DERDE BLAD %N PEEL EN MAAS Devaluatie-problemen. FEUILLETON. Geluksdroom Waar Brabant sterft. elk jaar opnieuw had zij GESPRONGEN HANDEN en LIPPEN KLOOSTERBALSEM Zaterdag 28 November 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 48 Kosten van levensonderhoud en landbouw-crisispolitick. Een beschouwing van oud-minister Steenherghe. Door de monotaire maatregel van 26 Sept. 1936 is een onzalig twistpunt, hetwelk het Neder- landsche volk, dwars door alle partijen heen, verdeeld hield, weggenomen. De beteekenis van die ver ademing kan niet hoog genoeg worden aangeslagen, aldus schrijft mr. Steenberghe in het maand schrift „Economie". Waar de economische politiek in deze moeilijke tijden niet al leen economisch maar ook voor al sociaal en moreel denk aan de tot bovenvermelden datum steeds toenemende werkloosheid, de beheerschende factor is voor het wel en wee van ons land, was het begrijpelijk, dat de voorstanders van de verschil lende richtingen in onze econo mische politiek met grimmige vastberadenheid hun meeningen verdedigden [en propageerden. Het ging om niet minder dan de toekomst van ons volk. Zooals steeds betoogd, geeft de devaluatie op zich geen uit komst in onze nooden. De devaluatie is slechts de noodzakelijke operatie, waarna het herstel van den zieke kan plaats hebben. De nabehandeling in,casu de uitvoering van de devaluatie en daarop te bouwen nieuwe economische politiek is van overwegende beteekenis Het zal thans noodig zijn, zoo veel als mogelijk is, te vermijden, dat na de devaluatie de eerste uitvoeringsmaatregelen, nl. de vaststelling van het devaluatie percentage een nieuw twistpunt worde. De strijd worde beter en prin- cipieeler gestreden over de ver dere uitvoeringsmaatregelen, en de daarop te voeren nieuwe po litiek. HET DEVALUATIE PERCENTAGE. Wat het devaluatie-percentage betreft, staat na de rede van Dr. Coiijn op 30 September In de Tweede Kamer voldoende vast, dat principieel de richting goed is. Uitdrukkelijk heeft de Minis ter-President in afwijking van vroegere uiting verklaard, dat de devaluatie gebruikt zou wor den als sluitstuk der aanpassing en als middel tot overbrugging van het verschil tusschen het Nederlandsche kostenpeil en dat van het buitenland. Wanneer de regeering zich aan dit richtsnoer houdt hetgeen dan ook moet vaststaan be hoeft men over het percentage geen nieuwen strijd te ontkete nen. Al degenen, die vreezen, dat het devaluatie-percentage te laag zal worden gehouden, mo- tiveeren de door hen genoemde percentages met bovenvermelde formule. Waar echter de Regeering al leen over de meest volledige gegevens in dit opzicht beschikt, is een detaildebat over concrete devaluatie-percentages doelloos en zelfs gevaarlijk. Gevaarlijk in dien zin, dat een dergelijk debat pas overbrugde tegenstellingen opnieuw in het leven roept. De regeering zal naar haar eigen boven aangegeven richtlij nen, welk percentage voor het omschreven doel noodig is. Hare verantwoordelijkheid is ten deze enorm groot. Afwijkin gen naar beneden te gering- devaluatie zouden fatale ge volgen teweeg brengen, aange zien in dat geval de prijs- en loondrukpolitiek zou moeten wor den voortgezet met alle fjneste gevolgen van dien, voor ons be drijfsleven in het algemeen en de werkgelegenheid in het bij zonder. Afwijkingen naar boven - te groote devaluatie is evenzeer nadeelig, aangezien het gevolg hiervan zou zijn een onevenre dige verhooging van de kosten var levensonderhoud met de daar op noodzakelijk volgende ontij dige loonbeweging. Ook bij een juiste bepaling van het devaluatie-percentage kan veel bedorven worden door een onnoodige stijging van de kosten van levensonderhoud. De Regee ring heeft deze kosten voor het grootste gedeelte in de hand, niet door de Wet tegen een prijsop- drijvingi) doch door de Land bouwcrisiswet. De kosten van levensonderhoud worden toch voor het grootste gedeelte bepaald door de prijzen der levensmiddelen. Deze nu heeft de Regeering door