TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Qkker's
ÜÉdysiri
De hoop in onze
harten.
FEUILLETON.
Geluksdroom
Angstige nachten
in het land der
wreede Galla's.
Afrikaansche
brieven.
Zaterdag 24 October 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 43
Zeker, er zijn pesimisten van na
ture die nu eenmaal nimmer de
zon kunnen zien. Zij zullen ook
nu mopperen en zij zullen blij
ven afgeven op de foutieve geste,
die huns inziens genomen is door
de Regeering, toen het gouden
anker werd doorgekapt. Voordat
de Regeering daartoe besloot
mopperden zij over de versobe-
ringspoiitiek van de Overheid, die
hoofdzakelijk den kleinen man
dreigde te verstikken. De rijkeren
moesten zich nog wel offers ge
troosten, doch hun rijkdom bleef
voor een groot gedeelte onaan
getast, zeiden zij.
Nu mopperen zij op de ont
waarding van den gulden 1 Het
zijn nu volgens hen ook weer de
kleine lieden, die het loodje zul
len leggen. De gedaalde arbeids-
loonen zullen nog verder in koop
kracht afnemen, beweren zij, ter
wijl de rijken winst maken op
hun effectenbezit 1
Deze mopperaars kan men bui
ten beschouwing laten.
Men dient te zien naar de re
aliteit.
Deze realiteit is hoopvol.
Immers de honderden milli-
oenen guldens, die bijv. be beurs
door koersstijging heeft opgele
verd en nog verder opleveren
zal... het zijn speculatiewinsten
zegt men, maar speculatie-wins
ten blijven winsten, die voor het
grootste gedeelte worden opge
bracht door de werkelijke ver
beterden afzet van de produten
en artikelen die de betreffende
maatschappijen voortbrengen of
verhandelen.... beteekenen koop
kracht.
Het geld zal hoofdzakelijk wor
den uitgegeven en niet opnieuw
bespaard. Het kapitaal begint im
mers te vloeien uit de safes, waar
goud en bankbiljetten waren op
geborgen 1
Dat vrijkomende geld vervolgt
zijn weg, nu het niet meer door
de stalen wanden van de ban
ken wordt tegengehouden. Er
worden schulden mede betaald-
er worden nieuwe aankoopen
verricht. Het vloeit rond en het
smeert de machines van ons be
drijfsleven. Men mag de koers
stijging ter beurze niet onder
schatten. Het is een geweldige
motor, die alles weer aan den
gang kan zetten.
En dan die winsten, die de
verschillende ondernemingen en
maatschappijen maken 1 Rubber,
thee, tin, copra, palmolie, suiker,
alle brengen hoogere prijzen in
guldens op. De eene cultuur gaat
veel beter dan de andere, dat is
niet te ontkennen, maar alles
tezamen geeft het leven 1 Het
doet nieuwe werkkrachten in
dienst stellen... die werkkrachten
krijgen nieuwe koopkracht en in
een land als Indië met zijn zeven
tig millieen inwoners beteekent
een gemiddelde stijging der in
komsten van f 0.05 per dag en
per hoofd een toename van de
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
24.
Holt hield Mary Standish heel
dicht tegen zich aangeklemd, haar
mond met kussen bedekkend, zijn
vingers in haar haar verborgen, ter
wijl haar slanke lichaam als gebro
ken tegen hem aan lag.
Ze leefde dus ze was tot hem
teruggekeerd en in het overwel
digende van deze momenten vergat
hij al het andere....
Hij wist niets anders, dan dat de
heerlijke werkelijkheid hem scheen
te bedwelmen....
Plotseling voelde hij, hoe ze zich
van hem los trachtte te maken, bijna
met hem vocht, terwijl ze met haar
handen zijn gezicht van zich weg
duwde,
Ze was op dat oogenblik zoo
dicht bij hem, dat hij niets anders
anders dan haar oogen kon zien,
doch hierin lag niet de uitdrukking
waarvan hij gedroomd had er
lag een afschuw in haar blikken.
