DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Meer optimisme. FEUILLETON. Geluksdroom Afrikaansche brieven. Verlost van hevig SIMT IN DEN RUG mm.Zw*te A KLOOSTERBALSEM Angstige nachten in het land der wreede Galla's. Zaterdag 17 October 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 42 Mijn vriend, de bezuiniger, die den laatsten tijd alles te baat genomen heeft om zijn uitgaven te drukken, van geen trams meer gebruik maakte om de dubbeltjes daarvoor te besparen, een gaso- line-lampje onder druk op zijn bureau had staan om de hooge electriciteitsrekening te ontloopen en zich zat te verkleumen, omdat de kolen een hap beteekenden in zijn najaars-budget, telefo neerde mij een paar dagen ge leden: Kom eens een borrel bij mij drinken, vroeg hij [buitenge- woon gastvrij. Ik stond perplex. Een borrel drinken vroeg ik uitermate verbaasd. Waarom niet? was zijn flegmatiek antwoord. Ik wilde er het mijne van weten en waar een mensch in geen ge val een borrel moet afslaan, wan neer het hem zoo gul wordt aan geboden, zat ik een kwartiertje later in zijn werkkamer. De haard brandde lustig en het electrisch licht was aangedraaid Hé, wat is het hier veran derd, was mijn opmerking. Zijn je bezuinigings-principes van de baan Ja, dat heeft de depreciatie van den gulden gedaan. Waarom zou ik nog verder bezuinigen. Het heeft geen raison meer. Ik heb het goud uit mijn safe ge haald, ik heb mijn staven ver kocht, schafte mij verschillende aandeelen aan en deze zijn flink in koers gestegen. Had je dan goud, was mijn verwonderde vraag. Ik dacht, dat het je zoo slecht ging. Wij had den thuis een enorm medelijden met je. Toen vertelde hij zijn gedach ten, die op het bekende thema neerkwamen Menschen, die het niet noodig hadden, drukten hun onkosten en maakten daardoor, dat de werkverruiming nog verder terug liep in ons land en in de wereld want deze mentaliteit bleef niet tot het eigen land beperkt. Van dat alles is niets meer te bemerken 1 Natuurlijk gaat het niet met groote sprongen, doch de ver betering begint al aardig door te werken. Wat mijn vriend doet, doen duizenden met hem. Men springt uit den band, zou men kunnen zeggen in vergelij king met de versobering van slechts enkele weken geleden. De daad van de Regeering, in den nacht van Zaterdag op Zon dag, 26 op 27 September uitge broeid, heeft wonderen verricht. Met één slag veranderde de versoberings-psychose. Bij ver schillende landen hebben wij ons licht opgestoken. Alom was men in den detail handel tevreden. Een gasfitter had meer kachels in die enkele dagen verkocht dan in de geheele vorige maand en alhoewel het koudere weer daartoe natuurlijk door JAMES OLIVER CURWOOD. 23. Het was laat in den namiddag, toen Alan vanuit de verte een groep katoenboomen ontdekte, die niet ver van zijn huis verwijderd lagen. Vaak had hij zijn schreden naar deze boomen gericht, die als een oase van hout temidden der steppen oprees en waar hij dikwijls had gekampeerd. Hij hield van die plek. Hij had dikwijls het gevoel gehad, alsof hij deze eenzame boomen nu en dan opzoeken moest om hen wat gezel schap te houden en op te vroolijken. In een der grootste stond de naam van zijn vader uitgesneden en daar onder de datum en de dag, waarop de oude Holt ze ontdekt had in een land, waar nog niemand voor hem geweest was en onder den naam van zijn vader stond die van zijn moe der en ook de zijne. Hij had hiervan een soort bede vaartsplaats gemaakt en de vrede en rust daarvan in den zomer en de groote eenzaamheid in den winter hadden er het hunne toe bijgedra gen om ziin ziel te vormen. Maandenlang had hij met het grootste genoegen uitgezien naar dit uur van zijn thuiskomst, waarop de oude katoenboomen hem een wel- ook aan