TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
1bdu$i:::~
Biddag en Protestmeeting
te Venray.
FEUILLETON.
Geluksdroom
srys ssrs ais»
s-u'rafw
Afrikaansche
brieven.
Zaterdag 12 September 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 37
Bloemenhulde aan het H. Hart.
Geheel ia overeenstemming met
den oproep van Z. Exc. Mgr. Lem-
mens, Limburgsch geliefde Bisschop,
werd in het Dekenaat Venray en
niet het minst inde Parochie Venray,
de Zondag van 6 September j.l.
doorgebracht in gebed om degroote
Godsgave: het Katholiek Geloof in
Limburg ongerept te bewareD, nu
ook dit gewest dreigt getroffen te
worden door de geestesberoeringen
van onzen tijd.
In den vroegen morgen naderden
zeer velen ter H. Tafel ter intentie
van Vader Bisschop en 's middags
had een plechtige Kinderprocessie
plaats vanuit de Parochiekerk naar
het H. Hart-standbeeld, aan welks
voet de kinderen een bloemenweelde
neerlegden en een akte van Eer
herstel werd gebeden.
Om half 6 kwam op de Groote
Markt een groote schare bijeen ter
bijwoning eener protest-meeting,
waartoe de H. E. Heer Deken de
Parochianen had opgeroepen. Zeer
velen waren opgekomen om hun in
stemming te betuigen met het doel
der meeting: te protesteeren tegen
den aanslag der N.S.B. op 't Katho
lieke Limburg.
Op de Muziekkiosk, waar de Radio-
Centrale Venray 'n flinke luidspreker
had opgesteld, hadden plaats genomen
'de H.E. Heer Deken Berden met de
Eerw. Heeren Kapelaans, de Eerw.
Heeren Geestelijken van het Deke
naat, de Eerw. Paters Franciscanen
en de Edelachtb. Heer Burgemeester
van de Loo.
De opening geschiedde met een
woord van den H.E. Heer Deken, die
na een welkom tot allen er zijn
vreugde over uitdrukte, dat zoovelen
waren opgekomen nu Vader Bisschop
de stormklok heeft doen luiden in
Limburg. Ook van Venray's grijze
toren heeft de stormklok geluid om
allen wakker te maken en paraat
voor den mogelijken strijd, waar het
om der menschen grootste goed gaan
zalhet Roomsch Kathotiek Geloof
en de Katholieke zede, eene erfenis,
onzer voorvaderen, een kostbare
schat, waarop geen rechtgeaard
Limburger een aanslag zal dulden.
Onze voorvaderen stichtten met
primitieve Venray's monumentale
kerk en toren, in omstandigheden
en tijden, die evenmin als ons huidig
tijdsgewricht rooskleurig genoemd
kan worden. Maar bezield met een
groot geloof en diepe godsdienstzin
hebben zij een Godshuis gebouwd,
waarop de Venray'ers van heden
terecht trots zijn mogen.
En zouden wij, kinderen van dezen
tijd, deze schoone erfenis onzer
voorvaderen niet willen eeren door
al onze krachten in te spannen tot
behoud van ons schoon geloof en
vrome zeden, alleeu in staat onze
ziel waarachtig gelukkig te maken?
En toch, nu een valsche leer ver
kondigd wordt, die jammer genoeg
ook onder ons aanhangers vindt, zij
het dan ook dat dezen niet alles
inzien, roept Vader Bisschop ons op
om op te komen voor ons schoonst
bezit, het behoud van onze Gods
dienst, de roem van ons Gewest,
daar met dit geloof en deze zeden
het behoud onzer kerken gemoeid is.
Dit alles zal door den Heer Pechtold
uit Venlo nader uiteengezet worden
en ik geef dan ook het woord aan
den Spreker.
Nadat het applaus was verstorven,
trad de voornoemde Spreker voor
de microtoon en hield hij een schoone
overtuigende rede over hetgeen op
het spel staat.
