TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS F Die FEUiLLETON. Smeulend vuur. rheumatische pijnen AKKERTJES Zaterdag 29 Mei 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 22 Reizigers en venters. Hoevelen onzer zijn niet menig maal onhebbelijk of grof geweest tegen de reizigers, die ons be zochten of de venters, die aan onze huisdeur belden Die grofheid lag aan ons na tuurlijk, doch de reden daartoe, hot afkeurenswaardig op zichzelf ook, is gevolg van het feit, dat wij niet per dag metéén of twee reizigers,..met één of twee venters te maken hebben. Neen, somtijds kunnen wij niet rustig bij onze dagtaak blijven.... soms staat de bel niet stil door de genen, die het een of andei aan te bieden hadden! Dan raak! het menschelijk ge duld weieens uitgeputdan neemt men menigmaal een hou ding aan, waarvan men later spijt heeft. Een reiziger in een of ander artikel het doet er niet toe welk vroeg mij of ik als journalist eens lust had met hem den boer op te gaan. Hij wilde dien dag met een gehuurde auto enkele plaatsjes bezoeken en op zijn heenweg ook een der aan trekkelijke stadjes bewerken, waaraan ons land zoo rijk is. Zoo'n stadje, dat pittoresk ge legen, bewoners moest bevatten van beminlijke inborst. Immers, de geheele omgeving ademde rust en vriendelijkheid. Graag, zeide ik hem. Ik trok een mijner oudste pakken aan om niet te veel af te steken bij het reistenue van mijn met gezel en gezamenlijk trokken we er op uit. Ik moet er bij vermelden, dal de clientèle, welke wij te bezoe ken hadden, behoorden tot de kleinere middenstanders, dat hij deze streek voor het eerst be zocht, zoodat voor hem demen- schen vreemd waren en dat hét artikel, dat hij plaatsen wilde, een zekere aantrekkelijkheid had. Tenminste zoo vond ik het. We trokken weg. Bij 't eerste dorpje parkeerde hij zijn auto en wij gingen een winkel binnen. Een vrouw stond ons te woord. Mag ik de baas even spre ken, zeide mijn metgezel. Zeker, hij is in de werk plaats, ik zal hem even roepen was haar niet onvriendelijk ant woord. Vrij spoedig kwam nu de baas. Wat mot Uvroeg hij, eenigermate verstoord, toen hij bemerkte, dat wij niets bij hem wilde koopen, doch wel verkoo- pen. Mijn tijdelijke collega legde hem de kwestie met vrij voldoen de zakelijkheid uit. De baas keek er even na krabde zich op zijn hoofd.... keerde zich bruusk om en ver dween weer in het donkere gat aan het andere einde van zijn winkel met de woorden Voor mij niks, ik heb geen tijd Daar stonden wij alleen gela ten. Mijn metgezel lachte me even toe, terwijl hij zich verkneuterde over m'n verbouwereerdheid. Het is net, of u de reiziger bent en ik de journalist... daar Oorspronkelijke Roman door B. VIELER, schrijver van Mattesen Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden. 4. Men stoomde tusschen Lissabon en de Canarische eilanden toen de boot ongeveer veertien dagen later te Buenos Aires aanlegde, was de jonge Elardi reeds zoover herstel lende, dat hij, zij het dan ook met de uiterste voorzichtigheid, naar zijn eigen woning in de stad mocht over gebracht worden. Daar bezocht Dr. Delmotte hem dagelijks tot aan zijn volkomen genezing. Senor Elardi was een wees en had slechts een jongere zuster, welke in een pensionaat in Zwitserland opgevoed werd. Ze bezaten een fabelachtig for tuin, dat hoofdzakelijk bestond uit ongekend uitgestrekte landgoederen en terreinen in het binnenland, benevens waardevolle bouwgronden in de voorsteden van Buenos Aires, welke met den dag in prijs stegen. De dankbaarheid van den rijken, maar zeer edelgezinden jongeman kende geen