TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS 1bdu$i:::~ Biddag en Protestmeeting te Venray. FEUILLETON. Geluksdroom srys ssrs ais» s-u'rafw Afrikaansche brieven. Zaterdag 12 September 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 37 Bloemenhulde aan het H. Hart. Geheel ia overeenstemming met den oproep van Z. Exc. Mgr. Lem- mens, Limburgsch geliefde Bisschop, werd in het Dekenaat Venray en niet het minst inde Parochie Venray, de Zondag van 6 September j.l. doorgebracht in gebed om degroote Godsgave: het Katholiek Geloof in Limburg ongerept te bewareD, nu ook dit gewest dreigt getroffen te worden door de geestesberoeringen van onzen tijd. In den vroegen morgen naderden zeer velen ter H. Tafel ter intentie van Vader Bisschop en 's middags had een plechtige Kinderprocessie plaats vanuit de Parochiekerk naar het H. Hart-standbeeld, aan welks voet de kinderen een bloemenweelde neerlegden en een akte van Eer herstel werd gebeden. Om half 6 kwam op de Groote Markt een groote schare bijeen ter bijwoning eener protest-meeting, waartoe de H. E. Heer Deken de Parochianen had opgeroepen. Zeer velen waren opgekomen om hun in stemming te betuigen met het doel der meeting: te protesteeren tegen den aanslag der N.S.B. op 't Katho lieke Limburg. Op de Muziekkiosk, waar de Radio- Centrale Venray 'n flinke luidspreker had opgesteld, hadden plaats genomen 'de H.E. Heer Deken Berden met de Eerw. Heeren Kapelaans, de Eerw. Heeren Geestelijken van het Deke naat, de Eerw. Paters Franciscanen en de Edelachtb. Heer Burgemeester van de Loo. De opening geschiedde met een woord van den H.E. Heer Deken, die na een welkom tot allen er zijn vreugde over uitdrukte, dat zoovelen waren opgekomen nu Vader Bisschop de stormklok heeft doen luiden in Limburg. Ook van Venray's grijze toren heeft de stormklok geluid om allen wakker te maken en paraat voor den mogelijken strijd, waar het om der menschen grootste goed gaan zalhet Roomsch Kathotiek Geloof en de Katholieke zede, eene erfenis, onzer voorvaderen, een kostbare schat, waarop geen rechtgeaard Limburger een aanslag zal dulden. Onze voorvaderen stichtten met primitieve Venray's monumentale kerk en toren, in omstandigheden en tijden, die evenmin als ons huidig tijdsgewricht rooskleurig genoemd kan worden. Maar bezield met een groot geloof en diepe godsdienstzin hebben zij een Godshuis gebouwd, waarop de Venray'ers van heden terecht trots zijn mogen. En zouden wij, kinderen van dezen tijd, deze schoone erfenis onzer voorvaderen niet willen eeren door al onze krachten in te spannen tot behoud van ons schoon geloof en vrome zeden, alleeu in staat onze ziel waarachtig gelukkig te maken? En toch, nu een valsche leer ver kondigd wordt, die jammer genoeg ook onder ons aanhangers vindt, zij het dan ook dat dezen niet alles inzien, roept Vader Bisschop ons op om op te komen voor ons schoonst bezit, het behoud van onze Gods dienst, de roem van ons Gewest, daar met dit geloof en deze zeden het behoud onzer kerken gemoeid is. Dit alles zal door den Heer Pechtold uit Venlo nader uiteengezet worden en ik geef dan ook het woord aan den Spreker. Nadat het applaus was verstorven, trad de voornoemde Spreker voor de microtoon en hield hij een schoone overtuigende rede over hetgeen op het spel staat. Na eerst te hebben doen uitkomeD, dat, hoeveel moeite het ook gekost heeft aan de ^ïrige Limburgers om door JAMES OLIVER CURWOOD. 