Na eerst te hebben doen uitkomeD,
dat, hoeveel moeite het ook gekost
heeft aan de ^ïrige Limburgers om
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
18.
De kapitein viel haar in de rede
met de opmerking
Misschien heeft u zich vergist.
Ik kan me niet voorstellen, dat juf
frouw Standish zoo iets zou doen,
maar we zullen het gauw genoeg
weten. Twee booten zijn al in zee
en een derde wordt juist neergelaten.
De laatste woorden zei hij nog
over zijn schouder, terwijl hij zich
wegspoedde.
Alan deed geen poging om hem
te volgen. Het scheen, alsof er een
plotselinge, ijzige kalmte over hem
was gekomen.
Bent u er zeker van, dat het
't meisje van mijn tafel was hoor
de hij zichzelf zeggen. Kunt u zich
niet vergist hebben
Neen, antwoordde de vrouw.
Ze viel mij altijd op door haar
rustige schoonheid. Ik kon haar heel
helder in het maanlicht onderschei
den. En ik ben ervan overtuigd, dat
ze mij ook herkend heeft, voordat
ze in zee sprong. Ik weet bijna heel
zeker, dat ze tegen me glimlachte
en iets tot me wilde zeggen. En
toentoen... ^as ze opeens ver
dwenen...
Ik wist van niets, totdat ik
mijn vrouw hoorde gillen, voegde
de man er aan toe. Ik zat op dat
-_h naar den wensch van Vader
Bisachop te onthouden van .edere
focUsS:SeSnencoru^sSeUsrcgiitte-
rend heeft weerstaan, deze wemic
toch in alle opzichten met kinderlijk
gehoorzaamheid is geëerb.edigd.
Maar daarmede is niet gezegd, dat
wii Katholieken, verder Gods water
miar over Gods akker kunnen laten
loonen en werkeloos toezien, dat
onJe Katholieke Godsdienst en zeden
door valsche leerstell.ngen worden
°nVadSerraKsschop heeft het sein ge-
if" sfmenW°Set Wonderlijk. We
werken SMfn h^W
Onder ons Katholieken zijn zoo-
^LÏ^-SeWfhehhTn
?en oS mèlr en meer te ontwikke
len om zoo in staat te zijn ons zelf
rekenschap te geven, wat rond om
°nBlf vergehiking met naburige lan-
hier niet altijd een parrdijs. En toch
wat we hebben, dat hebben we te
redenen te onderkennen, waarmede
mpI1 thans zoo schermt.
Wij Katholieken, bezitters van
wii moeten deze uitdragen naar
buiten en ons niet schamen om een
,T Krmsteeken te maken of te bid-
den in^hotels of dergelijke. In zoo
verre kunnen we van anderen veel
meren met enthousiasme en
vmr hun wereldbeschouwing uit
dagen en daar offers voor brengen,
„ff velen Zijn er onder ons met,
die mopperen a!s een kleine eontrr-
mftie gevraagd wordt voor een Kies-
vereemghig, hoe weinigen zijn er
geabonneerd op „De Opmarsch^ Ik
meen in Venray een 30-tal. Laten
we toch meer actief zijn, meer ont
wikkeld, om komende gevaren tijdig
16 DoClvan deze spreekbeurt is niet
nm de N S B. te becritiseeren, maar
overeenkomstig den wensch van
vWs:red^ndTS|£s
en tot werkzaamheid voor de Katho
ltekezaak, waaraan ons aller geluk
ZWnaUmirrapp?aeuns'Sbeloonde den
Stoker voor z^n mooie rede, waarna
up Heer Deken allen uitnoodigde
«mrden aan Jezus m het H. bacra
ment voor alles wat Hem wordt
Dfplechtigheden in de kerk^ waarin
op voortreffelbke wijze werd ge
-5-» aarzen
van onzen beminden Bisschop.
oogenblik met mijn rug naar de
verschansing gekeerd en toen ik er
heen rende, zag ik niets anders dan
het zog van het schip Ik denk, dat
ze dadelijk gezonken is.
