TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS y FEUILLETON. Smeulend vuur. AKKERTJES Zaterdag 13 Mel 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 20 Naar Maastricht ter Heiligdomsvaart en Mariafeesten. Dit jaar wordt weer te Maas tricht met grooten luister de zevenjaarlijksche Heiligdomsvaart gevierd Dan is er weer van 11 25 Juli vreugde en feest in de oude Bisschopstad. Duizenden uit alle deelen van ons land, uit België en Duitschland, komen dan naar Maastricht om de dage- lijksche Pontificale H. Mis bij te wonen, de openbare tooning der relieken te bewonderen, om den glorieusen stoet der Heiligdom men door de straten der stad te zien trekken trekken, om te bidden op het grat van Sint Servaas, den eersten Bisschop der Nederlanden. Geen stad in Nederland, en maar weinigen daarbuiten, kun nen met Maastricht wedijveren wat betreft den schat van relieken in den loop der jaren hier bijeen gebracht. Keizers en koningen hebben in vi omen wedijver dien schat ver meerderd, als schitterende bewij zen van hun vereering van Sint Servaas en tot stichting en tot stichting en voorbeeld voor ons, twintigste-eeuwers. Terzelfder tijd zal Maastricht op grootsche wijze gedenken, dat het 25 jaar geleden zijn mi raculeus beeld deed sieren met een kostbaar kronenpaar voor het Kindje Jezus en Zijn Heilige MoederJ Wie "kent niet dit wonder- schoone beeld van O. L. Vrouw Sterre der Zee, de Patrones van Maastricht en heel het Bisdom Zijne Hoogwaardige Excellentie Mgr. Lemmens koos er het sym bool van op zijn bisschoppelijk wapen: de Ster boven een woe lige zee. Maar minder bekend zal het zijn voor de Venraysche bevol king, dat dit beeld of liever een kleine afbeelding ervan van ouds her in het schilderachtige kapel letje van Veltum wordt vereerd door vrouwen, die na voorspoe dige bevalling den kerkgang komen doen om onzen Lieven Heer te bedanken. 't Is een prentje uit de 17-18de eeuw, dat ons vanzelf, ook wat de grootte betreft, doet denken aan het miraculeuze plaatje van Keveiaer. Het is achter glas in- geraamd in een eenvoudig eiken houten lijstje met dito handvat en stelt voor het beeld van de Sterre der Zee, nog van een mantel voorzien, zooals het eens stond in de kerk der Minderbroeders te Maastricht, 't Zal dan ook wel door de Paters in de kapel gekomen zijn. Boven de afbeel ding, welke in bonte kleuren is aangebracht, lezen we Ave Maris Stella Dei Mater alma Atg. Semp. virgo foelix celi porta, wat beteekentWees gegroet Sterre der Zee, zegenrijke Moeder van God en altijd Maagd, geluk kige Poort des Hemels. In plaats van het woord „Stella" Oorspronkelijke Roman door B. VIELER, schrijver van Mattesen Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden. 2. Misschien hoopte zij het ook nog om een andere reden. 't Zou zeker erg leuk zijn, als hij nu hier bleef, zei de Liefde. We hebben hem zoo lang gemist. Hoe langen tijd zou hij al wel niet meer hier geweest zijn O, dat is al lang. De deur der huiskamer ging open en de ontvanger trad naar binnen Papa 1 Alfred Del motte is zoo juist voorbij gereden. Zou hij nu thuis blijven en zich als dokter hier vestigen vroeg Lowies. Als je daarop je hoop geves tigd hebt, meiske, zul je bedrogen uitkomen, 'k Weet er wel niets met zekerheid van, want de oude heer heeft er niet over gesproken maar, na al hetgeen ik zoo nu en dan vernomen heb, heeft die jonge menschenvilder geen lust om platte landsdokter te worden. Daarom is hij ook nog na zijn examen in Am sterdam gebleven om in de klinieken te werken en zich in de chirugie te bekwamen, wat nu eenmaal zijn liefhebberij is. Er is een spreek woord, dat zegt: De heelmeesters snijden om te kunnen