DERDE BLAD %N PEEL EN MAAS
Devaluatie-problemen.
FEUILLETON.
Geluksdroom
Waar Brabant
sterft.
elk jaar opnieuw had zij
GESPRONGEN
HANDEN en LIPPEN
KLOOSTERBALSEM
Zaterdag 28 November 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 48
Kosten van levensonderhoud en
landbouw-crisispolitick.
Een beschouwing van oud-minister Steenherghe.
Door de monotaire maatregel
van 26 Sept. 1936 is een onzalig
twistpunt, hetwelk het Neder-
landsche volk, dwars door alle
partijen heen, verdeeld hield,
weggenomen.
De beteekenis van die ver
ademing kan niet hoog genoeg
worden aangeslagen, aldus schrijft
mr. Steenberghe in het maand
schrift „Economie".
Waar de economische politiek
in deze moeilijke tijden niet al
leen economisch maar ook voor
al sociaal en moreel denk aan
de tot bovenvermelden datum
steeds toenemende werkloosheid,
de beheerschende factor is
voor het wel en wee van ons
land, was het begrijpelijk, dat
de voorstanders van de verschil
lende richtingen in onze econo
mische politiek met grimmige
vastberadenheid hun meeningen
verdedigden [en propageerden.
Het ging om niet minder dan de
toekomst van ons volk.
Zooals steeds betoogd, geeft
de devaluatie op zich geen uit
komst in onze nooden.
De devaluatie is slechts de
noodzakelijke operatie, waarna
het herstel van den zieke kan
plaats hebben. De nabehandeling
in,casu de uitvoering van de
devaluatie en daarop te bouwen
nieuwe economische politiek
is van overwegende beteekenis
Het zal thans noodig zijn, zoo
veel als mogelijk is, te vermijden,
dat na de devaluatie de eerste
uitvoeringsmaatregelen, nl. de
vaststelling van het devaluatie
percentage een nieuw twistpunt
worde.
De strijd worde beter en prin-
cipieeler gestreden over de ver
dere uitvoeringsmaatregelen, en
de daarop te voeren nieuwe po
litiek.
HET DEVALUATIE
PERCENTAGE.
Wat het devaluatie-percentage
betreft, staat na de rede van Dr.
Coiijn op 30 September In de
Tweede Kamer voldoende vast,
dat principieel de richting goed
is. Uitdrukkelijk heeft de Minis
ter-President in afwijking van
vroegere uiting verklaard, dat
de devaluatie gebruikt zou wor
den als sluitstuk der aanpassing
en als middel tot overbrugging
van het verschil tusschen het
Nederlandsche kostenpeil en dat
van het buitenland.
Wanneer de regeering zich aan
dit richtsnoer houdt hetgeen
dan ook moet vaststaan be
hoeft men over het percentage
geen nieuwen strijd te ontkete
nen. Al degenen, die vreezen,
dat het devaluatie-percentage te
laag zal worden gehouden, mo-
tiveeren de door hen genoemde
percentages met bovenvermelde
formule.
Waar echter de Regeering al
leen over de meest volledige
gegevens in dit opzicht beschikt,
is een detaildebat over concrete
devaluatie-percentages doelloos
en zelfs gevaarlijk. Gevaarlijk in
dien zin, dat een dergelijk debat
pas overbrugde tegenstellingen
opnieuw in het leven roept.
De regeering zal naar haar
eigen boven aangegeven richtlij
nen, welk percentage voor het
omschreven doel noodig is.
Hare verantwoordelijkheid is
ten deze enorm groot. Afwijkin
gen naar beneden te gering-
devaluatie zouden fatale ge
volgen teweeg brengen, aange
zien in dat geval de prijs- en
loondrukpolitiek zou moeten wor
den voortgezet met alle fjneste
gevolgen van dien, voor ons be
drijfsleven in het algemeen en
de werkgelegenheid in het bij
zonder.
Afwijkingen naar boven - te
groote devaluatie is evenzeer
nadeelig, aangezien het gevolg
hiervan zou zijn een onevenre
dige verhooging van de kosten
var levensonderhoud met de daar
op noodzakelijk volgende ontij
dige loonbeweging.
