TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
F Die
FEUiLLETON.
Smeulend vuur.
rheumatische pijnen
AKKERTJES
Zaterdag 29 Mei 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 22
Reizigers en venters.
Hoevelen onzer zijn niet menig
maal onhebbelijk of grof geweest
tegen de reizigers, die ons be
zochten of de venters, die aan
onze huisdeur belden
Die grofheid lag aan ons na
tuurlijk, doch de reden daartoe,
hot afkeurenswaardig op zichzelf
ook, is gevolg van het feit, dat
wij niet per dag metéén of twee
reizigers,..met één of twee
venters te maken hebben. Neen,
somtijds kunnen wij niet rustig
bij onze dagtaak blijven.... soms
staat de bel niet stil door de
genen, die het een of andei aan
te bieden hadden!
Dan raak! het menschelijk ge
duld weieens uitgeputdan
neemt men menigmaal een hou
ding aan, waarvan men later
spijt heeft.
Een reiziger in een of ander
artikel het doet er niet toe
welk vroeg mij of ik als
journalist eens lust had met hem
den boer op te gaan. Hij wilde
dien dag met een gehuurde auto
enkele plaatsjes bezoeken en op
zijn heenweg ook een der aan
trekkelijke stadjes bewerken,
waaraan ons land zoo rijk is.
Zoo'n stadje, dat pittoresk ge
legen, bewoners moest bevatten
van beminlijke inborst. Immers,
de geheele omgeving ademde
rust en vriendelijkheid.
Graag, zeide ik hem. Ik
trok een mijner oudste pakken
aan om niet te veel af te steken
bij het reistenue van mijn met
gezel en gezamenlijk trokken we
er op uit.
Ik moet er bij vermelden, dal
de clientèle, welke wij te bezoe
ken hadden, behoorden tot de
kleinere middenstanders, dat hij
deze streek voor het eerst be
zocht, zoodat voor hem demen-
schen vreemd waren en dat hét
artikel, dat hij plaatsen wilde,
een zekere aantrekkelijkheid had.
Tenminste zoo vond ik het.
We trokken weg. Bij 't eerste
dorpje parkeerde hij zijn auto en
wij gingen een winkel binnen.
Een vrouw stond ons te woord.
Mag ik de baas even spre
ken, zeide mijn metgezel.
Zeker, hij is in de werk
plaats, ik zal hem even roepen
was haar niet onvriendelijk ant
woord. Vrij spoedig kwam nu de
baas.
Wat mot Uvroeg hij,
eenigermate verstoord, toen hij
bemerkte, dat wij niets bij hem
wilde koopen, doch wel verkoo-
pen. Mijn tijdelijke collega legde
hem de kwestie met vrij voldoen
de zakelijkheid uit.
De baas keek er even na
krabde zich op zijn hoofd....
keerde zich bruusk om en ver
dween weer in het donkere gat
aan het andere einde van zijn
winkel met de woorden
Voor mij niks, ik heb geen
tijd
Daar stonden wij alleen gela
ten. Mijn metgezel lachte me even
toe, terwijl hij zich verkneuterde
over m'n verbouwereerdheid.
Het is net, of u de reiziger
bent en ik de journalist... daar
Oorspronkelijke Roman door
B. VIELER, schrijver van Mattesen
Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden.
4.
Men stoomde tusschen Lissabon
en de Canarische eilanden toen de
boot ongeveer veertien dagen later
te Buenos Aires aanlegde, was de
jonge Elardi reeds zoover herstel
lende, dat hij, zij het dan ook met
de uiterste voorzichtigheid, naar zijn
eigen woning in de stad mocht over
gebracht worden. Daar bezocht Dr.
Delmotte hem dagelijks tot aan zijn
volkomen genezing.
Senor Elardi was een wees en
had slechts een jongere zuster, welke
in een pensionaat in Zwitserland
opgevoed werd.
Ze bezaten een fabelachtig for
tuin, dat hoofdzakelijk bestond uit
ongekend uitgestrekte landgoederen
en terreinen in het binnenland,
benevens waardevolle bouwgronden
in de voorsteden van Buenos Aires,
welke met den dag in prijs stegen.
De dankbaarheid van den rijken,
maar zeer edelgezinden jongeman
kende geen grenzen.