de Landbouw crisiswet volkomen in de hand Voor het welslagen der deva luatie hangt van deze manipulatie alles af. Krachtig ingrijpen is noodig, niet in het minst ten behoeve van den landbouw. ALGEHEELE GERUSTHEID BESTAAT NIET. Algeheele gerustheid bestaat ten deze niet. Voor sommige ar tikelen (eieren) zijn de heffingen op de in te voeren grondstoffen in casu voedermiddelen niet ver laagd, de wereldmarktprijs guldens dezer grondstoffen be langrijk gestegen en verhooging van den eierprijs door de Re geering verboden. De spanning, die hier ten na deele van de kippenhouders ont staat, wordt uiteraard ondragelijk. Gevaar bestaat, dat men het probleem aan den verkeerden kant oplost, door verhooging van door JAMES OLIVER CURWOOD. 28. Hij had de volle waarheid willen weten, maar toch had hij tegen het oogenblik opgezien, waarop het meis je hem die zelf had willen vertellen, en het feit, dat Stampede al reeds 't een en ander ontdekt scheen te heb ben, maakte in zijn oogen de zaak gemakkelijker. Ga door, zeide hij eindelijk. Wat weet je van Mary Standish Stampede leunde over de tafel, terwijl er een bezorgde uitdrukking in zijn oogen verscheen. Het is gemeen, wat ik nu ga doen: ik weet het. Een man, die een vrouw bespioneert is een kogel waard, en als het over iets... anders ging. over iets andersdan zou ik het voor me houden. Maar jij moet het weten. Je kunt Je niet voorstellen, hoe beroerd het is, want jij hebt niet samen met haar in een diligence gezeten in noodweer en Jij bent niet heelemaal van Chi tina af met haar hierheen gekomen. Als je dat gedaan hadt, dan zou je zin krijgen om iedereen te vermoor den, die iets slechts van haar zou durven zeggen. Ik heb niets met je persoon- uitdrukking. den eierprijs oe te staan in de plaats van de heffing op de voe- dergranen te verminderen of op heffen. Dit is slehts één voorbeeld hoe het verkerd kan gaan. Dagelijks ezen wij van inci- denteele matregelen worde op getrokken en Je landbouwcrisis maatregelen oer de geheele lijr princieel beten worden in het licht van deiieuwe omstandig heden. Men verstamij goed Ik wensch niet te behooren tot degenen, lie thans roepen om opheffing'an den landbouw steun. De lanbouwer zal, even als in het jorste verleden, een behoorlijke [ijs voor zijn pro ducten moete; kunnen traken en daarvoor zuïn ook nu Regee- ringsmaatregen noodig zijn Maar mindei maatregelen en waarschijnlijkndere maatregelen. Het is onogelijk ten deze meer te préseeren. Daarvoor ontbreken m de gegevens; die bezit alleen c Regeering. Maar wel ihet ook den leek duidelijk, d; wij nu op den verkeerden w; zijn. Dat het symptoom ver keerd is, nade devaluatie de tarwerichtprij: van f9 op 9.60 te bngen; dat het een weinig eenvdige regeling is, de gebruikers van ongemengde bloem, bested voor beschuit enz. eerst f 5- heffing te laten betalen en n f 2.60 te resti- tueeren; dat et verkeerd is, de pluimveehoudste laten tusschen den druk vanrijsverhooging der voedergranem prijsverhoogings verbod der een. Dat men h aannemen, dat van de 180.0,000 gulden land bouwsteun e groot gedeelte, dat de helft i dit bedrag wel zal benadereroor de monetaire maatregel oveodig is geworden bij handhavinvan dezelfde op- brengst-prijze voor den land bouw. Dat men mncidenteele maat regelen, die ss zelfs vermeer dering van ninistratie geven, nooit van eervee! aan bureau cratie zal afken. EEN GROOTHE EN ZWARE VERANTWOOELIJKHEID. Het is inlandsbelang en niet het mi in dat van den landbouw, dde administratie kosten, die ïen veilig op 10.000.000 gtn per jaar mag schatten, zoel mogelijk ver minderd wore Hoe dit zabeten geschieden ligt buiten mijompetitie. Maar vast it, dat het vlug en breed bezlzal moeten wor den. En niet tieel, doch over de geheele lijn in onderling verband. Noods het ook, des kundigen, zeel uit den land bouw als uitidel en industrie bij dit onder2 in te schakelen, een onderzot dat niet door een officieelemmissie, die na een jaar nogen rapport heeft uitgebracht, znoeten