Het was alsof een messteek hem
door de borst ging en zijn armen
lieten haar los.
Ze wankelde achteruit, bevend en
hij zag, hoe ze op haar voeten stond
te trillen en haar gezichtje doods
bleek was.
koopkrachtige vraag van meer
dan 1 en een kwart milliard
gulden
Men moet zich deze som eens
realiseeren. Dit geld komt in
handen van zeer arme menschen,
de inlanders. Deze sparen welis
waar door gouden munten op
te koopen, maar in de eerste
plaats zullen zij behoeften gaan
bevredigen die jarenlang niet
konden worden bevredigd
Deze anderhalf milliard gul
dens inlandsche koopkracht vloeit
naar het Indische bedrijfsleven
daarbij moet men nog optellen
de bedragen, die de ondernemin
gen zullen te besteden hebben
voor aanschaf van nieuwe machi
nes, voor het zetten van nieuwe
gebouwen, voor het bestellen van
nieuwe schepen, van nieuw
materiaal 1
Deze bestellingen zullen niet
meer grootendeels naar Japan
gaan. Ons land heeft weer een
fraaie kans om naar Indië te
kunnen exporteeren tegen behoor
lijke prijzen.
Mag men dan niet van hoop
spreken, van hoop in onze har
ten 1
De kans, dat de werkloosheid
zal gaan afnemen, is groot. Daar
van moet men zich geen gouden
bergen voorstellen, want er be
staat niet alleen een conjunctu-
reele werkloosheid (dus als ge
volg van achteruitgang van zaken)
maar ook van technische werk
loosheid, ontstaan door perfec-
tionneering van de machines.
Toch is de goede invloed van
de toeneming der bedrijvigheid
niet te miskennen.
Er zal alom een koortsachtige
bedrijvigheid gaan heerschen,
niet alleen in de grondstoffen
landen, maar ook in de groote
naties, die een zekere mate van
zelfgenoegzaamheid hebben be
reikt.,
Is dat op zichzelf al niet ver
heugend Mag men dan niet
spreken van een groeiende hoop
op toenemende welvaart Is het
ijs niet gebroken, zijn de crisis
boeien niet gesloopt?
Natuurlijk voelt men zich nog
wat onwennig. Men kan zich niet
indenken, dat de ellende van
jaren plotseling voorbij zal gaan.
En toch is het waar! Toch gloort
een nieuwe dageraad voor ons
land en voor het groote tropische
gebied, dat tot Qiooter Neder
land behoort. Allen zullen daar
van profiteeren. Keulen en Aken
zijn nief op één dag gebouwd
Men moet een zekere mate van
geduld oefenen, doch wij allen
krijgen onze beurt
VOORTDURENDE WAAKZAAM
HEID GEBODEN.
ONDER DE EIGEN MENSCHEN
WAART HET VERRAAD ROND.
In het vervolg van zijn relaas
vertelt de in Abessynië wonende
Hij had haar gekwetst
Terwijl zij c hem aankeek, lag
smart in haar oogen en het kwam
voor, dat zii, wanneer ze de kracht
daarvoor gehad had, hem ontvlucht
zou zijn....
Zooals ze daar stond, met de
sporen van zijn kussen nog op haar
lippen en haar haar half los, hief hij
met een smeekend gebaar zijn handen
naar haar op.
Denkt u, dat ik daarvoor hier
ben gekomen stiet zij hijgend uit.
Neen, zei hij. Vergeef me....
Het spijt me..
Het was geen afschuw, die in
haar oogen lag. Het was een men
geling van schrik en physieke pijn
en er was iets in haar optreden, wat
hem sterk deed denken aan haar
houding van dien laatsten avond in
zijn hut, toen ze met haar rug tegen
de deur had gestaan.
