TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
y
FEUILLETON.
Smeulend vuur.
AKKERTJES
Zaterdag 13 Mel 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 20
Naar Maastricht ter
Heiligdomsvaart en
Mariafeesten.
Dit jaar wordt weer te Maas
tricht met grooten luister de
zevenjaarlijksche Heiligdomsvaart
gevierd Dan is er weer van 11
25 Juli vreugde en feest in de
oude Bisschopstad. Duizenden
uit alle deelen van ons land, uit
België en Duitschland, komen
dan naar Maastricht om de dage-
lijksche Pontificale H. Mis bij te
wonen, de openbare tooning der
relieken te bewonderen, om den
glorieusen stoet der Heiligdom
men door de straten der stad te
zien trekken trekken, om te bidden
op het grat van Sint Servaas, den
eersten Bisschop der Nederlanden.
Geen stad in Nederland, en
maar weinigen daarbuiten, kun
nen met Maastricht wedijveren
wat betreft den schat van relieken
in den loop der jaren hier bijeen
gebracht.
Keizers en koningen hebben in
vi omen wedijver dien schat ver
meerderd, als schitterende bewij
zen van hun vereering van Sint
Servaas en tot stichting en tot
stichting en voorbeeld voor ons,
twintigste-eeuwers.
Terzelfder tijd zal Maastricht
op grootsche wijze gedenken,
dat het 25 jaar geleden zijn mi
raculeus beeld deed sieren met
een kostbaar kronenpaar voor
het Kindje Jezus en Zijn Heilige
MoederJ
Wie "kent niet dit wonder-
schoone beeld van O. L. Vrouw
Sterre der Zee, de Patrones van
Maastricht en heel het Bisdom
Zijne Hoogwaardige Excellentie
Mgr. Lemmens koos er het sym
bool van op zijn bisschoppelijk
wapen: de Ster boven een woe
lige zee.
Maar minder bekend zal het
zijn voor de Venraysche bevol
king, dat dit beeld of liever een
kleine afbeelding ervan van ouds
her in het schilderachtige kapel
letje van Veltum wordt vereerd
door vrouwen, die na voorspoe
dige bevalling den kerkgang
komen doen om onzen Lieven
Heer te bedanken.
't Is een prentje uit de 17-18de
eeuw, dat ons vanzelf, ook wat
de grootte betreft, doet denken
aan het miraculeuze plaatje van
Keveiaer. Het is achter glas in-
geraamd in een eenvoudig eiken
houten lijstje met dito handvat
en stelt voor het beeld van de
Sterre der Zee, nog van een mantel
voorzien, zooals het eens stond
in de kerk der Minderbroeders
te Maastricht, 't Zal dan ook
wel door de Paters in de kapel
gekomen zijn. Boven de afbeel
ding, welke in bonte kleuren is
aangebracht, lezen we
Ave Maris Stella Dei Mater alma
Atg. Semp. virgo foelix celi porta,
wat beteekentWees gegroet
Sterre der Zee, zegenrijke Moeder
van God en altijd Maagd, geluk
kige Poort des Hemels.
In plaats van het woord „Stella"
Oorspronkelijke Roman door
B. VIELER, schrijver van Mattesen
Ties de Kiesjeskel. Nadruk verboden.
2.
Misschien hoopte zij het ook nog
om een andere reden.
't Zou zeker erg leuk zijn, als
hij nu hier bleef, zei de Liefde. We
hebben hem zoo lang gemist. Hoe
langen tijd zou hij al wel niet meer
hier geweest zijn
O, dat is al lang.
De deur der huiskamer ging open
en de ontvanger trad naar binnen
Papa 1 Alfred Del motte is zoo
juist voorbij gereden. Zou hij nu
thuis blijven en zich als dokter hier
vestigen vroeg Lowies.
