TWEEDE BLAD VA N PEEL EN MAAS
FEUILLETON.
Smeulend vuur.
Hevige SN8JW0ND
IN DEN VSNGER
KLOOSTERBALSEM
Zaterdag 14 Augustus 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 33
Moeilijkheden in de
jonge Kerk.
I!.
Deze missioneering onder de
Heidenen had ook weer haar
eigen groote moeilijkheden Zeker
hebben de overal verspreid wo
nende Joden, gedeeltelijk bewust,
gedeeltelijk onbewust, de groote
vooroordeelen, die onder de
Heidensche bevolking tegen 't
Christendom gingen heerschen,
voor 'n goed deel op hun reke
ning.
Om dit beter te begrijpen, moet
men zich de situatie van het
burgerlijk leven van die dagen
eens voorstellen.
In zeer vele, en zeker in meer
belangrijke heidensche steden
van 't Romeinsche wereldrijk
woonden 'n massa Joden, meestal
in één ot meer bepaalde volks
wijken bijeen. Burgerlijk wisten
ze zich 'n tamelijk zelfstandige
rechtspositie te verwerven. Als
handelslui en bankiers waren ze
zeker menschen waar in de
groote zakenwereld terdege reke
ning mee te houden viel.
Daarenboven hadden juist de
Joden meermalen groote diensten
bewezen aan de Romeinsche
heerschers, die zich daarvoor ook
dankbaar toonden en aan de
Joden verschillende voorrechten
toestonden.
Zoo b.v. werd Julius Caesar
bij een opstand in Egypte door
Joodsche tusschenkomst gered.
Daarom stond deze aan de Jodij
toe 'n godsdienstige vereeniging
te vormen, ofschoon hij alle
andere nieuwere vrije vereenigin-
gen verbood. En de Joden, die
door hun talrijke spijswetten en
hun sabbath-gebod ongeschikt
waren voor Romeinschen krijgs
dienst, verkregen ook vrijstelling
van militairen dienst. Daarbij
bleven ze steeds en overal, ook
temidden van hun heidensche
omgeving, zeer nauw met elkan
der in contact.
Niet slechts huwden ze onder
elkander, maar ze kwamen ook
geregeld samen in hun synago
gen, waar op eiken Sabbath en
Feestdag stukken uit de Wet
van Mozes en de Proleten werden
voorgelezen, die het bewustzijn
van hun saamhoorigheid steeds
sterk levendig hielden.
Juist deze sterke samenhang
der Joden, hun afscheiding van
andere heidensche medeburgers,
hun groote voorrechten, de rijk
dom van velen hunner, de voor
name postjes die zij wisten te
bemachtigen zelfs in de stads
besturen, zoodat ze zelfs mee te
spreken kregen in de godsdien
stige aangelegenheden van de
heidensche bevolking, was 'n
zeer begrijpelijke oorzaak van
ontevredenheid en afkeer bij de
Heidensche omgeving.
Meermalen kwamen hieruit
bloedige opstanden voorf. De
Joodsche Sibylle zegt daarom zelf
van de Joden„Ieder land en
Oorspronkelijke Roman door
B. VIELER, schrijver van Mattesen
Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden.
16.
Nauwelijks was men op de estancia
eenigermate bekomen van de opwin
ding over het plotseling overlijden
der peettante, toen een brief van
den ouden papa Delmotte uit Hol-
tum het gemoed van den dokter in
beroering kwam brengen.
Alhoewel de brief door den ouden
beer zelf geschreven was, bevatte hij
toch de tijding van een ernstige
ziekte, welke den nog steeds op de
terugkeer van zijn zoon hopenden
vader getroffen had
Dit schrijven was voor den dokter
een onafwijsbaar appél, de roepstem
van een ten uiterste gebracht gemoed;
al stond 't er niet woordelijk, toch
K" t duidelijk lezen
r sP°edig, talm geen oogen-
blik, of...."