Toen Dr. Delmotte, aan wien hij
om een declaratie van zijn honorarium
gevraagd had, hem schoorvoetend
een nota voorlegde van 500 pesa's
(een papierpesa is ongeveer gelijk
aan ben ik gewend, uwes niet
hé. Hierna beter, zeide Peter
Simpel.
Wij gingen een paar huizen
verder opnieuw een winkel binnen
De eigenaar zat er in z'n hemds
mouwen. Mijn vriend begon het
zelfde eentonige zakelijke verhaal.
De eigenaar lacht
Wat heb ik aan dat ding-
sigheidje... niks voormij koopman,
en hij duwde ons eenigszins
ostentatief zijn deur uit.
Toen stonden wij in den plas
regen, want in die korte spanne
tijds had ons lieflijk klimaat haar
goede gaven over het aardrijk
uitgestrooid.
Nooit versagen, zeide hij.
Opnieuw een winkel in een zij
straat binnen.
Mijnheer zit te eten, zei de
daghit, die bemerkte, dat wij iets
kwamen verkoopen. Hij wil daar
in niet gestoord worden, zeide
het kind, dat goed scheen te zijn
gedrild, wanneer reizigers den
drempel overschreden.
Zoo ging het van de eene zaak
naar de andere
Het was een verademing, toen
wij een vriendelijk mensch ont
moetten Wat heb ik toen een
dergelijke vriendelijkheid gewaar
deerd. Het was een oase waarin
wij waren aangeland".
De man luisterde met eenige
aandacht, tenminste hij deed alsof
Niks voor deze buurt, koop
man.... daar zal je in dit dorp
niet mee slagen. En hij gunde
zich den tijd om het hoe en
waarom uit te leggen.
Ons ging een licht op.... het
was logisch, dat wij tct dusver
bot hadden gevangen. Wij liepen
naar de auto en tufden de streek
uit, waar voor mijn zakenvriend
niets te verdienen viel.
Toen kwamen wij in het vrien
delijke stadje.
Daar zult u meer succes
hebben, had onze mentor ons
toevertrouwd. Wij begonnen met
hernieuwden moed. En werkelijk
in de eerste zaak, die wij bezocn-
ten, kon hij tien stuks van zijn
artikel verkoopen.
Dat is een honderste van
mijn kosten voor vandaag, was
het blijmoedig antwoord. Verkoop
ik twee honderd maal dit kwan
tum, dan heb ik tenminste eenig
handgeld
Willen wij een hartverster
king op dit fijne succes nemen,
ging hij door. We hebben 't wel
verdiend, waarop wij een caté
binnen gingen en waar ik hem
tracteerde op een kop koffiie en
wat boterhammen.
Als u er niet geweest was,
zou ik die kosten hebben moeten
voorschieten van mijn winst van
dezen dag en met een benijderïs-
waardigen humor, kauwde hij
zijn lunch.
Wij mochten echter niet te
lang blijven want tijd was voor
hem wellicht geld. Na 'n kwink
slag tegen het meisje, dat ons
bediende, troonde hij me verder
de natte straten door.
Wij kwamen in een winkel,
waar een evenbeeld van Multa-
tuli's droogstoppel ons te woord
stond. De man was een en al
aandacht. Hij nam het voorwerp in
zijn handen, keerde en draaide 't
aan een Hollandsche gulden), lachte
de ander daarom en maakte de be
merking, dat een dokter te Buenos
Aires 800 a 1000 pesas alleen voor
de operatie zou gerekend hebben, om
niet te spreken van de dagelijksche
visites en al de zorgen en diensten
gedurende en na de reis bewezen.
Zonder vtrder over de zaak te
praten, stelde hij aan Dr Delmotte
een cheque van 5000 pesas ter hand
en wilde van geen terugwijzen of
vermindering hooren Maar niet
alleen toonde hij zijn dankbaarheid
door dit buitengewoon grootmoedig
gebaar, maar hij noodigde den dok
ter uit zijn huis als het zijne te
beschouwen en hem zijn vriendschap
te schenken.
Een paar groote operaties, welke
de nieuwe chirurg met gunstigen uit
slag in het Hospitaal Francais ver
richt had, deden aanstonds van hem
spreken.
Deze dankbare patiënten en don
José Elardi verzuimden niet de lof
trompet te steken over de aanwinst
voor Buenos Aires, ja voor de ge
heele republiek, van deze groote
medische ster.
