Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Sneeuwklokje Roomijs Sneeuwklokje Roomijs Moeilijkheden in de jonge Kerk. FEUILLETON. Smeulend vuur. Oud worden. die vervelende kies.... AKKERTJES De post wordt goedkooper. Zaterdag 7 Augustus 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 32 verfrischt, voedt, versterkt. Halve liters op gewensch- ten tijd bezorgd 50 cent PEEL EN MAAS ADVERTENTIEPRIJS 1—8 regels 60 ct per regel 71/, ct. Bij contract groote reductie Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 51 Giro 150652 Abonnementsprijs per kwartaalvoor Venray 65 ct buiten Venray 75 ct. Afz. nummers 5 ct Daar is ie weer Een nieuw seizoen Nieuwe versnapering O.L. Vrouw „Behoudenis der Kranken" Oostrum i. In de hier volgende arti kelen willen we eenige be schouwingen laten volgen over de moeilijkheden en de vervolgingen, die 't jonge Christendom heeft moeten doorstaan, zoowel van den kant der Joden als van den kant der Hei denen. 't is voor ieder Katholiek nuttig tenminste jets van de eerste geschie denis vgn zijn Kerk te weten en bijzonder in 'n rumoerigen en onrustigen tijd als den onze, nu van verschillende kanten en met 'n ongehoorde en grove brutaliteit aanval op aanval tegen die Kerk wordt ondernomen, zal de beschouwing van de jonge Kerk in haar eerste botsen met andere stroomingen voor velen een blijde be moediging brengen. De Joodsche Overheden waren er met 't Paaschfeest eindelijk in geslaagd, Christus, hun grooten tegenstander, gekruisigd te zien door 'n latten Romeinschen land voogd, Pontius Pilatus, en ze hadden de vaste hoop, dat na dezen eerloozen dood van den Nazareeër, ook Zijn leer weldra totaal vergeten zou zijn. Maar dat bleek al spoedig 'n leelijke vergissing Jezus had 'n jonge Kerk ge sticht. De poorten der Hel zou den haar niet overweldigen, want Oorspronkelijke Roman door B. VIELER, schrijver van Mattesen Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden. 15. 't Waren lang geen heiligen, deze zich aan God en gebod betrekkelijk weinig storende tobbers. maar in den grond van hun gemoed zat toch dat moeilijk uit te roeieD, diep godsdien stige gevoel, dat de zuidelijken met de moedermelk ingezogen en dat zelfs in gevallen van totale geloofs- verwildering, bijna nooit geheel uit gedoofd wordt. Deze aanhaling is in hoofdzaak bedoeld op de mannen; want de vrouwen in 't zuiden zijn meestal tamelijk godsdienstig soms zelfs meet dan kinderlijk geloovig en geneigd tot kwezelarij, naast alle voorkomende ondeugden. Be moeders zonden de kinderen trouw naar den pastoor, die pro beerde er wat van den catechismus in te pompen en ze tevens te leeren lezen en schtijven maar de meerder heid der mannen kwam Zondags niet in het kleine kerkgebouw, dat op ongeveer tien minuten afstand van het heerenhuis achter de euca lyptus boomen stond. De bewoners der estancia gingen allen geregeld iederen Zondag en feestdag naar de H. Mis. behalve de eigenaar zelf, dokter Delmotte. Deze laatste had reeds sedert tal van jaren niets meer aan zijn geloof Hijzelf zou met haar zijn tot aan de voleinding der eeuwen Vanaf 't eerste Pinksterfeest, na die eerste gloedvolle propa- gandapreek van den vurigen Petrus te Jerusalem, begon die jonge Kerk snel te groeien. Dat wekte vanzelf opnieuw den naijver van Jezus' vijanden. Heel spoedig moesten de Chris tenen ondervinden wat hun Mees ter voorzegd had. „De leerling is niet beter dan de MeesterHeb ben ze Mij vervolgd, ook U zul len ze vervolgen Onder de allereerste kerkver- volgers uit de Joden zien