Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Buitenland.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 17 April 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 16
Onze Karnemelk
en Karnemelkspap
een heerlijk en voortref
felijk voedsel voor jong
en oud.
Coöp. Zuivelfabriek
„VENRAY"
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEPRIJS1 tot 8 regels 60 ct.
per regel 7Va ct. Bij contract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY I ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 c{-
Telefoon 51 Giro 150652 Buiten Venray p. kwartaal 75 ct. Afz. nummers 5 een1-
PAREL
DER PEEL
een frissche drank,
een gevraagde
lekkernij,
een zeer voedzaam
product,
overal verkrijgbaar.
Wie het kleine niet
eert.
Een ieder die de titel van dit
artikel leest, zal voor zichzelf
wel het spreekwoord aangevuld
hebben. En inderdaad het spreek
woord wie het kleine niet eert,
is het groote niet weerd, is een
volkomen juiste gedachte. Het is
van toepassing op alle dagelijk-
sche zaken.
Een artikeltje in de New-Yorker,
een in New-York verschijnend
weekblad, bracht ons op de ge
dachte, het spreekwoord eens
wat nader te bekijken. In de
New-Yorker dan vertelde een
zekeren heer Miller dat hij ge
durende eenigen tijd opdracht
had, na te gaan welke bezuini
gingen er nog konden worden
aangebracht in een groot Ameri-
kaansch Warenhuis.
De directie had hem van te
voren eenige tips gegeven Miller
echter wilde zijn eigen inzicht
laten werken en in stede van te
beginnen bij de groote financieele
aangelegenheden van het waren
huis, zette hij zich aan de kleine,
Hij controleerde gedurende eenige
weken alle paktafels en kantoren
met het doel, te berekenen welke
bezuinigingen daar nog aan te
wenden waren. Toen hij daarmede
eenigen tijd bezig was, deelde
hij zijn bevindingen aan de direc
tie mede. Deze lachie de man
hartelijk uit wantzijnberekeningen
gingen over.... pakpapier, paper
clips, touw, drukwerk en het
loon dat besteed werd aan de
bezorging der gekochte goederen.
Miller was n.l.totde conclusie
gekomen dat hierop aanmerkelijk
bezuinigd kon worden, niet ten
koste van de goede naam van
het warenhuis, maar uitsluitend
op grond van het feit, dat er op
genoemde afdeelingen met groote
nonchalance te werk werd gegaan.
Toen hij dan ook met cijfers
kwam, sloeg de meening der
directie spoedig om en gaf deze
van haar bewondering voor Mil
ler's inzicht blijk. Wat was het
geval Miller was tof de conclusie
gekomen dat door nonchalance
en verspilling van het personeel
der paktafels aan pakpapier,
paperclips en touw voor een
totaal bedrag van 2.338 dollar
jaarlijks werd verspild, op de
kantoren werd aan drukwerk ver
knoeid (verkeerd invullen, foutief
gebruik, enz.) voor een bedrag
van 5.421 dollar. Het meest was
echter de directie van het waren
huis verrast toen zij hoorde welk
bedrag er jaarlijks op de afdeeling
„bezorgen" kon worden bezui
nigd.
Doordat de verkoopers en
verkoopsters te weinig de klanten
wezen op de onbillijkheid van
het laten bezorgen van kleine
pakjes, werd op deze post alleen
reeds aan arbeidsloon een bedrag
van 9.473 dollar per jaar te veel
uitgegeven. Afgezien dan nog van
de kosten die daardoor extra
gemaakt werden ten opzichte van
benzine, slijtage, rijdend materiaal
etc.
Mr. Miller constateerde verder
dat het personeel lang niet altijd
voorzichtig met den inventaris
van het gebouw omsprong. Aan
onnoodige reparaties en vernieu
wingen werd hierdoor jaarlijks
5700 dollar te veel uitgegeven.
De zaak was dus na eenige
weken reeds een bedrag van
22.932 dollar op het spoor ge
komen, welk bedrag absoluut
niet had behoeven uitgegeven te
worden en welke uitgaven wer
den veroorzaakt door groote
nonchalance en verkwisting.
Het eigenaardige van de heele
kwestie is echter, dat het hier
bijna uitsluitend kleine zaken
betrof, welke de groote bezuini
gingen mogelijk maakten.
