TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
FEUILLETON.
Smeulend vuur.
Zomersproeten ver
Zaterdag 19 Juni 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 23
Luchtbescherming,
sirenes en wat
daarbij behoort.
De luchtbescherming is niet
een economisch onderwerp, al
kan men er natuurlijk de econo
mische verhoudingen bijhalen.
Bij een goede luchtbescherming
kan men de noodige voorzorgen
nemen, opdat de schade aan de
stad etc. tot een minimum zal
kunnen beperken.
Men kan talrijke menschen-
levens erdoor redden en men
kan het de vijandelijke vliegers
moeilijk maken om zich te orien-
teeren. Luchtbescherming is een
modern vraagstuk, dat moet wor
den opgelost.
Het probleem is acuut.
Alom neemt men proeven, or
ganiseert men demonstraties en
men stelt zich op de hoogte van
de moderne middelen om te
waarschuwen (sirenes o.a.) en
om te verdedigen (afweergeschut
etc.)
Wij hebben verschillende per
sonen gesproken, die den we
reldoorlog hebben medegemaakt.
In de loopgraven hebben gezeten,
tal van luchtaanvallen te verdu
ren hebben gehad en die, ook
achter het front, kunnen oordee-
len over de consequenties.
Allen, die wij gesproken heb
ben, waren unaniem van oordeel,
dat het in het donker zetten van
steden, landstreken etc. een of-
ficiente manier is om de vijande
lijke vliegers te misleiden. Maar
hoofdzaak is h.i. afweergeschut
en eigen vliegtuigescadrilles, die
de vijandelijke vliegers zoo
spoedig mogelijk te lijf gaan.
Zij staan sceptisch tegenover
alarmeering door paniekverwek-
kende sirenes... tegen het en
masse terugtrekken in kelders,
casomatten en tegen het concen-
treeren van menschen op bepaal
de punten. De trefkans van bom
men is gering gebleken.
Men kan openbare gebouwen
vernielen, men kan bommen laten
vallen op bepaalde, verkende
punten eener stad. Maar het is
vrijwel ondoenlijk om een ver
spreide bevolking te raken. Hoe
meer men zich in kleine groep
jes ophoudt, hoe minder persoon
lijke ongelukken te betreuren
zullen zijn.
Alarmsignalen, zooals de angst
verwekkende sirenes, die loeien
en de menschen gek van vrees
maken, hebben de neiging om
de massa van den kook te bren
gen. Zij loopen dan als „kippen
zonder kop" in het rond en zij
zoeken steun bij elkaar, zoodat
juist wordt bereikt, wat men niet
bereiken moest, samenscholingen.
Volgens het advies van hen,
die oorlogservaring hebben, is
het verstandiger niet te alarmee
ren dan gebruik te maken van
paniekverwekkende middelen. Zij,
die rustig thuis blijven, zullen
minder gevaar loopen te worden
getroffen dan zij, die op de straat
hollen en wellicht naar bedreigde
Oorspronkelijke Roman door
B. VIELER, schrijver van Mattesen
Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden.
7.
Haar echtgenoot, een goede lobbes,
heeft kost, inwoning en huiselijk
verkeer bij haar. Uit dit platonische
huwelijk zijn geen telgen ontsproten.
De ondermeester en Ties Verbuken
waren terstond op de kist toegetreden,
waarin de slagers stonden en hadden,
zonder lang te zoeken, het instru
ment gevonden waarmee ze gewoon
waren te spelen.
Vrouw Hermes, bij de pinken als
ze was, liet er geen gras over groeien.
Drinken de heeren allemaal
bier vroeg ze.
Op het bevestigende antwoord
verdween ze met een voor haar cor
pulentie opvallende vlugheid in huis,
doch kwam reeds spoedig terug met
een dienblad vol glazen met schui
mend bier.
Wie speelt er tegen mij en Ties?
Dat was de uitdaging van den
schoolmeester.
