TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Geluksdroom ABDIJSIROOP Prijsverhooging als gevolg der guldens depreciatie. FEUILLETON. Markten Vergadering der Verkoopvereeniging „St. Antonius" voor Venray e. o. Verkoudheid, hoest, bronchitis AKKER 's verstèrkte Zaterdag 19 December 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 51 De Regeering wenscht, dat het algemeene goederenprijsniveau niet noemenswaardig gaat stijgen. Tegen prijsopdrijving zijn wetten uitgevaardigd en gestraft worden zij, die onnoodige prijsstijging forceeren. Hier en daar zijn ver volgingen ingesteld. Niet, dat de Overheid principieel tegen hooge- re prijzen is, neen, want zij beseft, dat een der voordeelen van een devaluatie is een betere verhou ding tusschen kostprijs en ver koopsprijs. Waar de kostprijzen bijna niet lager kunnen, dient de vertering te komen door prijs stijging. De wetten hebben dan ook niet beoogd het tegengaan van gemotiveerde stijging, maar het beletten van uitbuiting. Het probleem echter blijft zeer moeilijk en delicaat. Wat is een gemotiveerde prijsstijging en wat moet worden teruggebracht tot uitbuiterij Door het gecompliceerde kan men natuurlijk onbillijkheden niet voorkomen. Want er geschieden tal van onbillijkheden. De invoer van verschillend voedergraan kan slechts tegen hoogeren prijzen plaats vinden; toch wordt de uitkeering per 100 Kg melk aan de melkveehouderij niet verhoogd. Naar mate de boter op de wereldmarkt stijgt, vermindert de Regering heffing en dit zal wel de politiek zijn bij verdere prijs verbetering van agarische pro ducten. De boter is voor het publiek duurder geworden; de boer echter krijgt niet meer. Doordat de ingrediënten voor de vervaardigen van magarine in prijs gestegen zijn, heeft de Regeering toegestaan om den magarine-prijs te rerhoogen en ook hier vraagt men zich af, waarom de margarine-producten weer een extra voordeel in de schoot wordt geworpen. jWaarom mag de magarine duurder worden? Niet duurder voor de consument, maar voor het landbouwcrisisfonds. Immers de Overheid heeft de heffing van de gemengde magarine van 42.60 op 39.30 cent per kilo gram teruggebracht en waar de verkoopsprijzen geen wijziging hebben ondergaan, beteekent de heffingverlaging een verhooging van den prijs, welke aan de margarine-producenten wordt uit gekeerd. Waarom dat meten met twee maten, wanneer het de marga rine-industrie betreft Het Officieele Orgaan van den Algemeenen Nederlandschen Zui- velbond heeft in een harer num mers het schrijven gepubliceerd, dat die Bond aan den Minister van Landbouw en Visscherij heeft gezonden. In dit schrijven is een berekening gemaakt van hetgeen de boeren per K.G. melk krijgen door JAMES OLIVER CURWOOD. 31. Ze keek hem aan en het was. als of haar oogen nogmaals de vraag herhaalden. Plotseling rees er een verlangen in hem op tot haar te spreken, zooals hij nog nooit tot eenig menschelijk wezen gesproken had en voor haar voor haar alleen bloot te leggen, wat al jaren in zijn ziel gesluimerd had. Terwijl zij zoo naar hem opkeek, wachtend, half begrijpend, waardoor een voch tige glans in haar oogen kwam, was ze zóo mooi, dat een zachte kreet hem ontsnapte en hij onwillekeurig zijn 'armen uitstrekte om haar tegen zich aan te drukken. Ik geloof, dat ik me nu pas kan voorstellen hoe mijn vader mijn moeder heeft lief gehad, zei hij. Maar dat kan Ik u niet zoo precies duidelijk maken. Toen zij stierf, was ik nog zoo jong. dat zij mij niet anders als in een mooie droom voor kwam. Maar voor mijn vader was ze eigentijk nooit dood geweest. En hoe ouder ik werd. hoe meer ik haar als een levend iemand ging beschou wen, zoodat we gedurende onze tochten zoo over haar plachten te spreken, alsof zij werkelijk thuis onze terugkomst afwachtte. En nooit kon mijn vader lang en gekregen hebben, voor en na de depreciatie van