TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Die vervloekte
kwaadsprekerij
FEUILLETON.
Geluksdroom
Afrikaansche
brieven.
wat een pijnf
BAKKERTJES
Vacanties en verlof.
Zaterdag 5 September 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 36
Een schets van den Z.E
Heer II. de Greeve.
De Z.E. Heer H. de Greeve,
die o.m. als spreker voor de
radio groote bekendheid ver
wierf, weet de dingen treffend
en raak te zeggen en te schrij
ven. In onderstaande schets
trekt hij van leer tegen het
lasteren en het kwaadspreken
alleen maar door fijntjes zoo'n
buurtconferentie „te verslaan."
Nog voor achten de buurt
sliep nog, de winkels sliepen nog,
de gordijnen waren nog naar
beneden schoot Tante Jans,
opgeknapt, op d'r pantoffels, in
d'r blauwe kimono, als één groo
te tod, de straat over naar den
winkel van juffrouw Callepiet.
Voor ze kon bellen, ging de
deur al open en werd ze, zonder
verdere morgengroet, ontvangen
door Cato Callepiet met een heet
en sissend nieuwsgierigWat
isser Wat isser
Tante Jans legde d'r vinger op
d'r mond. „Wacht effe ik ge
loof, dat ik Mevrouw Botersloot
ook zag. Wacht nog effen."
En inderdaad. Geen seconde
later verscheen Mevrouw Boter
sloot, die een pensionnetje erop
na hield, ook al op den drempel.
Met een eigenaardig instinct, dat
alleen ,.de buurt" aankweekt,
had ze 's morgens om zes uur,
toen ze wakker werd, al gevoeld
ze zei dat, ze voelde dat,
omdat d'r ooren dan gloeiden
dat er „wat aan de hand was."
En zooals dergelijke Eva's,
behoorende tot de soort der
dubbel-geangelde wespen, in der
gelijke gevallen plegen te doen
had ze vanaf zeven uur post ge
vat achter een kier van 't gordijn
om te zien of een van de andere
vierJuffrouw Callepiet, Tante
Jans, Oome Cadeau en Cathrien
Blaashoofd, ook een gevoel had
den alsof er iets aan de hand
was of misschien iets zekers
wisten.
Klokslag vijf minuten voor ach
ten zag ze Tante Jans als een
blauwe ragebol de straat over
tollen en meteen dreef haar
brandend instinct haar automa
tisch de deur uit.
Nauwelijks was de deur ach
ter haar dicht of Cathrien Blaas
hoofd, die pok al iets in de
smiezen had gekregen van uit
di ie hoog, van waaruit zij een
oogje in 't zeil had gehouden om
te weten te komen; waarom eiken
morgen een knecht van Weinthal
door de straat kwam of, zeg
ik, Cathrien Blaashoofd draafde
de kruk al om en viel als een
krom gegroeid vraagteeken naar
binnen.
Haal jij dan maar meteen
effe Oome Cadeau, nou we toch
met z'n vieren zijn, Cathrien, zei
Tante Jans.
Cathrien weg!
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
17.
Mary Standish moest wel een
buitengewoon groot vertrouwen in
hem gehad hebben, dat ze inderdaad
van hem verwachtte, dat hij had
kunnen bewerkstelligen, haar onge
merkt van het schip te laten ver
dwijnen, Het eenige, wat hij waar
schijnlijk zou hebben kunnen doen,
had de eventueele vervaardiging van
een soort ledepop kunnen zijn, die
over boord had kunnen worden ge
worpen, waarna hij juffrouw Standish
in zijn hut zou hebben moeten ver
bergen, totdat er een bijna onbe
staanbare kans zou komen, haar
ongemerkt ergens aan land te smok
kelen.
Hij dacht aan Tucker. Wat jam
mer, dat zij zich niet tot hém gewend
had. Het romantische in den jongen
ingenieur had hem zeker doen zeggen,
dat hij alles voor haar probeeren
wilde, want dat het beter was gedaan
te bebben, wat men kon, dan heele-
maal geen popingen in bet werk te
stellen. Weer trachtte hij te glim
lachen, dit was zijn gewoonte, als
hij onaangename gedachten van zich
af wilde zetten. Van welke zijde hij
de zaak ook bekeek, hij voelde zich
niet op zijn gemak. Voortdurend zag
Binnen drie minuten verscheen
Oome Cadeau, die ook al last
scheen gehad te hebben van
voorgevoelens, want hij was kant
en klaar. Er was een scherpe
concurrentie tusschen de gloeien
de punt van zijn sigaar en de
gloeiende punt van zijn neus.
