TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Onbereikbare schatkamers der wereld. Geluksdroom Ons weekpraatje. Losse opmerkingen Krakelingen. Verkoudheid, hoest, bronchitis ABDIJSIROOP Zaterdag 13 Maart 1937 Acht en vijftigste Jaargang No 11 Zelfs dieren bewaken vele milliarden aan goud. De Vereenigde Staten van Amerika lieten voor eenigen tijd ver van de bewoonde wereld een ontzaggelijke kluis bouwen welke meer op een fort dan op een brandkast gelijkt. Militairen zijn er doorloopend op wacht en de modernste middelen zijn aan gewend om eventueeie overvallen te kunnen keeren. Wij willen nog niet eens spreken over de kosten van den bouw en bewaking van dit „brandkastje". Fort Knox is echter wel een tegenstelling met andere bewaar plaatsen van groote schatten in de wereld. De Amerikaansche Regeering zou wel vreemd op kijken als men haar voorstelde, haar goud te laten bewaken door schorpioenen of spinnen Als een der geheimzinnigste plaatsen waar nog aan milliarden goud en edelgesteenten moet verborgen zijn, wordt de schat kamer der oude Inca-stammen beschouwd. Deze Inca's stonden in de Grijze Oudheid reeds op zeer hoogen trap van beschaving. Pizarro, een Spaansch ontdek kingsreiziger, betrad in 1533 als eerste den Peruaanschen bodem en trof daar genoemde stammen aan. De oude scheeps-journalen uit dien tijd geven een treffend beeld van de groote rijkdom waarin de Inca's leefden. Paleizen geheel van wit marmer opge trokken, vloeren bedekt met goud en zilver, deuren geheel van zilver en bezet met edelsteenen. Hoe fantastisch deze verhalen ook mogen lijken, de onder zoekingen en opgravingen der geleerden brengen steeds meer de waarheid ervan aan het licht. Deze Inca's hadden een schat kamer waar veel goud en edel gesteente werd bewaard en deze plaats was slechts aan de Konin gen en bewakers ervan bekend. Oude documenten geven gebrek kige aanwijzingen hoe en waar men de schatten vinden kan en vele avonturiers trekken er heden ten dage nog op uit om te zoe ken, doch slechts enkelen komen terug. De enkelen welke nog terug komen zijn zoo gedemoraliseerd door de ontzettende ontberingen en moeilijkheden welke zij onder vonden hebben, dat de animo tot het vinden dier rijkdommen er geheel en al uit schijnt te gaan. Al de oude documenten welke wijzen op die onmetelijke rijk dom, waarschuwen voor het ge vaar aan het vinden er van ver bonden. Zij spreken van giftige deuren, giftige wanden, enz. enz. Het zal dan ook wel deze methode van bescherming der schatten zijn, welke het lot van reeds zoovele avonturiers bezegeld FEUILLETON. door JAMES OLIVER CURWOOD. heeft. In Zuid-Amerika, diep in de onherbergzame Andes, ligt vol gens overlevering eveneens een groote schat. Hier geen oude Inca-kluis, doch een verlaten mijn. Deze wordt echter bewaakt door- spinnen. Het is de z.g. Tarantuia- spin. Deze dieren kunnen reeds door een enkelen beet of steek de dood van een mensch bewerk stelligen en zijn niet veel grooter dan een gulden. En dan is het niet een honderdtal van deze dieren welke de verlaten mijn onbereikbaar maken, neen het zijn er duizenden en nog eens duizenden. Zij zijn uiterst gevaar lijk en strijdlustig, geen kleeding- stuk is bestand tegen hun aan vallen. Het uitroeien van deze dieren zou jaren en jaren in beslag nemen en het zou dan waarschijnlijk nog de vraag zijn of het lukken zou, kapitaal voor exploitatie te vinden. Een gelijk geval vindt men in Mexico in de bergen van Durango. Hier zijn het schorpioenen welke het den mensch practisch onmoge lijk maken tot de verlaten mijn door te dringen. Slechts een expeditie van 2 blanken en 5 Indianen (de twee blanken ver trokken met 14 Indianen doch er stierven er 9 van