Ook bij een juiste bepaling van
het devaluatie-percentage kan
veel bedorven worden door een
onnoodige stijging van de kosten
van levensonderhoud. De Regee
ring heeft deze kosten voor het
grootste gedeelte in de hand, niet
door de Wet tegen een prijsop-
drijvingi) doch door de Land
bouwcrisiswet.
De kosten van levensonderhoud
worden toch voor het grootste
gedeelte bepaald door de prijzen
der levensmiddelen. Deze nu heeft
de Regeering door de Landbouw
crisiswet volkomen in de hand
Voor het welslagen der deva
luatie hangt van deze manipulatie
alles af.
Krachtig ingrijpen is noodig,
niet in het minst ten behoeve van
den landbouw.
ALGEHEELE GERUSTHEID
BESTAAT NIET.
Algeheele gerustheid bestaat
ten deze niet. Voor sommige ar
tikelen (eieren) zijn de heffingen
op de in te voeren grondstoffen
in casu voedermiddelen niet ver
laagd, de wereldmarktprijs
guldens dezer grondstoffen be
langrijk gestegen en verhooging
van den eierprijs door de Re
geering verboden.
De spanning, die hier ten na
deele van de kippenhouders ont
staat, wordt uiteraard ondragelijk.
Gevaar bestaat, dat men het
probleem aan den verkeerden
kant oplost, door verhooging van
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
28.
Hij had de volle waarheid willen
weten, maar toch had hij tegen het
oogenblik opgezien, waarop het meis
je hem die zelf had willen vertellen,
en het feit, dat Stampede al reeds 't
een en ander ontdekt scheen te heb
ben, maakte in zijn oogen de zaak
gemakkelijker.
Ga door, zeide hij eindelijk.
Wat weet je van Mary Standish
Stampede leunde over de tafel,
terwijl er een bezorgde uitdrukking
in zijn oogen verscheen.
Het is gemeen, wat ik nu ga
doen: ik weet het. Een man, die een
vrouw bespioneert is een kogel waard,
en als het over iets... anders ging.
over iets andersdan zou ik het
voor me houden.
Maar jij moet het weten. Je kunt
Je niet voorstellen, hoe beroerd het
is, want jij hebt niet samen met haar
in een diligence gezeten in noodweer
en Jij bent niet heelemaal van Chi
tina af met haar hierheen gekomen.
Als je dat gedaan hadt, dan zou je
zin krijgen om iedereen te vermoor
den, die iets slechts van haar zou
durven zeggen.
Ik heb niets met je persoon- uitdrukking.
den eierprijs oe te staan in de
plaats van de heffing op de voe-
dergranen te verminderen of op
heffen.
Dit is slehts één voorbeeld
hoe het verkerd kan gaan.
Dagelijks ezen wij van inci-
denteele matregelen worde op
getrokken en Je landbouwcrisis
maatregelen oer de geheele lijr
princieel beten worden in het
licht van deiieuwe omstandig
heden.
Men verstamij goed
Ik wensch niet te behooren
tot degenen, lie thans roepen
om opheffing'an den landbouw
steun. De lanbouwer zal, even
als in het jorste verleden, een
behoorlijke [ijs voor zijn pro
ducten moete; kunnen traken en
daarvoor zuïn ook nu Regee-
ringsmaatregen noodig zijn
Maar mindei maatregelen en
waarschijnlijkndere maatregelen.
Het is onogelijk ten deze
meer te préseeren. Daarvoor
ontbreken m de gegevens; die
bezit alleen c Regeering.
Maar wel ihet ook den leek
duidelijk, d; wij nu op den
verkeerden w; zijn.
Dat het symptoom ver
keerd is, nade devaluatie de
tarwerichtprij: van f9 op
9.60 te bngen; dat het een
weinig eenvdige regeling is,
de gebruikers van ongemengde
bloem, bested voor beschuit
enz. eerst f 5- heffing te laten
betalen en n f 2.60 te resti-
tueeren; dat et verkeerd is, de
pluimveehoudste laten tusschen
den druk vanrijsverhooging der
voedergranem prijsverhoogings
verbod der een.
