DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Meer optimisme.
FEUILLETON.
Geluksdroom
Afrikaansche
brieven.
Verlost van hevig
SIMT IN DEN RUG
mm.Zw*te A
KLOOSTERBALSEM
Angstige nachten in
het land der wreede
Galla's.
Zaterdag 17 October 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 42
Mijn vriend, de bezuiniger, die
den laatsten tijd alles te baat
genomen heeft om zijn uitgaven
te drukken, van geen trams meer
gebruik maakte om de dubbeltjes
daarvoor te besparen, een gaso-
line-lampje onder druk op zijn
bureau had staan om de hooge
electriciteitsrekening te ontloopen
en zich zat te verkleumen, omdat
de kolen een hap beteekenden
in zijn najaars-budget, telefo
neerde mij een paar dagen ge
leden:
Kom eens een borrel bij
mij drinken, vroeg hij [buitenge-
woon gastvrij. Ik stond perplex.
Een borrel drinken vroeg
ik uitermate verbaasd.
Waarom niet? was zijn
flegmatiek antwoord.
Ik wilde er het mijne van weten
en waar een mensch in geen ge
val een borrel moet afslaan, wan
neer het hem zoo gul wordt aan
geboden, zat ik een kwartiertje
later in zijn werkkamer. De haard
brandde lustig en het electrisch
licht was aangedraaid
Hé, wat is het hier veran
derd, was mijn opmerking. Zijn
je bezuinigings-principes van de
baan
Ja, dat heeft de depreciatie
van den gulden gedaan. Waarom
zou ik nog verder bezuinigen.
Het heeft geen raison meer. Ik
heb het goud uit mijn safe ge
haald, ik heb mijn staven ver
kocht, schafte mij verschillende
aandeelen aan en deze zijn flink
in koers gestegen.
Had je dan goud, was mijn
verwonderde vraag. Ik dacht, dat
het je zoo slecht ging. Wij had
den thuis een enorm medelijden
met je.
Toen vertelde hij zijn gedach
ten, die op het bekende thema
neerkwamen
Menschen, die het niet noodig
hadden, drukten hun onkosten
en maakten daardoor, dat de
werkverruiming nog verder terug
liep in ons land en in de wereld
want deze mentaliteit bleef niet
tot het eigen land beperkt.
Van dat alles is niets meer te
bemerken 1
Natuurlijk gaat het niet met
groote sprongen, doch de ver
betering begint al aardig door te
werken. Wat mijn vriend doet,
doen duizenden met hem.
Men springt uit den band, zou
men kunnen zeggen in vergelij
king met de versobering van
slechts enkele weken geleden.
De daad van de Regeering, in
den nacht van Zaterdag op Zon
dag, 26 op 27 September uitge
broeid, heeft wonderen verricht.
Met één slag veranderde de
versoberings-psychose. Bij ver
schillende landen hebben wij ons
licht opgestoken.
Alom was men in den detail
handel tevreden. Een gasfitter
had meer kachels in die enkele
dagen verkocht dan in de geheele
vorige maand en alhoewel het
koudere weer daartoe natuurlijk
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
23.
Het was laat in den namiddag,
toen Alan vanuit de verte een groep
katoenboomen ontdekte, die niet
ver van zijn huis verwijderd lagen.
Vaak had hij zijn schreden naar
deze boomen gericht, die als een
oase van hout temidden der steppen
oprees en waar hij dikwijls had
gekampeerd.
Hij hield van die plek. Hij had
dikwijls het gevoel gehad, alsof hij
deze eenzame boomen nu en dan
opzoeken moest om hen wat gezel
schap te houden en op te vroolijken.
In een der grootste stond de naam
van zijn vader uitgesneden en daar
onder de datum en de dag, waarop
de oude Holt ze ontdekt had in een
land, waar nog niemand voor hem
geweest was en onder den naam van
zijn vader stond die van zijn moe
der en ook de zijne.
Hij had hiervan een soort bede
vaartsplaats gemaakt en de vrede en
rust daarvan in den zomer en de
groote eenzaamheid in den winter
hadden er het hunne toe bijgedra
gen om ziin ziel te vormen.
Maandenlang had hij met het
grootste genoegen uitgezien naar dit
uur van zijn thuiskomst, waarop de
oude katoenboomen hem een wel-
ook aan meewerkte, zou men
zonder de nieuwe monetaire po
litiek er nog niet zoo gemakke
lijk toe zijn overgegaan.