Da's geen partij, schreeuwde
Huub den Bekker, jullie met je beien
bent veel te sterk ik weet het
goed gemaakt ik en jij en Ties
met Vikl
Alia dan, zei de linnenkoopman
en de anderen vonden het ook goed.
Daar gaat de eerste, zei de
meester, die reeds een bal te pakken
punten heensnellen zonder zulks
te weten.
Er is nog een andere kwestie.
Vijandelijke vliegers benutten het
holle van den nacht om te ver
rassen. Zij zijn gewoonlijk al
dicht bij de stad, alvorens hun
komst wordt gesignaleerd. De
lichten worden dan direct ge
doofd maar wanneer daarna de
sirenes gaan loeien (en vooral
wanneer de vijand op de hoogte
is gesteld van de plaats, waar
deze sirenes zich bevinden) wor
den opnieuw orienteeringspunten
vastgesteld, waarop de vijande
lijke luchtmacht zich kan gaan
richten.
Zoo zijn er tal van zijden aan
het luchtbeschermingsvraagstuk.
Het klinkt natuurlijk eenigermate
vreemd, dat de beste bescher
ming tegen gevaar is gelegen in
het rustig thuisblijven. Men heeft
dan natuurlijk een trefkans, maar
deze trefkans wordt niet grooter
geacht dan de kans, welke men
in het gewone leven loopt om
onder een auto, een tram te
komen
De Zeppelins in Londen heb
ben gedurende den wereldoorlog
■in Engeland's hoofdstad slacht
offers gemaakt. Het aantal echter
viel sterk mede en hoeveel Lon-
denaars lieten zich door de raids
niet meer beïnvloeden. Hoe velen
gingen toen juist niet meer naar
buiten om het schouwspel gade
te slaanIn het begin, toen ge
alarmeerd werd, was de paniek
grooter dan later, ook hierin
wende men zich, zooals de mensch
zich ten slotte aan alles aanpast.
Luchtraids, hoe betreurens
waardig deze ook voor de enkele
slachtoffers zullen zijn, zijn niet
zoo gevaarlijk als men ze mo
menteel afschildert.
Wij zouden hierover langen
tijd kunnen uitweiden, wij zouden
ervaringen kunnen neerschrijven
van hen, die, zooals gezegd, den
oorlog hebben mede gemaakt,
maar wij willen volstaan met te
waarschuwen tegen maatregelen,
die later erger dan de kwaal
blijken te zijn. De paniek, in het
holste van den nacht ontstaan
door het loeien van de sirenes,
zal wellicht naarder consequen
ties hebben dan de luchtraids
zelf.
Ongunstig bloeiweer
In de Nieuwe Koerier schrijft J.
Delhoofen
De fruitboomen hebben dit jaar
een rijken bloei vertoond. Het was
een pracht, de kersen, peren en
appelen te zien getooid met hun
witte en rose bloesems, zoodat het
wel reuzenbouquetten leken, waarmee
de natuur in haar schitterend voor
jaarskleed was gestoffeerd.
De verwachtingen op een rijken
oogst waren dan ook hoog gespan
nen. Nu echter de bloeitijd voor 't
grootste deel achter den rug is, komt
de algemeene klacht dat de oogst
danig zal tegenvallen.
De vorst, waarvoor men zich vooral
voor het vroege fruit zoo bezorgd
maakt, kan het niet gedaan hebben,
want er is geen enkele vriesnacht
tijdens den bloeitijd geweest.
Het is te nat geweest, zegt de een.-
De bijen hebben niet gevlogen, be-
had en den slager, met de punt naar
beneden gericht, aanzette.
Hij mikte niet langer dan een of
twee seconden; aan de wijie waarop
hij het handvat van den slager om
kneld hield en het aanzetten van
den worp kon men terstond zijn
vaste hand en behendigheid erkennen.
