Welvaart of schijnwelvaart. Buitenland. Modejournals Ki het maken van een bouwwerk, dat we hier in zijn geheel laten volgen De stad Helmond, cLw.z. het aan gebouwde gedeelte, was in vroeger eeuwen omringd door wallen en grachten. De toegangen waren vier poorten, geheeten de Hoogeindsche poort, (aan het einde van de Kerk straat) de Binderpoort (nabij het postkantoor), de Veepoort (in de nabijheid van de ophaalbrug) en de Meipoort (aan het einde van de Ameidestraat)Deze poorten waren gebouwd in het begin der 15e eeuw. Er is betrekkelijk weinig in de archieven over deze poorten te vinden. Van de Veepoort is echter wat meer bewaard. Deze wordt voor 't eerst genoemd in een schepenakte van 19 Januari 1419. Zij heet dan Coelkenspoorte en dehoudt dienaam tot in het midden der 16e eeuw. Dan wordt zij ook Ywamspoorte geheeten en iets later ook wel Umans of Frans Umanspoorte. Wellicht werd zij genoemd naar de personen, die het huis, dat bij de poort hoorde, bewoonden. Deze huurden dat huis van de gemeente en namen daarbij o.m. de verplichting op zich de sleutel van de poort te bewaren en die op tijd te openen en te sluiten. In het midden der 16e eeuw was de poort, of althans de boog van de poort zoo bouwvallig geworden, dat zij noodig moest hersteld worden. Dit geschiedde in 1564. Heel afdoende schijnt die vernieuwing niet geweest te zijn. Nog geen tien jaar later is een grondige vernieuwing van de poort en de brug noodzakelijk. Een heel hoofdstuk in de gemeente rekening van de burgemeesters is daaraan gewijd. Daardoor is het mogelijk eenigs- zins een kijk te krijgen op de wijze, waarop zoo'n werk werd uitgevoerd en welke kosten daaraan verbonden waren. Toen het werk werd aanbesteed ten huize van Jan Martens, in het bijzijn van Schout, burgemeester en schepenen en daarbij een goed glas gedronken was, begon het bijeen brengenvan de benoodigde materialen Het hout voor de brug werd ge schonken door het klooster van Binderen en kon gekapt worden nabij de hoeve de Kleine Kemenade. De personen, die daarbij behulpzaam waren, kregen geen dagloon uitbe taald maar werden toch op stads kosten onthaald. Door 9 personen werd er gedurende drie dagen ge werkt. Burgemeesters zorgden voor mondkost en tractatie. Er werden gehaald 10 pond kaas van 3 st. p. pond en 3 brooden van 5 stuivers per stuk en voor het doorspoelen daarvan werden 20 vamen bier ge kocht van 3 st. per vaam. Ongeveer evenveel wordt er besteed bij het naar de poort voeren van dit hout. De kalk wordt gehaald aan de Maas en voor de cement wordt verschillende keeren gereden naar Den Bosch. Een paar keeren gaat de kar van de gemeente, bespannen met drie paarden, naar de hoofdstad en keert dan met een vracht van 4 of 5 vaten terug. Op verschillende plaatsen werden steenen aangevoerd, afkomstig van de bouwvallen van het klooster „De Haghe", dat sinds 1543 door de Augustinessen tijdens de Gelderse oorlogen was verlaten. Ongeveer half Juni begonnen twee zagers met het klaarmaken van de aangevoerde boomen. Op 5 Juli 1573 waren zij met hun werk gereed en kregen hun loon uitbetaald, dat 7 stuivers per dag bedroeg. Acht dagen later begon de metse laar met zijn werk. Adriaen de Metser met zijn twee knechts werd met kar en paard in Breugel afge haald met zijn gereedschappen. Zij waren gedurende hun verblijf te Helmond in de kost bij den gemeente secretaris Jeronimus van de Werff. De baas verdiende, buiten de kost, 10 stuiver en zijn beide knechts 9 stuiver daags. Ook de uperlieden verdienden evenveel als de knechts. Het dagloon van de andere losse werklieden varieerde tusschen 8 en 4 stuivers. Na 26 dagen waren de metselaars met hun werk gereed. Aan dagloon werd omstreeks half Augustus 52 gulden uitbetaald. Met