I
f-
I
s
rJ-
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
HOEDEN PETTEN
Heeren-Modeartikelen
TP AM T PMA/fPMQ
Jr#AIN LflMVllVlEjNo
PAREL
DER PEEL
De volgende
oorlog.
Accijns-politiek.
Ons weekpraatje.
Buitenland.
Provinciaal Nieuws
Zaterdag 13 Maart 1937
Acht en vijftigste Jaargang No 11
Onze Karnemelk
en Karnemelkspap
een heerlijk en voortref
felijk voedsel voor jong
en oud.
Coöp. Zuivelfabriek
„VENRAY"
PEEL EN MAAS
ADVERTENTIEPRIJS1 tot 8 regels 60 ct.
per regel 71/» ct. Bij cjntract groote reductie
Uitgave FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY
Telefoon 51 Giro 150652
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal voor Venray 65 ct.
Buiten Venray p. kwartaal 75 ct. Afz. nummers 5 cent.
een frissche drank,
een gevraagde
lekkernij,
een zeer voedzaam
product,
overal verkrijgbaar.
EN
WAT SPANJE LEERT.
WAT ABESS1NIÊ LEERDE.
HET LUCHTWAPEN
OVERSCHAT.
Tegen de gewoonte in, willen
we deze week een kort artikel
schrijven in aansluiting op onze
bijdrage van de vorige week. En
wel, omdat een zoo merkwaardig
en deskundig getuigenis onze
zienswijze is komen bevestigen.
In enkele groote bladen n.l.
vonden we het verslag van een
lezing, welke de Duitsche gene
raal Von Kabisch onlangs voor
officieren van de 22e divisie te
Keulen over de „moderne strate
gie" heeft gehouden. Von Kabisch
wordt gerekend tot de leidende
militaire theoretici in Duitschland,
wiens ideeën ongetwijfeld in
overeenstemming kunnen worden
geacht met die van de Duitsche
generale staf.
Generaal Von Kabisch ziet in
het luchtwapen geen beslissenden
factor jn een modernen oorlog.
Volgens den Duitscher zou het
zeer gevaarlijk zijn, de vijandelijk
heden te openen met een aanval
met de geheele luchtmacht op
het vijandelijke land. De verliezen
zouden in dat geval zoo groot
zijn, indien er althans bij den
vijand een behoorlijke luchtafweer
bestaat, dat men die niet meer
zou kunnen vergoeden.
Een andere moderne opvatting,
die generaal Von Kabisch ver
werpt, is de vrij algemeen aan
vaarde stelling, dat de toekom
stige oorlog zal worden gewonnen
dank zij het overrompelende
binnendringen van een aatal
speciaal gemotoriseerde en ge
mechaniseerde divisies, die trach
ten de zenuwcentra van den
vijand te vernietigen.
De massa-aanval van infanterie
en de artillerie zullen volgens
Van Kabisch ook in een volgen
den oorlog de beslissing brengen.
De luchtmacht zal tesamen met
speciale divisies, deze hoofd
macht slechts ondersteunen en
de trefkracht ervan uitbreiden.
Zij zal de verbindingen van het
vijandelijk front met de achter
hoede vernietigen en de burger
bevolking demoraliseeren.
Het komt daarop neer: de vol
gende oorlog zal worden gevoerd
met de machten en de wapenen,
welke we uit den oorlog van
1914—1918 kennen, zij het ge-
perfectionneerde wapenen. De
luchtstrijdkrachten zullen steu
nend zijn, geenszins beslissend.
Schrijver dezes, die in België
ep Noprd.Frankrijk een deel van
den jongsten wereldoorlog heeft
meegemaakt, heeft het toen reeds
tal van malen gezien, hoe vlieg
tochten, voor zoover die zich
diep over vijandelijk gebied uit
strekten, door een poel van
shrapnelvuur moesten worden
volbracht, tal van malen heeft
hij vliegtuigen zien raken en
neerstorten, ondanks de grieze
ligste evoluties, welke werden
gemaakt en in hoofdzaak beston
den uit willekeurige wendingen
en hoogtewijzigingen.
Vliegmachines hebben meerdere
snelheid gekregen, maar haar
kwetsbaarheid is zeker niet ver
minderd. Daartegenover staat, dat
het afweergeschut buitengewoon
is geperfectionneerd en zoo ook
de apparatuur, welke de nadering,
vlieghoogte enz. van vijandelijke
vliegtuigen vaststelt.