grenzen. Toen Dr. Delmotte, aan wien hij om een declaratie van zijn honorarium gevraagd had, hem schoorvoetend een nota voorlegde van 500 pesa's (een papierpesa is ongeveer gelijk aan ben ik gewend, uwes niet hé. Hierna beter, zeide Peter Simpel. Wij gingen een paar huizen verder opnieuw een winkel binnen De eigenaar zat er in z'n hemds mouwen. Mijn vriend begon het zelfde eentonige zakelijke verhaal. De eigenaar lacht Wat heb ik aan dat ding- sigheidje... niks voormij koopman, en hij duwde ons eenigszins ostentatief zijn deur uit. Toen stonden wij in den plas regen, want in die korte spanne tijds had ons lieflijk klimaat haar goede gaven over het aardrijk uitgestrooid. Nooit versagen, zeide hij. Opnieuw een winkel in een zij straat binnen. Mijnheer zit te eten, zei de daghit, die bemerkte, dat wij iets kwamen verkoopen. Hij wil daar in niet gestoord worden, zeide het kind, dat goed scheen te zijn gedrild, wanneer reizigers den drempel overschreden. Zoo ging het van de eene zaak naar de andere Het was een verademing, toen wij een vriendelijk mensch ont moetten Wat heb ik toen een dergelijke vriendelijkheid gewaar deerd. Het was een oase waarin wij waren aangeland". De man luisterde met eenige aandacht, tenminste hij deed alsof Niks voor deze buurt, koop man.... daar zal je in dit dorp niet mee slagen. En hij gunde zich den tijd om het hoe en waarom uit te leggen. Ons ging een licht op.... het was logisch, dat wij tct dusver bot hadden gevangen. Wij liepen naar de auto en tufden de streek uit, waar voor mijn zakenvriend niets te verdienen viel. Toen kwamen wij in het vrien delijke stadje. Daar zult u meer succes hebben, had onze mentor ons toevertrouwd. Wij begonnen met hernieuwden moed. En werkelijk in de eerste zaak, die wij bezocn- ten, kon hij tien stuks van zijn artikel verkoopen. Dat is een honderste van mijn kosten voor vandaag, was het blijmoedig antwoord. Verkoop ik twee honderd maal dit kwan tum, dan heb ik tenminste eenig handgeld Willen wij een hartverster king op dit fijne succes nemen, ging hij door. We hebben 't wel verdiend, waarop wij een caté binnen gingen en waar ik hem tracteerde op een kop koffiie en wat boterhammen. Als u er niet geweest was, zou ik die kosten hebben moeten voorschieten van mijn winst van dezen dag en met een benijderïs- waardigen humor, kauwde hij zijn lunch. Wij mochten echter niet te lang blijven want tijd was voor hem wellicht geld. Na 'n kwink slag tegen het meisje, dat ons bediende, troonde hij me verder de natte straten door. Wij kwamen in een winkel, waar een evenbeeld van Multa- tuli's droogstoppel ons te woord stond. De man was een en al aandacht. Hij nam het voorwerp in zijn handen, keerde en draaide 't aan een Hollandsche gulden), lachte de ander daarom en maakte de be merking, dat een dokter te Buenos Aires 800 a 1000 pesas alleen voor de operatie zou gerekend hebben, om niet te spreken van de dagelijksche visites en al de zorgen en diensten gedurende en na de reis bewezen. Zonder vtrder over de zaak te praten, stelde hij aan Dr Delmotte een cheque van 5000 pesas ter hand en wilde van geen terugwijzen of vermindering hooren Maar niet alleen toonde hij zijn dankbaarheid door dit buitengewoon grootmoedig gebaar, maar hij noodigde den dok ter uit zijn huis als het zijne te beschouwen en hem zijn vriendschap te schenken. Een paar groote operaties, welke de nieuwe chirurg met gunstigen uit slag in het Hospitaal Francais ver richt had, deden aanstonds van hem spreken. Deze dankbare patiënten en don José Elardi verzuimden niet de lof trompet te steken over de aanwinst voor Buenos Aires, ja voor de ge heele republiek, van deze groote medische ster. Dr. Delmotte was in goede handen gevallen, onder gunstige auguren of voorteekens in Argentinië geland. 