DEBDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Openbare Vergadering van den Raad der gemeente Venray, Krakelingen. Zaterdag 21 November 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 47 gehouden op 1 October 1936, des namiddags 3 uur. Voorzitter: de heer G. H. HOUBEN, loco-burgemeester. Secretaris: de heer A. F. M. VAN HAAREN. Tegenwoordig alle leden. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed, waarna hy spreekt als volgtMijne Heeren. Voor het eerst sedert jaren mist deze verga dering zijn Voorzitter. Met verslagenheid vernamen wy op Zondag 13 September van het plotseling ernstig ongesteld worden van den Burge meester. Verkeerden wij de eerste dagen in bange vrees, al gauw ver namen wij, dat zijn toestand verbeterde. Laten wij hopen en bidden, dat de ingetreden beterschap blyve aanhouden en dat het onzen Voor zitter moge gegeven zijn zoo spoedig mogelijk, geheel hersteld, zijne werkzaamheden te kunnen hervatten. De Raad betuigt hiermede zijn instemming. Hierna zegt de VOORZITTER, dat de bevolking van ons land met groote vreugde de verloving heeft vernomen van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana met Prins Bernhard von Lippe Bisterfeld. Na de donkere dagen, die ons dierbaar vorstenhuis heeft gekend de laatste jaren door het overlijden der diepbetreurde, onvergetelijke Koningin- Moeder en Zijne zoo sympathieke Koninklijke Hoogheid Prine Hendrik der Nederlanden, is deze verloving een zonnestraal in het leven van Hare Majesteit onze geëerdiedigde Koningin en stemt deze vreugdevolle tijding ook eenieder tot oprechte blydschap. Het Gemeentebestuur heeft reeds, mede uit naam van den Gemeenteraad en de bevolking, aan het Hooge Verloofde Paar en Hare Majesteit de Koningin telegrafisch zijn gelukwenschen doen toekomen. Moge, aldus Spreker, deze verloving veel geluk brengen aan Prinses Juliana, Prins Bernhard, het Koninklijk Huis en het Vaderland. Getrokken wordt hierop no. 2, zoodat bij eventueele stemmingen no. 2 der presentielijst, i.c, het lid Janssen, het eerst zijn stem moet uit brengen. De notulen der vergadering van 30 Juli 1936 worden hierna ongewy- zigd vastgesteld. Dan is aan de orde: Vaststelling der rekening van het Algemeen Bur gerlijk Armbestuur 1935 en vaststelling der begrooting van het Alge meen Burgerlyk Armbestuur dienst 1937. De VOORZITTER leest het rapport der commissie van onderzoek van bedoelde rekening en begiooting voor, en zegt, dat de rekening sluit met een totaal aan ontvangsten van f 17623.06 en een totaal aan uit gaven van f 17672.50, zoodat er een nadeelig saldo is van f 49.44; de begrooting sluit met een bedrag in ontvangsten en uitgaven van f 14100. Wordt algemeen goedgevonden de begrooting en rekening ongewy zigd goed te keuren, waarna de VOORZITTER de commissie dankt voor de door haar verrichte taak. Nog leest de VOORZITTER voor het rapport der commissie van on derzoek der rekening over 1935 en der balans per 31 December 1935 van den tak van dienst het bedrijf der Gasfabriek. Spreker zegt, dat deze rekening 30 Juli 1936 den Raad is overgelegd, daarna 14 dagen ter Secretarie voor eenieder ter lezing heeft gelegen en tegen betaling der kosten verkrijgbaar is gesteld. Waar aldus is voldaan aan de wettelijk voorgeschreven formaliteiten, kan de Raad overgaan tot voorloopige vaststelling. Het bedrag der baten en lasten van den tak van dienst het bedrijf der Gasfabriek per 31 December 1935 wordt vervolgens voorloopig vast gesteld in activa op f 80521.28, met inbegrip van een saldo verlies van f 583.33, welk bedrag door de gemeente aan het bedrijf zal worden uit gekeerd en in passiva op f 80521.28, met inbegrip van een winstsaldo over 1934 van f 169.30. De heer VAN HAREN heeft gezien, dat van andere gemeenten hier teer gehaald wordt voor de wegen. Deze schynt dus wel goed te vol doen. Spreker dringt er daarom nogmaals op