Dr. Delmotte was in goede handen
gevallen, onder gunstige auguren of
voorteekens in Argentinië geland.
't Ging hem als een pas gevestig
de modiste, welke het geluk heeft
gehad een paar costumes af te
leveren, tot buitengewone tevreden
heid van eenige nieuwe klanten en
tot grooten naijver van de zooge
naamde vriendinnen dier dames. De
reputatie van die zaak is dan geves
en zeioe Hm... hm... Hij riep zijn
collega, die ergens in een verbor
gen hoekje scheen te zijn opge
steld.
Het bleek, dat hij boven op de
vliering zat, want wij zagen plot
seling een paar stelten op een
zoldertrap, die in den hoek van
den winkel was .aangebracht.
Daar zagen wij een precies ge
lijk gekleeden droogstoppel en 't
kon niet anders, of het moest een
tweelingbroeder van no. 1 zijn
geweest. Ook deze nam 't voor
werp,.. keerde en wendde het net
als z'n broer, zeide ook hm., hm...
en een glimlach kwam op het
gelaat van den koopman, waarop
ik op mijn beurt in een milde
stemming begon te verkeeren.
Allemachies aardig, zei no. 1
reuzegoed zei no. 2... en de koop
man begon zijn verhaal opnieuw.
Een ordertje van een 50 stuks zal
er wel ingaan, zei hij vol hoop.
Het zou kunnen, zeide no. 2,
maar ik mot het toch niet hebbe
en meteen zette hij zijn plompe
voeten op den ladder, die naar
boven leidde en in een ommezien
was hij verdwenen. Toen wij zijn
beenen niet meer zagen, want we
keken er beide naar alsof we een
wonder zagen geschieden, toen
was no. 1 ook verdwenen en wij
stonden beiden, zielig alleen in
het donkere hol.
Stik, zei mijn metgezel en
in een ommezien waren wij weer
buiten Zulke rare snuiters heb
ik nog nooit van m'n leven ge
zien en ik heb er al heel wat
gezien.
Gedane zaken nemen geen
keer, waagde ik op te merken,
al eenigermate verzoend met het
feit, dat 't plaatsen van 'n order
eenigermate gelijk stond met 't
winnen van een behoorlijken prijs
in de staatsloterij.
Wij gingen winkel in, winkel
uit en we eindigden de tocht
door het vriendelijke stadje met
een verzameling orders van een
dertig stuks.
Niet slecht voor een eersten
dag, zei mijn vriend opgeruimd.
Het is pas twee uur. We hebben
nog drie uur voor den b^eg.
Het verhaal wordt eentonig.
Ik leerde de beproeving van het
reiziger zijn voor den kleinsten
middenstand., ik besefte, wat
heerlijk lot den journalist nog ten
deel is gevallen in vergelijking
met dezen moeizamen arbeid, die
zich eiken dag herhaalt en die
eiken dag eindigt met eenig
licht, zij 't ook nog zoo gering,
of met doffe wanhoop.
Ik nam mij voor om tegen
eiken reiziger vriendelijk te zijn,
hem te woord te staan, ook al
had ik niets te koopen... eiken
venter aan mijn deur ais een ge
woon mensch te behandelen en
niet als een paria, alleen omdat
hij tot vervelens toe aan mijn
bel trok.
Ik zag en leerde kennen de
hardheid van den eenen mensch
voorden ander en al mijn idealen
over naastenliefde kregen dien
dag een harden knauw.
Reizigers en venters... het zijn
menschen, die hard moeten vech
ten om een klein stuk eerlijk
brood Zij krijgen hun ruime por
tie van de kwade sappen, die
tigd en ze verdubbelt haar prijzen
De grootste specialist op chirur
gisch gebied te Buenos Aires was
een Engelschman, dokter Parrell.
Deze had ook van Dr. Delmotte
gehoord en zelfs met hem kennis
gemaakt.
Het gezichtsvermogen van dezen
reeds bejaarden chirurg begon echter
dusdanig af te nemen, dat hij zijn
operaties weldra zou moeten staken.
Hij stelde aan Dr. Delmotte voor
met hem samen te werken en later
zijn kliniek over te nemen. Hijzelf
zou dan als medisch adviseur aan
blijven, terwijl de jongere kracht de
chirurgische behandeling op Z'ch zou
nemen.