genezen en de loodgieters maken een gat, om 't te kunnen repareeren. Nog dienzelfden avond zouden zi; (sterre) staat er een ster geteekend en. bezijden het beeld zien we een groot aantal krukken opge hangen, duidend op de wonder bare genezingen op Maria's voorspraak geschied. Ter rech terzijde staan een man en een vrouw geteekend met een inge bakerde baby aan hun voeten. O.L. Vrouw, Sterre der Zee, schijnt dus bijzonder te zijn aan geroepen voor een voorspoedige bevalling. Dit is wel de reden, dat deze beeltenis, bij wijze van „Oscula- torium" (kustafeltje) in het Ven raysch „pits'', vereerd wordt door vrouwen, die hun z.g. eerste kerkgang doen, men noemt dat „de pits pünen". Daarboven zien we een Pater en een Pastoor afgebeeld. Ter linkerzijde staan dezelfde personen afgebeeld, op den grond zien we een kuipje met water, waar twee beentjes boven uit steken. De beteekenis is niet duidelijk. Onder het p'aatje staat in drie talen te lezen, dat dit het miraculeus beeld is van Onze Lieve Vrouw, dat in de kerk der Minderbroeders te Maastricht bewaard werd, n.l. in het Latijn, Hollandsch en Fransch. Tegelijk met bovenvermelde feestelijkheden, zullen te Maas tricht de plechtigheden plaats vinden, verbonden aan de op dracht der dekenaten Maastricht en Wijk aan O.L. Vrouw, waar mee voldaan zal worden aan een der liefste wenschen aan onzen beminden Bisschop. Op Zondag 11 Juli zal tevens een landelijk Derde Orde-Congres aldaar worden georganiseerd voor de Tertiarissen van Nederland. Het programma van dezen dag is als volgt 9.30 Pontificale H. Mis in de St. ServaaskerK. 12.Concert op het Vrijthof. 2.Landelijk Derde Orde-Con gres in de Basiliek van O. L. Vrouwe. 3.Groote Heiligdomsvaart-pro cessie en Maria-omgang. Deze processie bestaat uit zeven deelen: 1. Alle vaandels der stad en om geving (pl.m. 600, waaronder vele antieke paramenten). 2. De glorie van St. Servatius, uit gebeeld in 12 praalgroepen. 3. De glorie van O. L. Vrouwe, uit gebeeld in 30 kostbare groepen. 4. Het wonderbare kruisbeeld van Wijk, voorafgegaan door 10 praal groepen. 5. De Relieken der schatkamers van St. Servaas, van de Basiliek en de andere kerken van beide Dekenaten, gedragen door pLm. 300 priesters. 6. Hunne Hoogw. Excellenties de Bisschoppen, Hoogw. Abten en Prelaten met gevolg. 7. De biddende parochianen en het overige volk. Na aankomst op het Vrijthof plechtige opdracht van de Dekena ten Maastricht en Wijk aan Maria. Deze plechtige opdracht zal ge volgd worden door een pontificaal Lof in de openlucht, op een speciaal daarvoor gebouwd monumentaal rustaltaar. i „Onze" Volkszang. Er zij nog even aan herinnerd, dat J er achter in de kerk in het boeken- I stalletje blaadjes te vinden zijn, waarop de „V'di aquam" gedrukt staat. Iedereen, die dat nog niet heeft of bij wie 't niet in zijn Z.A.M. staat, kan zoo'n blaadje voor niets meenemen. Kan 't nog gemakkelijker? Laten we een nieuw punt van bespreking onder handen nemen. 't Is wel precair, maar ik doe 't toch. Ik wilde deze keerde aandacht voor mij zelf vragen. Niet, dat ik beweren, dat ik zoo belangwekkend ben als "ik daar vanaf de dirigeer- stoel allerlei grimassen sta te maken. Natuurlijk nietIn zich is 't eigen lijk 'n onding, dat iemand door ge baren de aandacht afleidt van wat 't voornaamste is- ,,'n Goede vriend" maakte me dezer dagen die opmerking. Ik gaf hem onmiddellijk gelijk, maar.,. Ja, altijd dat „maar". Als er niemand dirigeerde, hoe zou dan 'n heele kerk GELIJK kunnen inzetten. Natuurlijk een of andere keer wel, maar op den duur... Als er niemand dirigeerde, hoe zou een heele kerk gelijk kunnen blijven onder het zingen. Stel je voor, dat er ergens een zit, die van trekken houdt; geloof me, die heele hoek waar de bewuste, trekkende mijn heer of juffrouw zit, gaat mee, Daar is niets aan te doen. Eén rotte appel enz. Ge kent 't spreekwoord wel, nietwaar Ergens anders zit iemand, die voortdurend jaagt: onrust, ongelijk heid, zyn het gevolg, 't Is vervelend voor die in de buurt zitten. Ze doen hun boek dicht, zingen niet meer mee. Weer enkele liefhebbers van volkszang minder. 