aan, deze ook zelf te gaan gebruiken. De VOORZITTER zegt hiervan nota te zullen nemen en dankt verder de commissie voor de door haar verrichte taak. De heer ODENHOVEN heeft gehoord, dat in de plaats van Goemans, die met pensioen gaat, aan de gasfabriek een nieuwe arbeider is aan gesteld. Spreker vraagt of het vastgestelde loon wel van dien aard is, dat dit voldoende kan worden geacht De VOORZITTER antwoordt, dat dit loon slechts geldt voor den in- gestelden proeftijd; later wordt dit definitief vastgesteld. Hierna'wordt aangeboden het verslag der gemeentelijke Arbeidsbeurs, tevens Districts-Arbeidsbeurs over 1935. Wordt algemeen goedgevonden dit verslag voor de leden ter Secretarie ter inzage te leggen. Na toelichting door den VOORZITTER, dat alle bedragen met 10 pCt. verlaagd zijn, wordt het kohier der Rioolbelasting vastgesteld tot een bedrag van f 10142.26. De heer REINTJES heeft gezien, dat de Stoomzuivelfabriek Leunen f 90.— rioolbelasting betaalt en nog is de toestand daar verre van goed. De VOORZITTER zegt, dat hierover reeds meermalen met het bestuur der Zuivelfabriek is onderhandeld, doch dit nog steeds niet tot resultaat heeft geleid. De heer REINTJES vindt het niet juist, dat definitieve verbetering door de fabriek zou betaald moeten worden. De heer PUBBEN meent, dat de aansluiting vanaf den beginne te klein is aangelegd. De VOORZITTER zegt, dat B. en W in deze diligent zullen blijven en in elk geval tot verbetering zal worden overgegaan. De heer ODENHOVEN zegt, dat wel alle bedragen met 10 pCt. zyn verlaagd, maar hebben er niet veel herschattingen plaats gehad en zijn de café's gelijk gesteld met winkels De VOORZITTER kan dit niet zeggen; het kohier is opgemaakt vol gens de opgave van de Personeele Belasting. Het kohier der Trottoirbelasting wordt vervolgens vastgesteld tot een bedrag van f 839.24. Dan wordt op voorstel van B. en W. algemeen goedgevonden een bedrag van omstreeks f 6000.op de voor de gemeente meest gunstige wijze te beleggen in Staats- of Nederl. Indische leeningen en zoodanig, dat ze minstens 31/, pCt. rente afwerpen. Vervolgens is aan de orde: Verzoek der Vereeniging van Nederland- sche Gemeenten om toetreding als lid. De VOORZITTER zegt, dat de kosten bedragen l1/, ct. per inwoner, dus circa f 115.per jaar. Daartegenover zyn er ook enkele voordeelen aan het lidmaatschap verbonden, zooals de heeren in de stukken, welke ter inzage hebben gelegen, wel zullen hebben gezien. De heer VAN BOVEN meent, dat het voordeel niet opweegt tegen de nadeelen, i.e. de kosten en wij vooral tegenwoordig op de kleintjes moeten passen. Hij stelt dan ook voor niet aan te sluiten. De heer MILLEN zou ook wachten en voorloopig van toetreding af zien. In stemming gebracht wordt het voorstel van den heer van Boven, om niet toe te treden als lid, met 14 tegen 1 stem aangenomen. Tegen stemde de heer Janssen. Dan wordt, op voorstel van B. en W., algemeen goedgevonden het verzoek der Hoofdcommissie voor de normalisatie in Nederland, om toetreding als lid, voor kennisgeving aan te nemen. Vervolgens is aan de ordeVoorstel van B. en W. tot intrekking van het besluit tot het houden van een botermarkt op eiken Vrijdag. De VOORZITTER zegt, dat deze botermarkt reeds sedert tientallen jaren niet meer gehouden wordt en nog slechts in naam bestaat, wes halve Gedeputeerde Staten verzoeken te bevorderen, dat door den Raad alsnog een besluit tot afschaffing wordt genomen. Wordt algemeen goedgevonden deze wekelijksche botermarkt alsnog formeel af te schaffen. De heer ODENHOVEN zegt er wel voor te kunnen zyn de markt te laten bestaan, indien iedereen er goedkoope boter kon krygen. fe Nog is aan de orde: Voorstel van B. en W. tot het regelen der ker missen te Venray, Oostrum, Oirlo, Castenray, Ysselsteyn, Heyde. Leunen en Merselo, op dezelfde dagen waarop zij practisch reeds thans worden gehouden. De