Een gebloemde gouden ketting
slingerde zich voort over zijn buik
in twee groote slingers, net als
de bloemenversieringen van Van
Kampen boven de vensters van
het Paleis op den Dam te Am
sterdam.
De buurtconferentie was vol
tallig.
't Is af zei Tante Jans ge
decideerd.
Wat zeg je, riepen ze in
koor, ongeloovig, mei de ver
rassende glundering van een diep
genoten leedvermaak „af"
Ja, zei Tante Jans triomfan
telijk Hij heeft d'r laten st....
Tante Jans genoot na de sen
satie die ze teweeg bracht. Alle
vijf keken ze even naar het ge
sloten huis aan den overkant,
waar een onschuldig meisje de
dupe was geworden van een be
drieger, die met mooie titels en
liefde een niets vermoedend hart
had bedrogen en... geknakt.
Cathrien Blaaskaak zei met het
quasi-vanzelfsprekende gezicht
van het gezond verstand:
Is 't eigenlijk niet 't beste?
Laat zoo'n meid tevreden zijn
met d'r eigen kringetje. Wat jij,
Juffrouw Callepiet.
Maar vertel 's verderHoe...
weet je... offe..:
„Ja, maar, hoor 'shier; ik wil
de zegsman d'r niet van zijn,
hoor. Ik vertel 't jullie, maar je
houdt je mond."
„NatuurlijkOom Cadeau
zoog een heele gasfabriek tege
lijk naar binnen en spoot ze door
twee neusgaten weer naar buiten
,,'t Is een verschrikkelijke scène
geweest. Irene heeft gisteravond
te keer gegaan als een dier.
Gillen en grienen 1 Ik kan dat bij
mijn van achter 't balcon alle
maal hooren. De deuren stonden
open van de waranda bij hen.
En bij mij ook 1
„Natuurlijk beaamde Oome
Cadeau. (Dat was lang niet z'n
kwaadste zet). Hij kreeg een
woedenden blik van Tante Jans.
Mot jij wat zeggen oude
duitendief.
Ga doorCathrien Blaas
kaak genoot.
Ja, 't schijnt dat hij een
brief geschreven heeft aan Irene,
dat z'n familie er zóó tegen was,
dat ie 't wel moest afmaken. Nou,
en die ouwe daar, die was niet
mak.
„Nou, dat begrijp je. Die vond
't wel fijn, zoo'n schoonzoon met
zoo'n mooi pakkieCathrien
Blaashoofd spoot venijn als
gloeiend lood.
Ja en of Die stond
te razen. En die opgedirkte totebel
van een moeder kreeg 't op d'r
zenuwen. Die riep maarO, o, o.
Nou, lachte Juffrouw Calle
piet, 't zal best losloopen met
dat lieve model. Als die loopt
te schreeuwen o, o, o, bedoelt
hij haar heldere oogen, voor zich,
het glanzende haar en de dappere,
trotsche houding, waarmede zij
tegenover hem had gestaan. Haar
beeld rees voortdurend voor hem op,
zooals ze daar tegen de deur had
geleund met de glinsterende tranen
op haar wangen.
Hij voelde, dat bij in zeker op
zicht een teleurstelling voor haar
was geweest. Er was hem iets moois
ontglipt, wat hij geheel alleen aan
zichzelf te wijten bad.
Hoe hij zijn best deed. kon het
gesprek in de rookkamer hem niet
het minste belang inboezemen De
muziek van den Jaszband in de hall,
irriteerde hem en eenige oogenblik-
ken later zat hij met zulk een grim
mige uitdrukking op zijn gezicht
naar het dansen te kijken, dat het
den menschen opviel.
Hij bemerkte hoe Rossland zich
met een jonge, blonde schoone onder
de dansenden bewoog.
Het meisje keek hem lachend in
de oogen en haar kvang was heel
dicht bij zijn schouder, terwijl haar
krullend haar onder het dansen zijn
gezicht beroerde.
Alan wendde zich af, terwijl hij
zich voor de zooveelste maal af
vroeg, in welke verhouding deze man
toch wel tot Mary Standish zou
kunnen staan.