Toch deed hij geen moeite een
verklaring van alles te vinden, want
al zijn gedachten concentreerden zich
om dit eene verbazingwekkende feit
dat ze niet dood was, maar levend
voor hem stond en hij vroeg zich
niet af, waarom....
Hij dacht er evenmin over na, op
welke wijze zij gered was geworden
Zijn geheele lichaam trilde, het was
alsof hij beurtelings lachen of schreien
moest en zich voor een oogenblik
bten gaan, zooals een vrouw dat
doen kan onder groote emoties.
Zoo had het geluk hem overwel
digd; het was, alsof het als een
levend iets door zijn aderen kroop.
Ze merkte het uit op de plotselinge
verandering van zijn gelaatskleur en
zijn snellere ademhaling.
Maastrichtenaar Jos. M. E. Leenaers
in de Maasbode, hoe langzaamaan
te midden van angst en spanning,
de coolies der koffieplantage den
moed verliezen en een van hen ver
raad pleegt.
In de daarop volgende week van
17 Mei veel gepraat. De Galla's geven
te kennen dat zij zich met de Am-
haren willen verzoenenhet lukt
niet.
Donderdag 31 Mei komen een 300
Amhaarsche soldaten den berg ten
Westen van Assala afzakken en
willen blijkbaar op hun beurt de
Galla's te lijf. De Aboree's verzame
len zich aan de Boscharivier, terwijl
de Wajou's zich nestelen op een
berg ten zuiden van ons.
Wij verschansen ons met onze
coolies op onzen berg en wachten
de gebeurtenissen aftegen den
avond trekken de Amharen terug
zij zijn blijkbaar bevreesd tegen twee
troepen slag te leverenom hun
dapperheid te toonen, zingen zij den
geheelen nacht hun krijgsliederen.
Dien nacht houden wg om beurten
de wacht.
Langzamerhand trachten wrj onze
coolies weer aan het werk te zetten,
na heel veel moeite gelukt het ons,
maar slechts indien wg met het
geweer in de hand in hun nabijheid
zijn; de Galla's weiden immers op
een 100 meter van onze plantage
hun vee.
Nebbi komt ons eenige malen be
zoeken. Aangezien Götz nog steeds
in levensgevaar schijnt te verkeeren,
besluit ik met Nebbi hem te gaan
afhalen. De chef der Wajou's dien
wij daartoe in zijn kamp bij de
Maiha Bathou opzoeken, weigert
evenwel ons door te latenvoor-
loopig moeten wg van dit plan afzien.
Ofschoon niet geheel en al gerust,
begonnen wij te wennen aan den
toestand, waarin wij verkeerden.
Enkele coolies durfden weder in
hun eigen woning te slapen en ook
het werk op de plantage ging regel
matig door. Daar klinken in den
nacht van 28 op 29 Mei plotseling
hulpkreten uit de richting van het
300 meter van onze guébi gelegen
cooliedorp en toen eenige geweer
schoten.
Het is pikdonkerofschoon ik alle
krachten inspan, lijkt het alsof ik
niet vooruitkomeenige malen val
ik. Ik ren op de woning af, waar
licht te zien is; onze kok, die ge
schoten heeft, was onmiddellgk te
hulp gesneldeen 10-tal coolies staan
in de woning. Wat ik aanschouw is
ontzettend. Op den grond ligt een
van onze coolies, slachtoffer vaneen
nachtelijken overval.
Het is doodstil, niemand zegt een
woordia het midden kruipt de
ongelukkige naast mij voort, het
afgesneden deel van het hoofd hangt
op zijn schoudernog 50 meter tot
de eerste woninghet duurt eeuwen.
Als wij in de woning zgn aange
komen, kan ïk de spanning niet
uithouden en raas mijn woede uit
tegen de coolies. Jean gaat hem ver
binden het is hopeloosik kan dat
ontzettend lijden niet langer zien
's morgens 6 uur sterft hij.