VOORZITTER leest het hieromtrent van Ged. Staten ingekomen schrijven, alsmede het concept-raadsbesluit, voor. De heer VAN BOVEN hoopt, dat de Burgemeester eindelijk zal in zien, dat ook in de andere gehuchten als Leunen, Merselo enz. dans muziek thuis hoort. De heer PUBBEN verzoekt in het raadsbesluit een kleine wijziging aan te brengen. Merselo heeft name'yk altijd 3 dagen kermis gehouden behalve in de jaren als St. Petrus en Paulus op Woensdag of Donder dag valt, want dan werd ook deze dagen kermis gehouden. Spreker ver zoekt daarom deze aanvulling in het raadsbesluit op te nemen. Wordt algemeen goedgevonden het ontwerp-besluit van B. en W. aldus aan te vullen en te besluiten dienovereenkomstig. Vervolgens wordt behandeld het voorstel van B. en W. tot wijziging der verordening tot heffing van vergoeding voor het verstrekken van inlichtingen of opgaven uit het bevolkingsregister, vastgesteld door den Gemeenteraad in zijn vergadering van 24 Juni j.l., zulks in verband met dienaangaande gemaakte bedenkingen van Z.E. den Minister van Bin- nenlandsche Zaken. Nadat op verzoek van den VOORZITTER de Secretaris eenige toelich ting omtrent de wenschen van den Minister heeft gegeven, wordt alge meen goedgevonden te besluiten overeenkomstig het voorstel van B. en W. waarby het bedrag voor een uittreksel uit het bevolkingsregister of een bewijs van opneming in het bevolkingsregister als bedoeld in artikel 4 2e lid, sub a van het besluit bevolkingsboekhouding (Staatsblad 1936, nr. 342) wordt vastgesteld op f 0.30. Dan is aan de ordeVoorstel van B. en W. tot het deelnemen in het kapitaal van het Borgstellingsfonds voor Noord-Limburg en wel naar een grondslag van 10 cent per inwoner, berekend naar het aantal in woners op 1 Januari 1936, en het verleenen eener jaarlyksche bijdrage van 2 ct. per inwoner, berekend naar het aantal inwoners op 1 Januari van elk jaar, voor een tydvak van vijf jaar, van 1 Juli 1936 tot en met 1 Juli 1941. De VOORZITTER zegt, dat de heeren de brochure hebben thuis ge kregen en hy deze dus niet behoeft voor te lezen. De heer VAN BOVEN meent, dat waar boer en arbeider reeds ge steund worden, het niet meer dan billijk is, thans ook den middenstand te helpen, onder voorwaarde natuurlijk, dat het alleen gegeven wordt aan die personen, die het crediet persé noodig hebben. De heer ODENHOVEN zegt ook voor deelneming te zijn, als het maar gegeven wordt aan degenen, die er het meest voor in aanmerking komen. Dat is ook het standpunt van B. en W., zegt de VOORZITTER. De heer VAN HAREN zegt zich wel met het voorstel van B. en W. te kunnen vereenigen, doch merkt op, dat als de periode van 5 jaren verloopen is en wij geen lid meer zouden bigven, wij het inleggeld kwijt zyn. Er gaan dan stemmen op, om eerst nadere inlichtingen in te winnen. De heer PUBBEN meent, dat waar zoovele gemeenten reeds hebben deelgenomen, wij voor onzen middenstand niet mogen achterblijven. Spreker gelooft niet, dat er veel van terug zal komen, doch ook dan nog moeten wij het doen. De heer VERMEULEN had toch graag eerst meer inlichtingen gehad. De heer MILLEN is van oordeel, dat by eventueele liquidatie wij in elk geval toch percentsgewijze zullen terugontvangen van het dan nog aanwezige kapitaal, dus de strop niet erg groot kan zyn. Wordt algemeen goedgevonden te besluiten overeenkomstig het voor stel van B. en W. Dan wordt behandeld het ingekomen verzoek van J. Litjens e.a., tot het leggen van een verbindingsweg door het Daland. De VOORZITTER leest het verzoek voor. De heer ARTS zegt zich persoonlijk ter plaatse op de hoogte gesteld te hebben. Dat de weg, zooals hij nu aangelegd wordt, geen nut heeft, is onjuist, maar adressanten hebben er niets aan. Zij hebben er enkel wat aan, als de zandweg, die toch de kortste verbinding is naar den weg Rips, verbindingsweg wordt en dit is ook gemakkelijk te doen, als de eigenaars