TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
ondragelijke!
brandwonden!
kloosterbalsem
Tegenstellingen in
de vrouwenwereld
Geluksdroom
Afrikaansche
brieven.
AKKER'S ORIGINEEL TER INZAG»
Zaterdag 19 September 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 38
Als intermezzo op de droge
economische en politieke be
schouwingen zullen wij het dit
maal even over de „vrouw"
hebben. Want de vrouw speelt
in de wereld een grooten rol, al
willen wij, mannen, zulks niet
altijd erkennen.
De menschen-generaties wisse
len elkaar af. De eene generatie
gaat, de andere komt, gelijk het
nieuwe jaar steeds volgt op het
oude. Den grootsten tijd echter
zijn er twee generaties aan het
woord. De oudere, die bezig is
af te zakken en de jongere, welke
aan het opkomen is en telkens
dreigt het roer uit de handen van
de oudere generatie over te nemen.
In normale tijden vloeiden beiden
in elkanderde overgang gaat
kalm en rustig. In tijden van
oplaaiende hartstochten, zoo als
wij nu medemaken, is die over
gang gelijk te stellen met een
heftig onweer, waarbij de bliksem
het firmament telkens in lichte
laaie zet, waarbij de donder niet
van de lucht is en waar de regen
in stralen neerplast.
Ook bij de vrouw zijn er twee
generaties met elkander aan het
worstelen. Het jonge geslacht
komt op met nieuwe en frissche
denkbeelden; het oude strijdeden
eeuwigen strijd naar de aftake
ling.
Nu hebben wij het medege
maakt, dat de vrouw zich steeds
meer van de natuur heeft trach
ten los te maken. Ook op het
gebied van de uiterlijke schoon
heid Zij heeft kunstmiddelen te
baat genomen in den vorm van
rouge, poeder, verf etc. om van
hetgeen de natuur van haar heeft
gemaakt, een caricatuur te ver
vaardigen. Tegelijk met deze nei
ging heeft zich een geheel leger
van schoonheidsspecialisten ge
vormd dat hun aardsch bestaan
tracht door te maken uit de winst,
welke dezer drang naar het kunst
matige oplevert. Ook de chemi
sche industrie heeft zich in de
richting van deze neiging omge
bogen.
Doch niets is grilliger dan de
mode en de [vrouwengril. Wij
hebben eens aan een jongmeisje,
gezond en krachtig lid der ko
mende generatie, naar haar oor
deel over de schoonheidskunst
gevraagd en haar meening, die
wij hieronder weergeven, is ver
nietigend. Wij kunnen deze opinie
natuurlijk niet als de „geldende"
onder de aankomende vrouwen
rekenen. En toch... haar oordeel
staat niet alleen. Wij hebben dit
verschillende zijden vernomen en
het sportieve jonge meisje der
komende generatie begint zelfs te
overdrijven naar de andere rich
ting: „het teveel overhellen naar
het natuurlijke", wat nu ook weer
niet kan blijven bestaan.
„Hoe ik over de moderne
vrouw denk schrijft zij" Ja, veel
FEUILLETON.
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
19.
Ze hoorden dokter Marston terug-
keeren, die echter niet alleen was.
Kapitein Rifle maakte een gebaar
naar de deur.
II- Het is beter, dat u heengaat
adviseerde hij. Dit is een scheeps-
zaak en u zou toch niet willen, dat
u daar onnoodig in gemengd werd
Kom over een half uur in mijn hut,
want ik moet u spreken.
Dokter Marston was vergezeld van
den tweeden officier en den admini
strateur en hij hoorde, hoe de deur
van Rosland's hut achter dichtviel.
Hij voelde, hoe het schip wederom
in beweging was gekomen.
Alan ging naar Mary Standish's
hut en pakte alles, wat haar toebe
hoord had, in de kleine handtasch,
waarmede zij aan boord gekomen
was.