't Ging hem als een pas gevestig de modiste, welke het geluk heeft gehad een paar costumes af te leveren, tot buitengewone tevreden heid van eenige nieuwe klanten en tot grooten naijver van de zooge naamde vriendinnen dier dames. De reputatie van die zaak is dan geves en zeioe Hm... hm... Hij riep zijn collega, die ergens in een verbor gen hoekje scheen te zijn opge steld. Het bleek, dat hij boven op de vliering zat, want wij zagen plot seling een paar stelten op een zoldertrap, die in den hoek van den winkel was .aangebracht. Daar zagen wij een precies ge lijk gekleeden droogstoppel en 't kon niet anders, of het moest een tweelingbroeder van no. 1 zijn geweest. Ook deze nam 't voor werp,.. keerde en wendde het net als z'n broer, zeide ook hm., hm... en een glimlach kwam op het gelaat van den koopman, waarop ik op mijn beurt in een milde stemming begon te verkeeren. Allemachies aardig, zei no. 1 reuzegoed zei no. 2... en de koop man begon zijn verhaal opnieuw. Een ordertje van een 50 stuks zal er wel ingaan, zei hij vol hoop. Het zou kunnen, zeide no. 2, maar ik mot het toch niet hebbe en meteen zette hij zijn plompe voeten op den ladder, die naar boven leidde en in een ommezien was hij verdwenen. Toen wij zijn beenen niet meer zagen, want we keken er beide naar alsof we een wonder zagen geschieden, toen was no. 1 ook verdwenen en wij stonden beiden, zielig alleen in het donkere hol. Stik, zei mijn metgezel en in een ommezien waren wij weer buiten Zulke rare snuiters heb ik nog nooit van m'n leven ge zien en ik heb er al heel wat gezien. Gedane zaken nemen geen keer, waagde ik op te merken, al eenigermate verzoend met het feit, dat 't plaatsen van 'n order eenigermate gelijk stond met 't winnen van een behoorlijken prijs in de staatsloterij. Wij gingen winkel in, winkel uit en we eindigden de tocht door het vriendelijke stadje met een verzameling orders van een dertig stuks. Niet slecht voor een eersten dag, zei mijn vriend opgeruimd. Het is pas twee uur. We hebben nog drie uur voor den b^eg. Het verhaal wordt eentonig. Ik leerde de beproeving van het reiziger zijn voor den kleinsten middenstand., ik besefte, wat heerlijk lot den journalist nog ten deel is gevallen in vergelijking met dezen moeizamen arbeid, die zich eiken dag herhaalt en die eiken dag eindigt met eenig licht, zij 't ook nog zoo gering, of met doffe wanhoop. Ik nam mij voor om tegen eiken reiziger vriendelijk te zijn, hem te woord te staan, ook al had ik niets te koopen... eiken venter aan mijn deur ais een ge woon mensch te behandelen en niet als een paria, alleen omdat hij tot vervelens toe aan mijn bel trok. Ik zag en leerde kennen de hardheid van den eenen mensch voorden ander en al mijn idealen over naastenliefde kregen dien dag een harden knauw. Reizigers en venters... het zijn menschen, die hard moeten vech ten om een klein stuk eerlijk brood Zij krijgen hun ruime por tie van de kwade sappen, die tigd en ze verdubbelt haar prijzen De grootste specialist op chirur gisch gebied te Buenos Aires was een Engelschman, dokter Parrell. Deze had ook van Dr. Delmotte gehoord en zelfs met hem kennis gemaakt. Het gezichtsvermogen van dezen reeds bejaarden chirurg begon echter dusdanig af te nemen, dat hij zijn operaties weldra zou moeten staken. Hij stelde aan Dr. Delmotte voor met hem samen te werken en later zijn kliniek over te nemen. Hijzelf zou dan als medisch