Dat men h aannemen, dat
van de 180.0,000 gulden land
bouwsteun e groot gedeelte,
dat de helft i dit bedrag wel
zal benadereroor de monetaire
maatregel oveodig is geworden
bij handhavinvan dezelfde op-
brengst-prijze voor den land
bouw.
Dat men mncidenteele maat
regelen, die ss zelfs vermeer
dering van ninistratie geven,
nooit van eervee! aan bureau
cratie zal afken.
EEN GROOTHE EN ZWARE
VERANTWOOELIJKHEID.
Het is inlandsbelang en
niet het mi in dat van den
landbouw, dde administratie
kosten, die ïen veilig op
10.000.000 gtn per jaar mag
schatten, zoel mogelijk ver
minderd wore
Hoe dit zabeten geschieden
ligt buiten mijompetitie.
Maar vast it, dat het vlug
en breed bezlzal moeten wor
den. En niet tieel, doch over
de geheele lijn in onderling
verband. Noods het ook, des
kundigen, zeel uit den land
bouw als uitidel en industrie
bij dit onder2 in te schakelen,
een onderzot dat niet door
een officieelemmissie, die na
een jaar nogen rapport heeft
uitgebracht, znoeten geschie
den, doch in: overleg met de
bevoegde amijke instanties.»)
Ik herhaal, ligt een groot-
lijke gevoelens te maken, merkte
Alan op. Dat is jouw zaak.
Maar dat is het hem juist, pro
testeerde Stampede. Het is niet
mijn zaak, maar het is de jouwe.
Als ik maar een flauw vermoeden
van de waarheid had gehad, voor
dat we hier aankwamen, zou alles
heel anders zijn geweest. Dan had ik
haar wel op een of andere manier
zien te raken. Maar ik ontdekte het
niet eer voor vanavond, toen ik
Keok's phonograaf naar haar hut te
rugbracht. Daarna ben ik aldoor met
mezelf in tweestrijd geweest.
Als ze nu nog een dievegge was.
of de een of andere oplichster... het
doet er niet toe wat, dan zouden we
haar nog kunnen vergeven... Zelfs,
al had ze iemand vermoord... Hij
maakte een gebaar van wanhoop.
Maar dat heeft ze niet gedaan.
Het is veel en veel erger.
Hij boog zich dichter tot Alan
over.
Ze is een van John Graham's
werktuigen, hierheen gezonden om
jou te bespioneeren. eindigde hij ter
neergeslagen. Het spijt me, maar
ik heb er het bewijs van.
Langzaam bracht hij zijn hand op
de tafel, opende deze, en toen hij die
weer terugtrok, lag er een verkreu
keld stukje papier tusschen hen in.
Dat vond ik op den grond, toen
ik de phonograaf terugbracht, legde
hij uit. Het was stevig in elkaar
gerold en het was eigenlijk louter
toeval, dat ik het losmaakte.
Hij wachtte totdat Alan de enkele
regels gelezen had, terwijl hij aan
dachtig keek naar de iet wat harde
die er op zijn gelaat
verscheen.
Na enkele jenblikken legde
Alan het papieneer. stond open
ging naar hesster. Er brandde
geen licht min de hut, waarin
Mary Standish:vrijheid was ver
leend. Stampe/as eveneens op
staan, en hij zsoe Alan, plotse
ling, bijna onnaar zijn schouders
ophaalde.
Het was Ala: na enkele oogen-
blikken van z-n weer begon te
spreken.
Dit lijktl op een ontbre
kende schakehdt je ook niet
Dit verklaarWel een heeleboel
dingen. En in je er dankbaar
voor, Stampedaar bijna... heb je
het me niet wvertellen.
Bijna... gampede toe.
En ik ha: je ook niet kwa
lijk genomen. \zij is zoo iemand,
dat men bijna wat in haar na
deel gezegd t, als een leugen
zou beschouwe
En tot mazal ik dat stukje
papier dan os een leugen be
schouwen -- brgen.