door de beten der schorpioenen is voor eenige jaren levend teruggekeerd. Zij deden fantastische verhalen over de rijkdom der bodem, doch gaven zelfs de moderne techniek geens kans van slagen. De schor pioenen waren zoo talrijk en van zoo verschillenden aard, dat men beter deed niet zijn leven in den waagschaal te stellen. In Zuid-Californië moet even eens een rijk goudgebied liggen. Hier is het echter de onmen- schelijke hitte welke het bloed in de aderen verdroogt en ver giftige dampen welke deze vallei tot een ware hel maken. Zij heet dan ook niet ten onrechte de „Vallei des Doods". Zoo is de wereld nog vol van groote schatten welke echter door de natuur beschermd wor den. Misschien heel, heel ver in de toekomst, als de wereld weer groote uitvindingen rijker is, misschien dat dan deze gebieden veroverd kunnen worden. En mogen wij de verhalen van over leveringen gelooven, zoo zal er dan een geweldige rijkdom bloot gelegd worden. NIEUW GUINEA. SCHRAAL ALS BEZIT. RIJK ALS BEGEEREN. WE MOETEN ER IETS MEE DOEN. In eiken mensch, althans in eiken man, leeft iets van den avonturier, die, onvoldaan met een streven naar de uitbating van het bekende, ver wachtingen bouwt op de gedachten aan datgene, wat het onbekende zou kunnen voortbrengen. Onze tijd laat den avonturen niet veel kans meer. De binnenlanden van Afrika, Australië en Zuid-Amerika 43. Hij voelde, hoe ze nog steeds krampachtig het pistool omklemde Zelfs toen, te veel buiten adem om te kunnen spreken, glimlachte ze tegen hem Hij nam haar op en spoedde zich naar het nauwe pad, daar bij er van overtuigd was, dat het dichte gebladerte hen aan de oogen van hun vervolgers zouden onttrekken Hij verbaasde zich er over, hoe licht ze woog. Als een kind lag zij tegen hem aan, half begraven onder haar mooie haar, en vaster klemde hij haar in zijn armen, terwijl bij zich haastte de hut te bereiken. Hij voelde, hoe zij zich dichter tegen hem aandrukte, waardoor haar hijgende ademhaling als een zachte liefkoozing zijn gezicht beroerde, en het was hem alsof hii hierdoor nieuwe krach ten kreeg. Haar hulpeloosheid gaf hem een groot gevoel van geluk. Toen ze het einde van de vallei bereikt hadden, voelde A!an, hoe er een zachte regen begon te vallen. Het uitzicht werd nu ook duidelijker. Hij liep een heuveltje op. Daar aan gekomen maakte Mary Standish zich uit zijn armen los. Het was, alsof zij weer geheel tot haar zelve kwam en in haar oogen vindt men nauwkeurig in Baedekers omschreven met aanduiding van de 1 plaatsen, waar men in comfortabele hotels stroomend koud en warm water kan overnachten. Noord- en Zuidpooltochten ge schieden tegenwoordig in vliegtuigen met afgesloten kajuiten, radio aan boord. Nova Zembla, waar onze voorouders overwinterden, omdat een seizoen-retourtje toen tot de onmogelijkheden behoorden, is nu een toeristenoord geworden voor dagjesmenschen. Zóó althans kan men zeggen als men er rekening mee houdt, dat de dag èn de nacht in het hooge Noorden een beetje langer duren dan ten onzent. Avontuur in den Oost hoort even eens tot het verleden. De leeuwen, tijgers en olifanten van voorheen zijn geciviliseerde schepselen geworden, die we vertroetelen in den dieren tuin of als artiesten laten optreden in de film. De menscheneters hebben allemaal emplooi gevonden in rei zende ciscussen en de Balineesche meisjes dragen een keurig Japansch of Enschedeesch katoentje met Parijsche bustehouders. Degenen, wien de banden der be schaving knellen waar ze zich ter wereld ook bevinden hebben hun hoop nog slechts gevestigd op het onmetelijke, onbeschaafde, onbewoon de en onvruchtbare gebied van Nederlandsch Nieuw-Guinea, waar mits men heel gauw is misschien nog iets