Zonder de minste poging om dit
ongemerkt te doen, nam hij het
taschje mee naar zijn hut en begon
zijn eigen bagage in te pakken.
Toen zocht bi] Stampede Smith
op en vertelde hem, dat hij door
een onverwachte wijziging van zijn
plannen genoodzaakt was te Cordo
va aan wal te gaen.
Vijf minuten later dan 't afgespro
ken was, trad hij bij den kapitein
kan ik er uit gebrek aan ervaring
nog niet over zeggen, bovendien
zijn de meeningen daar over na
tuurlijk erg verschillend, maar ik
vind ze monsterlijk, 't Zijn pre
cies wassen étalage-poppen met
hun luciferhoutjes-kleurige lippen
't Eenige verschil is, dat ze
zich kunnen voortbewegen. Maar
hoe. Ze zakken maar zoo'n beetje
van de eene heup in de andere
als gevolg van de abominabel
hooge hakken, die de mode ver-
eischt. Ik vraag me weieens af,
hoe zij die oogharen zoo fantas
tisch gekruld krijgen Zouden ze
daar s'avonds papillotjes inzetten
of wordt er stijfsel opgesmeerd
Dan de wenkbrauwen Deze
worden er finaal uitgetrokken en
daarvoor in de plaats trekt het
zoogenaamde ..wenkbrauwenstift
een deftige naam voor vettig zwart
teekenkrijt met onuitputtelijk ge
duld een dunne streep. Vindt U
dat mooi Voorts dragen zij ex
tra doorschijnende handschoenen,
opdat de knal-rood gelakte na
gels toch maar goed gezien
zullen worden, terwijl in het
badseizoen de opmerkzaamheid
getrokken wordt naar hetzelfde
bij de voeten.
Op haar wangen zijn lagen
crème en poeder aangebracht en
zij mag haar wekker 's avonds
wel een paar uren vroeger zet
ten, want anders komt ze nooit
klaar.
Neen, ik kan me best begrij
pen, dat iemand, die op het
platteland woont en voor het
eerst in een groote stad aan
landt, met groote oogen staat
te kijken. Zoo hoorde ik laatst
een gezellige, welgevulde boe
renjuffer tegen haar dochter
zeggen „Gut, Jaontje, kaik nou
toch cris aan, die juffer hetalle-
maol knollen in derre kouse".
Ach, 't goeie mensch wist ook
nog niets van 't bestaan der
ajour-kousen af.
En waar zit de vrouw van 2
tot 5 In het schoonheidsinsti
tuut! Dat schijnt nét zoo'n aan
trekkingskracht voor ze te heb
ben als een strooppot voor de
vliegen. Als nu alleen oudere
dames zich met schminken op
hielden, dan zou men daarvoor
nog een excuus kunnen vinden,
maar schapen, die nog op een
turf moeten staan om over een
aardappel heen te kijken, be
ginnen er al mede.
Voor de groote bedragen, die
ze aan gezichtsmassage, zweet
baden en hoe die onzin meer
mag heeten, besteden, konden ze
een tijd naar zee of bosch gaan
en daar zal de gelaatskleur
oneindig veel frisscher worden
dan in zoo'n muf gebouw, waar
van je de luchtjes al op een
afstand van ettelijke meters kunt
ruiken.
Onze jonge vrouwelijke telg
der komende generatie schreef
veelmeer, doch daarvoor hebben
wij helaas geen plaatsruimte.
Wat ik ervan als dor econoom
moet denken, die slechts zit te
wroeten tusschen allerlei soorten
paperassen Ja, ik weet het niet
binnen.
Kapitein Rifle zat aan zijn lesse
naar, toen Alan de but binnenging.
Hij wees op een stoel.