In Spanje blijken de verliezen
aan lucht-strijdkrachten weder
zijds enorm te wezen. Raids
naar ver achter het front gelegen
gebieden hebben dan ook zoo
goed als niet meer plaats; de
eskaders stijgen nog slechts op
om vlak voor de eerste eigen
linies gelegen vijandelijke doel
punten te bombardeeren of te
verkennen, meestal tegelijk met
aanvallen van de infanterie en de1
gemotoriseerde colonnes.
Nogmaalswe willen met dat
alles niet zeggen, dat een volgen
de oorlog niet wreed en bloedig
zal zijn, maar bedoelen slechts
op te komen tegen de populair
geworden vooi stelling van zaken,
als zou een aanval tegen ens
land zich inzetten met de over
schaduwing van ons gebied door
wolken vliegmachines, die gassen
uitlaten en bommen laten vallen,
waarmee alle leven in onze lage
landen zou zijn geweken....
Tegenover de leering van Span.
je staat de leering van Abessinië.
Een onverdachte getuige als Dr.
Winckel, die deel uitmaakte van
de Nederlandsche Roode Kruis-
ambulance, heeft in een voor
dracht voor de Amsterdamsche
Vereeniging voor Luchtbescher
ming gewaagd van de verschrik
kelijke uitwerking der Italiaansche
gasaanvallen op de doodelijk-
verschrikte Ethiopiërs.
In Abessinië is het gas een
beslissende factor geweest in den
strijd. Dr. Winckel vertelt:
Die uitwerking was inderdaad
verschrikkelijkDe Ethiopiërs
waren opmerkelijk moedig en
gehard en op den duur zouden
zij aan gas even gewend zijn
geraakt als aan brisante bom
men, zelfs middelen hebben
bedacht om zich ertegen te
beschermen of de gevolgen er
van te beperken. Omdat gas
nieuw voor hen was, was het
schrikwekkend en demorali-
seerend en ik ben er niet van
overtuigd, dat ons eigen volk
onder gelijke omstandigheden
gevrijwaard zou blijven van
paniek. Op het oogenblik heeft
ons volk absoluut geen voor
stelling van den gruwel van
deze nieuwe wijze van aanval
len en geen schijn van begrip
hoe daartegen op te treden."
Het zal eenieder duidelijk zijn,
dat de Volksfronters in Spanje
nog fanatieker de overwinning
op de nationalisten wenschen
en omgekeerddan de Itali
anen op de Ethiopiërs.
En toch hebben in Spanje de
luchtaanvallen weinig uitwerking
en wordt er daar geen gas ge
bruikt. Het „waarom niet" is
daar geen vraag. Wat men elkaar
met immoreele oorlogsmiddelen
aandoet, krijgen partijen in ver
dubbelde erge mate terug.
Een gasaanval is technisch een
kinderspel van eenvoud, maar
vernietigend in zijn uitwerking.
Elke partij, hoe zwak ook, kan
kinderspel bedrijven.
De Italianen konden de Abes-
siniërs gassen, omdat ze van dit
half- of niet „beschaafde" volk
geen contra-gasactie hadden te
vreezen
Wij, Nederlanders, blijven den
oorlog verfoeien en zullen hem
nooit begeeren of beginnen. Maar
juist, omdat wij er geen slacht
offers van willen zijn, mogen we
ons niet weerloozer maken dan
de Abessiniërs het waren.
We moeten ons in alle takken
van het krijgsbedrijf naar de mate
van onze bescheiden middelen
bekwamen en ons wapenen, zoo
goed als we dat kunnen.
En inmiddels God bidden, dat
we onze wapenen nooit zullen
behoeven te gebruiken, maar ze
ééns zullen mogen aandragen op
den stapel, waarop alle volkeren
ter wereld ze in vredeszin zullen
neerwerpen voor een grootsch
zoenoffer aan de liefde. Md.
FINANTIEELE EN MOREELE
OVERWEGINGEN.
De drang naar verlaging van den
accijns op drank begint voortdurend
sterker te worden.
Minister Oud heeft er op het
oogenblik echter geen ooren naar,
want hg berekent, dat hetgeen men
hem vraagt de schatkist op 7 mil-
lioen gulden zal komen te staan, n.l
47j millioen voor gedistilleerdaccijns
en 2y2 millioen voor bieraccijns.
Een medewerker van de Maasbode
vestigt er nog eens de aandacht op,
dat het hier niet alleen een louter
financieele kwestie geldt:
Hij schrift o.m.