Als je daarop je hoop geves
tigd hebt, meiske, zul je bedrogen
uitkomen, 'k Weet er wel niets
met zekerheid van, want de oude
heer heeft er niet over gesproken
maar, na al hetgeen ik zoo nu en
dan vernomen heb, heeft die jonge
menschenvilder geen lust om platte
landsdokter te worden. Daarom is
hij ook nog na zijn examen in Am
sterdam gebleven om in de klinieken
te werken en zich in de chirugie te
bekwamen, wat nu eenmaal zijn
liefhebberij is. Er is een spreek
woord, dat zegt: De heelmeesters
snijden om te kunnen genezen en de
loodgieters maken een gat, om 't te
kunnen repareeren.
Nog dienzelfden avond zouden zi;
(sterre) staat er een ster geteekend
en. bezijden het beeld zien we
een groot aantal krukken opge
hangen, duidend op de wonder
bare genezingen op Maria's
voorspraak geschied. Ter rech
terzijde staan een man en een
vrouw geteekend met een inge
bakerde baby aan hun voeten.
O.L. Vrouw, Sterre der Zee,
schijnt dus bijzonder te zijn aan
geroepen voor een voorspoedige
bevalling.
Dit is wel de reden, dat deze
beeltenis, bij wijze van „Oscula-
torium" (kustafeltje) in het Ven
raysch „pits'', vereerd wordt door
vrouwen, die hun z.g. eerste
kerkgang doen, men noemt dat
„de pits pünen". Daarboven zien
we een Pater en een Pastoor
afgebeeld.
Ter linkerzijde staan dezelfde
personen afgebeeld, op den grond
zien we een kuipje met water,
waar twee beentjes boven uit
steken. De beteekenis is niet
duidelijk. Onder het p'aatje staat
in drie talen te lezen, dat dit het
miraculeus beeld is van Onze
Lieve Vrouw, dat in de kerk der
Minderbroeders te Maastricht
bewaard werd, n.l. in het Latijn,
Hollandsch en Fransch.
Tegelijk met bovenvermelde
feestelijkheden, zullen te Maas
tricht de plechtigheden plaats
vinden, verbonden aan de op
dracht der dekenaten Maastricht
en Wijk aan O.L. Vrouw, waar
mee voldaan zal worden aan een
der liefste wenschen aan onzen
beminden Bisschop.
Op Zondag 11 Juli zal tevens
een landelijk Derde Orde-Congres
aldaar worden georganiseerd voor
de Tertiarissen van Nederland.
Het programma van dezen dag
is als volgt
9.30 Pontificale H. Mis in de St.
ServaaskerK.
12.Concert op het Vrijthof.
2.Landelijk Derde Orde-Con
gres in de Basiliek van O.
L. Vrouwe.
3.Groote Heiligdomsvaart-pro
cessie en Maria-omgang.
Deze processie bestaat uit zeven
deelen:
1. Alle vaandels der stad en om
geving (pl.m. 600, waaronder vele
antieke paramenten).
2. De glorie van St. Servatius, uit
gebeeld in 12 praalgroepen.
3. De glorie van O. L. Vrouwe, uit
gebeeld in 30 kostbare groepen.
4. Het wonderbare kruisbeeld van
Wijk, voorafgegaan door 10 praal
groepen.
5. De Relieken der schatkamers van
St. Servaas, van de Basiliek en
de andere kerken van beide
Dekenaten, gedragen door pLm.
300 priesters.
6. Hunne Hoogw. Excellenties de
Bisschoppen, Hoogw. Abten en
Prelaten met gevolg.
7. De biddende parochianen en het
overige volk.
Na aankomst op het Vrijthof
plechtige opdracht van de Dekena
ten Maastricht en Wijk aan Maria.
Deze plechtige opdracht zal ge
volgd worden door een pontificaal
Lof in de openlucht, op een speciaal
daarvoor gebouwd monumentaal
rustaltaar.
i „Onze" Volkszang.
Er zij nog even aan herinnerd, dat
J er achter in de kerk in het boeken-
I stalletje blaadjes te vinden zijn,
waarop de „V'di aquam" gedrukt
staat. Iedereen, die dat nog niet
heeft of bij wie 't niet in zijn Z.A.M.
staat, kan zoo'n blaadje voor niets
meenemen. Kan 't nog gemakkelijker?