Daar Alfred Delmotte geen con
tract aangegaan had met het bestuur
van het Franscbe Hospitaal, was hij
feitelijk vrij, om zijn betrekking daar
te verlaten. Hij wilde dit echter niet
plotseling doen en stelde daarom
voor, dat hij zou aanblijven, totdat
men een geschikt opvolger voor
hem gevonden zou hebbenwaarbij
hij de toezegging deed, dat hij
voortaan ook steeds bereid zou zijn
in bijzondere gevallen zijn diensten
aan de patiënten van het gasthuis
te wijden
Deze regeling welke alle partijen
tevreden stelde, bood echter de
grootste voordeelen aan onzen Hol-
landschen heelmeester. Zijn voorgan
ger en tegenwoordige deelgenoot
was gewoon geweest zijn patiënten
gezouten rekeningen te sturen en
zich vorstelijk te doen betalen.
Waarschijnlijk had deze handel
het gemoed van hun kwelgeesten
vergallen... zij zijn de wrijfpalen
van de slechte luim van hen, die
zij noodgedwongen hebben op te
zoeken om iets van hun waar te
kunnen slijten. En toch trekken
zij welgemoed verder, want laten
zij het hoofd hangen, dan is het
met hun broodwinning uit.
Zij worden gedreven door hun
optimisme, door hun gein. Zij
zien de menschen zooals ze zijn
menigmaal vreeselijk klein en
hier en daar vol jovialiteit en
meegevoel. Maar dat meegevoel
is slechts sporadisch te vinden;
snauwen en onheusche behan
deling zijn schering en inslag.
Het naarste echter is, dat ik
ook zelf behoort heb tot de schare
die de menschelijkheid van hen,
die me bezochten, niet heeft ge
peild... die slechts mijn egoïsme
op die menschen heb gekoeld
Reizigers en venters... zij heb-
hebben het hard en zij verdienen
een ander lot
Gouden Jubileum
„Albert Heyn".
De groei van een Nederlandsch
winkelbedrijf.
Donderdag was het vijftig jaar ge
leden dat de heer Albert Heyn de
van zijn vader overgenomen kruide
nierswinkel te Oostzaan onder zijn
eigen naam voortzette en daarmede
den grondslag legde voor 't bekende
grootwinkelbedrijf, waarvan men
thans de filialen in vrijwel alle plaat
sen in Nederland aantreft. Tevens
was deze dag voor den jovialen Zaan-
kanter een persoonlijk feest Immers,
op den dag, dat hij zijn eigen zaak
begon trad hij in het huwelijk. De heer
en mevrouw Albert Heyn vierden
dan ook op 27 Mei hun gouden hu
welijksfeest.
De jonge Albert Heyn vond geen
bevrediging voor zijn energie in de
leiding van een enkelen kruideniers
winkel, al was dat dan ook een goed
beklante dorpszaak. Toen de winke
lier uit Oostzaan in het jaar 1890
eens op een marktdag te Purme-
rend kwam en daar de prijzen en de
winkelruimten zag van zijn collega
kruideniers, kwam hij tot de conclu
sie, dat hij zelf goedkooper zou kun
nen verkoopen. Hierdoor groeide het
iniatief om in Purmerend het eerste
filiaal op te richten. Het werd een
voor de begrippen van dien tijd
luxueus bedrijf. Het beginsel, dat
Albert Heyn ook in zijn latere filialen
zou toepasseD, baarde hier opzien:
de winkel was voor een toenmaligen
kruidenierswinkel zeer ruim, er was
veel licht en zelfs was er een mar
meren toonbank. Toen de vader van
den jongen Albert den winkel zag,
schudde hij het hoofd en voorspelde,
dat het mis zou lcopen.
De degelijke, maar ouderwetsche
vader heeft het verkeerd gezien.
Geleidelijk is de onderneming ge
groeid, zonder schokken. Het eene
filiaal ontstond na het andere. Het wa
ren eenvoudige richtlijnen, waardoor
de heer Albert Heyn zich liet leiden.
Zijn winkels moesten er goed uitzien,
de klanten moesten er zich op hun
gemak voelen en er zich kunnen
overtuigen van een hygiënische be
handeling der waren. De kwaliteiten
moesten onberispelijk zijn, de prijzen
laag en de betaling streng contant.