De te zware accgns heeft onver
wachte, maar zeer immoreele ge
volgen. De bisschop van Roermond
heeft het kort geleden noodig ge
oordeeld van de kansels te doen
verklaren:
„Er is alweer een nieuw en
groot gevaar, dat aan de poorten
van ons bisdom dreigt. Het dreigt
reeds eenigen tijd en maakte reeds
vele slachtoffers. Herhaaldelijk
bereikte ons zorgvolle klachten,
dat sommigen, misschien velen van
onze menschen, naar elders over
de grenzen gaan, om daar ge
legenheden van drank en ontucht
te bezoeken. De verleiding is niet
alleen groot, maar ook zeer nabij."
Hoe groot het kwaad is, dat
mgr. dr. Lemmens signaleerde,
blijkt wel uit het feit, dat langs
de Belgische grens het aantal
café's onrustbarend is gestegeD.
Het plaatsje Canne op 3.5 K.M.
afstand van Maastricht, met circa
500 inwoners, had vroeger 4 café's
en thans zgn er... 28. Klein Ter-
nayen, op een afstand van nog
geen 3 K.M. van Maastricht, met
een inwonertal van 156 zielen, had
vroeger 3 schipperscafé's, maar
thans zgn er... 22 café's. Groot.
Ternayen, op korten afstand van
Klein-Ternayen heeft circa 450
inwoners, had vroeger 4 café's,
thans... 32. Smeermaes, ongeveer 3
K.M. van Maastricht met 600 in
woners, had vroeger 6 café's, nu
34 en 4 in aanbouw.
Mede vanwege het valuta-ver
schil worden deze buiten de eigen
omgeving gelegen gelegenheden
vrijwel uitsluitend door opgescho
ten Nederlandsche jongens en
meisjes bezocht. De toestand op
zedelijk gebied is daar zoo aller
ellendigst, dat de commandant van
de politie te Roermond verklaarde:
„Als velen, die leiding hebben te
geven, eens wisten, aan welke
gevaren hun onderdanen en kin
deren door dat uitzwermen naar
Belgische grensplaatsen - en voor
bepaalde Duitsche oorden is het
niet minder bloot stonden, dan
zouden ze beslist uit hun domme-
ligen sleur gewekt worden".
De minister heeft indertijd ge
zegd: „De toestanden op moreel
gebied ziQn funest."
Terecht mag dus de vraag worden
gesteld, of dit alles werkelijk mag
bestendigd blijven, omdat men vreest
gedurende een overgangstijd enkele
millioenen te zullen missen, een
vrees, die niet allen deelen. Hoe
loonender de smokkelarij is, hoe
meer accijns er ontdoken wordt.
EEN SCHROMELIJK TEVEEL:
AAN ONDERWIJZERS, KRUI
DENIERS EN RECHTSGELEER
DEN.
EEN TEKORT AAN VAKBE
KWAME HANDWERKSLIEDEN.
Keer op keer lezen we in de kran
ten over het „teveel" aan arbeids
krachten in een óf andere beroeps
richting. Deze publicaties gaan dan
veelal vergezeld van de goedbedoelde
waarschuwing aan ouders en voogden
om hun kinderen of pupillen „liever
iets anders" te laten leeren. Welk
advies om zijn negatief karakter
weinig indruk maakt.
Nu zijn er inderdaad op het oogen
blik beroepen, welke slechts maat
schappelijke kansen bieden van nul
komma nul.
Als ik bij wijze van spreken mijn
carrière nog zou moeten aanvangen
teekende ik liever als koloniaal voor
den Oost dan dat ik „op studie"
zou gaan voor onderwijzer, of me
als loopjongen in dienst zou stellen
van een kruidenier dan wel de edele
rechten zou trachten te ontwarren,
waarvan men aan onze universiteiten
het begin of het einde nog steeds
niet heeft kunnen ontdekken.