Van meet af wierp hij den bal door
den ijzeren ring boven in de baan.
Da' kan 'k ook, pochte Ties
Verbuken. dien ze ook
Blauwen" noemden, omdat hij behalve
zijn linnenweverij er ook nog een
blauw ververij op nahield. Hij had
dezen keer eveneens geluk met den
eersten slag. Ook zijn bal werd,
zonder de baan te raken, door den
ring gewipt.
Bravo riepen de toeschouwers.
De bakker speelde voorbij den
ringhij was niet erg sterk in 't
beugelen.
Victor Drabben echter „deed er
ook deur", d.w.z. dat hij zijn bal
ook door den ring speelde, maar
gerold, niet gewipt.
Vier om twee voor ons I telde
Ties Verbuken.
Blijf jij maar onder aan 't eind,
Huub 1 riep de ondermeester, die
met zijn bal boven bij de plank zat.
Kets 1 een forsche, droge slag tegen
den bal van den bakker de geraakte
bal suisde naar de eindgeul, terwijl
de bal van den meester schuin voor
den ring kwam te liggen.
Vier gelijk telde de schoolvos.
De „Blauwe" probeerde den bal
van den meester naar beneden te
slaan, waarbij hij echter over den
ring moest spelen, dus in den worp.
want anders kon hij den bal der
tegenpartij niet zien. 't Was een
weert de ander. We zullen die zaak
eens nader onderzoeken.
Er kan geen vrucht gevormd wor
den zonder bloem, en geen bloem
zonder knop.
Een plant heeft voedsel noodig
voor de vorming van bladeren en
voor den groei. Tot instandhouding
van de soort moet er bij de meeste
planten ook zaad gevormd worden.
Dit ontstaat uit de eitjes van het
vruchtbeginsel, dat met de meeldra
den de voornaamste deelen van de
bloem uitmaakt.
Uit bet voedsel vormt de plant
ook bloemknoppen. Dit geschiedt
reeds het jaar te voren, vooral in de
maand Augustus. Voldoende warmte
en vocht in dezen tijd bevorderen de
knop vorming. Om een bevredigenden
bloei te verwachten, moeten de fruit
boomen dus reeds het vorig jaar
ook over voldoende voedingsstoffen
kunnen beschikken.
De omstandigheden voor een goede
fruit ver wachting waren dus het vorig
jaar gunstig.
Door den zachten winter begonnen
de knoppen al vroeg te werken en
zag men de peren al aanstalten
maken om spoedig haar kelken te
openen.
Nachtvorsten bleven uit maar
regen kwam er van geweld en weinig
zon. Dat hield den bloei tegen zoodat
hij later viel, dan men oorspronkelijk
kon verwachten.
Maar eindelijk kwam dan toch de
bloei, en wel met volle kracht, waar
door de kans op een rijken oogst
groot scheen. Edoch, het was tot de
tweede helft van Mei haast eiken
dag regen, en maar een enkel uurtje
kwam de zon door zoodat de vrees
voor een slechte vruchtvorming maar
al te zeer gerechtvaardigd is.
Wat toch is het geval
Voor een goede vruchtvorming is
bestuiving noodig en bij de fruit
boomen in de meeste gevallen kruis
bestuiving, dat wil zeggen, dat het
stuifmeel van eigen bloem niet deugt
tot bevruchting van de eitjes.
Nu is het stuifmeel van de fruit
boomen kleverig, zoodat het eigenlijk
kleefmeel moest heeten. Het kan
dus niet door den wind, maar moet
door insekten worden overgebracht.
En we kunnen wel aannemen, dat
dit werk voor 80 pet. door de bijen
geschiedt.
Nu is een bijtje erg vlijtig en niet
voor niets wordt het aan den luiaard
tot voorbeeld gesteld. Maar ze is
ook voorzichtig en het leven is haar
dierbaar. Bij nat en koud weer zou
het buiten verkommeren en te gronde
gaan terwijl in den korf bij haar
duizenden zusteren een gezellige
warmte heerscht.