Niet onbelangrijke kwantiteiten
kolen werden besteld door men
schen, die anders nog wat zou
den hebben gewacht en in het
uiterste geval enkele zakjes kolen
zouden hebben gekocht.
Taxi's hebben meer te doen,
want de beter gesitueerden zien
niet meer op een gulden. Zoo
kunnen wij doorgaan en waar de
verbetering zich nagenoeg in alle
bedrijfstakken manifesteert, is het
begrijpelijk, dat de hoop in de
harten der menschen is terugge
keerd.
Hoop doet leven, maar hoop
geeft ook weer aan anderen
brood. De improductieve staven
goud worden uit de safes ge
haald en voor andere doeleinden
benut. De beurzen zijn willig,
zij het met hier en daar enkele
winstnemingen, ontstaan door
verschillende incidenteele factoren
Daarbij komt, dat ook groote
landen hun munt hebben herzien,
zooals Italië en men zal trachten
het internationale handelsverkeer
wat te stimuleeren, alhoewel dit
niet hard zal gaan. Maar elke
verbetering in deze richting, hoe
klein ook, gepaard aan de op
leving in het binnenland, zal haar
invloed niet missen. Want is
men op een laagte-niveau aan
geland, dan beteekent een kleine
verbetering een g:oot percentage
van de sterk ter gedrukte be
drijvigheid.
Ik weet niet, wat mijn vriend
in de laatste dagen al niet had
ingeslagen. De jenever, die hij
mij aanbood, was prima. Een
der duurste merken en de hande
laar zal in de handen gewreven
hebben van genoegen, toen hij
het ordertje mocht noteeren. Hij
koopt het goed niet per halt
litertje. Hij presenteerde goede
sigaren die hij al in maanden
niet meer had gerookt, terwijl
het dinertje, dat hij mij daarna
aanbood, voortreffelijk smaakte.
Toen ik zelf daarna thuis kwam
en mijn sterk versoberde huis
houding zag, piekerde ik over
een en ander na en begon met
mijn crisispijp in de kast te
bergen. Een goede sigaar is toch
lekkerder, wanneer men zich aan
de pijp niet heeft kunnen wennen.
Zoo onderzocht ik alles, wat ik
als tot het verleden mocht be
schouwen.... ik rekende en reken
de en bemerkte, dat ook ik me
enkele luxe-uitgaven kon veroor
loven. die ik mij in zoo langen
tijd had moeten ontzeggen.
Hoe zal dit alles niet worden,
indien de Regèering den weg
vindt om een practischen en doel
treffende welvaartspoütiek in el
kander te zetten. De basis voor
algeheele medewerking is er
men wacht slechts op, die zullen
hebben vóór te gaanMet recht
hebben verschillende vooraan
staande economen gewezen op
de gunstige toekomst van ons
land. Laten wij de handen ineen
slaan om het ^oor elkander zoo
kocostgroet zouden toewuiven, met
achter hen de besneeuwde toppen
der Endicott-bergen.
En nu waren die boomen en ber
gen werkelijk voor hem, maar er
ontbrak iets aan....
Uit het Westen komende, loopen-
de tusschen twee rijen wilgen, waar-
tusschen het beekje van de warme
bronnen stroomde, was hij ongeveer
een kwart mijl daarvan verwijderd,
toen iets bem plotseling deed stil
staan...
Eerst meende hij geweerschoten
te hooren, maar eensklaps drong 't
tot hem door, wat er aan de hand
was. Het was de vierde Juli en ze
schenen vuurwerk aan het afsteken
te zijn.
Hij herinnerde zich, hoe Keok
altijd de ondeugende gewoonte had,
om een heeleboel vuurwerk tegelijk
af te steken, waarover Nawadlook
haar altijd berispte.
Er verscheen een glimlach om z'n
lippen. Ze hadden waarschijnlijk toe
bereidselen gemaakt en wellicht had
den Tautuk en Amuk Toolik den
noodigen voorraad vuurklappers
laten overkomen.
Het was, alsof zijn gedruktheid
iets minder werd en de glimlach
bleef om zijn mond,.,.
En toen... als door een onzicht
bare macht 'gedreven, wendden zijn
blikken zich naar een der doode
stammen van de katoenboomen, die
reeds jaren als een soort schildwacht
voor deze oase gestaan had. In den
top daarvan, fier wapperend in de
avondkoelte, hing een Amerikaan-
sche vlag
Zachtjes lachtte hij...
