TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
FEUILLETON.
Smeulend vuur.
SPIERPIJNEN'in
zijn arm genezen
KLOOSTERBALSEH
Zaterdag (7 Juli 1977
Acht en vijftigste Jaargang No 29
„Wat zullen de
menschen toch wel
zeggen
Men lacht dikwijls met kin
deren, die bang zijn voor spoken.
Die vrees der kinderen is echter
goed te begrijpen en wel te
verontschuldigen.
Doch er zijn ook groote men
schen, die schrik hebben voor
spoken. En die vreesachtigen zijn
niet zelden mannen met flinke
baarden, krachtige vuisten en
reuzenschouders.
Er is één spook vooral, dat
zich telkens schrikwekkend aan
hun blikken vertoont en hen een
ontzettende vrees aanjaagt.
Een spook, dat als een echte
dwingeland hen beheerscht, hen
van het goede afhoudt en tot
het kwade aanzet.
Dat spook zien wij overal, in
huis en daarbuiten, op het werk
in den trein, ja tot zelfs in de
kerk.
„Wat is dat voor een soort
spook" zult ge vragen.
Dat spook is „het m e n s c h-
1 ij k opzicht, bestaande in
een ongeregelde begeerte van
aan iedereen te behagen.
Men wil goed staan met elk
een en kost wat 't kost nooit
of nimmer door wie het dan ook
zij, ongunstig beoordeeld wor
den.
Daarom stelt men zich bij alle
doen en laten altijd de vraag:
„Wat zu'len de menschen er
van zeggen
Is men met menschen, die
braaf en godsdienstig zijn, dan
zal men, om hunnentwil, han
delen naar de voorschriften van
deugd en godsdienst en zich
braaf houden uit menschelijk
opzicht.
Bevindt men" zich integendeel
in gezelschap van menschen, die
het goede verachten en 't kwade
toejuichen, dan zal men alles
doen wat mogelijk is om hunne
beschimpingen te vermijden en
hun goedkeuring te verwerven.
Onnoodig te zeggen, dat er
veel meer kwaad wordt inge
geven door het menschelijk op
zicht dan goed.
Immers het menschelijk opzicht
spruit voort uit vrees en vrees
is een slechte raadgeefster, die
altijd het oor gericht houdt om
te vernemen aan welken kant
men het hardste roept.
Welnu, iedereen weet, dat de
slechten veel meer getier maken
dan de goeden.
Geen wonder dan, dat de
slaven van het menschelijk op
zicht vooral op hun oordeel
letten en zich daarnaar schikken
om aan den spot der boozen te
ontkomen.
Het verschil tusschen braven
en slechten ligt in hun verhou
ding tot deugd en godsdienst.
Het is met betrekking tot deze
twee punten, dat het menschelijk
opzicht slechten raad geeft.
Niet alle menschen zijn dap
pere menschen. Velen zouden
Oorspronkelijke Roman door
B. VIELER, schrijver van Mattesen
Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden.
11.
Dat zul je toch moeten, meisje,
zei de verontwaardigde oude dame.
Op gevaar af dat je man mij voor
een bedilzuchtige klappei zal houden,
zal ik hem er van op de hoogte
brengen, dat men er over spreekt
jou zooveel buiten zijn gezelschap
aan te treffen.
Zonder verder iets te zeggeD, ja
zelfs zonder te groeten, was de oude
dame weggegaan. Ze had er geen
gras over laten groeien en nog dien
zelfden dag met don Alfredo gespro
ken over haar wedervaren met haar
koppig nichtje.
Den volgenden avond was de
dokter wat vroeger als gewoonlijk
van de kliniek teruggekeerd, zoodat
bij zijn vrouw nog thuis aantrof.
Toen zij- in avondtoilet gekleed
de trap afkwam, om uit te gaan,
noodigde hij haar in den salon, omdat
hij een paar woorden met haar te
spreken had.
Feliza, ik kan dezen toestand
niet langer verdragen Is er niets
aan te doen, dat wij, gelijk 't be
hoort, als man en vrouw met elkan- 1
der omgaan 1 Gaarne wil ik van
mijn kant offers brengen en mij weer
wat meer in gezelschap bewegen 1
als daartegenover dan ook maar een
niets liever dan deugdzaam en
godsdienstig willen zijn en ech
ter zijn ze het niet.