we, ais den meest heftigen, zekeren „Saulus", geboortig van de stad Tarsus, die „woedde tegen de Kerk, de huizen binnendrong en mannen en vrouwen wegsleepte om ze gevangen te zetten". (Han delingen 8, 3). Later, als deze vurige en ont- stuimige jonge man eenmaal, door 'n wonderwerk van Gods genade, bekeerd is tot den hartslochte- lijken Christus-minnaar en grooten wereld-apostel „Pauluj", dan be schuldigt hij zichzelf in een van zijn brieven, dat hij, in al te grooten ijver voor zijn voorvader lijke Joodsche tradities de Kerk Gods vervolgd heeft en daarom ook de minste der Apostelen is, ja niet verdient „Apostel" ge noemd te worden Bekend en leerzaam voor onze moderne kerkvervolgers is uit dezen eersten vervolgingstijd het bezadigde antwoordt van den ouden wetgeleerde en Pharizeeër Gamaliel aan de leden van den Joodschen Hoogen Raad. Men had er kwestie over, of men de gevangen Apostelen al of niet zou ter dood brengen. Gamaliel voelde daar niets voor „Mannen van Israël," zoo sprak hij, „bedenkt toch eens goed, wat ge met deze mannen gaat doenWant, als dit plan ot dit werk van menschen komt, dan zal hel (vanzelf) mislukken maar komt het van God, dan kunt ge het niet tegenhouden, of ge komt in verzet tegen God." (Hand. 2, 35-39. Gamaliel's gezagvolle uitspraak had, tenminste voor 'n oogen- blik, succes. De Hooge Raad stemde met hem in. De Aposte len werden vrijgelaten, op voor waarden nochtans, dat ze niet meer in den naam van Jezus zouden preeken. Maar hoe kon zulk bevel de Apostelen binden? Veel duide lijker klonken nog in hun ooren die krachtige woorden van hun scheidenden Meester „Gaat dan en onderwijst alle volkeren." Ze konden en mochten niet ophou den met prediken I gedaan. Het was reeds begonnen in zijn universiteitsjaren te Amsterdam, Daar was hij nooit lid geweest van de Katholieke Studentenvereeniging, had er den Thomistischen cursus niet gevolgd, maar daarentegen ge regeld op eigen hand de werken van Hegel, Kant. Voltaire, Rousseau, Schopenhaner en Spencer bestudeerd, zonder ooit eenig tegengift te ge bruiken. De professoren, met welke hij vooral in zijn laatste studentenjaren omging, toen zijn buitengewone aan leg voor het chirurgische vak zich begon te openbaten, waren allen diezelfde philosoftsche richting toe gedaan 't geen hem natuurlijk nog meer naar dien kant deed overhellen. Wanneer hij in de vacantie naar Holtum gekomen was, had hij, om geen aanstoot te geven. Zondags wel de H. Mis bijgewoond, maar overigens kwam hij nooit meer in de kerk sedert dien tijd bad hij zijn plichten als katholiek niet meer ver vuid, zoodat hij feitelijk geheel buiten de Kerk stond. Men kon hem echter niet het verwijt maken, dat hij zich vijandig gedroeg tegenover den katholieken godsdienst. Wel was hij zoover ge komen, dat hij in zijn waan van verlichtheid en in het daarmee ge paard gaande gevoel van meerderheid meende verheven te zijn boven de volgens hem verouderde en onver dedigbare dogma's der katholieke kerk maar derhalve verachte hij de aanhangers van liet oude geloof toch niet. Wel uitte hij zich nu en dan heel onverschillig, dat een ieder in zijn eigen geloof of overtuiging moest trachten tevreden te zijn. Onomwonden hadden ze al vroeger den Hoogen Raad te verstaan gegeven„Men moet God meer gehoorzamen dan de menschen. Oordeelt zelf, of we het voor God verantwoorden kunnen naar U te luisteren meer dan naar God Want wij kunnen niet zwijgen wat we hebben ge zien en gehoord." (Hand. 4, 20). Heel de jonge Christenge meente bad in deze moeilijkheden