Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Sneeuwklokje
Roomijs
Sneeuwklokje
Roomijs
Moeilijkheden in de
jonge Kerk.
FEUILLETON.
Smeulend vuur.
Oud worden.
die vervelende kies....
AKKERTJES
De post wordt
goedkooper.
Zaterdag 7 Augustus 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 32
verfrischt, voedt,
versterkt.
Halve liters op gewensch-
ten tijd bezorgd 50 cent
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct
per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon 51 Giro 150652
Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct
buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct
Daar is ie weer
Een nieuw seizoen
Nieuwe versnapering
O.L. Vrouw „Behoudenis
der Kranken" Oostrum
i.
In de hier volgende arti
kelen willen we eenige be
schouwingen laten volgen
over de moeilijkheden en
de vervolgingen, die 't
jonge Christendom heeft
moeten doorstaan, zoowel
van den kant der Joden
als van den kant der Hei
denen. 't is voor ieder
Katholiek nuttig tenminste
jets van de eerste geschie
denis vgn zijn Kerk te
weten en bijzonder in 'n
rumoerigen en onrustigen
tijd als den onze, nu van
verschillende kanten en
met 'n ongehoorde en
grove brutaliteit aanval op
aanval tegen die Kerk
wordt ondernomen, zal de
beschouwing van de jonge
Kerk in haar eerste botsen
met andere stroomingen
voor velen een blijde be
moediging brengen.
De Joodsche Overheden waren
er met 't Paaschfeest eindelijk in
geslaagd, Christus, hun grooten
tegenstander, gekruisigd te zien
door 'n latten Romeinschen land
voogd, Pontius Pilatus, en ze
hadden de vaste hoop, dat na
dezen eerloozen dood van den
Nazareeër, ook Zijn leer weldra
totaal vergeten zou zijn. Maar
dat bleek al spoedig 'n leelijke
vergissing
Jezus had 'n jonge Kerk ge
sticht. De poorten der Hel zou
den haar niet overweldigen, want
Oorspronkelijke Roman door
B. VIELER, schrijver van Mattesen
Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden.
15.
't Waren lang geen heiligen, deze
zich aan God en gebod betrekkelijk
weinig storende tobbers. maar in den
grond van hun gemoed zat toch dat
moeilijk uit te roeieD, diep godsdien
stige gevoel, dat de zuidelijken met
de moedermelk ingezogen en dat
zelfs in gevallen van totale geloofs-
verwildering, bijna nooit geheel uit
gedoofd wordt. Deze aanhaling is
in hoofdzaak bedoeld op de mannen;
want de vrouwen in 't zuiden zijn
meestal tamelijk godsdienstig soms
zelfs meet dan kinderlijk geloovig en
geneigd tot kwezelarij, naast alle
voorkomende ondeugden.
Be moeders zonden de kinderen
trouw naar den pastoor, die pro
beerde er wat van den catechismus
in te pompen en ze tevens te leeren
lezen en schtijven maar de meerder
heid der mannen kwam Zondags
niet in het kleine kerkgebouw, dat
op ongeveer tien minuten afstand
van het heerenhuis achter de euca
lyptus boomen stond.
De bewoners der estancia gingen
allen geregeld iederen Zondag en
feestdag naar de H. Mis. behalve
de eigenaar zelf, dokter Delmotte.
Deze laatste had reeds sedert tal
van jaren niets meer aan zijn geloof
Hijzelf zou met haar zijn tot aan
de voleinding der eeuwen
Vanaf 't eerste Pinksterfeest,
na die eerste gloedvolle propa-
gandapreek van den vurigen
Petrus te Jerusalem, begon die
jonge Kerk snel te groeien.
Dat wekte vanzelf opnieuw
den naijver van Jezus' vijanden.
Heel spoedig moesten de Chris
tenen ondervinden wat hun Mees
ter voorzegd had. „De leerling is
niet beter dan de MeesterHeb
ben ze Mij vervolgd, ook U zul
len ze vervolgen
Onder de allereerste kerkver-
volgers uit de Joden zien we,
ais den meest heftigen, zekeren
„Saulus", geboortig van de stad
Tarsus, die „woedde tegen de
Kerk, de huizen binnendrong en
mannen en vrouwen wegsleepte
om ze gevangen te zetten". (Han
delingen 8, 3).