geschie den, doch in: overleg met de bevoegde amijke instanties.») Ik herhaal, ligt een groot- lijke gevoelens te maken, merkte Alan op. Dat is jouw zaak. Maar dat is het hem juist, pro testeerde Stampede. Het is niet mijn zaak, maar het is de jouwe. Als ik maar een flauw vermoeden van de waarheid had gehad, voor dat we hier aankwamen, zou alles heel anders zijn geweest. Dan had ik haar wel op een of andere manier zien te raken. Maar ik ontdekte het niet eer voor vanavond, toen ik Keok's phonograaf naar haar hut te rugbracht. Daarna ben ik aldoor met mezelf in tweestrijd geweest. Als ze nu nog een dievegge was. of de een of andere oplichster... het doet er niet toe wat, dan zouden we haar nog kunnen vergeven... Zelfs, al had ze iemand vermoord... Hij maakte een gebaar van wanhoop. Maar dat heeft ze niet gedaan. Het is veel en veel erger. Hij boog zich dichter tot Alan over. Ze is een van John Graham's werktuigen, hierheen gezonden om jou te bespioneeren. eindigde hij ter neergeslagen. Het spijt me, maar ik heb er het bewijs van. Langzaam bracht hij zijn hand op de tafel, opende deze, en toen hij die weer terugtrok, lag er een verkreu keld stukje papier tusschen hen in. Dat vond ik op den grond, toen ik de phonograaf terugbracht, legde hij uit. Het was stevig in elkaar gerold en het was eigenlijk louter toeval, dat ik het losmaakte. Hij wachtte totdat Alan de enkele regels gelezen had, terwijl hij aan dachtig keek naar de iet wat harde die er op zijn gelaat verscheen. Na enkele jenblikken legde Alan het papieneer. stond open ging naar hesster. Er brandde geen licht min de hut, waarin Mary Standish:vrijheid was ver leend. Stampe/as eveneens op staan, en hij zsoe Alan, plotse ling, bijna onnaar zijn schouders ophaalde. Het was Ala: na enkele oogen- blikken van z-n weer begon te spreken. Dit lijktl op een ontbre kende schakehdt je ook niet Dit verklaarWel een heeleboel dingen. En in je er dankbaar voor, Stampedaar bijna... heb je het me niet wvertellen. Bijna... gampede toe. En ik ha: je ook niet kwa lijk genomen. \zij is zoo iemand, dat men bijna wat in haar na deel gezegd t, als een leugen zou beschouwe En tot mazal ik dat stukje papier dan os een leugen be schouwen -- brgen. Wil je op jtgweg een bood ichap voor overbrengen aan Tautuk en Atr'oolik Ik ontbijt om zeven uur aag hun om acht uur met hun tten en gegevens bij mij te willenen. Daarna ga de bergen in om naar de kuddetijken. Stampede knevestigend. Alan vatte te zaak - juiste manier op. precies zooals an hem verwacht had. Hij sck zich eenigzins over zijn eigefelende houding. Wat moesl met die vrouw beginnen. sche taak maar ook een zware verantwoordelijkheid voor de Regeering. Alleen de regeering kan hier optreden anderen kun nen het geheele terrein niet over zien. Krachtig optreden is noodig, aangezien het crisis-apparaat niet de leiding weinig neiging zal gevoelen zelf het initiatief tot eigen afsterven te nemen. Men wete welals hier niet vlug en doortastend wordt inge grepen, wordt óf de landbouw het kind van de rekening door niet te dragen prijsdruk, óf het geheele bedrijfsleven door on noodige verhooging van de kosten van levensonderhoud. Beide na- deelen moeten voorkomen worden En voor de juiste bepaling van den wisselkoers van den gulden is wetenschap wat op dit gebied kan en moet gebeuren, gebiedend noodzakelijk. De noodzakelijkheid van de Wet tegen prijsopdrijving in de eerste weken na de devaluatie is door mij steeds bepleit. Ik blijf echter eveneens van meening, dat in het belang var spoedigen terugkeer tot normale verhoudin gen, de toepassing van deze Wet binnen zéér korten tijd beëindigd moet worden. De Regeering moet algemeene onderzoeken krachtens deze Wet door den crisisaccoun tantsdienst bij de bedrijven thans beëindigen en zich bepalen tot onderzoek bij gegronde klachten. Anders zitten wij binnenkort met een nieuwen ongewenschten vorm van Overheidsbemoeiing. Het zoo juist verschenen rapport der