18. De kapitein viel haar in de rede met de opmerking Misschien heeft u zich vergist. Ik kan me niet voorstellen, dat juf frouw Standish zoo iets zou doen, maar we zullen het gauw genoeg weten. Twee booten zijn al in zee en een derde wordt juist neergelaten. De laatste woorden zei hij nog over zijn schouder, terwijl hij zich wegspoedde. Alan deed geen poging om hem te volgen. Het scheen, alsof er een plotselinge, ijzige kalmte over hem was gekomen. Bent u er zeker van, dat het 't meisje van mijn tafel was hoor de hij zichzelf zeggen. Kunt u zich niet vergist hebben Neen, antwoordde de vrouw. Ze viel mij altijd op door haar rustige schoonheid. Ik kon haar heel helder in het maanlicht onderschei den. En ik ben ervan overtuigd, dat ze mij ook herkend heeft, voordat ze in zee sprong. Ik weet bijna heel zeker, dat ze tegen me glimlachte en iets tot me wilde zeggen. En toentoen... ^as ze opeens ver dwenen... Ik wist van niets, totdat ik mijn vrouw hoorde gillen, voegde de man er aan toe. Ik zat op dat -_h naar den wensch van Vader Bisachop te onthouden van .edere focUsS:SeSnencoru^sSeUsrcgiitte- rend heeft weerstaan, deze wemic toch in alle opzichten met kinderlijk gehoorzaamheid is geëerb.edigd. Maar daarmede is niet gezegd, dat wii Katholieken, verder Gods water miar over Gods akker kunnen laten loonen en werkeloos toezien, dat onJe Katholieke Godsdienst en zeden door valsche leerstell.ngen worden °nVadSerraKsschop heeft het sein ge- if" sfmenW°Set Wonderlijk. We werken SMfn h^W Onder ons Katholieken zijn zoo- ^LÏ^-SeWfhehhTn ?en oS mèlr en meer te ontwikke len om zoo in staat te zijn ons zelf rekenschap te geven, wat rond om °nBlf vergehiking met naburige lan- hier niet altijd een parrdijs. En toch wat we hebben, dat hebben we te redenen te onderkennen, waarmede mpI1 thans zoo schermt. Wij Katholieken, bezitters van wii moeten deze uitdragen naar buiten en ons niet schamen om een ,T Krmsteeken te maken of te bid- den in^hotels of dergelijke. In zoo verre kunnen we van anderen veel meren met enthousiasme en vmr hun wereldbeschouwing uit dagen en daar offers voor brengen, „ff velen Zijn er onder ons met, die mopperen a!s een kleine eontrr- mftie gevraagd wordt voor een Kies- vereemghig, hoe weinigen zijn er geabonneerd op „De Opmarsch^ Ik meen in Venray een 30-tal. Laten we toch meer actief zijn, meer ont wikkeld, om komende gevaren tijdig 16 DoClvan deze spreekbeurt is niet nm de N S B. te becritiseeren, maar overeenkomstig den wensch van vWs:red^ndTS|£s en tot werkzaamheid voor de Katho ltekezaak, waaraan ons aller geluk ZWnaUmirrapp?aeuns'Sbeloonde den Stoker voor z^n mooie rede, waarna up Heer Deken allen uitnoodigde «mrden aan Jezus m het H. bacra ment voor alles wat Hem wordt Dfplechtigheden in de kerk^ waarin op voortreffelbke wijze werd ge -5-» aarzen van onzen beminden Bisschop. oogenblik met mijn rug naar de verschansing gekeerd en toen ik er heen rende, zag ik niets anders dan het zog van het schip Ik denk, dat ze dadelijk gezonken is. Alan wendde zich om en drong zwijgend door de opgewonden me nigte heen, die hij nauwelijks scheen te bemerken. Nu had hij niet de minste behoef te zich te haasten en kalm liep hij regelrecht naar de hut, waarin Mary Standish zich moest bevinden, wan neer de vrouw zich vergist had en zij het niet was, die in zee was ge sprongen. Na slechts één keer geklopt te hebben, opende hij de deur. Toen hij geen enkel geluid hoorde, be greep hij, voordat hij het licht op draaide, dat er niemand aanwezig was. Bij den eersten kreet van de vrouw had hij al gevoeld, dat Mary Stan dish verdwenen was. Hij keek naar 't bed. Op het kus» sen kon men nog den indruk van haar hoofd zien en op het dek lag een ineengefrommeld zakdoekje. Het weinigje wat ze bezat, was netjes op de schrijftafel bij elkaar gelegd. Eensklaps zag hij haar kousen, schoentjes en een japon op het bed. Hij bukte zich, raapte een der schoentjes op en hield die met zijn koude hand omklemd. Het was een bijzonder klein schoentje. Hij