Wil je op jtgweg een bood
ichap voor overbrengen aan
Tautuk en Atr'oolik Ik ontbijt
om zeven uur aag hun om acht
uur met hun tten en gegevens
bij mij te willenen.
Daarna ga de bergen in om
naar de kuddetijken.
Stampede knevestigend. Alan
vatte te zaak - juiste manier op.
precies zooals an hem verwacht
had. Hij sck zich eenigzins
over zijn eigefelende houding.
Wat moesl met die vrouw
beginnen.
sche taak maar ook een zware
verantwoordelijkheid voor de
Regeering. Alleen de regeering
kan hier optreden anderen kun
nen het geheele terrein niet over
zien. Krachtig optreden is noodig,
aangezien het crisis-apparaat
niet de leiding weinig neiging
zal gevoelen zelf het initiatief
tot eigen afsterven te nemen.
Men wete welals hier niet
vlug en doortastend wordt inge
grepen, wordt óf de landbouw
het kind van de rekening door
niet te dragen prijsdruk, óf het
geheele bedrijfsleven door on
noodige verhooging van de kosten
van levensonderhoud. Beide na-
deelen moeten voorkomen worden
En voor de juiste bepaling van
den wisselkoers van den gulden
is wetenschap wat op dit gebied
kan en moet gebeuren, gebiedend
noodzakelijk.
De noodzakelijkheid van
de Wet tegen prijsopdrijving in
de eerste weken na de devaluatie
is door mij steeds bepleit. Ik
blijf echter eveneens van meening,
dat in het belang var spoedigen
terugkeer tot normale verhoudin
gen, de toepassing van deze Wet
binnen zéér korten tijd beëindigd
moet worden. De Regeering moet
algemeene onderzoeken krachtens
deze Wet door den crisisaccoun
tantsdienst bij de bedrijven thans
beëindigen en zich bepalen tot
onderzoek bij gegronde klachten.
Anders zitten wij binnenkort met
een nieuwen ongewenschten vorm
van Overheidsbemoeiing.
Het zoo juist verschenen
rapport der Commissie-Van Loon
kan hier geen uitkomst geven,
aangezien het de situatie vóór de
devaluatie behandeld. Evenmin
is de vraag van den Minister van
Landbouw aan bedoelde Com
missie, welk standpunt deze na
de devaluatie ten opzichte van
heffingen aan de grens inneemt,
voldoende om tot een onderzoek,
als in dit artikel bedoeld, te
komen. De geheele situatie zal
op korten termijn bezien moeten
worden.
„Brabantia Nostra" oefent in zjjn
jongste nummer scherpe critiek uit
op het Philips-schoolwezen, het
Philips-vereenigingsleven, en op de
verschillende maatregelen door Phi
lips genomen op sociaal, economisch
en cultureel gebied.
Het tijdschrift wij3t er op, dat
wat bij Philips leiding geeft, groo-
tendeels niet katholiek is.
Deze niet-katholieke leiders bij
Philips vormen buiten hunne werk
zaamheden de „cultuurstand" van
het nieuwe Eindhoven, de Philips-
cultuur die de Brabantsche cultuur
in Eindhoven vernietigt.
Eindhoven heeft 103.000 inwoners;
81 pCt. is Katholiek, 14 pCt. Pro
testant, andere godsdiensten 1 pCt.;
zonder godsdienst 4 pCt.
60 pCt. der Eindhovensche wer
kers in dienst van Philips, 70 pCt.
van het Philips-personeel is katho
liek.
Na dan een ampel overzicht te
het gold hier toch nog niet een
quaestie van leven of dood. Hij kon
zich echter niet indenken, hoe Alan
er over een paar uur over zou den
ken. want de uitdrukking in zijn ge
zicht was hem niet goed duidelijk
Hij opende de deur. Ik zal zor
gen, dat Tauluk en Amuk Toolik
morgen om acht uur bij je zijn. Goe
den nacht, Alan.
Alan sloot niet eer de deur, voor
dat Stampede geheel uit het gezicht
verdwenen was.
Nu hij alleen was, deed hij niet
langer moeite om den angst, dien dit
onverwachte gebeuren bij hem had
opgewekt, te onderdrukken.