Laten we een nieuw punt van
bespreking onder handen nemen.
't Is wel precair, maar ik doe 't
toch. Ik wilde deze keerde aandacht
voor mij zelf vragen. Niet, dat ik
beweren, dat ik zoo belangwekkend
ben als "ik daar vanaf de dirigeer-
stoel allerlei grimassen sta te maken.
Natuurlijk nietIn zich is 't eigen
lijk 'n onding, dat iemand door ge
baren de aandacht afleidt van wat
't voornaamste is-
,,'n Goede vriend" maakte me
dezer dagen die opmerking. Ik gaf
hem onmiddellijk gelijk, maar.,.
Ja, altijd dat „maar".
Als er niemand dirigeerde, hoe zou
dan 'n heele kerk GELIJK kunnen
inzetten. Natuurlijk een of andere
keer wel, maar op den duur...
Als er niemand dirigeerde, hoe zou
een heele kerk gelijk kunnen blijven
onder het zingen. Stel je voor, dat
er ergens een zit, die van trekken
houdt; geloof me, die heele hoek
waar de bewuste, trekkende mijn
heer of juffrouw zit, gaat mee, Daar
is niets aan te doen. Eén rotte appel
enz. Ge kent 't spreekwoord wel,
nietwaar
Ergens anders zit iemand, die
voortdurend jaagt: onrust, ongelijk
heid, zyn het gevolg, 't Is vervelend
voor die in de buurt zitten. Ze doen
hun boek dicht, zingen niet meer
mee. Weer enkele liefhebbers van
volkszang minder.
't Is duidelijk, nietwaar, er moet
eenheid zijn. Dat is overal zoo en 't
is ook zoo bij de volkszang.
Om die éénheid te bereiken, moet
er één zijn, die de zang leidt. En
van U volkszangliefhebbers, wordt
alleen gevraagd een weinig attentie.
Opletten en kijken naar de dirigent
AllemaalOok die achter in de kerk
zitten of staan.
U behoeft niet bang te zijn, dat u
zóó kijkt, dat U mij van de dirigeer-
stoel wegkijkt
Tot de voigende keer
REM.
er meer van vernemen, want tegen
zeven uur, juist nadat ze het avond
maal gebruikt hadden, kwamen papa
en zoon Delmotte bij den ontvanger
op bezoek.
De meisjes waren nog bezig met
het opredderen van het servies,
zoodat ze de heeren niet had zien
aankomen.
Bonsjour meiskes, hoe is 't er
mee Wie wil het eerst aan mijn
hart Ha, ik zie 't al, Netteke,
loop maar niet weg Ik weet toch
wel, dat 't maar aanstellerij is. Nou,
je moet het zelf maar weten, 't is
anders go> d gemeend. En hoe gaat
het met u, ontvanger Ik heb m'n
diagnose omtrent u al gesteld en zal
u iets voorschrijven iederen avond
een bord karnemelkpap.
Dat weet de sehelm, dat ik
iederen avond karnemelk eet, lachte
de ontvaoger.
Nou, dan een ander levens
elixer: iederen avond eenige pintjes
oud bier 1
Of ik dat niet zonder jou raad
en permissie zou doeo. Maar gaat
toch zitten. Drinken ju'lie een glas
wijn
Nee; ontvanger, zei de oude
heer Delmotte, ik moet even na*r'
den secretaris, die wacht op me. j'
Maar straks kom ik in den Druiven-
tros, met u en de andere heeren een
potje kaarten. Alfred blijft zeker nog 1
een oogenblikje bij de dames en hij
komt me dan <vel afhalen Ik heb 't
wagentje tegen tien uur bij Aiowies
besteld Tot ziens dan dames. Jullie
moet morgen middag mei papa bij
ons op de thee komen, want Alfred
blijft slechts eenige dagen bij ons
doorbrengen.