te ontdekken en te beleven valt, als men er weet heen te gaan, vóór de kaarten in druk zijn ver schenen, die de speciale karteerings- commissie onder leiding, naar ik meen, van kapitein van Koppen, met behulp van vliegmachines en foto toestellen aan het samenstellen is. Nederlandsch Nieuw Guinea het is voor velen het eenig over gebleven land van droomen en be loften. Nuchtere, zakelijke, weten schappelijke, technisch-ontwikkelde menschen, zeggen, dat het er „niets gedaan" is. De regeering, die een en ander liet onderzoeken, zegt het na. De grond is er droog en on vruchtbaar, de bodem houdt geen edele of andere metalen in, de grond is over uitgestrekte vlakten verzuurd van den regen, op andere deelen verzengd van de zonln het hoog gebergte verkommert men van kou en ellende, van ijs en sneeuw en onvruchtbaarheid. Het eindelooze land is bijna onbevolkt, omdat geen volk er te leven weet. En tóch smachten duizenden uit de gecivili seerde samenleving naar dit oord van jammer en verschrikking, waar alleen de malaria zich maar dan ook krachtig als nergens anders „thuis" gevoelt. Duizenden smachten naar dit land, alleen omdat het nog vréémd en on bekend is en „dus" mogelijkheden in zich „k a n" verbergen welke niemand nog kent. Men smacht naar Nederlandsch Nieuw Guinea, zcoals de speler smacht naar zijn kans, overigens de bijua onbereikbare mogelijkheid, om de Bank van Monte Carlo te laten springen of degene te zijn, wiens nummer uit 21000 loten wordt ge trokken om den prijs van f 100.000 te bepalen. Er z\jn blanke avonturiers geweest die zelfstandig hebben geprobeerd om hun geluk te vinden in Nieuw Guinea. Allen, geen uitgezonderd, hebben er verloren, wat ze bezaten en zyn met een désillusie méér teruggekeerd, voor zoover zeniet aan malaria en andere ellende on tijdig zijn omgekomen. Vereenigingen zijn opgericht voor „kolonisatie" van Nieuw Guinea. Slechts de organisatoren hebben wat kunnen verdienen aan de contributies. Expedities zijn uitgerust, ze droegen slechts trossen van ont goocheling aan den wandelstaf. Maar de idee laat de menschheid, voor zoover ze geen toekomst ziet, niet los, dat daar ver weg in ons Indië, een „bezitting" ligt, die elf maal zoo groot is als Nederland, doch slechts de helft van het aantal inwoners der stad Groningen telt. lag een h- ldece glans. Hij was eenigszins buiten adem en zwijgend wees hij op de flauw zicht bare schaduwen van zijn huis. Alles leek uitgestorven, nergens was eenig teeken van leven of van licht te be speuren. Toen was het, alsof plotseling, vlak voor hun voeten iets uit de aarde verrees.... Die beweging ging met een zach ten kreet gepaard, een spookachtig geluid, ternauwernood hoorbaar... Sokwenna dook voor hen op. Hij sprak veel en op vluggen toon, waarvan alleen Alan iets begreep. Hij deed aan een geestverschijning I denken; zijn hoofdhaar en zijn baard waren nat; er schitterde een eigen aardig licht in zijn oogen. Zooals hij daar druk gesteculeerend en vlug pratend voor hen stond, geleek hij op een kabouter Voortdurend wierp hij angstige blikken naar de vallei. Toen hij uitgesproken had, wachtte hij geen antwoord af, doch wendde zich om terwijl hij hen met vlugge schreden voorging in de richting van het huis. Wat zei hij allemaal vroeg het meisje. Dat hij blij is, dat we terug zijn. Hij had de schoten gehoord en kwam ons daarom tegemoet. En wat zei hij nog meer, drong het meisje aan. De oude Sokwenna is bijge- loovigen zenuwachtig Hij sprak over dingen, die jij toch niet zoudt begrijpen. Je zou hem misschien als een gek beschouwd hebben, als hij je verteld had, dat de geesten van I zijn kameraden, die jaren geleden in de kloof waren omgebracht, hem Waar dus plaats