Toch is de drang naar buiten zoo
sterk, dat het vol ongeduld aan de
vliegopening de weersomstandig
heden waarneemt om, zoo spoedig
als deze het toelaten, zich in de lucht
te werpen, en in snelle vlucht naar
de bloesems te vliegen om nectar te
verzamelen en met het harige lijf
de bestuiving te bewerkstelligen.
Het weer was en bleef ongunstig,
en een enkel half uurtje is niet in
staat om bij de boomen in de buurt
de bestuiviDg volledig tot haar recht
te brengen. En zonder bestuiving is
er nu eenmaal geen zaad en geen
vrucht te verwachten.
Niet zonder grond komt dan ook
de vrees naar voren, dat het met
de vruchtvorming dit jaar niet in
orde zal zijn.
Gelukkig begint het besef al meer
en meer door te dringen, dat niet
alleen de vorst, maar ook een on
voldoende bestuiving door de bijen
oorzaak kan zijn van misluKking van
den fruitoogst. Tegen nachtvorsten
kan men nog maatregelen nemen,
hetzij door bedekking van muurfruit,
hetzij door rook verwekken in boom
gaarden en fruittuinen.
Het is echter onmogelijk de bijen
als vee bij slecht weer naar buiten
te jagen, om de bloemen te bevlie
gen. En ik ben zeker niet ver van
de waarheid, als ik beweer, dat er
meer fruit mislukt door gebrek aan
bestuiving dan door vorst.
Hoe staat het nu dit jaar met de
moeilijke slag.
Om een pint, da' je 't niet
klaar speelt. Ties tartte de haam-
mèker
Da's goed 1 was t antwoord
van den uitgedaagde.
Pang De bal was fijn geraakt en
lag al aan 't eind.
Bravo 1 Bravo riepen ze van
alle kanten.
Doet 't hem maar na
E>_ 1
mèker betaald een glas bier voor mij,
zei de linnenkoopman triomfantelijk
De bakker deed er van meet af
door zijn bal kwam weer tamelijk
goed voor den ring gerold.
Weet je wat jij nou mot doen,
Vik Nou mot jij den diejen 'ns
fijntjes kameren, zei de meester,
terwijl hij op den bal van den bak
ker wees.
Da' zullen we 'm lappen" ant
woordde Victor Drabben heel zelf
bewust.
Mis, hoor 1 Hij raakte den anderen
bal niet eens, terwijl de zijne naar't
eind suisde
Motdorricritiseerde Pietje
van Oeyen, de kerel speult net as
Botterham zaliger
Hou jij je mond maar, korpendu;
als 't over jonge deerntjes gaat, dan
j mag jij meepraten schreeuwde de
nijdige slechte speler, die van alle
kanten uitgelachen werd, den dikken
molenaar toe. Deze liet terstond de
lip hangen en keek bedeesd voor
zich spoedig echter lonkte hij weer
naar de waardin.
j Toen deze hem een glas bier
bracht, zei ze min of meer moeder
lijk terechtwijzend tot hem
I Waarom hou je den bebbel
fruitverwachting
Van de pruimen kunnen sommige
soorten, als Victoria, nog al mee
vallen, omdat die zich met eigen
j stuifmeel kunnen helpen. Van de
Reine Claudes, die kruisbestuiving
noodig hebben, kan de oogst danig
tegenvallen.
J De vroegbloeiende kersen hebben
het dit jaar slecht getroffen. De
laat-bloeiende hebben meer kans ge
had, om bestoven te worden. Ook de
laatbloeiende meikers, die zich ook
met eigen stuifmeel kan behelpen,
geeft kans op een bevredigenden
oogst.