klemde het zoo stevig in zijn hand, dat hij 't bijna fijn kneep. Hij had het nog vast, toen hij iemand achter zich hoorde be wegen en zich omwendende, keek hij in t gezicht van kapitein Rifle. Er lag een vaalgrauwe kleur over het gelaat van den kleinen man. Voor een kort oogenblik spraken Zwarte Kantjes. De vorige keer heb ik mijn zwartjes tamelijk in 't zonnetje gezet met al hun goeie eigenschappen op te disschen. Maar 't is niet alles goud wat er blinkt. Daar zijn ook heel wat zwarte kantjes aan die zwarte menschen. Hoe kan 't ook anders In heidendom meestal geboren en... getogen. Van huis uit zoowat niets dan kwaad geleerd, en dat „van huis uit" wil toch zoo ontzaggelijk veel voor 't later leven zeggen. Wanneer men zoo eens terdege met natuurmenschen in aanraking is ge weest, menschen die van huis uit niets hebben meegekregen, dan pas leert men echt waardeeren dat men uit beschaafde en brave ouders is geboren. Neen, laat ons niet te fel bogen op onze kennis en onze braafheid. De groote helft van alles wat ons boven den neger plaatst, hebben we te danken aan het feit dat onze ouders beschaafde en brave men schen waren. Ons groote kennen en kunnen is voor een groot percentage 't uitvloeisel van zooveel eeuwen be schaving die ons voorafgingen. Tot die conclusie moet men komen wanneer men ziet dat anders goeie menschen toch nog zoo'n wrakken worden, omdat 't „boompje" van jongsafaan niet recht ten hemel werd geleid. Zij die, ook in onze moderne tijden, nog twijfelen aan de groote kracht en de noodzakelijkheid van degelijke kinderopvoeding én in huis én in school, die moasten eens komen leeren hoe een arme tobbers 't zgn, die menschen die praktisch geen vader, geen moeder ea geen leermeester hebben gehad. Neen, de neger is van nature geen vlegel, maar.... hij heeft van huis uit zoo weinig goeds geleerd. Ik kan hier slecht uitwijden over 't zedelij k gedrag van den neger, maar toch moet ik zeggen dat 't leven van hen die nog heiden zijn, ohzoo donker is. Och wat zgn 't zwak kelingen wat zgn 't knoeiersGeen genadeleven dat hen hoog zou houden boven de golven van een leven vol driften en begeerten. Geen waak zaam moederoog dat hen volgen zou op al hun paden. De jonge heiden en heidensche gaan waar ze willen. Gansch alleen staan ze met de driften van een nooit be dwongen menschenhart. Slechts om één ciag behoeven ze te denken't publieke oog, de „publieke" eerbaar heid. Dat alleen immers is brj den neger in eere en dat is al veel, zoo als een volgende brief zal uitleggen. Maar in z'n particulier leven is hij een dolle stier gelijk, die van palen noch perken weet. Van meer zichtbare kantjes ge sproken, is de neger wel 't meest leugenachtig wezen dat ik ooit ge zien heb. Liegen kan een neger vreeselijk, gewoonweg brutaal-grof. Ge betrapt hem op 't feit en nog zat ie trachten koelbloedig te ont kennen. Zelfs onze christenkinderen leeren ohzoo langzaam deze on hebbelijke trek af. Wat kost 't moeite den jongen neger 't liegen af te leeren en wat is 't gindsch lastig en gevaarlijk zijn vertrouwen in een neger te stellen. Wat een bittere teleurstellingen in 't missionarisleven dikwijls bedro gen te worden daar waar men op vertrouwd en gebouwd had. Altijd staan die zwarte kinderen klaar met hun „cifukwa" d.w.z. jawel, maar... ik had er zooveel honderden redenen voor. Liegen en stelen zijn meestal broertjes, en in deze is de neger de ondervinding getrouw. Nergens kun nen ze met hun vingers afblijven, en geen van beiden een woord. Kapi tein Rifle keek naar het schoentje, dat Alan verfrommeld in de hand hield. De booten war<>n vlug genoeg neergelaten, zei hij op gesmoorden toon. We hebben zoo goed als onmiddellijk gestopt. Als ze zwemmen kan, is