der gronden langs dezen weg maar medewerken. De VOORZITTER zegt, dat deze weg op de eerste plaats moet wor den opgenomen in een plan van werkverschaffing. Hierbij komt echter, dat de menschen, die aan den weg grond hebben liggen, dezen zouden moeten afstaan, geen belang hebben by een breederen weg. De heer PUBBEN stond er ook van te kijken, dat die weg daar wordt gemaakt en zegt, dat dit geheel buiten hem om is gegaan. Hoewel dit de kortste verbinding is naar den weg Rips, kan hy best begrijpen dat nu dit request gevolgd is, want de weg in het request bedoeld, is in derdaad belangrijker. Terloops merkt Spreker op, dat hy terzake reeds onaangenaamheden heeft gehad, omdat het Staatsboschbeheer geen over leg heeft gepleegd met belanghebbenden en zoo maar den grond heeft genomen. Spreker is er voor den weg te maken zooals in het request gevraagd te meer ook omdat hieraan meer huizen liggen en hy dankt den heer Arts voor de moeite, die hij zich gegeven heeft. De heer STEEGHS is het er mede eens, dat de weg, die nu gemaakt wordt, nooit de verbindingsweg naar de weg Rips kan worden. Spreker vraagt verder hoe breed de in het request bedoelde weg thans ie en of er dus veel van de aanliggenden noodig is. De VOORZITTER antwoordt, dat de breedte circa 4 M. bedraagt en er dus aan weerszijden circa drie Meter by zal moeten komen. Moet deze grond kosteloos worden afgestaan, vraagt de heer STEEGHS, want dat is vooral in dit geval van belang, waar de eigenlijke aanlig genden met grond er niet op de eerste plaats belang by hebben, zooals ook reeds door den heer Arts opgemerkt. Dat is wel gebruikelijk, antwoort de VOORZITTER. Hieraan kan hy echter toevoegen, dat de weg gemaakt wordt zonder medewerking van het Gemeentebestuur. De heer ARTS heeft niet willen zeggen, dat deze weg heelemaal niet van belang is voor adressanten; hy is ongetwijfeld wel wat waard voor de aanliggenden met gronden, ook al wonen ze er niet aan. De VOORZITTER meent, dat dit belang toch niet groot kan zyn. Op voorstel van den VOORZITTER wordt algemeen goedgevonden, dat B. en W. terzake nader zullen informeeren en dan te zijner tijd zoo noodig met een voorstel bij den Raad te komen. Hierna schorst de VOORZITTER de openbare vergadering en gaat de Raad in geheime zitting over. Na heropening der vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde a. Voorstel van B. en W. tot vaststelling eener verordening regelende de bezoldiging, den kinderbijslag en woningtoelage voor den opzichter in algemeenen dienst bij gemeentewerken en waarby de jaarwedde is bepaald op f 1300 in aanvang met 4 tweejaarlyksche verhoogingen van f 75, f 30 per jaar voor gebruik van eigen rywielen bij gehuwd zyn een vaste woningtoelage van f 104. b. Voorstel van B. en W. tot vaststelling eener instructie voor den opzichter in algemeenen dienst van gemeentewerken. Na voorlezing door den VOORZITTER worden de voorstellen van B. en W. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Dan wordt behandeld het voorstel van B. en W. tot benoeming als opzichter in algemeenen dienst by gemeentewerKen van den heer J. Min, thans tydelyk in dienst bij gemeentewerken. Tot stemopnemers worden door den VOORZITTER aangewezen de heeren Poels en Millen. Na de stemming blijkt dat 15 stemmen zijn uitgebracht op J. Min, zoodat de heer Min met algemeene stemmen is benoemd. Vervolgens is aan de orde benoeming van een directeur van gemeente werken. De VOORZITTER zegt, dat door B. en W. de navolgende voordracht in alphabetische volgorde is opgemaakt 1. J. A. M. van Keulen, tijdelijk hoofd van gemeentewerken van Venray. 2. Ir. L. Raedts c.i. in tijdelyken dienst van den Provincialen Water staat van Noord-Brabant. 