groote spoed was er gewerkt, want niet alleen des daags maar ook des nachts werd er soms door de metsersknechts ge arbeid. Dan werd er doorgaans gevoegd en daarmee verdienden zij per nacht 5 st. Met welk doel dit werk des nachts gebeurde, is me niet recht duidelijk. Alleen slechts om tijd te winnen Er werd blijkbaar zeer hard ge werkt. Dit blijkt o.i. niet alleen, dat ze genobdzaakt waren leeren wanten aan te doen om te metselen, maar de burgemeesters vonden, dat ze nu en dan wel een extra potje bier op het werk mochten hebben. Te gelijk met de metselaars waren ook de timmerlieden aan het werk getrokken. Lambert de Timmerman werkte met zijn twee knechts onge veer 16 17 dagen. Hij verdiende per dag 8 stuivers en zijn knechts 7 stuivers. Een groep arbeiders, onder leiding van en geholpen door de burge meesters, zorgden onderwijl voor het in orde brengen van de kanten der gracht in de nabijheid van de brug. Daartoe werden heele karvrachten elzen en wilgentakken aangevoerd, alsmede russen en zand. Ook een gedeelte van de Veestraat en van de Steenweg, die bij de brug samenkwam, werd te gelijk in orde gebracht. Toen de burgemeesters ten slotte hun rekening van het werk opmaak ten, bleek de heele karwei te hebben gekost de som van 289 gld. en 19 stuivers. Gedurende een halve eeuw nog schgnen de poorten te hebben dienst gedaan. Nadien zijn ze niet langer onderhouden en is Helmond een open stadje geworden. De poorten zijn mettertijd verdwenen. In het begin der 19e eeuw bestonden echter nog geheel of ten deele de Veepoort en de Hoogeindse poort. In de vergadering van de gemeente raad van 18 November 1816 werd naar voren gebracht, dat „den boog of overblijfsel van de voormalige Veepoort zeer bouwvallig is en dreigt neder te storten" en dat de zolders van de Hoogeindse poort en het gebouw zelf meer aan reparatie zouden kosten dan de huur van dat huis opbracht. Daarom werd, na eenige deliberatie, besloten het overblijfsel van de vroegere Vee poort en het gebouw van de voor malige Hoogeindsche poort ten voordeele van de gemeente publiek voor afbraak te verkoopen. Een jaar of acht later, in de ver gadering van 10 Mei 1823, werd goedgevonden „de brug aan de zoo genaamde Veepoort, welke om de te graven Zuid-Willemsvaart geruimd moet worden, publiek te verkoopen." Hiermee was het laatste over blijfsel van deze stadsverdedigings- werken voor goed verdwenen. „AMSTERDAM TOONT DEN VREEMDELING ALTIJD NOG EEN GESOIGNEERD GELAAT." Hoe moet er de hoofdstand van een land, dat dieper dan vele andere onder de crisis gebukt gaat, wel uitzien Uit het lood gezakte ramen, scheef staande deuren, vervelooze huizen Amsterdam toont den vreem deling altijd nog een glim lachend, gesoigneerd gelaat, waarin geen weerspiegeling van slechte tijden te vinden schijnt te zijn. Is werkelijk in het uiterlijk van de grootste Nederlands.che stad niets te vinden, dat wgst op slechte tijden Weinig! De vreemdeling zal waar schijnlijk de weinige teekenen, die wijzen op een inderdaad bestaande stille armoede der hoofdstad, over het hoofd zien, de stedeling zelf zal ze ternauwernood opmerken. Maar de aandachtige toeschouwer zal toch van tijd tot tijd zij het ook spo radisch getroffen worden door van die kleine teekenen, die er op wijzen, dat ook in Amsterdam ver val aanwezig is. Wat b.v. te denken van het feit, dat het koninklijk bezoek aan de hoofdstad aanleiding werd, om den geheelen intochtsweg te laten in- specteeren, en er in allergl de aller slechtste stukken in razend snel tempo te laten herstellen In de Raadhuisstraat verscheen 's Maandagsmorgens een legertje werklieden met houweelen, pneuma tische boren, teerketels en ander werkgerei om in het hoogst moge lijke tempo het asphalt tusschen