Waarom niet
Zij zijn bang, bang voor het
oordeel van anderen.
„Wat zullen de menschen wel
zeggen" als ik door de week
naar de H. Mis ga; als ik
dagelijks communiceer; als ik
geen lid wordt van de neutrale
vereeniging; -- als ik niet ga
zwemmen gelijk "de anderen;
als ik niet meedoe rret de dwaze
mode van lange beenen en korte
rokken enz. enz.
De vrees voor de openbare
meening is het kwaad voor eiken
leeftijd; het volgt den mensch
van de wieg tot aan het graf.
't Is het kwaad van alle standen
en staten.
Het woedt in de volksklassen
met een vreeselijke kracht, maar
in den gegoeden stand en in de
hoogere klassen is het ook geen
vreemde.
Maar wat erger is, het schijnt
vooral het kwaad te zijn van
Christenen, van Katholieken.
De Turken, hetzij zij staan of
zitten, alleen zijn of in gezel
schap, te voet of te paard, zoo
dra zij de doordringende stem
men hooren, die van de hoogten
hunner tempels het gebed aan
kondigen, dan spreidden zij hun
tapijten uit en knielen neer.
Abel-el-Kader aarzelde niet om
op de Place de la Concorde te
Parijs, in tegenwoordigheid van
20.000 menschen met het aan
gezicht ter aarde te vallen,r,toen
hij het middaguur hoorde luiden.
Alexander de Groote ontmoette
aan de oevers van den Donau
een stam van Galliërs, die hem
durfden weerstaan en hij zeide
tot hunne afgezanten:
„Vreest gij dan mijn wraak niet?
„Wij vreezen slechts eene zaak,
antwoordden zij en dat is, dat
de hemel op onze hoofden valt."
Met andere woorden: Wij vreezen
God alleen.
„De Kelten zijn een kranig
volk", antwoordde Alexander en
hij bood hun zijn vriendschap
aan.
Middenstands-
adviesbureaux.
Enkele middenstanders hebben
ons weieens hun denkbeelden
uiteengezet over eventueele mid-
denstands-adviesburaux, met wel
ke bureaux zij niet bedoelen in
stellingen, zooals de landelijke
en de plaatselijke middenstands
bonden, die eenigermate ook
adviezen geven, maar bureaux,
die zich bezighouden met het
bestudeeren van de economische
verhoudingen in bepaalde wijken
en daaromtrent adviezen geven
aan middenstanders, welke daar
om vragen.
Wij willen iets duidelijker zijn.
Wij kennen in een grootere
stad een bepaalde wijk. Wij heb
ben daar een oordeel omtrent de
gegoedheid der bewoners en
mede van de mentaliteit van hen,
weinig huiselijkheid en intimiteit
tusschen ons beiden komt te staan.
We zouden zoo gelukkig met eikan
der kunnen zijn, ons kunnen zonnen
in 't aanschouwen van ons dochtertje,
als we 't er maar een beetje naar
aanlegden Ik heb er over gedacht
's middags naar hier te komen om
te lunchen, alhoewel me dat een
paar kostbare uren zal kosten; maar
ik zat je dan toch allicht thuis aan
treffen en ons kindje ook wakker
ontmoeten. Daarbij komt, dat het
andere menschen ook opvalt, dat je
geregeld uitgaat zonder mij. Tante
Soledad heeft ook me haar nood
over je geklaagdje weet 't, ze
meent het goed met je....
Tante Soledad is bigot, een
ouwe kwezel, en 'k zal 't haat nooit
vergeven, dat zij zich tusschen man
en vrouw steekt En nu heb ik geen
lijd meer hier langer over onver
kwikkelijke dingen met jou te blijven
redeneeren. Ik kan mij best schikken
in den toestand waarin ik mij beweeg;
ieder mensch, ook jij moet zich in
zijn lot voegen. Omdat jij een dorre,
ongezellige geleerde bent, die voor
niets interesse heeft dan voor afge
zette armen en beenen en zieke
ingewanden, bestaat er voor mij
geen aanleiding mij geheel van de
wereld at te zonderen en als kluize
naar hier op de Barranca te gaan
zitten turen.