8. A. C. A. van Schendel, le technisch ambtenaar van gemeente werken van Ginneken. De inlichtingen omtrent elk dezer zyn zeer gunstig en het Gemeente bestuur acht zich dan ook volkomen verantwoord met de keuze, welke de Raad hieruit zal doen. Tot stemopnemers worden door den VOORZITTER wederom aange wezen de heeren Poels en Millen. Na de stemming blykt, dat zyn uitgebracht 6 stemmen op Ir. L. Raedts, 6 stemmen op A. C. A. van Schendel en 3 stemmen op J. A. M. van Keulen. Aangezien geen der candidaten de volstrekte meerderheid heeft be haald, heeft een 2e vrije stemming plaats. By deze stemming worden uitgebracht6 stemmen op Ir. L. Raedts, 1 op J. A. M. van Keulen en 8 op A. C. A. van Schendel, zoodat de heer van Schendel is benoemd tot directeur van gemeentewerken. De VOORZITTER dankt vervolgens de heeren stemopnemers voor de door hen verrichte taak. Hierna is aan de orderapport der commissie ad hoe inzake de ves tiging eener sigarenfabriek te Venray, ingesteld by besluit van den Gemeenteraad d.d. 24 Juni 1936. i De VOORZITTER stelt namens B. en W. voor, waar de Burgemeester hier op het oogenblik niet aanwezig kan zijn, dit rapport aan te houden tot een volgende vergadering, waarin hij hopelijk wel aanwezig zal zijn. De heer VAN BOVEN heeft daartegen geen bezwaar, maar stelt dan voor, dat de ingestelde commissie ook zoolang blijft bestaan. De heer ODENHOVEN meent, dat het publiek reeds lang genoeg ge wacht heeft en zou dan tenminste dit rapport in zyn geheel pubüceeren. De VOORZITTER zegt tegen publicatie in Peel en Maas geen bezwaar te hebben, doch zou eerst het gevoelen der Commissie hieromtrent willen vernemen. De heer VAN HAREN acht het toch beter het rapport te behandelen in bijzijn van den Burgemeester; daarna kan het altijd nog gepubliceerd worden. De heer ODENHOVEN begrijpt de houding van den heer van Haren niet en heeft nog nooit gehoord, dat iemand, die lid is eener Commissie, bezwaar maakt tegen behandeling van het rapport dier Commissie in den Raad. De heer VAN HAREN schuift deze insinuatie van zich af. Spreker niet tegen behandeling van het rapport, doch de omstandigheden brengen mede, dat hy moet zyn tegen behandeling in deze vergadering. De heer VAN BOVEN zal nu niet spreken, omdat de Burgemeester afwezig is en deze zich dus niet kan verdedigen. De Burgemeester is een harde werker, doch alles alleen doen gaat nu eenmaal niet. Spreker hoopt dan ook, dat de Burgemeester zyn standpunt zal herzien en voortaan meer commissies zal instellen. Wy zien nu reeds welk nuttig werk deze Commissie heeft verricht. De heer ARTS vindt het ook beter het rapport nog niet te publiceeren, anders komen er misschien andere gemeenten op af. De heer VERMEULEN kan hieraan toevoegen, dat de Commissie nog steeds bezig is in deze de gewenschte oplossing te vinden. Meer kan op het oogenblik nog niet gezegd worden. Zonder hoofdelyke stemming wordt hierna tot aanhouding besloten, onder aanteekening, dat de heer Odenhoven geacht wil worden te hebben tegen gestemd. Nog is aan de ordewijziging en aanvulling c er gemeentebegrooting dienst 1936. De VOORZITTER leest de voorgestelde wijzigingen voor, welke alge meen worden goedgevonden. Vervolgens wordt aangeboden het verslag van den Handelscursus over 1935. Wordt algemeen goedgevonden dit verslag voor de leden ter Secretarie ter inzage te leggen. Dan volgt de aanvrage van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur tot het verleenen van een aanvullingssubsidie over 1936. Na toelichting door den VOORZITTER, dat dit voornamelijk verband houdt met de grootere ziekenhuiskosten, wordt zonder hoofdelyke stem ming overeenkomstig het voorstel van B. en W., het gevraagde aan vullingssubsidie van f 3500 toegestaan. Hierna is aan de orde a. Voorstel van B. en W. tot aankoop van grond van J. J. H. Aerts te Venray en verkoop van grond aan J. Aerts te Venray in het uit breidingsplan. b. Voorstel van B. en W. tot aankoop grond van Th. G. H. Pouwels, eveneens in het uitbreidingsplan. Na uitvoerige toelichting aan de hand van overgelegde