Onze kok, die nadat hg ter plaatse
kwam, Galla's zag wegvluchten,
heeft geschoten, maar niemand ge
raakt. Den volgenden morgen zoeken
wij het bosch bg de rivier afnie
mand heeft er zich de laatste weken
in gewaagd, manr wij en ook onze
coolies kennen nu geen vrees meer
wij moeten dien stumperd wreken
en zoeken Galla's, maar vinden
niemand.
Drie dagen lang heb ik niet kun
nen eten. het voedsel bleef in mijn
keel steken
's Zaterdags loven wij een belooning
uit voor dengene, die het wagen wil
om een brief te brengen naar den
Franschen Gezant in Addistwee
vrijwilligers melden zich aanden
volgenden dag vertrekken zijzullen
wij hen ooit weer zien Wij willen
weten wat er gebeurtde spanning
in dit door roovers van de buiten
wereld afgesloten gebied wordt
ondraaglgk. Voor afleiding gaan wij
wederom trachten Götz te ontzetten.
Ze was hierover een weinig ver
baasd, maar Alan werd zoo totaal
door zijn eigen gedachten in beslag
genomen, dat hem de groeiende
verbazing in haar oogen ontging.
U leeft, zei hij, uitdrukking
gevende aan het eenige, wat er in
die momenten in hem omging.
U leeft
Het kwam hem voor, alsof hij dit
woord ontelbare malen zou kunnen
herhalen
Toen drong de waarheid, die het
meisje vaag vermoed had, geheel to
haar door...
Heeft u mijn brief niet ont
vangen te Nome, mijnheer Holt?
vroeg zij.
Uw brief Te Nome
Hij herhaalde deze woorden, ter
wijl hij ontkennend met het hoofd
schudde.
Neen...
Dus al dien tijd heeft u in de
meening verkeerd, dat ik verdronken
was
Hij knikte slechts zwijgend, omdat
de prop in zijn keel het hem moei
lijk maakte om te spreken.
Ik stuurde u den brief daar
heen, zei ze. Ik schreef hem, voor
dat ik in zee sprong. Het was met
kapitein Rifle's schip, dat ik naar
Nome ging.
Ik heb dien brief nooit ont
vangen.
U heeft hem niet gekregen
Er klonk verbazing in haar stem,
maar als hij zich niet vergiste, lag
er ook een klank van begrijpen in,
Dus u meende eigenlijk niet,
wat u zooeven deed Het was niet
uw bedoeling om dat te doen U
Vergezeld van Nebbi en een 30-tal
manschappen gaan wij op weg, maar
andermaal weigeren de Wajou's
hardnekkig ons door te laten.
Terug op de plantage overleggen
Jean en ik wat te doen; het eenige
is aan het werk te gaan en daarin
te trachten onze zenuwen meester
te blijven. Bovendien de koffie staat
schitterendmogen wij een werk
van jaren zoo maar in den steek
laten
Inmiddels zitten de Galla's nog
niet stileenige malen hebben zij
reeds getracht onzen dam in het
kanaal te vernietigenhun bedoeling
is om ons het water in het kanaal
af te snijden, zoodat de coolies naar
de rivier moeten om water te halen
het is eenvoudiger en minder riskant
om enkelen te overvallen en af te
slachten.
Vijf dagen hebben wrj gewerkt om
de schade te herstellen. Op een
morgen, als Jean en ik in de nabij
heid van den dam het kreupelhout
onderzoeken, stooten wij plotseling
op twee Galla'snaar hun verraste
houding te oordeelen, hadden zij ons
niet gehoord. Ik ga tegenover hen
staan en kijk hen aanplotseling
laten ze lansen en schild in den
steek en vluchten als gekken weg.
Wij hebben niet geschoten. Men kan
zich voornemen te dooden en toch
niet den moed ertoe hebben.