Als koopman begreep Albert Heyn
maar al te goed, dat het geven van
lange credieten, zooals destijds ge
bruikelijk was, van invloed moest
zijn op de verkoopsprijzen. Het nut
der reclame begreep Albert Heyn.
zooals alle kooplieden van grooten
stijl. Had zijn vader nog lichtelijk
den spot gedreven met het feit, dat
Albert Heyn bij de opening zelf de
reclamebriefjes in den winkel had
staan uitreiken, de latere gang van
zaken deed blijken, dat de zoon een
verzienden blik had gehad. Het ener
gieke werken had succes, want na
Purmerend volgde de opening van
filialen te Alkmaar, Den Haag,
Utrecht, Arnhem*, en andere plaat
sen.
Met de vermeerdering van het aan
tal filialen, bleek al spoedig de werk
gelegenheid te Oostzaan, vanwaar de
meeste goederen naar de winkels
werden gezonden, te klein. In 1899
werd het hoofdbedrijf naar Zaandam
overgebracht, ter plaatse waar ook
thans nog het hoofdkantoor en de
Centrale Magazijnen der Firma zijn
gevestigd.
Opbouw en uitbreiding.
Sinds de vestiging te Zaandm sloeg
de onderneming eerst recht de vleu
gels uit. In de eerste jaren van de
nieuwe eeuw verrezen de filialen met
verrassende regelmaat zoo telde men
in 1907 reeds 23 filialen.
Het zou echter 1911 worden, voordat
de heer Albert Heyn uitvoering kon
geven aan een plan, waarmee hij al
geruimen tijd rondliep: de koopman
besloot fabrikant te worden.
Wanneer hij zelf de daarvoor in
aanmerkiDg komende artikelen ging
produceeren, zou zijn wensch, den
afnemers de beste kwaliteiten te
leveren, nog beter vervuld kunnen
worden. Bovendien zou het zelf-
fabricee-en de kostprijzen verlagen,
waardoor de artikelen weder voor
lageren prijs in den handel gebracht
konden worden.
In 1922 werd begonnen met de fa
bricage van ontbijtkoek.
De fabriek groeide in den stijl van
de heele onderneming: stukje voor
beetje. De Koekfabriek werd een
groote, modern ingerichte koek- en
banketfabriek, terwijl tevens de fa
bricage van drups en suikerwerken
ter hand werd genomen.
De oorlogsjaren oefenden een rem-
menden Invloed uit.
In 1920 legde de heer Albert Heyn
de leidiDg zijner zaken op jeugdiger
schouders. Hij zette zijn firma in een
naamlooze vennootschap om, waarbij
zrjn zoons G. en J. Heyn en zijn
schoonzoon Joh. Hillo tot directeu
ren werden benoemd en hij zelf als
commissaris optrad.
Onder leiding van het jonge ge
slacht v erd de industrieele zijde der
onderneming aanzienlijk uitgebreid.
De heer J. Heyn leidde den bouw
van een groot fabriekspand naast
de bestaande koek- en banketfabriek.
Hier werden ondergebracht een
koffie-branderij, een thee-afdeeling,
een wijn-af deeling, en limonadefa-
briek, een inrichting voor het zui
veren en bewerken van peulvruchten
en granen en zaden, alsmede uitge
breide machinale verpakkingsinstal
laties voor diverse artikelen.
De werkiDgsfeer van de firma
breidde zich nog steeds uit en slechts
luttele jaren na den bouw van het
nieuw pand in 1923 werd be
sloten tot oprichting van een cacao-
en chocolade-fabriek.
In 1927 volgde de bouw van een
biscuitfabriek, op de modernste wijze
uitgerust. Men heeft zich uitsluitend
op de fabricage van de betere soor
ten toegelegd en daardoor het arti
kel biscuits, tot een dagelijkschver-
bruiksartikel gemaakt.
Intusschen bleef het getal der
filialen gestadig toenemen. Thans zijn
er in den lande reeds 230 winkelza
ken, die het devies voeren: „Albert
Heyn maakt u het leven goedkooper".
De fabrieksgebouwen.