Hierin zit dan ook een wijze
les voor een iedereen
Hoe dikwijls gebeurt het niet,
dat een huisvrouw van haar man
opdracht krijgt wat meer te be
zuinigen en hoe vaak gebeurt
het dan ook niet, dat men deze
maatregelen gaat nemen op een
geheel verkeerde wijze.
Men zegt de krant op, men
bezuinigt op eten, kleeding enz.
Hiermede echter doet men meest
al het kwaad te niet, doch de
bezuinigingen hadden ook op
ander terrein genomen kunnen
worden, zonder bepaalde groepen
ernstig te benadeeien
Men vergat de kleinere dingen
te controleeren (overdanig water
gebruik, te veel rooken etc.)
Men dient niet te rekenen met
dagen. Als men het jaar als norm
neemt en er wordt bijv. per week
f 1uitgegeven aan dingen, die
even gemakkelijk gemist konden
worden, dan scheelt dat f 52.
Heeft men dan nog enkele din
gen opgespaard, welke het oog
als onbelangrijk beschouwde dan
kan men verbaasd staan over de
resultaten
Ook de middenstand kan haar
les hieruit trekken.
In het zakenleven kan minstens
zooveel bezuinigd worden, zonder
daarmede een nadeelige invloed
uit te oefenen op klanten, lever
anciers enz.
Herinnering aan
twee ontzettende
scheepsrampen.
Het Godsgericht aan de Titanic
Het menschengericht aan de
Lusitania.
De mensch kan er zich. op beroe
men, dat hij de schuld heeft de
eenige schuld aan een der groot
ste rampen, welke het scheepvaart
verkeer ooit heeft opgeleverd, d.i.
aan het vergaan van de Lusitania.
Op 7 Mei 1915 voer dit trotsche
zeekast el met 1900 passagiers rustig
over de wijde, stille watervlakte van
den Oceaan, toen een Duitsch duik
bootcommandant het bevel gaf, een
torpedo op den varenden reus af te
schieten. Een paar ontploffingen, ge
kraak, geschrei, doodsangst en....
1260 mannen, vrouwen en kinderen
vonden den dood in de golvenmet
een vloek op de lippen om wat de
onbekende medemensch hun aandeed,
gingen ze ten onder. Lafhartig ver
moord. Geofferd aan menschenwaan.
Volstrekt noodeloos.
Geen enkele grootheid is uit dezen
ondergang geboren. Er was slechts
verachting voor de moordenaars,
weedom om de slachtoffers. Noch in
den opzet, noch in het gevolg lag
iets omsloten van ware heroïek.
Deze groote scheepsramp staat
geboekt op het conto der mensch-
heidde herinnering er aan wekt
slechts huiver en afschuw.
Er gaat haast geen maand voorbij
of hier ergens ter wereld gaat een
schip en gaan mét het schip, men-
schenlevens, te loor.
Voor zoover die ongelukken zijn
te wijten aan de krachten der natuur
zijn ze te beschouwen als gericht
door Gods hand, d.i. naar de Voor
zienigheid van Hem, die de natuur
haar geweld laat ter loutering van
hen, die Hij naar Zijn beeld schiep.
Aan de natuurlgke rampen ter
zee is niet alleen de jammer en
ellende verbonden, welke het onder
gaan van de Lusitana kenmerkte.
De hoogste nood, waarin de natuur
driften den mensch kunnen bren
gen, versmelt diens gemoed ook
veelal tot was in Gods hand.
De nood brengt de ziel vaak dich
ter tot den Vader, dan voorspoed
het ooit vermag te doen.
De nood, ons gevoelen van onver
mogen tegenover de krachten der
schepping, wekt deugden, welke
sluimerend in ons dreigden ten on
der te gaan.
Hoeveel menschelijke helden zijn
er aldus niet gekweekt aan onze
kusten. Hoevele schipbreukelingen
zijn er niet met volle overgave aan
den Wil Gods gescheiden uit het
leven, dat hen voorheen nimmer de
gelegenheid scheen te hebben ge
boden om zich zgn roeping bewust
te worden.