er nog kans Maar ze zal niet zwemmen, antwoordde Alan. Daarvoor is ze niet in zee gesprongen. Ze is een voudig verdwenen. Vaag verwonderde hij zich over de kalmte van zijn stem Kapitein Rifle zag, hoe de aderen op zijn voorhoofd en handen dik opgezwollen waren. In de vele jaren dat hij op zee voer, had hij al heel wat tragedies meegemaakt, wat hem nu echter nu opviel, waren Alan's laatste woorden. In korfe trekken "vertelde deze hem het voorgevallene van den vo rigen nach', zonder echter in bijzon derheden te treden. Wij zullen eens met Rossland praten, als de booten terug zijn, zei de kapitein. Zachtjes trok hij Alan uit de hut weg en sloot de deur achter zich. Niet voordat hij weer in zijn eigen hut kwam, bemerkte Alan, dat hij het verfrommelde schoentje nog steeds in zijn hand hield ge klemd. Hij legde het op zijn bed en be gon zich aan te kleeden, waarmede hij spoedig gereed was. Toen begaf hij zich naar het ach terdek, waar hij den kapitein vond. Een half uur later keerde de eerste boot terug, weer vijf minuten later een tweede en kort daarop de derde Alan stond alleen achteraf, terwijl de passagiers zich aan de verschan- lonkt hun oog begeerig naar ander menschens goed. Hij kan niet door een rijp maïsveld gaan of voelt zijn maag jeuken, en heeft dan „natuurlijk" uit bittere noodzakelijk heid zooveel maisaren afgetrokken, omdat ie „natuurlijk" honger had. Maar gewoon waanzinnig van be geerte maakt hem al 't mooie dat een blanke heeft, en zonder blikken of blozen zal ie zijn diefstal als een noodzakelijkheid goed praten„'t was toch zoo mooien zooiets heb ik nooit gehad dat kon ik toch niet laten liggen Arme menschen die wij moeten gaan bekeeren en tevens tot kwaad lokken met alles wat een blanke om zijn lijf en in zijn huis hangtMode is slavernij, en helaas niet voor blanken alleen. Dan is de neger van nature wreed en onbarmhartig tegenover zijn vijand. Natuurmenschen waar niet aan geschaafd is en die als eenig levensdoel hun eigen voldoening heb ben. Neen, de neger is in 't gewone leven niet gevaarlijk, maar eenmaal losgebroken kent ie geen mensche- lijk-zijn meer. Wat waren ze wreed, ja beestachtig, die opstandelingen van 1915. Opgezweept door de Watchtowers, een Amerikaansche sekte die als motto heeft „Afrika voor de Afri- kaanders", trokken ze als wilde ben den door heel Nyasalan'. Een onzer Paters lieten de woestelingen toen voor dood liggen, met 21 lanssteken in 't lijf. Onze Missie van Nguludi brandden ze af tot aan den grond. Van twee vermoorde blanke planters voerden ze toen de hoofden mee en staken ze op een speer als een ex voto wanneer de leider de bende toe sprak. Wreedheid Ik moest hier eens kunnen schrijven over vroegere straf fen toen de negerjustitie nog in zwang was, maar 't is té vuil. Enkele voorbeelden echter zal ik aangeven. Lijkeneters (waarover later) werden ter dood gebracht, hetgeen goed was, maar.... gesteenigd door een woeste menigte. De straf die op overspel stond, durf ik hier zelfs niet neer schrijven. Een andere straf was weer te worden gebonden, naakt, op 't nest van rooie mieren die de meest vraafzuchtigen van dat volkje zgn. Wreedheid Ja tot in den dood. Stierf vroeger een machtig opper hoofd, dan werden zijn slaven levend met hem begraven, maar met ge broken armen en beenen. Ja, wat was vroegere slavernij bij den hei- denschen neger een zee van wreedheid! De Engelsche wet heeft daar een stokje voor gestoken, maar niet de negernatuur genezen. Dat kan alleen beschaving op degelijk christendom gefundeerd, en in 't geheim gebeuren er nog heel wat beestachtigheden vcoral in de heidensche omgeving. Ja, z'n wreede natuur komt bij den neger nog zoo dikwijls boven. Ter illustratie We waren eens op