't Is duidelijk, nietwaar, er moet eenheid zijn. Dat is overal zoo en 't is ook zoo bij de volkszang. Om die éénheid te bereiken, moet er één zijn, die de zang leidt. En van U volkszangliefhebbers, wordt alleen gevraagd een weinig attentie. Opletten en kijken naar de dirigent AllemaalOok die achter in de kerk zitten of staan. U behoeft niet bang te zijn, dat u zóó kijkt, dat U mij van de dirigeer- stoel wegkijkt Tot de voigende keer REM. er meer van vernemen, want tegen zeven uur, juist nadat ze het avond maal gebruikt hadden, kwamen papa en zoon Delmotte bij den ontvanger op bezoek. De meisjes waren nog bezig met het opredderen van het servies, zoodat ze de heeren niet had zien aankomen. Bonsjour meiskes, hoe is 't er mee Wie wil het eerst aan mijn hart Ha, ik zie 't al, Netteke, loop maar niet weg Ik weet toch wel, dat 't maar aanstellerij is. Nou, je moet het zelf maar weten, 't is anders go> d gemeend. En hoe gaat het met u, ontvanger Ik heb m'n diagnose omtrent u al gesteld en zal u iets voorschrijven iederen avond een bord karnemelkpap. Dat weet de sehelm, dat ik iederen avond karnemelk eet, lachte de ontvaoger. Nou, dan een ander levens elixer: iederen avond eenige pintjes oud bier 1 Of ik dat niet zonder jou raad en permissie zou doeo. Maar gaat toch zitten. Drinken ju'lie een glas wijn Nee; ontvanger, zei de oude heer Delmotte, ik moet even na*r' den secretaris, die wacht op me. j' Maar straks kom ik in den Druiven- tros, met u en de andere heeren een potje kaarten. Alfred blijft zeker nog 1 een oogenblikje bij de dames en hij komt me dan <vel afhalen Ik heb 't wagentje tegen tien uur bij Aiowies besteld Tot ziens dan dames. Jullie moet morgen middag mei papa bij ons op de thee komen, want Alfred blijft slechts eenige dagen bij ons doorbrengen. Daarmee verlieten de beide oude De kopziekte DE LAATSTE WEKEN BE REIKTEN ONS HERHAAL DELIJK BERICHTEN, WAAR IN VRIJ TALRIJKE STERF GEVALLEN ONDER KOEIEN TENGEVOLGE VAN DE z.g. „KOPZIEKTE" GEMELD WERDEN. WE WILLEN ONZE LEZERS DAAROM ONDERSTAAND ARTIKEL BIJZONDER TER LEZING AANBEVELEN. Wanneer de koeien in het voor jaar pas in het land gekomen zgn, maken zij vaak een kwaden tijd door. Vooral is dit het geval, als het weer dan tegenloopt en koude en regenvlagen de dieren meer doen lijden, dan wel goed voor hen is. Ziekte- en sterfgevallen blijven in zoo'n slecht voorjaar dan ook niet uit en het is vooral de kopziekte, welke dan tal van slachtoffers maakt, aldus lezen we in het „Dagblad van N.-Brabant en Zeeland". Gelukkig is men de laatste jaren heel wat meer van deze vroeger zoo geheimzinnige ziekte te weten ge komen en is doordat een goede ge neeswijze er tegen ontdekt is het sterftepercentage belangrijk ver minderd. Toch zal het altijd het beste zijn om de ziekte te voorko men en het is daarom, dat wij hier op eenige bijzonderheden zullen wijzen, welke het ontstaan van deze aandoening in de hand werken, i Naar onderzoekingen geleerd heb- ben, zijn de ziekteverschijnselen in hoofdzaak te wijten aan een ver keerde samenstelling van het bloed en wel doordat dit ontstaat tijdens deu weidegang, een feit, dat zoo op het eerste gezicht misschien eenigs- j zins vreemd zal lijken. De kwestie is echter deze, dat de