situatiekaarten wordt algemeen goedgekeurd de ruiling met Aerts te doen plaats hebben met bijbetaling van een bedrag van f 100 door J. J. H. Aerts voornoemd, terwijl Pouwels voor den grond, dien hy afstaat zal ontvangen f 15 per are. Nog wordt algemeen goedgevonden aan Adr. Kuunders, landarbeider te VenrayYsselsteyn I 64, te verkoopen een perceel ontgonnen grond, gelegen te Ysselsteyn, gedeelte van Sectie H no. 2041, groot 1.21 H.A., tegen den prijs van f 650 per H.A. De VOORZITTER leest daarna voor het proces-verbaal van kasopname bij den Gemeente-ontvanger over het 3e kwartaal 1936, waaruit blykt, dat op 25 September 1936 het totaal der inkomsten bedroeg f725505.97, het totaal der uitgaven f 638412.84, zoodat op 25 September j.l. in kas was f 87093.13. Wordt voor kennisgeving aangenomen het proces-verbaal blyft ter inzage voor de Raadsleden. Nog leest de VOORZITTER voor het ingekomen Koninklijk Besluit tot niet-ontvankelijk-verklaring bestuur der vereeniging „Ons Belang" te CastenrayKlein Oirlo in zijn beroep tegen het besluit van Ged. Staten van 1 Mei 1936, le afdeeling La 5219/3 O, tot ongegrondverklaring van zyn beroep tegen het besluit van den Raad der gemeente Venray van 27 December 1935, no. 315/158, houdende weigering van de overeen komstig artikel 72 der Lager Onderwijswet 1920 gevraagde medewerking voor de stichting van eene bijzondere neutrale school voor gewoon lager onderwijs te Castenray. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Nog doet de VOORZITTER voorlezing van het ingekomen verzoek der R.K. Werkliedenvereeniging St. Joseph te Venray om medewerking, om Venray in een hoogere loonklasse te plaatsen. De VOORZITTER zegt hieraan direct te kunnen toevoegen dat reeds op 8 September j.l., dus nog enkele dagen voor het inkomen van dit request, een dergelijk verzoek tot de bevoegde instanties werd gericht. De heer ODENHOVEN zegt, dat Venray vanaf den beginne steeds te laag gerangschikt is geweest. Venray met zyn stedelijk karakter, zyn 150 bouwvakarbeiders, kortom een plaats van 14000 inwoners, behoort toch zeker in de 8ste klasse gerangschikt te worden. De bedoeling is nu, dit alsnog te bereiken met medewerking van de hoofdbesturen der organisaties. Als nu de Raad hiermede zijn sympathie uitspreekt, staan de organisaties natuurlijk sterker. De heer VAN BOVEN zou ondanks het reeds door B. en W. verzon den verzoek, toch nog gaarne met algemeene stemmen eene motie zien aangenomen om het verzoek te steunen. De heer MILLEN zegt, zich hier volkomen mede te kunnen vereenigen. Venray is vanaf den beginne gerangschikt geweest naar het loon, dat de landarbeiders verdienden en de fout heeft van den beginne bestaan. Met algemeene stemmen wordt dan besloten de navolgende door den heer Odenhoven voorgestelde motie ter kennis te brengen van den minister van Sociale Zaken: De Gemeenteraad van Venray. in voltallige vergadering bijeen, betuigt zyn volle sympathie met het ingekomen schrijven van het Bestuur der R.K. Werkliedenvereeniging St. Joseph aldaar, om Venray, wat de loon klasse betreft van de tewerkgestelden in de werkverschaffing, te rang schikken in een hoogere loonklasse, met name de gemeente te brengen van de 9e in de 8e klasse. De heer VERMEULEN vraagt of de Voorzitter kan mededeelen, hoeveel de verbetering of liever gezegd de verslechtering der Leeuwstraat en Henseniusstraat hebben gekost. De VOORZITTER zegt, dat hier een nieuwe methode is gebruikt, die reeds in verschillende deelen van ons land met succes werd toegepast. Verschillende ingenieurs zijn dan ook komen kijken en waren zeer vol daan over het verkregen resultaat. Practisch heeft de weg ons niet3 gekost omdat veel oud materiaal is gebruikt, dat geen waarde meer had. De kosten hebben bedragen f 847.60, doch er zyn vrij gekomen 32 M3 goed bruikbare keien van f 30.per M3 is f 960.