met aandrang tot God „Gij Heer, Schepper van Hemel en aarde en zee, en van al wat erin is, Gij zijt het, die in den H. Geest, door den mond van onzen Vader David, uw dienaar, gezegd hebt „Waarom woeden de heidenen, „En smeden de volkeren ijdele plannen, „Slellen de koningen der aarde zich te weer, „En spanten de vorsten samen, „Tegen den Heer, „En tegen zijn Christus?" Ja waarlijk, zij hebben in deze stad samengespannen tegen Jezus, uw heiligen Dienaar, Dien Gij gezalfd hebt; Herodes en Pontius Pilatus, met de Heidenen en stammen Israëls: om te voltrek ken wat uw hand en uw raads besluit vooruit had beschikt. Nu dan Heer, houd hun bedreiging in het oog en verleen aan uw dienaars, om met alle vrijmoe digheid uw woord te spreken; door uw hand uit te strekken tot genezing en teekenen en wonderen, door den naam van Jezus, uw heiligen dienaar." En na hun gebed trilde de plaats, waar ze waren vergaderd: „allen werden vervuld van den Heiligen God en spraken vrij moedig Gods woord." (Hand. 4, 24—31). Spoedig hierop ontstaat dan de groote Joodsche vervolging, die door de wreede steeniging van den held St. Stephanus werd ingezet. „Op dienzelfden dag brak er een hevige vervolging tegen de Kerk van Jerusalem los. (Hand. 8, 1). 't Goede gevolg hiervan was, dat de Kerk zich verspreidde over gansch Judea en Samaria, want „zij, die zich verspreid hadden, trokken overal rond om 't woord te verbreiden". (Hand. 8, 4). Behalve deze uitwendige ver volging door de Joodsche over heid, dreigde er echter uit 't Jodendom een nog ander en veel ernstiger gevaar voor de jonge Kerk. Vele jong-bekeerde Christenen, die zoo pas het oude Jodendom hadden verlaten, bleven onwille keurig nog te veel vasthouden aan hun vroegere Joodsche ge- Vroegtijdige gedachten zijn niet altijd ware gedachten. Zou deze uit lating van zijn geliefkoosden philosoof Herbert Spencer ook nog eenmaal bewaarheid worden aan den armen afgedwaalden, die hoe rijk ook aan gaven des geest en in 't bezit van ruime aardsche middelen, toch het grootste goed, zijn geloof, verloren had? Dokter Delmotte mengde zich niet in de opvoeding van zijn dochtertje, welke aan een bekwame,god vreezende Eogelsche gouvernante, miss Lawton, toevertrouwd was Deze laatste was vroom, zonder de overdreven kwezel achtige gewoonten te hebben van vele schijnvromen en daarbij weten schappelijk zoover ontwikkeld, dat zij de ihtellectueele opleiding van de aan haar zorg toevertrouwde pupil misschien geheel ten einde zou kun nen brengen, indien zulks verlangd werd. Soledad was nu ruim tien jaar ze had nog een paar maal bij m-ss Lawton en bij mevrouw Descamps naar haar moeder gevraagd, waarbij deze laatsten haar tenslotte naar vader verwezen hadden, die het groote woord gesproken haar toen had. Je moeder, Soledad, zei deze niet zonder ontroering in de stem, leeft ver van hier, omdat zij en je t vader elkaar niet begrepen, niet ver stonden. J Maar, dat begrijp ik niet, J vadertj el: efhielden moeder en u dan niet van elkaar Me dunkt, oom en tante Descamps zullen ook wel eens iets met elkander hebben, waar- omtrent ze zich niet verstaan maar die gaan toch niet van elkander weg En dan nog wel zoo lang wegblijvenl bruiken, hun talrijke reinigings voorschriften, hun veel-te-aard sche opvattingen over 't nieuwe Messiaansche Rijk der Kerk, hun diepe verachting voor 't Heiden dom. Daarin lag beslist 'n zeer ern stig gevaar voor 't Christendom Jezus had zijn Kerk evengoed bestemd voor Heidenen als voor Joden. Maar als al deze Jood sche trekken al te scherp