Alan wendde zich om en drong
zwijgend door de opgewonden me
nigte heen, die hij nauwelijks scheen
te bemerken.
Nu had hij niet de minste behoef
te zich te haasten en kalm liep hij
regelrecht naar de hut, waarin Mary
Standish zich moest bevinden, wan
neer de vrouw zich vergist had en
zij het niet was, die in zee was ge
sprongen.
Na slechts één keer geklopt te
hebben, opende hij de deur. Toen
hij geen enkel geluid hoorde, be
greep hij, voordat hij het licht op
draaide, dat er niemand aanwezig
was.
Bij den eersten kreet van de vrouw
had hij al gevoeld, dat Mary Stan
dish verdwenen was.
Hij keek naar 't bed. Op het kus»
sen kon men nog den indruk van
haar hoofd zien en op het dek lag
een ineengefrommeld zakdoekje. Het
weinigje wat ze bezat, was netjes
op de schrijftafel bij elkaar gelegd.
Eensklaps zag hij haar kousen,
schoentjes en een japon op het bed.
Hij bukte zich, raapte een der
schoentjes op en hield die met zijn
koude hand omklemd.
Het was een bijzonder klein
schoentje. Hij klemde het zoo stevig
in zijn hand, dat hij 't bijna fijn
kneep. Hij had het nog vast, toen
hij iemand achter zich hoorde be
wegen en zich omwendende, keek
hij in t gezicht van kapitein Rifle.
Er lag een vaalgrauwe kleur over
het gelaat van den kleinen man.
Voor een kort oogenblik spraken
Zwarte Kantjes.
De vorige keer heb ik mijn zwartjes
tamelijk in 't zonnetje gezet met al
hun goeie eigenschappen op te
disschen. Maar 't is niet alles goud
wat er blinkt. Daar zijn ook heel
wat zwarte kantjes aan die zwarte
menschen. Hoe kan 't ook anders
In heidendom meestal geboren en...
getogen. Van huis uit zoowat niets
dan kwaad geleerd, en dat „van
huis uit" wil toch zoo ontzaggelijk
veel voor 't later leven zeggen.
Wanneer men zoo eens terdege met
natuurmenschen in aanraking is ge
weest, menschen die van huis uit
niets hebben meegekregen, dan pas
leert men echt waardeeren dat men
uit beschaafde en brave ouders is
geboren.
Neen, laat ons niet te fel bogen
op onze kennis en onze braafheid.
De groote helft van alles wat ons
boven den neger plaatst, hebben we
te danken aan het feit dat onze
ouders beschaafde en brave men
schen waren. Ons groote kennen en
kunnen is voor een groot percentage
't uitvloeisel van zooveel eeuwen be
schaving die ons voorafgingen. Tot
die conclusie moet men komen
wanneer men ziet dat anders goeie
menschen toch nog zoo'n wrakken
worden, omdat 't „boompje" van
jongsafaan niet recht ten hemel
werd geleid. Zij die, ook in onze
moderne tijden, nog twijfelen aan de
groote kracht en de noodzakelijkheid
van degelijke kinderopvoeding én in
huis én in school, die moasten eens
komen leeren hoe een arme tobbers
't zgn, die menschen die praktisch
geen vader, geen moeder ea geen
leermeester hebben gehad.
Neen, de neger is van nature geen
vlegel, maar.... hij heeft van huis
uit zoo weinig goeds geleerd. Ik
kan hier slecht uitwijden over 't
zedelij k gedrag van den neger, maar
toch moet ik zeggen dat 't leven
van hen die nog heiden zijn, ohzoo
donker is. Och wat zgn 't zwak
kelingen wat zgn 't knoeiersGeen
genadeleven dat hen hoog zou houden
boven de golven van een leven vol
driften en begeerten. Geen waak
zaam moederoog dat hen volgen zou
op al hun paden.