dieren, wanneer ze in de weide komen, wat de hierboven genoemde zouten betreft, in een soort van evenwichtstoestand verkeeren, door dat de in het bloed aanwezige hoe veelheid nog juist boven het nood zakelijke minimum is. Daardoor ver- toonen de dieren dan ook niets geen afwijkingen, terwijl verder ook niets hun gevaarlyken toestand verraadt. Er is nu maar heel weinig noodig om dezen evenwichtstoestand te doen omslaan, waardoor de zoutboeveel- heid beneden het benoodigde mini mum daalt en de ziekte-verschijnse len dus zullen optreden. Wordt er nu niet tijdig op de juiste wijze ingegrepen, namelijk door het tekort aan de zouten in het bloed 'aan te vullen, dan voert de aan doening maar al te vaak tot den dood. Nu meent men vaak ten on rechte, dat, wat het optreden van de kopziekte betreft, de eerste dagen van het in de weide zijn beslissend zijn. Dit is echter niet het geval, want hoewel de meeste gevallen spoedig na het in de weide komen optreden kunnen wanneer de om standigheden ongunstig zijn, zelfs na weken nog ziektegevallen voor komen. Het zijn meestal de beste koeien welke de ziekte krijgen, waardoor de schade des te grooter wordt. Reden temeer dus om de dieren goed in het oog te houden en zoo dra zich verdachte verschijnselen voordoen, ze te laten behandelen. Dikwijls is het eerste wat we zien, dat ze minder eten, minder melk geven en een vertraagde ontlasting hebben. Ook voelen ze vaak koud aan, vooral de ooren en de pooten. Spoedig neemt de ziekte toe en ontwikkelen zich meer duidelijke afwijkingen. De dieren worden schrik achtig en onrustig, ze loeien veel, kgfcen veel in het rond en hebben een eigenaardigen stijven gang. Ook rillen ze vaak en kauwen voort durend terwijl ze toch niets in den bek hebben. Spoedig verergeren de verschgn- selen en worden de dieren slap en slingerig. Weldra vallen ze neer, krijgen krampen en verliezen ten slotte geheel het bewustzijn, waarna de dood meestal spoedig intreedt. Het spreekt vanzelf, dat, hoe ernstiger verschijnselen de dieren vertoonen, hoe kleiner de kans op herstel. Daarom dan ook, dat ze zoo spoedig mogelijk behandeld dienen te worden. Deze behandeling bestaat in het inspuiten in de bloedvaten van een vloeistof, welke de zouten bevat, waar het organisme juist een tekort aan heeft. Het gevolg van zoo'n inspuiting is dan ook, dat in de meeste gevallen de dieren na korten tijd geheel herstellen. In ernstige gevallen blijkt soms eeD herhaald ingrijpen noodig te zijn. Beter voorkomen dan genezen. Beter is het echter voor den eige naar, om het niet zoover te laten komen en tijdig maatregelen te nemen, waardoor het optreden van de ziekte zooveel mogelijk voorko men werd-:. Nu zal dit heusch niet altijd gelukken, zooals we straks zien zullen, maar het verdient toch alle aanbeveling om de dieren niet in die omstandigheden te brengen, welke, naar de ondervinding geleerd heeft, het optreden van de ziekte verschijnselen in de hand werken. En welke zgn die omstandigheden, zal de lezer zich afvragen. In de eerste plaats een sterke eiwitrijke voeding. Door het teveel aan eitwit heer- n het huis, en de jongelui ver huisden naar het kabofke. Ze zaten er knusjes bijeen, heelemaal op hun gemak: 't hadden broer en zusters kunnen zijn. De jonge dokter opende het ge sprek Netteke, was macht die liebe Je begint aan den verkeerden kant, malle kerel Ja maar, antwoordde de als onwijs betiteldeAmor ordinem nescit: liefde kent geen regel; alhoe wel de vrouw van onzen pachter op Menselenhof niet wou toestaan, dat de tweede dochter trouwde voor de eerste. Daarom kon je wel eens ge lijk hebben Netje Heeft jullie papa ook de bepaling gemaakt, dat jullie in