Dat er te veel kruideniers en te
veel rechtsgeleerden zijn, kan ik me
nog eenigszins voorstellen. Het is
nu eenmaal moeilijk inderdaad
om een kind een vak te laten kiezen,
dat ook in onze dagen nog perspec
tieven opent. En daarom wordt
iemand zonder specialen aanleg,
als-ie niet te veel geld kan riskeerecn,
kruidenier of als „ze" het thuis
goed kunnen doen, meester in de
rechten. Waarmee ik niet graag zou
te kennen geven, dat het vak van
kruidenier of rechtsgeleerde iets
minderwaardigs zou zijn en geschikt
voor Jan en Alleman. Neen, die
vakken 1 ij k e n alleen maar zoo ge
makkelijk en dus geëigend voor 'n
ieder. En omdat ze het toch in
wezen niet zijn, daarom raken er
zooveel kruideniers failliet en zoo
veel meesters in de rechten in de
bajes. Het zgn echter vrije beroepen
en daarom is bet onmogelijk om den
vrijwilligersstroom te stuiten of een
non-interventie-commissie in hst
leven te roepen ter bescherming van
degenen, die elkaar in deze over
bevolkte beroepen in economischen
zin naar het leven staao.
Heel anders staat het m.i. echter
met de onderwijzers. Ofschoon vrg
precies te berekenen valt, hoeveel
onderwijskrachten er jaarlijks be-
noodigd zijn tot behoud van de
benoodigde getalssterkte, fokken de j
Rijkskweekscholen en andere open-
bare of bijzondere gesubsidieerde
instituten voor onderwijs-opleiding
jaarlijks vele honderden nieuwe
leerkrachten op, om ze met een 1
diploma en den zegen van den direc
teur los te laten op een samenleving,
die ze niet gebruiken kan.
Zelfs door herstel van de vorige
leerlingenschalen zoo lezen we
in de Memorie van Antwoord aan
de Eerste Kamer betreffende de
onderwijsbegroo ting 1937 en door
invoering van een achtjarigen
leerplicht, zou nog niet voor een
derde gedeelte der werkloozen een
plaats in de school open komen.
Is dat niet verschrikkelijk voor
degenen, die zich door jarenlange
studie en middels zware financieele
offers der ouders, voor een schoone
taak geschikt hebben gemaakt De
meesten zullen zelfs nimmer de
.kans bekomen om in een school
werkzaam te zijn. En de regeering
kan niets voor ze doen, het
Departement van Onderwijs kan
zich zelfs, naar de minister ver
klaart, niets van hun hopelooze
maatschappelijke omstandigheden
aantrekkendeze zorg is een taak
van den Minister van Sociale Zaken,
m.a.w. deze onderwijzers moeten
maar gaan stempelen en met een
schop naar de werkverschaffing.
Niet dat ik ze voor dit laatste te
goed acht in vergelijking met andere
werkloozen. We zijn op de wereld
met z'n allen goed genoeg voor
mekaar. Maar ik veronderstel 'n
zeker idealisme bij de jongelui, die
de onderwijsloopbaan kiezen.
En als dan het einde van alle
studie en opoffering een verwijzing
inhoudt naar de schop van de werk
verschaffing, dan is de dés-illusie
toch wel heel erg.
De meeste onderwijzers-werkloozen
die uit den aard der zaak in hun
jonge jaren het handwerk niet heb
ben beoefend, zijn voor grondwerk
ook p h y s i e k ongeschikt.
Ik begrijp niet, dat de overheid
zulk „resultaat" niet heeft trachten
te voorkomen. Voor de onderwijs
opleiding had en behoort thans
nóg een numerus clausus dienen
te worden bepaald, d.i. een maximum
getal van tot de opleidng of tot de
examens toegelaten jongelui. Of men
had moeten selecteeren door de op-
leidings- en exameneischen aanzien
lijk te verzwaren.
De huidige toestand leidt er ook
toe, dat het peil van bekwaamheid
en geschiktheid der onderwijzers zal
dalen. Immers, de waarlijk intelli-
genten onder de jeugdige bezitters
van een onderwijsdiploma zullen geen
5 of. 10 jaar werkloos willen rond
scharrelen met hun twijfelachtige
kans ooit npg eens voor de klas te
komen, zij zoeken en vinden een
andere bestaansbron.. Wie zich een
kans wil verzekeren, moet zich als
volontair, d.i. als kweekeling met
acte verbinden aan een of andere
school, in de hoop, dat als er ooit
een vacature ontstaat, de gemeente
of het schoolbestuur zich zoodanig
„verplicht" zullen gevoelen tegenover
de (n) gene, die de school jarenlang
belangeloos diende, dat hij (zij) niet
met fatsoen gepasseerd kan worden.
Alleen de jongelui, wier ouders het
„cm de kosten niet hoeven te laten"
kunnen zich een dergelijken langen
en duren weg naar het doel permit-
teeren. Niet altijd zijn de bezitters
van materieele goederen tevens de
dragers van de hoogste geestelijke
en verstabdelijke waarden.