Later, als deze vurige en ont-
stuimige jonge man eenmaal, door
'n wonderwerk van Gods genade,
bekeerd is tot den hartslochte-
lijken Christus-minnaar en grooten
wereld-apostel „Pauluj", dan be
schuldigt hij zichzelf in een van
zijn brieven, dat hij, in al te
grooten ijver voor zijn voorvader
lijke Joodsche tradities de Kerk
Gods vervolgd heeft en daarom
ook de minste der Apostelen is,
ja niet verdient „Apostel" ge
noemd te worden
Bekend en leerzaam voor onze
moderne kerkvervolgers is uit
dezen eersten vervolgingstijd het
bezadigde antwoordt van den
ouden wetgeleerde en Pharizeeër
Gamaliel aan de leden van den
Joodschen Hoogen Raad.
Men had er kwestie over, of
men de gevangen Apostelen al
of niet zou ter dood brengen.
Gamaliel voelde daar niets voor
„Mannen van Israël," zoo sprak
hij, „bedenkt toch eens goed,
wat ge met deze mannen gaat
doenWant, als dit plan ot dit
werk van menschen komt, dan
zal hel (vanzelf) mislukken maar
komt het van God, dan kunt ge
het niet tegenhouden, of ge komt
in verzet tegen God." (Hand. 2,
35-39.
Gamaliel's gezagvolle uitspraak
had, tenminste voor 'n oogen-
blik, succes. De Hooge Raad
stemde met hem in. De Aposte
len werden vrijgelaten, op voor
waarden nochtans, dat ze niet
meer in den naam van Jezus
zouden preeken.
Maar hoe kon zulk bevel de
Apostelen binden? Veel duide
lijker klonken nog in hun ooren
die krachtige woorden van hun
scheidenden Meester „Gaat dan
en onderwijst alle volkeren." Ze
konden en mochten niet ophou
den met prediken I
gedaan. Het was reeds begonnen in
zijn universiteitsjaren te Amsterdam,
Daar was hij nooit lid geweest van
de Katholieke Studentenvereeniging,
had er den Thomistischen cursus
niet gevolgd, maar daarentegen ge
regeld op eigen hand de werken van
Hegel, Kant. Voltaire, Rousseau,
Schopenhaner en Spencer bestudeerd,
zonder ooit eenig tegengift te ge
bruiken.
De professoren, met welke hij
vooral in zijn laatste studentenjaren
omging, toen zijn buitengewone aan
leg voor het chirurgische vak zich
begon te openbaten, waren allen
diezelfde philosoftsche richting toe
gedaan 't geen hem natuurlijk nog
meer naar dien kant deed overhellen.
Wanneer hij in de vacantie naar
Holtum gekomen was, had hij, om
geen aanstoot te geven. Zondags
wel de H. Mis bijgewoond, maar
overigens kwam hij nooit meer in de
kerk sedert dien tijd bad hij zijn
plichten als katholiek niet meer ver
vuid, zoodat hij feitelijk geheel
buiten de Kerk stond.
Men kon hem echter niet het
verwijt maken, dat hij zich vijandig
gedroeg tegenover den katholieken
godsdienst. Wel was hij zoover ge
komen, dat hij in zijn waan van
verlichtheid en in het daarmee ge
paard gaande gevoel van meerderheid
meende verheven te zijn boven de
volgens hem verouderde en onver
dedigbare dogma's der katholieke
kerk maar derhalve verachte hij de
aanhangers van liet oude geloof toch
niet.
Wel uitte hij zich nu en dan heel
onverschillig, dat een ieder in zijn
eigen geloof of overtuiging moest
trachten tevreden te zijn.
Onomwonden hadden ze al
vroeger den Hoogen Raad te
verstaan gegeven„Men moet
God meer gehoorzamen dan de
menschen. Oordeelt zelf, of we
het voor God verantwoorden
kunnen naar U te luisteren meer
dan naar God Want wij kunnen
niet zwijgen wat we hebben ge
zien en gehoord." (Hand. 4, 20).
Heel de jonge Christenge
meente bad in deze moeilijkheden
met aandrang tot God „Gij Heer,
Schepper van Hemel en aarde
en zee, en van al wat erin is,
Gij zijt het, die in den H. Geest,
door den mond van onzen Vader
David, uw dienaar, gezegd hebt
„Waarom woeden de heidenen,
„En smeden de volkeren ijdele
plannen,
„Slellen de koningen der aarde
zich te weer,
„En spanten de vorsten samen,
„Tegen den Heer,
„En tegen zijn Christus?"