dezelfde volgorde moeten gaan als je gekomen bent? Met al zijn geleerdheid is hij er nog niet veel ernstiger op gewor den, vindt je we), Sylvie wierp de jongste ertusschen. Dat moet ook niet, antwoordde de jonge dokter. De menschen wil len tegenwoordig geen dokters meer met ernstige gezichten; je moet de pétienten met een vroolijke snuit trachten te hypnotiseeren en hen de ellende doen vergeten. Een vroolijk gezicht gaat boven alles 1 Je kunt me gelooven als je wilt of niet, de vorige week heb ik in 't ziekenhuis een kerel met een lachend gezicht de maag uit zijn boddy genomen, schoongemaakt en mot vrij opge poetst er weer ingezet. Haha, je kunt nog even goed opsnijden als vroeger. Ja, die arme man zal daarbij wel hard gelachen hebben I Ik heb ook niet beweerd, dat hij gelachen heeft; maar ik, omdat de prof een ui tapte bij 't uukrabben van de maag. Brrr hoe akelig Heelemaal met 't wordt heel zuiver behandeld, nog zindelijker dan in een abattoir. Schei uit, viezerik 1 Vertel nu maar eens wat anders. Ben je nou voor goed hier gekomen om je als dokter te vestigen onderbrak hem Sylvie. Op dit oogenblik kwam Lowies weer binnen, op een blaadje droeg ze eenige glazen, die ze op tafel tusschen het gezelschap zette. Jij lust zeker wel een glaasje bowl, Alfred vroeg Lowies, terwijl ze terugging om de meid, die juist binnenkwam, een glazen bowlkom uit de hand te nemen. Ha riep de dokter. Nog wel aardbeienbowl 1 Nou, die lust ik wel en deze aardbeien zien er zoo heer lijk frisch uit. Zeg, Sylvie en Netje, jullie moet maar niet meer denken aan 't geen ik zoo juist gezegd heb van die man in 't ziekenhuis Bah I hoe ongemanierd I Echte studentenopsnijderij Nee, Sylvie, dat is 't toch heusch niet 1 Kom, schei nou uit, Alfred Spreek over iets anders. Lowies geef mij maar geen aardbeien in mijn glas Mij ook niet 1 riep Netteke. Wa's dat nou En jullie hou den anders zoo van aardbeien Je hebt nog niet gezegd, Al fred, begon Sylvie, om het gesprek op een ander thema te brengen, of je nu voorgoed hier blijft. Nee, meisjes, ik blijf slechts een paar dagen hier en ga dan naar Parijs. Ik heb door bemiddeling van wordt namelijk de goede verhouding der bloedzouten verstoord en zal er een tekort aan bepaalde zouten optreden. Dit vooral bij de dieren, welke brj het in de weide komen al in wankelbaar evenwicht, wat hun zouten betreft, verkeeren. Voer ze dus zeker geen krachtvoer bij, want het jonge eiwitrijke gras kan in dit opzicht al kwaad genoeg doen. Daar vandaan dan ook, dat men juist in de beste weiden het meeste last van de ziekte heeft Een andere omstandigheid, welke het optreden van de ziekte in de hand werkt, is koude. Koud en guur weer gaat meestal gepaard met een sterke toeneming van de kopziekte-gevallen. Wees daarom verstandig en stel de dieren, welke pas buiten zijn en wier bloed niet heelemaal zuiver is, waarvoor aan het einde van den staltijd alle kans is, nog niet extra op de proef, door ze in het jonge gras ook nog koude te laten lijden. Denk niet dat in zoo'n geval 'n dek voldoende zal zijn, want door den kouden wind koelen de dieren vooral des nachts toch nog sterk af. Stal ze daarom liever weer op, of haai ze althans des nachts binnen. De last, welke dit met zich meebrengt, weegt heusch wel op tegen de mogelijke schade. <WKER> 'n "Akkertje'' beschermt U! Als 't gure weer U koud en rillerig doel ihuis komen en voor 'n zware verkoudheid, zelfs voor een griep aanval doel vreezen, neem dan voor 'i naar bed gaan een "AKKERTJE" Ge voorkoml dan veel narigheid en slaal morgen gezond en prellig op! fie&i-istidtch Ongeëvenaard bij Griep, Product gevalle kou, rheumalische pijnen, Zenuwpijnen, enz. 12 