Daarmee verlieten de beide oude
De kopziekte
DE LAATSTE WEKEN BE
REIKTEN ONS HERHAAL
DELIJK BERICHTEN, WAAR
IN VRIJ TALRIJKE STERF
GEVALLEN ONDER KOEIEN
TENGEVOLGE VAN DE z.g.
„KOPZIEKTE" GEMELD
WERDEN. WE WILLEN
ONZE LEZERS DAAROM
ONDERSTAAND ARTIKEL
BIJZONDER TER LEZING
AANBEVELEN.
Wanneer de koeien in het voor
jaar pas in het land gekomen zgn,
maken zij vaak een kwaden tijd
door. Vooral is dit het geval, als
het weer dan tegenloopt en koude
en regenvlagen de dieren meer doen
lijden, dan wel goed voor hen is.
Ziekte- en sterfgevallen blijven in
zoo'n slecht voorjaar dan ook niet
uit en het is vooral de kopziekte,
welke dan tal van slachtoffers maakt,
aldus lezen we in het „Dagblad van
N.-Brabant en Zeeland".
Gelukkig is men de laatste jaren
heel wat meer van deze vroeger zoo
geheimzinnige ziekte te weten ge
komen en is doordat een goede ge
neeswijze er tegen ontdekt is het
sterftepercentage belangrijk ver
minderd. Toch zal het altijd het
beste zijn om de ziekte te voorko
men en het is daarom, dat wij hier
op eenige bijzonderheden zullen
wijzen, welke het ontstaan van deze
aandoening in de hand werken,
i Naar onderzoekingen geleerd heb-
ben, zijn de ziekteverschijnselen in
hoofdzaak te wijten aan een ver
keerde samenstelling van het bloed
en wel doordat dit ontstaat tijdens
deu weidegang, een feit, dat zoo op
het eerste gezicht misschien eenigs-
j zins vreemd zal lijken.
De kwestie is echter deze, dat de
dieren, wanneer ze in de weide
komen, wat de hierboven genoemde
zouten betreft, in een soort van
evenwichtstoestand verkeeren, door
dat de in het bloed aanwezige hoe
veelheid nog juist boven het nood
zakelijke minimum is. Daardoor ver-
toonen de dieren dan ook niets geen
afwijkingen, terwijl verder ook niets
hun gevaarlyken toestand verraadt.
Er is nu maar heel weinig noodig
om dezen evenwichtstoestand te doen
omslaan, waardoor de zoutboeveel-
heid beneden het benoodigde mini
mum daalt en de ziekte-verschijnse
len dus zullen optreden.
Wordt er nu niet tijdig op de juiste
wijze ingegrepen, namelijk door het
tekort aan de zouten in het bloed
'aan te vullen, dan voert de aan
doening maar al te vaak tot den
dood. Nu meent men vaak ten on
rechte, dat, wat het optreden van
de kopziekte betreft, de eerste dagen
van het in de weide zijn beslissend
zijn. Dit is echter niet het geval,
want hoewel de meeste gevallen
spoedig na het in de weide komen
optreden kunnen wanneer de om
standigheden ongunstig zijn, zelfs
na weken nog ziektegevallen voor
komen.
Het zijn meestal de beste koeien
welke de ziekte krijgen, waardoor
de schade des te grooter wordt.
Reden temeer dus om de dieren
goed in het oog te houden en zoo
dra zich verdachte verschijnselen
voordoen, ze te laten behandelen.
Dikwijls is het eerste wat we zien,
dat ze minder eten, minder melk
geven en een vertraagde ontlasting
hebben.
Ook voelen ze vaak koud aan,
vooral de ooren en de pooten.
Spoedig neemt de ziekte toe en
ontwikkelen zich meer duidelijke
afwijkingen. De dieren worden schrik
achtig en onrustig, ze loeien veel,
kgfcen veel in het rond en hebben
een eigenaardigen stijven gang. Ook
rillen ze vaak en kauwen voort
durend terwijl ze toch niets in den
bek hebben.