Hij slenterde naar het tusschendek.
De Thlinkt Indianen hadden van
hun dekens een soort afschutting
gemaakt en uit de stilte, die daar
heerschte, maakte hij op, dat ze in
geslapen waren.
Het leek wel, alsof er geen einde
aan den avond wilde komen en ten
slotte besloot hij' maar naar zijn hut
ze toch maarO, o, o, morgen
wel weer 'n ander. Je mot ze
kennen. Ik geloof al ze leven dat
ze aan die mooie mantels ook
niet eerlijk aankomt. Wat jij,
Oome Cadeau
Natuurlijk!
Kijk, kijk daar heb je
d'r waarachtigWaar Daar, met
d'r Kerkboek
Nou, dat gaat nou waar
achtig nog naar de kerk ook. Je
zou zeggen. Hoe durven zeMooie
officieren aan den haak slaan en
naar de kerk loopen. Nou, ik
ben benieuwd hoe 't afloopt.
Nou, ik moet naar den
winkel. Tante Jans maakte de
deur open. Met den knop in haar
handDenk er aanNiks
vertellen.
Natuurlijk, beaamde Oom
Cadeau.
Allemaal hielden ze hun vinger
op den mond.
Ik hou me mond.
De buurtconferentie was afge-
loopen.
Vijf minuien daarna hadden ze
't aan vijf maal vijf anderen over
gebriefd. Toen om 9 uur Irene
uit de kerk huiswaarts keerde,
stond de heele buurt achter de
Onverwachis overvallen
U de venijnige steken.
Wrijf dadelijk met Kloos
terbalsem, welke tot diep
in de weefsels door dringt.
onmiddellijk verdwijnen de pijnen
omdat de stoffen die de pijnen ver--
^oorzaken er door worden verdreven.
met AKKERs KLOOSTERBALSEM
Doosje 35 ct. Polten 62'/2 ct. en f. 1.04
BON voor Inzenden in open couvert,
GRATIS als drukwerk (l'/2 ct.) aan
MONSTER Handelmij.L.I.Akker,R'dam
Zijn het wilden
Alvorens dit artikel te beginnen
mag ik wel even een vingerwijzing
geven naar aanleiding van 't vorige
schrijven over kleederdrachten. Zij
die eens graag zouden opruimen ten
bate der zwartjes, vooral winkels en
confectiezaken, kunnen op deze
manier prachtig en toch goedkoop
helpen. Alle losse stukken stof, knip
sels en resten van alle kleur en ieder
gehalte, komen van pas, zelfs ge
wone zwarte en witte lappen. De
alledaagsche dracht is immers een
losse doek, voor kinderen een meter
lang maar dubbele breedte en voor
grooten ll/2 meter lang en ook dub
bele breedte (halve breedtes kunnen
trouwens aan elkaar genaaid worden).
Verder alle soorten japonnen, blous-
jes, halsdoeken en zelfs handdoeken
en groote zakdoeken, die de meisjes
als ceintuur ombinden. Voor jongens
alle soorten broeken, lange en vooral
korte, sporthemden en gewone hem
den van iedere mode, en flanels of
wat daar voor door gaat, sweaters
en tricos alsmede ceintuurs van
leer of stof of waschdoek of wat
dan ook.
Een of andere leukerd zal wel
te gaan en te zien of hij in lezen
wat afleiding kon vinden.
Niettegenstaande het een boek
was, waarvoor hij zich geinteres-
seerd had, boeide het hem nu zoo
weinig, dat hij zich afvroeg, of de
inhoud daarvan zoo onbelangrijk
was, of dat het geheel aan zijn
stemming lag. Zelfs zijn pijp kon
hem geen afleiding bezorgen en daar
om stak hij een sigaar op, .terwijl
hij een ander boek begon uit te
kiezen
Het resultaat was echter hetzelfde.
Hij kon zijn gedachten niet concen-
treeren en zijn sigaar kon hem zelfs
geen troost geven.
Hij wist, dat hij tegen een nieuwe
emotie vocht, niettegenstaande hij dit
zichzelf niet wilde bekennen. Hij
was vast besloten zich er tegen te
verzetten. Het leek een strijd tus
schen hemzelf en Mary Standish,
zooals ze daar tegen de deur van
zijn hut had gestaan, in haar slanke
schoonheid met haar moed en
een menigte andere dingen, waarvan
hij het bestaan vroeger nooit had
geweten.