Voor een wandeling door de fa-
brieksruimten staat de tijd van twee
en half uur. Het is de tijd, die de
vele excursies van huisvi'ouwen, van
leerlingen van huishoudscholen, die
de fabriek dikwijls bezoeken, noodig
hebben om althans een indruk op te
deen van alle afdeelmgen.
De fabriek brengt van alle denk
bare artikelen voort, schepen vol per
dag, welke men in 230 winkels van
Albert Heyn kan koopen. Om alles,
wat men er ziet, na te vertellen,
zou een boekdeel noodig zijn. Vol
staan we tot één vermelding, die
wijze zeer veel bijgedragen tot zijn
succeswie in een land van bluf en
snobisme, gelijk Argentinië, een
onbeschaamden prijs vraagt voor
een luxe-voorwerp of een nouveauté,
of een ongekend hooge belooning
vordert voor een soms slechts onbe
duidende prestatie, heeft meer kans
op succes en een betere gelegenheid
om het ver te brengen dan de be
scheiden handelaar of de met een
gering honorarium tevreden dokter
of chirurg.
Waarmee echter volstrekt niet
gezegd is, dat dokter Parell een
charlatan wasmaar hij kende de
menschheid en de mentaliteit der
rijke Argentijnen in 't bijzonder.
De patiënten kwamen van heinde
en verre als men bedenkt, dat de
stad Buenos Aires toen 1.600.000
inwoners telde en de naam van
Parell door het geheele land sedert
jaren bekend stond als de hoogste
instantie op medisch gebied, zal men
kunnen begrijpen, dat er weinig
dagen voorkwamen, waarop niet
vier tot zes groote operaties in de
kliniek verricht werden, behalve de
behandelingen van lichtere gevallen
en de aanhoudeade consulten der
talrijke bezoekers. Voor operaties
rekende Parell van 800 tot 2000
pesas.
De minste prijs voor een gewoon
medisch advies in de kliniek genomen
bedroeg 25 pesas rijke lui betaalden
meer, armen of behoeftigen echter
miemandal.
In den loop van een paar jaren
had onze fortuinlijke jonge medicus
een flink vermogen verdiend Hij
leefde daarbij sober en eenvoudig
en profiteerde weinig van de ver
maken welke de luxe stad aanbood.
Behalve met enkele collega's giog
hij met niemand anders om dan met
don José Elardi. Deze 'aatste stond
hem ook bij bij de belegging der
beduidende sommen, welke de dokter
terzijde kon leggen.
Don José was niet alleen een
schrander financier, maar, ingevolge
zijne hoogstaande positie, doorgaans
vroegtijdig ingewijd en nauwkeurig
op de hoogte van de te verwachten
mogelijkheden, zoowel op de geld
markt als in den handel in terreinen
en landgoederen, waarmee soms in
een ommezien een groot vermogen
kon verdiend worden.
Hij gaf zijn vriend den raad een
groote uitgestrektheid ongecultiveerde
gronden in de provincie Cordola te
koopen, welke voor slechts 40 a 50
pesas per hectare zouden te verkrijgen
n.
Hijzelf had reeds een aanzienlijk
landbezit in diezelfde streek op
speculatie gekocht, want hij wist
wat er gebeuren zou.
Korten tijd geleden was hij tot
bestuurslid gekozen van een spoor
wegmaatschappij, welke voornemens
was een nieuwe lijn door die streek
aan te leggen
Behalve de weinige ingewijden
wist nog niemand iets van dit plan
en die er van wisten waren wel zoo
verstandig er over te zwijgen eer
stens om de maatschappij niet op al
te groote kosten te jagen maar ook
die U het leven vergallen, daarvoor
helpen nu "AKKERTJES" zoo bui
tengewoon. Niet alleen dat de pijnen
verdwijnen,maar AKKER-C ACHETS
verdrijven bovendien uit 't lichaam
de stoffen, die de pijnen veroor
zaken. Neem daarom "AKKERTJES"
Nederlandsch Ongeëvenaard bij Griep,
Product gevatte kou, rheumatische
pijnen, Zenuwpijnen, enz.
12 st. 52 ct. Zakdoosje 20 ct.
