TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Die vervloekte kwaadsprekerij FEUILLETON. Geluksdroom Afrikaansche brieven. wat een pijnf BAKKERTJES Vacanties en verlof. Zaterdag 5 September 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 36 Een schets van den Z.E Heer II. de Greeve. De Z.E. Heer H. de Greeve, die o.m. als spreker voor de radio groote bekendheid ver wierf, weet de dingen treffend en raak te zeggen en te schrij ven. In onderstaande schets trekt hij van leer tegen het lasteren en het kwaadspreken alleen maar door fijntjes zoo'n buurtconferentie „te verslaan." Nog voor achten de buurt sliep nog, de winkels sliepen nog, de gordijnen waren nog naar beneden schoot Tante Jans, opgeknapt, op d'r pantoffels, in d'r blauwe kimono, als één groo te tod, de straat over naar den winkel van juffrouw Callepiet. Voor ze kon bellen, ging de deur al open en werd ze, zonder verdere morgengroet, ontvangen door Cato Callepiet met een heet en sissend nieuwsgierigWat isser Wat isser Tante Jans legde d'r vinger op d'r mond. „Wacht effe ik ge loof, dat ik Mevrouw Botersloot ook zag. Wacht nog effen." En inderdaad. Geen seconde later verscheen Mevrouw Boter sloot, die een pensionnetje erop na hield, ook al op den drempel. Met een eigenaardig instinct, dat alleen ,.de buurt" aankweekt, had ze 's morgens om zes uur, toen ze wakker werd, al gevoeld ze zei dat, ze voelde dat, omdat d'r ooren dan gloeiden dat er „wat aan de hand was." En zooals dergelijke Eva's, behoorende tot de soort der dubbel-geangelde wespen, in der gelijke gevallen plegen te doen had ze vanaf zeven uur post ge vat achter een kier van 't gordijn om te zien of een van de andere vierJuffrouw Callepiet, Tante Jans, Oome Cadeau en Cathrien Blaashoofd, ook een gevoel had den alsof er iets aan de hand was of misschien iets zekers wisten. Klokslag vijf minuten voor ach ten zag ze Tante Jans als een blauwe ragebol de straat over tollen en meteen dreef haar brandend instinct haar automa tisch de deur uit. Nauwelijks was de deur ach ter haar dicht of Cathrien Blaas hoofd, die pok al iets in de smiezen had gekregen van uit di ie hoog, van waaruit zij een oogje in 't zeil had gehouden om te weten te komen; waarom eiken morgen een knecht van Weinthal door de straat kwam of, zeg ik, Cathrien Blaashoofd draafde de kruk al om en viel als een krom gegroeid vraagteeken naar binnen. Haal jij dan maar meteen effe Oome Cadeau, nou we toch met z'n vieren zijn, Cathrien, zei Tante Jans. Cathrien weg! door JAMES OLIVER CURWOOD. 17. Mary Standish moest wel een buitengewoon groot vertrouwen in hem gehad hebben, dat ze inderdaad van hem verwachtte, dat hij had kunnen bewerkstelligen, haar onge merkt van het schip te laten ver dwijnen, Het eenige, wat hij waar schijnlijk zou hebben kunnen doen, had de eventueele vervaardiging van een soort ledepop kunnen zijn, die over boord had kunnen worden ge worpen, waarna hij juffrouw Standish in zijn hut zou hebben moeten ver bergen, totdat er een bijna onbe staanbare kans zou komen, haar ongemerkt ergens aan land te smok kelen. Hij dacht aan Tucker. Wat jam mer, dat zij zich niet tot hém gewend had. Het romantische in den jongen ingenieur had hem zeker doen zeggen, dat hij alles voor haar probeeren wilde, want dat het beter was gedaan te bebben, wat men kon, dan heele- maal geen popingen in bet werk te stellen. Weer trachtte hij te glim lachen, dit was zijn gewoonte, als hij onaangename gedachten van zich af wilde zetten. Van welke zijde hij de zaak ook bekeek, hij voelde zich niet op zijn gemak. Voortdurend zag Binnen drie minuten verscheen Oome Cadeau, die ook al last scheen gehad te hebben van voorgevoelens, want hij was kant en klaar. Er was een scherpe concurrentie tusschen de gloeien de punt van zijn sigaar en de gloeiende punt van zijn neus. Een gebloemde gouden ketting slingerde zich voort over zijn buik in twee groote slingers, net als de bloemenversieringen van Van Kampen boven de vensters van het Paleis op den Dam te Am sterdam. De buurtconferentie was vol tallig. 