zou zgn velen, „onbekende" mogelijkheden, maar.... volgens de verkenners, welke onze regeering en groote maatschappijen meermalen uitzonden, slechts geschikt zou zijn om een begraafplaats te worden voor de blanken, die er zich wilden vestigen. Het verlangen is er en b 1 ij f t, onder ons menschen, die elkaar zitten te verdringen en geen middelen ge noeg hebben voor de bevrediging onzer materieele behoeften. Zelfs heeft de politiek dit verlan gen uitgebuit. Gelijk eens 'n rijke, fantastische, niet geheel toereken bare Franschman naar de Sahara trok om zich daar als Keizer George I te vestigen, zoo heeft de N.S.B. haar oogen gericht op Nederlandsch Nieuw Guinea. Ir. Mussert heeft het zeivers gezegdVan Nieuw Guinea moet een blanke Nederlandsche provincie worden gemaaktEr zijn landgenooten van den heer Mussert, die daar geen bezwaar tegen zouden opperen, als deze zich zelf daar met het leiderschap zou willen belasten en alleen zijn volgelingen voor de kolonisatie bestemde..,. 'Fiof. Schermerhorn, die er een verkenningsreis heenmaakte, noemde Nieuw Guinea een „menschvijandig land." Men heeft sedert een aantal jaren getracht Indo-Europeanen, die op Java geen bestaan meer konden vinden, op Nieuw Guinea als kolo nisten te vestigen, het is een hopelooze mislukking geworden. Ziekte en armoede teisterden de menschen. Allen krijgen er zware malaria, rapporteerde Dr. Vrijburg, een veearts, die er gewoond en ge werkt heeft. Dr. J. Winsemius, die eenige jaren op Nieuw Guinea ver toefde, schilderde het land in een dezer dagen van zijn hand verschenen boek als een hel! vanavond omringd en gewaarschuwd hadden voor wat er ging gebeuren. In elk geval is hij voorzichtig ge weest. Zoodra wij uit het gezicht verdwenen waren, heeft hij alle vrouwen en kinderen de bergen in gestuurd. Keok en Nawadlook ston den er op om te blijven. Ik ben er blij om, want als zij door 't soort mannen als Graham en Rossland achtervolgd en ingehaald zouden worden... Dan zou de dood te verkiezen zijn, eindigde Mary Standish, terwijl haar handen zijn arm vaster o mklem den, - Ja, dat geloof ik ook, maar dat kan nu niet gebeuren. In het open veld was het voordeel aan bun kant doch wij kunnen nu Sokwenna's hut verdedigen, totdat Stampede met z'n herders is aangekomen. Met twee goede schutters tegenover zich, zul len ze de hut toch niet durven be stormen, Nu is al het voordeel aan onze zijde, wij kunnen schieten, iets wat zij niet zullen durven. Waarom niet Omdat jij in huis bent en Graham wil je levend... niet dood hebben. En kogels... Ze hadden nu de deur van Sok wenna's hut bereikt en op hetzelfde oogenblik aarzelden ze en keken terug in de duisternis van waaruit ze gekomen waren Het geluid van stemmen drong plotseling van achter de omheiningen tor hen door De mannen schenen nu openlijk voor den dag te willen komen, want men had de gebouwen ontdekt en duidelijk hoorden zij, hoe ze elkaar in de steppen toeriepen... En tóch blijft het verlangen van duizenden, die geen toekomst zien, naar het onbekende verschiet van Nieuw Guinea uitgaan. Ook in andere landen, waar een overbevolking is, heerscht en groeit dat verlangen. Uit verhandelingen in hetJapan- sche Lagerhuis bleek, dat Japan ons Nieuw Guinea als kolonisatiegebied wenscht. Dat verlangen kan op den duur zoo hevig worden, dat het aan leiding geeft tot een oorlog. Om een begrip van nationale eer mogen we ons gebied niet uit handen geven aan vreemden. We mogen Japan niet op de drempel laten komen van een gebied, dat buiten Nieuw Guinea hier en daar rijk is, en elders waard om het te be houden. Maar het feit blijft en zal met de jaren schriller tegenstellingen gaan vormen, daar de menschheid zich op