Hij ontkleedde zich en deed zijn
chambercloack en pantoffels aan, ter
wijl hij met alle macht tegen de
zich steeds bij hem opdringende ge
dachten streed.
Hij schold zichzelf voor een dwaas
een gek uit, maar ook dit hielp niet.
Hij ging naar bed, schoof de kussens
hoog in den rug en trachtte opnieuw
te gaan lezen. Voor een korten tijd
gelukte hem dit. Om tien uur zweeg
de muziek en het dansen hield op,
terwijl de rust op het schip terug
keerde.
Toen begon zijn boek hem wat
zeggen dat die Pater eigenlijk alles
gebruiken kan. Misschien heeft die
't wel bij 't rechte eind. Alleen reeds
gedragen kleeren zijn lastig in te
voeren met 't oog op de hygiëne,
een der hobpaardjes van de Engel-
schen.
Tafellakers en kleedjes of een
bedsprei en gordijnen om den mis
sionaris zelf ook eens wat op te
knappen en z'n huisje wat gezel
liger te maken, zou ook in Afrika
nog wel geen luxe zijn. Wanneer ge
trouwens niet weet of sommige
dingen kunnen dienen is een brief
kaart of boodschap voldoende om
me bij tijd en gelegenheid op te
roepen.
Ook kan ik dit nieuwe artikel niet
beginnen zonder eerst een hartelijk
woord van dank voor den Venray-
schen gever die „Sport en Spel" zoo
begrijpend las, dat ie aanstonds een
splinternieuwen voetbal zond voor
de nikkers. Ik zal dien bal zeker in
Afrika „aftrappen" ter zijner eere.
Wie volgt
Zoo nu zullen we 't dan even
hebben over onze wilden. Hmik
zou 't daarginds niet graag zeggen
hoor, want daar willen ze er zeker
niet voor door gaan. En, me dunkt,
dat zijn ze ook niet.., Of ben ik zelf
zoozeer verwilderd dat ik 't niet
meer zou zien Och wat minder
conventies en formaliteiten in onze
hedendaagsch leven zou eerder „na
tuurlijker" zijn dan wild.
De neger daar ginds is meer 't
gemoedelijke, gezellige type, enne
goeie lummel zouden ze in Oeldere
zeggen, die met ons omgaat als met
hun vader. Zoo immers noemt hij
ons in zijn taal „Bambo", hetgeen
ie ook tegen zijn eigen vader zegt.
En laat mij hier even aanstippen dat
hij enkel Bambo zegt tegen den
Katholieken Missionaris maar een
Protestantschen Dominee „mzungu"
noemt, hetgeen stijfweg „blanke"
beteekent.
Ze zullen nooit aan de missie
statie komen zonder even de Paters
te gaan groeten. Dan staan ze aan
de deur te hengelen en roepen van
buiten „Odi" (mag ik er in?) en
krijgen als antwoord „Odini" (komt
maar binnen).
Hij zal dan niet staande met U
spreken, maar ofwel geknield ofwel
plat op den grond zittend. En zijn
„Momi Bambo" (Goeden dag, Vader)
krijgt ge niet te hooren voordat hij
beleefd gezeten is, want dat toch
noemt hij beleefd zijn. Dan zal ie
blijven zitten kletsen zoolang als ge
hem tijd geeft, over 't nieuws van
zijn dorp of van zijn familie en zal
heengaan met den schoonen groet
„Tsalani bwino" ofwel „blijf in vrede"
waarop wij antwoorden ,Pitari bwino'
ofwel „ga in vrede". Ja, dat is nu
neger-etiquette die er toch niet zoo
lomp uitziet.
Komen wij in de dorpen, dan is 't
onze beurt om de etiquette in acht
te nemen. Wel zullen de kinderen
dan blij achter ons aanloopen en
hebt ge iets in de hand, pakje of
stok, ze zullen 't je aanstonds af
nemen om 't zelf te dragen. De
grootere roepen dan ook welde
Bambo de Bambo maar niemand
zal groeten.