Spoedig verergeren de verschgn-
selen en worden de dieren slap en
slingerig. Weldra vallen ze neer,
krijgen krampen en verliezen ten
slotte geheel het bewustzijn, waarna
de dood meestal spoedig intreedt.
Het spreekt vanzelf, dat, hoe
ernstiger verschijnselen de dieren
vertoonen, hoe kleiner de kans op
herstel. Daarom dan ook, dat ze zoo
spoedig mogelijk behandeld dienen
te worden. Deze behandeling bestaat
in het inspuiten in de bloedvaten
van een vloeistof, welke de zouten
bevat, waar het organisme juist een
tekort aan heeft. Het gevolg van
zoo'n inspuiting is dan ook, dat in
de meeste gevallen de dieren na
korten tijd geheel herstellen. In
ernstige gevallen blijkt soms eeD
herhaald ingrijpen noodig te zijn.
Beter voorkomen dan
genezen.
Beter is het echter voor den eige
naar, om het niet zoover te laten
komen en tijdig maatregelen te
nemen, waardoor het optreden van
de ziekte zooveel mogelijk voorko
men werd-:. Nu zal dit heusch niet
altijd gelukken, zooals we straks
zien zullen, maar het verdient toch
alle aanbeveling om de dieren niet
in die omstandigheden te brengen,
welke, naar de ondervinding geleerd
heeft, het optreden van de ziekte
verschijnselen in de hand werken.
En welke zgn die omstandigheden,
zal de lezer zich afvragen. In de
eerste plaats een sterke eiwitrijke
voeding. Door het teveel aan eitwit
heer- n het huis, en de jongelui ver
huisden naar het kabofke. Ze zaten
er knusjes bijeen, heelemaal op hun
gemak: 't hadden broer en zusters
kunnen zijn.
De jonge dokter opende het ge
sprek
Netteke, was macht die liebe
Je begint aan den verkeerden
kant, malle kerel
Ja maar, antwoordde de als
onwijs betiteldeAmor ordinem
nescit: liefde kent geen regel; alhoe
wel de vrouw van onzen pachter op
Menselenhof niet wou toestaan, dat
de tweede dochter trouwde voor de
eerste. Daarom kon je wel eens ge
lijk hebben Netje Heeft jullie papa
ook de bepaling gemaakt, dat jullie
in dezelfde volgorde moeten gaan
als je gekomen bent?
Met al zijn geleerdheid is hij
er nog niet veel ernstiger op gewor
den, vindt je we), Sylvie wierp de
jongste ertusschen.
Dat moet ook niet, antwoordde
de jonge dokter. De menschen wil
len tegenwoordig geen dokters meer
met ernstige gezichten; je moet de
pétienten met een vroolijke snuit
trachten te hypnotiseeren en hen de
ellende doen vergeten. Een vroolijk
gezicht gaat boven alles 1 Je kunt
me gelooven als je wilt of niet, de
vorige week heb ik in 't ziekenhuis
een kerel met een lachend gezicht
de maag uit zijn boddy genomen,
schoongemaakt en mot vrij opge
poetst er weer ingezet.
Haha, je kunt nog even goed
opsnijden als vroeger. Ja, die arme
man zal daarbij wel hard gelachen
hebben I
Ik heb ook niet beweerd, dat
hij gelachen heeft; maar ik, omdat
de prof een ui tapte bij 't uukrabben
van de maag.
Brrr hoe akelig
Heelemaal met 't wordt heel
zuiver behandeld, nog zindelijker dan
in een abattoir.
Schei uit, viezerik 1 Vertel nu
maar eens wat anders. Ben je nou
voor goed hier gekomen om je als
dokter te vestigen onderbrak hem
Sylvie.
Op dit oogenblik kwam Lowies
weer binnen, op een blaadje droeg
ze eenige glazen, die ze op tafel
tusschen het gezelschap zette.
Jij lust zeker wel een glaasje
bowl, Alfred vroeg Lowies, terwijl
ze terugging om de meid, die juist
binnenkwam, een glazen bowlkom
uit de hand te nemen.