sl. 52 cl. Zakdoosje 20 cl. Geven en....uitgeven. Hoe is de verhouding 1 Er is tegenwoordig enorm veel noodig voor allerlei goede werken, Crisis, malaise, werkeloosheid bren gen groot ere armoede en gebrek; particulieren en liefdadige instellin gen en vereenigingen worden voort durend aangeklampt om steun „stille" armen nemen in aantal toe een zich steeds God zij dank uitbreidend missiewerk bidt en smeekt om hulp in het moederland der missionarissenallerlei acties, hoogst noodzakelijk in onzen tijd, kunnen zich niet uitwerken zonder milde bijdragennieuwe en oude kerken vragen om geldbezuiniging op regeeringssubsidies maken de ondersteuning van particulieren noodzakelijk, willen zij anders niet ten gronde gaan, enz. enz. Er wordt enorm gevraagd, er wordt enorm gegeven, maar er wordt enorm meer uitgegeven Is daar dan verschil tusschen We bedoelen diter wordt enorm gegeven door de menschen voor goede werken, maar er wordt enorm meer uitgegeven voor, wat we kort heidshalve zouden willen noemen luxe, weeldeuitgave, dus voor zulke dingen welke men eigenlijk niet noodig heeft of althans lang niet in die mate noodig heeft, als men er voor uitgeeftuitgaan, plezier, ver tering (sigaren, bier, wijn, borrel, reizen, bioscoop, tooneel, voetbal wedstrijden, kermis, vastenavond, bal en danspartijen, chique in huis, diners, soupers, enz. enz. We behoeven er hier niet over te spreken, dat „men toch ook wel eens iets mag hebbenniemand zal dat betwisten, maar.... men zal ook niemand behoeven aan te sporen om „dan ook wel eens iets te hebben Neen, we willen zeggenhoe is de verhouding tusschen uwe luxe uitgaven (plezier, uitgaan, vertering) en uwe uitgaven voor goede werken? Bijvoorbeeldals ge een gulden uitgeeft voor plezier enz., geeft ge dan b.v. daartegenover een dubbeltje uit voor goede werken Ofis de verhouding nog betervoor beide evenveel Of is de verhouding juist andersomb.v. een dubbeltje voor plezier enz. tegenover een gulden voor goede werken Mogen, ja moeten we daaromtrent niet eens af en toe een klein ge wetensonderzoek houden Gewetens onderzoek, want ieder mensch, zeker ieder christenmensch, moet, is in geweten verplicht, van zijn overvloed aan goede werken te besteden en mijn vriend een plaats gekregen als assistent aan de Ecole pratique de médécine, waardoor ik hoop gelegen heid te vinden, mij nog verder te bekwamen Wat ik later ?al doen, weet ik nog niet, doch 't is heel waarschijnlijk, dat ik me nooit hier zal vestigen. Je hebt wel hooge aspiraties, Alfred, zei Sylvie. Ik weet niet waar ik 't eens gelezen heb: De Nemesis bedreigt dengene, die overstout is in zijn aspiraties en bemoeingen, zelfs da-', wanneer hij 't doet met de bedoeling een ander te helpen; stellig echter wannee.- hij luchtkas- feelen bouwt, zooals we 't in de jonge jaren gaarne doen. Allemachtig wat een geleerd heid Nou, laten we eerst eens klinken Prosit, vriendinnen mijner jeugd. Ik hoop, dat ik 't ook nog zal mogen zeguen wanneer we allen witte haren hebben.... Maar, om op mijn plannen terug te komen. Kijk eens, ik ben ervan overtuigd, dat ik hier als dokter wel practijk zou vinden. Zoo heel benijdenswaardig is dat baantje van dorpsdokter nou niet. Dag en nacht in weer en wind rond te jakkeren, zieken te hebben, die meestal je raad niet opvolgen, ofwel pas bij je komen, als ze al half dood gekwakzalverd zijn, totaal verstoken te zijn van eenigen op- wekkenden, intellectueelen omgang met collega's, dat is voorzeker niet zoo erg aanlokkelijk. En dan. 