De eigenlijke begroeting is een
héél affairtje, hoorZe brengen U
netjes naar de hut vau 't dorps
hoofd, hun burgemeester. De vrouw
des huizes zal aanstonds een matje
op den grond uitrollen in de schaduw
van de veranda (de strooien daken
schieten steeds een kleine meter
over de muren heen die van leem
zijn). Bent ge gezeten, dan komt ze
met een bakje water om Uw handen
te wasschen.
Al maar door komen de menschen
en kinderen van het dorp aanstroo-
men, en gaan rond om U heen zitten,
zeggen geen woord, spreken zacht
tegen elkaar als ze iets te zeggen
hebben. Dan komt eindelijk de baas
van het zaakje, die zich in een losse
doek of deken gedrappeerd heeft,
met een punt over den linker schou
der, juist zooals de toga der Romei
nen. Maar nu gaat die er ook nog
meer te boeien en zijn oude kalmte
kwam geleidelijk terug. Hij stak zijn
sigaar opnieuw aan en genoot er nu
ook werkelijk van Vanuit de verte
hoorde hij de scheepsklok slaan elf
uur, toen half twaalf en twaalf uur.
De letters van het boek begonnen
een weinig voor zijn oogen te ver
vagen, slaperig legde hij een vouwtje
in de bladzijde, waar hij gekomen
was, legde het boek op de tafel en
geeuwde.
Het schip moest nu dicht bij Cor
dova zijn. Hij voelde duidelijk, hoe
het zijn vaart begon te verminderen
Waarschijnlijk waren zij Kaap Elias
al voorbij gestevend en dicht bij de
kust.
Toen hoorde hij plotseling het
geluid van een snerpende kreet van
een vrouw....
Het was een doordringende kreet
vol verschrikking van doods
angst en er klonk nog iets anders
in.... Het was, alsof zijn bloed in
zijn aderen stolde; met één sprong
was hij uit zijn bed.
Tweemaal hoorde hij dien vreese-
lijken kreet... de laatste maal eindigen
de in een kermende weeklacht, waar
op een kort bevel volgde....
Hij kon de woorden niet onder
scheiden, doch het leek wel alsof 't
schip zelf antwoordde Plotseling
stonden de machines stil: hij voelde
de boot achteruit stoomen; toen
hoorde hij 't alarmsignaal, waarbij
alle hens aan dek werden geroepen.
Met starende oogen keek hij naar
de deur van zijn hut: hij voelde
wat er gebeurd was. Er was iemand
overboord....
Het was op dit oogenblik, alsof
alle kracht uit zijn lichaam gevloden
eens bij zitten, kijkt een paar minuten
wezeloos rond en komt eindelijk
groeten. Half gebogen komt hij op
U aan en geeft een hand, maar nog
weer heel plechtig. Niet zoo maar
even mekaar de hand geven zooals
wij doen, dat vindt de neger bar
onbeleefd en koud. Neen! de neger
zal zgn rechter uitgestoken hand
ondersteunen met de linker, vervol
gens de hand en nog eens de duim
apart drukken. Dan pas zégt hrj
„Moni" en vraagt of het goed gaat
en zelfsmuli moyo (Bent ge nog
in leven Na hem komt de heele
Smala groeten en al de menschen
van het dorp, en slaat het eerbiedig
zwygen over in een lawaaierig klet
sen en lachen.
Lachen! ik geloof niet dat er
andere menschen zgn die zoo smake
lijk en onbezorgd kunnen lachen als
de negers. En zoo vif zijn ze in al
hun gebaren met hun tintelende
zwarte kijkers in groote heldere
oogen, en melkwitte tanden tusschen
hun dikke krullende lippen.
Roept ge zoo'n schoolkind aan de
missie, dan zal hij rap voor U neer
springen eerder dan loopen, maar al
pratende is 't één beweegelijkheid
van de eene plaats naar de andere,
en moet ge maar met hem mee
draaien, wilt ge hem al pratende in
de oogen zien.
Groote kinderen zijn het trouwens
die negers, met een kleinigheid dol
blij te maken. Ook met grootere
spreekt men meer op kinderlijke
wijze, met hen lachend, halfstoeiend
of plagend, waar ze zeer mee ver
eerd zijn. En gastvrij ja dat zgn
ze buitengewoon. Op missiereis zal
steeds de hoofdman zijn hut aan den
missionaris ter leen geven, terwijl
hij zelf met de familie elders onder
dak zoekt, 's Avonds komen de
vrouwen met hun gekookt potje en
zetten 't netjes knielend voor den
missionaris die er zijn part van eet
als ie anders niets heeft, en de groote
rest aan zijn jongens geeft die als
dragers mee op reis zijn gegaan.