vele plaatsen verdringt op de wereld en daar ergens in onze archipel een land is, elf maal grooter dan Neder land en een bevolking, half zoo weinig als die van de stad Groningen Een onvruchtbaar land, een land van verschroeid zand, koude sneeuw, verzuurde aarde muskieten, malaria, moerassen. Een, naar het lijkt, ver vloekt land, een menschelyke hei. Maar, waar „misschien" ergens goud korrels op den bodem glinsteren, of petroleum kan worden aangeboord.... Een land dus met nul, komma en dan 'n kleinigheid aan „mogelijk heden" welke in de bewoonde wereld niet meer bestaan. Wat moeten we doen met dit bezit? Als we het willen behouden en en het begeeren van een wereld niet tegen ons willen afroepen en op den duur niet in oorlogsvlam wenschen te doen ontlaaien, dan zullen wij, Nederlanders, toch eens zelf de mogelijkheden van deze hel mceten gaan exploreeren. Steunt de Frar.cis- caanscne Missiën ABONNEERT U op het St. Aiitonius-Maandblad 10 cent per maand. VOORKOMEN IS BETER DAN VERHELPEN. In het landbouwbedrijf heeft men veel tegenslagen te verwachten. Wjj denken nu eens niet aan crisistegen slagen, waardoor wij al vrijwel murw geworden zijn. Maar er zijn ook tegenslagen, narigheden, die onaf hankelijk van de crisis ons deel worden. Bedrijfstegenslagen. Daar hebt ge, om maar wat te noemen, het uitwinteren van de graangewassen. Daar zit ge maar mee. Wat moet er gedaan worden Het valt niet gemakkelijk om daar een antwoord op te geven. Daar hebt ge, om een tweede voorbeeld te nemen, het niet of slechte opkomen van de suikerbieten of het wegvallen kort na het op komen. Dat is een tegenslag, die nog wel zoo erg is, overzaaien. Men kan goed praten. Maar hoeveel is men er niet mee ten achter en hoe wordt de groeiperiode er niet door bekort Men moge een ras hebben met een hoog suikergehalte en met een zeer goede opbrengst.... in normale omstandigheden, maar als daarbg het wegblijven, zwak opkomen en wegval.en een normaal verschijnsel wordt, komt men toch nog achterop Buitenlandsche afkomst verloochent zich niet zoo gauw. En met een Hollandsche naam krijgt men nog geen Hollandsch karakter. Een biet, die geheel op Hollansche toestanden van klimaat en bodem en van cultuur is gekweekt geduren de een halve eeuw, zooals de Kuhn P. zal het fiere Hollandsche karakter, krachtig staande blijven in moeilijke omstandigheden, niet licht laten varen. Dat blijkt, want het lastig en schadelijk kwaad van wegblijven, zwak opkomen en wegvallen komt bij deze biet zoo goed als niet voor. Dat leert de practijk. En ieder bietenteler zal weten, hoe goed het is, als het bietengewas het land spoedig en gelijkmatig vult. Dat is een eerste vereischte voor een goed resultaat van den verbouw. De genoemde suikerbiet heeft als echte Hollander een goed weerstands vermogen tegen onze vele ongunstige voorjaarsweers-invloeden. Dat is een groot voordeel. Door deze te telen kan men schade voorkomen, wat beter is dan door noodwenig overzaaien de schade maar iets te verkleinen. Voetstappen werden geboord en bevelen weerklonken; vermengd met vloeken van enkelen, die blijkbaar in het struikgewas verward waren ge raakt. Uit dit alles viel op te merken dat hun belagers reeds dicht in de buurt gekomen waren. Het kwam Alan voor, a'sof zijn hart voor een kort oogenblik ophield te kloppen In deze vlugge, recht op hun doel afgaande bewegingen van hun vij anden lag iets onrustbarends. Hij hoorde ze reeds voor zijn hut en deuren werden geopend. Kletterend viel een ruit in en overal doken lichten op. Toen begon Sokwenna vanuit zijn gebarricardeerd venster te schieten Het eerste schot werd gevolgd door een tweede, een derde, tot de oude man zijn geweer had leeggeschoten. Voordat