Peren zetten over 't algemeen ge
makkelijker vrucht aan dan pruimen
en kersen. Toch geeft kruisbestui
ving ook hier meer en beter fruit
Bovendien schijnt de warmte ook
een woordje mee te spreken, maar
het is toch te verwachten, dat de
perenoogst hier en daar nog zal
meevallen, tenminste bij die soorten,
die zich zelf kunnen bestuiven.
Ook de appels hebben rijkelijk
gebloeid, tamelijk laat, en zonder
nachtvorst. Daarbij zijn betere dagen
voor de bestuiving aangebroken.
De vroegbloeiende Belle de Boscoop
schijnt het hier en daar leelijk te
laten zitten. Trouwens, van een ge
regelde dracht van deze uitmunten
de appelsoort hoort men nog al eeDs
klagen.
Summa summarum kunnen we
zeggen, dat het natte voorjaarsweer
dit jaar de bestuiving door de bijen
sterk heeft tegengewerkt, De laat
bloeiende soorten hebben meer kans
op bestuiving gehad dan de vroeg
bloeiende. Van de zelfsteriele soorten
(die zich zelf niet kunnen bestuiven)
moeten de verwachtingen niet hoog
gespannen zijn.
Ook dit jaar zal weder bewijzen,
dat het noodzakelijk is bijen te
houden, om een goeden fruitoogst te
verwachten.
Men rekent op zoowat 6 korven
per hectare.
Het stamboek voor
het Nederlandsche
trekpaard.
De groote ten toonstelling
op 24 en 25 Juni te Den Bosch.
Het doel, dat de fokkers van trek
paarden in Nederland, welke laatsten
vereenigd zijn in het „Stamboek
voor het Nederlandsche Trekpaard",
nastreven is van tweeërlei aard.
Eenerzijds wordt als doel gesteld
het registreeren van fokmateriaal
en het aanmoedigen tot 't fokken
alleen met geregistreerde d.w.z. ras
zuivere dieren. De beteekenis hiervan
wordt meer en meer begrepen als
iets van groote waarde. Dus geen
luxe zonder meer. Het bewijs, dat
een paard geregistreerd is, waarmede
tevens bepaald is uit welke ouders
het is voortgesproten, doet de waarde
in belangrijke mate stijgen, omdat
daardoor een waarborg voor de
echtheid van het product gegeven is.
Onzekerheid bij het voortplantings
proces met dergelijke dieren wordt
zoo gering mogelijk, terwijl daar
naast de garantie voor de bruik
baarheid als „trekdier" in sterke
mate wordt verhoogd. Deze gedachte
dringt allerwege sterk door en het
Trekpaardenstamboek is thans de
eenige vereeniging, die voor 100 pet.
aan dit doel beantwoordt, aangezien
sinds 1925 de registratie van wilde
paarden is stopgezet.
Het in de laatste jaren aangefokte
jonge merrie- en hengstenmateriaal
laat dan ook een aanmerkelijke stij
ging in kwaliteit zien, zelfs zoodanig,
dat een vergelijking met wat in
andere landen gefokt wordt, de
balans aan de zijde van het Neder
landsche trekpaard doet overslaan.
Ongeacht de crisis hebben daarom
de trekpaardfokkers standgehouden
en het is opmerkelijk hoe van jaar
ook niet
Jonges, hoe staat de partij
riep de meester.
's Kijkkel'Zei Ties. Zes gelijk!
Da' wou je welEn die tweej
laatste dan van Vik, die zich zelf
over geslagen heeft 't Is acht zes
En niet anders I beweerde de meester,
Ja, zoo is 't, zei mijnheer Del-
motte en ook de anderen stemden
hiermee in.
T"> 1 1J1
meer interesant't ging bijna aan
houdend tegen elkander op. Maakte
de eene partij een paar punten, ter
stond volgde de tegenspeler dat
voorbeeld. Er werd bijna geen bal
meer gemist.