Neende negers zijn niet wat men
zou noemen „kwoj en lellik" en zeker
niet gevaarlijke menschen. Bijna
nooit zijn wij gewapend dan 's nachts
en zeker nooit voor een neger van
welk alooi dan ook. Zelfs particuliere
blanken hebben niets van den neger
te vreezen, ofwel ze hebben 't er
zelf naar moeten maken. Voor ons
komt er nog bij dat de neger ons
beschouwt als mannen van God en
ons als zoodanig eerbiedigt, ja op
t bijgeloof af. Het Evangeliewoord
,Die U verguist, verguist mij" heb
ben ze al lang terdege opgemerkt
en zelf dienen ze 't aan elkaar op
aan hen die ook maar in woorden
den Priester te na zouden komen.
Is Afrika in dit punt Europa niet
voorbij Ohbeschaving, of wat
men zoo durft noemen.
En denkt nu niet dat ze zoo maar
tegen ons doen omdat we blanken
zijn, en dat 't onder elkaar maar
onbeschofte wilden zijn. Verre van
daaral de beleefdheidsvormen hier
beschreven nemen ze ook in acht
onder elkaar. Zooals ze ons groeten,
zoo groeten ze ook een hoofdman
of iedere neger ietskes van aanzien.
Nog enkele voorbeelden.
De man in 't huisgezin eet eerst
alleen, hoogstens samen met z'n
jongens maar moeder met de meisjes
eten afzonderlijk na hem. Verschoo
ning aan onze moderne dames die
dit gebruik wel erg slaafsch zullen
vinden.
Komt een vrouw een man tegen
op 't zelfde smalle negerpaadje, dan
zal die vrouw gaan knielen en op
de „hoeke" gaan zitten in 't gras
bezijde 't paadje en dien man al
groetende door laten gaan. Zitten de
vrouwen in een groepje te kletsen
en daar komt een man langs, dan
zullen ze hem niet achter hen laten
doorgaan, maar op hun knieën rond
draaien, als wilden ze hem in 't oog
houden. Trouwens een neger gaat
nooit achter iemand door, en kan 't
niet anders wegens plaatsgebrek
dan zal ie 't niet doen zonder te
zeggen„Verschooning dat ik achter
was, want plotseling verrees voor
zijn oogen het bleeke gezichtje van
Mary Standish en haar zachte stem
scheen hem te zeggen, dat dit de
andere weg was.
Hij zag doodsbleek, toen hij zijn
chambercloak opnam, zijn deur open
wierp en de flauw verlichte door
gang.
IX
De met volle kracht terugwerken
de machines hadden het schip nog
niet tot volkomen stilstand kunnen
brengen, toen Alan het dek bereikte.
Hij hoorde voetstappen, stemmen en
het knarsen der davitskatrollen, ter
wijl een reddingsboot aan stuurboord
in zee gelaten werd.
Kapitein Rifle stond half gekleed
voor hem; de tweede officier deelde
korte bevelen uit
Eenige passagiers waren vanuit
de rookkamer aan dek gekomen;
onder hen bevond zich slechts één
vrouw. Ze stond eenigszins ter zijde,
het gezicht in de handen verborgen,
half ondersteund door een man.
Alan begreep onmiddellijk dat dit
de vrouw was, die gegild had.
Hij hoorde het plonzen van de
reddingsboot in zee en het plassen
der riemen, maar het geluid leek hem
van heel ver af te komen
Slechts één ding kon hij in zijn
verwardheid duidelijk onderscheiden
en dat was het gesnik der vrouw.
Hij liep op hen toe en hij had het
gevoel, alsof hij over het dek liep
te zwaaien.
Heel vaag zag hij, hoe allen zich
om de leege davits verdrongen, maar
hij had alleen oogen voor die twee
Neem daar nu loch eens een paar
"AKKERTJES" voor en lol Uw ver
bazing en welbehagen zal de pijn
verdwijnen, want AKKER-CACHETS
helpen uitstekend bij Rheumaliek,
Rheumalische zenuwpijn, Lendenpijn
Spil, Spierpijn, Gevalle Koude, enz.
Nederlandse* Smaakloos ouwel-omhulsel.