't Is af zei Tante Jans ge decideerd. Wat zeg je, riepen ze in koor, ongeloovig, mei de ver rassende glundering van een diep genoten leedvermaak „af" Ja, zei Tante Jans triomfan telijk Hij heeft d'r laten st.... Tante Jans genoot na de sen satie die ze teweeg bracht. Alle vijf keken ze even naar het ge sloten huis aan den overkant, waar een onschuldig meisje de dupe was geworden van een be drieger, die met mooie titels en liefde een niets vermoedend hart had bedrogen en... geknakt. Cathrien Blaaskaak zei met het quasi-vanzelfsprekende gezicht van het gezond verstand: Is 't eigenlijk niet 't beste? Laat zoo'n meid tevreden zijn met d'r eigen kringetje. Wat jij, Juffrouw Callepiet. Maar vertel 's verderHoe... weet je... offe..: „Ja, maar, hoor 'shier; ik wil de zegsman d'r niet van zijn, hoor. Ik vertel 't jullie, maar je houdt je mond." „NatuurlijkOom Cadeau zoog een heele gasfabriek tege lijk naar binnen en spoot ze door twee neusgaten weer naar buiten ,,'t Is een verschrikkelijke scène geweest. Irene heeft gisteravond te keer gegaan als een dier. Gillen en grienen 1 Ik kan dat bij mijn van achter 't balcon alle maal hooren. De deuren stonden open van de waranda bij hen. En bij mij ook 1 „Natuurlijk beaamde Oome Cadeau. (Dat was lang niet z'n kwaadste zet). Hij kreeg een woedenden blik van Tante Jans. Mot jij wat zeggen oude duitendief. Ga doorCathrien Blaas kaak genoot. Ja, 't schijnt dat hij een brief geschreven heeft aan Irene, dat z'n familie er zóó tegen was, dat ie 't wel moest afmaken. Nou, en die ouwe daar, die was niet mak. „Nou, dat begrijp je. Die vond 't wel fijn, zoo'n schoonzoon met zoo'n mooi pakkieCathrien Blaashoofd spoot venijn als gloeiend lood. Ja en of Die stond te razen. En die opgedirkte totebel van een moeder kreeg 't op d'r zenuwen. Die riep maarO, o, o. Nou, lachte Juffrouw Calle piet, 't zal best losloopen met dat lieve model. Als die loopt te schreeuwen o, o, o, bedoelt hij haar heldere oogen, voor zich, het glanzende haar en de dappere, trotsche houding, waarmede zij tegenover hem had gestaan. Haar beeld rees voortdurend voor hem op, zooals ze daar tegen de deur had geleund met de glinsterende tranen op haar wangen. Hij voelde, dat bij in zeker op zicht een teleurstelling voor haar was geweest. Er was hem iets moois ontglipt, wat hij geheel alleen aan zichzelf te wijten bad. Hoe hij zijn best deed. kon het gesprek in de rookkamer hem niet het minste belang inboezemen De muziek van den Jaszband in de hall, irriteerde hem en eenige oogenblik- ken later zat hij met zulk een grim mige uitdrukking op zijn gezicht naar het dansen te kijken, dat het den menschen opviel. Hij bemerkte hoe Rossland zich met een jonge, blonde schoone onder de dansenden bewoog. Het meisje keek hem lachend in de oogen en haar kvang was heel dicht bij zijn schouder, terwijl haar krullend haar onder het dansen zijn gezicht beroerde. Alan wendde zich af, terwijl hij zich voor de zooveelste maal af vroeg, in welke verhouding deze man toch wel tot Mary Standish zou kunnen staan. Hij slenterde naar het tusschendek. De Thlinkt Indianen hadden van hun dekens een soort afschutting gemaakt en uit de stilte, die daar heerschte, maakte hij op, dat ze in geslapen waren. Het leek wel, alsof er geen einde aan den avond wilde komen en ten slotte besloot hij' maar naar zijn hut ze toch maarO, o, o, morgen wel weer 'n ander. Je mot ze kennen. Ik geloof al ze leven dat ze aan die mooie mantels ook niet eerlijk aankomt. Wat jij, Oome Cadeau Natuurlijk! Kijk, kijk daar heb je d'r waarachtigWaar Daar, met d'r Kerkboek Nou, dat gaat nou waar achtig nog naar de kerk ook. Je zou zeggen. Hoe