De linnenkoopman had z'n maat,
Victor Drabben, geducht de les ge
lezen
Da' je me niet meer flatst,
heur Da' zeg 'k je. of 'k zal je aan
je kammtsool kommen; jij bent hier
niet bij jou op de touwslagerij, wij
motten hier niet achteruitgaan.
Tenslotte werd de partij toch ge-
woonen door den ondermeester en
diens maat Huub den Bekker.
Terstond begon men echter weer
een nieuw spel, want de verliezenden
moesten „revéns" hebben.
Bertus van Kessel en Dolf van
.Dijk, die op de bank ach Ier den
kommies zaten, en in hunne kwajon-
gensachtige onbestendigheid niet
j evenals de andere toeschouwers hun
volle aandacht aan het interessante
spel schonken, hadden den tabakzak
j van Wanmakers in 't vizier gekregen,
I' die deze steeds overal liet rond
slingeren.
Zeg, Dolf. nou zullen we nog
is een lekker pijpje voor Wan gaan
j tot jaar het organisatorische karak
ter in de trekpaardenfokkerg stijgt,
j Hand over hand treden nieuwe
fokkers als lid tot de vereeniging
toe (ruim 6000) en het laat zich
aanzien, dat dit zal blijven voort
duren, alleen omdat het goede fok
materiaal gezocht moet worden
onder het geregistreerde of wel stam
boekmateriaal. Dit is en blijft prijs
waardig.
In de tweede plaats beoogt de
Vereeniging (welke tusschen haakjes
over 2 jaar haar zilveren bestaans-
jubileum hoopt te vieren) een be
vordering van den afzet. Elke gele
genheid wordt aangegrepen met het
buitenland in contact te komen; op
buitenlandsche tentoonstellingen ge
ëxposeerd wanneer dit mogelijk was
en perspectief opende en voorts wor
den nationale tentoonstellingen ge
houden om aan vertegenwoordigers
van buitenlandsche regeeringen,
stamboeken en fokkers den stand
van onze fokkerij te laten zien.
Overtuigd van de groote beteekenis
hiervan was het reeds de bedoeling
om de twee jaren een dergelijke
groote tentoonstelling te houden en
de twaalfde, welke dit jaar weer in
de schitterende veemarktgebouwen
van de Brabantsche hoofdstad zal
gehouden worden zal ook om andere
reden een bijzonder karakter krijgen.
Van overwegend belang moet worden
geacht, dat in de komende dagen in
ons land gehouden zullen worden het
groot Internationaal Landbouwcon-
gres voor Landbouwjournalisten en
de Internationale conferentie voor
de unificatie der Rundveestamboeken.
Daardoor zullen landbouwspecialitei-
ten van de geheele wereld in ons
land bijeenkomen en het Trekpaar
denstamboek heeft de gelegenheid
niet voorbij willen laten gaan aan
dezen allen te demonstreeren een
der belangrijkste deelen van onze
nationale veeteelt: het Nederlandsche
trekpaard. De congressisten zullen
in Den Bosch een belangwekkende
demonstratie van trekpaarden kun
nen bijwonen en tevens zullen zij op
23 Juni op de film in oogenschouw
kunnen nemen de prestatie van deze
edele viervoeters.
Maar niet enkel buitenlanders
moeten er in Den Bosch komen, ook
de Nederlandsche fokkers moeten bij
duizenden aanwezig zijn om van hun
enthousiasme voor het Nederlandsche
trekpaard, van hun medeleven in de
fokkerij te laten blijken.
De belangrijkheid van deze ten
toonstelling moge namelijk ook blij
ken uit het groote aanial inzendin
gen. Niet minder dan 420 inschrij
vingen verdeeld over 25 categorieën
zijn opgegeven. Ongeveer 120 hengs-
en 300 merriën zullen onderling met
elkaar in het strijdperk tredec. Daar
voor zgn de keuringen over twee
dagen verdeeld. Den eersten dag
worden behalve de 2-jarigen alle
hengsten en merriën gekeurd, terwijl
den tweeden dag de hengsten met
afstammelingen en de kampioen
schappen aan het oordeel der jury
worden onderworpen. De spanning
zal vooral den laatsten dag haar
hoogtepunt bereiken en het grootste
evenement in den namiddag van dien
dag, d.i. de demonstatie van alle be
kroonde paarden, zal op deze twaalfde
nationale tentoonstelling tot een on
vergetelijk schouwspel worden.