Ja waarlijk, zij hebben in deze
stad samengespannen tegen Jezus,
uw heiligen Dienaar, Dien Gij
gezalfd hebt; Herodes en Pontius
Pilatus, met de Heidenen en
stammen Israëls: om te voltrek
ken wat uw hand en uw raads
besluit vooruit had beschikt. Nu
dan Heer, houd hun bedreiging
in het oog en verleen aan uw
dienaars, om met alle vrijmoe
digheid uw woord te spreken;
door uw hand uit te strekken
tot genezing en teekenen en
wonderen, door den naam van
Jezus, uw heiligen dienaar."
En na hun gebed trilde de
plaats, waar ze waren vergaderd:
„allen werden vervuld van den
Heiligen God en spraken vrij
moedig Gods woord." (Hand. 4,
24—31).
Spoedig hierop ontstaat dan
de groote Joodsche vervolging,
die door de wreede steeniging
van den held St. Stephanus werd
ingezet.
„Op dienzelfden dag brak er
een hevige vervolging tegen de
Kerk van Jerusalem los. (Hand.
8, 1).
't Goede gevolg hiervan was,
dat de Kerk zich verspreidde
over gansch Judea en Samaria,
want „zij, die zich verspreid
hadden, trokken overal rond om
't woord te verbreiden". (Hand.
8, 4).
Behalve deze uitwendige ver
volging door de Joodsche over
heid, dreigde er echter uit 't
Jodendom een nog ander en veel
ernstiger gevaar voor de jonge
Kerk.
Vele jong-bekeerde Christenen,
die zoo pas het oude Jodendom
hadden verlaten, bleven onwille
keurig nog te veel vasthouden
aan hun vroegere Joodsche ge-
Vroegtijdige gedachten zijn niet
altijd ware gedachten. Zou deze uit
lating van zijn geliefkoosden philosoof
Herbert Spencer ook nog eenmaal
bewaarheid worden aan den armen
afgedwaalden, die hoe rijk ook aan
gaven des geest en in 't bezit van
ruime aardsche middelen, toch het
grootste goed, zijn geloof, verloren
had?
Dokter Delmotte mengde zich niet
in de opvoeding van zijn dochtertje,
welke aan een bekwame,god vreezende
Eogelsche gouvernante, miss Lawton,
toevertrouwd was Deze laatste was
vroom, zonder de overdreven kwezel
achtige gewoonten te hebben van
vele schijnvromen en daarbij weten
schappelijk zoover ontwikkeld, dat
zij de ihtellectueele opleiding van de
aan haar zorg toevertrouwde pupil
misschien geheel ten einde zou kun
nen brengen, indien zulks verlangd
werd.
Soledad was nu ruim tien jaar
ze had nog een paar maal bij m-ss
Lawton en bij mevrouw Descamps
naar haar moeder gevraagd, waarbij
deze laatsten haar tenslotte naar
vader verwezen hadden, die
het groote woord gesproken
haar
toen
had.
Je moeder, Soledad, zei deze
niet zonder ontroering in de stem,
leeft ver van hier, omdat zij en je
t vader elkaar niet begrepen, niet ver
stonden.
J Maar, dat begrijp ik niet,
J vadertj el: efhielden moeder en u
dan niet van elkaar Me dunkt, oom
en tante Descamps zullen ook wel
eens iets met elkander hebben, waar-
omtrent ze zich niet verstaan maar
die gaan toch niet van elkander weg
En dan nog wel zoo lang wegblijvenl
bruiken, hun talrijke reinigings
voorschriften, hun veel-te-aard
sche opvattingen over 't nieuwe
Messiaansche Rijk der Kerk, hun
diepe verachting voor 't Heiden
dom.