den gulden. Vóór de depreciatie van den gulden kregen de melkveehouders per K.G. melk, toeslag inbegrepen 4.20 cent en na de depreciatie slechts 4.17 cent. Dit kwam, om dat de Regeering de heffing van 2.24 heeft teruggebracht tot 2 cent per K.G. De productiekosten der melk zijn echter door de daling van den gulden in het internationale verkeer gestegen en de F. N. Z. neemt deze stijging als gemiddeld 0.355 ct. per K.G. aan. Door de vermindering der hef fing en door de stijging van den kostprijs is het nadeel voor den melkveehouder geworden 0.385 ct. per K.G. Vanaf 1 November j.l. heeft de Regeering de heffing op melk weer met 0.40 cent per K.G. verhoogd en krijgen de boeren dus weer hetzelfde als voor de devaluatie. Waarom geniet de margarine producent een surplus van 3.30 ct. per kilo margarine, niettegen staande hij voor de depreciatie al winst kon boeken, welke hem in staat stelde om goede divi denden te kunnen uitkeeren, terwijl de veeboeren nauwelijks aan hun kostprijs kunnen komen en de stijging van 0.40 per K.G. melk, welke zooals gezegd met ingang van 1 November j.l. is ingegaan, beschouwen als een geringe compensatie voor het kostprijsverschil tusschen zomer en wintermeik. Er zijn enkele groepen in het land, die meer nog dan de land bouw in de speciale zorg der Regeering zich hebben mogen koesteren. Het waren de bacon- zouters, die nu uit de gratie zijn en het zijn de margarine-produ centen. Het zou juister zijn ge weest, indien de heffing op margarine onveranderd was ge bleven, waardoor de margarine maatschappijen zich een offer zcuden hebben getroost ten bate van het landbouwcrisisfonds, dat nog steeds geld prachtig kan gebruiken. t>an zou men ontstem ming hebbenvermeden. Misschien is er geen reden tot ontstemming; de Regeering weet té goed, welke winsten op de margarine-bereiding worden gemaakt en het zou natuurlijk kunnen zijn, dat de extra-depreciatie-lasten, op de margarine gelegd, een eventueel voordeelig verschil in een verlies zouden hebben veranderd Maar dan dient dit te worden gepubli ceerd. Of het een of het ander. Of de Regeering haalt de logische motieven aan, die hapr hebben doen leiden tot verhoogen der prijzen van de margarine-produ centen of zij laat de heffing onveranderd. Het klinkt mooi, dat de consument niet meer zal heb ben te betalen.... het zijn nu echter de boeren, die het douceurtje aan de margarine bekostigen. CUYK Dinsdag 22 December wegblijven van de plek, waar zij begraven lag. Hij noemde die kleine holte aan den voet van den berg zijn „huis", daar waar 's zomers de waterval ruischte en waar een para dijs van vogels en bloemen was, die haar gezelschap hielden temidden van die woeste natuur, die ze zoo lief had gehad. Daar stond ook nog de hut, waarin ik geboren was, tegen de bergen aan gelegen, vol van alles wat mijn moeder met haar eigen handen gemaakt had en die er nog precies zoo uitzag als op den d dat zij stierf. En mijn vader placht daar te lachen en te zingen; hij had een mooi, helder geluid, dat tot ver in de bergen doordrong en soms kwam het mij voor, alsof mijn moeder werkelijk nog leefde, als hij thuis was. Maar u ziet er verschrikt uit, juffrouw Standish. Het mag u wel allemaal vreemd en spookachtig toe lijken, maar het was waar, zoo waar, dat ik nachten wakker heb gelegen, wenschende, dat het nooit zoo was geweest. Hoe kon u zooiets wenschen zei ze zoo zacht, dat het bijna een fluisteren was. Ik hoop, dat iemand eens.... datzelfde gevoel zal hebben, Maar dit gevoel bracht juist de groote tragedie, datgene, wat graag van mij wilt hooren, zei hij, terwijl hij zijn gebalde vuist opende en toen de vingers weer krampachtig sloot. Maar toen begonnen macht en hebzucht een rol te spelen en met hun lange grijparmen naderden ze dichter dien kleinen hoek aan den voet van den berg. Doch mijn vader I dacht er niet