jacht en een Nankhodzwe (wilde ezel) werd doo- delijk aangeschoten. Onze geleiders hadden bloed geroken en waren er dus als de kippen bij. Zij vonden 't dier met gebroken „kruis" maar nog vol leven. Toen wij er bij kwamen stonden ze 't dier te stompen en te trekken in plaats van 't af te maken. En waarom „Hij ligt toch in de felle zon en aanstonds moeten wij hem van de huid ontdoen. Laat hem eerst in de schaduw van dien boom kruipen, daar zal 't koeler werken zrjn." Is dat geen beesten-natuur? Last not least is de neger buiten gewoon hoovaardig. Hij meent zich altijd dr!e kwart meer als ie is, en neemt ohzoo graag overal de eerste plaatsen in. De weldaad van 't onder wijs is dan ook tevens een groot gevaar voor den neger, en zal steeds in kundige en vaste handen moeten blijven. „Als niet komt tot iet, dan kent iet zichzelven niet." Daar ligt 't tragisch falen van 't onderwijs der liberal-protestanten. Geleerde negers maken, zonder godsdienstige ondergrond en zonder karaktervor- sing verdrongen. Hij wist, wat het resultaat zou zijn. Van verschillende zijden hoorde hij fluisteren: Niets gevonden. Het klonk als een groote diepe zucht. Onwillekeurig ging hij achter uit. Hij kon hun oogen nietontmoe ten, noch met hen praten of luis teren wat ze zeggen zouden Toen hij heenging, kreunde hij en voeld dat hij er na aan toe was zich aan zijn smart over te geven. En dit mocht niet gebeuren, want hij behoorde tot een van die man nen, die het zich tot plicht rekenen, de slagen van het noodlot te trot- seeren. Hij streed tegen zijn wanhopig verlangen zijn armen smeekend naar de zee uit te strekken en Mary Standish te bidden, tot hem terug te keeren en hem vergiffenis te willen schenken. Werktuigelijk liep hij door. Zijn gezicht geleek op een masker waarop geen sporen van verdriet te ontdekken waren en er lag een kou de uitdrukking in zijn oogen. Zonder eenig gevoel, zou wel licht de vrouw, die dien avond zoo gegild had, gezegd hebben. En ze zou gelijk hebben gehad, want het was of alles in hem dood was. Voor Rossland's hut aangekomen, bevonden zich daar reeds twee men schen. De een was kapitein Rifle en de ander Marston, de scheepsdokter. De kapitein was juist bezig aan te kloppen, toen Alan zich bij hem voegde. Toen hij probeerde de deur te openen, bemerkte hij, dat deze op slot was. Ik kan hem niet wakker krijgen zei hij. En ik heb hem ook niet bij de passagiers gezien. ming, maakt slechts opstandelingen. Onderwijs en opvoeding zijn twee, maar mogen toch nooit gescheiden zijn. Wat een zorgen baart daarginds 't onderwijs. Leeren moeten ze om menschen te worden. Maar steeds moet er gevochten worden om den onderwezene op zgn plaats te doen blijven. De voornaamste rede dan ook waarvoor een neger van onze betere en hoogere scholen verwijderd wordt, dat is ongehoorzaamheid en hoogmoed. Weet ge wat de neger catechisten zeggen „Uitgebreid onderwijs geven aan een hoogmoedige is 'tzelfde als een geladen geweer in de handen van een waanzinnige te geven." Werd op die karaktervorming in onze landen ook maar wat beter ge let en werden de heethoofden maar op alle hoogere scholen op tijd ver wijderd, dan waren er waarschijnlijk wat minder weerbarstige menschen in onze samenleving. Ginds zijn reeds de meeste Protestantsche sekten verscheurd in kleine negerkerken door menschen die wel onderwezen zijn geworden maar daarbij geen opvoeding van karakter en hart ge noten hebben. Dezelfde zorg baart het groote probleem van „zwarte Priesters." Rome wil zwarte Priesters en ze moeten er zeker komeD, omdat Europa toch niet voor immer kan doorgaan met zrjn Priesters te zen den, maar ze eens en misschien weldra zelf broodnoodig kan hebben, en vooral omdat geen echte en