naar voren kwamen, zou Jezus' Stich ting al te zeer 'njoodsch karak ter gaan aannemen en voor de Heidenen veel minder aantrek kelijk worden. Dat was tegen Jezus' bedoeling De H. Geest zelf lichtte Sint Petrus door 'n visioen in aan gaande dit dreigend gevaar, zoo dat hij getuigde: „God heeft mij doen weten, dat geen enke! mensch besmet of onrein mag worden genoemd.'' (Hand. 10,28) Petrus gaf dan bevel de eerste heidenen, Cornelius en de zijnen, te Caesahen te doopen in den naam van Jezus-Christus. Te Jerusalem waren er natuur lijk nog wel Broeders, die meen den Petrus hiervan een verwijt te moeten maken. Petrus deed hun dan volledig verslag en ver telde hoe de H. Geest zelf hem duidelijk getoogd had, wat hem te doen stond en „toen ze dit gehoord hadden, berustten zij erin, verheerlijkten God en zei den: Dus heeft God ook aan de Heidenen de bekeering ten leven geschonken". (Hand. 11, 18). Later komen toch nog weer verschillende grootere en kleinere moeilijkheden op dit gebied voor. De H. Geest had dan gezorgd voor een doortastend man als St. Paulus om te verhinderen, dat 't Christendom de veel-te- enghartig geworden Joodsche gebruiken ging overnemen, van de Heidenen veel te veel zou vorderen en zoo veel van zijn aantrekkelijkheid zou verliezen. Geen bekrompen-nationale, maar 'n wereldkerk moest de Kerk van Christus zijn, bestemd en ook werkelijk geschikt voor alle naties en talen Onverschrokken verkondigt St. Paulus „De Oude (Joodsche) Wet heeft afgedaan. Waarom dwingt gij dan de Heidenen op Joodsche wijze te leven? Als de gerechtigheid door de Oude Wet wordt ver kregen, dan is Christus zonder reden gestorven(Galaten II) Steeds verder drongen de eerste geloofsverkondigers, die Joden waren, buiten Palestina door. Traditiegetrouw boden ze de genade des geloofs ook daar steeds eerst aan eigen landge- nooten aan, en daarna pas be- En, al beeft moeder nu ook iets met u gehad, waarom heeft ze mij dan niet meegenomen Alle moeders blijven toch bij hun kinderen en nemen ze overal mee Ja, liefje, dat waarom kan ik nu niet precies beantwoorden. Als je wat ouder wordt, zul je dat misschien beter kunnen beseffen ofschoon ik voor je hoop, dat je 't niet door eigen ondervinding zult ervaren. De vader had wel een meer af doend antwoord kunnen geven op de eerste opmerking van zijn kind, als hij maar had durven bekennen, dat het huwelijk tusschen hem ea haar moeder eene verbintenis zonder liefde geweest was. Maar dat zou het ofschoon vroegrijpe kind mis schien toch nog veel minder begrepen hebben 't zou zich immers niet kunnen voorstellen, dat vader en moeder elkander niet hadden lief gehad. Op de tweede vraag van Soledad: waarom haar moeder haar niet mee genomen had, zou hij slechts dit eene antwoord hebben kunnen geven ontaarding der moederlijke natuur. 't Was evenwel goed gezien den fijngevoeligen geest van het vroegrijpe kind thans nog niet door dergelijk hachelijke antwoorden te verontrusten Nu en dan kwam de goedige, oude peettante senorita Soledad de Elardi eenigen tijd op de estancia doorbrengen. Ze had den vader zelf gepaaid haar het kind voor eenigen tijd af te staan, om het naar Buenos Aires mee te nemen. Don Alfredo was echter beslist daartegenhij zei haar ronduit, dat, hoezeer hij ook hare genegenheid voor het petekind op prijs stelde, hij toch overtuigd was, dat Buenos gaven ze zich ook tot de hei denen. P. GALENUS, O. M. Cap. (Wordt vervolgd). Toen Mevrouw de Weduwe Bennen, vijftig geworden was, had zij meer dere grijze haren in haar kapsel ontdekt en