We denken aan den ondergang
van de Titanic, het zusterschip van
de Lusitania. We denken daaraan,
nu het dezer dagen 25 jaar geleden
was, dat dit duidelijke Godsgericht
plaats greep.
Aan dit ODgeluk had geen mensch
in den directen zin des woords
eenige schuld. Integendeel had de
mensch alles gedaan om een ramp
te voorkomen; hij meende zelfs zóó
veel te hebben gedaan, dat een ramp
als mogelijkheid volledig was uit
geschakeld.
In de dagen van de Titanic leefde
er een geslacht, vol trots en zelfbe
wustzijn. Alle wonderen, alle voor
uitgang der negentiende eeuw waren
kinderspel, vergeleken bij wat de
twintigste brengen zou.
Metropolen verrezen uit den grond.
Men sprak van het schier ongeloof
lijke, dat Marconi wrochtte. Reeds
kon een schip, midden op den Oce
aan, met de kust in telegrafische
verbinding blijven. De aviatiek nam
zijn opgang.
In deze periode werd de Titanic
gebouwd, het groot3te ter toenma
lige wereld. Alle nieuwste vindingen
werden daarbij toegepast en trots
bestempelden de bouwers dit kas
teel als onverwoestbaar, onzinkbaar
onvergankelijk, kortom: als de Ti
tanic.
En op zijn eerste reis ontmoette
dit scbip een anderen kolos op zijn
weg, een machtig, uit de Poolzee
afgeschoven stuk ijs, door de natuur
„gebouwd", zonder toepassing van
eenige technische vinding, voorzien
van niets dan van zich zelf: mach-
tig-massief.
En de Titanic ging onder aan deze
ontmoeting; 1500 menschen kwamen
om in de golven. De wereld heeft
zich nooit zoo ontzet betoond.
Gods wil In ieder geval: Gods
toelating. En wat zouden we ons
vermeten te oordeelen
Had de mensch zijn les, deze lou
tering niet van noode
De schok van de Titanic op de
ijsberg, stootte de menschheid terug
tot het besef der werkelijkheid, tot
het bewustzijn van zijn eigen nie
tigheid in het Algemeen Bestel. Het
vertrouwen in eigen vermogen ont
ving een zware deuk. iederjvist
het ineens weer, dat het eigen pogen
streven en arbeiden gepaard moest
gaan met het gebed om den zegen,
dien we altijd ter dekking van on
vermogen en eigen tekortkoming
zullen benoodigd hebben.
Vijftienhonderd menschen gingen
aan dit Godsgericht ten onder, maar
niet als het vergaan der Lusitania
nutteloos.
De wereld kreeg een les, die ze
verstond. En de slachtoffers ontvin
gen de gelegenheid om te sterven
in een conditie, zooals eenieder van
zijn eigen overgang slechts durft
verhopen.
Alle deugd, die in den mensch
sluimerde, kwam bij den ondergang
van de Titanic, met kracht en in
volle schoonheid naar boven. Dat
leeren ons de eenstemmige verhalen
van de 655 geredden.
Eenieder schijnt in dien ontzet-
tehden nacht gedaan te hebben wat
zijn eer, zijn geweten en zijn waar
digheid hem voorschreven. Niemand
heeft aan zichzelf, een ieder schijnt
aan allen gedacht te hebben. Daar
was geen „sauve qui peut". Wan
neer men sterven moest, dan wilde
men eervol sterven.
't Scheepsorkest bleef spelen, aldus
de zwakkeren en angstigen bemoe
digend in het uur van doodsgevaar.
De officieren stonden bij de sloepen,
om ervoor te waken, dat vrouwen en
kinderen het eerst van boord gingen.
Passagiers hielpen mede bij het uit
oefenen der control. Menige echtge
noot nam afscheid van de vrouw, die
binnen enkele uren zijn weduwe, van
de kinderen die weldra halve wezen
zouden zijn.
En terwijl men zich inscheepte in
de sloepen, klonk op alle deelen van
het zinkende schip het steeds her
haalde maar op rustigen en zakelij-
keu toon gegeven bevel: „Women and
children, first" Éérst vrouwen en
kinderen
De grgsgebaarde kapt. Smith, de
gezagvoerder van het grootste schip,
dat thans reddeloos verloren was,
inspireerde allen door zijn voorbeeld.