O ja, ik wilde nog even op de
kruideniers terugkomen. De stati
stiek wgst uit, dat er in ons land
58.543 winkels zijn, waarin kruide
nierswaren worden verkocht. Deze
statistiek vermeldt niet, hoeveel van
deze zaken aan coöperatieve bedrij
ven en warenhuizen behooren. In
Engeland wordt 4 pet. der kruide
nierszaken geëxploiteerd door coöpe
raties en het grootwinkelbedrijf,
doch deze 4 pet. trekken 30 pet. van
de totale distributie tot zich.
Als we kunnen aannemen, dat deze
verhouding ook voor ons land zou
gelden, dan zouden ongeveer 2340
coöperatieve en grootwinkelzaken 21/,
millioen menschen aan hun kruide
nierswaren helpen en blijven er 56200
zelfstandige kruideniers over om
ruim 5l/j millioen Nederlanders van
suiker, koffie, thee e.d. te voorzien.
Aanvaardt men voorts als gemid
delde, dat een gezin uit 5 leden be
staat, dan komt men tot de conclu
sie, dat elke twintig Nederlandsche
gezinnen een kruidenier moeten on
derhouden. Wat ze niet doen en niet
kunnen. Vandaar dat de meeste krui
deniers zoo'n sofbestaan hebben.
uit de omgeving van de plaats mg-
ner inwoning hebben zoo goed als
zonder uitzondering dadelijk 'n plaats
hier of daar, zoo gauw ze hun di
ploma hebben verworven.
Laat deze werkelijkheid voor de
ouders een aanwijzing zijn.
Het is gemakkelijker om te ver
tellen, wat 'n jongeling heden ten
dage niet moet worden dan aan te
geven, welke loopbaan hém wel een
kans biedt in onze moderne maat
schappij. En tóch....
Er is dikwijls kleineerend geoor
deeld over het handwerkersbedrijf.
Alles gaat tegenwoordig met machi
nes; heete het; hersens en kunde zgn
niet meer benoodigd. Ik heb in deze
rubriek meermalen gewaarschuwd,
dat als de crisis eens zou luwen, de
vraag naar vakbekwame handwerK-
lieden de eerste zou zgn. Het is uit
gekomen, Er is in tal van bedrijven
een tekort aan vakmenschen. Van
de week nog zag ik in tal van plaat
selijke dagbladen, in verschillende
deelen des lands verschijnende, groote
advertenties van Philips, die bekwa
me draaiers en anders gespecialiseer
de metaalbewerkers zoekt.
De leerlingen der Ambachtscholen
1
Zie de Etalage
Stationsstraat 8.
^vefu^L
Een paar zachte dagen bract"
bloemen. -m.
"oTvergt^-bniet
verschijnselen van ve
Duitsche verlegenheid over
de Hitler-vergoding.
De redactie van „Der Elsasser"
te Straatsburg ontving uit Rijnland
toegezonden de voorpagina van de
„Düsseldorfer Nachricbten" van 11
Februari 1937, waarbij het volgende
brietje was gevoegd:
„Publiceert u toch als 't u belieft,
hetgeen hier met rood is aange
streept en geef toch aan uw lezers
de verzekering, dat wij in Duitsch
land toch niet allemaal gek gewor
den zijn."
Met rood potlood was de volgende
passage aangestreept, die tot op.
schrift droeg„De rijksjeugdleider
geeft de vakopleiding der jeugd in
handen van het Duitsche arbeids
front".
Staande aanhoorden de duizen
den jongens en meisjes de belijde-
nis voor den Führer Adolf Hitler,
waarmee dr. Ley zijn inleiding
besloot
»Wij gelooven hier op aarde
alleen aan Adolf Hitler. Wij belij-
deD, dat het nationaal-socialisme
het alleen-zaligmakend geloof van
ons volk is. Wij gelooven, dat er
een God in den Hemel is, die ons
geschapen heeft en wij gelooven,
dat deze God ons Adolf Hitler
heeft gezonden, opdat Duitschland
voor alle eeuwigheid een grondslag
zou bezitten voor zijn bestaan.
Adolf Hitler. Sieg Heil."
Wol uit bananenschillen.
Manchester, het centrum der Brit.
sche textiel-industrie, is thans een
succesvolle concurrent geworden van
Duitschland en Italië. Het heeft n.l.
een procédé gevonden voor de ver
vaardiging van wol uit bananen
schillen.