—, zoodat er feitelijk nog wat overblijft. De bedoeling is de Henseniusstraat nu nog met wat teerpreparaat te bewerken, waarna zij volgens het oordeel der deskundigen onverslijtbaar is. De heer VERMEULEN zegt, dat het water geen afvoer meer heeft. De VOORZITTER antwoordt, dit niet te kunnen beoordeelen. De heer MILLEN verzoekt de Langstraat te voorzien van trottoirs of althans van trotto-irbanden. De VOORZITTER zou dit laten rusten tot de nieuwe Directeur van Gemeentewerken er is. De heer ARTS wijst op den zeer gevaarlijken bocht in den weg Oostrum—Geisteren by Janssen en verzoekt aldaar een lantaarn te plaatsen. De VOORZITTER zegt een onderzoek toe. De heer ODENHOVEN herinnert nog eens aan de toegezegde weg wijzer voor den weg Rips. In verband met de ziekte van den Burge meester is dit echter vergeten. De VOORZITTER zal dit nader onder de oogen zien. De heer VAN BOVEN verzocht voortaan kortere agenda's en meer vergaderingen. Ook deze agenda was weer veel te lang. De VOORZITTER antwoordt, dat het hier een door omstandigheden uitgestelde vergadering betreft. De heer PUBBEN wyst op de vele en prachtige objecten, die voor werkverschaffing in aanmerking komeh en waarbij boeren en bouwers gebaat zijn, b.v. ontginnen en stichten van boerderijen in de Peel. Waar om kunnen wij hier toch niet meer van profiteeren ten behoeve van onze werkloozen Naar men zegt is er maar 1/6 gedeelte onzer werk- loozen in het werk en dat is droevig; de menschen roepen om werk. Spreker hoopt dan ook, dat B. en W. in deze diligent zullen blijven en stappen zullen doen om in deze wat te bereiken. De VOORZITTER kan in verband hiermede mededeelen, datir. Froger weer hier geweest is en Spreker den indruk heeft gekregen, dat de plannen in een vergevorderd stadium van voorbereiding verkeeren en er binnen afzienbaren tijd begonnen zal kunnen worden met de uitvoering. De heer PUBBEN zegt, dat juist de heer Froger er bij hem op aan gedrongen heeft om in deze wat meer actief te zyn. Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord ver langende sluit de Voorzitter de vergadering met gebed. ALS HET MAAR „GOED" GAAT In de Scandinavische landen u weet wel, daar ging het pas goed Bijna geen werkloosheid, géén crisis. De Scandinavische landen, althans Noorwegen en Zweden, waren de leveranciers voor de Duitsche oor logsindustrie. Geld stinkt niet. Naast Noorwegen en Zweden vooral Zweden was het Spanje, dat aan Duitschland het benoodigde ijzererts leverde. Tengevolge echter van den Spaan- schen burgeroorlog zyn de Spaan- sche leveranties geheel stopgezeten ook de bestellingen uit Zweden waren tengevolge van de clearing- moeilijkheden door Zweden voor een groot deel geannuleerd. Tengevolge van deze staking in de erts-leveringen kwam de Duit sche oorlogs-industrie in groote moeilijkheden, zoo vertelt de Groene Amsterdammer en het heeft gedreigd dat de genoemde bedrijven hun oor logsproductie moesten stop zetten. In dezen voor 't militaire Duitsch land hoogsten nood, is minister Schacht naar Parijs gegaan om met de Fransche regeering eens te gaan praten, of Frankryk niet bereid was Duitschland 't noodzakelijke kwanta yzererts te leveren. En volgens de Groene is dit in derdaad gelukt. Tusschen den Duit- schen minister Schacht en den Franschen Bastide is een overeen komst tot stand gekomen, waaraan de regeering Blum ook reeds haar goedkeuring heeft gehecht, waardoor Frankryk voortaan per maand voor 3 millioen Ryksmark aan yzererts aan Duitschland zal leveren. Wij krygen dus deze positie, dat de Fransche regeering, terwille van deze millioenen, thans Duitschland in staat stelt, oorlogsmateriaal te vervaardigen, waarmee straks de Fransche jongens den dood ingejaagd zullen worden. Zij zullen dan het verheffend ge voel hebben, dat zy in elk geval met materiaal, door hun eigen re geering aan Duitschland verschaft, den dood ingegaan zyn.

Peel en Maas | 1936 | | pagina 9