Spuistraat en Heerengracht van het allerbovenste laagje te ontdoen, en hierop onmiddellijk versch asphalt in een even dun laagje uit te gieten. Dag en nacht is er doorgewerkt, en het resultaat was, dat het onder handen genomen gedeelte van de Raadhuisstraat er althans eenigszins toonbaar uitzag en weer berijdbaar werd. De korte tijd, die beschikbaar was, was evenwel onvoldoende om de ge- heele Raadhuisstraat te „restauree- ren", zoodat op het gedeelte tusschen Heerengracht en Keizersgracht even gezellig als te voren de voertuigen over het asphalt hobbelden. Terwijl diepe groeven, die er dwars over den rijweg trekken, even diep gébleven waren. Wie nu zou denken, dat na het Koninklijk bezoek ook dit gedeelte van de Raadhuisstraat onderhanden genomen zou worden heeft het mis. De werklui waren weg en bleven weg, het stukje Raadhuisstraat tus schen Heerengracht en Keizersgracht blijft even deplorabel als het was. Wellicht wordt een volgend Konink lijk bezoek aanleiding, om de begon nen „restauratie" te voltooien. Het was trouwens niet alleen de Raadhuisstraat, die snel in orde ge bracht moest worden, ook op de de Clerqstraat, den Admiraal de Ruyterweg, de Jan Evertsenstraat en den Hoofdweg verschenen eenige dagen voor het Koninklijk bezoek werklui met zand en keien, om de ergste kuilen uit de bestrating te halen. Gelukkig was de toestand, waarin de Utrechtschestraat verkeerde, reeds aanleiding geweest om voordat van het bezoek sprake was, het asphalt in deze straat te laten vernieuwen toen het bezoek bekend werd is met man en macht gewerkt, om deze vernieuwing tgdig te beëindigen, zoodat hier een bruikbare straat voor de Koninklijke rijtoer naar het Stadion gevonden werd. Een en ander is slechts een kleine illustratie van de tot uiting komen de stille armoede, waaronder de hoofdstad gebukt gaat. Hoe komt het overigens, dat de stad er nog zoo betrekkelijk keurig en welvarend uitziet, dat met name de winkelstraten nog een lust voor de oogen zijn Het zijn bijna louter crisisverschijnselen, die deze uiterlijke welvarendheid in de hand werken. Het is een merkwaardige paradox, dat de armoede een schijn van wel vaart te voorschijn roept, doch zij is even gemakkelijk te verklaren. Is het feitelijk niet beter, deques- tie andersom te stellen, en te vragen, waarom het eigenlijk noodig is alom winkels en restaurants te vernieuwen en hoe het komt, dat ouderwetsche zaken hoe langer hoe schaarscher worden Elke winkelier, elke zakenman, die zichzelf respecteert, laat te gelege ner tijd zijn winkel onder de wonin gen van zijn bovenburen uitbreken, en in de ontstane holte een uiterst modernen winkel met bijpassende pui optrekken, zoodat vele Amster- damsche huizen lijken op vroolijke, jeugdige carnavalsgezichten, waarop door een of ander dwaas een af- tandsch hoofddeksel geplaatst is. Deze wijze van moderniseeren heeft sinds het in werking treden van de wet op de uitverkoopen ongekende perspectieven geopend, daar de ver bouwing, die gepaard gaat met moderniseering, en natuurlijk uit breiding, de mogelijkheid opent tot het houden van uitverkoopen. Vanzelfsprekend werden de winke liers, die al voor het in werking treden van deze wet gemoderniseerd en verbouwd hadden, jaloersch op hun nog niet verbouwde collega's, die ijlings aan het verbouwen sloegen Maar wat was er voor bezwaar aan verbonden, om nog eens aan het ver bouwen te slaan De verbouwiDgs- kosten vormden het eenige probleem, dat opgelost diende te worden. Nood maakt vindingrijk en in een minimum van geen tijd kwam het instituut der miniatuurverbouwingen tot stènd Winkels, waar men nog geen twee dagen geleden zijn inkoopen deed, veranderde in die twee dagen tijds geheel van uiterlijk. Een bruine pui wordt