Ha riep de dokter. Nog wel
aardbeienbowl 1 Nou, die lust ik wel
en deze aardbeien zien er zoo heer
lijk frisch uit. Zeg, Sylvie en Netje,
jullie moet maar niet meer denken
aan 't geen ik zoo juist gezegd heb
van die man in 't ziekenhuis
Bah I hoe ongemanierd I Echte
studentenopsnijderij
Nee, Sylvie, dat is 't toch
heusch niet 1
Kom, schei nou uit, Alfred
Spreek over iets anders. Lowies geef
mij maar geen aardbeien in mijn
glas
Mij ook niet 1 riep Netteke.
Wa's dat nou En jullie hou
den anders zoo van aardbeien
Je hebt nog niet gezegd, Al
fred, begon Sylvie, om het gesprek
op een ander thema te brengen, of
je nu voorgoed hier blijft.
Nee, meisjes, ik blijf slechts
een paar dagen hier en ga dan naar
Parijs. Ik heb door bemiddeling van
wordt namelijk de goede verhouding
der bloedzouten verstoord en zal er
een tekort aan bepaalde zouten
optreden. Dit vooral bij de dieren,
welke brj het in de weide komen al
in wankelbaar evenwicht, wat hun
zouten betreft, verkeeren. Voer ze
dus zeker geen krachtvoer bij, want
het jonge eiwitrijke gras kan in dit
opzicht al kwaad genoeg doen. Daar
vandaan dan ook, dat men juist in
de beste weiden het meeste last van
de ziekte heeft
Een andere omstandigheid, welke
het optreden van de ziekte in de
hand werkt, is koude.
Koud en guur weer gaat meestal
gepaard met een sterke toeneming
van de kopziekte-gevallen. Wees
daarom verstandig en stel de dieren,
welke pas buiten zijn en wier bloed
niet heelemaal zuiver is, waarvoor
aan het einde van den staltijd alle
kans is, nog niet extra op de proef,
door ze in het jonge gras ook nog
koude te laten lijden. Denk niet dat
in zoo'n geval 'n dek voldoende zal
zijn, want door den kouden wind
koelen de dieren vooral des nachts
toch nog sterk af. Stal ze daarom
liever weer op, of haai ze althans
des nachts binnen. De last, welke
dit met zich meebrengt, weegt heusch
wel op tegen de mogelijke schade.
<WKER>
'n "Akkertje''
beschermt U!
Als 't gure weer U koud en rillerig
doel ihuis komen en voor 'n zware
verkoudheid, zelfs voor een griep
aanval doel vreezen, neem dan voor
'i naar bed gaan een "AKKERTJE"
Ge voorkoml dan veel narigheid en
slaal morgen gezond en prellig op!
fie&i-istidtch Ongeëvenaard bij Griep,
Product gevalle kou, rheumalische
pijnen, Zenuwpijnen, enz.
12 sl. 52 cl. Zakdoosje 20 cl.
Geven en....uitgeven.
Hoe is de verhouding 1
Er is tegenwoordig enorm veel
noodig voor allerlei goede werken,
Crisis, malaise, werkeloosheid bren
gen groot ere armoede en gebrek;
particulieren en liefdadige instellin
gen en vereenigingen worden voort
durend aangeklampt om steun
„stille" armen nemen in aantal toe
een zich steeds God zij dank
uitbreidend missiewerk bidt en
smeekt om hulp in het moederland
der missionarissenallerlei acties,
hoogst noodzakelijk in onzen tijd,
kunnen zich niet uitwerken zonder
milde bijdragennieuwe en oude
kerken vragen om geldbezuiniging
op regeeringssubsidies maken de
ondersteuning van particulieren
noodzakelijk, willen zij anders niet
ten gronde gaan, enz. enz.