Stampede's voetstappen hadden
zich nauwelijks in de mystieke stilte
van den 'nacht opgelost, toen Alan
het stukje papier weer in zijn hand
nam.
Het was blijkbaar het onderste
deel van een brief, geschreven op
gewoon formaat zakenpapier, dat
nonchalant van het bovenste deel af
gescheurd was geworden, en waar
van niets anders meer te lezen was
dan een tien-, twaalftal regels, ge
schreven in een mannenhand.
Wat er over was gebleven van
dien brief, dien Alan graag in zijn
geheel in zijn bezit zou hebben ge
had, was het navolgende:
Wanneer je voorzichtig te
werk gaat en zorgvuldig zorg draagt
je identiteit geheim te houden, bij
het verkrijgen van feiten en inlich
tingen, zal binnen een jaar de ge
heele industrie in onze handen
zijn.
hebben gegeven van deze „machts
vorming te Eindhoven", besluit
„Brabantia Nostra" zgn artikel als
volgt
Dit eenigszins uitgebreid, doch
lang niet volledig overzicht moge
een beeld geven van de manier
waarop Philips diep ingrijpt in het
persoonlijk leven van elk individu.
Dit ingrijpen is, ondanks de Bra
bantsche peperkoek met de woorden
„uit liefde" aan Prins Bernhard,
ondanks de in Brabantsche kleeding
gestoken bedienstertjes van het
Ontspanningslokaal bij gelegenheid
van 's Prinsen bezoek on-Bra-
bantsch, het is veeleer anti-Bra-
bantsch en het doodt door zijn
opgelegde neutraliteit, zijn groote
afhankelgkheid van werkgever en
fabrieksgeest, alle gemeenschaps
gevoel, wat in Brabant nog geluk
kig veel leeft. Doch hier in Eind
hoven is dat reeds dood. Ondanks
het goed inzicht van Eindhovensch
gemeentebestuur ondanks de leiding
van de geestelijkheid en een ge
lukkig groeiend getal leken, moet
worden vastgesteld tenzij „Bra
bantia Nostra" Eindhoven spoedig
helpt dat in Eindhoven Brabant
sterft.
O. L. Vrouw van Brabant bid voor
ons.
Romantische historie
van den lucifer.
EEN STUDENT DE UITVINDER
In Hongarije herdenkt men thans
JohaDn Jrinyi, die honderd jaar ge
leden den lucifer zou hebben uitge
vonden.
De Hongaarsche student Johann
Jrinyi studeerde in 1836 te Weenen
scheikunde bij professor Meissner.
Een mislukt experiment zou tot de
ontdekking van den thans zoo onont-
beerlijken lucifer leiden. Professor
Meissner wilde demonstreeren, hoe
licht ontvlambaar een mengsel van
zwavel en loodsyperoxyde wel was.
Maar hoe de professor dit mengsel
ook in een porseleinen schaal wreef,
er gebeurde tot zgn ergernis niets.
De studenten sloegen natuurlijk niet
zonder leedvermaak dit experiment
gade, alleen Jrinyi dacht er langer
over na.
Natuurlijk besefte hij nog niets
van de buitengewone mogelijkheden,
die een dergelijk snel ontvlambaar
mengsel zou bieden. Hij dacht alleen
dat het toch wel practisch zou zijn,
vooral bij chemische proeven, steeds
houtjes bij de hand te hebben, die
met deze chemicaliën ingesmeerd
waren. Maar waar lag de fout. Ten
eerste was, aldus dacht Jrinyi, de
schaal waarin Meissner het mengsel
gedaan had te glad. Het wrgfvlak
moest veel ruwer zijn. Ten tweede
was zwavel niet zoo vlug ontvlambaar
en zou men misschien beter fosfor
kunnen nemen.
Na het college kocht Jrinyi voor
een paar stuiver fosfor, loodsupe
roxyd en rubber. De fosfor smolt hij
in kokend water, mengde hem met
loodsuperoxyd en een beetje rubber,
zoodat hij een taaie, kleverige massa
kreeg. Nu sneed hij een paar kleine
houtjes, die hij in deze massa doopte
en legde ze op de vensterbank te
drogen.