meewerkte, zou men zonder de nieuwe monetaire po litiek er nog niet zoo gemakke lijk toe zijn overgegaan. Niet onbelangrijke kwantiteiten kolen werden besteld door men schen, die anders nog wat zou den hebben gewacht en in het uiterste geval enkele zakjes kolen zouden hebben gekocht. Taxi's hebben meer te doen, want de beter gesitueerden zien niet meer op een gulden. Zoo kunnen wij doorgaan en waar de verbetering zich nagenoeg in alle bedrijfstakken manifesteert, is het begrijpelijk, dat de hoop in de harten der menschen is terugge keerd. Hoop doet leven, maar hoop geeft ook weer aan anderen brood. De improductieve staven goud worden uit de safes ge haald en voor andere doeleinden benut. De beurzen zijn willig, zij het met hier en daar enkele winstnemingen, ontstaan door verschillende incidenteele factoren Daarbij komt, dat ook groote landen hun munt hebben herzien, zooals Italië en men zal trachten het internationale handelsverkeer wat te stimuleeren, alhoewel dit niet hard zal gaan. Maar elke verbetering in deze richting, hoe klein ook, gepaard aan de op leving in het binnenland, zal haar invloed niet missen. Want is men op een laagte-niveau aan geland, dan beteekent een kleine verbetering een g:oot percentage van de sterk ter gedrukte be drijvigheid. Ik weet niet, wat mijn vriend in de laatste dagen al niet had ingeslagen. De jenever, die hij mij aanbood, was prima. Een der duurste merken en de hande laar zal in de handen gewreven hebben van genoegen, toen hij het ordertje mocht noteeren. Hij koopt het goed niet per halt litertje. Hij presenteerde goede sigaren die hij al in maanden niet meer had gerookt, terwijl het dinertje, dat hij mij daarna aanbood, voortreffelijk smaakte. Toen ik zelf daarna thuis kwam en mijn sterk versoberde huis houding zag, piekerde ik over een en ander na en begon met mijn crisispijp in de kast te bergen. Een goede sigaar is toch lekkerder, wanneer men zich aan de pijp niet heeft kunnen wennen. Zoo onderzocht ik alles, wat ik als tot het verleden mocht be schouwen.... ik rekende en reken de en bemerkte, dat ook ik me enkele luxe-uitgaven kon veroor loven. die ik mij in zoo langen tijd had moeten ontzeggen. Hoe zal dit alles niet worden, indien de Regèering den weg vindt om een practischen en doel treffende welvaartspoütiek in el kander te zetten. De basis voor algeheele medewerking is er men wacht slechts op, die zullen hebben vóór te gaanMet recht hebben verschillende vooraan staande economen gewezen op de gunstige toekomst van ons land. Laten wij de handen ineen slaan om het ^oor elkander zoo kocostgroet zouden toewuiven, met achter hen de besneeuwde toppen der Endicott-bergen. En nu waren die boomen en ber gen werkelijk voor hem, maar er ontbrak iets aan.... Uit het Westen komende, loopen- de tusschen twee rijen wilgen, waar- tusschen het beekje van de warme bronnen stroomde, was hij ongeveer een kwart mijl daarvan verwijderd, toen iets bem plotseling deed stil staan... Eerst meende hij geweerschoten te hooren, maar eensklaps drong 't tot hem door, wat er aan de hand was. Het was de vierde Juli en ze schenen vuurwerk aan het afsteken te zijn. Hij herinnerde zich, hoe Keok altijd de ondeugende gewoonte had, om een heeleboel vuurwerk tegelijk af te steken, waarover Nawadlook haar altijd berispte. Er verscheen een glimlach om z'n lippen. Ze hadden waarschijnlijk toe bereidselen gemaakt en wellicht had den Tautuk en Amuk Toolik den noodigen voorraad vuurklappers laten overkomen. Het was, alsof zijn gedruktheid iets minder werd en de glimlach bleef om zijn mond,.,. En toen... als door een onzicht bare macht 'gedreven, wendden zijn blikken zich naar een der doode stammen van de katoenboomen, die reeds jaren als een