. C. Koopman uit Zierikzee ver
klaarde op de achtste landbouwweek
te Wageningen dat de maïscultuur
een goede kans maakt geleidelijk
uit te groeien tot een teelt, welke
geheel past in onze gemengde be
drijven. Boeren, kgk de kat niet al
te lang uit den boom
Als vruchtboomen te sterk groeien
en niet willen dragen, kunt ge ze
daartoe door nu een dikken ijzer-
draad vast om den stam te draaien
en die 2 jaar te laten zitten.
Roode kooi kan men bewaren op
zolder, het onderstboven opgehangen.
Vooral koel. Het eenige bezwaar
tegen deze manier van bewaren is
dat de kool gauw te veel uitdroogt.
Ze kan ook bewaard worden in den
grond. Graaf daarvoor een kuil
Bedek den bodem met stoo. Zet de
kool daar het onderst boven op, zoo
dat ze elkaar niet aanraken. Dek ze
iets anders dan de genade Gods,
welke echter in de meeste gevallen
door het vurige gebed van derden
verkregen wordt. De oogarts, waar
over ik u gesproken heb, heeft altijd
volgehouden, dat de gebeden van
den pel it abbé en van de eenvoudige
kloosterzuster, die hem verpleegd
had, hem gered hadden.
In ernstige gedachten verdiept reed
de dokter in de blakende vooim d-
dagszon over de kale heide naar de
Reigershorst. Toch bespeurde hij nu
en dan koude rillingen, gelijk voor
boden van opkomende koorts.
Een onverwachte ontmoeting,
gevolgd door een laatste
ontmoeting.
Soledad was met vacantie naar
huis gekomenechter nu niet meer
naar Otterbeek, maar naar het nieuwe
woonhuis op de Reigershorst, waar
't haar erg goed beviel, vooral omdat
het haar prettig herinnerde aan de
estancia La Soluta, waarvan het
feitelijk een copie was. Haar school
kameraad en vriendin Thérè%e Des-
camps was met haar meegekomen,
om ongeveer een week op de Rei
gershorst te vertoeven, na welken
tijd zij door haar tante uit Leuven
afgehaald werd, waar zij verder de
vacantie ging doorbrengen.
Dokter Delmotte bad zijn dochter
tje een reis naar Zwitserland beloofd,
waarvan het meisje niet ophield te
spreken. Toen de vriendin vertrokken
was, moest papa er wel toe over
gaan zijn belofte te vervullen.
Wordt vervolgd