Dit waren menschen, die hem lief
hadden. Zijn hart sloeg met snellere
goed mogelijk te maken en daarbij
de gelegenheid ten volle te be
nutten, die ons nu geboden wordt!
Van School naar Kerk.
In m'n vorige brief heb ik 't over
heel wat ambachten van den mis
sionaris gehad. Thans ga ik schrij
ven over een ander groot werk van
den missionaris, n.l. Onderwijs en
Opvoeding, 't delicaatste na het
Priesterwerk en in zekeren zin een
en hetzelfde werk.
„Van school naar kerk" schrijf ik
hierboven, en ik zou zelfs zeggen
zoo school zoo kerk. Wie de jeugd
heeft die heeft de toekomst, die heeft
het heele wordende volk in handen.
Geef mij goeie puike scholen, schreef
de Paus zelf aan de missionarissen,
en ge behoeft mij niet meer te laten
weten dat uw kerken vol volk zijn,
want het een volgt het andere. En
dat „Van school naar kerk", zoo
waar voor ónze Europeesche landen
is even waar voor Afrika, ja meer
waar voor Afrika, dunkt mij. Want
in Afrika hangt niet enkel onderwijs
en opvoeding van de school af, gelijk
overal, maar heel het bekeerings-
proces is daar het werk van de
school. Het zijn niet de missionaris
sen die de groote bekeerders zijn.
Wij missionarissen doopen, dienende
H. Sacramenten toe, reizen alles
geregeld af om leiding en moed te
geven, maar.... in een parochie van
60 dorpen en even zooveel scholen
kunnen toch twee missionarissen niet
dagelijks overal zijn Neen, niet wij,
maar de zwarte onderwijzer en
catechist, die dag in dag uit die
zwarte krullebollekes bijeen trom
melt en ook nog heel wat volwas
senen en ouderen, hij is het die
eigenlijk verantwoordelijk is voor
het bekeeringswerk.
De catechist en onderwijzer die
dagelijks in het meest verborgen
negerdorp deugd en eerbaarheid
onderwijst, en die door zgn verblijf
in het dorp de bewaker is om uit
brekende schaapjes weer thuis te
brengen, hij is de groote bekeerder.
Wat wg met twee missionarissen
niet kunnen, dat kunnen en doen wij
wel door een legertje van catechisten
en door de scholen. Daarom, vrien
den denkt eens even na, en het moet
U duidelijk zijn dat in Afrika de
grootste sommen geld juist in dat
school- en onder wijs werk gaaD. De
Paus zalf heeft ons onlangs geschre
ven „Als gij een kerk en een school
moet bouwen, en slechts het geld
voor een van de twee aanwezig is,
bouwt dan eerst de school." Schit
terend fijn gezegd van den... Missie-
Paus.
Dat „Van school naar kerk" is
thans uitgegroeid tot een ware
strijdleuze. Vroeger, toen de neger
nog geen begrip van onderwijs had,
waren onze scholen enkel huizen
van gebed en godsdienstonderrich
ting met een heel klein beetje ander
onderwijs. Maar de tijden zijn ver
anderd. De snelle uitbreiding der
Katholieke Kerk in Centraal Afrika
ontketende een echte schoolstrijd.
De Protestantsche sekten, die zich
steeds meer aan onderwijs dan aan
opvoeding lieten gelegen liggen,
zagen met leede oogen dat steeds
meer dorpen zich aansloten bij het
Roomsche gevaar. En... zij hadden
een machtig wapen in handen, want
hun onderwijs was puik in orde,
menschelijker wijze beschouwd. Daar
om dreven zij de Regeering naar een
onderwijswet, die formuleerde dat
geen nieuwe scholen meer gesticht
konden worden zonder te beantwoor
den aan wettelijke bepalingen, en
ook nog dat voortaan negerscholen
die een gediplomeerd onderwijzer
hadden en het leerplan der Regeering
volgden, gesubsidieerd zouden wor
den.
Dat was een klap in het aange
zicht der Roomsche Kerk.
Maar de Vader van al de christe
nen waakte zoo goed over zijn zwarte
kinderen als over al de anderen. Een
Pauselgk gedelegeerde werd in 1928
uitgestuurd naar alle missies onder
Britsche vlag.
De vrijheid van onderwijs en ge
weten werd bevochten. En compleet
verkregen hoormeer dan in al de
andere colonies der wereld, en meer
dan in ons eigen slaafsch Oost-Indië.