Commissie-Van Loon kan hier geen uitkomst geven, aangezien het de situatie vóór de devaluatie behandeld. Evenmin is de vraag van den Minister van Landbouw aan bedoelde Com missie, welk standpunt deze na de devaluatie ten opzichte van heffingen aan de grens inneemt, voldoende om tot een onderzoek, als in dit artikel bedoeld, te komen. De geheele situatie zal op korten termijn bezien moeten worden. „Brabantia Nostra" oefent in zjjn jongste nummer scherpe critiek uit op het Philips-schoolwezen, het Philips-vereenigingsleven, en op de verschillende maatregelen door Phi lips genomen op sociaal, economisch en cultureel gebied. Het tijdschrift wij3t er op, dat wat bij Philips leiding geeft, groo- tendeels niet katholiek is. Deze niet-katholieke leiders bij Philips vormen buiten hunne werk zaamheden de „cultuurstand" van het nieuwe Eindhoven, de Philips- cultuur die de Brabantsche cultuur in Eindhoven vernietigt. Eindhoven heeft 103.000 inwoners; 81 pCt. is Katholiek, 14 pCt. Pro testant, andere godsdiensten 1 pCt.; zonder godsdienst 4 pCt. 60 pCt. der Eindhovensche wer kers in dienst van Philips, 70 pCt. van het Philips-personeel is katho liek. Na dan een ampel overzicht te het gold hier toch nog niet een quaestie van leven of dood. Hij kon zich echter niet indenken, hoe Alan er over een paar uur over zou den ken. want de uitdrukking in zijn ge zicht was hem niet goed duidelijk Hij opende de deur. Ik zal zor gen, dat Tauluk en Amuk Toolik morgen om acht uur bij je zijn. Goe den nacht, Alan. Alan sloot niet eer de deur, voor dat Stampede geheel uit het gezicht verdwenen was. Nu hij alleen was, deed hij niet langer moeite om den angst, dien dit onverwachte gebeuren bij hem had opgewekt, te onderdrukken. Stampede's voetstappen hadden zich nauwelijks in de mystieke stilte van den 'nacht opgelost, toen Alan het stukje papier weer in zijn hand nam. Het was blijkbaar het onderste deel van een brief, geschreven op gewoon formaat zakenpapier, dat nonchalant van het bovenste deel af gescheurd was geworden, en waar van niets anders meer te lezen was dan een tien-, twaalftal regels, ge schreven in een mannenhand. Wat er over was gebleven van dien brief, dien Alan graag in zijn geheel in zijn bezit zou hebben ge had, was het navolgende: Wanneer je voorzichtig te werk gaat en zorgvuldig zorg draagt je identiteit geheim te houden, bij het verkrijgen van feiten en inlich tingen, zal binnen een jaar de ge heele industrie in onze handen zijn. hebben gegeven van deze „machts vorming te Eindhoven", besluit „Brabantia Nostra" zgn artikel als volgt Dit eenigszins uitgebreid, doch lang niet volledig overzicht moge een beeld geven van de manier waarop Philips diep ingrijpt in het persoonlijk leven van elk individu. Dit ingrijpen is, ondanks de Bra bantsche peperkoek met de woorden „uit liefde" aan Prins Bernhard, ondanks de in Brabantsche kleeding gestoken bedienstertjes van het Ontspanningslokaal bij gelegenheid van 's Prinsen bezoek on-Bra- bantsch, het is veeleer anti-Bra- bantsch en het doodt door zijn opgelegde neutraliteit, zijn groote afhankelgkheid van werkgever en fabrieksgeest, alle gemeenschaps gevoel, wat in Brabant nog geluk kig veel leeft. Doch hier in Eind hoven is dat reeds dood. Ondanks het goed inzicht van Eindhovensch gemeentebestuur ondanks de leiding van de geestelijkheid en een ge lukkig groeiend getal leken, moet worden vastgesteld tenzij „Bra bantia Nostra" Eindhoven spoedig helpt dat in Eindhoven Brabant sterft. O. L. Vrouw van Brabant bid voor ons. Romantische historie van den lucifer. EEN STUDENT DE UITVINDER In Hongarije herdenkt men thans JohaDn Jrinyi, die honderd jaar ge leden den lucifer zou hebben uitge vonden. De Hongaarsche student Johann Jrinyi studeerde in 1836 te Weenen scheikunde bij professor Meissner. Een mislukt experiment zou tot de ontdekking van den thans zoo onont- beerlijken lucifer leiden. Professor Meissner wilde demonstreeren, hoe licht ontvlambaar een mengsel