aan, wat er zou kun nen gebeuren. Het greep plaats in Het was er druk Zaterdagavond in de groote zaal van het Patronaat, alwaar de Verkoopvereeniging, onder voorzitterschap van den Heer Mart. Wismans, eene algemeene ledenver gadering hield. Mogelijk hebben de agenda-punten dit drukke bezoek in de hand gewerkt. Nadat de Voorzitter een welkoms woord tot de vergadering gericht had, opende hij deze met den gewo nen groet en sprak een innig diep gevoeld woord van hulde aan de nagedachtenis van den Heer Bernard Loenen, die vanaf de oprichting der vereeniging, slechts met een korte onderbreking, ontstaan door het in werking treden der crisismaatregelen, Directeur der Vereeniging geweest is- Telde de vereeniging bij haar be gin een 150-tal leden, vóór de cen trale begon, was dit getal, dank zij de activiteit van den Heer Loenen, gestegen tot bijna 1000. Gerust mag dan ook van den Heer Loenen ge tuigd worden, dat hij veel, zeer veel voor de vereeniging en hare leden gedaan heeft. Bovendien bezat de Heer Loenen een warm gevoel voor de belangen der leden en waar een lid meende, dat zijn belangen niet geheel naar zijn wensch behartigd waren, zich tot hun Directeur wen de, dan was zeker, dat zulk lid met beteren kijk op den gang van zaken tevreden huiswaarts ging met de wetenschap, dat de Directeur voor hen waakte. Bestuur en leden zgn dan ook vervuld van dankbaarheid jegens den Heer Loenen, bij wiens begrafenis dan ook zulk een belang stelling was, speciaal van vereeni- gingsleden, dat slechts de begrafenis van den grooten Venrayer JanPoels, daarboven ging. Zeker heeft het bestuur er zorg voor gedragen, dat er voor hun eminenten Directeur eene plechtige H. Mis van Requiem werd opgedra gen, maar het Bestuur is de mee ning toegedaan, dat de plicht van dankbaarheid alleszins billijkt, dat er op alle plaatsen, waar de ver eeniging een afdeeling telt, nogmaals een H. Mis wordt opgedragen. Laat ons nu gezamenlijk, zegt de Voor zitter, op deze vergadering een Onze Vader en Weesgegroet bidden tot rust zijner ziel. Met volle instemming der verga dering werd hiertoe overgegaan en duidelijk was het waar te nemen, welk een groote plaats de Heer Loenen in de harten der vereeni- gingsleden innam. Hierna vervolgde de Voorzitter zijne inleiding en wees er op, dat in verband met het overigden van den Directeur, het Bestuur zich geplaatst zag voor de lang niet gemakkelijke taak een opvolger te kiezen. Adver tenties in de bladen brachten 85 sollicitanten aan. Het werd een keu ren van aanbevelingen, getuigschrif ten, schoolrapporten en informeeren naar de sollicitanten, dat er meer dan eene bestuursvergadering aan besteed werd. Eindelijk na lang wik ken en wegen bleef er een drietal sollicitanten over en daaruit zou dan de keuze geschieden en is de Heer Heijnen uit Roermond, wiens aanbe velingen en rapporten prima zgn en alleszins de hoop bevestigde ten op zichte van het welvaren der veree niging, benoemd. De Heer Heijnen is een jonge man van 27 jaar, wiens salaris bepaald is op f 1500.— minimum en f 1800. maximum. De borgstelling is bepaald op f 5000. Als opvolger van den ontslapen Directeur Loenen, wacht U, Direc teur, zoo richt de Voorzitter zich tot den Heer Heijnen, een moeilijke taak, maar uw jeugd en werklust, verbonden met de volle medewerking der leden, doen ons de beste ver de lente van het jaar, dat hij mij voor het eerst mee naar de Veree nigde Staten nam. Ik was toen acht tien. Vijf maanden bleven we weg, een tijd, die mijn vader eindeloos voorkwam. Dag en nacht verlangde hij naar mijn moeder en naar het huisje aan den voet van den berg. En toen we eindelijk terugkwamen,.. Hij wendde zich weer naar het venster, doch hij zag niets van de gouden zonnestralen, noch drong de stem van Tautuk tot hem door. Toen we terugkwamen.., her haalde hij op kouden, harden toon, waren op de