durven zeMooie officieren aan den haak slaan en naar de kerk loopen. Nou, ik ben benieuwd hoe 't afloopt. Nou, ik moet naar den winkel. Tante Jans maakte de deur open. Met den knop in haar handDenk er aanNiks vertellen. Natuurlijk, beaamde Oom Cadeau. Allemaal hielden ze hun vinger op den mond. Ik hou me mond. De buurtconferentie was afge- loopen. Vijf minuien daarna hadden ze 't aan vijf maal vijf anderen over gebriefd. Toen om 9 uur Irene uit de kerk huiswaarts keerde, stond de heele buurt achter de Onverwachis overvallen U de venijnige steken. Wrijf dadelijk met Kloos terbalsem, welke tot diep in de weefsels door dringt. onmiddellijk verdwijnen de pijnen omdat de stoffen die de pijnen ver-- ^oorzaken er door worden verdreven. met AKKERs KLOOSTERBALSEM Doosje 35 ct. Polten 62'/2 ct. en f. 1.04 BON voor Inzenden in open couvert, GRATIS als drukwerk (l'/2 ct.) aan MONSTER Handelmij.L.I.Akker,R'dam Zijn het wilden Alvorens dit artikel te beginnen mag ik wel even een vingerwijzing geven naar aanleiding van 't vorige schrijven over kleederdrachten. Zij die eens graag zouden opruimen ten bate der zwartjes, vooral winkels en confectiezaken, kunnen op deze manier prachtig en toch goedkoop helpen. Alle losse stukken stof, knip sels en resten van alle kleur en ieder gehalte, komen van pas, zelfs ge wone zwarte en witte lappen. De alledaagsche dracht is immers een losse doek, voor kinderen een meter lang maar dubbele breedte en voor grooten ll/2 meter lang en ook dub bele breedte (halve breedtes kunnen trouwens aan elkaar genaaid worden). Verder alle soorten japonnen, blous- jes, halsdoeken en zelfs handdoeken en groote zakdoeken, die de meisjes als ceintuur ombinden. Voor jongens alle soorten broeken, lange en vooral korte, sporthemden en gewone hem den van iedere mode, en flanels of wat daar voor door gaat, sweaters en tricos alsmede ceintuurs van leer of stof of waschdoek of wat dan ook. Een of andere leukerd zal wel te gaan en te zien of hij in lezen wat afleiding kon vinden. Niettegenstaande het een boek was, waarvoor hij zich geinteres- seerd had, boeide het hem nu zoo weinig, dat hij zich afvroeg, of de inhoud daarvan zoo onbelangrijk was, of dat het geheel aan zijn stemming lag. Zelfs zijn pijp kon hem geen afleiding bezorgen en daar om stak hij een sigaar op, .terwijl hij een ander boek begon uit te kiezen Het resultaat was echter hetzelfde. Hij kon zijn gedachten niet concen- treeren en zijn sigaar kon hem zelfs geen troost geven. Hij wist, dat hij tegen een nieuwe emotie vocht, niettegenstaande hij dit zichzelf niet wilde bekennen. Hij was vast besloten zich er tegen te verzetten. Het leek een strijd tus schen hemzelf en Mary Standish, zooals ze daar tegen de deur van zijn hut had gestaan, in haar slanke schoonheid met haar moed en een menigte andere dingen, waarvan hij het bestaan vroeger nooit had geweten. Hij ontkleedde zich en deed zijn chambercloack en pantoffels aan, ter wijl hij met alle macht tegen de zich steeds bij hem opdringende ge dachten streed. Hij schold zichzelf voor een dwaas een gek uit, maar ook dit hielp niet. Hij ging naar bed, schoof de kussens hoog in den rug en trachtte opnieuw te gaan lezen. Voor een korten tijd gelukte hem dit. Om tien uur zweeg de muziek en het dansen hield op, terwijl de rust op het schip terug keerde. Toen begon zijn boek hem wat zeggen dat die Pater eigenlijk alles gebruiken kan. Misschien heeft die 't wel bij 't rechte eind. Alleen reeds gedragen kleeren zijn lastig in te voeren met 't oog op de hygiëne, een der hobpaardjes van de Engel- schen. Tafellakers en kleedjes of een bedsprei en gordijnen om den mis sionaris zelf ook eens wat op te knappen en z'n huisje wat gezel liger te maken, zou ook in Afrika nog wel geen luxe zijn. Wanneer ge trouwens niet weet of sommige dingen kunnen dienen is een brief kaart