Wij zullen Cordova binnen
een uur bereiken, zeide hij. Dokter
Marston zegt, dat Rosland het wel
te boven zal komen, maar natuurlijk
kunnen wij de „Nome" niet zoolang
in de haven houden, totdat hij weer
in staat zal zijn om te kunnen spre
ken De slag is toegebracht door de
patrijspoort: daar zal ik een eed op
doen. Heeft u misschien nog iets te
zeggen
Slechts dit ééne, antwoordde
Alan, dat ik zoo spoedig als ik kan
van boord wil gaan Als het moge
lijk is, zal ik haar lijk trachten te
vinden en er zorg voor dragen- Wat
Rosland betreft, zoo laat het mij
koud of hij blijft leven of dood
gaat. Mary Standish heeft niets te
maken met den aanslag, die er op
hem gepleegd is. Het was louter
toeval, dat dit juist samenviel met
haar eigen daad meer niets.Wilt
u me precies vertellen, waar wij ons
bevonden, toen zij in zee sprong 1
Hij deed zijn uiterste best zijn
gewone kalmte terug ,te krijgen en
den kapitein niet te laten blijken,
welk een diepen indruk haar plot
selinge, tragische dood op hem had
gemaakt.
We waren zeven mijlen van
den mond der Eyak-rivier verwij
derd, ongeveer ten Z.W. daarvan.
Haar lijk moet of op het eiland, of
op het vasteland ten Oosten van
de Eyak-rivier aanspoelen Ik ben
blij, dat u een poging wilt doen en
het is mogelijk, dat u er in zult
slagen. In ieder geval hoop ik, dat
u haar vinden zult.
ik kijk ook wel eens naar deze
wassen etalage-poppen, zooals
zij hierboven genoemd wordt
ontegenzeglijk wekt het interesse
en bekijks. Maar ik geloof echter
ook, dat de vrouw niets beters
kan doen dan de vrouw te blij
ven zooals ze is. Maar wat dan
met al die schoonheidsspecia
listen
IX.
Godsdienst en Zedeleer.
Vandaag gaan we 't hebben over
den meer goeden kant van den neger
of liever van de publieke neger
gemeente, met heel wat interessante
voorbeelden. Wat de neger in z'n
particulier leven is laten we van
daag in het midden. Alleen gaan we
eens na wat de gemeenschap gelooft
en leert, en welke middelen er ge
boden worden om het kwaad te
vermijden. En ik kan U voorop zeg
gen dat ge na deze gegevens ver
stomd zult staan. Dat was ik zelf
ook toen ik voor 't eerst hiervan
kennis nam. Negers, heidensche
natuurmenschen, die geen afgoden
dienaars zijnhalve wilden die,
ofschoon knoeiers in hun eigen doen,
in de publieke samenleving het
kwaad verbieden en bij overtreding
straffen.... dat is 't thema van van
daag. Overweldigend dringt zich bij
deze beschouwing de conclusie op
dat Godsdienst in de natuur van den
mensch zelf ligt, en dat de zedewet
van 't begin af in zgn hart werd
gegrift. En,., die andere conclusie,
dat een ongeloovige en een zedeloos
wrak geen mensch meer is, maar
verwrongen en verkrachte natuur.
Want ik ga schrijven over den
natuurmensch, niet over den bekeer
den en katholieken neger. Wat gt
loven en leeren die menschen van
huis uit van stam uit, als ge wilt
Wat geloofden zij en leerden ze van
oudsher, reeds voor ze met eenigen
blanke in aanraking waren ge
weest
Vooreerst is de heiden van Cen
traal Afrika geen afgodendienaar,
en hij aanbidt geen steen of hout,
noch zon, maan en sterren. Hoe gek
ge het nu ook moogt vinden, de
heiden van Centraal Afrika kent den
eenen waren God, en heeft Hem
steeds gekend. En dit is geen puur
theorie maar bewijst zich eerstens
door de kennis der oudere heidenen
die zich nooit met eenigen Gods
dienst ophielden en er zeker niets
van geleerd hebben.