dit had haar tot nadenken gestemd. Zij werd oud Oudneen, neen, nog niet, zij wilde nog niet, nog een paar jaar genieten zooals vroeger, gevierd en bewonderd wor den als vroeger, nog een poosje te voelen dat zij meetelde. Zij hield wel erg veel van haar zoon die student was, maar hij was ver weg en zij verlangde weer een triomf te gevoelen als vroeger. Zg werd „modern" dat zegt veel en men kan er van alles uit begrij- gen. Zij droeg kleine coquette hoedjes met groote lange voiles die haar ge zicht overschaduwden. Haar haar had al lang weer de kleur van vroeger, misschien een ietsjes lich ter.... zij speelde bridge en ging naar bokswedstrqden omdat het modern is. Zij ging dansen en werd veel te dansen gevraagd, want zij was rijk en had mooie juweelen. Een schilder had haar gezegd dat zij zulk een mooie rug had.... eD sindsdien waren haar avondjaponnen diep uitgesne den. En steeds gingen de jaren lang zaam voorbij. En steeds werd een dolle behoefte tot sensaties, gebeur tenissen en feesten grooter. In haar villa ontving zij een vroolijke bende van artisten, financiers, en.... mis lukkingen. Haar zoon was reeds lang naar de koloniën vertrokken en haar kennissenKring werd kleiner. Met de loop der jaren verloor zg haar oude vrienden. Zij probeerde ze te vervangen, maar de jongeren wilde niet komen. Zij probeerde de dolle oude vroolijkheid van vroeger cp te wekken, maar men voelde het kunstmatige en langzaam aan vielen de gasten af. En toen werd haar haar goudblond en haar wangen zachtrood, zij liet haar hals en borst bewerken om lage japonnen te kunnen dragen. Maar de aanbidders kwamen niet, En meer geflonker en meer kunst en meer feesten met allerlei beroemd heden als attractie, om maar men schen te trekken. Zg loopt recht als een kaars temidden van hare gasten die haar begroeten want zij is rijk en het feest kostbaar. Het „staat" er heen te gaan. En jaren trekken voorbij. En zij begon zichzelf te minachten, haald& haar schouders op als zij vlak voor den spiegel haar gezicht bekeek, de spiegel, ze beklaagt haar, lacht haar dan weer uit. Vaak zit zij er uren voor eea rookende sigaret tusschen de slappe lippen, met een geele tint, zware kringen onder de oogen waarin de blik genade schijnt te smeeken aan het beeld in de spiegel. En zg begint anderen te haten, anderen die jonger zijn, anderen die niet alléén zijn. Maar als zij uitgaat tuigt zij zich steeds zooveel mogelijk op, met schelle kleuren, veeren, fijne kousen en schoenen met heel hooge hakken En dan pas kgken de menschen en zij kijken en draaien zich om als zg statig en langzaam langs de boulevards loopt.... de papagaai, neen nooit had zg zooveel bekijk zelfs. Maar een poos later zit een een zame vrouw voorde spiegel en snikt het uit. Aires met zijn wufte levenswijze geen gunstigen invloed kon uitoefe nen op het liey tontvankeiijke gemoed van het totdusver in allen eenvoud opgevoedde natuurkind. Dat het hem echter hoogst aangenaam zou wezen, wanneer dona Soledad zoo veel van haar tijd als zij maar wilde op La Soluza zou doorbrengen. Dat deed de oude dame dan ook gaarne't kwam zelfs zoover, dat zij bijna onafgebroken als gast op de estancia vertoefde. Da vader zorgde er voor, dat naast de intellectueele opvoeding van zijn kind, ook de lichamelijke ont wikkeling niet verwaarloosd werd waarbij hij een Hinken steun vond in de Engelsche gouvernante, welke eene voorliefde voor sport had. Behalve turnen, leerde men de kleine zwemmen en paardrijden. Wanneer papa Delmotte tehuis was, maakle hij iederen morgen