Hij deed alles wat in zgn macht was
om zooveel mogelijk passagiers in
veiligheid te brengen. Hij sprak allen
moed in. Offervaardigheid was geen
offer meer, 't was een eer.
De laatste reddingsboot stak in zee.
Honderden mepschen stonden samen
gepakt op de thans sterk-hellende
dekken van de „Titanic". Zij maak
ten zich gereed te sterven onder be
vel van kapt. Smith.
Plotseling schreed deze naar de
verschansing, en sprong van het zin
kende schip. Hij had een kind gezien,
dat op het punt was te verdrinken.
Hij nam het op en zwom ermee
naar de laatste reddingsboot. Men
smeekte hem aan boord te komen,
maar bij zwom terug en nam zijn
post in op de „Titanic", waarvan nog
slechts een gedeelte boven water
uitstak.
De scheepskabel speelde niet meer.
Er heerschte doodsche stilte op zee.
En toen hoorden diegenen, die weg
voeren in de booten, plotseling de
sleepende tonen eener hymne. En
meer en meer stemmen versterkten
de muziek en over den nachtelijken
Oceaan golfde het als een gebed van
hen, die tot sterven bereid waren:
Naerer, my God, to Thee.
Even tho' it be a Cross that
raises me.
Still all my song will be,
Naerer, my God, to Thee.
Naerer to Thee.
't Gezang werd zwakker, want 't
schip zonk nu snel, en velen die eerst
gezongen hadden, hadden hun graf
in de golven reeds gevonden.
Ook geen muziek was meer te hoo-
ren, want de muzikanten waren ver
dronken.
Weer was het doodstil.
Maar opnieuw werd de stilte ver
broken.
„Be Britishklonk het door de
nacht.
't Was de stem van Kapt. Smith.
„Be Britishklonk het nogmaals.
En weer werd het doodstil.
„Be British!" klonk het ten derde
male.
En dit was het einde.
In alle Engelsche kerken ter we
reld, tot in de kleinste uithoeken der
Koloniën, werd op den volgenden
Zondag de hymme der Titanen ge
zongen: „Nearer, my God, to Thee".
Alom ter wereld herhaalde men de
nobele leus der ridderlijkheid: Women
first".
En in de harten van wat Engelsch
was, trilden de laatste woorden van
Kapt. Smith na: „Be Britisch
Na 25 jaar zgn we nóg gesticht
door het Godsgericht aan de Titanic.
Zelfs deze oude herinnering, is in
staat om deugd en adel te wekken
in onzen geest. Zóo richt God,om
te louteren.
Maar de herinnering aan de Lusi.
tania is en zal zal blijven: eene van
afschuw en ontzetting. Ze wekt on
deugd van bitterheid en haat. Ze
wekt het verlangen naar wraak en-
vergelding; zooals wrj deze voor recht
vaardig houden. We wetten de wape
nen op het oogenblik, we vermoorden
elkaar nutteloos en wreed op de slag
velden. We richten tot elkanders on
dergang.
Zal de menschengeest zóózeer ver
worden, dat we weer een grootsch
Godsgericht ter onzer redding be
hoeven
De Negus over het drama
in Abessynië.
In een interview heeft de voorma
lige heerscher van Abessynië, Haile
Selassie, merkwaardige dingen ge-
igd.
De ex-keizer leeft stil en eenzaam
in het Engelsche dorpje Bath. Hij
toeft daar als het jongste slachtof
fer in de lange rij van hen, die ten
prooi vielen aan de expansiezucht
der Europeanen.
De journalist, die een onderhoud
met deze tragische figuur had, zegt
er o.m. het volgende van:
Dat is toch niet het hoofd van
een oorlogszuchtig volk. Zijn stem
is zoo harmonieus, als geschapen
om verzen te zeggen. Hij zucht:
„Mijn volk zou zich op een heel
andere wgze hebben kunnen ver
dedigen als het thans gedaan heeft.
Maar wij waren er niet op voorbe
reid. Dat is mijn schuld. Ik geloofde
niet aan een oorlog...
En langzaam vervolgt hij dan,
met een stem waarin iets droome-
rigs ligtDa iederen zin volgt er
een groot stilzwijgen.