Maar nog sterker is 't bewijs uit
hun taal genomen. Wij kunnen steeds
zuiver nagaan wat de neger kende
voor dat de blanken kwamen, omdat
alles wat ie kende een woord en
een naam in zijn taal heeft. Al 't
nieuw geleerde echter zal ie by een
vernegerd Engelsch woord noemen.
Ge zoekt vruchteloos in de negertaal
naar woorden voor tafel, bed of
koffiekan, omdat die spullen gewoon
niet bestonden.
Maar wel heeft hij een zuiver
negerwoord voor God en nogwel een
enkelvoudig woord„MULUNGU"
hetgeen God en niets anders be tee
kent.
Nog sterker is 't feit dat hij in
zijn eigen taal drie verschillende
namen voor God heeft. Daarin de
Heilige Drievuldigheid zien zou over
dreven zijn, maar wel geven die drie
woorden, drie de voornaamste eigen
schappen van God aan. Ik zal ze
hier opschrijven met de radicale
beteekenis van ieder woord.
MULUNGU beteekent: Heer en
Meester. CIUTA beteekent„Maker"
ofwel „die alles kan" dus in onze
Kapitein Rifle stond op en begon
zenuwachtig op en neer te loopen.
Het is geen prettig begin voor
het schip dat zoo iets op de
eerste reis gebeuren moet, zeide hij
Toch moet ik u zeggen, dat ik op
het oogenblik méér aan het tragische
geval van Mary Standish, dan aan
het schip denk. Mijn God het is
vreeselijk. Als 't iemand anders was
geweest... iemand anders... De woor
den bleven hem in de keel steken
en hij maakte een gebaar van wan
hoop met zijn handen.
Het is moeilijk aan te nemen,
het is haast ongelooflijk, dat ze op
zettelijk een einde aan haar leven
zou hebben gemaakt. Vertelt u me
nog eens, wat er in uw hut heeft
plaats gevonden.
Zooveel mogelijk trachtend vast
heid in zijn stem te leggen, vertelde
Alan hem opnieuw enkele bijzon
derheden over het bezoek van het
meisje in zijn hut.
Hij sprak echter niet over de ver
schillende dingen, die ze hem in ver
trouwen had medegedeeld, noch van
den invloed, dien Rosland op haar
scheen te hebben, of van haar vrees
voor hem.
Kapitein Rifle bemerkte, hoe hij
zich goed trachtte te houden en
toen hij uitgesproken had, drukte
hij hem begrijpend de hand.
U is allerminst voor 't gebeur
de aansprakelijk, zei hij. Trek het u
niet te veel aan. Maar tracht haar
te vinden. Stel alle pogingen in het
werk om haar op te sporen en laat
het mij dan weten. Dat wilt u wel
doen, nietwaar U zult me bericht
zenden
Ja, u zult van mij hooren
En nu betreffende Rosland. Hij
taal zooveel als Schepper en Al
machtige. Een derde woord is
MPHAMBA, hetgeen de beteekenis
van rechter en straffer heeft. Wij
zouden zeggen: Looner van 'tgoede
en Straffer van 't kwaad. En nooit
zullen deze woorden in 't meervoud
gebruikt worden, want nooit spreekt
de neger van goden.
Nu moet ge toch niet denken dat
dit geloof veel uitwerking op 't
heidensch negerleven heeft. Hij kent
God, jamaar de heiden brengt Hem
geen eeredienst. Hij laat God rustig
in zijn Eeuwigheid en zal Hem slechts
noemen om door Hem te zweren
terwijl ie een vinger opheft naar
den hemel.
En toch heeft de heiden een Gods
dienst of liever een eeredienst. Niet
voor den eenen waren Goddoch
voor de geesten, niet Engelen of
duivelen, maar de geesten van zijn
afgestorven medemenschen. Hier
komen we terecht in een wereld van
angst en bijgeloof. De Godsdienst
van den heiden is een en al bijge
loof tot 't belachelijke toe. Zijn heele
leven is aanhoudend onder den in
vloed van dat beangstigend bQge-
loofdat den wildsten krijger doet
beven als een riet. Daarvandaan zijn
plechtige begrafenissen met cere
monies die dagen lang duren. Daar
om zijn offers van maispap en mais-
bier op de graven der overledenen,
om de geesten gunstig te stemmen.