Daarom allen, die een stuk van hun
hart verpand hebben aan ons trek
paard, dat op de wereldmarkt zoo
schitterend den strijd weet vol te
houden tegen den motor en dat
blijkens de toenemende vraag in
binnen- en buitenland, zoo in land
bouw, industrie als voor defensie
doeleinden, een zeer gewaardeerde
en rationeele bron van trekkracht
is gebleven, naar Den Bosch toe, naar
de groote nationale tentoonstelling
van het Nederlandsche Trekpaard
dwijnen in koiten tijd geheel door
Spriltoi. Bij alle Drogisten.
klaar maken, 'k Haal wat hoefhoorn
n den paardenstal en jij
'k Zal binnen in de kamer van
de Pioen wat peper uit het stelletje
moeren.
Mooi zooMaar Diks laten
merken
Nog geen vijf minuten later kwam
Bertus uit den stal terug met een
verbazend onnoozel gezicht en een
toegeknepen hemd.
ci:«, ia ncrKoon r\rtlc 7.iin kame
raad Dolf weer op het tooneel,
eveneens met een toegeknepen hand,
echter met geen onnoozel gezicht,
maar met een paar oogen waaruit de
schalk keek.
Wat heb jij, Bertus? vroeg
Dolf.
'k Heb wat hoorn van den
paardenhoef gesnejen en dat fijn ge
maakt en ook wat paardenhaar uit
den staart kort gehakt
Da's goeje! 'k Heb een hand
vol peper gegapt en wat drooge
stopverf uit het venstertje in den
gang geklauwd.
Is 't ook fijn genoeg Want
anders zou ie 't voelen.
Nee, hoor, fijn as peper.
Stiekem, zonder dat iemand het
zag, werd de tabaksbuil van de bank
gekaapt en opengerold. 't Was een
ouderwetsche, maar heel handige
oprolbuil van zeehondenvel. De in
houd cfer beide handen werd in den
nog bijna geheel met tabak ge vulden
buil gestort. Bertus zorgde er voor
dat het een goed mixtum compositum
werd.
'k heb het fijntjes door elkaar ge
mengd, grijnslachte Bertus. Pas op
Nou zul je straks wat te ruiken
krijgen. Geeft hem de ruimte, dat
5» Lichtstraal bij KINKHQEST
Ieder, wiens kinderen aan Kinkhoest
lijden, moet gebruik maken van
Akker's Abdijsiroop, op bijzondere
wijze bereid met die bestanddeelen.
die rechtstreeks op een Kinkhoest-
aanval inwerken. Abdijsiroop werkt
grondig, want ze bevrijdt de adem
halingsorganen van slijm en andere
ziekte-verwekkende stoffen. Akker's
Abdijsiroop verruimt de ademhaling,
neemt benauwdheden weg, heelt de
aangedane en ontstoken plekken.
Geef dus in vol vertrouwen aan
Uw kleine en groote kinderen bij:
Hoest- Orlep-Bronchil/sA sthma
[VéïhciögHéwé^Q ïScentl
\/Q,iaandp prijzen
Door een NIEUWE toevoeging werkt NU
Abdijsiroop 2 x.zoo snel als voorheen I
Het drama van den
grooten St. Bernard.
Wie onzer werd in zgn kinderjaren
niet meegevoerd naar een wonder
land van blinkende sneeuw en fon
kelend gs, wanneer hg luisterde naar
de verhalen van de heldhaftige mon
niken uit het hospitum op den St.