plek, waar de hut van mijn moeder siond, honderden werk lieden bezig. De hut was verdwenen; van den waterval was een kanaal gemaakt, dat mijn moeders graf had verzwolgen. Ze hebben het op de zelfde manier verwoest, zooals ze lafer tienduizend Indianengraven ver nield hebben. Haar beenderen lagen verspreid over het zand en de mod der en vanaf het oogenblik, dat mijn vader zag, wat er gebeurd was, heeft de zon nooit meer voor hem geschenen. Zijn hart in hem was gestorven, maar hij bleef leven.... voor korten tijd.... Mary Standish had het gezicht in de handen verborgen; hij zag hoe haar jonge schouders schokten en toen ze haar blikken weer tot hem richtte, was het, alsof hij de bleeke schoonheid van een steppenbloem bekeek. En de man, die deze misdaad beging was John Graham zeide zij op eigenaardigen zachten toon, als van te voren wetende, wat zijn antwoord zou zijn. Ja, John Graham. Hij was daar als vertegenwoordiger van groote wachtingen koesteren. Nadat de Voorzitter nog had medegedeeld, dat de Heer Heijnen zijn domicilie heeft bij den Meubel- handel Maassen in de Groote Straat, waar hij steeds en ook op straat voor ieder vrijelijk te spreken is, kreeg de nieuwe Directeur Heijnen het woord en beval zich aan in de medewerking der leden. Hij van zijn kant zal gaarne zijn beste krachten geven om de Verkoopvereeniging tot grooten bloei te brengen, hetgeen Spreker zeer goed mogelijk acht; Zijn er wenschen of klachten, kom ge rust bij den Directeur, die zich gaarne zal inspannen om Uwe tevredenheid en vertrouwen te verwerven. (Ap plaus). Hierna deed de Secretaris, op ver zoek van den Voorzitter, voorlezing der notulen de vorige algemeene vergadering, maar toen de vergade ring werd afgevraagd of zij zich met de voorgelezen notulen vereenigde, kwam er een opmerking, die weldra door meerdere gevolgd werd, welke hier en daar zooveel van de notulen afweken, dat de Voorzitter herhaal delijk er op moest wijzen, dat de notulen aan de orde waren. Het was echter toegeeflijk, dat de sprekers afdwaalden, wijl het een aan het ander vastzat, naar hun meening. Wat was het geval In de notulen was gelezen, dat de leden, die na 1 September 1936 hun varkens nog aan den vrijen handel verkochten, niet tegenstaande de leveringsplicht aan de Vereeniging, in de vergadering van 17 Augustus weer was ingevoerd, zouden worden geschrapt, of dat het Bestuur zal zien wat er met dezulken gebeurt. Over de laatste zin rees nu de moeilijkheid. Uit de vergadering werd in den breeden door meerdere spre kers betoogd, dat er in de laatste vergadering alléén besloten was, dezulken te schrappen als lid. De Voorzitter voert hier echter tegen aan, dat toen dat besluit ge nomen was, er direct werd opgemerkt, dat dit niet volgens de statuten was, waarna hQ onmiddellijk er aan heeft toegevoegd„het Bestuur zal zien wat er met dezulken gebeurt-" Meerdere bestuursleden bevestigen dit, maar de Heer v. d. Sterren wijst er op, dat er nogal geroezemoes was in die vergadering en het zeer goed mogelijk is, dat verreweg de- meesten in de vergaderzaal dit laatste niet gehoord zullen hebben. Maar gezegd is het. Meerdere leden verzekeren dit niet gehoord te hebben. Eaï Heer G. Reintjes, Leunen, zegt er zich aan geërgerd te hebben, dat het Bestuur den Bondsadviseur ge passeerd is, toen het Bestuur meende een paar leden in rechten te moeten aanspreken, wegens overtreding van vorenbedoelden leveringsplicht. Hij herinnert er aan, dat er een plaat is, waarop twee boeren geteekend staan, die ieder een koe in een be paalde richting willen trekken. Een advocaat zit echter de koe rustigjes te melken. Hij spreekt er zgn zorg over uit, dat we hier in dezelfde richting gaan en dit ontraadt hij ten zeerste, daar de Statuten meer malen met goedkeuring van het Bestuur zijn overtreden, ja zelfs buiten werking gesteld. Hij wijst er