Neen, de zoon zou nu niet langer
talmen hij zag thans in, dat hij zijn
goeden, ouden vader werkelijk teveel
op den achtergrond geschoven had.
£?rst bad deze moeten achterstaan
bij de opkomende, in bloei toe
nemende practijk, later bij de ver
loving en het zich zoo schitterend
aankondigende huwelijk.
Als hij indertijd aan die gril van
zijn verloofde gehoor gegeven en
een huwelijksreis naar Europa onder
iedere zee is vol van U, en ieder-1
een haat U om uw levenswijze."
Allerlei kleineerende fabels
deden de ronde over de afkomst
der Joden. De bekende hekel
dichter Juvenalis lacht met het
land, „waar men den varkens
zoo'n hoogen ouderdom gunt!"
De sabbath-rust heette vriendelijk
„luilakkerij". De Joden hadden
niets bijgedragen tot de bescha
ving Zij waren goddeloos en
hadden geen eerbied voor goden
en keizer, omdat men nooit goden
beelden bij hen geëerd zag en
zij geen deel namen aan de offers,
zelfs niet aan die voor den keizer
Zij zonderden zich zoo af, omdat
ze er alleen maai op uit waren
voor hun eigen belangen te
zorgen
Nu waren, zooals reeds gezegd,
de eerste bekeerlingen, ook buiten
Palestina, voor 'n groot deel uit
het Jodendom. De Heidenen uit
hun omgeving zagen zoo direct
nog niet 't groote verschil tus-
schen Christenen en Jodenze
beschouwden de Christenen
hoogstens als 'n aparte sekte in
't Jodendom. En werkelijk, althans
voor 't uiterlijke, was de over
eenkomst tusschen Christenen en
Joden zeer sterk. De verwijten
over weigering van goden- en
keizervereering b.v. golden even
goed voor de jonge Christenen,
't Noodlottig gevolg van een en
ander was, dat de Christenen
moesten deelen in de verachting,
die de Heidenen voor de Joden
gevoelden.
De Joden, die 't Christendom
vijandig gezind waren, gingen nu
die minder gunstige publieke
opinie tegenover 't Christendom
nog uitbuiten om de nieuwe leer
bij de Heidenen nog meer ver
dacht te maken. Ze maakten de
Heidenen erop attent, dat 't
Christendom 'n geheel nieuwe
leer was, die niets met't Joden
dom te maken had Derhalve
verdiende 't Christendom ook
heelemaal niet die uitzonderings
positie, die de Heidenen voor de
Joden tenminste wilden toestaan
Weldra liepen er over de
Christenen allerhande praatjes
ze zijn 'n licht-schuw-volkje ze
zijn de domme volgelingen van
'n Jood, die onder den Romein
schen landvoogd Pontius Pilatus
als 'n misdadiger is gegeeseld
en gekruisigd ze slachten en
eten 'n kind ze zijn onzedig
ze aanbidden 'n ezel, enz. enz.
Hoe dwaas en oppervlakkig
zulke praatjes ook waren, de
groote massa slikte ze, en mins
tens ontstond er in breede krin
gen 'n minder gunstige en on
sympathieke stemming tegenover
't Christendom.
Niet alleen in venijnige spot
schriften, maar ook in teekenin-
gen werd het Christendom be
lachelijk gemaakt. Men denkt bij
deze spotprenten vanzelf reeds
aan onze hedendaagsche geraffi
neerde Bolsjewistische exempla
ren, die Christus zoo gruwelijk
onteeren, ieder weldenkend
mensch stooten, en 'n Christen
in z'n heiligste gevoelens kren
ken
nomen bad, zou zijn arme, goede
vader niet nog verdere twaalf jaren
verlangend naar de terugkeer van
den geliefden zoon hebben moeten
uitzien.
Ook na de catastrophe met zijn
vrouw had Alfred zeer goed een
overtocht naar Holland kunnen
maken vooral in den tijd toen hij
zich nog niet door de nieuwe prac
tijk in Cordoba eenigermate gebon
den had en zich alleen ter verstrooing
op de estancia had opgehouden.