Vervolgens ging hij naar zijn stam
kroeg en peinsde of er met die din
gen iets te beginnen zou zijn, wan
neer het experiment lukte. Hfl besloot
een tiental stokjes aan professor
Bertholet te farijs te sturen, maar
er zou iets anders gebeuren.
Toen Jrinyi thuis kwam, wreef hij
de houtjes over een ruwe plaat. Zij
vlamden onmiddellijk op.... Nu pas
besefte de student, dat hij een groote
uitvinding gedaan had. Den volgen
den dag toonde hij zijn uitvinding op
de universiteit.
De verbazing was groot, de profes
sor feliciteerde Jrinyi en een der
studenten adviseerde hem hierop
patent te vragen. Jrinyi nam dit
advies in overweging, maar toen hrj
Onder deze woorden zag hij het
vaste, bekende bandschrift van John
Graham. Verschillende malen had
Alan die handtcekening gezien en
de groote haat, die hij John Graham
toedroeg en het verlangen naar
wraak, dat zich als het ware in zijn
ziel had vastgeplant, had deze on-
uitwischbaar in zijn geheugen gegrift.
Nu hij dit stukje papier in zijn
handen hield, waarop woorden door
zijn vijand waren geschreven, een
man, die ook zijn vaders vijand was
geweest, barstte alles, wat hij voor
Stampede's scherpen blik had willen
verbergen, met groote woede in hem
los.
Hij liet het stukje papier vallen,
alsof het iets onreins was, en hij
kneep zijn handen zoo vast te za-
men, dat hij de knokkels van zijn
vingers in de stilte der kamer kon
hooren kraken, terwijl hij langzaam
naar het venster liep, van waaruit
hij 'n kort oogenblik tevoren het
licht in de hut van Mary S'andish
had zien schijnen.
Dus John Graham hield zijn woord
zijn eed, in dat ééne uur van zijn
vade'S overwinning gezworen dat
uur, waarin Holt de wereld van
een onmensch had kunnen bevrijden,
als hij zich niet op het laatste oogen
blik goedertierend had betoond.
Van dit alles was Alan als jongen
getuige geweest. En nu was Mary
Standish het werktuig, dat hij ge
bruikte om zijn doel te bereiken.
In de eerste oogenblikken deed
Alan zijn uiterste best iets te kunnen
vinden, waardoor hij het overtuigen
de van deze bewijzen zou kunnen
verzwakken en daardoor de woede
hoorde, dat hg geen Hongaarsch
patent zou kunnen krijgen, liet hrj
de zaak op zgn beloop, daar hij als
patriottisch Magyaar niets met een
Oostenrgksch patent te maken wilde
hebben.
Twee dagen later vervoegde zich
een onbekende, die voorgaf een
trekkend circusartist te zijn, bij
Jrinyi. In een café had hij toevallig
van de uitvinding gehoord en nu
wilde hg zich ter plaatse van de
juistheid van deze berichten over
tuigen. Jrinyi toonde den artist een
en ander, maar deze scheen er toch
niet al te zeer in zijn schik mee te
zijn.... voor een circusattractie, was
het geheel niet interessant genoeg.
En bovendien had Jrinyi de lucifers
al aan andere menschen laten zien,
zoodat de artist er niet zeker van
kon zijn, dat de concurrentie niet
al werkte met deze dingen. Kortom
hij betreurde het zeer en nam af
scheid. Na een paar dagen echter,
verscheen hij nogmaals en noemde
den naam van een zgner kennissen,
Romer, die zich voor deze „flauwe
kul" wel interesseerde.
Men ging dus naar den heer F.
Romer, een man, die met verschil
lende nieuwigheden handelde. Nu
liet de artist de lucifers zien en keek
de student toe. Romer vroeg hem
zoo terloops, wat hij er dan voor
wilde hebben en Jrinyi, die er al
niets meer in zag, zei glimlachend,
dat hij tevreden zou zijn, wanneer
men hem de paar stuivers voor de
onkosten gaf. Romer deed aldus en
de student ging naar zgn café....