Het werk gaat thans vrij regel
matig door de coolies beginnen wat
meer moed te toonensommigen
willen trachten van de omstandig
heden waarin wij verkeeren misbruik
te maken; zoodra ik bemerk dat
eenige belhamels aan opruiing willen
doen, worden de boosdoeners afdoende
gestraft door hen volgens de gebrui
ken des lands de kettingen aan te
leggen
Maandagmorgen 8 Juni ben ik in
de plantage, als ik plotseling het
geronk van vliegtuigen hoor. Jean
die nog thuis is, heeft het ook be
merkt, want even later komt hg
snel met twee groote Hollandsche
vlaggen naar buiten. Het zijn drie
vliegtuigen; ze vliegen boven ons,
gaan dan naar het oosten en buigen
af naar het zuiden; daar komen zjj
terug; zullen zg trachten te landen.
Het zal niet mogelijk zijn; laag
vliegen zij over ons heenwij zwaaien
met onze hoeden, eenige coolies met
de vlaggen en na enkele minuten
weg. Wij staan zwggend stil en
kijken, kijken totdat de stippen aan
den horizon verdwijnenhet is Europa,
het leven, de vrijheid die wrj een
oogenblik aanschouwd hebben; ge-
ruimen tijd nadat de vliegtuigen
verdwenen zijn, staan wij nog roer
loos en denken aan Europa, aan
Holland, aan vrienden en bekenken!
Wij denken, dat de Italianen ons nu
spoedig zullen bevrijden.
Verschillende chefs, waarmede wij
op goeden voet stonden, zgn de
laatste dagen met hun soldaten in
Assala en Tchebi teruggekeerd de
Galla's houden zich ook tamelijk
rustigdoor de komst der vliegtuigen
denken zij, dat de Italianen spoedig
zullen komen.
Het is echter heel anders geloopen,
weinig wisten we toen, dat de meest
gevaarlijke oogenblikken nog komen
zouden.
Dinsdag 9 Juni komt Nebbi weer
bij ons en zegt dat de Amharen
oorlog willen en de Galla's vernieti
gen hij smeekt mij als 't ware om
naar Assala te gaan en daar bg den
z.g. Gouverneur Kanjazmatch Asfou
die ook van het front is terug
gekomen en een jarenlange relatie
van mij is, te trachten bemiddelend
op te treden.
Den volgenden dag ga ik naar
Assalade ontvangst is zeer vrien
delijk en Asfou belooft tegen Zondag
een bijeenkomst te houden om alle
geschillen bg te leggen. Bij mijn
terugkomst vind ik aan de Boscha
een 100-tal Glientscha's die den
rivierovergang bewakenwij zijn
nog steeds vrienden en lachend
praten wij een beetje. Ik hoor toe
vallig, dat de zoon van Nebbi dien
dag is teruggekomen. Ik wist niet
dat hij weg washij schijnt vier
dagen op stap te zgn gewestwat
heeft dit weer te beduiden
Bg mijn thuiskomst hoor ik van
onzen spion, dat de zoon van Nebbi
hulp is gaan halen en dat een be
ruchte roover Kassa aan Nebbi hulp
heeft toegezegd. Nebbi komt even
later; hg wil niet meer hooren van
verzoening met de A mharen in een
oogenblik van woede laat hij zich
ontvallen wat wil Assala wanneer
ik wil, vernietig ik hen in één nacht
met 2000 paarden. Nu weet ik genoeg.
Ik ben naar Assala gestuurd om tijd
te winnen. Indien nu de Amharen
aangevallen worden, moet dit den
schijn wekken dat wij met de Galla's
heulen. Daarom ga ik Donderdag
weer naar Assala Abasawa, de oude
bijna blinde Galla, die op de grens
van ons terrein woont, gaat met mij
mee waarom Ik weet het niei. Ik
waarschuw de Amharen, die van dag
tot dag af overal wachtposten uit
zetten.