Er wordt enorm gevraagd, er
wordt enorm gegeven, maar er wordt
enorm meer uitgegeven
Is daar dan verschil tusschen
We bedoelen diter wordt enorm
gegeven door de menschen voor
goede werken, maar er wordt enorm
meer uitgegeven voor, wat we kort
heidshalve zouden willen noemen
luxe, weeldeuitgave, dus voor zulke
dingen welke men eigenlijk niet
noodig heeft of althans lang niet in
die mate noodig heeft, als men er
voor uitgeeftuitgaan, plezier, ver
tering (sigaren, bier, wijn, borrel,
reizen, bioscoop, tooneel, voetbal
wedstrijden, kermis, vastenavond, bal
en danspartijen, chique in huis, diners,
soupers, enz. enz.
We behoeven er hier niet over te
spreken, dat „men toch ook wel
eens iets mag hebbenniemand zal
dat betwisten, maar.... men zal ook
niemand behoeven aan te sporen om
„dan ook wel eens iets te hebben
Neen, we willen zeggenhoe is
de verhouding tusschen uwe luxe
uitgaven (plezier, uitgaan, vertering)
en uwe uitgaven voor goede werken?
Bijvoorbeeldals ge een gulden
uitgeeft voor plezier enz., geeft ge
dan b.v. daartegenover een dubbeltje
uit voor goede werken Ofis de
verhouding nog betervoor beide
evenveel Of is de verhouding juist
andersomb.v. een dubbeltje voor
plezier enz. tegenover een gulden
voor goede werken
Mogen, ja moeten we daaromtrent
niet eens af en toe een klein ge
wetensonderzoek houden Gewetens
onderzoek, want ieder mensch, zeker
ieder christenmensch, moet, is in
geweten verplicht, van zijn overvloed
aan goede werken te besteden en
mijn vriend een plaats gekregen als
assistent aan de Ecole pratique de
médécine, waardoor ik hoop gelegen
heid te vinden, mij nog verder te
bekwamen Wat ik later ?al doen,
weet ik nog niet, doch 't is heel
waarschijnlijk, dat ik me nooit hier
zal vestigen.
Je hebt wel hooge aspiraties,
Alfred, zei Sylvie. Ik weet niet waar
ik 't eens gelezen heb: De Nemesis
bedreigt dengene, die overstout is
in zijn aspiraties en bemoeingen,
zelfs da-', wanneer hij 't doet met
de bedoeling een ander te helpen;
stellig echter wannee.- hij luchtkas-
feelen bouwt, zooals we 't in de
jonge jaren gaarne doen.
Allemachtig wat een geleerd
heid Nou, laten we eerst eens
klinken Prosit, vriendinnen mijner
jeugd. Ik hoop, dat ik 't ook nog
zal mogen zeguen wanneer we allen
witte haren hebben.... Maar, om op
mijn plannen terug te komen. Kijk
eens, ik ben ervan overtuigd, dat ik
hier als dokter wel practijk zou
vinden. Zoo heel benijdenswaardig
is dat baantje van dorpsdokter nou
niet. Dag en nacht in weer en wind
rond te jakkeren, zieken te hebben,
die meestal je raad niet opvolgen,
ofwel pas bij je komen, als ze al
half dood gekwakzalverd zijn, totaal
verstoken te zijn van eenigen op-
wekkenden, intellectueelen omgang
met collega's, dat is voorzeker niet
zoo erg aanlokkelijk. En dan. 't is
wel waar, dat ik nu reeds 'n heele
boel geleerd en gestudeerd heb,
maar wat ons verheft, is niet wat
we reeds kunnen, maar wat wij nog
willen volbrengen. Dat is 't wat me
voortstuwt, begrijpen jullie
Ze begrepen 't, maar t was des-
Op elk "AKKERTJE" komt de naam
AKKER voor in "ruit"-vorm. Let
hierpp en weiger elke namaak!
in die mate als hij kan. In zooverre
is het een particuliere aangelegen
heid, die echter ook een socialen
kant heeftdat de menschen op
deze wereld zyn om elkander te
helpen en dat het niet volgens Gods
bedoeling kan zijn, dat de eene in
overvloed zwemt en de andereD ver
gaan van armoede.