Reeds den volgenden dag waren
er te Weenen een paar zaken, die
de snel door Romer vervaardigde
lucifers verkochten. Hij had als het
weerlicht patent aangevraagd. Toen
nu het eerste succes kwam, begon
Romer last van zijn geweten te
krijgen en vroeg hij Jrinyi nog eens,
wat hg eigenlijk voor zijn idee wilde
hebben. De bescheiden student
meende, dat het toch in orde was,
maar ja, wanneer Romer nog iets
voor hem wilde doen.... hij ging met
vacantie naar huis en had hiervoor
nog 60 gulden noodig. Romer gaf
hem het geld en Jrinyi hoorde nooit
meer iets van hem. Maar ook Jrinyi
verdween.
Inmiddels had Preszl, de student,
die Jrinyi aangeraden had patent
aan te vragen, zelf proeven genomen.
Preszl begon de lucifers zelf te
fabriceeren en probeerde ze aan den
man te brengen. Hieruit vloeide een
proces met Romer voort. Preszl ver
loor, zijn lucifers werden in beslag
genomen.
Geheel Weenen kocht en gebruikte
lucifers. Een paar jaar later waren
zij in de geheele wereld bekend.
Men begon zich er ook voor te
interesseeren, wie toch de uitvinder
er van was. Maar met de naspeurin
gen kwam men niet verder dan tot
Preszl. Thans pas heeft men ontdekt,
dat de student Jrinyi de uitvinder
er van is.
Dank zij den KLOOSTERBALSEM
heelt zij die nu nooit meerl
,'tWaa een gruwelijke la» en het leed
geweldig zeer. Het bloed stond er al-
t\Jd voor. Allerlei huismiddeltjes deed
ik er op, het beet geweldig, maar tel*
Jtens kwamen de kloven terug. Gewone
ihuid-crémes hielpen mij evenmin. Maar
'nu heb Ik geen last meer ervan. Nu
wrijf ik eiken ochtend en avond Klooster*,
balsem er op. Dal doet géén zeer en
de huid is en blijft prachtig glad èn
gezond, ook al kom Ik met mijn han*
tien „taob In h„i rt.j -
cgezona, oor al kom ik met mijn han*
£•'- vaak het water. Het was een,
UitkOmSt." t r, raar.
ijjp&Qfr. H. de J. te s*H.
akker's TFI» INZAQB
„Geen goud zoo goed" <1
Onovertroffen bfj brand-en snU wonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmlddel bil
Rheumatiek, spit en pUnlyke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten62'/2 ct. en f 1.04
BON voor Inzenden in open couvert.
R ATI S als drukwerk (l'/2 ct.) aan
MONSTER Handelmij. L. I. Akker, R'dam
i*VB*WLJ
kon kalmeeren, die in hem oprees.
Hij trachtte zichzelf niet wijs te
maken, dat John Graham dezen brief
niet aan Mary Standish zou hebben
geschreven Zonder er bij te denken,
had ze dit schrijven bewaard, totdat
ze het ten slotte had willen vernie
tigen en had Stampede er bij toeval,
een klein overtuigend overblijfsel van
gevonden.
Als een kaleidoscoop trok alles,
wat er gebeurd was, aan zijn oogen
voorbij: haar pogingen om van het
begin af aan zijn belangstelling op
te wekken; de standvastigheid, waar
mede ze de zichzelf gestelde ge
dragslijn gevolgd had: de vrijpostige
manier, waarop ze hem naar zijn be
zittingen was gevolgd en de opval
lende wijze, waarop ze zijn vertrou
wen had trachtten te winnen en
nu, met John Graham's handteekening
voor zich op de tafel liggend, was
dit alles een meer dan overtuigend
en onbetwistbaar bewijs.
De „industrie" waarop John Gra
ham zinspeelde, kan geen andere dan
de zijne en die van Carl Lomen
zijn... de rendier industrie, die ze
opgebouwd hadden en waarvoor ze
streden en waartegen John Graham
en andere vleeschmagnaten samen
spanden om die te bemoeilijken en
ten onder te brengen.