Daarin lag beslist 'n zeer ern
stig gevaar voor 't Christendom
Jezus had zijn Kerk evengoed
bestemd voor Heidenen als voor
Joden. Maar als al deze Jood
sche trekken al te scherp naar
voren kwamen, zou Jezus' Stich
ting al te zeer 'njoodsch karak
ter gaan aannemen en voor de
Heidenen veel minder aantrek
kelijk worden. Dat was tegen
Jezus' bedoeling
De H. Geest zelf lichtte Sint
Petrus door 'n visioen in aan
gaande dit dreigend gevaar, zoo
dat hij getuigde: „God heeft mij
doen weten, dat geen enke!
mensch besmet of onrein mag
worden genoemd.'' (Hand. 10,28)
Petrus gaf dan bevel de eerste
heidenen, Cornelius en de zijnen,
te Caesahen te doopen in den
naam van Jezus-Christus.
Te Jerusalem waren er natuur
lijk nog wel Broeders, die meen
den Petrus hiervan een verwijt
te moeten maken. Petrus deed
hun dan volledig verslag en ver
telde hoe de H. Geest zelf hem
duidelijk getoogd had, wat hem
te doen stond en „toen ze dit
gehoord hadden, berustten zij
erin, verheerlijkten God en zei
den: Dus heeft God ook aan de
Heidenen de bekeering ten leven
geschonken". (Hand. 11, 18).
Later komen toch nog weer
verschillende grootere en kleinere
moeilijkheden op dit gebied voor.
De H. Geest had dan gezorgd
voor een doortastend man als
St. Paulus om te verhinderen,
dat 't Christendom de veel-te-
enghartig geworden Joodsche
gebruiken ging overnemen, van
de Heidenen veel te veel zou
vorderen en zoo veel van zijn
aantrekkelijkheid zou verliezen.
Geen bekrompen-nationale,
maar 'n wereldkerk moest de
Kerk van Christus zijn, bestemd
en ook werkelijk geschikt voor
alle naties en talen
Onverschrokken verkondigt St.
Paulus
„De Oude (Joodsche) Wet heeft
afgedaan. Waarom dwingt gij dan
de Heidenen op Joodsche wijze
te leven? Als de gerechtigheid
door de Oude Wet wordt ver
kregen, dan is Christus zonder
reden gestorven(Galaten II)
Steeds verder drongen de eerste
geloofsverkondigers, die Joden
waren, buiten Palestina door.
Traditiegetrouw boden ze de
genade des geloofs ook daar
steeds eerst aan eigen landge-
nooten aan, en daarna pas be-
En, al beeft moeder nu ook iets met
u gehad, waarom heeft ze mij dan
niet meegenomen Alle moeders
blijven toch bij hun kinderen en
nemen ze overal mee
Ja, liefje, dat waarom kan ik
nu niet precies beantwoorden. Als je
wat ouder wordt, zul je dat misschien
beter kunnen beseffen ofschoon ik
voor je hoop, dat je 't niet door
eigen ondervinding zult ervaren.
De vader had wel een meer af
doend antwoord kunnen geven op
de eerste opmerking van zijn kind,
als hij maar had durven bekennen,
dat het huwelijk tusschen hem ea
haar moeder eene verbintenis zonder
liefde geweest was. Maar dat zou
het ofschoon vroegrijpe kind mis
schien toch nog veel minder begrepen
hebben 't zou zich immers niet
kunnen voorstellen, dat vader en
moeder elkander niet hadden lief
gehad.
Op de tweede vraag van Soledad:
waarom haar moeder haar niet mee
genomen had, zou hij slechts dit eene
antwoord hebben kunnen geven
ontaarding der moederlijke natuur.
't Was evenwel goed gezien den
fijngevoeligen geest van het vroegrijpe
kind thans nog niet door dergelijk
hachelijke antwoorden te verontrusten
Nu en dan kwam de goedige,
oude peettante senorita Soledad de
Elardi eenigen tijd op de estancia
doorbrengen. Ze had den vader zelf
gepaaid haar het kind voor eenigen
tijd af te staan, om het naar Buenos
Aires mee te nemen.
Don Alfredo was echter beslist
daartegenhij zei haar ronduit, dat,
hoezeer hij ook hare genegenheid
voor het petekind op prijs stelde, hij
toch overtuigd was, dat Buenos
gaven ze zich ook tot de hei
denen.
P. GALENUS,
O. M. Cap.
(Wordt vervolgd).
Toen Mevrouw de Weduwe Bennen,
vijftig geworden was, had zij meer
dere grijze haren in haar kapsel
ontdekt en dit had haar tot nadenken
gestemd. Zij werd oud Oudneen,
neen, nog niet, zij wilde nog niet,
nog een paar jaar genieten zooals
vroeger, gevierd en bewonderd wor
den als vroeger, nog een poosje te
voelen dat zij meetelde.