van zwavel en loodsyperoxyde wel was. Maar hoe de professor dit mengsel ook in een porseleinen schaal wreef, er gebeurde tot zgn ergernis niets. De studenten sloegen natuurlijk niet zonder leedvermaak dit experiment gade, alleen Jrinyi dacht er langer over na. Natuurlijk besefte hij nog niets van de buitengewone mogelijkheden, die een dergelijk snel ontvlambaar mengsel zou bieden. Hij dacht alleen dat het toch wel practisch zou zijn, vooral bij chemische proeven, steeds houtjes bij de hand te hebben, die met deze chemicaliën ingesmeerd waren. Maar waar lag de fout. Ten eerste was, aldus dacht Jrinyi, de schaal waarin Meissner het mengsel gedaan had te glad. Het wrgfvlak moest veel ruwer zijn. Ten tweede was zwavel niet zoo vlug ontvlambaar en zou men misschien beter fosfor kunnen nemen. Na het college kocht Jrinyi voor een paar stuiver fosfor, loodsupe roxyd en rubber. De fosfor smolt hij in kokend water, mengde hem met loodsuperoxyd en een beetje rubber, zoodat hij een taaie, kleverige massa kreeg. Nu sneed hij een paar kleine houtjes, die hij in deze massa doopte en legde ze op de vensterbank te drogen. Vervolgens ging hij naar zijn stam kroeg en peinsde of er met die din gen iets te beginnen zou zijn, wan neer het experiment lukte. Hfl besloot een tiental stokjes aan professor Bertholet te farijs te sturen, maar er zou iets anders gebeuren. Toen Jrinyi thuis kwam, wreef hij de houtjes over een ruwe plaat. Zij vlamden onmiddellijk op.... Nu pas besefte de student, dat hij een groote uitvinding gedaan had. Den volgen den dag toonde hij zijn uitvinding op de universiteit. De verbazing was groot, de profes sor feliciteerde Jrinyi en een der studenten adviseerde hem hierop patent te vragen. Jrinyi nam dit advies in overweging, maar toen hrj Onder deze woorden zag hij het vaste, bekende bandschrift van John Graham. Verschillende malen had Alan die handtcekening gezien en de groote haat, die hij John Graham toedroeg en het verlangen naar wraak, dat zich als het ware in zijn ziel had vastgeplant, had deze on- uitwischbaar in zijn geheugen gegrift. Nu hij dit stukje papier in zijn handen hield, waarop woorden door zijn vijand waren geschreven, een man, die ook zijn vaders vijand was geweest, barstte alles, wat hij voor Stampede's scherpen blik had willen verbergen, met groote woede in hem los. Hij liet het stukje papier vallen, alsof het iets onreins was, en hij kneep zijn handen zoo vast te za- men, dat hij de knokkels van zijn vingers in de stilte der kamer kon hooren kraken, terwijl hij langzaam naar het venster liep, van waaruit hij 'n kort oogenblik tevoren het licht in de hut van Mary S'andish had zien schijnen. Dus John Graham hield zijn woord zijn eed, in dat ééne uur van zijn vade'S overwinning gezworen dat uur, waarin Holt de wereld van een onmensch had kunnen bevrijden, als hij zich niet op het laatste oogen blik goedertierend had betoond. Van dit alles was Alan als jongen getuige geweest. En nu was Mary Standish het werktuig, dat hij ge bruikte om zijn doel te bereiken. In de eerste oogenblikken deed Alan zijn uiterste best iets te kunnen vinden, waardoor hij het overtuigen de van deze bewijzen zou kunnen verzwakken en daardoor de woede hoorde, dat hg geen Hongaarsch patent zou kunnen krijgen, liet hrj de zaak op zgn beloop, daar hij als patriottisch Magyaar niets met een Oostenrgksch patent te maken wilde hebben. Twee dagen later vervoegde zich een onbekende, die voorgaf een trekkend circusartist te zijn, bij Jrinyi. In een café had hij toevallig van de uitvinding gehoord en nu wilde hg zich ter plaatse van de juistheid van deze berichten over tuigen. Jrinyi toonde den artist een en ander, maar deze scheen er toch niet al te zeer in zijn schik mee te zijn.... voor een circusattractie, was het geheel niet interessant genoeg. En bovendien had Jrinyi de lucifers al aan andere menschen laten zien, zoodat de artist er niet zeker van kon zijn, dat de concurrentie niet al werkte