't is wel waar, dat ik nu reeds 'n heele boel geleerd en gestudeerd heb, maar wat ons verheft, is niet wat we reeds kunnen, maar wat wij nog willen volbrengen. Dat is 't wat me voortstuwt, begrijpen jullie Ze begrepen 't, maar t was des- Op elk "AKKERTJE" komt de naam AKKER voor in "ruit"-vorm. Let hierpp en weiger elke namaak! in die mate als hij kan. In zooverre is het een particuliere aangelegen heid, die echter ook een socialen kant heeftdat de menschen op deze wereld zyn om elkander te helpen en dat het niet volgens Gods bedoeling kan zijn, dat de eene in overvloed zwemt en de andereD ver gaan van armoede. Maar nog eenshce is die ver houding Kunt gij met de hand op Uw hart verklaren dat die verhou ding christelijk is, menschlievend is, ook zelfs, al geeft ge voor allerlei goede werken Het is zeker, dat, in het algemeen gesproken, die verhouding zeer, zeer scheef isDat, met andere woorden, de luxe uitgaven (plezier, uitgaan, vertering, chique) de uitgaven voor goede werken enorm overtreffen. Ge gaat een avond uit, betaalt zooveel aan entree, maakt vertering ge gaat op reis, blijft misschien dagen, weken uit, kost U zoo en zooveel ge gaat naar een voetbal match (Düsseldorf of Antwerpen of Rotterdam) kost U aan entree, reis en verteering zoo en zooveel ge wilt het chique hebben in huis, zooveel en zooveel ge hebt sigaren en wijn noodig en drank in café kost U jaarlijks zoo en zoo veel er worden diners en soupers gegeven, kost zooveel en zooveel er moeten weer nieuwe costumes enz. zijn, kost zoo en zooveel er is kermis en carnaval, er zijn zittin gen, er zijn bals, er zijn optpehten, kost U zoo en zooveel er zyn telkens nieuwe overweldigende films en operettes en revues, moet ge toch gezien hebben, kost, alles bij elkaar, zooveel en zooveel. En, zonder te mopperen, geeft ge allemaal dat geld uit, en 't loopt per jaar minstens in de tientallen gul dens, als 't niet honderdtallen zijn. En nu Daar is een bedelpreek in de kerk; daar is een lotery voor een liefdadig doeldaar is een uitvoering voor een goed werkdaar is een collecte langs de huizen voor een liefdadige instellingdaar is een bloempjes- of speldjesdag voor een werkloozen- kamp daar is een spreekbeurt van een missionaris over zijn missiewerk enz. enz. en: „met dat gebedel dea ganschen tijdik geef niets meer daar kunnen we niet allemaal aan mee doen het houdt ook niet op weer wat anders" enz. enz. en vooral door hen, die naar verhouding het minste geven en het beter kon den geven. niettem n een ontgoocheling. Toch is 't jammer 1 zuchtte Sylvie. Maar je zult toch nu en dan wel eens naar huis komen je papa is toch ook Tiiet meer van gisteren, merkte Lowies op, O, ja, zei Alfred, natuurlijk zal ik wel eens wat vacantie nemen. Ik kom altijd nog gaarne naar Holtum en zijn bekoorlijke schoonen! Hé. dat heeft hem moeite ge kost, dat complimentzei Netteke, die een tijdlang erg sip had zitten kijken Ja, beaamde de jonge arts, ik ben blij, dat ik 't er uit heb. Maar nu moet ik opstappen, want de oude heer zal op me wachten en ik moet me toch ook even bij zijn vrienden laten zien. Nu, tot morgenmiddag dan. Kom jullie maar vroeg, ik zal zorgen, dat er lekkere aardbeien zijn. Adjuus dan. schatjes. Daarna vertrok hij naar den Dui- ventros. Alfred Delmotte was de eenige zoon van den heer Constant Del- mótte, die op Otterbeek woonde, ongeveer twintig minuten van het dorp verwijderd De familie stamde uit Zuid L:m- bura. doch was sedert twee generaties 1 in Holtum gevestigd. I Volgens de opvatting der menschen g nds in de streek, die geen begrip van kapitalen hadden, was meneer Delmotte „bulkriek". Hij bezat dan ook wel een aardig vermogen, of schoon men hem in den Haag nog hoogstens bet predikaat „nogal be middeld zou gegeven hebben. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1937 | | pagina 5