De jonge heiden en heidensche gaan
waar ze willen. Gansch alleen staan
ze met de driften van een nooit be
dwongen menschenhart. Slechts om
één ciag behoeven ze te denken't
publieke oog, de „publieke" eerbaar
heid. Dat alleen immers is brj den
neger in eere en dat is al veel, zoo
als een volgende brief zal uitleggen.
Maar in z'n particulier leven is hij
een dolle stier gelijk, die van palen
noch perken weet.
Van meer zichtbare kantjes ge
sproken, is de neger wel 't meest
leugenachtig wezen dat ik ooit ge
zien heb. Liegen kan een neger
vreeselijk, gewoonweg brutaal-grof.
Ge betrapt hem op 't feit en nog
zat ie trachten koelbloedig te ont
kennen. Zelfs onze christenkinderen
leeren ohzoo langzaam deze on
hebbelijke trek af.
Wat kost 't moeite den jongen
neger 't liegen af te leeren en wat
is 't gindsch lastig en gevaarlijk zijn
vertrouwen in een neger te stellen.
Wat een bittere teleurstellingen in
't missionarisleven dikwijls bedro
gen te worden daar waar men op
vertrouwd en gebouwd had. Altijd
staan die zwarte kinderen klaar met
hun „cifukwa" d.w.z. jawel, maar...
ik had er zooveel honderden redenen
voor.
Liegen en stelen zijn meestal
broertjes, en in deze is de neger de
ondervinding getrouw. Nergens kun
nen ze met hun vingers afblijven, en
geen van beiden een woord. Kapi
tein Rifle keek naar het schoentje,
dat Alan verfrommeld in de hand
hield.
De booten war<>n vlug genoeg
neergelaten, zei hij op gesmoorden
toon. We hebben zoo goed als
onmiddellijk gestopt. Als ze zwemmen
kan, is er nog kans
Maar ze zal niet zwemmen,
antwoordde Alan. Daarvoor is ze
niet in zee gesprongen. Ze is een
voudig verdwenen.
Vaag verwonderde hij zich over
de kalmte van zijn stem
Kapitein Rifle zag, hoe de aderen
op zijn voorhoofd en handen dik
opgezwollen waren. In de vele jaren
dat hij op zee voer, had hij al heel
wat tragedies meegemaakt, wat hem
nu echter nu opviel, waren Alan's
laatste woorden.
In korfe trekken "vertelde deze
hem het voorgevallene van den vo
rigen nach', zonder echter in bijzon
derheden te treden.
Wij zullen eens met Rossland
praten, als de booten terug zijn, zei
de kapitein.
Zachtjes trok hij Alan uit de hut
weg en sloot de deur achter zich.
Niet voordat hij weer in zijn
eigen hut kwam, bemerkte Alan,
dat hij het verfrommelde schoentje
nog steeds in zijn hand hield ge
klemd.
Hij legde het op zijn bed en be
gon zich aan te kleeden, waarmede
hij spoedig gereed was.
Toen begaf hij zich naar het ach
terdek, waar hij den kapitein vond.
Een half uur later keerde de eerste
boot terug, weer vijf minuten later
een tweede en kort daarop de derde
Alan stond alleen achteraf, terwijl
de passagiers zich aan de verschan-
lonkt hun oog begeerig naar
ander menschens goed. Hij kan niet
door een rijp maïsveld gaan of voelt
zijn maag jeuken, en heeft dan
„natuurlijk" uit bittere noodzakelijk
heid zooveel maisaren afgetrokken,
omdat ie „natuurlijk" honger had.
Maar gewoon waanzinnig van be
geerte maakt hem al 't mooie dat
een blanke heeft, en zonder blikken
of blozen zal ie zijn diefstal als een
noodzakelijkheid goed praten„'t
was toch zoo mooien zooiets heb
ik nooit gehad dat kon ik toch niet
laten liggen Arme menschen die
wij moeten gaan bekeeren en tevens
tot kwaad lokken met alles wat
een blanke om zijn lijf en in zijn
huis hangtMode is slavernij, en
helaas niet voor blanken alleen.