Ik wil je ook die laatste spot
achtige woorden gaarne vergeven,
Feliza, als je me maar beloven wilt,
dat je wat meer huiselijkheid be
trachten zult. Waarlijk, Feliza, ik
ben teneinde raad. Je kunt toch niet
van mij verlangen, dat ik mijn prac-
tijk, mijn carrière als chirurg, waarin
die in die wijk trekken. In die
wijk zijn reeds een viertal krui
deniers, enkele hebben er een
behoorlijk bestaan, de overigen
vechten om aan de kost te komen
Bij die vier kruideniers parais-
seeren filialen van de bekende
groot-ondernemingen. Een bewijs,
dat de concurrentie er betrekkelijk
fel is en dat mer. op zijn „qui
vive" moet zijn om den strijd
om het bestaan vol te kunnen
houden.
In een groot pand, verlaten
door een middenstander, die het
niet heeft kunnen bolwerken,
opent opnieuw een kruidenier 1
Iemand van buiten de stad. Hij
weet vermoedelijk niets af van
de geaardheid van de buurt, niets
van de mentaliteit der bewoners,
van hun financieele draagkracht.
Hij komt uit een klein plaatsje,
is gefascineerd door het denk
beeld: zaken doen in een groote
stad.... piekert niet verder, durft
den levensstrijd aan omdat hij
niet bekend is met de werkelijke
gevaren en hij opent
Fraaie etalage, geen kosten
voor de opening bespaard, tal
van bloemen, die voor een groot
gedeelte misschien zélf nog ge
kocht zijn en cadeaux aan de
koopers, die tot een bepaald
bedrag bij hen inslaan.
Hij is individualist.... hij is
tevens fantast Hij denktde
buurt wordt aangetrokken door
de etalage, door hetgeen ik aan
bied, maar hij vergeet, dat de
menschen banden geknoopt heb
ben met de bestaande winkeliers-
dat die winkeliers smalend de
schouders ophalen en aan die
klanten zeggen wat denkt hij
wel.... over een paar maanden
zijn de centen weg en dan is
het mis. De klanten beamen
zulks, want ook deze kennen
natuurlijk de buurt waarin zij
wonen.... zij immers zélf vormen
daarvan een atoom— zij weten
zélf dat achteruitgang van inkom
sten hun naar dit stadsgedeelte
hebben gedrongen en een ieder
begint die winkel links te laten
liggen. De een lacht er om, de
ander haalt zijn schouders mede
lijdend op, maar men blijft zoo
veel mogelijk de oude beproefde
zaken getrouw.
Waarom heeft de nieuwe
kruidenier niet eerst geïnformeerd
naar de economische verhoudin
gen in de buurt, waar hij zich
wil vestigen Hij waagt enkele
duizenden guldens.... is hij onvol
doende kapitaalkrachtig, dan....
speelt hij met het geld van de
genen, die hem credie! hebben
verleend
Had hij advies ingewonnen
bij een deskundig bureau, wat
hem een paar gulden had gekost,
misschien een tientje, dan had
hij de voor-, en nadeelen onder
het oog verkregen. Dan had hij
kunnen overwegen en hij had
opnieuw met het deskundige
bnreau kunnen praten om uit
eindelijk tot een gefundeerd
oordeel te komen 1 Wellicht had
het middenstands-adviesbureau
een andere buurt weten aan te
wijzen, waar de omstandigheden
ik geheel opga, vaarwel zeg
Dat is het juist waarover ik
me beklaag dat je in je vak alleen
en in niets anders voldoening
indt en aan niets anders denkt.
Haz lo que quleres Doe zooals
je wiltriep de van kwaadheid
tintelende vrouw.
Dejame pasar Laat me pas-
seeren I
Zonder groet ging zij van hem
weg naar de gereedstaande auto.
Het bloed van den dokter kookte,
want hij bezat geen vischnatuur.
Toch beheerschte hij zich spoedig
weder.