adviseur aan blijven, terwijl de jongere kracht de chirurgische behandeling op Z'ch zou nemen. Daar Alfred Delmotte geen con tract aangegaan had met het bestuur van het Franscbe Hospitaal, was hij feitelijk vrij, om zijn betrekking daar te verlaten. Hij wilde dit echter niet plotseling doen en stelde daarom voor, dat hij zou aanblijven, totdat men een geschikt opvolger voor hem gevonden zou hebbenwaarbij hij de toezegging deed, dat hij voortaan ook steeds bereid zou zijn in bijzondere gevallen zijn diensten aan de patiënten van het gasthuis te wijden Deze regeling welke alle partijen tevreden stelde, bood echter de grootste voordeelen aan onzen Hol- landschen heelmeester. Zijn voorgan ger en tegenwoordige deelgenoot was gewoon geweest zijn patiënten gezouten rekeningen te sturen en zich vorstelijk te doen betalen. Waarschijnlijk had deze handel het gemoed van hun kwelgeesten vergallen... zij zijn de wrijfpalen van de slechte luim van hen, die zij noodgedwongen hebben op te zoeken om iets van hun waar te kunnen slijten. En toch trekken zij welgemoed verder, want laten zij het hoofd hangen, dan is het met hun broodwinning uit. Zij worden gedreven door hun optimisme, door hun gein. Zij zien de menschen zooals ze zijn menigmaal vreeselijk klein en hier en daar vol jovialiteit en meegevoel. Maar dat meegevoel is slechts sporadisch te vinden; snauwen en onheusche behan deling zijn schering en inslag. Het naarste echter is, dat ik ook zelf behoort heb tot de schare die de menschelijkheid van hen, die me bezochten, niet heeft ge peild... die slechts mijn egoïsme op die menschen heb gekoeld Reizigers en venters... zij heb- hebben het hard en zij verdienen een ander lot Gouden Jubileum „Albert Heyn". De groei van een Nederlandsch winkelbedrijf. Donderdag was het vijftig jaar ge leden dat de heer Albert Heyn de van zijn vader overgenomen kruide nierswinkel te Oostzaan onder zijn eigen naam voortzette en daarmede den grondslag legde voor 't bekende grootwinkelbedrijf, waarvan men thans de filialen in vrijwel alle plaat sen in Nederland aantreft. Tevens was deze dag voor den jovialen Zaan- kanter een persoonlijk feest Immers, op den dag, dat hij zijn eigen zaak begon trad hij in het huwelijk. De heer en mevrouw Albert Heyn vierden dan ook op 27 Mei hun gouden hu welijksfeest. De jonge Albert Heyn vond geen bevrediging voor zijn energie in de leiding van een enkelen kruideniers winkel, al was dat dan ook een goed beklante dorpszaak. Toen de winke lier uit Oostzaan in het jaar 1890 eens op een marktdag te Purme- rend kwam en daar de prijzen en de winkelruimten zag van zijn collega kruideniers, kwam hij tot de conclu sie, dat hij zelf goedkooper zou kun nen verkoopen. Hierdoor groeide het iniatief om in Purmerend het eerste filiaal op te richten. Het werd een voor de begrippen van dien tijd luxueus bedrijf. Het beginsel, dat Albert Heyn ook in zijn latere filialen zou toepasseD, baarde hier opzien: de winkel was voor een toenmaligen kruidenierswinkel zeer ruim, er was veel licht en zelfs was er een mar meren toonbank. Toen de vader van den jongen Albert den winkel zag, schudde hij het hoofd en voorspelde, dat het mis zou lcopen. De degelijke, maar ouderwetsche vader heeft het verkeerd gezien. Geleidelijk is de onderneming ge groeid, zonder schokken. Het eene filiaal ontstond na het andere. Het wa ren eenvoudige richtlijnen, waardoor de heer Albert Heyn zich liet leiden. Zijn winkels moesten er goed uitzien, de klanten moesten er zich op hun gemak voelen en er zich kunnen overtuigen van een hygiënische be handeling der