op, dat Mr. Dubois, in leven Directeur der Centrale Boerenleenbank, steeds doceerde, dat een vereeniging, die hare Statuten niet steeds heeft ge- handhaaft, bij een eventueele proce dure, waarbij naleving der Statuten geëischt wordt, zwak staat. Wat zal er nu gebeuren? Zij, die zich niet kunnen verdedigen, zullen betalen, doch de sterkeren, die er wat voor over hebben, zullen er een advocaat aanzetten en waarschijnlijk over winnen. Dan zit het Bestuur met Amerikaansche belangen. De opzich ter had bezwaar tegen hetgeen er gebeuren moest en ook verscheidene werklieden protesteerden en velen van hen, die mijn vader kenden, weigerden dit misdrijf mede te vol- voeien. Doch Graham had de wet telijke macht: ze zeiden dat hij er mee lachte en 't lollig vond, dat een hut en eea kerkhof beschouwd zou den worden een hindernis voor hem te zijn. En toen mijn vader en ik hem opzochten, toen begon hij ook met zijn duivelschen glimlach. Wij von den hem temidden der werklui. Mijn God, wat vervloekte ik dien kerel. Een groote, grove, breede vent met een dikke horlogeketting op z'n buik die mijn vader vertelde, dat hij een gek was om te veronderstellen, dat hij een waardeloos graf als een hin dernis zou beschouwen... Ik wilde hem vermoorden, doch mijn vader legde zijn vaste, rustige hand op mijn schouder en zeide: Neen, dit is mijn plicht, Alan. Mijn plicht En toen..toen gebeurde het, Mijn vader was ouder, veel ouder dan Graham, doch God gaf hem op dat oogenblik bovenmenschelijke sterkte. Met zijn handen zou hij den kerel vermoord hebben indien ik niet tusschenbeide gekomen was. In de tegenwoordigheid van zijn werkvolk werd Graham als een hoop oude vodden op den grond gesmakt en toen hij daar hulpeloos nederlag, ademsnakkend, vervloekte hij mijn vader en mij. Hij zeide, dat zoolang hij leefde, hij ons overal zou weten uit te vinden en ons duizend keer zou laten teruggeven, wat wij hem de stukken. Hij zegt dit alles niet, omdat hij tegen het Bestuur zijn zou, maar alleen in het belang der vereeniging. Slechts statutenwijziging en daaraan in de toekomst de hand houden, kan hier definitieve op'os- sing brengen. De Heer Peters geeft op een en ander commentaar en de Voorzitter merkt op, dat het zeer goed is, dat een en ander hier openlijk gezegd wordt, maar voegt er aan toewe hebben nog steeds geen besluit voor de notulen en stelt tegelijk de vraag: Wat moet er dan gebeuren met hen, die na 1 September hun varkens buiten de vereeniging verkocht heb ben Het Bestuur is voor vervolging. Niet om de betrokkenen geld uit den zak te jagen, doch als afschrik wekkend voorbeeld voor anderen. Hij betreurt thans ook, dat er in de Statuten een boete bepaald is van f 15. Er had z.i. beter kunnen staan ten hoogste f 15. Maar we zouden in een volgende vergadering kunnen besluiten, de overtreders wat terug te geven van de door hen betaalde boeten. De Heer G. Reintjes wijst er op, dat er zoodoende gevaar bestaat, dat de moeilijkheden nog grooter worden. Laat het Bestuur bij den door hem genoemden Meester in de Rechten advies vragen en zoo dit bevestigend luidt, dan moet het Be stuur de vervolging doorzetten. De Heer Peters merkt op, dat het Bestuur door het volgen van den door haar ingeslagen weg de Statuten handhaaft. Sommigen zijn echter de meening toegedaan, dat deze hand having onmogelijk is. Al is de boete heffing in een vereeniging uit den booze, statuair is het in deze onge twijfeld. Wat de tijdelijke niet- toepassing der Statuten betreft, de leden moeten er aan denken, dat deze met goedkeuring der algemeene vergadering tijdelijk geschorst zijn, toen instelling der Varkenscentrale het vrije leven der vereeniging onmogelijk maakte. Nu er in dit op zicht aanmerkelijke verbetering ge komen is, is het Bestuur in de vorige vergadering gekomen met het voor stel tot herinvoering van den leveringsplicht, welk