Want wij zetten voortaan een school
zg aan zij met een Protestantsche
zoo er maar 15 kinderen zijn die de
Katholieke schoot vragen.
Missiebisschoppen en missionaris
sen kregen verder hun instructies en
in onze eigen missie werden aan
stonds 3 missionarissen opgeofferd
voor een Normaal- of Kweekschool
en ook nog een ander die niets
anders te doen zou hebben dan enkel
het onderwijs in elke statie na te
gaan en tevens om vertegenwoor
diger der missie te zijn bij de
Regeering.
Dat is zeven jaren geledenen
thans oordeelt zelf naar de resul
taten.
a. Onze normaalschool staat er,
splinter nieuw, met 170 negerstuden
ten, en wat meer wil zeggen, door
de Regeering zelf als nummer één
van al de missienormaalscholen in
Nyasaland geprezen. Hoe kon het
ook anders Daar wordt niet ge
werkt voor een salaris en een pen
sioentje maar voor God alleen. De
vijand had zijn slag fijn berekend
maar... kreeg zelf den deksel op den
neus. Het frjn geslepen wapen heeft
zich tegen henzeif gekeerd want zij
hebben ons gebracht tot up to date
scholen.
b. Ons klein Seminarie, bakermat
der zwarte Priesters, heeft bij de 100
leerlingen en wordt bediend door 4
Paters die verder geen missiewerk
hebben.
c. In Zomba bouwen we thans
een college waar ook „katholieke'
jongens zich kunnen voorbereiden
tot ieder ambt dat een neger ge
voeglijk bekleeden kan.
d. De meeste groote staties heb
ben nu hun mulo of Engelsche school
waar de beste leerlingen der lagere
scholen zich kunnen voorbereiden tot
de Normaalschool en het Seminarie,
ofwel voor de bureaux van Regee
ring en handelszaken en ook vooral
nog tot onze toekomstige leiders der
christenen in de ver afgelegen
dorpen.
e. Om dezelfde rede, vooral voor
de laatste, mocht ik het Katholiek
Instituut oprichten in Blantyre.
Deze plaats, mijn statie, is een stadje
omdat het 200 blanken telt, hetgeen
al heel wat is in Centraal Afrika.
Het is een handelscentrum met heel
wat Regeerings bureaux en kantoren
van boot- en handelsagentschappen.
Maar in Blantyre is ook de grootste
school der Protestantsche sekten,
die vroeger 600 leerlingen telde. Was
deze school nog maar enkel Protes
tantsche geweest.... maar ze is erg
liberaal getint en weinig godsdien
stig en kweekt zoodoende negerstu
denten die wel onderwezen zijn maar
zonder opvoeding van hart en karak
ter.
Zoo'n onderwijs maakt slechts
hoo vaardigen en opstandigen. Daar
lag een groot gevaar voor ons want
de producten dier school staan in
al de bureaux en kantoren. Het
groote gevaar is ditdat een over
wegend katholiek land (want Onze
kerk is de sterkste en heeft ver
weg de meeste aanhangers) later
zou geregeerd worden en geleid door
andersdenkenden die ook nog zoo
goed als geen godsdienst hebben.
Daarom riep de Bisschop mij op
om in Blantyre het Katholiek Insti
tuut te stichten, om jongens voor te
bereiden voor de Normaalschool en
het Seminarie maar ook jongens en
meisjes die onze leiders en leidsters
slagen en er kwam iets van zijn
oude levensvreugde over hem, toen
hij zich vlug achter een paar wilgen
verborg, welke dicht bij het katoen-
boschje groeiden.
Hij zou ze verrassen...
Onverwachts zou hij plotseling in
hun midden verschijnen. Dat was
iets wat hen in erge verrukking zou
brengen...
Behoedzaam sloop hij achter den
eersten boom. Hij hoorde 't knallen
van het vuurwerk en toen het los
barsten van een donderbus, door
welk geluid Nawadlook altijd zoo
schrok, dat ze haar vingers in haar
mooie oortjes stopte.
Zachtjes sloop hij naderbij.
Het was, zooals hij gedacht had.
Honderd meter voor zich zag hij
Keok op een omgevallen boom en
was juist bezig een heel pak
voetzoekers van zich af te gooien.
De anderen hadden zich waarschijn
lijk om haar heen geschaard, buiten
zijn gezichtslijn het schouwspel ga
deslaande.