En toch is dat beetje Godsgeloof
en zelfs dat belachelijke bijgeloof
van groot nut voor de bekeering.
Immers de neger behoeft niet meer
van ons te leeren dat God bestaat
en ook niet dat de ziel onsterfelijk
is en dat er een hiernamaals is.
Dat weet ie allemaal heel goed. Hg
behoeft slechts te leeren leven in
overeenstemming met dit geloof.
Opvallender nog is hun zedeleer
Want één ding moet ik vooraf nog
eens duidelijk zeggenHoe zwart
we de zwarte menschen dan ook
denken en hoe duister hun particu
lier leven dan ook in werkelijkheid
is, één ding staat vast en dwingt
bewondering afn.l. dat de publieke
zonde, de publieke oneerbaarheid en
zelfs gewone onzedigheid nooit goed
gekeurd wordt. Al zijn 't dan nog
zoo'n knoeiers, in de publieke samen
leving wordt het kwaad gehoond en
daadwerkelijk gestraft. Dat is een
schoone kant en waarop heel wat
gebouwd kan worden ter beschaving.
Of de neger slechter leeft dan de
blanken laat ik in het midden, maar
beschamend is het voor ons, dat hij
tenminste in 't publiek netter en
zediger is dan vele blanken in de
meeste van onze moderne ver
maken.
Ziehier een reeks voorbeelden van
publieke zedigheid.
De neger erkent het huwelijk als
iets hooger, iets wat waardeering
eischt en verdedigd moet worden
tegen al te gemakkelijken breuk.
Ook de heiden gaat zijn huwelgk
officieel aan voor 't opperhoofd en
de ouderlingen, bijgestaan door twee
getuigen. De veelwijverij is wel een
drukke negerpraktijk, maar de eerste
vrouw zal steeds, en zij alléén, zijn
„echte vrouw" heeten. Echtscheiding
bestaat er veel maar nooit dan
door 'een officieel proces voor 't
gerecht van den hoofdman en de
ouderlingen en gaat steeds gepaard
met een opgelegde vergoeding van
den kant der partij die in het onge
lijk kwam te staan.
Overspel en alles wat daarbij be
hoort, wordt volgens negerwet streng
en zelfs wreed gestraft.
Reeds heb ik geschreven in het
sportartikel dat negers en negerin
nen nooit samen dansen en dat dit
absoluut tegen hun opvatting van
zedigheid is. Ditzelfde geldt voor alle
publieke gelegenheden en feesten,
zooals begrafenis en huwelijksplech
tigheden, bierdrinkerij enz. Overal
feesten de mannen gescheiden van
de vrouwen. Dat is tenminste volgens
negergewoonte zoo. Komen ze hier
aan tekort door kwaden wil of bein-
vloed door 't bier, dan zal de publieke
is een man, die veel vijanden heett.
Ik ben er van overtuigd, dat de
man, die hem aangevallen heeft,
zich nog aan boord bevindt.
Ongetwijfeld.
De kapitein aarzelde even Terwijl
hij vermeed Alan aan te kijken, zei
hij:
Er is niets in juffrouw Stan
dish' hut, zelfs haar handtasch is
verdwenen. Ik meende enkele dingen
te zien, toen ik er met u in was.
Hield u niet iets in uw hand Mis
schien vergis ik me... Wellicht heeft
ze alles in zee geworpenvoordat
ze wegging.
Een dergelijke veronderstelling
is niet 'mogelijk, gaf Alan ontwijkend
toe.