Dat alles schoot hem verwijtend
door den geest en vervulde hem
met een vast besluit du terstond op
reis te gaan, Zonder zich verder te
bedenken, gaf hij order dat alles
den volgenden dag gereed moest
zijn voor het vertrek. Soledad zou
hem begeleiden met haar gouvernante.
Hij telefoneerde met een r< is
bureau te Buenos Aires en beste'de
de noodige plaatsen op een boot,
die iwee dagen later vandaar ver
trekken zou.
In den nacht na hun vertrek van
het station te Cordoba kwamen zij
in de hoofdstad han de volgende
dag werd besteed tot het doen van
eenige inkoopen en den daarop-
volgenden voormiddag stoomde het
schip reeds de La Plata rivier af
naar zee.
Vóór zijn vertrek had de dokter
zijn vader per telegram kennis ge
geven van zijn afreis en van den
vermoedelijken datum zijneraankomst
Wat er intusschen zooal
gebeurd was.
Het verblijf te Buenos Aires, hoe
kort dan ook, en al het vreemde,
Het succes van deze hartstoch
telijke propaganda bleef niet uit.
Langzaam kwamen de Heidenen,
ock de z.g. ontwikkelden, meer
en meer in opwinding. Nu im
mers, zoo meende men, werd het
volledig duidelijk, waar de groote
staatsrampen vandaan kwamen.
De oude goden waren 't Romein
sche Rijk niet gunstig meer ge
zind, want de reeds talrijke
Christenen weigerden hun overal
vereering en eerbied. De staat
moest ingrijpen Uitgeroeid moest
dat vreemde volkje 't Was meer
dan tijd
(Slot volgt).
P. GALENUS, O.M.Cap.
Gaat de loting
verdwijnen
De nieuwe leger-organisatie.
Geen vrijstelling meer voor
broederdienst.
Zooals gemeld, is het te verwach
ten, dat in de naaste toekomst het
jaarlijksch contingent dienstplich
tigen zal worden gebracht op 32.000
man.
Naar de N. R. Crt. uit goed in
gelichte bron zegt te vernemen, zal
ook reeds in 1938 het contingent be
langrijk uitkomen boven het tot heden
toe normale van 19.500 man, in de
wet op den dienstplicht genoemd. Ver
schillende teekenen wijzen daarop,
Een van die teekenen is het volgende:
Zg, die van den Commissaris der
Koningin bereids de mededeeling
hadden gekregen dat zij wegens
broederdienst voor goed waren vrg-
gesteld van den militairen dienst,
hebben thans (ingevolge de wet van
22 April 1937, Staatsblad 500) bericht
ontvangen, dat de vrijstelling hun
aangekondigd wegens broederdienst
geacht wordt slechts voorloopig te
zijn verleend. „Of", zoo luidt verder
de Kennisgeving van bestemmingen
inlijving, „deze vrijstelling later zal
moeten worden ingetrokken, dan wel
of zij zal overgaan in een vrijstelling
voorgoed, zal afhangen van een be
slissing, welke genomen zal worden,
nadat een te wachten nadere wet
zal zijn tot stand gekomen. Indien
de vrijstelling wordt ingetrokken,
zal u o.a voor eerste oefening moeten
opkomen.
Deze toevoeging aan genoemde
kennisgeving duidt er op, dat bij
nadere wet de voorloopige vrijstelling
inderdaad zal worden ingetrokken.
Anders ware de nadere wet ook wel
totaal overbodig.