Wij waren er heelemaal niet ge
rust op, dat het buitenland zoo'n
oogje had op ons land.... en daarom
was het voor ons een groote vreugde,
toen wij in 1923 werden toegelaten
tot den Volkenbond. Vij waren ge
red.... Bij ons heeft het woord „bond"
een heilige beteekenis.
„De campagne van de „League of
Nations UDion" in Engeland en het
verschijnen van de Engelsche vloot
in de Middellandsche Zee hebben u
natuurlijk nog moed gegeven."
Dan licht hij even het hoofd om
hoog ja, dat herinnert hg zich nog.
Er ligt voor een oogenblik een
glans over zijn gelaat
„Toen ik een telegram ontving,
waarin mededeeling werd gedaan,
dat Engelsche kruisers in Gibraltar
waren aangekomen dacht ik bij
mezelf ik heb toch gelijk gehad dat
ik vertrouwen bleef koesteren.
Maar...."
„Indien ik het geweten had, zou
ik met Mussolini een accoord heb
ben gesloten. En ik zou aan mijn
volk die vreeselgke beproevingen
hebben bespaard, die nog niet ten
einde zijn."
De correspondent schrijft dan
Ik zie in den geest, hoe de keizer
van Abessynië in zijn hoofdstad het
volkenbondshandvest leest, vol be
wondering voor de Westersche vol
ken, die hun gedrag alleen beheerscht
willen zien door de meest verheven
beginselen.... om korten tijd later tot
de bevinding te komen, dat de
regeeriDgshoofden evenals vroeger,
haast onafwendbaar geïnspireerd
worden door hun eigen nationale
belangen, waarvoor zij de verant
woordelijkheid dragen.
Ik stel hem nog een vraag
„Zoudt u het plan Laval-Hoare
aanvaard hebben
„Als de volkenbond me gezegd zou
hebben het te aanvaarden, zou ik
het onmiddellijk gedaan hebben."
Een oogenblik lijkt het me toe,
dat een waas van woorden optrekt
en dat ik twee menschen tegenover
elkaar zieden consul Mussolini
met zgn zucht om aan hetRomein-
sche Rgk expansie te geven, en den
koDing der koningen met zgn kalme
waardigheid.
Zg staan tegenover elkaar en ze
hebben een oplossing gevonden. De
vrede bleef gehandhaafd. Maar dan
hoor ik niets dan gepraat in de
ruimte, juridische formules, gdele
beloften.
De klacht van den negus achter
volgt mehet is een pijnlijk iets,
waarin 'n groote spijt en een stil
verwijt liggen
„En wie zal nu een einde maken
aan het Igden van mijn volk
Het rommelt in Rusland.
De knoet heerscht in Rusland,
ondanks alle frasen, dat het prole
tariaat er de macht in handen zou
hebben.
Alles heeft blindelings te gehoor
zamen aan dictator Stalin, typeerend
genoemd de roode tsaar. Critiek is
niet toegestaan en tegen elke oppo
sitie of wat als zoodanig bestempeld
wordt, treedt men meedoogenloos op
en deswege zijn reeds honderd
duizenden zonder vorm van proces
terechtgesteld.
Deze wreede terreur kan echter
niet verhinderen, dat er op gezette
tijden hevige spanningen in het volk
ontstaan, die een uitweg vinden in
opstanden, aanslagen en sabotage.
Wij maakten daarvan reeds vaker
melding en thans komt weer een
zeer ernstig geval van sabotage aan
het licht, dat den naam van revolutie
mag dragen.
Een bericht uit Riga van de zijde
der regeering zegt er o.m. bet
volgende van
De bevolking van Uzsekistan heeft
zich schuldig gemaakt aan zeer
ernstige daden van sabotage, welker
gevolgen nog niet zgn te overzien.
A'le spoorwegen in dezen staat
zijn geblokkeerd door 38 treinen, die
onbeheerd op de rails zijn blijven
staan, nadat zg door de bewoners
der naburige dorpen waren leegge
plunderd.
Bijzonder hevige onlusten hebben
zich voorgedaan in de stad Taskent,
waar de gepoe op de menigte het
vuur moest openen.
In dezelfde stad zijn ernstige
daden van sabotage gepleegd. Vol
gens de officieele statistiek werd het
transporlplan daar voor slechts 35
procent verwezenlijkt, terwijl de
helft van het rollend materiaal buiten
gebruik was gesteld door de anti
communisten.