Zij hield wel erg veel van haar
zoon die student was, maar hij was
ver weg en zij verlangde weer een
triomf te gevoelen als vroeger.
Zg werd „modern" dat zegt veel
en men kan er van alles uit begrij-
gen. Zij droeg kleine coquette hoedjes
met groote lange voiles die haar ge
zicht overschaduwden. Haar haar
had al lang weer de kleur van
vroeger, misschien een ietsjes lich
ter.... zij speelde bridge en ging naar
bokswedstrqden omdat het modern
is. Zij ging dansen en werd veel te
dansen gevraagd, want zij was rijk
en had mooie juweelen. Een schilder
had haar gezegd dat zij zulk een
mooie rug had.... eD sindsdien waren
haar avondjaponnen diep uitgesne
den.
En steeds gingen de jaren lang
zaam voorbij. En steeds werd een
dolle behoefte tot sensaties, gebeur
tenissen en feesten grooter. In haar
villa ontving zij een vroolijke bende
van artisten, financiers, en.... mis
lukkingen. Haar zoon was reeds lang
naar de koloniën vertrokken en haar
kennissenKring werd kleiner.
Met de loop der jaren verloor zg
haar oude vrienden. Zij probeerde ze
te vervangen, maar de jongeren
wilde niet komen. Zij probeerde de
dolle oude vroolijkheid van vroeger
cp te wekken, maar men voelde het
kunstmatige en langzaam aan vielen
de gasten af. En toen werd haar haar
goudblond en haar wangen zachtrood,
zij liet haar hals en borst bewerken
om lage japonnen te kunnen dragen.
Maar de aanbidders kwamen niet,
En meer geflonker en meer kunst en
meer feesten met allerlei beroemd
heden als attractie, om maar men
schen te trekken. Zg loopt recht als
een kaars temidden van hare gasten
die haar begroeten want zij is
rijk en het feest kostbaar. Het
„staat" er heen te gaan.
En jaren trekken voorbij. En zij
begon zichzelf te minachten, haald&
haar schouders op als zij vlak voor
den spiegel haar gezicht bekeek, de
spiegel, ze beklaagt haar, lacht haar
dan weer uit.
Vaak zit zij er uren voor eea
rookende sigaret tusschen de slappe
lippen, met een geele tint, zware
kringen onder de oogen waarin de
blik genade schijnt te smeeken aan
het beeld in de spiegel. En zg begint
anderen te haten, anderen die jonger
zijn, anderen die niet alléén zijn.
Maar als zij uitgaat tuigt zij zich
steeds zooveel mogelijk op, met
schelle kleuren, veeren, fijne kousen
en schoenen met heel hooge hakken
En dan pas kgken de menschen en
zij kijken en draaien zich om als
zg statig en langzaam langs de
boulevards loopt.... de papagaai, neen
nooit had zg zooveel bekijk zelfs.
Maar een poos later zit een een
zame vrouw voorde spiegel en snikt
het uit.
Aires met zijn wufte levenswijze
geen gunstigen invloed kon uitoefe
nen op het liey tontvankeiijke gemoed
van het totdusver in allen eenvoud
opgevoedde natuurkind. Dat het
hem echter hoogst aangenaam zou
wezen, wanneer dona Soledad zoo
veel van haar tijd als zij maar wilde
op La Soluza zou doorbrengen.
Dat deed de oude dame dan ook
gaarne't kwam zelfs zoover, dat
zij bijna onafgebroken als gast op
de estancia vertoefde.
Da vader zorgde er voor, dat
naast de intellectueele opvoeding van
zijn kind, ook de lichamelijke ont
wikkeling niet verwaarloosd werd
waarbij hij een Hinken steun vond
in de Engelsche gouvernante, welke
eene voorliefde voor sport had.
Behalve turnen, leerde men de
kleine zwemmen en paardrijden.
Wanneer papa Delmotte tehuis was,
maakle hij iederen morgen te paard
een rit met zijn kranig dochtertje
over de onmetelijke pampa, waarbij
zij voor geen sloot of hekwerk toef
den de kleine meid meestal vooruit
op haar fijngedrf sseerden cob, zoo
dat de vader wel gedwongen werd
te volgen.