het vijfde schot viel, be vond Alan zich in de hut, terwijl hij de deur achter zich grendelde en versperde. Bij het door schermen gedempte kaarslicht zag hij Keok en Nawad look op den vloer gehurkt zitten. Met een enkelen oogopslag merkte hij wat Sokwenna gedaan had. De kamer was een arsenaal herschapen. Geweren lagen gereed met er naast stapels kogels.., ln de oogen van Keok en Na wadlook brandde een strijdlustig vuur, terwijl zij de patronen in de handen hielden, gereed om met deze de magazijnen der afgeschoten ge- j weren weer te vullen. In het midden van de kamer stond Mary Standish. De schermen waren zoodanig om de kaarsen geplaatst, dat het licht naar buiten kon vallen ZESDAAGSCHE SPORT- ZWENDEL U weet natuurlijk, wat de gevol gen zijn, als kok en keukenmeid met elkaar aan het kijven raken. Dat heeft de afloop van de Rot- terdamsche Zesdaagsche weer ge leerd. Deze „sport"-ondernemïng is op een financieel fiasco uitgeloopen. De renners kregen daardoor tekort en toen kwamen de „onthullingen" los Pellenaars b.v. verklaarde, dat de directie het hem zwaar had aange rekend, dat hij tegen Piet van Kem pen had gereden, terwijl bij 't begin van den wedstrijd was afgesproken, dat van Kempen aan den kop zou moeten blijven Ook uit de mededeelingen van andere renners bleek, dat de Rot- terdamsche Zesdaagsche van afspra ken aan elkaar hing. Deze dingen zijn noch vreemd noch nieuw. Moeskops heeft al eerder tot in details den Zesdaagsche-zwendel onthuld. En toch blijft bij zoo'n gelegen heid het A.N.P. per radio telkens de stand van het oogenblik aangeven, net alsof het alles écht zou zijn! En de groote bladen geven er ko lommen copie over, met ontroerende verhalen er tusschen door van het gehalte: „Hoe de groote Piet van en de gevaarlijke gevolgen daarvan. Sommige menschen, die wat vatbaar zijn op borst en keel denken, dat het nu eenmaal hun lot is 's winters te moeten hoesten, kuchen, hijgen; benauwd en vol op de borst te zijn. Indien Gij tot diegenen behoort, probeert dan eens de nieuwe verstèrkte Akker's Abdijsiroop die honderdduizenden hun levens-blüheid heeft teruggegeven. Reeds na enkele lepels bemerkt Ge dat dit mid del U zal kunnen helpen. De slijm, die U op de borst drukte, en U benauwd maakte, komt gemakkelijk los, de hoestbuien wor den zeldzamer en verdwijnen. Uw adem haling wordt weer diep en gcruischloos en de slijmvliezen van Uw borst en keel worden versterkt. De planten-exlracten en de codeïne, de grootste hoest-bedwin- ger. maken de nieuwe verstèrkte Abdij siroop tot ,.'s werelds béste Hoest-siroop". AKKER 's verstèrkte Veria-,gdc prijiea75 ct., f 1.25, f 2-, f 3.50 p. flacon Kempen bij een der sprints een klein kanarie-Pietje won Het is toch te hopen, dat de men schen zich voor zulke onwaarach tige dingen, die de sport slechts in discrediet kunnen brengen, het geld niet meer uit den zak zullen laten kloppen. DUBBEL-MISDADIGE WERKLOOZEN. In een der laatste nachten heeft de Ameterdamschë politie een drietal stomdronken mannen aangehouden om ze op het „brö" hun roes te laten uitslapen. Zooals gebruikelijk, werden ze bij die gelegenheid ge fouilleerd. Ze hadden allen 'n stem pelkaart in den zak als werklooze. De een had overigens niets, maar nummer twee torste ook een bedrag van f 700 bij zich en de derde een kapitaaltje van f 2700. Gestolen? Neen, het onderzoek der politie wees uit, dat een en ander inderdaad „eerlijk overgespaard en eigen geld" was. De twee bezittende werkloozen zijn natuurlijk dadelijk in voorarrest gezet, omdat ze door bet aannemen van steunuitkeeringen de gemeen schap bleken te hebben opgelicht. Hun misdaad is een dubbele. Ze hebben niet alleen de gemeenschap opgelicht, maar