Voorzichtig kroop hij vooruit,
zich achter een boschje verbergend,
zoodat hij ongezien kon naderen.
Eindelijk was hij tot dicht bij haar
genaderd en Keok bleef steeds op
den boomstam staan, met den rug
naar hem toegewend.
Het kwam hem eigenaardig voor,
dat hij niets van de anderen zien of
hooren kon en ook iets in de hou
ding van Keok was hem vreemd.
En toen was het, alsof zijn hart
plotseling stilstond....
Dat was Keok niet, die daari
stond, evenmin Nawadlook....
Hij verliet zijn schuilplaats en
richtte zich op. Het slanke figuurtje
op den boomstam wendde zich een
weinig om en hij zag de weerkaat
sing der ondergaande zon op haar
golvend haar.
Keok riep hij uit.
Was hij gek geworden Hadden
zijn droombeelden hem krankzinnig
gemaakt
En toen.
Mary... Mary Standish
Ze wendde zich nu geheel om En
op dat moment zag Alan's gezicht
vaalgrijs...
Aan de doode had hij gedacht en
plotseling was de doode voor zijn
oogen verrezen...
Want het was Mary Standish,
die daar op den omgevallen boom
stam stond, vuurwerk afstekend op
den avond van zijn thuiskomst.
XIII
Nadat hij haar naam uitgesproken
had, was het plotseling, alsof hij met
stomheid geslagen was.
Niettegenstaande het bijna onge
looflijk was, zag hij toch duidelijk,
dat het ditmaal geen visioen was,
ook was hij ervan overtuigd, dat
hij bij zijn volle verstand was.
Het was werkelijkheid-
De schok deed iedere zenuw in
zijn lichaam trillen, terwijl hij daar
als uit steen gehouwen stond.
Toen kwam er plotseling een ge
voel van ontspanning over hem.
Het was, alsof zijn krachten hem
begaven en zijn armen, hingen slap
langs hem neer.
Ze stond daar voor hem, in
levenden lijve. Hij zag hoe haar
bleekheid plaats maakte voor een
zachten blos en ze liet een korten
kreet hooren, terwijl ze van den
boomstam afsprong en naar hem
zullen zijn in de afgelegen christen-
dorpen en die in staat zullen zijn
leiding gevende ambten te bekleeden. j
Dit zijn wij verschuldigd aan onze
katholieke negers, opdat ze niet
versleten worden voor minderwaar
digen. En of deze stichting door de
Voorzienigheid gewild was
Oordeel zelf, lezer, naar hetgeen
volgt
Daar was geen cent in kas voor
dit groote werk toen er begonnen
moest worden. En toch beloofden wij
aan de H. Theresia van Lisieux dat
haar beeld aan den ingang zou staan,
zoo wij in 1934 de school mochten
bouwen en bekostigen. Een school
van 14 lokalen voor lager onderwijs
voor jongens en een 6-jarige mulo
of Engelsche cursus buiten de meis
jesschool en bewaarschool in de oude
gebouwen. Het heele plan was door
onzen moedigen bouw-Pater V.
Vaessen uit Hulsberg voor 5 a 600
Pond Sterling opgezet en hij kwam
het zelf uitvoeren.
Het was overmoedig en zelfs het
beloofde beeld moesten we er nog
bgbedelen. En toch.,, in Februari
1935 werd deze school door onzen
Bisschop ingezegend en door den
Minister van Onderwijs geopend, en...
ze was zoo goed als bekostigd. Zeg
nu zelf dat wij 's Meesters harte-
wensch niet geraden hadden toen
wij deze stichting planden met den
Overste der Missie, P. Bernard
Hamers van Hoensbroek.
f. En iedere missiestatie stuurt
thans geregeld zijn beste jongens
naar onze Normaalschool die jaar
lijks 30 a 40 normalisten hun diplo
ma ziet halen als onderwijzer. Daar
uit volgt, dat iedere Post thans in
de meer bevolkte centra een up to
date school heeft ingericht en onder
wijzend volgens het leerplan der
Regeering.
Ziedaar onze resultatenen zoo is
die arme missionaris dan van brik
kenbakker en plankenzager en metse
laar en ik weet niet wat nog meer,
bevorderd tot Schoolopziener. En nu
vraag ik absoluut niet om die groote
titel voortaan bij mijn adres te voe
gen, maar toch moogt ge even kennis
nemen van hetgeen die promotie
voor ons beteekent.