Maar nog eenshce is die ver
houding Kunt gij met de hand op
Uw hart verklaren dat die verhou
ding christelijk is, menschlievend is,
ook zelfs, al geeft ge voor allerlei
goede werken
Het is zeker, dat, in het algemeen
gesproken, die verhouding zeer, zeer
scheef isDat, met andere woorden,
de luxe uitgaven (plezier, uitgaan,
vertering, chique) de uitgaven voor
goede werken enorm overtreffen.
Ge gaat een avond uit, betaalt
zooveel aan entree, maakt vertering
ge gaat op reis, blijft misschien
dagen, weken uit, kost U zoo en
zooveel ge gaat naar een voetbal
match (Düsseldorf of Antwerpen
of Rotterdam) kost U aan entree,
reis en verteering zoo en zooveel
ge wilt het chique hebben in
huis, zooveel en zooveel ge hebt
sigaren en wijn noodig en drank in
café kost U jaarlijks zoo en zoo
veel er worden diners en soupers
gegeven, kost zooveel en zooveel
er moeten weer nieuwe costumes
enz. zijn, kost zoo en zooveel er
is kermis en carnaval, er zijn zittin
gen, er zijn bals, er zijn optpehten,
kost U zoo en zooveel er zyn
telkens nieuwe overweldigende films
en operettes en revues, moet ge toch
gezien hebben, kost, alles bij elkaar,
zooveel en zooveel.
En, zonder te mopperen, geeft ge
allemaal dat geld uit, en 't loopt per
jaar minstens in de tientallen gul
dens, als 't niet honderdtallen zijn.
En nu
Daar is een bedelpreek in de kerk;
daar is een lotery voor een liefdadig
doeldaar is een uitvoering voor
een goed werkdaar is een collecte
langs de huizen voor een liefdadige
instellingdaar is een bloempjes-
of speldjesdag voor een werkloozen-
kamp daar is een spreekbeurt van
een missionaris over zijn missiewerk
enz. enz. en: „met dat gebedel dea
ganschen tijdik geef niets meer
daar kunnen we niet allemaal aan
mee doen het houdt ook niet op
weer wat anders" enz. enz. en
vooral door hen, die naar verhouding
het minste geven en het beter kon
den geven.
niettem n een ontgoocheling.
Toch is 't jammer 1 zuchtte
Sylvie.
Maar je zult toch nu en dan
wel eens naar huis komen je papa
is toch ook Tiiet meer van gisteren,
merkte Lowies op,
O, ja, zei Alfred, natuurlijk zal
ik wel eens wat vacantie nemen. Ik
kom altijd nog gaarne naar Holtum
en zijn bekoorlijke schoonen!
Hé. dat heeft hem moeite ge
kost, dat complimentzei Netteke,
die een tijdlang erg sip had zitten
kijken
Ja, beaamde de jonge arts, ik
ben blij, dat ik 't er uit heb. Maar
nu moet ik opstappen, want de oude
heer zal op me wachten en ik moet
me toch ook even bij zijn vrienden
laten zien. Nu, tot morgenmiddag
dan. Kom jullie maar vroeg, ik zal
zorgen, dat er lekkere aardbeien zijn.
Adjuus dan. schatjes.
Daarna vertrok hij naar den Dui-
ventros.
Alfred Delmotte was de eenige
zoon van den heer Constant Del-
mótte, die op Otterbeek woonde,
ongeveer twintig minuten van het
dorp verwijderd
De familie stamde uit Zuid L:m-
bura. doch was sedert twee generaties
1 in Holtum gevestigd.
I Volgens de opvatting der menschen
g nds in de streek, die geen begrip
van kapitalen hadden, was meneer
Delmotte „bulkriek". Hij bezat dan
ook wel een aardig vermogen, of
schoon men hem in den Haag nog
hoogstens bet predikaat „nogal be
middeld zou gegeven hebben.
Wordt vervolgd.