Kapitein Rifle trommelde met zijn
vingers op zijn lessenaar. In het
schemerachtige licht, dat in de hut
viel, zag zijn gezicht er moe en oud
uit.
Dat is alles. God alleen weet,
hoe graag ik mijn eigen, oude leven
zou willen geven, om haar terug te
krijgen Ze deed me veel denken
aan.., iemand.,, die al heel lang dood
is. Daarom was het dan ook, dat ik
me niet aan de regels van het schip
hield, toen ze op zoo'n eigenaardige
manier te Seattle aan boord kwam.
Nu heb ik er spijt van, want ik had
haar terug moeten sturen. Maar ze is
weg en het beste is, dat u en ik
voor ons houden, wat wij vermoe
den. Ik hoop, dat u haar zult vin
den en als dat gebeurt
Ze drukten elkaar de hand en de
vingers van kapitein Rifle omklem
den nog die van Alan, toen ze naar
de deur gingen en deze openden.
Plotseling was de lucht gaan be
trekken en de wind streek met een
taal hen laken, zoo goed als dat
hier een mensch van minder goed
gedrag bepraat wordt.
In de ouderlijke hut, die maar één
vertrek is, worden kinderen die te
groot worden op tijd weggestuurd
voor een ander nachtverblijf. In
ieder dorp staat van den eenen kant
een „bwalo" of algemeene hut voor
ongetrouwde jongens en van den
anderen kant van 't dorp eentje
voor de meisjes. Het overloopen van
de eene naar de andere wordt door
de ouderen streng afgekeurd en zelfs
gestraft.
Men vraagt zich dan ook soms af
hoe deze menschen kennis maken en
tot verkeering komen. Het juist
vermelde gebruik zal wel de rede
zijn van een andere ondervinding, dat
n.l. jongelui zoo maar ineens als
verloofden optreden en twee weken
later aan de missie staan als„Zijn
voornemens een christelijk huwelijk
aan te gaan....! Maar, stiekum af
spraakjes zijn ook daar niet, zoo
min als hier, onmogelijk
Publieke onzedigheid en wat zij
voor naaktheid nemen is zoo goed
als onbekend en wordt niet ver
dragen. Van boven nemen ze 't zoo
nauw niet, maar verder is de negerin
steeds gekleed tot over de knieën
en gaat steeds zitten bezijde uit met
de beenen onder haar, den lossen
doek zedig over de knieën trekkend.
In al den tijd in Afrika doorgebracht,
heb ik nooit, als Priester, mijn oogen
behoeven af te keeren. Europeesche
japonnen die hun intrede doen en
tot boven de knieën reiken worden
totaal afgekeurd door oudere negers
en door al de catechisten. Ook van
boven zijn tenminste huwbare meisjes
steeds tot onder de armen gekleed.
Slechts één stam komt hieraan let
terlijk te „kort".
Negers en ook negerinnen, die niet
zoo vuil zijn als men denkt, gaan
dagelijks baden in de rivier, de
meisjes samen en ook de jongens in
groep, maar absoluut gescheiden en
op verschillende plaatsen. Een meisje
dat alleen naar 't water gaat, gaat
tevens ook over de publieke tong.
En die meisjes zullen gaan baden,
niet op een afgelegen plaats, maar
daar waar 't negerpad de rivier
kruist, om van allen overval bevrijd
te blijven.
Iedere reiziger die aan een rivier
komt blijft boven op den hoogen
oever staan en schreeuwt„ku
madzi(is er iemand aan 't water
Na enkele oogenblikken komt 't
antwoord van uit de struiken aan 't
water„steek maar over en alle
meisjes staan dan netjes gekleed en
zetten hun operatie door wanneer
de mannen uit 't oog verdwenen
zijn.
Komt een vrouw bij een hut waar
een man alleen binnen is, dan zal ze
den drempel niet overschrijden maar
in de deur, tegen den deurpost gaan
zitten praten.