of boodschap voldoende om me bij tijd en gelegenheid op te roepen. Ook kan ik dit nieuwe artikel niet beginnen zonder eerst een hartelijk woord van dank voor den Venray- schen gever die „Sport en Spel" zoo begrijpend las, dat ie aanstonds een splinternieuwen voetbal zond voor de nikkers. Ik zal dien bal zeker in Afrika „aftrappen" ter zijner eere. Wie volgt Zoo nu zullen we 't dan even hebben over onze wilden. Hmik zou 't daarginds niet graag zeggen hoor, want daar willen ze er zeker niet voor door gaan. En, me dunkt, dat zijn ze ook niet.., Of ben ik zelf zoozeer verwilderd dat ik 't niet meer zou zien Och wat minder conventies en formaliteiten in onze hedendaagsch leven zou eerder „na tuurlijker" zijn dan wild. De neger daar ginds is meer 't gemoedelijke, gezellige type, enne goeie lummel zouden ze in Oeldere zeggen, die met ons omgaat als met hun vader. Zoo immers noemt hij ons in zijn taal „Bambo", hetgeen ie ook tegen zijn eigen vader zegt. En laat mij hier even aanstippen dat hij enkel Bambo zegt tegen den Katholieken Missionaris maar een Protestantschen Dominee „mzungu" noemt, hetgeen stijfweg „blanke" beteekent. Ze zullen nooit aan de missie statie komen zonder even de Paters te gaan groeten. Dan staan ze aan de deur te hengelen en roepen van buiten „Odi" (mag ik er in?) en krijgen als antwoord „Odini" (komt maar binnen). Hij zal dan niet staande met U spreken, maar ofwel geknield ofwel plat op den grond zittend. En zijn „Momi Bambo" (Goeden dag, Vader) krijgt ge niet te hooren voordat hij beleefd gezeten is, want dat toch noemt hij beleefd zijn. Dan zal ie blijven zitten kletsen zoolang als ge hem tijd geeft, over 't nieuws van zijn dorp of van zijn familie en zal heengaan met den schoonen groet „Tsalani bwino" ofwel „blijf in vrede" waarop wij antwoorden ,Pitari bwino' ofwel „ga in vrede". Ja, dat is nu neger-etiquette die er toch niet zoo lomp uitziet. Komen wij in de dorpen, dan is 't onze beurt om de etiquette in acht te nemen. Wel zullen de kinderen dan blij achter ons aanloopen en hebt ge iets in de hand, pakje of stok, ze zullen 't je aanstonds af nemen om 't zelf te dragen. De grootere roepen dan ook welde Bambo de Bambo maar niemand zal groeten. De eigenlijke begroeting is een héél affairtje, hoorZe brengen U netjes naar de hut vau 't dorps hoofd, hun burgemeester. De vrouw des huizes zal aanstonds een matje op den grond uitrollen in de schaduw van de veranda (de strooien daken schieten steeds een kleine meter over de muren heen die van leem zijn). Bent ge gezeten, dan komt ze met een bakje water om Uw handen te wasschen. Al maar door komen de menschen en kinderen van het dorp aanstroo- men, en gaan rond om U heen zitten, zeggen geen woord, spreken zacht tegen elkaar als ze iets te zeggen hebben. Dan komt eindelijk de baas van het zaakje, die zich in een losse doek of deken gedrappeerd heeft, met een punt over den linker schou der, juist zooals de toga der Romei nen. Maar nu gaat die er ook nog meer te boeien en zijn oude kalmte kwam geleidelijk terug. Hij stak zijn sigaar opnieuw aan en genoot er nu ook werkelijk van Vanuit de verte hoorde hij de scheepsklok slaan elf uur, toen half twaalf en twaalf uur. De letters van het boek begonnen een weinig voor zijn oogen te ver vagen, slaperig legde hij een vouwtje in de bladzijde, waar hij gekomen was, legde het boek op de tafel en geeuwde. Het schip moest nu dicht bij Cor dova zijn. Hij voelde duidelijk, hoe het zijn vaart begon te verminderen Waarschijnlijk waren zij Kaap Elias al voorbij gestevend en dicht bij de kust. Toen hoorde hij plotseling het geluid van een snerpende kreet van een vrouw.... Het was een doordringende kreet vol verschrikking van doods angst en er klonk nog iets anders in.... Het was, alsof zijn bloed in zijn aderen stolde; met één sprong was hij uit zijn bed. Tweemaal hoorde