Met gebogen hoofd begaf hij zich
naar zijn studeervertrek, waar hij in
den grooten leunstoel bij de scl rijf-
tafel 'neerzonk. Lang zat hij daar te
peinzen en te suffen, zonder dat zijn
geest eene oplossing vond, noch
eenigen uitweg uit dit huwelijks-
dilemna. Opnieuw maakte bij zichzelf
een verwijt over den onverantwoor-
delijken stap dien hij gedaan had
door deze echtverbintenis zonder
liefde aan te gaan, alleen geleid door
overwegingen van stoffelijken aard.
De slraf was maar al te spoedig ge
volgd. Een bittere glimlach gleed
over zijn gelaat, terwijl hem het
oude Engelscbe spreekwoord te
binnenschoot: „Better be half hanged,
than ill wed Beter half gehangen,
dan slecht gehuwd."
Waarachtig de man, die dat 't
eerst gezegd had, had gelijk. Waar
schijnlijk. of wel zeker zelf een van
I de vele rampzaligen met noodlottige
huwelijkservaringen, dacht hij cynisch
Dokter Delmotte besefte tenvolle
het hopelooze van zijn toestand. Er
was niets meer aan te veranderen.
beter voor hen waren.
Wat wij hierboven vermeld
hebben, is geen op zichzelfstaand
geval. Integendeel. De midden
stander heeft menigmaal een
onvoldoenden kijk op verhoudin
gen. Hij is individualist; hij heeft
de wijsheid in pacht, denkt hij
en wanneer zijn geld slaag uit
zijn kas blijft vloeien, geeft hij
niet zichzelf, maar de buurt de
schuld.
„Het zijn hier armoe-zaaiers'
wordt dan zijn klacht, doch hij
vergeet, dat hij dit had kunnen
weten, voor hij begon
Middenstands-adviesbureaux
zijn dringend noodig; zij behoe
ven zich niet alleen op 't gebied
van advies te bewegen, zij kun
nen tevens worden instellingen,
die zich bezighouden met alles,
wat in een bepaalde wijk voor
het algemeene middenstands-
belang kan dienen. Het belang
men mag zulks niet vergeten
dat zich bepaalt tot zuiver
commercieele dingen want de
andere middenstandsbelangen
worden immers behartigd door
de verschillende bonden.
De verschrikkingen
van Madrid.
(Vervolg).
De eersten, die er toe overgingen,
de ongelukkige burgerbevolking van
Madrid daadwerkelijke bescherming
te verleenen in den vorm van asyl,
waren de gezantschappen der Zuid-
Amerikaansche Staten.
Hun regeeringen hebben voor het
meerendeel het asylrecht erkend en
de vele familiebanden, die tusschen
Spanje en zijn vroegere koloniën in
Spaansch Amerika bestaan, hebben
de afscheiding tusschen de verschil
lende nationaliteiten wat vervaagd
en de opname vergemakkelijkt.
Zoo konden vele personen worden
geholpen, die op grond van hun af
stamming en volgens de betreffende
constitutie recht konden doen gel
den op de een of andere Spaansch-
Amerikaansche nationaliteit.
De Europeesche legaties stonden
in den aanvang echter beslist af
wijzend tegenover iederen vorm van
asylrecht.
In Europa, zoo luidde de gang
bare redeneering, bestaat geen
asylrechthet is in onbruik geraakt
en het wordt sedert eeuwen niet
meer toegepast, omdat wij er geen
behoefte aan hebben en „Zuid-
Amerikaansche toestanden" bjj ons
gedacht worden niet meer voor te
komen.
Men was er verder huiverig voor,
zich in zoo bij uitstek binnenland-
sche aangelegenhen van Spanje te
mengen en zich in avonturen te be
geven, waarvan de gevolgen moei
lijk waren te overzien.
Men bepaalde zich er dus toe,
waar mogelijk en waar noodig en,
uit zuiver humanitaire overwegin
gen, hulp te verleenen bij de eva
cuatie van vluchtelingen naar de
kust en aldaar hun inscheping
mogelijk te maken.
Voor het lot van bepaalde gevan
genen, waarvan men wist, dat zij
van politieke smetten vrij waren,
poogde men zich door het doen van
persoonlijke stappen te interessee
ren.