In den nacht van Vrijdag op Za
terdag plotseling geweerschoten uit
de richting van de woning van Aba
sawa; wij verzamelen onze menschen
en nemen stelling op den berg.
Mannen, vrouwen en kinderen
komen naar ons toegesneldzg zgn
in doodsangst weggevlucht, toen
men begon te schieten en weten van
nietsLangzaam, zeer voorzichtig
begeven wij ons naar de woning van
Abasawa in de verte reeds hooren
wij de stem van NebbiAbasawa
en Nebbi zgn broeders, dus zal alles
wel in orde zijnik besluit terug te
keerenvoorloopig is het nog ge
vaarlijk 's nachts te wandelen in
Gala-land. Bg het aanbreken van
den dag ga ik op onderzoek; Jean
blijft de guébi bewaken.
Reeds op weg hoor ik klaaggeschrei
en begrijp wat dit beteekent; voor
zijn huis ligt de arme oude Abasawa
in een groote plas bloed, een gapende
wonde in de borst, de hals half
afgesneden.
Het is afschuwelijkdie noodeiooze
beestachtige wreedheid is om razend
te worden. Een eindje verder zit
Nebbiom hem heen staan, op hun
lansen geleund, een 50 Galla's. Ik
ga naar hem toe en vraag„Graz-
match, wat heeft dit te beteekenen";
hij antwoordt„wat is er niet in
orde." Toen heb ik geraasd en ge
tierd en hem gezegd wat niet in
orde washij zat mij aan te kijken
en zal niet veel begrepen hebben,
want later heb ik mij herinnerd, dat
ik hem in Maastrichtsch dialect
onder handen heb genomen.
Ik daarentegen heb hem wel be
grepen de dood van Abasawa is
als een waarschuwing voor mij be
doeld
Dien Zaterdag vluchten alle ver
spreid wonende Araharen naar ons
de weg naar Assala is versperd;
100 Galla's liggen aan de Boscha en
laten niemand door; mannen, vrou
wen en kinderen zoeken bij ons hun
toevluchtvee wordt meegebracht
het is een waar vluchtelingenkamp.
En dan komt de nacht van Zondag
op Maandag.
De rooverhoofdman Kassa is 's mid
dags bij Nebbi op bezoek geweest,
zij hebben lang samen gepraathij
is slechts met vgf man bij Nebbi
gekomen, maar wij weten van onzen
spion dat aan de Malha Bathou 1000
ruiters wachtenhet zijn niet uit
sluitend Galla's, maar een samen
raapsel van alle rassen.
's Avonds staan Jean en ik bij het
invallen van den nacht op het terras
voor ons huis, als eenige coolies en
vluchtelingen komen vertellen
„Kassa wil u vannacht aanvallen
Nebbi heeft gezegd dat gij geen vriend
meer van hem zijtwat kunnen wij
tegen 3000 man te paard, want
Nebbi en de Wajou's doen mee
laten wij ons aan de Boscha er door
slaan en ons terugtrekken op Assala,
waar de Amharen ons kunnen hel
pen."
Het is een hopeloos plan; wat kun
nen die arme duivels beginnen tegen
enkele honderden gewapende Galla's;
daar komt niemand door. Eindelijk
gelukt het ons de paniek, door de
boodschappers verwekt, meester te
deed het alleen, omdat u uzelf de
schuld gaf van mijn dood en het
een opluchting voor u was te be
merken, dat ik nog leefde. Dat was
het, is het niet zoo 7
Werktuigelijk knikte hij.
Ja, het was een groote op
luchting.
Ziet u, niettegenstaande u me
niet wilde helpen, had ik toch nog
vertrouwen in u, ging ze voort.