Dan is de neger van nature wreed
en onbarmhartig tegenover zijn
vijand. Natuurmenschen waar niet
aan geschaafd is en die als eenig
levensdoel hun eigen voldoening heb
ben. Neen, de neger is in 't gewone
leven niet gevaarlijk, maar eenmaal
losgebroken kent ie geen mensche-
lijk-zijn meer. Wat waren ze wreed,
ja beestachtig, die opstandelingen
van 1915.
Opgezweept door de Watchtowers,
een Amerikaansche sekte die als
motto heeft „Afrika voor de Afri-
kaanders", trokken ze als wilde ben
den door heel Nyasalan'. Een onzer
Paters lieten de woestelingen toen
voor dood liggen, met 21 lanssteken
in 't lijf. Onze Missie van Nguludi
brandden ze af tot aan den grond.
Van twee vermoorde blanke planters
voerden ze toen de hoofden mee en
staken ze op een speer als een ex
voto wanneer de leider de bende toe
sprak.
Wreedheid Ik moest hier eens
kunnen schrijven over vroegere straf
fen toen de negerjustitie nog in
zwang was, maar 't is té vuil. Enkele
voorbeelden echter zal ik aangeven.
Lijkeneters (waarover later) werden
ter dood gebracht, hetgeen goed was,
maar.... gesteenigd door een woeste
menigte. De straf die op overspel
stond, durf ik hier zelfs niet neer
schrijven. Een andere straf was weer
te worden gebonden, naakt, op 't
nest van rooie mieren die de meest
vraafzuchtigen van dat volkje zgn.
Wreedheid Ja tot in den dood.
Stierf vroeger een machtig opper
hoofd, dan werden zijn slaven levend
met hem begraven, maar met ge
broken armen en beenen. Ja, wat
was vroegere slavernij bij den hei-
denschen neger een zee van wreedheid!
De Engelsche wet heeft daar een
stokje voor gestoken, maar niet de
negernatuur genezen. Dat kan alleen
beschaving op degelijk christendom
gefundeerd, en in 't geheim gebeuren
er nog heel wat beestachtigheden
vcoral in de heidensche omgeving.
Ja, z'n wreede natuur komt bij den
neger nog zoo dikwijls boven. Ter
illustratie
We waren eens op jacht en een
Nankhodzwe (wilde ezel) werd doo-
delijk aangeschoten. Onze geleiders
hadden bloed geroken en waren er
dus als de kippen bij. Zij vonden 't
dier met gebroken „kruis" maar nog
vol leven. Toen wij er bij kwamen
stonden ze 't dier te stompen en te
trekken in plaats van 't af te maken.
En waarom „Hij ligt toch in de
felle zon en aanstonds moeten wij
hem van de huid ontdoen. Laat hem
eerst in de schaduw van dien boom
kruipen, daar zal 't koeler werken
zrjn." Is dat geen beesten-natuur?
Last not least is de neger buiten
gewoon hoovaardig. Hij meent zich
altijd dr!e kwart meer als ie is, en
neemt ohzoo graag overal de eerste
plaatsen in. De weldaad van 't onder
wijs is dan ook tevens een groot
gevaar voor den neger, en zal steeds
in kundige en vaste handen moeten
blijven. „Als niet komt tot iet, dan
kent iet zichzelven niet." Daar ligt
't tragisch falen van 't onderwijs
der liberal-protestanten. Geleerde
negers maken, zonder godsdienstige
ondergrond en zonder karaktervor-
sing verdrongen.
Hij wist, wat het resultaat zou
zijn. Van verschillende zijden hoorde
hij fluisteren:
Niets gevonden.
Het klonk als een groote diepe
zucht. Onwillekeurig ging hij achter
uit. Hij kon hun oogen nietontmoe
ten, noch met hen praten of luis
teren wat ze zeggen zouden
Toen hij heenging, kreunde hij en
voeld dat hij er na aan toe was
zich aan zijn smart over te geven.