Toen echter de in een vorig arti
kel geschetste toestanden hun intrede
begonnen te doen, de eene helft van
Madrid voor de andere helft moest
vluchten en de vraag naar hulp en
bescherming in deze situatie van
volkomen rechteloosheid steeds
l klemmender gesteld werd, zijn na-
genoeg alle Europeesche landen er
toe overgegaan om de vogelvrij
verklaarde burgerij asyl te ver
leenen.
Zonder erbij te denken en een
voudig door zuiver menschlievende
overwegingen gedreven, geraakte
men daardoor in een situatie ver
zeild, waaruit het niet gemakkelijk
zou blijken weer uit te komen.
Voor de Zuid-Amerikanen was de
zaak eenvoudig. Vertrouwd als zij
zijn met revolutionnaire uitbarstin
gen en burgeroorlogen, zijn zij er
toe overgaan het asylrecht, dat bij
hen sinds onheugelijke tijden prac-
tische toepassing vond, onderling te
regelen.
Zoodoende kwamen de verdragen
van La Habana en Montevideo tot
stand, het eerste in 1928, het laatste
in 1935.
Hierin werd de toepassing van
het asylrecht aan bepaalde regels
gebonden.
Asyl mocht worden verleend inde
gebouwen van de buitenlandsche
gezantschappen op het nationale
grondgebied, op oorlogsschepen en
aan boord van militaire vliegtuigen
en luchtschepen. Binnen de 24 uur
opname van een politieken
vluchteling, was het hoofd van de
betreffende buitenlandsche missie
of de gezagvoerder van oorlogs
bodem of vliegtuig gehouden, het
Ministerie van Buitenlandsche Zaken
daarvan in kennis te .stellen onder
opgave van den naam van den be
trokkene.
Iedere politieke activiteit is den
geasyleerde gedurende den tijd van
zijn verblijf verboden. De asyl
verleenende mogendheid heeft het
recht voor zijn beschermelingen
vrjjen doortocht te eischendoor het
nationale grondgebied, maar ver
plicht zich zijnerzijds, hen niet op
een ander punt van dit grondgebied,
of op een daarbij te dicht gelegen
punt te ontschepen.
Voorde Europeesche staten lag
de zaak evenwel anders. Geen hunner
was tot de conventies van La Ha
bana of Montevideo toegetreden en
zij verkeerden practisch in de
situatie van iemand, die een recht
toepast, waarvan hij het bestaan
ontkent, doodzwijgt, of althans niet
uitdrukkelijk erkent.
Beschouwingen over den theo-
retischen kant van het vraagstuk,
in hoeverre het in onbruik geraakte
asylrecht heden ten dage nog geacht
mag worden te bestaan, laat ik
gaarne aan een competenter brein
over dan het mijne.
In Madrid was de kwestie van
weinig belang, zoolang tenminste de
Spaansche regeering zich bij het
feit neerlegde en zelfs regeerings-
personen van de geboden gelegenheid
gebruik maakten om hunne familie
leden naar veiliger oorden te kun
nen vervoeren. Men ging eenvoudig
van de fictie uit, dat men een der
Spaansche Regeering welgevallige
daad verrichtte door zooveel moge
lijk van de aan haar zorgen toever
trouwde onderdanen voor moord en
erger te behoeden.
Dit standpunt kon echter be
zwaarlijk worden volgehouden, nadat
Alvarer del Vayo, de Minister van
Buitenlandsche Zaken, onder druk
van zijn bolsjéwistische partijge-
nooten, die met leede oogen zoo
menige prooi achter de veilige ge
zantschapsmuren zagen verdwijnen,
in een booze, uitvoerig in de pers
gepubliceerde nota, het Corps Di
plomatique verweet, de vijanden van
de republiek te beschermen en hun
de gelegenheid te geven, hun onder
mijnende actie vanuit een veilige
schuilplaats ongestraft voort te
zetten.
De Spaansche regeering, zoo
luidde ongeveer de nota, had het
asylrecht nooit erkend en had de
toepassing ervan met meer dan
groote lankmoedigheid gadegeslagen
getolereerd. Daaraan behoorde
nu een einde te komen, bij gebreke
waarvan de Regeering andere maat
regelen zou nemen.
De fout lag in den opzet ongelijke
huwelijken zijn zelden gelukkig, echt
verbindingen zonder ware wederzijd
sche liefde nooit.