Voor mij persoonlijk waren het 60
scholen, die geregeld moesten bezocht
e» geïnspecteerd worden, over een
uitgestrektheid van 60 K.M. bij bijna
60. Zoo'n inspectie, al is het dan
ook maar een negerschool, vraagt
me toch gewoonlijk 3 uren per school.
En telkens op het eind van den
maand komen al m'n catechisten
samen aan de missie, om te verne
men wat er niet in orde was of
beter kon, en om te overleggen hoe
we verder zullen samenwerken en
ook... (het staartje van het aapje)
om betaald te worden.
Iedere school moet haar rooster
hebben en de indeeling der stof in
weken en een werkboek om iedere
week rekenschap te geven van ge
dane werk, en een absentielijst enz.
enz. Dan moeten jaarlijks twee maal
de schoolrapporten naar den Bisschop
en de Regeering. En voor dat de
scholen beginnen komen al de cate
chisten voor drie weken naar de
missie op een soort retraite. Dan
moet hun dagelijks worden voorge
houden welke hoedanigheden een
Katholiek onderwijzer moet hebben
en dan moet er uitleg gegeven wor
den van de methode van onderwijs
en van opvoedkunde en andere nieuwe
vakken aangeleerd.
Het is een ontzaggelijk werk naast
het groote zielenwerk en al de andere
beslommeringen van een missionaris
leven, maar ook zoo troostend. Want
achter de school of liever dóór de
school zien wij de volle kerken van
brave biddende zwarten.
JAN DE PONTI s.m.m.
Missionaris in Centraal Afrika
Oirlo. October 1936.
toeliep. Ofschoon dit alles zich in
enkele seconden afgespeeld had,
leek het Alan een eeuwigheid toe.
Hij zag niets om, of achter haar.
Het was, alsof ze uit de nevels der
zee tot hem opsteeg. Op een korten
afstand bleef ze van hem verwijderd
staan, toen ze duidelijker zag, wat
er in hem omging. Er moest iets in
de uitdrukking van zijn gezicht heb
ben gelegen, dat haar deed ontstel
len. Dit drong vaag tot hem door
en hij deed een poging om zich te
beheerschen.
U deed me bijna schrikken,
zei ze. We verwachten u al een
poosje en hebben naar u uit staan
te kijken. Ik stond al een tijdje op
dien boomstam om Ie zien, of u al
aankwam. De zon scheen vlak in
mijn oogen en daardoor kon ik u
zeker niet zien.
Het kwam hem ongelooflijk voor,
dat hij haar stem kon hooren, haar
oude, welbekende lieve stem, kalm,
zacht en bevend, sprekend op een
wijze, alsof ze hem gisteren nog had
ontmoet en hem heden weer met
een soort ingehouden blijdschap
terugzag. In deze oogenblikken kon
hij onmogelijk den grooten afstand
overzien, die tusschen hen beiden
lag. Hij was eenvoudig Alan Holt
zij een uit den dood verrezene.
Heel dikwijls in zijn verdriet had
hij zich trachten in te denken, wat
hij doen zou, als ze door het een
of ander wonder weer bij hem zou
komenhij had zich voorgesteld,
dat hij haar dan in zijn armen zou
hebben gesloten om haar nooit weer
los te laten. Nu dit wonder echter
werkelijk geschied was, en ze daar
vlak bij hem stond, was het, alsof
hij zich niet kon bewegen, doch
DANK ZIJ KLOOSTERBALSEM
„Zieioo. dal Is achter den rug,1
van rnlln SPIT ben Ik fl|n all
to,, de verzuchting, die Ik slaehtel
toen ik na ,het gebuik van 2 potjes
Klooster balsem finaal van mijn spit.
af was. Niet staan, niet zitten, niet
Uggen te kunnen en toch vooruit te
moeten om de boterham te verdienen.'
Door de vreeselgke spit, die in mijn
stuit begon en door mijn geheele rug t
troku;as ik hulpeloos als een klein
kind. Vanaf het oogenblik, dat ik den
geneeskrachligen Klooslerbalsem aan-1
wendde, begon mijn genezing. En nu
heb ik in geen 8 maanden meer een
^^0 aanval gehad."