Ook gaat een ongehuwd meisje
nooit alleen op stap maar steeds
vergezeld van een jonger zusje of
een ander meisje.
Ziehier enkele trekken die minder
zwart zijn en die den zwarten
mensch, bij trouwe naleving van zijn
negergewoonten, voor heel wat slechte
gelegenheden behoeden.
JAN DE PONTI
Missionaris in Centraal Afrika
Öirlo, September 1936.
Ingekomen en vertrokken
personen
van 4 tot 12 Sept.
INGEKOMEN
V. H. Goumans, banketbakker,
Stationsweg 1 van 's-Hertogenbosch.
P. J. M. Haegens en gez., verpleger,
Oostrum C 6c van Broekbuizen.
M. Th. H. v. Rijswijck en gez. z.b.
Oostsingel 18 van Bergen (L.)
L. G. H. Nelissen, z.b., Oirlo, E 13
van Weert.
zacht, klagend geluid over de golven.
Er is onweer op komst, merk
te de kapitein op
De zelfbewustheid in zijn houding
was verdwenen; zijn schouders waren
gebogen er. in zijn stem lag zulk
een eigenaardige trilling, dat Alan
met angstige oogen de duisternis
trachtte te doorboren. Toen zeide
hij:
Rosland zal naar het hospitaal
te Cordova gebracht worden als
hij nog in leven is.
Alan antwoordde niet. De deur
sloot zich zachtjes achter hem en
langzaam ging hij door de sombere
duisternis naar de verschansing, en
bleef daar staan, terwijl het klagend
geruisch van de zee vanuit de dichte
duisternis tot hem kwam. Van uit
de verte hoorde hij het naderend
gerommel van den donder.
Terwijl hij naar zijn hut terugliep,
streed hij nog dapper om zich goed
te houden. Stampede Smith stond
op hem te wachten, met zijn bagage
bij zich. Alande verklaarde hem
nader de onverwachte verandering,
die er in zijn plannen was gekomen.
Door zaken, die hij te Cordova had
te regelen, zou hij een boot moeten
overslaan, waardoor hij minstens een
aand l?.ter de steppen zou be
reiken.
Het was noodzakelijk, dat Stam
pede regelrecht door naar Alan's
bezittingen ging. Het zou de kortste
weg voor hem zijn den trein naar
Tanana te nemen. Daarna moest hij
naar AUakakat gaan en vandaar
verder naar het noorden van de
Endicott-bergen. Het zou voor een
man als Stampede niet moeilijk zijn
om Alan's bezittingen te vinden. Hij
teekende een plattegrond, gaf hem
OE VELLEN HINGEN ERBIf'
V Dank Il| K100STERBALSEM komt
zijn hand weer goed in orde
-
f ,,'t Gebeurde door kokend heele olie en-
t tnffn rechter hand was geheel en al
wond. Ik was ten einde raad en huilde
1 van de ondragelijke pijnen. Mijn man
heeft m(jn hand dadelgk verbonden,
•met Kloosterbalsem, welke we altijd
poor ons kleintje in huis hebben. U kunt
Ier zich geen voorstelling van maken,
hoe dat ineens heerlijk verzachtte. Ik
geef U de heilige verzekering, dat ik
self verstomd sta over het wonder.
Binnen 14 dagen was mijn hand weep
gewoon." vflj
ffc' „Geen goud zoo goed" >jj
Onovertroffen bij brand-en snij wonden
Ook ongeëvenaard als wrUtmlddel bij
Rheumatlek, spit en pijnlijke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten62'/2 ct> en f 1.04
BON voor Inzenden in open couvert,
GRATIS als drukwerk (l'/2 ct.) aan
MONSTER Handelmij. L. I. Akker, R'dam
J. H. M. Ruttten, z.b., Stationsw.
21a van Hulsberg.
J. M. G. Zwitserlood, hoofdonderw.
Patersst. 32 van Kerkrade.