definitieve kerkstichting mogelijk is zonder Priesters uit 't eigen volk, kenners van den volksaard. Komen moeten ze 'rMaar wie zal 't voor- loopig aandurven zoo'n macht te geven aan christenen van nog maar 't eerste geslacht Ziedaar enkele zwarte trekken in een zwarte menschen, en de gevolgen soms van die onhebbelijke kantjes. Straks zal ik m'n kwaadsprekerij goed maken met een brief over hun Godsdienst en publieke zedenleer, om daarna toch weer over te gaan tot 't teekenen van den neger op zijn ergste. JAN DE PONTI s.m.m. Missionaris in Centraal Afrika. Oirlo, September 1936. De verlichting door de eeuwen heen. De waskaars, misschien van Phoe- nicischen oorsprong, was bij de Grieken nagenoeg niet, aan de Ro meinen e«hter wel bekend en de Katholieke Kerk heeft er al vroeg bij haar eeredienst gebruik van ge maakt. De geheele middeleeuwen door, ja nog veel later, heeft de verlichtingstechniek zich eigenlijk niet gewijzigd. De ridders hebben op hun kasteelen feestgevierd bij lamp- en kaarslicht, terwijl bals en tooneelvoorstellingen tot aan het eind der 18e eeuw of rog langer onder de met ontelbare kaar sen bezette kroonluchters plaats von den. In veel Nederlandsch-gothische kerken hangen nog altijd de mooie bolvormige koperen kaarsentronen, uit de Renaissance afkomstig en nu dikwijls smakeloos van electrische kaarsen of lampjes voorzien. Fakkels zgn altijd alleen buiten gebruikt om den walm, dien ze ver spreiden. Pas heel op het eind der 18e eeuw bracht de Geneefsche natuurkundige Argand een verbetering in de olie lampen en in den loop der 19e eeuw kwam de aardolie of petroleum in gebruik. Daarnaast bestonden nog altijd de zgn. spaarlampjes, waarbij de van de pit afgedropen olie weer in 't reservoir terugliep, Ook werd in de vorige eeuw ge vonden, hoe de kaarspit, door op bizondere manier gedraaid te zijn, Ik ook niet, zeide Alan. Kapitein Rifle zocht naar zijn pas separtout. Ik geloof, dat de omstandig heden dit veroorloven, verklaarde hij Even daarna keek hij, geheel uit 't veld geslagen, op De deur is aan den binnen kant gesloten en de sleutel zit in het slot. Hij sloeg met zijn vuisten op het paneel, zoo lang, tot zijn knokkels er rood van werden. Doch er kwam geen antwoord. Dat is vreemd, mompelde hij. Heel vreemd, gaf Alan toe. Deze drukte nu zijn schouder tegen de deur. Hij ging even achter uit en met een enkelen duw drukte hij deze in... Het bleeke licht van een ganglamp viel in de hut en de mannen staar den elkander verbaasd aan. Rossland was in bed Zijn hoofd lag achterover, alsof hij zijn blikken op het plafond hield gericht. Maar hij maakte geen enkele beweging, noch sprak... Marston trad binnen en stak het licht op. Gedurende enkele momenten be woog niemand zich. Toen hoorde Alan, hoe kapitein Rifle de deur achter zich sloot, terwijl aan Mars- ton's lippen een kreet ontsnapte. Groote God Er waren geen dekens over hem heen. Hij was ontkleed en lag op zijn rug. Zijn armen waren uitge strekt, zijn hoofd achterover en zijn mond was geopend, terwijl het witte laken over hem rood van bloed was. Het was zelfs over de kanten van het bed gesijpeld. Zijn oogen waren niet geheel gesloten. Na den eersten schok kwam Dr. Marston dadelijk 'n Lichtstraal bij KINKHOEST leder, wiens kinderen aan Kinkhoest lijden, moet gebruik maken van Akker's Abdijsiroop, op bijzondere wijze bereid met die bestanddeeien. die rechtstreeks op een Kinkhoest- aanval inwerken. Abdijsiroop werkt grondig, want ze bevri|dt de adem halingsorganen van slijm en andere ziekte-verwekkende stoffen. Akker's Abdijsiroop verruimt de ademhaling, neemt benauwdheden weg, heelt de aangedane en ontstoken plekken. Geef dus in vol vertrouwen aan Uw kleine en groote kinderen bij: Hoest-Griep-Bronchitis-Asthma ([VërhóógSÏM&Q TSccntl Apnizsn >1."