ook huu kameraden werkloozen benadeeld en een slech ten naam bezorgd. Zoo'n geval immers draagt er weer toe bij, dat sommige burgers hooge politiek gaan voeren, uit het voorgevallende bewijzende, dat die kerels er beter aan toe zijn dan menige zakenman die z'n pooten aan zijn lijf weet te gebruiken. en in bet halfduister ontdekte hij haar bleek gezichtje, omgeven door haar loshangend haar. Er lag een angstige uitdrukking in haar oogen toen ze Alan aankeek. Hij was op het punt haar gerust stellend toe te spreken en haar te zeggen, dat Graham's mannen niet op de hut zouden durven schieten, toen plotseling een helsch lawaai losbarstte... Sokwenna's geweerschoten werden tienvoudig beantwoord en een regen van kogels viel op de houten muren neer. Twee daarvan vonden hun weg door het venster. Met een enkelen sprong was Alan aan Mary's zijde, terwijl hij haar naast Keok en Na wadlook op den grond trok. Zijn gezicht was lijkbleek en hij kookte van woede. Ik had gedacht, dat ze niet op vrouwen zouden schieten, zei hij, op vreemden, harden toon. Ik schijn me vergist te hebben en ik geloof, dat alles me nu duidelijk is. Voorzichtig, met het geweer in de hand, naderde hij het venster Hij behoefde er niet langer naar te ra den, want hij wist nu zeker, wat Graham van plan was te doen en deze wetenschap vervulde hem met afgrijzen. Hij en Rossland begrepen zeer goed dat er in Sokwenna's ut wel een schuilplaats voor Mary Standish gevonden zou kunnen worden en zij rekenden er dan ook op, dat Alan Holt haar daar verbergen zou, ter wijl hij zou blijven doorvechten tot dat hij neerviel... Dit moordplan, want iets anders was het niet, was handig in elkaar gezet en hij, Alan Holt, was degene. TREKHONDENWET. HERKEURING TREKHONDEN. Burgemeester en Wethouders van Venray brengen ter algemeene ken nis, dat door hen eene herkeuring van alle trekhonden wordt bevolen, welke zal worden gehouden op 23 en 24 Maart a.s. Dinsdag 23 Maart a.s. voorm. 9 uur te Oostrum beginpunt weg Ge ij sieren; voorm. 10 uur te Oirlo bij J. Nelissen; voorm. 11 uur te Castenray kermis terrein; nam. 3 uur te Leunen bij 't tranformatorhuisje. Woensdag 24 Maart a.s. voorm 9 uur Dorp, Henseniusplein; voorm. 10 uur Nachtigaal Deurnesche weg en nam. 2 uur te Merselo, kermisterrein. De honden moeten voldoen aan de volgende eischen die ter dood veroordeeld was. Het schieten had opgehouden en in de stilte, die daarop volgde, lag voor Alau een groote beteekenis Ze stonden hem een zekere tijdruim te toe, waarin hij hen, die onder zijn bescherming stonden, in veilig heid kon brengen. In den vloer van Sokwenna's hut bevond vich eei valluik. Dit ver schafte toegang tot een provisieka- kamer en kelder, waarin zich een raampje betond, van waaruit men de vlakte kon overzien. In het kaarslicht zag Alan, hoe dit luik geopend was en gestut werd door een stok. Sokwenna was handig geweest, want hij had alles voorzien. Gebukt staande onder het venster keek hij naar de meisjes Keok. met een geweer gewapend, was naar de ladder gekropen, die naar den zolder leidde en begon naar boven te klimmen. Ze ging naar Sokwenna toe om zijn geweer voor hem te laden. Alan wees naar het geopende luik. G-uw, ga daarin, riep hij. Dat is de eenige veilige plek- Daar kun je de geweren laden en ze ons dan overreiken. Mary Standish keek hem strak aan doch bewoog zich niet Krampachtig hield zij een geweer in de handen geklemd Ook Nawadlook maakte geen enkele beweging, terwijl Keok bedaard naar boven klom en in het duister verdween. -Ga naar den kelder, beval hij. Groote God, indien u hierblijft... Een glimlach verhelderde Mary s gelaat. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1937 | | pagina 5