Eerst was Duitschland gekomen
met wol, vervaardigd uit hout, toen
volgde Italië met wol uit melk, maar
Lancashire is er in geslaagd, den
inhoud van den vuilnisbak productief
te maken.
De „Victoria Mill" te Manchester
in het district Droylsden kon kort
geleden een garen produceeren uit
de vezels van bananenschillen, dat
met succes tot een „wollen stof"
was te weven.
..Wij hebben" aldus verklaarde een
directeur van de „Victoria Mill"
tegenover een vertegenwoordiger van
de „United Press", „jaren lang onder
zoekingen gedaan in deze richting.
Ons doel was, een synthetische wol
te ontdekken, welke warm en soepel
was en bg vermenging met kunst
zijde tot eerste klas kleedingstukken
verwerkt kon worden.
De idee om daartoe bananenschil
len te gebruiken, kwam bij me op,
toen ik eens een banaan schilde en
de sterkte van de vezels opmerkte.
Het garen, dat thans van deze schil
len vervaardigd wordt, is soepel en
licht, zeer elastisch en kreukvrij en
de kosten om het te verven zgn
betrekkelijk laag.
De grondstof is zeer goedkoop,
daar wij van de gemeentereiniging
voldoende kunnen betrekken. Het
maakt namelijk niets uit, of de
schillen vuil zijn."
Tusschentijdschc verkiezingen
in België.
Van Zeeland tegen Degrelle.
Degrelle, de leider van de natio
nalistische beweging in België, gaat
een krachtproef ondernemen. Men
kent in België nog de mogelijkheid
van tusschentgdsche verkiezingen
voor het Parlement, hoewel reeds
een wet gereed lag, om dit te voor
komen. Degrelle profiteert van deze
omstandigheid, door in Brussel een
verkiezing te forceeren. Daartoe
heeft hij een van zijn Kamerleden
laten aftreden, terwijl ook alle op
volgers hebben bedankt.
Degrelle krijgt nu zijn ziner heb
ben verkiezingen plaats, maar de
Belgische regeering zal zelf met hem
den strijd aanbinden.
Op aandringen der drie regee-
ringspartijen, socialisten, katho
lieken en liberalen heeft de heer
van Zeeland aangenomen zich
candidaat te stellen namens deze
geconcentreerde drie partgen.
Echter onder voorwaarde, dat hij
personaliteit is buiten alle partijen.
Van Zeeland verklaarde, dat hg
door zich candidaat te laten stellen
tegenover Degrelle er slechts naar
streeft, een nationale oplossing te
zoeken, een oplossing tot nationaal
herstel.
Op deze wijze zal hij den kiezers
vragen zich achter hem te scharen.
Hij zal niemand aanvallen en is niet
van plan aan de verkiezing het
constructieve karakter der nationale
eenheid te ontnemen.
Van Zeeland vroeg de Kamer
voort te gaan met de werkzaam
heden zonder zich te laten mede-
sleepen door oproerige agitatie.
Hij beslootIk ben er zeker van,
dat gg u aldus het vertrouwen zult
verzekeren van 9/10 der Belgen.
(Aanhoudend applaus).
Het wordt dus een strijd en een
politieke krachtproef van Van Zee
land contra Degrella.
Door de lïidende partijen wordt
aan de verkiezingen aldus het karak
ter gegeven van een strgd om het
huidige politieke regiem in België
voor of tegen de ideologie van Van
Zeeland.
VENRAY, 13 Maart 1937.
VERBOD LATEN LIGGEN
IEPENHOUT.
Burgemeester en Wethouders van
Venray brengen ter openbare kennis,
dat het ingevolge de Boschwet ver
boden is van l April tot 1 October
iepenhout te laten liggen, opgestapeld
te houden of te vervoeren.
Het verbod geldt niet voor geheel
ontschorst hout, hout met een door
snede kleiner dan 7 c.m., hout dat
onder water ligt en hout, waarvan
de schors in haar geheel met tim-
mersmanscarbolineum is bestreken
Venray, 10 Maart 1937.
Burgemeester en Wethouders van
Venray
G. H. HOUBEN l.b.
De Secretaris,
VAN HAAREN.
BESPREKING PEELONTGINNING.
In de Landbouwschool alhier had
dezer dagen een druk bezochte ver
gadering plaats, waarbij aanwezig
waren de besturen der verschillende
Boerenbonden, Voorzitters van de
Jonge Boeren en de technische ad
viseurs.