En dit mocht niet gebeuren, want
hij behoorde tot een van die man
nen, die het zich tot plicht rekenen,
de slagen van het noodlot te trot-
seeren.
Hij streed tegen zijn wanhopig
verlangen zijn armen smeekend naar
de zee uit te strekken en Mary
Standish te bidden, tot hem terug te
keeren en hem vergiffenis te willen
schenken.
Werktuigelijk liep hij door.
Zijn gezicht geleek op een masker
waarop geen sporen van verdriet te
ontdekken waren en er lag een kou
de uitdrukking in zijn oogen.
Zonder eenig gevoel, zou wel
licht de vrouw, die dien avond zoo
gegild had, gezegd hebben. En ze
zou gelijk hebben gehad, want het
was of alles in hem dood was.
Voor Rossland's hut aangekomen,
bevonden zich daar reeds twee men
schen. De een was kapitein Rifle en
de ander Marston, de scheepsdokter.
De kapitein was juist bezig aan
te kloppen, toen Alan zich bij hem
voegde. Toen hij probeerde de deur
te openen, bemerkte hij, dat deze op
slot was.
Ik kan hem niet wakker krijgen
zei hij. En ik heb hem ook niet bij
de passagiers gezien.
ming, maakt slechts opstandelingen.
Onderwijs en opvoeding zijn twee,
maar mogen toch nooit gescheiden
zijn.
Wat een zorgen baart daarginds
't onderwijs. Leeren moeten ze om
menschen te worden. Maar steeds
moet er gevochten worden om den
onderwezene op zgn plaats te doen
blijven. De voornaamste rede dan
ook waarvoor een neger van onze
betere en hoogere scholen verwijderd
wordt, dat is ongehoorzaamheid en
hoogmoed. Weet ge wat de neger
catechisten zeggen „Uitgebreid
onderwijs geven aan een hoogmoedige
is 'tzelfde als een geladen geweer in
de handen van een waanzinnige te
geven."
Werd op die karaktervorming in
onze landen ook maar wat beter ge
let en werden de heethoofden maar
op alle hoogere scholen op tijd ver
wijderd, dan waren er waarschijnlijk
wat minder weerbarstige menschen
in onze samenleving. Ginds zijn reeds
de meeste Protestantsche sekten
verscheurd in kleine negerkerken
door menschen die wel onderwezen
zijn geworden maar daarbij geen
opvoeding van karakter en hart ge
noten hebben.
Dezelfde zorg baart het groote
probleem van „zwarte Priesters."
Rome wil zwarte Priesters en ze
moeten er zeker komeD, omdat
Europa toch niet voor immer kan
doorgaan met zrjn Priesters te zen
den, maar ze eens en misschien
weldra zelf broodnoodig kan hebben,
en vooral omdat geen echte en
definitieve kerkstichting mogelijk is
zonder Priesters uit 't eigen volk,
kenners van den volksaard. Komen
moeten ze 'rMaar wie zal 't voor-
loopig aandurven zoo'n macht te
geven aan christenen van nog maar
't eerste geslacht
Ziedaar enkele zwarte trekken in
een zwarte menschen, en de gevolgen
soms van die onhebbelijke kantjes.
Straks zal ik m'n kwaadsprekerij
goed maken met een brief over hun
Godsdienst en publieke zedenleer,
om daarna toch weer over te gaan
tot 't teekenen van den neger op zijn
ergste.
JAN DE PONTI s.m.m.
Missionaris in Centraal Afrika.
Oirlo, September 1936.
De verlichting door
de eeuwen heen.
De waskaars, misschien van Phoe-
nicischen oorsprong, was bij de
Grieken nagenoeg niet, aan de Ro
meinen e«hter wel bekend en de
Katholieke Kerk heeft er al vroeg
bij haar eeredienst gebruik van ge
maakt. De geheele middeleeuwen
door, ja nog veel later, heeft de
verlichtingstechniek zich eigenlijk
niet gewijzigd.