geel, een groote ruit wordt klein, en de kleine groot; de deur die zich in het midden bevond, is naar een der hoeken geschoten kortom van de oude pui is geen spoor meer te ontdekken. Bij een schoenwinkelier verscheen op een goeden Donderdagmorgen een kleine steiger voor de deurde oude ramen werden uit de sponningen ge haald. Tegen de pui, die nog al wat inhammen vertoonde, werden platen gespijkerdtoen de heele voorgevel egaal geworden was, werden er gaten in gezaagd, waarin de volgenden morgen ruiten gezet werden. Voor zoover de gevel niet door etalages werd ingenomen, werd deze nog eens bestreken met een laag cement van zeer vreemde kleur, en... Vrijdag middag om half zes was de geheele verbouwing gereedgekomen. Zater dagmiddag vond de feestelijke her opening met bloemen en champagne plaats. Voordat de „verbouwing" be gon, was de gebruikelijke uitverkoop gehoudenop de feestelijke herope ning volgde een tweetal weken met .feestprijzen". Het is slechts een voorbeeld van de vele verbouwingen, die we den laatsten tgd meemaken. In verras send snel tempo verandert daardoor het aspect van de groote winkel straten als een kameleon onophou delijk van kleur. Op eenvoudige wijze volgt hieruit, dat het juist de crisis is, die maakt, dat de meeste zaken er frisch en nieuw uitzien, alsof het niet op een paar dubbeltjes meer of minder aan komt. Het heeft geen zin, al de symptomen op te noemen. Het merk waardige feit is er, dat Amsterdam ondanks de crisis, en ten deele zelfs tengevolge van de crisis een respec tabel aangezicht houdt, ten deele zelfs verkrijgt. Men dient de krampachtige pogin gen, die worden aangewend om de armoede niet naar buiten te laten schijnen, te waardeeren. Mogelijk komt er nog eens een tijd, waarin verbouwingen etc. niet meer drin gend noodig zijn om de zaken een eenigszins dragelijk bestaan te laten hebbeneen tijd, waarin men liever aardige, schilderachtige ouderwetsche gevels ziet, die zonder veel moeite aan den tand des tijds weerstand bieden, al worden de gevels dan ook grijs van ouderdom. Amsterdam leeft nog; moge het big ven leven. DE DEVALUATIE VAN DEN FRANC. INLEIDING EENER WERELD STABILISATIE In den nacht van Vrijdag op Zater dag heeft de Fransche regeering besloten tot devaluatie van 's lands betaalmiddel. We zullen hier de in gewikkelde formules niet herhalen, welke aan de herwaardeering ten grondslag liggen, maar volstaan met de vaststelling, dat de waarde van den franc tegenover de buitenland- sche muntwaarden met circa een derde zal verminderen. De devaluatie is ongetwijfeld geens zins zoo „vrijwillig" als de Fransche regeering haar voorstelt. Depositie van den franc is meermalen critiek geweest en toen de Volksfront- regeering onder Blum aan het be wind kwam, meenden velen te rechte of ten onrechte dat aan devaluatie niet zou zijn te ontkomen. De nieuwe regeering liet de deflatie- pogingen der vorige kabinetten los van de salariskortingen voor het overheidspersoneel kwam b.v. niets en integendeel werden door de vak- vereenigingen over het heele indus- trieele front loonsverhoogingen af gedwongen. Het is aannemelijk, dat onder die omstandigheden devaluatie van den franc moest komen. De regeering- Blum heeft de voltrekking van het feit evenwel kunnen vertragen en intusschen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zich met andere staats- en economische machten te verstaan en garanties te verwerven, dat de franc niet in een peillooze diepte zou behoeven te storten. ALGEMEENE MUNT- STABILISATIE. De handel in Engeland en Amerika ja, die van heel de wereldzou er mee zijn gebaat, als er weer vastheid kwam in de prijzen der grondstoffen en daartoe is een nieuwe stabilisatie van internationale munt waarden