Bernard, wier honden door orkanen
en sneeuwstormen de in het gebergte
verloren reizigers gingen redden.
Een noodlottige gebeurtenis heeft
dit heerlgke sprookje echter op wreede
wijze verstoord. Men kent de droeve
geschiedenis. Een Zwitsersch dokter
begaf zich op Dinsdag na Pinksteren
met zijn drie dochtertjes naar het
beroemde klooster. De jongste ging
vooruit aan de hand van haar vader;
toen plotseling een van de anders
zoo zachtaardige en intelligente hon
den op het meisje toesprong, haar
over den grond sleurde, haar beet....
en toen de monniken ontsteld te hulp
snelden was het kind reeds zoo ver
scheurd, dat de dood weldra intrad.
Uit de beschouwingen, die de
Zwitsersche bladen nog geregeld aan
die tragisch gebeuren wijden, blijkt,
dat in het hospitium op den Grooten
St. Bernard een ware consternatie
heerscht.
In de eerste plaats is het natuur
lijk de wreede dood van een onschul
dig kind, die de monnniken in het
diepst van hun ziel heeft geschokt,
doch niet minder zijn zij in ontzet
ting gebracht door het feil, dat deze
dood veroorzaakt werd door een van
hen, die de eeuwen door hun beste
en trouwste vrienden waren.
Al heel spoedig na het bekend
worden van het tragische voorval is
door een aantal bladen het bericht
verspreid, dat de heele meute gede
genereerd was en de zuiverheid van
het ras had verloren. Van verschil
lende zgden werd zelfs het plan ge
opperd, om alle honden maar te
laten afmaken.
De „Echo de Paris" heeft naar aan
leiding hiervan de gezaghebbende
meening gevraagd van den directeur
van de „Revue de l'Eleveur", den
heer Paul Mégilin, een van de grootste
kynologen van Frankrgk.
Ik geloof niet, zeide Mégnin, dat
de meute door degeneratie is aan
getast. De afschuwelijke wildheid
van den hond, die het meisje ver
moordde, lijkt mij een alleenstaand
geval. Ik geloof hier aan een vlaag
van plotselinge hondsdolheid, iets
zeg ik je.
In de tweede beugelpsrtij had de
meester het niet kunnen houden
tegen Ties, die zijn avond had. De
laatste bad feitelijk alle punten alleen
gemaakt; zijn maat, Victor Drabben,
had maar „ter opluistering" meege
speeld, dat wil zeggen, dat hij de
winkans voor zijn eigen partij nog
met zes punten naar beneden ge-
A.r\,f had rloo*- dr'omaal, een hal te
missen en zijn eigen bal naar meet
te laten rollen. Die tegenpunten had
Ties allemaal moeten inhalen en 't
was dan ook met recht dat hij zei
Onze Lieve Heer bewaar me
voor mijn maat; tegen die andere
kerels zal ik zelf wel beugelen
Onderwijl hadden de heeren op
de eerste bank, die naast den kom
mies Wanmakers zaten, al een paar
maal de neus opgehaald. Opeens
barstte de ontvanger 't uit
Nou weet ik waar 't hier zoo
in stinkt. Dat doe jij met je ge-
meene tabak, Wanmakers I Mensch,
hoe kunt ge zoo'n bocht rooken
Ik dacht eerst, dat de Pruis hier
naast, de borstelmaker, weer afval
van varkenshaar aan 't verbranden
wasmaar die pijp stinkt nog erger;
t is net alsof je bij een smid in een
hoefstal bent, waar ze eenpaard
beslaan.
Ja, ontvanger, zei Bertus van
Kessel met een onschuldig gezicht,
zoo ruikt het precies.
Ik vind, dat 't net zoo stinkt
as toen Giel de verver de vorige
week bij ons thuis de verf van de
blinden brandde.
Wordt vervolgd.