Volgens recept iron Apotheker Dumont
AKKER.CACHETS
Op elk "AKKERTJE" komt de naam
AKKER voor in "ruit"-vorm. Let
hierop en weiger elke namaak 1
meer zegt dan tien getallen: men
krijgt bij de rondwandeling den in
druk van een absoluut hygiënische
behandeling der artikelen. Niet alleen
de organisatie van den arbeid en de
inrichting der machines, doch boven
dien een scherp medisch toezicht
staat hiervoor borg.
Het is altijd een der verdiensten
van den heer Albert Heyn geweest,
dat hij zijn menschen wist te kiezen
en... hen daarna zijn volle vertrou
wen dorst te schenken. Met trots
heeft de heer Heyn verteld, dat hij
in de drie en dertig jaar, dat hij
persoonlyk de onderneming leidde,
slechts twee menschen heeft behoe
ven te ontslaan.
In de onderneming zijn thans ruim
2000 menschen werkzaam. Het per
soneel te Zaandam is georganiseerd
in een in 1925 opgerichte personeels-
vereeniging „Albert Heyn". De direc
tie heeft deze vereeniging in staat
gesteld een ouderdoms- en weezen-
pensioenfonds in te stellen, hetgeen
reeds menigen werknemer een on-
bezorgden ouden dag verzekerde of
achtergebleven weduwen en wezen de
zorgen verlichtte.
Het koopende publiek zal in den
vorm van een jubileumgave aan het
heugelijke feit worden herinnerd.
„Onze" Volkszang.
Nadat we nu enkele kleine tekort
komingen in „onze" volkszang heb
ben nagegaan, moeten we gaan spre
ken over de volkszang heelemaal op
zichzelf beschouwd.
Nog veel te veel zijn de meening
toegedaan dat de zang in de liturgie
alleen maar goed is om de menschen
wat stemming bij te brengen. Na
tuurlijk zal iedereen die meezingt,
dus meeleest met de gebeden v.d.
Kerk in 'n betere stemming ver
keeren, als een die zich van alles
afzijdig houdt. En daarom alleen
reeds is volkszang te verdedigen, ja
zelfs aan te bevelen voor iedereen.
Ofschoon dus een aandachtiger
sfeer door Volkszang ontstaat, toch
heeft de Kerkmuziek hoogere belan
gen voor de eeredienst. De Kerkmu
ziek behoort tot het wezen van de
eeredienst zelf. Door onze eeredienst
welke we toch niets anders dan de
verschuldigde eer en glorie aan God
brengen. Dat willen we doen met
geheel onze natuur. Het rythme van
onze natuur noopt ons tot muzicee-
ren, tot zingen, wanueer hij wi'uiten
zijn hoogste gevoelens, zijn hoogste
eerbewijzen,
Begint iemand bijna vanzelf niet
te zingen als hij blij gestemd is
Is iedereen er niet van overtuigd dat
om er zelf zooveel mogelijk van te
profiteeren.
Het stond te verwachten, dat zoo
dra de nieuwe lijn geheel gereed zou
komen, wat in 3 a 4 jaren een feit
zou wezen, de waarde der door don
José bedoelde gronden minstens ver
tienvoudigen zou, wat bij de groote
uitgestrektheid een winst van min
stens twee millioen pesas zou op
leveren.
Alhoewel Delmotte niet zooveel
geld kon viijmaken als voor het
beoogde doel noodig was. kreeg de
zaak toch haar beslag, daar senor
Elardi het ontbrekende aan zijn
vriend voorschoot, die trouwens
reeds na betrekkelijk korten tijd ge
legenheid had dit bedrag weer terug
te betalen.
De fortuin liep den jongen Del
motte letterlijk na. Hij was nu ruim
30 jaar en reeds beroemder dan zija
vakgenooten op den dubbelen leef
tijd in een onophoudelijken stroom
vond het geld den weg in zijn zak
ken dankbare patiënten vereerden
hem en verkondigden zijn lof.
Hij zelf vond dagelijks meer vol
doening in de uitoefening van zijn
beroep, waarin hij geheel opging en
waaraan hij zijn beste krachten wijdde,
Er werd geen uitvinding gedaan
op medisch gebied, waarvan hij zich
niet op de hoogte stelde en welke
hij niet probeerde, terwijl hijzelf reeds
verschillende nieuwe wijzen van
chirurgische behandeling toegepast
en gepubliceerd had, welke het resul
taat waren van zijn eigen vinding,
studie en ervaring.