soort schildwacht voor deze oase gestaan had. In den top daarvan, fier wapperend in de avondkoelte, hing een Amerikaan- sche vlag Zachtjes lachtte hij... Dit waren menschen, die hem lief hadden. Zijn hart sloeg met snellere goed mogelijk te maken en daarbij de gelegenheid ten volle te be nutten, die ons nu geboden wordt! Van School naar Kerk. In m'n vorige brief heb ik 't over heel wat ambachten van den mis sionaris gehad. Thans ga ik schrij ven over een ander groot werk van den missionaris, n.l. Onderwijs en Opvoeding, 't delicaatste na het Priesterwerk en in zekeren zin een en hetzelfde werk. „Van school naar kerk" schrijf ik hierboven, en ik zou zelfs zeggen zoo school zoo kerk. Wie de jeugd heeft die heeft de toekomst, die heeft het heele wordende volk in handen. Geef mij goeie puike scholen, schreef de Paus zelf aan de missionarissen, en ge behoeft mij niet meer te laten weten dat uw kerken vol volk zijn, want het een volgt het andere. En dat „Van school naar kerk", zoo waar voor ónze Europeesche landen is even waar voor Afrika, ja meer waar voor Afrika, dunkt mij. Want in Afrika hangt niet enkel onderwijs en opvoeding van de school af, gelijk overal, maar heel het bekeerings- proces is daar het werk van de school. Het zijn niet de missionaris sen die de groote bekeerders zijn. Wij missionarissen doopen, dienende H. Sacramenten toe, reizen alles geregeld af om leiding en moed te geven, maar.... in een parochie van 60 dorpen en even zooveel scholen kunnen toch twee missionarissen niet dagelijks overal zijn Neen, niet wij, maar de zwarte onderwijzer en catechist, die dag in dag uit die zwarte krullebollekes bijeen trom melt en ook nog heel wat volwas senen en ouderen, hij is het die eigenlijk verantwoordelijk is voor het bekeeringswerk. De catechist en onderwijzer die dagelijks in het meest verborgen negerdorp deugd en eerbaarheid onderwijst, en die door zgn verblijf in het dorp de bewaker is om uit brekende schaapjes weer thuis te brengen, hij is de groote bekeerder. Wat wg met twee missionarissen niet kunnen, dat kunnen en doen wij wel door een legertje van catechisten en door de scholen. Daarom, vrien den denkt eens even na, en het moet U duidelijk zijn dat in Afrika de grootste sommen geld juist in dat school- en onder wijs werk gaaD. De Paus zalf heeft ons onlangs geschre ven „Als gij een kerk en een school moet bouwen, en slechts het geld voor een van de twee aanwezig is, bouwt dan eerst de school." Schit terend fijn gezegd van den... Missie- Paus. Dat „Van school naar kerk" is thans uitgegroeid tot een ware strijdleuze. Vroeger, toen de neger nog geen begrip van onderwijs had, waren onze scholen enkel huizen van gebed en godsdienstonderrich ting met een heel klein beetje ander onderwijs. Maar de tijden zijn ver anderd. De snelle uitbreiding der Katholieke Kerk in Centraal Afrika ontketende een echte schoolstrijd. De Protestantsche sekten, die zich steeds meer aan onderwijs dan aan opvoeding lieten gelegen liggen, zagen met leede oogen dat steeds meer dorpen zich aansloten bij het Roomsche gevaar. En... zij hadden een machtig wapen in handen, want hun onderwijs was puik in orde, menschelijker wijze beschouwd. Daar om dreven zij de Regeering naar een onderwijswet, die formuleerde dat geen nieuwe scholen meer gesticht konden worden zonder te beantwoor den aan wettelijke bepalingen, en ook nog dat voortaan negerscholen die een gediplomeerd onderwijzer hadden en het leerplan der Regeering volgden, gesubsidieerd zouden wor den. Dat was een klap in het aange zicht der Roomsche Kerk. Maar de Vader van al de christe nen waakte zoo goed over zijn zwarte kinderen als over al de anderen. Een Pauselgk gedelegeerde werd in 1928 uitgestuurd naar