De ridders hebben op hun kasteelen
feestgevierd bij lamp- en kaarslicht,
terwijl bals en tooneelvoorstellingen
tot aan het eind der 18e eeuw of rog
langer onder de met ontelbare kaar
sen bezette kroonluchters plaats von
den. In veel Nederlandsch-gothische
kerken hangen nog altijd de mooie
bolvormige koperen kaarsentronen,
uit de Renaissance afkomstig en nu
dikwijls smakeloos van electrische
kaarsen of lampjes voorzien.
Fakkels zgn altijd alleen buiten
gebruikt om den walm, dien ze ver
spreiden.
Pas heel op het eind der 18e eeuw
bracht de Geneefsche natuurkundige
Argand een verbetering in de olie
lampen en in den loop der 19e eeuw
kwam de aardolie of petroleum in
gebruik. Daarnaast bestonden nog
altijd de zgn. spaarlampjes, waarbij
de van de pit afgedropen olie weer
in 't reservoir terugliep,
Ook werd in de vorige eeuw ge
vonden, hoe de kaarspit, door op
bizondere manier gedraaid te zijn,
Ik ook niet, zeide Alan.
Kapitein Rifle zocht naar zijn pas
separtout.
Ik geloof, dat de omstandig
heden dit veroorloven, verklaarde hij
Even daarna keek hij, geheel uit 't
veld geslagen, op
De deur is aan den binnen
kant gesloten en de sleutel zit in
het slot.
Hij sloeg met zijn vuisten op het
paneel, zoo lang, tot zijn knokkels
er rood van werden. Doch er kwam
geen antwoord.
Dat is vreemd, mompelde hij.
Heel vreemd, gaf Alan toe.
Deze drukte nu zijn schouder
tegen de deur. Hij ging even achter
uit en met een enkelen duw drukte
hij deze in...
Het bleeke licht van een ganglamp
viel in de hut en de mannen staar
den elkander verbaasd aan.
Rossland was in bed
Zijn hoofd lag achterover, alsof
hij zijn blikken op het plafond hield
gericht. Maar hij maakte geen enkele
beweging, noch sprak...
Marston trad binnen en stak het
licht op.
Gedurende enkele momenten be
woog niemand zich. Toen hoorde
Alan, hoe kapitein Rifle de deur
achter zich sloot, terwijl aan Mars-
ton's lippen een kreet ontsnapte.
Groote God
Er waren geen dekens over hem
heen. Hij was ontkleed en lag op
zijn rug. Zijn armen waren uitge
strekt, zijn hoofd achterover en zijn
mond was geopend, terwijl het witte
laken over hem rood van bloed was.
Het was zelfs over de kanten van
het bed gesijpeld. Zijn oogen waren
niet geheel gesloten. Na den eersten
schok kwam Dr. Marston dadelijk
'n Lichtstraal bij KINKHOEST
leder, wiens kinderen aan Kinkhoest
lijden, moet gebruik maken van
Akker's Abdijsiroop, op bijzondere
wijze bereid met die bestanddeeien.
die rechtstreeks op een Kinkhoest-
aanval inwerken. Abdijsiroop werkt
grondig, want ze bevri|dt de adem
halingsorganen van slijm en andere
ziekte-verwekkende stoffen. Akker's
Abdijsiroop verruimt de ademhaling,
neemt benauwdheden weg, heelt de
aangedane en ontstoken plekken.
Geef dus in vol vertrouwen aan
Uw kleine en groote kinderen bij:
Hoest-Griep-Bronchitis-Asthma
([VërhóógSÏM&Q TSccntl
Apnizsn >1."-/^'
Door een NIEUWE toevoeging werkt NU
Abdijsiroop 2 x.z«o snel als voorheen I
zich door de vlam naar buiten kromde
en daardoor verbrandde. Vroeger
werd bij het wegsmelten van het vet
het katoen steeds langer en moest de
kaars voortdurend geknipt of gesno
ten worden.