Tante Soledad was reeds sedert
eenigen tijd lijdende aan een chroni
sche verkalking der bloedvaten
Daar zij echter de voorschriften van
dokter Delmotte met de uiterste
nauwgezetheid opvolgde, had men
zich allenskens minder bezorgd ge
maakt voor een onverwacht spoedig
einde-
Op zekeren dag, toen don Alfredo
te Cordoba in zijn kl niek bezig
was, ontving hij een telefonisch be
richt van mevrouw Descamps, wier
man afwezig was, dat dona Soledad
Kiespijn overvalt U meestal op een
tijdstip dat U géén gelegenheid
heeft naar den landarts te gaan.
Neem dan een "AKKERTJE" dat
helpt U tenminste dadelijk van de
pijn af. AKKER-CACHETS zijn
bijzondere pijnstillers bij Kiespijn,
Hoofdpijn, Zenuwpijn, Spierpijn.
Nederlandseh Smaakloos ouwel-omhulseL
Product Ge proeft daardoor niets.
Ze glijden zoo naar binnen.
Per 12 stuks slechts 52 cent.
Vólgens recept van Apotheker Dumont
Op elk "AKKERTJE" komt de naam
AKKER voor in "ruit" - vorm. Let
hierop en weiger elke namaakl
Tariefsverlaging bij den
Postdienst.
Nu de bedrijfsuitkomsten dezen
stap mogelgk maken en door de
opleving van handel en bedrijf de
verwachting bestaat, dat het zaken
verkeer daarop krachtig zal ingaan,
zal met ingang van 1 September a.s.
het enkelvoudig port voor interlocale
brieven worden gebracht op 5 cent
en voor briefkaarten op 4 cent.
Eenige met deze tarieven samen
hangende andere tarieven zullen, in
logisch verband hiermede, eveneens
worden gewijzigd.
Het volledige overzicht der nieuwe
posttarieven, die 1 September a.s
ingaan, ia als volgt:
A. Bianenland.
Brieven tot en met 20 gram 5 cent
boven 20 t/m 200 10
200 t/m 500 15
500 t/m 1000 20
1000 t/m 1500 25
1500 t/m 2000 30
Briefkaarten 4 cent.
Gedrukte stukken tot en met 50 gr.
l1/, cent voor elke 50 gr. of gedeelte
daarvan
boven 500 gr. t/m 750 gr. 17l/, ct.
750 t/m 1000 20" ct.
en voorts voor elke 500 gram of
gedeelte daarvan 5 cent meer.
Voor spoedbehandeling t/m 50 gr.
2 cent: voor drukwerken boven
50 gr. vervalt de mogelijkheid tot
spoedbehandeling.
Monsters 3 cent voor elke 100 gr. of
gedeelte daarvan.
B. Lokaal verkeer.
Brieven boven 20 t/m 100 gr. 6 cent
100 gr. interlocaal tarief.
C. Ned. Indië (alléén landmail en
zeepost).
Postbladen 5 cent.
Briefkaarten 4 cent.
Monsters 3 ct. voor elke 100 gram
of gedeelte daarvan.
D. Suriname en Curaqao.
Brieven 5 cent voor elke 20 gram
of gedeelte daarvan.
Postbladen 5 cent.
Briefkaarten 4 cent.
Monsters 3 cent voor elke 100 gr.
of gedeelte daarvan.
E. België en Duitschland (grens
verkeer)
Brieven 5 cent voor elke 20 gram
of gedeelte daarvan.
Briefkaarten 4 cent.
de Elardi, plotseling overleden was.
Bij de opening van haar testament
bleek, dat zij dokter Delmotte en
haar advocaat als executeurs aange
steld had.
Na aftrek van een aantal legaten
voor godsdienstige en weldadige
doeleinden, had zij de eene helft van
haar ontzaglijk groot vermogen ver
maakt aan haar neef Don José de
Elardi en de andere helft vastgezet
op de kleine Soledad Delmotte,
daarbij de onnatuurlijke moeder van
het meisje voorbijgaande en dezelve
geheel ontervend.
Don José, de advocaat en dokter
Delmotte werden belast met het be
heer over dit vermogen, hetwelk
aldus aan de buitendien reeds zoo
kwistig met aardsche goederen ge
zegende tienjarige Soledad toeviel
Wotdt vervolgd.