alle missies onder Britsche vlag. De vrijheid van onderwijs en ge weten werd bevochten. En compleet verkregen hoormeer dan in al de andere colonies der wereld, en meer dan in ons eigen slaafsch Oost-Indië. Want wij zetten voortaan een school zg aan zij met een Protestantsche zoo er maar 15 kinderen zijn die de Katholieke schoot vragen. Missiebisschoppen en missionaris sen kregen verder hun instructies en in onze eigen missie werden aan stonds 3 missionarissen opgeofferd voor een Normaal- of Kweekschool en ook nog een ander die niets anders te doen zou hebben dan enkel het onderwijs in elke statie na te gaan en tevens om vertegenwoor diger der missie te zijn bij de Regeering. Dat is zeven jaren geledenen thans oordeelt zelf naar de resul taten. a. Onze normaalschool staat er, splinter nieuw, met 170 negerstuden ten, en wat meer wil zeggen, door de Regeering zelf als nummer één van al de missienormaalscholen in Nyasaland geprezen. Hoe kon het ook anders Daar wordt niet ge werkt voor een salaris en een pen sioentje maar voor God alleen. De vijand had zijn slag fijn berekend maar... kreeg zelf den deksel op den neus. Het frjn geslepen wapen heeft zich tegen henzeif gekeerd want zij hebben ons gebracht tot up to date scholen. b. Ons klein Seminarie, bakermat der zwarte Priesters, heeft bij de 100 leerlingen en wordt bediend door 4 Paters die verder geen missiewerk hebben. c. In Zomba bouwen we thans een college waar ook „katholieke' jongens zich kunnen voorbereiden tot ieder ambt dat een neger ge voeglijk bekleeden kan. d. De meeste groote staties heb ben nu hun mulo of Engelsche school waar de beste leerlingen der lagere scholen zich kunnen voorbereiden tot de Normaalschool en het Seminarie, ofwel voor de bureaux van Regee ring en handelszaken en ook vooral nog tot onze toekomstige leiders der christenen in de ver afgelegen dorpen. e. Om dezelfde rede, vooral voor de laatste, mocht ik het Katholiek Instituut oprichten in Blantyre. Deze plaats, mijn statie, is een stadje omdat het 200 blanken telt, hetgeen al heel wat is in Centraal Afrika. Het is een handelscentrum met heel wat Regeerings bureaux en kantoren van boot- en handelsagentschappen. Maar in Blantyre is ook de grootste school der Protestantsche sekten, die vroeger 600 leerlingen telde. Was deze school nog maar enkel Protes tantsche geweest.... maar ze is erg liberaal getint en weinig godsdien stig en kweekt zoodoende negerstu denten die wel onderwezen zijn maar zonder opvoeding van hart en karak ter. Zoo'n onderwijs maakt slechts hoo vaardigen en opstandigen. Daar lag een groot gevaar voor ons want de producten dier school staan in al de bureaux en kantoren. Het groote gevaar is ditdat een over wegend katholiek land (want Onze kerk is de sterkste en heeft ver weg de meeste aanhangers) later zou geregeerd worden en geleid door andersdenkenden die ook nog zoo goed als geen godsdienst hebben. Daarom riep de Bisschop mij op om in Blantyre het Katholiek Insti tuut te stichten, om jongens voor te bereiden voor de Normaalschool en het Seminarie maar ook jongens en meisjes die onze leiders en leidsters slagen en er kwam iets van zijn oude levensvreugde over hem, toen hij zich vlug achter een paar wilgen verborg, welke dicht bij het katoen- boschje groeiden. Hij zou ze verrassen... Onverwachts zou hij plotseling in hun midden verschijnen. Dat was iets wat hen in erge verrukking zou brengen... Behoedzaam sloop hij achter den eersten boom. Hij hoorde 't knallen van het vuurwerk en toen het los barsten van een donderbus, door welk geluid Nawadlook altijd zoo schrok, dat ze haar vingers in haar mooie oortjes stopte. Zachtjes sloop hij naderbij. Het was, zooals hij gedacht had. Honderd meter voor zich