Een aantal jongelieden van de
lichting 1938, die er reeds rekening
mee hadden gehouden niet te worden
ingelijfd voor eerste oefening omdat
ze wegens broederdienst waren vrij
gesteld, zal dus zeker nader worden
opgeroepen. Hoe groot dit aantal zal
zgn, hangt van bepaalde omstandig
heden af en wel voornamelijk van
de vordering der voorbereidende
maatregelen om zulk een belangrijk
grooter contingent te kunnen legeren
en oefeneD. «De hier bedoelde jonge
mannen zullen hoogstwaarschijnlijk
worden ingedeeld bij de tweede ploeg,
die in Maart 1938 onder de wapenen
komt.
Een eenvoudige berekening wijst
uit, dat met de nu gepubliceerde
plannen voor oogen èn de loting èn
de vrijstelling wegens broederdienst
wel geheel kunnen verdwijnen. Thans
is de toestand zoo, dat jaarlijks on
geveer 75.000 jongelieden worden
ingeschreven. Daarvan hebben aan
spraak op broederdienst ongeveer
25 000 jonge mannen. Blijft 50.000.
Het percentage der afgekeurden is
ongeveer 40. Niet meer dan 30.000
jongelieden komen dus in aanmerking
dat de kleine Soledad op de luxueus
ingerichte zeeboot te zien kreeg,
maakten een verbasterenden indruk
op het licht ontvankelijke gemoed
van het meisje. Ze had de wereldstad
als onbewuste zuigeling verlaten en
was later nooit meer daar terug
geweest Het eenige wat ze v&n de
wereld buiten de pampa gezien had,
was de betrekkelijk kleine provincie
stad Cordoba, die toen nog in de
opkomst was welke haar echter
toch reeds a's iets buitengewoons
voorgekomen was.
Gedurende den overtocht gaf de
vader zich moeite zijn dochtertje
eenige Hollandscbe volzinnen te
leeren. waarmee ze den grootvader
bij hun aankomst zou kunnen be
groeten. Daar het meisje reeds vrij
vloeiend Fransch sprak, zou zij
echter gelegenheid hebben zich in die
taal met den bonpapa te onderhouden.
Als wc hem nog maar levend
aantreffen Dat was de gedachte,
welke den dokter onophoudelijk
kwelde waaromtrent hij zich even
wel tegenover zijn kind wijselijk
niet uitliet, om het niet nu reeds te
i bedroeven met die trouwens a'leszins
.te vreezen moge'ijkheid.
I Alhoewel m n niet mag verwachten
dat er in een klein, afgelegen Maas-
l dorpje veel groote gebeurtenissen
plaats grijpen, toch was er, sedert
wij er de laatste maal op de beug 1
baan in den Druiventros vertoefd
hebben, 't een en ander voorgevallen,
wat hier dient vermeld te worden.
Het geloof van Sylvie, de oudste
dochter van den ontvanger van
Melle, dat ze toch niet met witte
handschoenen begraven zou worden,
had Haar niet bedrogen.
Een goed geloof en een ziel van
om voor de eerste oefening te wor
den opgeroepen. Neemt men in aan-
merkiDg, dat kostwinners, geestelij
ken en enkele andere kleine groepen
nog afvallen dan is duidelijk, dat de j
vrijstelling wegens broederdienst in
1939 zeker niet meer zal kunnen
worden verleend.
De toestand wordt dan dus zoo,
dat van het normale aantal inge
schrevenen' van 75.000 man, die allen
in aanmerking komen voor den ge
wonen dienstplicht, bij even strenge
keuring als thans 40 pet. of 30.000
man zullen worden afgekeurd. Er
blijven dan nog 45.000 man over, d.i.
nog 13.000 man meer dan het nieuwe
contingent. Maar art. 27 van de
dienstplichtwet zegt, dat het contin
gent van 19 500 man zal worden ver
meerderd met getal dergenen, die
tot den gewonen dienstplicht opge
roepen in een vorig door de Kroon
aangewezen jaar in gebreke zijn
gebleven, vrijgesteld, ontslagen, af
gekeurd, enz. Het totaal aantal dezer
uit elke iichting aldus verdwijnenden
is eveneens niet gering, n.l. niet min
der dan 30.