-/^' Door een NIEUWE toevoeging werkt NU Abdijsiroop 2 x.z«o snel als voorheen I zich door de vlam naar buiten kromde en daardoor verbrandde. Vroeger werd bij het wegsmelten van het vet het katoen steeds langer en moest de kaars voortdurend geknipt of gesno ten worden. Het lichtgas is mede een ontdek king van de 19e eeuw. Bij de eerste branders stoomde het, na opening van het kraantje, vrij uit de pijp en verlichte met een waaiervormige vlam. Dit waren de zgn. zwaluw staarten of vleermuizen met niet erg groote lichtstelkte. Later kwamen de gloeikousjes van heel fijn weefsel, die door het toegevoerde gas tot hel witte, vrg sterk licht gevende cy- lindertjes werden. De teere kousjes werden beschermd door cylinder vor- mige lampeglazen. En dan komt de nieuwste tijd met de bijna onbegrensde mogelyheden, die de electriciteit ook voor verlich ting biedt. De oorspronkelijke door het overspringen van de vonk on rustig brandende koolspitslampen werden door de gloeilampen vervan gen. Op het oogenblik werden deze in de grootste verscheidenheid gefa briceerd, terwijl ook in het plaatsen van de lichtbron binnen de te ver lichten ruimte heel wat afwisseling is. Er is nog altijd de directe methode, waarbij de lamp min of meer zicht baar blijft. Maar ook wordt de in directe verlichting, waar het door witte zoldering of wand terugge kaatste licht dienst doet, toegepast. Vooral in publieke gelegenheden, zooals bioscoophallen, schouwburgen, café's enz. waar niet een intense en geconcentreerde verlichting om brj te werken vereischt wordt, is deze manier heel verkieslijk. Voor recla me-doeleinden gebruikt men meest de Neon- of vacumlampen, terwijl bij feestelgke gelegenheden openbare ge bouwen door zgn. floodlight bestraald worden. Maar toch wint in veel gevallen de levende kaars of olie vlam het van het onbewogen electrisch licht, al dus de Msb., waaraan wij voren staande bijzonderheden ontleenen. En voor den eeredienst aan de altaren der katholieke kerk blijft het ge bruik van olielamp en kaars voor schrift. in actie. Hij boog zich over Rossland heen en achter zijn rug om kruisten kapi tein Rifle's en Alan's blikken zich. Beiden voelden, hoe ze op hetzelfde oogenblik dezelfde gedachte hadden. Marston had zich weer geheel hersteld en sprak nu op den kalmen zakelijken toon van een arts. Een messteek vlak bij de rech- terlong als die al niet geraakt is. En een leelijke schram over zijn oogen. Hij is echter niet dood. Laat hem precies zoo liggen, totdat ik met mijn instrumenten en verband middelen terugkom. De deur was van binnen ge sloten, zeide Alan, zoodra de dokter weg was En het venster is ook dicht. Het lijkt wel zelfmoord. Zou het mogelijk zijn, dat er een onder linge afspraak tusschen hen bestond en dat Rossland deze manier verkoos boven den dood in de golven Kapitein Rifle lag op zijn knieën. Hij keek onder het bed, tuurde in de hoeken en trok de dekens en 't laken weg. Er is nergens een mes te vinden, zei hij op ijskouden toon. En het volgende oogenblik voegde hij er aan toe Er zitten bloedvlekken aan de patrijspoort. Het was geen poging tot zelfmoord. Het was.. Moord I Ja, als Rossland sterft.,. De aanslag moet gebeurd zijn door de geopende patrijspoort. Iemand moet hem geroepen hebben en toen hij voor het raampje kwam, heeft men den slag toegebracht en daarna het venster weer gesloten. Ook is 't niet onmogelijk, dat een man met een langen arm. terwijl Rosland hier zat of stond, hem bereiken kon. Het was een man, Alan. Dat moeten we dus aannemen, Alan een man Natuurlijk een man, knikte Alan bevestigend. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1936 | | pagina 5