zag hij Keok op een omgevallen boom en was juist bezig een heel pak voetzoekers van zich af te gooien. De anderen hadden zich waarschijn lijk om haar heen geschaard, buiten zijn gezichtslijn het schouwspel ga deslaande. Voorzichtig kroop hij vooruit, zich achter een boschje verbergend, zoodat hij ongezien kon naderen. Eindelijk was hij tot dicht bij haar genaderd en Keok bleef steeds op den boomstam staan, met den rug naar hem toegewend. Het kwam hem eigenaardig voor, dat hij niets van de anderen zien of hooren kon en ook iets in de hou ding van Keok was hem vreemd. En toen was het, alsof zijn hart plotseling stilstond.... Dat was Keok niet, die daari stond, evenmin Nawadlook.... Hij verliet zijn schuilplaats en richtte zich op. Het slanke figuurtje op den boomstam wendde zich een weinig om en hij zag de weerkaat sing der ondergaande zon op haar golvend haar. Keok riep hij uit. Was hij gek geworden Hadden zijn droombeelden hem krankzinnig gemaakt En toen. Mary... Mary Standish Ze wendde zich nu geheel om En op dat moment zag Alan's gezicht vaalgrijs... Aan de doode had hij gedacht en plotseling was de doode voor zijn oogen verrezen... Want het was Mary Standish, die daar op den omgevallen boom stam stond, vuurwerk afstekend op den avond van zijn thuiskomst. XIII Nadat hij haar naam uitgesproken had, was het plotseling, alsof hij met stomheid geslagen was. Niettegenstaande het bijna onge looflijk was, zag hij toch duidelijk, dat het ditmaal geen visioen was, ook was hij ervan overtuigd, dat hij bij zijn volle verstand was. Het was werkelijkheid- De schok deed iedere zenuw in zijn lichaam trillen, terwijl hij daar als uit steen gehouwen stond. Toen kwam er plotseling een ge voel van ontspanning over hem. Het was, alsof zijn krachten hem begaven en zijn armen, hingen slap langs hem neer. Ze stond daar voor hem, in levenden lijve. Hij zag hoe haar bleekheid plaats maakte voor een zachten blos en ze liet een korten kreet hooren, terwijl ze van den boomstam afsprong en naar hem zullen zijn in de afgelegen christen- dorpen en die in staat zullen zijn leiding gevende ambten te bekleeden. j Dit zijn wij verschuldigd aan onze katholieke negers, opdat ze niet versleten worden voor minderwaar digen. En of deze stichting door de Voorzienigheid gewild was Oordeel zelf, lezer, naar hetgeen volgt Daar was geen cent in kas voor dit groote werk toen er begonnen moest worden. En toch beloofden wij aan de H. Theresia van Lisieux dat haar beeld aan den ingang zou staan, zoo wij in 1934 de school mochten bouwen en bekostigen. Een school van 14 lokalen voor lager onderwijs voor jongens en een 6-jarige mulo of Engelsche cursus buiten de meis jesschool en bewaarschool in de oude gebouwen. Het heele plan was door onzen moedigen bouw-Pater V. Vaessen uit Hulsberg voor 5 a 600 Pond Sterling opgezet en hij kwam het zelf uitvoeren. Het was overmoedig en zelfs het beloofde beeld moesten we er nog bgbedelen. En toch.,, in Februari 1935 werd deze school door onzen Bisschop ingezegend en door den Minister van Onderwijs geopend, en... ze was zoo goed als bekostigd. Zeg nu zelf dat wij 's Meesters harte- wensch niet geraden hadden toen wij deze stichting planden met den Overste der Missie, P. Bernard Hamers van Hoensbroek. f. En iedere missiestatie stuurt thans geregeld zijn beste jongens naar onze Normaalschool die jaar lijks 30 a 40 normalisten hun diplo ma ziet halen als onderwijzer. Daar uit volgt, dat iedere Post thans in de meer bevolkte centra een up to date school heeft ingericht en onder wijzend volgens het leerplan der Regeering. Ziedaar onze resultatenen zoo is die arme missionaris dan van brik kenbakker en plankenzager en metse laar en ik weet niet wat nog