waren. De kwaliteiten moesten onberispelijk zijn, de prijzen laag en de betaling streng contant. Als koopman begreep Albert Heyn maar al te goed, dat het geven van lange credieten, zooals destijds ge bruikelijk was, van invloed moest zijn op de verkoopsprijzen. Het nut der reclame begreep Albert Heyn. zooals alle kooplieden van grooten stijl. Had zijn vader nog lichtelijk den spot gedreven met het feit, dat Albert Heyn bij de opening zelf de reclamebriefjes in den winkel had staan uitreiken, de latere gang van zaken deed blijken, dat de zoon een verzienden blik had gehad. Het ener gieke werken had succes, want na Purmerend volgde de opening van filialen te Alkmaar, Den Haag, Utrecht, Arnhem*, en andere plaat sen. Met de vermeerdering van het aan tal filialen, bleek al spoedig de werk gelegenheid te Oostzaan, vanwaar de meeste goederen naar de winkels werden gezonden, te klein. In 1899 werd het hoofdbedrijf naar Zaandam overgebracht, ter plaatse waar ook thans nog het hoofdkantoor en de Centrale Magazijnen der Firma zijn gevestigd. Opbouw en uitbreiding. Sinds de vestiging te Zaandm sloeg de onderneming eerst recht de vleu gels uit. In de eerste jaren van de nieuwe eeuw verrezen de filialen met verrassende regelmaat zoo telde men in 1907 reeds 23 filialen. Het zou echter 1911 worden, voordat de heer Albert Heyn uitvoering kon geven aan een plan, waarmee hij al geruimen tijd rondliep: de koopman besloot fabrikant te worden. Wanneer hij zelf de daarvoor in aanmerkiDg komende artikelen ging produceeren, zou zijn wensch, den afnemers de beste kwaliteiten te leveren, nog beter vervuld kunnen worden. Bovendien zou het zelf- fabricee-en de kostprijzen verlagen, waardoor de artikelen weder voor lageren prijs in den handel gebracht konden worden. In 1922 werd begonnen met de fa bricage van ontbijtkoek. De fabriek groeide in den stijl van de heele onderneming: stukje voor beetje. De Koekfabriek werd een groote, modern ingerichte koek- en banketfabriek, terwijl tevens de fa bricage van drups en suikerwerken ter hand werd genomen. De oorlogsjaren oefenden een rem- menden Invloed uit. In 1920 legde de heer Albert Heyn de leidiDg zijner zaken op jeugdiger schouders. Hij zette zijn firma in een naamlooze vennootschap om, waarbij zrjn zoons G. en J. Heyn en zijn schoonzoon Joh. Hillo tot directeu ren werden benoemd en hij zelf als commissaris optrad. Onder leiding van het jonge ge slacht v erd de industrieele zijde der onderneming aanzienlijk uitgebreid. De heer J. Heyn leidde den bouw van een groot fabriekspand naast de bestaande koek- en banketfabriek. Hier werden ondergebracht een koffie-branderij, een thee-afdeeling, een wijn-af deeling, en limonadefa- briek, een inrichting voor het zui veren en bewerken van peulvruchten en granen en zaden, alsmede uitge breide machinale verpakkingsinstal laties voor diverse artikelen. De werkiDgsfeer van de firma breidde zich nog steeds uit en slechts luttele jaren na den bouw van het nieuw pand in 1923 werd be sloten tot oprichting van een cacao- en chocolade-fabriek. In 1927 volgde de bouw van een biscuitfabriek, op de modernste wijze uitgerust. Men heeft zich uitsluitend op de fabricage van de betere soor ten toegelegd en daardoor het arti kel biscuits, tot een dagelijkschver- bruiksartikel gemaakt. Intusschen bleef het getal der filialen gestadig toenemen. Thans zijn er in den lande reeds 230 winkelza ken, die het devies voeren: „Albert Heyn maakt u het leven goedkooper". De fabrieksgebouwen. Voor een wandeling door de fa- brieksruimten staat de tijd van twee en half uur. Het is