Zelfs zooveel vertrouwen, dat ik u
mijn geheim in mijn brief toever
trouwde. Voor de geheele wereld
ben ik dood, Rossland, kapitein Rifle
kortom voor iedereen. In mijn brief
verklaarde ik u, dat ik een afspraak
gemaakt had met den jongen Thlin-
ket-Indiaan. Ongemerkt bracht hij zijn
kano langs de zijde van het schip,
voordat ik in zee sprong en hij
pikte me op. Ik ben een goede zwem
ster en toen bracht hij maar land,
terwijl de booten naar mij aan het
zoeken waren
Het was alsof zij plotseling weer
op een onbereikbaren afstand van
hem stond. Hij kon zich niet voor
stellen, dat hij haar slechts eenige
oogenblikken geleden in zijn armen
had gehad. Te weten, dat hij dit
gedaan had en dat zij zich nu ge
droeg, alsof er niets tusschen hen
beiden was voorgevallen, gaf hem
een gevoel van vernedering. Ze maakte
het onmogelijk voor hem erover te
spreken, zelfs om zich nog meer te
te verontschuldigen.
Nu ben ik eenmaal hier, zei op
rustigen toon. Toen ik in zee sprong,
had ik niet het minste plan om naar
u toe te gaan. Eerst later is dat be
sluit bij mij opgekomen. Ik denk,
dat het komt omdat ik een kleinen
man met roode bakkebaarden ont
moette, dien u mij eens in de rook
kamer aan boord van de „Nome"
aangewezen hebt. Dus ik ben uw
gast, mijnheer Holt.
Er klonk niet de minste veront
schuldiging in haar stem, terwijl zij
haar haar, dat hij in de war ge
bracht had, weer gladstreek. Het was
alsof zij hier thuis hoorde altijd
thuisgehoord had en alsof ze hem
nu toestond haar bezittingen te betre
den. Langzamerhand kwam hij tot
zichzelf en de volle werkelijkheid
begon weer tot hem door te drin
gen. Zijn droombeelden over haar,
zooals ze de laatste weken naast
hem had gewandeld, hand in hand,
haar zachte oogen vol liefde tot hem
opgericht, vervaagden tegen de le
vende Mary Standish tegenover hem,
met haar rustige zelfbewustheid en
haar kalme ongenaakbaarheid.
Hij stak zijn hand uit, maar nu
was er een andere uitdrukking in zijn
oogen en vertrouwelijk legde ze haar
hand in de zijne.
Het was als een bliksemflits,
zeide hij, eindelijk zijn spraak terug
vindend. Dag en nacht heb ik aan
u gedacht, van u gedroomd en heb
ik mezelf vervloekt, omdat ik meende,
dat ik het was, die u in den dood
gedreven had En nu staat u le
vend voor me. En hier.
Ze was zoo dicht bij hem, dat
haar handen, die hij in de zijne vatte,
tegen zijn borst russtten. Maar hij
was nu tot de werkelijkheid terug
gekeerd en hij zag de dwaasheid van
zijn droomen in.
Het is moeilijk om het te ge-
5)e prijs is v&rlcuixfd.
Se werking is verhoogd/
De vanouds beroemde AKKER's
ABDIJSIROOP is een natuur-genees-
middel, daar de werking in hoofd
zaak berust op de geneeskracht van
extracten uit reeds in oude tijden
bekende „genees-kruyden". Door een
nieuwe toevoeging is de werking nog
sterker, nog doeltreffender geworden.
Een lepel AKKER's ABDIJSIROOP
werkt thans 2x zoo snel als voorheenl
Een ongeëvenaarde werking tegen:
hoest, bronchitis, kinkhoest, verwaar
loosde verkoudheid, griep, influenza.