Bij een lichting van 32.000 man
ontloopt dat dus de 10.000 man niet
veel. Er zou dan nog een speling zijn
van een paar duizend man, doch
daarin bevinden zich nog kostwin
ners, geestelijken enz., de categorieën,
waarop we hierboven ook reeds
wezen. Het zou ons dus begrgpelijk
voorkomen, indien, waarover ook
werkelijk gedacht wordt, de loting
totaal werd afgeschaft. Trouwens
door een wat ruimer interprepatie
van het begrip kostwinner zou de
marge van enkele duizenden jonge
mannen reeds dadelijk zeer sterk
inkrimpen.
Dat de loting bij het tegenwoor
dige contingent reeds weiDig betee-
kent, blijkt hieruit, dat dit jaar niet
meer dan 574 jongelieden zijn vrij
geloot. Ook aan hen is de mededee
ling gedaan, dat zij slechts geacht
worden voorloopig te zijn vrijgesteld
van eerste oefening.
De tragische en de
vroolijke deserteur.
Twee Fransche deserteurs hebben
ongeveer op hetzelfde moment hun
vrijheid herkregen, maar zelden zag
men bij het begaan van eenzelfde
feit een grootere tegenstelling. De
geschiedenis van den eersten is tra
gisch, die van den tweeden vroolijk,
verhaalt de Tel.
In 1916 kon een infanterist, die al
sinds 1914 dapper meegevochten had
en eenige malen gewond was, er niet
toe komen, na een kort verlof, de
ouderlijke boerderij, waar men zijn
hulp noodig had, weer te verlaten
voor het slagveld. Hij bleef enkele
dagen te lang. Toen durfde hij zijn
regiment Diet weer opzoeken. De
gendarmes kwamen doch vonden
niets.
Daarop werd de zaak in de archieven
gestopt, maar de infanterist, door
vrees vervolgd, durfde zich niet meer
buiten toonen en sloot zich op in
een verborgen vertrek vaa de boer-
derg. De oorlog eindigde en de jaren
van vrijwillige gevangenschap ver
streken. Er kwamen leege plaatsen
in de boerderij. De vader stierf, de
zusters en de vrouw van den deser
teur. Alleen met zgn oude moeder
bleef hij over. Dezer dagen was haar
tijd gekomen. Op een nacht overleed
zij.
Bij het aanbreken van den dag
ging de deserteur voor het eerst na
21 jaar weer naar buiten. Hg sloot
de boerderij achter zich en liep naar
de stad.
Daar meldde hg zich bij de politie.
„Ik ben deserteur, 21 jaar heb ik mg
thuis verborgen gehouden", zei hij.
„Nu heeft het geen doel meer, ieder
een is dood." Gelaten wachtte hij
zgn lot af.
„Ga heen", zei de commissaris, u
bent vrij man. Een amnestie heeft
kurk blijven bovendrijven 't Was
haar opgevallen. dat de bleuen
brouwer Willem van Olmen uit
Hulsbeek in den laatsten tijd zoo
dikwijls door de Maasstraat te
Holtum gekuierd kwam.
Hulsbeek lag aan den anderen
kant van de Maas en de brouwer
leverde in Holtum geen bier. Die
moest dus iets anders in 't vizier
hebben. Misschien op den perds-
handel. Kunde begriepen Alsof er
aan den anderen oever der Maas
niet pairden genoeg te keus en te
keur waren Misschien op een vrouw
u:tden leeftijd had hij er voor en
z'n ouders waren allebei dood.
Juffer Sylvie had nog zoo lomp
niet geraden. De bleuen brouwer
zocht een vrouw en hij had nog wel
zijn oog laten vallen op Sylvie zelf.
Nu en dan had hij haar bij de een
of andere gelegenheid wel eens ter
loops gesproken maar hij was te
bleu om rechtstreeks aanzoek om
haar hand te doen; zelfs te bleu
om kwansuis met een flauw smoesje
eens in 't Kaböfke te gaan buurten,
zooals een handige vrijer 't 'm
leveren zou. Maar, geen nood Een
I verliefde jonge man verzint van
alles.