de tijd, die de vele excursies van huisvi'ouwen, van leerlingen van huishoudscholen, die de fabriek dikwijls bezoeken, noodig hebben om althans een indruk op te deen van alle afdeelmgen. De fabriek brengt van alle denk bare artikelen voort, schepen vol per dag, welke men in 230 winkels van Albert Heyn kan koopen. Om alles, wat men er ziet, na te vertellen, zou een boekdeel noodig zijn. Vol staan we tot één vermelding, die wijze zeer veel bijgedragen tot zijn succeswie in een land van bluf en snobisme, gelijk Argentinië, een onbeschaamden prijs vraagt voor een luxe-voorwerp of een nouveauté, of een ongekend hooge belooning vordert voor een soms slechts onbe duidende prestatie, heeft meer kans op succes en een betere gelegenheid om het ver te brengen dan de be scheiden handelaar of de met een gering honorarium tevreden dokter of chirurg. Waarmee echter volstrekt niet gezegd is, dat dokter Parell een charlatan wasmaar hij kende de menschheid en de mentaliteit der rijke Argentijnen in 't bijzonder. De patiënten kwamen van heinde en verre als men bedenkt, dat de stad Buenos Aires toen 1.600.000 inwoners telde en de naam van Parell door het geheele land sedert jaren bekend stond als de hoogste instantie op medisch gebied, zal men kunnen begrijpen, dat er weinig dagen voorkwamen, waarop niet vier tot zes groote operaties in de kliniek verricht werden, behalve de behandelingen van lichtere gevallen en de aanhoudeade consulten der talrijke bezoekers. Voor operaties rekende Parell van 800 tot 2000 pesas. De minste prijs voor een gewoon medisch advies in de kliniek genomen bedroeg 25 pesas rijke lui betaalden meer, armen of behoeftigen echter miemandal. In den loop van een paar jaren had onze fortuinlijke jonge medicus een flink vermogen verdiend Hij leefde daarbij sober en eenvoudig en profiteerde weinig van de ver maken welke de luxe stad aanbood. Behalve met enkele collega's giog hij met niemand anders om dan met don José Elardi. Deze 'aatste stond hem ook bij bij de belegging der beduidende sommen, welke de dokter terzijde kon leggen. Don José was niet alleen een schrander financier, maar, ingevolge zijne hoogstaande positie, doorgaans vroegtijdig ingewijd en nauwkeurig op de hoogte van de te verwachten mogelijkheden, zoowel op de geld markt als in den handel in terreinen en landgoederen, waarmee soms in een ommezien een groot vermogen kon verdiend worden. Hij gaf zijn vriend den raad een groote uitgestrektheid ongecultiveerde gronden in de provincie Cordola te koopen, welke voor slechts 40 a 50 pesas per hectare zouden te verkrijgen n. Hijzelf had reeds een aanzienlijk landbezit in diezelfde streek op speculatie gekocht, want hij wist wat er gebeuren zou. Korten tijd geleden was hij tot bestuurslid gekozen van een spoor wegmaatschappij, welke voornemens was een nieuwe lijn door die streek aan te leggen Behalve de weinige ingewijden wist nog niemand iets van dit plan en die er van wisten waren wel zoo verstandig er over te zwijgen eer stens om de maatschappij niet op al te groote kosten te jagen maar ook die U het leven vergallen, daarvoor helpen nu "AKKERTJES" zoo bui tengewoon. Niet alleen dat de pijnen verdwijnen,maar AKKER-C ACHETS verdrijven bovendien uit 't lichaam de stoffen, die de pijnen veroor zaken. Neem daarom "AKKERTJES" Nederlandsch Ongeëvenaard bij Griep, Product gevatte kou, rheumatische pijnen, Zenuwpijnen, enz. 12 st. 52 ct. Zakdoosje 20 ct. Volgens recept iron Apotheker Dumont AKKER.CACHETS Op elk "AKKERTJE" komt de naam AKKER voor in "ruit"-vorm. Let hierop en weiger elke namaak 1 meer zegt dan