Product Qe proefi daardoor niels.
Ze glijden zoo naar binnen.
12 sl. 52 cl. Zakdoosje 20 cl.
Volgens recept van Apotheker Dumorrt
AKKER.CACHETS
Op elk "AKKERTJE" koml de naam
AKKER voor in "ruit"-vorm. Lel
hierop en weiger elke namaak
U doorga." Ook geeft een neger
nooit iets door met één hand maar
steeds met twee tegelijk»,
Nog een staaltje, wel wat té in
een publieke krant, maar ik zal 't
zoo beschaafd mogelijk zeggen. Nou
danzitten oudere negers in een
groepje te praten en een dier oudere
overkomt, nou ja, een „ongelukje",
dan valt de heele troep op een of
andere kwajongen die in de buurt
zit of loopt, en schelt hem uit voor
alles wat leelijk is. Die onschuldige
kwajongen neemt dan doodbedaard
alle schuld op zich en verdwijnt met
duizend verschooningen. Maar even
Jater zal ie z'ch bij den schuldigen
oude aandienen en krijgt twee Kip
pen, een voor zich zelf als scaade-
loosstelling en de andere gaat ie
aan 't troepje ouderen brengen voor
de geleden beleediging.
Zoonu heb ik mijn nikkers
waarachtig in 't zonnetje gezet. Een
volgenden keer over meer „zwarte"
kantjes.-.
Ik sluit dezen brief met een harte-
lgk dankwoord aan onze Oirlosche
voetbalclubs en hun ijverig bestuur
voor den schoonen en... vruchtbaren
Missiewedstrijd van 16 Augustus,
alsmede onze Fanfare voor haar
feestelijke opluistering en onze Jonge
Boeren die hun beste beentje nog
eens vooruit hebben gezet. Niet
minder oprechten en Priesterlijken
dank aan de vriendenclubs van
Oostrum, Venray en Horst alsmede
aan alle sportmen en missievrienden
die meer blaakten van sport- en
missie-ijver dan 't heete zonnetje
van dien dag. God loone 't U.
Oirlo, Augustus '36.
JAN DE PONTI.
Missionaris in Centraal Afrika
De inspecteur van het Lager Onder
wijs in de inspectie Heerlen vertelt
onderhoudend en levendig over de
verbetering van den toestand inzake
de vacanties en verlofdagen in zijn
jaarverslag over het onderwijs in
Limburg.
Zooals ik reeds in mijn vorig
jaarverslag schreef, hebben de meeste
scholen in deze inspectie ten minste
3 maal per jaar vacantie, benevens
nog een aantal vrije dagen, varieerend
tusschen 12 en 15.
Zij, die deze vrije dagen missen,
hebben daarvoor in de plaats korte
menschen.
Is het een man of een vrouw
vroeg hij.
Het kwam hem voor, alsof het
niet zijn stem was, die dit vroeg.
Toen de man, tegen wiens schouder
het hoofd van de vrouw geleund
lag, opkeek, trof hem het uitdruk-
kingslooze van Alan's gelaat.
Het is een vrouw, antwoordde
hij. Dit is mijn vrouw. We zaten
hier, toen we haar op de verschan
sing zagen klimmen en in zee sprin
gen Mijn vrouw begon te gillen,
toen ze haar in de diepte verdwijnen.
De vrouw hief het hoofd op. Ze
knikte nog steeds met droge oogen,
waarin een uitdrukking van schrik
lag. Haar handen waren krampachtig
om den arm van haar man geklemd.
Ze deed vergeefsche pogingen om
te spreken, waarop de man zich
troostend tot haar o verboog.
Plotseling stond kapitein Rifle aan
hun zijde. Er lag een verwilderde
uitdrukking op zijn gezicht en met
een enkelen oogopslag begreep Alan
dat hij wist, wie het geweest was.
Wie is 't, vroeg hij.
Deze dame gelooft, dat t
juffrouw Standish was.
Onbeweeglijk en zwijgend stond
Alan daar; 't was, alsof hij voor een
oogenblik zijn bezinning was kwijt
geraakt. Hij kon niet begrijpen, wat
er achter hem gaande was en alles
leek 't als in een waas gehuld.
Ja, 't was 't meisje, dat over
u aan tafel zat dat mooie meisje
Ik heb ze duidelijk gezien, toen-
Wordt vervolgd