De brouwer stookte, wanneer hij
in Holtum kwam, gewoonlijk in den
Druiventros aan, waar hij dan met
1 allerlei draaierijen en omwegen met
de Klaproos een boom begon op te
j zetten over het vrijen. Dat was water
op den molen van de leutige waar
din, die over niets liever sprak dan
over de vrijage en daarij haar
(mijnen zoo geschikt wist aan te
leggen, dat ze in hijjemeniegezien
I wist uit welken hoek de wind waaide.
I Den eersten keer dat de bleuen
uw misdrijf opgeheven en tot zijn
ontzetting vernam de man, verouderd
in zijn lange gevangenisschap, dat
hij nutteloos zijn zelfverkozen straf
verlengd had en reeds jaren geleden
vrrjelgk zijn schuilhoek had kunnen
verlaten.
De tweede deserteur was net 14
dagen in dienst, toen hij kans zag
verlof te krijgen en vervolgens zijn
enkel te verzwikken, waarop hij zijn
commandant, volgens de voorschrif
ten, een briefje schreef om toege
laten te worden tot het hospitaal.
De administratie boekte hem daar
heen over, maar zond den jongeman
geen antwoord en vergat hem daarna
heelemaal. De jongeman dacht er
niet over te prolesteeren. De enkel
genas thuis ook heel goed en daarom
vatte hij in afwachting van nadere
berichten, die niet kwamen, zijn
baantje weer op, werd werkloos, ti ok
steun en leefde of er geen dienst
plicht bestond. Ruim anderhalf jaar
later ontdekte eindelijk iemand, dat
er al dien tgd een milicien met een
verstuikten enkel in het hospitaal
moest liggen, hetgeen eenige verwon
dering wekte.
Na hem vergeefs in het hospitaal
gezocht te hebbeD, vond men den
jongen werklooze, die zich heelemaal
niet verborgen hield, rustig thuis
zitten. Hij ging meteen mee naar de
provoost en werd voor den krggs-
raad gebracht, die echter vond, dat
de schuld bg de administratie lag en
den jongeman vrijsprak.
Het gevolg is, dat hij voor al die
maanden niet als deserteur be
schouwd kan worden, hetgeen dus
uiteraard meebrengt, dat hg geacht
wordt al dien tijd zijn dienstplicht
te hebben vervuld. En aangezien
met dat alles de twee jaren bijna
omgegaan zijn, zal over enkele
weken, na officieel zijn plicht tegen
over het vaderland trouw vervuld
te hebben, vroolijk kunnen afzwaaien.
BLOEDT VERSCHRIKKELIJK
Verband mei KLOOSTERBALSEM
geneest de wond hl 24 uur
mAla moeder van een ff root gezin, had"
ik hel ongeluk mfl b(j 'l brood snijden
een flinke Jaap In den wijsvinger te
geven. Het bloedde verschrikkelijk. Een
van m\jn kinderen bracht dadelUh den
Kloosterbalsem, die in m(Jn hulsgezin
met kinderen telkens van pas komt'
Na een doekje jnet dezen geneeskrach-
tigen balsem op mttn vinger te hebben
gedaan, hield het bloeden dadelijk op
en de hevige wond was tot mfjn verj
I bazlng tn 24 uur geheel geheeld en1
AKKER
.Af
I'S *©m<
'ORIOlNEEl TER IN2AQ8
Gemeenteraad van
Maashees-Overloon.
Op Vrijdag 6 Augustus kwam de
Raad dezer gemeente in voltallige
zitting bijeen onder voorzitterschap
van burgemeester A. Jans.
De aanvragen om subsidie van de
R. K. Militaire Vereeniging te Venlo
en de R. K. Blindenzorg St. Antonius
van Padua voor het dienstjaar 1938
worden aangehouden tot de vaststel
ling der begrooting 1938.