De huwelijke staat met de daarbij
onontbeerlijke beiderzijdsche genegen
heid kan een voorsmaak geven van
de hemelsche geneugten zonder die
van beide kanten komende genegen
heid en liefde is het een afbeeldsel
van de verschrikkingen der hel.
Waar man en vrouw in'twist en
ongenoegen met elkander leven,
kronkelen zij zich steeds in duivel
sche stuiptrekkingen, terwijl bij een
eendrachtig, liefdevol samengaan hun
levensloop kalm zou vloeien gelijk
een helder beekje door een vreed
zaam dal.
Reeds tweemaal was men den
dokter komen waarschuwen, dat het
diner gereed wastoen de bediende
er voor de derde maal aan herinnerde,
stond hij op en ging naar de eet
kamer. Niettegenstaande de thermo
meter een bovenmatige zomersche
temperatuur aanwees, voelde^ hij
koude rillingen over zijn rug en 't
was hem niet mogelijk te eten.
Zonder iets gebruikt te hebben
van al de goede dingen, welke men
hem voorzette, stond hij van tafel
op en begaf zich naar de slaapkamer
der kleine Soledad.
In gedachten verzonken bleef hij
eenige minuten staren op het sluime
rende kind en begaf zich daarna
naar zijn eigen slaapvertrek. Nadat
hij zich ontkleed had, nam hij een
poeder in en legde zich te bed. 't
Duurde echter nog tamelijk lang al
vorens het opiaat werkte en de slaap
hem voor korten tijd uit zijn ellende
verloste.
Een paar dagen later vond hij,
toen hij tegen half acht 's avonds
naar huis kwam, een briefje van zijn
vrouw, waarin zij hem meedeelde,
dat zij met een bevriende familie
voor acht of tien dagen naar de
badplaats Mar del Plata was ver
trokken
Onder de gegeven omstandigheden
liet dit bericht den ongelukkigen
echtgenoot tamelijk koud. Hij was
er reeds aan gewoon geworden, dat
zijn vrouw haar eigen weg ging,
zonder hem vooraf te raadplegen.
Toen de tijd van het bezoek te
Mar del Plata reeds voluit verstreken
was, ontving de dokter op zekeren
avond wederom een brief van zijn
vrouw.
't Was volstrekt geen lang epistel.
Voor den dokter echter was het
alsof in die paar woorden met een
onbarmhartige haal bet laatste ragje
van den band tusschen zijn vrouw
en hem werd weggerukt.
Feliza schreef
„Om mijn geest in andere banen
te leiden, heb ik besloten met de
familie Medano voor eenigen tijd
naar Europa te gaan. Het plan is
plotseling bij mi; opgekomen, toen
ik vernam, dat de Medanos daarheen
reisden Ik laat het kind in jou hoede
achter, omdat ik weet dat het in
goede handen is. Op reis zou ik er
j te veel last van hebben.
Jn den laatsten tijd was de ver
j houding tu-schen ons beiden zoo
onverkwikkelijk, dat ik dringend be
hoefte gevoelde naar een andere
j omgeving.
Onze wederzijdsche karakters en
levensopvattingen loopea te zeer
uiteen, zoodat ik overtuigd ben, dat
DANK ZIJ KLOOSTERBALSEH
'n Pijn om razend te worden
bij 't bewegen van den arm
„De pijn begon in mijn bovenarm en»
zette zich zoo voort tot in mijn nek,
soms zóó hevig, dat het huilen mij
nader stond dan het lachen. Gewone
spierpijn, zeide men mij, maar ik kon
niets vinden om die gewone pijn te
genezen. Ten einde raad ben ik met
Kloosterbalsem begonnen. De uitwer»
king is enorm geweest. Na de eerste
behandeling verminderde de pijn at
en na voortgezet gebruik zijn al mijn,
pij Ren verdwenen, dank zij Klooster»
balsem, den grooten pijndooder."
aw E'u
AKKER S ORIGINEEL TER INZAGB.
„Geen goud zoo goed" i^l
Onovertroffen bij brand-en snij wonden.