tien getallen: men krijgt bij de rondwandeling den in druk van een absoluut hygiënische behandeling der artikelen. Niet alleen de organisatie van den arbeid en de inrichting der machines, doch boven dien een scherp medisch toezicht staat hiervoor borg. Het is altijd een der verdiensten van den heer Albert Heyn geweest, dat hij zijn menschen wist te kiezen en... hen daarna zijn volle vertrou wen dorst te schenken. Met trots heeft de heer Heyn verteld, dat hij in de drie en dertig jaar, dat hij persoonlyk de onderneming leidde, slechts twee menschen heeft behoe ven te ontslaan. In de onderneming zijn thans ruim 2000 menschen werkzaam. Het per soneel te Zaandam is georganiseerd in een in 1925 opgerichte personeels- vereeniging „Albert Heyn". De direc tie heeft deze vereeniging in staat gesteld een ouderdoms- en weezen- pensioenfonds in te stellen, hetgeen reeds menigen werknemer een on- bezorgden ouden dag verzekerde of achtergebleven weduwen en wezen de zorgen verlichtte. Het koopende publiek zal in den vorm van een jubileumgave aan het heugelijke feit worden herinnerd. „Onze" Volkszang. Nadat we nu enkele kleine tekort komingen in „onze" volkszang heb ben nagegaan, moeten we gaan spre ken over de volkszang heelemaal op zichzelf beschouwd. Nog veel te veel zijn de meening toegedaan dat de zang in de liturgie alleen maar goed is om de menschen wat stemming bij te brengen. Na tuurlijk zal iedereen die meezingt, dus meeleest met de gebeden v.d. Kerk in 'n betere stemming ver keeren, als een die zich van alles afzijdig houdt. En daarom alleen reeds is volkszang te verdedigen, ja zelfs aan te bevelen voor iedereen. Ofschoon dus een aandachtiger sfeer door Volkszang ontstaat, toch heeft de Kerkmuziek hoogere belan gen voor de eeredienst. De Kerkmu ziek behoort tot het wezen van de eeredienst zelf. Door onze eeredienst welke we toch niets anders dan de verschuldigde eer en glorie aan God brengen. Dat willen we doen met geheel onze natuur. Het rythme van onze natuur noopt ons tot muzicee- ren, tot zingen, wanueer hij wi'uiten zijn hoogste gevoelens, zijn hoogste eerbewijzen, Begint iemand bijna vanzelf niet te zingen als hij blij gestemd is Is iedereen er niet van overtuigd dat om er zelf zooveel mogelijk van te profiteeren. Het stond te verwachten, dat zoo dra de nieuwe lijn geheel gereed zou komen, wat in 3 a 4 jaren een feit zou wezen, de waarde der door don José bedoelde gronden minstens ver tienvoudigen zou, wat bij de groote uitgestrektheid een winst van min stens twee millioen pesas zou op leveren. Alhoewel Delmotte niet zooveel geld kon viijmaken als voor het beoogde doel noodig was. kreeg de zaak toch haar beslag, daar senor Elardi het ontbrekende aan zijn vriend voorschoot, die trouwens reeds na betrekkelijk korten tijd ge legenheid had dit bedrag weer terug te betalen. De fortuin liep den jongen Del motte letterlijk na. Hij was nu ruim 30 jaar en reeds beroemder dan zija vakgenooten op den dubbelen leef tijd in een onophoudelijken stroom vond het geld den weg in zijn zak ken dankbare patiënten vereerden hem en verkondigden zijn lof. Hij zelf vond dagelijks meer vol doening in de uitoefening van zijn beroep, waarin hij geheel opging en waaraan hij zijn beste krachten wijdde, Er werd geen uitvinding gedaan op medisch gebied, waarvan hij zich niet op de hoogte stelde en welke hij niet probeerde, terwijl hijzelf reeds verschillende nieuwe wijzen van chirurgische behandeling toegepast en gepubliceerd had, welke het resul taat waren van zijn eigen vinding, studie en ervaring.

Peel en Maas | 1937 | | pagina 5