Aan M. E. Kockelkoren, hoofd de"r
R. K. Bijz. Meisjesschool te Overloon,
wordt op haar verzoek eervol ontslag
verleend als lid van de commissie
tot wering van schoolverzuim, zulks
in verband met haar benoeming als
hoofd der school te Waalwgk. In de
ontstane vacature zal voorzien wor
den als een nieuw hoofd aan de
Meisjesschool te Overloon benoemd
is.
Ingekomen was een schrijven van
wijlen H. Jacobs te Overloon, waarin
deze verklaart te willen overgeven
aan C. Schaminee te Holthees een
perceel grond in de Biesplanken voor
f 38.07 voor den nog resteerenden
pachttgd van 3 jaar, en een schrijven
van C. Schaminee waarin deze ver
klaart te willen overnemen voor
bovenvermelde tijd en prijs dat per
ceel grond. De raad besluit hiertoe.
AANVRAAG ART. 17 LANDAR-
BEIDERSWET H. J. MULDER.
Dit punt wordt in geheime ver
gadering besproken. Na opening
besluit de raad met 6 tegen 1 stem
aan H. J. Mulder de benoodigde
gelden beschikbaar te stellen voor
het verkrijgen van een plaatsje inge
volge de Landarbeiderswet.
VERBETERING AAN DEN
GEISTERSCHE WEG.
De Geistersche weg behoeft drin
gend en noodzakelijk verbetering.
Limburg heeft reeds verbeterd, de
gemeente moet aansluiten. De tijdis
daar zeer voor geschikt, aangezien
brouwer bij baar had zitten wauwelen
over de jonge meisjes, had ze al
zoon vermoeden gehad, dat hij op
een vrouw uit was en ook al zoo
wat geraden wie de uitverkorene
was. Den tweeden keer was ze be
slist zeker van haar zaak en op
handige wijze hakte ze opeens de
knoop doormidden, door den brou
wer voor het fait accompli te stellen,
dat zij zijn geheimste gedachten en
begeerten geraden had.
Jao, 'k kan niet anders zeggen,
flapte ze plots eruit, alsof de brouwer
haar al zijn verlangens in geuren en
kleuren verteld en haar nu de vraag
gesteld had, hoe zij o^er zijn uit
verkorene dacht, ik kan niet anders
zeggen, as da Sillevie van den ont
venger en aarig, braof megje is en
ze zal en goei huusvrouw zien veur
ow. En ze zi^n der ok nie heele-
maol zonder geld. 'k Geleuf as dat
den alden fatsoenlik geld bezit. Hij
hit et noei's ovver de balken gegojd
en ze hebben ok en paar maol ge-
errefd Hedde al is beej Sillevie op
op den buis geklopt, brouwer.
'k Mein nie mit ow vingers,
da begriepte wel. dat zeuj veuruurst
te astrantig zien. mer ge wet wel
wat ik mein op de kornzak slaon
en meinen dfn ezel, mit verlof ge
sproken van ow liefste.
Niehje, da haaj 'k nog nie
geperbiejrd 'k Durf nie goehd der
op aaf te gaon. Ziedde, as 'k mer
iemes haj. die heur goed kende en
as die beur dan is aon den pols
wou vuulen
En onder de hoeven kiehken
en ien den moe', net as beej den
perdshandel, viel de Klaproos in de
I rede.
Man, ik heb die vlöj al lang
„Geen goud zoo goed" ,jg
Onovertroffen by brand-en snij wonden
Ook ongeëvenaard als wrUfmiddel bJJ
Rheumatiek, spit en pyniyke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten62V2 ct. en f 1.04
BON voor Inzenden in open couvert,
GRATIS als drukwerk (V/2 ct.) aan
MONSTER Handelmij.L.1. Akker, R'dam
de Wegenbouw Utrecht aan de grens
werkt.