Radiogrammen uit het verre Oos
ten der sovjet-unie melden, dat te
Chabarowsk een uitgebreid complot
tegen de regeeriug is ontdekt. De
autoriteiten ontdekten een tot in
details uitgewerkt plan, volgens
hetwelk aanvallen zouden worden
gedaan op alle levensmiddelendepots
in het Oosten der sovjet-unie.
De radio met 200 millioen
luisteraars.
De getallen, die de directeur van
Radio Vaticana, Pater Soccorsi,
onlangs in een lezing naar voren
bracht, geven ons eenig idee van de
onschatbare propaganda-waarde van
de radio.
In Europa zgn 466 zendstations,
in Amerika 700, terwgl er in totaal
on-eveer 50 millioen toestellen zgn,
waarvoor men ongeveer 200 millioen
luisteraars kan rekenen.
De zendstations nemen nog voort
durend in aantal en in sterkte toe.
Men kan aannemen dat het aantal
toestellen ieder jaar met minstens
zes millioen toeneemt. Het huidige
Rusland maakt van de radio vooral
gebruik als propaganda-middeler
zijn daar 5200 radio-centrales en
700 000 ontvangtoestellenoveral
zijn luidsprekers, in de straten, in
de fabrieken en in de kantoren. In
62 verschillende talen zenden Russi
sche stations hun programma de
wereld in.
We kunnen bij het beschouwen van
deze geweldige getallen gerust con-
cludeeren, dat het goede in de pro
paganda door de radio verre in de
minderheid is tegenover het kwade,
het goddelooze of het zoogenaamde
„neutrale".
Dit bewustzgn moge eiken katho
liek tot de overtuiging brengen, dat
hij zijn eigen omroep behoort te
steunen, zooveel hij kan. Dat is even
noodzakelijk als handhaving en ver
steviging van onze Katholieke school,
de Katholieke jeugdorganisatie en
de Katholieke Pers.
De bewapeningswedloop.
Sinds de pogingen der Ontwape-
nings-conferentie zijn mislukt, is er
ten gevolge van onderling wantrou
wen een geweldige wedstrijd in
bewapening ontstaan tusschen de
groote mogendheden en zelfs de kleine
moeten tegen hun wil daaraan ook
al meedoen.
Men kan brjna geen blad ter hand
nemen, of het bevat bewapenings-
berichten.
Zoo heeft Engeland thans weer
een enorm vliegtuig-moederschip te
water gelaten.
Het is het langste schip, dat ooit
te Birkenhead van stapel liep. De
lengte bedraagt 240 meter, de wa
terverplaatsing 22.000 ton. Het schip
kan 70 vliegtuigen vervoeren.
De kosten van den bouw bedra
gen drie millioen pond sterling.
Trocpcnparade op Hitler's
verjaardag.
Op 20 April, den 48sten verjaardag
van rijkskanselier Hitier. zullen in
het geheele land volksfeesten worden
gehouden, die vooral in het teeken
van de banden tusschen staat, partij
en weermacht zullen staan. In den
Tiergarten te Berlijn zal Hitier een
groote troepenparade bijwonen.
VENRAY, 17 April 1937.
Drankwet.
Burgemeester ent Wethouders van
Venray brengen ter openbare ken
nis, dat op 8 April 1937 bg hen is
ingekomen een verzoekschrift van
Jan Michiel Hubertus LiDskens, tim
merman, wonende te Venray, Oirlo
E 30, om een volledige vergunning
voor den verkoop van sterken drank
in het klein voor de rechterbeneden-
voorkamer van een perceel gelegen
te Oirlo.
Binnen twee weken na de dagtee-
kening dezer bekendmaking kan ieder
tegen het verleenen van deze ver
gunning schriftelijk bezwaren bij
Burgemeester en Wethouders in
brengen.
Venray, 15 April 1937
Burgemeester en Wethouders voornd.
G. H. HOUBEN l.b.
De Secretaris,
VAN HAAREN.
Verkiezing voor de leden der
Tweede Kamer der Staten
Generaal.