voorstel in die vergadering dan ook aangenomen is. Een buitenstaander zou onderhand gaan meenen, dat het Bestuur de Statuten dikwijls verkracht. En toch is niets minder waar. De vergadering zal toch de door hem gesignaleerde feiten niet tegen kunnen spreken. Het Bestuur wil niets anders dan het welzijn der vereeniging en leden. Maar wat moet nu zwaarder wegen? Een minder gelukkige uitdrukking van den Voorzitter of naleving der Statuten Het Bestuur heeft deze actie niet uitgelokt alleen om de betrokkenen te straffen, maar het kan niet anders, wil men het prestige der vereeniging of van het Bestuur niet ondermijnen. Men moet beden ken, dat het zeer goed mogelijk is, dat het laatste deel van den ge- wraakten zin van den Voorzitter door de vergadering niet verstaan is. De P. Reintjes meent toch, dat er een draai genoemd wordt. Hij be twijfelt of de juiste toedracht wel vermeld wordt. Hij zegt, dat de Heer P. J. Arts te Leunen hem er zgn verwondering over uit heeft ge sproken, dat het Bestuur den Bonds adviseur gepasseerd is. Hij bepleit Statutenwijziging en dan samen vooruit, de nieuwe toekomst in. Waar het de vereeniging niet om die enkele guldens boete te doen is, bepleit hij staking der vervolgings actie. Hij wijst er op, dat er leden zijn, die geen oproepingskaar t voor een vergadering gekregen hebben. Bovendien meent hij dat een gewone kaart niet voldoende is, moet een oproeping voor een algemeene ver gadering niet bij aangeteekend schrijven geschieden §.\De Heer Peters zegt, dat het Bestuur order heeft gegeven om allen aan te schrijven. Hij vertrouwt dan ook, dat de Heer Reintjes wel zoo onderlegd is in de administratie hadden aangedaan. - En toen sleurde mijn vader hem als een beest naar den rand van een bosch, waar hij al de kleeren van zijn lichaam rukte en sloeg hem toen met een zweep tot zijn armen er moe van werden en de kerel er uitzag als een stuk rauw vleesch en bewusteloos bleef liggen. Toen zijn zijn wij beiden weer naar de bergen teruggekeerd. Gedurende dit verschrikkelijke ver haal had Mary Standish haar oogen geen oogenblik van hem afgewend, terwijl heur handen even krampach tig had geknepen als hij de zijne Heur oogen en gezicht gloeiden en het was of ze iemand af wilde springen en ter neer slaan, dat on zichtbaar tusschen hem verrezen was... En toen.,. Alan... Wat gebeurde er toen... Ze wist zelf niet, dat ze hem bij zijn voornaam had genoemd en ook Alan scheen hiervan niets gemerkt te hebben. Die vervloekte kerel heeft zijn woord goed gehouden, antwoordde hij op grimmigen toon. Zijn invloed en het geld vervolgden ons, overal, Mijn vader was gelukkig geweest, doch nu werd de eene bezitting na de andere ondeugdelijk gemaakt. In een mijn waarin hij een groot deel van zijn geld stak, werd niet meer gewerkt. Een hotel te Dewsom, waarin hij betrokken was, ging over den kop. Zoo volgde het eene on geluk na het andere en na iedere gebeurtenis ontving m'n vader een heel beleefd briefje van Graham zijn spijt betuigend over 't gebeurde en dat zoo was ingekleed of het, van een oprecht vriend was. Doch en de gevaarlijke gevolgen daarvan. Sommige menschen, die wat vatbaar zgn op borst en keel denken, dat het nu eenmaal him lot is 's winters te moeten hoesten, kuchen, hggen, benauwd en vol op de borst te zijn. Indien Gij tot diegenen behoort, probeert dan eens de nieuwe verstèrkte Akker's Abdijsiroop die honderdduizenden hun levens-blijheid heeft teruggegeven. Reeds na enkele lepels bemerkt Ge dat dit mid del U zal kunnen helpen. De slijm, die U op de borst drukte, enU benauwd maakte, komt gemakkelijk los, de hoestbuien wor den zeldzamer en verdwijnen, Uw adem haling wordt weer diep en geruischloos en de slijmvliezen van Uw borst en keel worden versterkt. De planten-extracten en de codeïne, de grootste hoest-bedwin- ger, maken de nieuwe verstèrkte Abdij siroop tot ,,'s werelds béste Hoest-siroop". Verlaagde prijxcn i 75 ct., f 1.25, f 2.