Het lichtgas is mede een ontdek
king van de 19e eeuw. Bij de eerste
branders stoomde het, na opening
van het kraantje, vrij uit de pijp en
verlichte met een waaiervormige
vlam. Dit waren de zgn. zwaluw
staarten of vleermuizen met niet erg
groote lichtstelkte. Later kwamen
de gloeikousjes van heel fijn weefsel,
die door het toegevoerde gas tot hel
witte, vrg sterk licht gevende cy-
lindertjes werden. De teere kousjes
werden beschermd door cylinder vor-
mige lampeglazen.
En dan komt de nieuwste tijd met
de bijna onbegrensde mogelyheden,
die de electriciteit ook voor verlich
ting biedt. De oorspronkelijke door
het overspringen van de vonk on
rustig brandende koolspitslampen
werden door de gloeilampen vervan
gen. Op het oogenblik werden deze
in de grootste verscheidenheid gefa
briceerd, terwijl ook in het plaatsen
van de lichtbron binnen de te ver
lichten ruimte heel wat afwisseling
is.
Er is nog altijd de directe methode,
waarbij de lamp min of meer zicht
baar blijft. Maar ook wordt de in
directe verlichting, waar het door
witte zoldering of wand terugge
kaatste licht dienst doet, toegepast.
Vooral in publieke gelegenheden,
zooals bioscoophallen, schouwburgen,
café's enz. waar niet een intense en
geconcentreerde verlichting om brj
te werken vereischt wordt, is deze
manier heel verkieslijk. Voor recla
me-doeleinden gebruikt men meest
de Neon- of vacumlampen, terwijl bij
feestelgke gelegenheden openbare ge
bouwen door zgn. floodlight bestraald
worden.
Maar toch wint in veel gevallen
de levende kaars of olie vlam het van
het onbewogen electrisch licht, al
dus de Msb., waaraan wij voren
staande bijzonderheden ontleenen.
En voor den eeredienst aan de altaren
der katholieke kerk blijft het ge
bruik van olielamp en kaars voor
schrift.
in actie.
Hij boog zich over Rossland heen
en achter zijn rug om kruisten kapi
tein Rifle's en Alan's blikken zich.
Beiden voelden, hoe ze op hetzelfde
oogenblik dezelfde gedachte hadden.
Marston had zich weer geheel
hersteld en sprak nu op den kalmen
zakelijken toon van een arts.
Een messteek vlak bij de rech-
terlong als die al niet geraakt is.
En een leelijke schram over zijn
oogen. Hij is echter niet dood. Laat
hem precies zoo liggen, totdat ik
met mijn instrumenten en verband
middelen terugkom.
De deur was van binnen ge
sloten, zeide Alan, zoodra de dokter
weg was En het venster is ook
dicht. Het lijkt wel zelfmoord. Zou
het mogelijk zijn, dat er een onder
linge afspraak tusschen hen bestond
en dat Rossland deze manier verkoos
boven den dood in de golven
Kapitein Rifle lag op zijn knieën.
Hij keek onder het bed, tuurde in
de hoeken en trok de dekens en 't
laken weg.
Er is nergens een mes te vinden,
zei hij op ijskouden toon. En het
volgende oogenblik voegde hij er
aan toe Er zitten bloedvlekken aan
de patrijspoort. Het was geen poging
tot zelfmoord. Het was..
Moord I
Ja, als Rossland sterft.,. De
aanslag moet gebeurd zijn door de
geopende patrijspoort. Iemand moet
hem geroepen hebben en toen hij
voor het raampje kwam, heeft men
den slag toegebracht en daarna het
venster weer gesloten. Ook is 't niet
onmogelijk, dat een man met een
langen arm. terwijl Rosland hier zat
of stond, hem bereiken kon. Het was
een man, Alan. Dat moeten we dus
aannemen, Alan een man
Natuurlijk een man, knikte
Alan bevestigend.
Wordt vervolgd.