Ook ongeëvenaard als wrljfmiddel bü
Rheumaticky spit en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/2 ct. en f 1.04
BON voor Inzenden in open couvert,
GRATIS als drukwerk (1 '/2 ct.) aan
MONSTER Handelmij.L.I. Akker, R'dam
Het Corps Diplomatique liet deze
vage beschuldigingen en openlijke
bedreigingen natuurlijk niet op zich
zitten. In het uitvoerige antwoord,
dat gezamenlijk werd opgesteld en
door Nunes Morgado, ambassadeur
van Chili en deken van het Corps
was onderteekend, werd o.a. gewe
zen op het feit, dat Spanje, dat
volgens del Vayo het asylrecht niet
heet te erkeqnen. in Zuid-Amerika
herhaaldelijk tot de toepassingervan
is overgegaan.
Zoo in Guatemala en San Salva
dor, waar bij politieke omwentelin
gen talrjjke personen een onderdak
in de Spaansche legatie hebben ge
vonden en in Chili, waar de tegen
woordige president der republiek
nog altijd een dankbare herinnering
bewaart aan de dagen dat hij, door
zijn politieke vijanden vervolgd, de
gast was van de Spaansche ambas
sade in Santiago de Chili.
In dit verband werd ook vermeld,
hoe op verzoek der regeering aan
verschillende personen bescherming
onder de vlag van een vreemde natie
werd verleend.
Het is inderdaad een feit, dat de
echtgenoote van President Azana
en de familieleden van den socia-
listischen minister Prieto door be
middeling van het gezantschap aan
boord van den Argentrjnschen oor
logsbodem „25 de Mayo" veilig naar
het buitenland hebben kunnen ver
trekken en dat de echtgenoote van
Casares Quiroga, den ministerpresi
dent, op het oogenblik dat de op
stand uitbrak en eender voornaam
ste schuldigen aan het bloedbad dat
in Maastricht werd aangericht, asyl
heeft gezocht en gevonden in de
ambassade van een Europeesche
mogendheid.
Ook was het aljemeen bekend,
dat de dikke en repubhkeinsche
burgemeester van Madrid, Pedro
Rico, in de Mexicaansche ambassade
was verdwenen, van waaruit hij
later naar het heet, als een tweede
Hugo de Groot, in een kist op
transport werd gesteld naar het
buitenland.
Een ander geval, waarin de
Spaansche regeering het asylrecht
uitdrukkelijk had erkend, deed zich
voor toen zij, gedreven door de
zucht om eindelijk althans een rao-
reele overwinning te behalen en den
weerstand in het Alcazar van To
ledo te brekeD, bij monde van Largo
Caballero den Chileenschen ambas
sadeur verzocht en bereid vond, met
de belegerden over den vrijen af-
er van een duurzaam harmonisch
samengaan geen sprake kan zijn.
Ik draag geen wrok tegen je in 't
hart en ben overtuigd, dat jij steeds
naar je beste overtuiging gehandeld
hebt, alhoewel ik je zienswijze niet
kan deel en.
Misschien brengt de tijd verande
ring zoo niet dan zullen wij elkan
der moeten vergeten."
Feliza.
Alhoewel de dokter zijn onbereken
bare vrouw tot heel veel dingen in
staat geacht had, veroorzaakte dit
schrijven echter eene uitwerking in
zijn gemoed, waarvan hij zichzelf
geen rekenschap kon geven.
Wat moest hij er van denken
Was nu alles uit tusschen hen beiden?
Lag het in hare bedoeling niet meer
tot hem en het kind terug te keeren?
Toen hij den raadselachtigen brief
nog eens doorlas, walgde hij van
den kouden inhoud.
Geen groet voor het kind was er
aan toegevoegd. De ontaarde moeder
was zelfs niet gekomen om een af
scheidszoen te drukken op het voor
hoofd van haar arm, onschuldig
dochtertje, dat voortaan mee te
dragen zou hebben aan de schande
welke de moeder over haren naam
bracht.
Feliza zelf was niet meer naar
haar woning te Belgrano terug
gekeerd. Terwijl zij te Mar del Plata
vertoefde, had haar kamenier al de
kostbaarheden en kleeren harer
meesteres ingepakt en de koffers
naar de boot gebracht, welke reeds
dien morgen om tien uur de haven
verlaten had.
Wordt vervolgd,