De N. V. Handel mij. heeft inge
schreven voor f3650, de Wegenbouw
Utrecht voor f 3185. Controle zal
worden uitgeoefend door een tech
nisch ambtenaar van de Rijkswater
staat. Het werK wordt gegund aan
de Wegenbouw Utrecht onder voor
waarde, dat werkvolk uit de gemeente
genomen zal worden. Voor de ver
breeding der weg zal grond gekocht
worden van Ern, Cremers voor f 20
per are.
De weg zal verbeterd worden tot
de Geistersche grens. In verband
hiermede zal een leening worden
aangegaan van f 3250 a 33pet. af
te lossen in 20 jaar.
Bruijsten vraagt of de provincie
geen subsidie geeft.
De voorzitter zegt, dat er geen
kans is dat de provincie dat zal
doen. Bg stemming is alleen Bruijs
ten er tegen.
In verband met de centrale werk
verschaffing te St. Anthonis en de
particuliere werkverschaffing J. H.
Deenen, wordt de begrooting ver
hoogd met respectievelijk f 2000 en
f 1040.
Met ingang van 1 Mei 1937 wordt
L. Jacobs, Overloon, aangesteld als
wegwerker tegen een salaris van
f 650.—.
Een stuk jacht in het Holtheesche
Broek en de Vennen wordt verpacht
voor den tijd van 2 jaar aan Baron
Weichs de Wenne tegen f 10 per
jaar.
Alb. Hendriks uit Overloon wil
grond pachten tegen f 20 per are
by Wed. Deenen en Appelhof. De
raad besluit hiertoe in principe, doch
B. en W. zullen eerst met Hendriks
nog besprekingen voeren.
Fransen heeft klachten ontvangen,
dat er sedert langen tijd geen boter
voor de werkloozen voorradig is ge
weest.
De voorzitter zegt, dat de schuld
niet bij de gemeente is. De boter
was vroeg genoeg aangevraagd, doch
in de verzending schijnt enkele malen
vertraging te zijn gekomen.
Bruijsten zou graag zien, dat de
lijkweg in orde werd gemaakt, aan
gezien er klachten zijn gerezen over
de verbetering van dien weg.
De voorzitter zegt verbetering toe.
Iets over het Poolsch
boerenvolk.
Er zijn twee deelen in Polen. Het
deel dat vroeger tot Duitschland
behoorde, het meestal vlakke land,
bezit groote boerderijen en heeren
goederen en waar de landbouw zeer
gemoderniseerd is en met den land
bouw ook, wat niet altgd een wel
daad is, de gebruiken en de manier
heuren hoesten 'k heb ow ien de
smiezen. Geej wilt meej als makelaar
gebruuken, zoveul as roskammet.
Nou, ik zal 't is perbieren, want
geej ziet toch nen goejen klaos en
en Sillevie is en best megje, dat nen
goejen mins verdient. Bliefde geej
mer stillekes hier zitten, dan zal ik
m:en vuulhorens wel is uu'stèken.
Eerst streek ze haar boezelaar
glad, toen ging ze naar de keuken,
waar ze een klepmsndje te pakken
kreeg en daarmee begaf ze zich op
straateerst over het kleine markt
veld, dan door de Kerkstraat en zoo
1 ac' terom weer naar de Maasstraat,
den hoek omslaande bij het huis van
1 den ontvanger.
j Sylvie en de beide zusters zaten
als naar gewoonte in bet Kaböfke
aan het venster.
De Klaproos groette de dames
heel vriendelijk, maar ging voorbij
echter niet ver.
Opeens kwam ze terug op haar
schreden en sprak van buiten door
het venster tot de dames.
Goejen dag. damesSillevie,
daor viel me net ien, dat geej meej
en plezier kost doen. as geej efkes
mitkommen wilt. 'k Mot roien neej
gordijnen ophangen en 'k zie bang
asdat ik alliebn daor nie goed meej
terecht kan. Geej wet béter as ik.
hoe die aan de .kanten rootten opge
nomen werren.