-, f 3.50 p. flacon dat er bij vergissing wel eens een overgeslagen zgn kan, waaraan de Voorzitter toevoegt, dat statuair aanschrijving niet noodig is en op roeping in de bladen voldoende is. Intusschen waren we nog niets verder met de notulen en vraagt de voorzitter of de vergadering er zich mee kan vereenigen de overtreders te schrappen, waarop de Heer Reint jes opmerkt, dat het zoo gevaarlijk is te procedeeren, dat kost geld, hetgeen de Voorzitter doet opmerken, dat schrappen van de ledenlijst toch niets kost. Er zrjn bg de overtreders van thans zelfs 2 personen, die per soonlijk door Loenen z.g. gewaar schuwd zijn. De Heer Peters wijst er op, dat men doende is zelfs besluiten van een algemeene vergadering op zij te schuiven, speciaal die, genomen in de vorige vergadering. De Heer Reintjes bepleit nogmaals Statutenwijziging met opname der boetekwestie in een Huishoudelijk Reglement, dan is men vrijer deze toe te passen of te verlagen ofwel in te trekken. Verder zou hij de overtreders gewoon schrappen. Beter 500 goede leden dan 1000 halve. Als de Voorzitter dan voorstelt de overtreders van den leveringsplicht als lid te royeeren, stemt de verga dering er unaniem mee in, hetgeen ook van toepassing zal zijn voor de genen, die vanaf deze vergadering tot het van kracht worden der te wijzi gen statuten, mits we er achter ko men, voegt hier de Heer Peters bij, want niet alle gevallen komen het Be stuur ter oore. Nu nog het besluit om de woorden: „Dan zal het Bestuur wel zien, wat er met dezulken gebeurt" uit de notulen terug te nemen, waartoe de vergadering besloot en het agenda was tot: mededeelingen en rondvraag afgewerkt. De Voorzitter deelde mede, dat de uitbetaling der varkens zal geschie den naar geslacht gewicht in ver band met kwaliteit. In dit opzicht kwam er nog een voorstel om de leden vrij te laten om zwaardere var kens aan den handel te leveren,,mits aan den Bond een zekere recognitie afdragend. Dit vond de Voorzitter onjuist, daar niet allen in staat zijn om aan den handel te kunnen leveren en zoo zou er een scheeve verhou ding ontstaan kunnen. De Heer G. Reintjes vindt het op merkelijk, dat het steeds dezelfde personen zgn die in hooge of lage mijn vader gaf toen bijna niets meer om geldverlies. Hij stelde nergens be'ang meer in, alleen in de kleine hut en het graf, dat eens in de bergen lag. Zoo leefde hij nog drie jaren, toen hij op een ochtend dood gevonden werd, Dood Alan hoorde slechts den snik in Mary Standish stem, toen zij dit vroeg, want hij stond voor het venster, met zijn rug naar haar toe gekeerd. Ja.... vermoord.,.. Ik weet. dat dit Grahams werk was. Niet, dat hij het zelf gedaan heeft, doch het is door middel van zijn geld, dat deze moord geschiedde. Natuurlijk is het nooit uitgekomen wie het gedaan heeft. Ik zal u niet vertellen hoe hij door zijn invloed en zijn macht mij tegengewerkt heeft: hoe mijn eerste rendierkudde omgebracht werd en hoe hij in de dagbladen spottende artikelen en leugens liet publiceeren, terwijl ik den vorigen winter in de Vereenigde Staten was, toen ik mijn best deed om uw volk iets van den werkelijken toestand van Alaska te doen begrijpen. Ik wacht en ik weet, dat eens de dag zal komen, waarop ik John Graham zoo in mijn vuisten zal hebben, zooals mijn vader twintig jaar geleden aan den voet van den berg. Hij zal nu ongeveer vijftig zijn Doch hiermee zal ik geen reke ning houden, als mijn dag is geko men. Geen macht ter wereld zal me dan kunnen weerhouden, zooals ik indertijd mijn vader heb tegengehou den. En geheel Alaska zal dan jubelen, want zijn macht en zijn geld zijn de twee monsters, die Alaska vernielen, zooals hij indertijd 't leven van mijn vader verwoest heeft. Ten-

Peel en Maas | 1936 | | pagina 7