met deze dingen. Kortom hij betreurde het zeer en nam af scheid. Na een paar dagen echter, verscheen hij nogmaals en noemde den naam van een zgner kennissen, Romer, die zich voor deze „flauwe kul" wel interesseerde. Men ging dus naar den heer F. Romer, een man, die met verschil lende nieuwigheden handelde. Nu liet de artist de lucifers zien en keek de student toe. Romer vroeg hem zoo terloops, wat hij er dan voor wilde hebben en Jrinyi, die er al niets meer in zag, zei glimlachend, dat hij tevreden zou zijn, wanneer men hem de paar stuivers voor de onkosten gaf. Romer deed aldus en de student ging naar zgn café.... Reeds den volgenden dag waren er te Weenen een paar zaken, die de snel door Romer vervaardigde lucifers verkochten. Hij had als het weerlicht patent aangevraagd. Toen nu het eerste succes kwam, begon Romer last van zijn geweten te krijgen en vroeg hij Jrinyi nog eens, wat hg eigenlijk voor zijn idee wilde hebben. De bescheiden student meende, dat het toch in orde was, maar ja, wanneer Romer nog iets voor hem wilde doen.... hij ging met vacantie naar huis en had hiervoor nog 60 gulden noodig. Romer gaf hem het geld en Jrinyi hoorde nooit meer iets van hem. Maar ook Jrinyi verdween. Inmiddels had Preszl, de student, die Jrinyi aangeraden had patent aan te vragen, zelf proeven genomen. Preszl begon de lucifers zelf te fabriceeren en probeerde ze aan den man te brengen. Hieruit vloeide een proces met Romer voort. Preszl ver loor, zijn lucifers werden in beslag genomen. Geheel Weenen kocht en gebruikte lucifers. Een paar jaar later waren zij in de geheele wereld bekend. Men begon zich er ook voor te interesseeren, wie toch de uitvinder er van was. Maar met de naspeurin gen kwam men niet verder dan tot Preszl. Thans pas heeft men ontdekt, dat de student Jrinyi de uitvinder er van is. Dank zij den KLOOSTERBALSEM heelt zij die nu nooit meerl ,'tWaa een gruwelijke la» en het leed geweldig zeer. Het bloed stond er al- t\Jd voor. Allerlei huismiddeltjes deed ik er op, het beet geweldig, maar tel* Jtens kwamen de kloven terug. Gewone ihuid-crémes hielpen mij evenmin. Maar 'nu heb Ik geen last meer ervan. Nu wrijf ik eiken ochtend en avond Klooster*, balsem er op. Dal doet géén zeer en de huid is en blijft prachtig glad èn gezond, ook al kom Ik met mijn han* tien „taob In h„i rt.j - cgezona, oor al kom ik met mijn han* £•'- vaak het water. Het was een, UitkOmSt." t r, raar. ijjp&Qfr. H. de J. te s*H. akker's TFI» INZAQB „Geen goud zoo goed" <1 Onovertroffen bfj brand-en snU wonden Ook ongeëvenaard als wrijfmlddel bil Rheumatiek, spit en pUnlyke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten62'/2 ct. en f 1.04 BON voor Inzenden in open couvert. R ATI S als drukwerk (l'/2 ct.) aan MONSTER Handelmij. L. I. Akker, R'dam i*VB*WLJ kon kalmeeren, die in hem oprees. Hij trachtte zichzelf niet wijs te maken, dat John Graham dezen brief niet aan Mary Standish zou hebben geschreven Zonder er bij te denken, had ze dit schrijven bewaard, totdat ze het ten slotte had willen vernie tigen en had Stampede er bij toeval, een klein overtuigend overblijfsel van gevonden. Als een kaleidoscoop trok alles, wat er gebeurd was, aan zijn oogen voorbij: haar pogingen om van het begin af aan zijn belangstelling op te wekken; de standvastigheid, waar mede ze de zichzelf gestelde ge dragslijn gevolgd had: de vrijpostige manier, waarop ze hem naar zijn be zittingen was gevolgd en de opval lende wijze, waarop ze zijn vertrou wen had trachtten te winnen en nu, met John Graham's handteekening voor zich op de tafel liggend, was dit alles een meer dan overtuigend en onbetwistbaar bewijs. De „industrie" waarop John Gra ham zinspeelde, kan geen andere dan de zijne en die van Carl Lomen zijn... de rendier industrie, die ze opgebouwd hadden en waarvoor ze streden en waartegen John Graham en andere vleeschmagnaten samen spanden om die te bemoeilijken en ten onder te brengen.

Peel en Maas | 1936 | | pagina 9