te paard een rit met zijn kranig dochtertje over de onmetelijke pampa, waarbij zij voor geen sloot of hekwerk toef den de kleine meid meestal vooruit op haar fijngedrf sseerden cob, zoo dat de vader wel gedwongen werd te volgen. Tante Soledad was reeds sedert eenigen tijd lijdende aan een chroni sche verkalking der bloedvaten Daar zij echter de voorschriften van dokter Delmotte met de uiterste nauwgezetheid opvolgde, had men zich allenskens minder bezorgd ge maakt voor een onverwacht spoedig einde- Op zekeren dag, toen don Alfredo te Cordoba in zijn kl niek bezig was, ontving hij een telefonisch be richt van mevrouw Descamps, wier man afwezig was, dat dona Soledad Kiespijn overvalt U meestal op een tijdstip dat U géén gelegenheid heeft naar den landarts te gaan. Neem dan een "AKKERTJE" dat helpt U tenminste dadelijk van de pijn af. AKKER-CACHETS zijn bijzondere pijnstillers bij Kiespijn, Hoofdpijn, Zenuwpijn, Spierpijn. Nederlandseh Smaakloos ouwel-omhulseL Product Ge proeft daardoor niets. Ze glijden zoo naar binnen. Per 12 stuks slechts 52 cent. Vólgens recept van Apotheker Dumont Op elk "AKKERTJE" komt de naam AKKER voor in "ruit" - vorm. Let hierop en weiger elke namaakl Tariefsverlaging bij den Postdienst. Nu de bedrijfsuitkomsten dezen stap mogelgk maken en door de opleving van handel en bedrijf de verwachting bestaat, dat het zaken verkeer daarop krachtig zal ingaan, zal met ingang van 1 September a.s. het enkelvoudig port voor interlocale brieven worden gebracht op 5 cent en voor briefkaarten op 4 cent. Eenige met deze tarieven samen hangende andere tarieven zullen, in logisch verband hiermede, eveneens worden gewijzigd. Het volledige overzicht der nieuwe posttarieven, die 1 September a.s ingaan, ia als volgt: A. Bianenland. Brieven tot en met 20 gram 5 cent boven 20 t/m 200 10 200 t/m 500 15 500 t/m 1000 20 1000 t/m 1500 25 1500 t/m 2000 30 Briefkaarten 4 cent. Gedrukte stukken tot en met 50 gr. l1/, cent voor elke 50 gr. of gedeelte daarvan boven 500 gr. t/m 750 gr. 17l/, ct. 750 t/m 1000 20" ct. en voorts voor elke 500 gram of gedeelte daarvan 5 cent meer. Voor spoedbehandeling t/m 50 gr. 2 cent: voor drukwerken boven 50 gr. vervalt de mogelijkheid tot spoedbehandeling. Monsters 3 cent voor elke 100 gr. of gedeelte daarvan. B. Lokaal verkeer. Brieven boven 20 t/m 100 gr. 6 cent 100 gr. interlocaal tarief. C. Ned. Indië (alléén landmail en zeepost). Postbladen 5 cent. Briefkaarten 4 cent. Monsters 3 ct. voor elke 100 gram of gedeelte daarvan. D. Suriname en Curaqao. Brieven 5 cent voor elke 20 gram of gedeelte daarvan. Postbladen 5 cent. Briefkaarten 4 cent. Monsters 3 cent voor elke 100 gr. of gedeelte daarvan. E. België en Duitschland (grens verkeer) Brieven 5 cent voor elke 20 gram of gedeelte daarvan. Briefkaarten 4 cent. de Elardi, plotseling overleden was. Bij de opening van haar testament bleek, dat zij dokter Delmotte en haar advocaat als executeurs aange steld had. Na aftrek van een aantal legaten voor godsdienstige en weldadige doeleinden, had zij de eene helft van haar ontzaglijk groot vermogen ver maakt aan haar neef Don José de Elardi en de andere helft vastgezet op de kleine Soledad Delmotte, daarbij de onnatuurlijke moeder van het meisje voorbijgaande en dezelve geheel ontervend. Don José, de advocaat en dokter Delmotte werden belast met het be heer over dit vermogen, hetwelk aldus aan de buitendien reeds zoo kwistig met aardsche goederen ge zegende tienjarige Soledad toeviel Wotdt vervolgd.

Peel en Maas | 1937 | | pagina 1