noodig. In de internationale handel en industrie krijgt een land, dat deva lueert, een tijdelijken voorsprong. Het zou dus kunnen, dat na den franc het Engelsche pond weer werd gedevalueerd, de dollar en.... dan weer de francDit systeem is niet vol te houden. VaDdaar, dat Enge land en Frankrijk er belang bij hadden, om nu meteen met elkaar een afspraak te maken voor de toe komst. Er werd in onderling overleg een verhouding vastgesteld tusschen franc, pond en dollar. De gedevalueerde franc zou een waarde krijgen en behouden van ongeveer 100 in een Engelsch pond. De afspraak om die verhouding te bewaren is dus min of meer een waarborg tegen nieuwe waarde verminderingen, welke automatisch gelijke waardeverminderingen van andere valuta ten gevolge zou hebben. Hoewel Frankrijk derhalve door zijn slechten financieel-economischen toestand heeft moeten devalueeren, is het niet onmogelijk, dat uit dit kwade het goede van eenalgemeene wereldstabilisatie der muntwaarden geboren kan worden. Intusschen is het na de devaluatie in Frankrijk voor de twee landen, die nog steeds hun goudparileit handhaafden, ondoenlijk geworden om hun eigen financieel-economische politiek te voerenze zouden niet meer „mee" hebben gekund met het internationale prijspeil." Vandaar dat de Fransche franc het Zwitsersche en Nederlandsche metaalmiddel heeft meegesleept. Dat is op zich zelf misschien wel goed om tot een algemeene stabilisatie te geraken, maar de vraag is wat doen de andere landen Zullen er regee ringen zijn, die met haar betaal middel onder de nieuwe verhoudingen trachten uit te komen WAT DOEN DE ANDEREN IN ENGELAND is de medewerking aan de algemeene stabilisatie vrij halfslachtig. Men wenscht er het pond zwevend" te houden. Te Londen vestigt men er de aan dacht op, dat de herstelpolitiek der Britsche regeering te nauw is ver bonden met goedkoop geld, dan dat zij een ander standpunt had kunnen innemen. IN BELGIË verklaarde de regee ring zich bereid om zich aan te sluiten bij de afspraak tot het garan deeren van een vaste valuta-ver houding. IN NEDERLAND EN ZWITSER LAND zal men daartoe ook wel gaarne wenschen mee te werken, nu men er tegen eigen overtuiging in tot devaluatie is gedwongen. IN ITALIË wordt Dinsdag een speciale ministerraad over de kwestie belegd. Men overweegt er een „zekere aanpassing" van de lire aan den gedevalueerden franc. IN POLEN zal de beurs Maandag en Dinsdag zijn gesloten. Er worden geen transacties meer gedaan in bui- tenlandsche deviezen, 't Is nog niet te zeggen, wat de Poolsche regee ring ten aanzien van de eigen munt waarde zal besluiten. IN JAPAN gelooft men niet, dat de monetaire politiek van het land gewijzigd zal moeten worden. De yen zal aan het pond gebonden blijven. IN CANADA heeft het kabinet ver klaard van oordeel te zijn, dat de maatregelen tot aanpassing van den Franschen franc als zeer construc tief beschouwd moeten worden; zij zullen, aldus de ministers, leiden tot stabilisatie van de valuta's en den internationalen handel bevorderen. IN AMERIKA, is men hoopvol. De min. van finan ciën der Ver. Staten, Morgenthau, heeft als zgn meening geopenbaard, dat de internationale stabilisatie de grondslag is, dien wij moeten leggen alvorens wij een duurzamen vrede kunnen verwachten en een werkelijk herstel. De onmiddellijke gevolgen van het nieuwe accoord, zullen volgens Mor genthau zijn, dat de Fransche uit voeren worden hervat. De minister zeide verder, dat een wijziging van het douane-regime den internatio nalen handel tusschen alle landen zal verruimen, zoodat alle landen profijt zullen hebben van deze toe neming van het handelsvolume. in direrse soorten los verkrijgbaar bij Firma van den Munckhof.

Peel en Maas | 1936 | | pagina 10