De verlaagde prijzen zijn thans:
75 ct F 1.25 F 2.00 F 3.50
3 dagen 6 dagen 12 dagen 24 dagen
gebruik gebruik gebruik gebruik
Gebruik buitenshuis ABDIJSIROOP-BONBONS
per doos 361/2 ct. - per dubbele doos 621/2 cl.
worden; de vier in kettingen gelegde
coolies worden bevrijd en Jean en ik
betrekken weer onze stelling in het
voorste gelid. Wij weten dat wij bij
een aanval op niemand kunnen re
kenen. Achter onze borstwering,
ieder met vgf bommen naast ons,
hebben wij gewaakt, een ganschen
langen nacht. Dien nacht heb ik Jean
bewonderd; hij heeft al de kwajon
gensstreken van vroeger opgehaald
en de eene grap na de andere ver
zonnen om zoodoende den slaap weg
te houden en de stilte om ons heen
te verbreken. Wij hebben dien gehee
len nacht gebabbeld en gelachen en
toen de morgen kwam zei een onzer
coolies tegen ons: „jullie Hollanders,
jullie zijt geen menschen maar dui
vels."
Toekomst-Plannen.
Waarde lezers en missievrienden,
mijne brievenreeks loopt ten einde.
Niet, dat er niet veel meer nog over
Afrika en zgn missies zou te ver
tellen zijn! De stof is bijna onuit
putbaar. Maar... mijn heengaan staat
voor de deur.
Tk hoop dat ik U in deze reeks
van brieven een beknopt overzicht
heb gegeven van ons lief en leed in
't donkere Afrika!
Thans gaan andere groote zorgen
mij in beslag nemen. Reizen en nog
eens reizen van deur tot deur, zonder
schaamte mijn hand uitstekend, niet
voor me zelf- Goddank, maar voor de
armsten in 't Godsrijk. Want... 't is
bijna ontmoedigend, hoe weinig er
nog bij me binnen kwam.
Thans zal er moeten gezorgd wor
den voor die lange dure zeereis en
een uitzet voor een stuk leven van
acht of negen lange jaren. Velen
zullen mij niet kunnen helpen gelgk
bij mijn eerste vertrek. Anderen,
beangstigd voor de toekomst, meenen
dat ze donkere tijden zullen afwen
den met 't stopzetten van alle lief
dadigheid of tenminste met die lief
dadigheid zoo kort mogelijk te knip
pen.
Deze gedenken niet dat donkere
tijden slechts straffen der zonden
zijn en dat 't machtigste middel tot
uitwisschen der zonden juist de lief
dadigheid is. Zóó leerde tenminste
de eerste Missionaris, de Christus:
looven.... Daar ginds dacht ik, dat
ik ziek "was, en misschien is dat ook
het geval. Maar als dat niet zoo is,
en u bent het werkelijk, die voor me
staat, dan ben ik blij. Als ik weer
ontwaken en ontdekken moet, dat ik
het me allemaal maar verbeeld heb...
zooals ik me zooveel dingen ver
beeldde...
Hij lachte nu. terwijl hij haar
handen losliet en haar in de oogen
keek, waarin tranen glinsterden.
Doch hij maakte den zin niet af...
Zij trok zich een weinig terug,
terwijl haar vingertoppen nog op
zijn arm lagen en duidelijk zag hij
't kloppen van haar keel, zooals hij
't ook dien laatsten avond in zijn
hut bij haar opgemerkt had.
Voortdurend heb ik daarginds
aan u moeten denken ieder uur
bij iederen voetstap, dien ik zette,
zei hij, terwijl hij wees naar de step
pen, waarover hij gekomen was
Toen hoorde ik de voetzoekers
en zag ik de vlag. Het lijkt er bijna
op alsof ik u geschapen heb.
Er lag haar een antwoord op de
lippen, doch ze hield dit terug.
En toen ik u hier vond en u
niet weer als een geest verdween,
1 dacht ik, dat ik misschien gek was
geworden, Er moet stellig iets in
j mijn hoofd niet heelemaal in orde
zijn geweesl, anders zou zoo iets
niet bij mij zijn opgekomen. Ziet u,
ik verbaasde me er over, hoe een
geest vuurwerk kon afsteken, en
ik veronderstel, dat 't toen voor 't
eerst tot me doordrong, dat u wer
kelijk leefde.
(Wordt vervolgd).