meer, bevorderd tot Schoolopziener. En nu vraag ik absoluut niet om die groote titel voortaan bij mijn adres te voe gen, maar toch moogt ge even kennis nemen van hetgeen die promotie voor ons beteekent. Voor mij persoonlijk waren het 60 scholen, die geregeld moesten bezocht e» geïnspecteerd worden, over een uitgestrektheid van 60 K.M. bij bijna 60. Zoo'n inspectie, al is het dan ook maar een negerschool, vraagt me toch gewoonlijk 3 uren per school. En telkens op het eind van den maand komen al m'n catechisten samen aan de missie, om te verne men wat er niet in orde was of beter kon, en om te overleggen hoe we verder zullen samenwerken en ook... (het staartje van het aapje) om betaald te worden. Iedere school moet haar rooster hebben en de indeeling der stof in weken en een werkboek om iedere week rekenschap te geven van ge dane werk, en een absentielijst enz. enz. Dan moeten jaarlijks twee maal de schoolrapporten naar den Bisschop en de Regeering. En voor dat de scholen beginnen komen al de cate chisten voor drie weken naar de missie op een soort retraite. Dan moet hun dagelijks worden voorge houden welke hoedanigheden een Katholiek onderwijzer moet hebben en dan moet er uitleg gegeven wor den van de methode van onderwijs en van opvoedkunde en andere nieuwe vakken aangeleerd. Het is een ontzaggelijk werk naast het groote zielenwerk en al de andere beslommeringen van een missionaris leven, maar ook zoo troostend. Want achter de school of liever dóór de school zien wij de volle kerken van brave biddende zwarten. JAN DE PONTI s.m.m. Missionaris in Centraal Afrika Oirlo. October 1936. toeliep. Ofschoon dit alles zich in enkele seconden afgespeeld had, leek het Alan een eeuwigheid toe. Hij zag niets om, of achter haar. Het was, alsof ze uit de nevels der zee tot hem opsteeg. Op een korten afstand bleef ze van hem verwijderd staan, toen ze duidelijker zag, wat er in hem omging. Er moest iets in de uitdrukking van zijn gezicht heb ben gelegen, dat haar deed ontstel len. Dit drong vaag tot hem door en hij deed een poging om zich te beheerschen. U deed me bijna schrikken, zei ze. We verwachten u al een poosje en hebben naar u uit staan te kijken. Ik stond al een tijdje op dien boomstam om Ie zien, of u al aankwam. De zon scheen vlak in mijn oogen en daardoor kon ik u zeker niet zien. Het kwam hem ongelooflijk voor, dat hij haar stem kon hooren, haar oude, welbekende lieve stem, kalm, zacht en bevend, sprekend op een wijze, alsof ze hem gisteren nog had ontmoet en hem heden weer met een soort ingehouden blijdschap terugzag. In deze oogenblikken kon hij onmogelijk den grooten afstand overzien, die tusschen hen beiden lag. Hij was eenvoudig Alan Holt zij een uit den dood verrezene. Heel dikwijls in zijn verdriet had hij zich trachten in te denken, wat hij doen zou, als ze door het een of ander wonder weer bij hem zou komenhij had zich voorgesteld, dat hij haar dan in zijn armen zou hebben gesloten om haar nooit weer los te laten. Nu dit wonder echter werkelijk geschied was, en ze daar vlak bij hem stond, was het, alsof hij zich niet kon bewegen, doch DANK ZIJ KLOOSTERBALSEM „Zieioo. dal Is achter den rug,1 van rnlln SPIT ben Ik fl|n all to,, de verzuchting, die Ik slaehtel toen ik na ,het gebuik van 2 potjes Klooster balsem finaal van mijn spit. af was. Niet staan, niet zitten, niet Uggen te kunnen en toch vooruit te moeten om de boterham te verdienen.' Door de vreeselgke spit, die in mijn stuit begon en door mijn geheele rug t troku;as ik hulpeloos als een klein kind. Vanaf het oogenblik, dat ik den geneeskrachligen Klooslerbalsem aan-1 wendde, begon mijn genezing. En nu heb ik in geen 8 maanden meer een ^^0 aanval gehad." AKKERS ORIGINEEL TER INZfoB lï-;, „Geen