AKKERS
ORIGINEEL TER INZfoB
lï-;, „Geen goud zoo goed" p-f
Onovertroffen bij brand-en snij wonden i
Ook ongeëvenaard als wrijtmiddel bij)
Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren*
Schroefdoos 35 ct. Potten62'/a ct. en f 1.04
BON voor Inzenden in open couvert,
GRATIS als drukwerk (l'/2 ct aan
MONSTER Handelmij.L.I. Akker, R'dam
DE LIMBURGERS IN DEN
ABESSYNISCHEN OORLOG.
In den zomer bereikten ons enkele
malen berichten over een tweetal
Maastrichtenaren de gebroeders Jos.
en Jan Leenaers die in Abessynië
woonden te midden der oorlogvoeren
de stammen. Hun toestand daar was
zeer gevaarlgk. Thans hebben zij
bericht dat zij in veiligheid zijn. De
Maasbode vertelt een en ander over
hun avonturen in het Afrikaansche
land. We laten hun relaas hieronder
volgen
In de eerste dagen van Mei hoor
den wij hier geruchten, dat de Galla's
in Wajou in opstand waren gekomen
en daarbij de bezittingen van een
Duitscher (Götz), iets ten Zuiden
van het Zuai-meer gelegen, verwoest
en alles geroofd hadden. Götz zelf
zou gewond en op een eilandje in
het meer gevlucht zijn.
Ongeveer tezelfder tijd kwamen
twee onzer menschen, die wij met
post naar Addis-Abeba gestuurd
hadden, terug, aangezien Galla-stam-
men aan de rivier Hawasch in op
stand waren en zij derhalve niet
door konden komen.
Zondag 10 Mei worden wij gewaar
schuwd, dat alle Galla's in volslagen
opstand zijn en dat men trachten
wil ons Maandagnacht aan te vallen.
Wij verzamelden onmiddellijk al onze
menschen in onze guébi (het gedeelte
van het terrein waar de huizen, stal
len, voorraadschuren enz. staan;
de guébi, ongeveer 200 meter lang
60 meter breed, is gedeeltelijk
omgeven door een muur en ligt tegen
een berghelling aan. De menschen
komen aangerend met al hun hebben
en houdende een sleept geiten mee,
de ander een weerbarstige koe;
de vrouwen en kinderen brengen we
onder in de huizen.
Tegen middernacht zijn ongeveer
allen in de guébi en probeeren we
de verdediging te organiseeren. Wij
zelf hebben de beschikking over 2
jachtgeweren, 4 revolvers en pl.m.
2000 kogelsvier onzer coolies be
zitten een geweer van bedenkelrjken
leeftijd en per geweer bedraagt de
voorraad aan munitie pl.m. 60
patroneneen 20-tal coolies hebben
lansende rest stokken. In het geheel
zijn wij een 100 man sterkhet is
niet veel, maar de geest is voorloopig
uitstekend en wij maken grapjes om
den moed erin te houden. Onze guébi
is gelukkig gemakkelijk te verdedi
gen, daar wg tegen den berg liggen,
daardoor hebben wij een natuurlijke
dekking in den rug en vóór ons ligt
de vlakte met onze koffieplantage.
Het heeft den schijn, alsof het ge
heele omringde land in oproer is
van overal klinkt de krijgskreet der
Glientscha-Galla's die snerpend de
stilte van den nacht verscheurt. De
chef der Glientscha's is de vervaarlijke
Grazmatch Neddi-Boudha, met wien
alleen probeeren kon om te spreken.
U.... Mary Standish, bracht
hij ten laatste uit. Ik dacht....
Hij voltooide den zin niet, want
het kwam hem voor, dat hij het
zelf niet was, die sprak. Het was
iemand anders in hem, een aanhang
sel van hem, dat een verklaring
trachtte te geven, waarom hij zich
niet in woorden uiten kon. Hij kreeg
een sterke behoefte een juichkreet te
laten hooren, zijn blijdschap uit te
schreeuwen, doch hij stond daar
machteloos. Met een aarzelende be
weging raakte ze zijn arm aan.
Ik dacht niet, dat u er iets om
geven zou, zei ze. Ik dacht, dat het
u niet hinderen zou, als ik hier
heen kwam.
Er iets om geven Bij dit ge
zegde begon er plotseling iets in
hem los te breken, en de aanraking
van baar hand ging als vuur door
hem heen. Hij hoorde zichzelf een
kreet uitstooten, een vreemden, bijna
bovenmenschelijken kreet, toen hij
haar aan zijn borst trok.
Wordt vervolgd.