De Burgemeester van Venray
brengt ter openbare kennis, dat
Dinsdag 20 April a.s. zal plaats heb
ben de candidaatstelling voor de
verkiezing der leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal.
Op dien dag kunnen bij den Voor
zitter van het Hoofdstembureau ter
secretarie van de gemeente Maas
tricht van des voormiddags negen
uur tot des namiddags vier uur
lijsten van candidaten worden inge
leverd.
Vanaf heden tot en met 20 April
a.s. zijn ter Secretarie van elke ge
meente, kosteloos verkrijgbaar for
mulieren voor candidatenljjsten en
voor de schriftelijke verklaring van
iederen op een lijst voorkomende
candidaat, dat hij bewilligt in zijne
candidaatstelling op deze lijst.
Venray 16 April 1937.
De Burgemeester voornoemd,
G. H. HOUBEN 1. b.
Keuring dienstplicht.
Bij de gehouden keuring voor de
dienstplichtige lichting 1938 werden
22 personen „geschikt" verklaard en
23 „voorgoed ongeschikt".
Been gebroken.
Het 12-jarig jongetje van J., Oos-
trumsche weg, had het ongeluk met
zijn rijwiel te vallen, waarb\j het een
been brak. Dr. Bloemen verleende de
eerste geneeskundige hulp, waarna
de jongen naar het St. Elisabeths-
ziekenhuis alhier werd overgebracht.
Zilveren kloosterfeest.
In Huize St. Servatius alhier her
dachten Dinsdag de eerw. Broeders
Endulis eD Remarus den dag waarop
zg voor 25 jaren hun intrede in het
klooster deden.
Des morgens werd door den Z. E.
Pater Gardiaan O.F.M. in de ge-
stichtskerk een plechtige H. Mis tot
dankzegging opgedragen. Na afloop
der kerkelijke plechtigheden mochten
de jubilarissen vele felicitaties in
ontvangst nemen, terwgl ook de
Fanfare van het gesticht een serenade
kwam brengen. In de namiddag had
een plechtig Lof plaats, terwijl
daarna in intiemeren kring feest
gevierd werd.
Aan de firma Tillemans alhier
is opgedragen, den aanleg der Centr.
Verwarming in het nieuw te bouwen
klooster met pension en kerk te
Sittard voor rekening der Zusters
van het Kostbaar Bloed.
Aan dezelfde firma is mede opge
dragen, den aanleg der Centrale
Verwarming in de Landbouwschool
St. Martinus alhier.
Esperanto.
Naar we uit goede bron vernemen
is men ook hier ter plaatse overge
gaan tot oprichting eener Esperanto-
club.
Dat in zeer veel plaatsen van ons
land reeds zulke clubs tot stand
kwamen is wel een bewijs dat er
veel interesse bestaat voor deze zoo
gemakkelgk te leeren wereldtaal.
Personen welke nog tot boven
genoemde club wenschen toe te
treden kunnen zich opgeven tot
uiterlijk 29 April bg een der onder
staande bestuursleden.
De eerstvolgende vergadering zal
gehouden worden in hotel „de Zwaan",
op 29 April 's avonds te acht uur.
Coenders, H.d.S. Veulen, Voorz.
P. Cleophas, Patersstr., Penn.
R. Tillemans, Eindstraat, Secr.
Beugelbond Venray.
Zondag j.l. speelde deze nog jeug
digen bond haar eerste zomerwed
strijden.
Venray ontving D.O.S. uit Yssel-
steyn. D.O.S. die dezen winter den
wisselbeker heeft gewonnen, zet de
zomerwedstrijden weer flink in, zg
won van Venray met 51.
De baan Janssen was in goede
staat. Jammer, dat zg nog niet aan
de eischen van den bond voldeed.
Dit is zeer zeker een voordeel voor
D.O.S. geweest.
Leunen kreeg „Ons Genot" van de
Heide op bezoek en wist deze met
51 te verslaan. Op beide plaatsen
bleek weer hoe zwaar de verantwoor
ding is van de leiders.
OOSTRUM. Op het Zondag vier
April te Montfort gehouden solisten
concours werden door de heeren H.
Poels een eerste prgs gehaald met
80 punten en den heer J. Verheijen
een derde prys met 64 punten in de
tweede afdeeling. De heer Joh. Ver-