goud zoo goed" p-f Onovertroffen bij brand-en snij wonden i Ook ongeëvenaard als wrijtmiddel bij) Rheumatiek, spit en pijnlijke spieren* Schroefdoos 35 ct. Potten62'/a ct. en f 1.04 BON voor Inzenden in open couvert, GRATIS als drukwerk (l'/2 ct aan MONSTER Handelmij.L.I. Akker, R'dam DE LIMBURGERS IN DEN ABESSYNISCHEN OORLOG. In den zomer bereikten ons enkele malen berichten over een tweetal Maastrichtenaren de gebroeders Jos. en Jan Leenaers die in Abessynië woonden te midden der oorlogvoeren de stammen. Hun toestand daar was zeer gevaarlgk. Thans hebben zij bericht dat zij in veiligheid zijn. De Maasbode vertelt een en ander over hun avonturen in het Afrikaansche land. We laten hun relaas hieronder volgen In de eerste dagen van Mei hoor den wij hier geruchten, dat de Galla's in Wajou in opstand waren gekomen en daarbij de bezittingen van een Duitscher (Götz), iets ten Zuiden van het Zuai-meer gelegen, verwoest en alles geroofd hadden. Götz zelf zou gewond en op een eilandje in het meer gevlucht zijn. Ongeveer tezelfder tijd kwamen twee onzer menschen, die wij met post naar Addis-Abeba gestuurd hadden, terug, aangezien Galla-stam- men aan de rivier Hawasch in op stand waren en zij derhalve niet door konden komen. Zondag 10 Mei worden wij gewaar schuwd, dat alle Galla's in volslagen opstand zijn en dat men trachten wil ons Maandagnacht aan te vallen. Wij verzamelden onmiddellijk al onze menschen in onze guébi (het gedeelte van het terrein waar de huizen, stal len, voorraadschuren enz. staan; de guébi, ongeveer 200 meter lang 60 meter breed, is gedeeltelijk omgeven door een muur en ligt tegen een berghelling aan. De menschen komen aangerend met al hun hebben en houdende een sleept geiten mee, de ander een weerbarstige koe; de vrouwen en kinderen brengen we onder in de huizen. Tegen middernacht zijn ongeveer allen in de guébi en probeeren we de verdediging te organiseeren. Wij zelf hebben de beschikking over 2 jachtgeweren, 4 revolvers en pl.m. 2000 kogelsvier onzer coolies be zitten een geweer van bedenkelrjken leeftijd en per geweer bedraagt de voorraad aan munitie pl.m. 60 patroneneen 20-tal coolies hebben lansende rest stokken. In het geheel zijn wij een 100 man sterkhet is niet veel, maar de geest is voorloopig uitstekend en wij maken grapjes om den moed erin te houden. Onze guébi is gelukkig gemakkelijk te verdedi gen, daar wg tegen den berg liggen, daardoor hebben wij een natuurlijke dekking in den rug en vóór ons ligt de vlakte met onze koffieplantage. Het heeft den schijn, alsof het ge heele omringde land in oproer is van overal klinkt de krijgskreet der Glientscha-Galla's die snerpend de stilte van den nacht verscheurt. De chef der Glientscha's is de vervaarlijke Grazmatch Neddi-Boudha, met wien alleen probeeren kon om te spreken. U.... Mary Standish, bracht hij ten laatste uit. Ik dacht.... Hij voltooide den zin niet, want het kwam hem voor, dat hij het zelf niet was, die sprak. Het was iemand anders in hem, een aanhang sel van hem, dat een verklaring trachtte te geven, waarom hij zich niet in woorden uiten kon. Hij kreeg een sterke behoefte een juichkreet te laten hooren, zijn blijdschap uit te schreeuwen, doch hij stond daar machteloos. Met een aarzelende be weging raakte ze zijn arm aan. Ik dacht niet, dat u er iets om geven zou, zei ze. Ik dacht, dat het u niet hinderen zou, als ik hier heen kwam. Er iets om geven Bij dit ge zegde begon er plotseling iets in hem los te breken, en de aanraking van baar hand ging als vuur door hem heen. Hij hoorde zichzelf een kreet uitstooten, een vreemden, bijna bovenmenschelijken kreet, toen hij haar aan zijn borst trok. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1936 | | pagina 9