A. G. Hendrix, slager, Gr. straat 23
van Vierlingsbeek.
M. J. Janssen, dienstbode stationsw.
17 van Maashees.
A. A. v. d. Kroft, dienstbode, St.
Annalaan 4 van Oss.
Ch. J. Kempen, dienstbode, Smak-
terweg 7 van Arcen.
W. M. T. v. d. Munchof, dienstb.,
St. Annalaan 5 van Horst.
A. C. Jacobs, z.b., Paterslaan 10
van Grubbenvorst.
VERTROKKEN.
M. J. Geerets, dienstbode naar
Deurne.
J. H. J. C. Roeffen, z.b., naar
Haarlem.
J. H. A. v. d. Ven, Slager, naar
Deurne C 44.
R. H. Verstegen, z.b., naar Sittard
Oude Markt 1.
M. H. Th. Smeets, onderwijzer, naar
Venlo van Cleefstraat 9.
M. J, A. v. Genoip, verpleegster,
naar Wijk bij Duurstede.
G. v. Opbergen Wed. Arts, naar
Kevelaer.
A. M. H. Bomur z.b., naar Heerlen.
H. Mutsers, kl. broeder naar Noord-
wij kerbout.
H. J. G. Thuyls, z.b., naar Eind
hoven.
M. Ch. Voesten, dienstbode, naar
Venlo Markt 13.
C. A. M. Rambags z b.. naar Nij
megen v. Oldebarneveldstraat 4
P. Loogman, z.b., naar Maastricht
Gr. Gracht 74.
Tb Loogman z.b.. naar idem.
H. P. M. Litjens, zb., naar Sittard.
P. P. Radt, dienstkn. naar Maashees.
W. v. d. Berg, Pater, naar Gorin-
chem.
H. M. Tbeeuwen, dienstbode, naar
Wanssum B 21.
E. H. C. Rongen, dienstbode, naar
's-Gravenhage Gr. Hertoginsingel 153.
J. G. H. Hendriks, landb., naar
Wanssum A 38.
M. E. M. Winters z.b. naar Echt
Wijnstraat.
Steunt Je Francis-
caansche Missiën
ABONNEERT U op het
St. Antonius-Maandblad
10 cent per maand.
eenige geschreven instructies, geld,
en waarschuwde hem ten slotte nog
maals zich het hoofd niet op hol te
laten brengen en onderweg naar
goud te zoeken.
Daar 't voor hem noodzakelijk
was direct aan wal te gaan, gaf' hij
Stampede den raad het schip niet
eerder dan den volgenden morgen
te verraden en Stampede beloofde
plechtig alles te doen, wat Alan
hem gezegd had.
Alan gaf geen verklaring voor
zijn eigen haast en was blij, dat ka
pitein Rifle hem niet te nauwkeurig
had ondervraagd. Hij dacht er niet
bij na, om welke motieven hij eigen
lijk dezen tocht wilde ondernemen.
Hij voelde alleen, dat hij iets moest
doen, omdat iedere zenuw van zijn
lichaam dit van hem eischte. In dit
verlangen lag iets, wat aan krank
zinnigheid deed denken, zoo sterk
en zoo hevig was het.
Hij probeerde het visioen van
een bleek gezichtje, boven de golven
uitdrijvend, dat steeds weer voor
hem oprees, uit zijn gedachte te
verbannen.
Hij had alles willen geven, om
zijn oude, flegmatieke kalmte terug
te krijgen. Iedere beweging van het
schip irriteerde hemna 't hooren
van dien eenen vrouwenkreet, kon
hij aan boord geen rust meer vinden.
Hij wilde den vasten bodem onder
zijn voeten voelen. Heel zijn ver
langen ging uit naar die smalle kust-
streep, waar waarschijnlijk Mary
Standish' lichaam heen dreef.
Maar Stampede Smith zag niels
van hel vuur, dal hem verteerde.
Wordt vervolgd.