hij dien vreese- lijken kreet... de laatste maal eindigen de in een kermende weeklacht, waar op een kort bevel volgde.... Hij kon de woorden niet onder scheiden, doch het leek wel alsof 't schip zelf antwoordde Plotseling stonden de machines stil: hij voelde de boot achteruit stoomen; toen hoorde hij 't alarmsignaal, waarbij alle hens aan dek werden geroepen. Met starende oogen keek hij naar de deur van zijn hut: hij voelde wat er gebeurd was. Er was iemand overboord.... Het was op dit oogenblik, alsof alle kracht uit zijn lichaam gevloden eens bij zitten, kijkt een paar minuten wezeloos rond en komt eindelijk groeten. Half gebogen komt hij op U aan en geeft een hand, maar nog weer heel plechtig. Niet zoo maar even mekaar de hand geven zooals wij doen, dat vindt de neger bar onbeleefd en koud. Neen! de neger zal zgn rechter uitgestoken hand ondersteunen met de linker, vervol gens de hand en nog eens de duim apart drukken. Dan pas zégt hrj „Moni" en vraagt of het goed gaat en zelfsmuli moyo (Bent ge nog in leven Na hem komt de heele Smala groeten en al de menschen van het dorp, en slaat het eerbiedig zwygen over in een lawaaierig klet sen en lachen. Lachen! ik geloof niet dat er andere menschen zgn die zoo smake lijk en onbezorgd kunnen lachen als de negers. En zoo vif zijn ze in al hun gebaren met hun tintelende zwarte kijkers in groote heldere oogen, en melkwitte tanden tusschen hun dikke krullende lippen. Roept ge zoo'n schoolkind aan de missie, dan zal hij rap voor U neer springen eerder dan loopen, maar al pratende is 't één beweegelijkheid van de eene plaats naar de andere, en moet ge maar met hem mee draaien, wilt ge hem al pratende in de oogen zien. Groote kinderen zijn het trouwens die negers, met een kleinigheid dol blij te maken. Ook met grootere spreekt men meer op kinderlijke wijze, met hen lachend, halfstoeiend of plagend, waar ze zeer mee ver eerd zijn. En gastvrij ja dat zgn ze buitengewoon. Op missiereis zal steeds de hoofdman zijn hut aan den missionaris ter leen geven, terwijl hij zelf met de familie elders onder dak zoekt, 's Avonds komen de vrouwen met hun gekookt potje en zetten 't netjes knielend voor den missionaris die er zijn part van eet als ie anders niets heeft, en de groote rest aan zijn jongens geeft die als dragers mee op reis zijn gegaan. Neende negers zijn niet wat men zou noemen „kwoj en lellik" en zeker niet gevaarlijke menschen. Bijna nooit zijn wij gewapend dan 's nachts en zeker nooit voor een neger van welk alooi dan ook. Zelfs particuliere blanken hebben niets van den neger te vreezen, ofwel ze hebben 't er zelf naar moeten maken. Voor ons komt er nog bij dat de neger ons beschouwt als mannen van God en ons als zoodanig eerbiedigt, ja op t bijgeloof af. Het Evangeliewoord ,Die U verguist, verguist mij" heb ben ze al lang terdege opgemerkt en zelf dienen ze 't aan elkaar op aan hen die ook maar in woorden den Priester te na zouden komen. Is Afrika in dit punt Europa niet voorbij Ohbeschaving, of wat men zoo durft noemen. En denkt nu niet dat ze zoo maar tegen ons doen omdat we blanken zijn, en dat 't onder elkaar maar onbeschofte wilden zijn. Verre van daaral de beleefdheidsvormen hier beschreven nemen ze ook in acht onder elkaar. Zooals ze ons groeten, zoo groeten ze ook een hoofdman of iedere neger ietskes van aanzien. Nog enkele voorbeelden. De man in 't huisgezin eet eerst alleen, hoogstens samen met z'n jongens maar moeder met de meisjes eten afzonderlijk na hem. Verschoo ning aan onze moderne dames die dit gebruik wel erg slaafsch zullen vinden. Komt een vrouw een man tegen op 't zelfde smalle negerpaadje, dan zal die vrouw gaan knielen en op de „hoeke" gaan zitten in 't gras bezijde 't paadje en dien man al groetende door laten gaan. Zitten de vrouwen in een groepje te kletsen en daar komt een man langs, dan zullen ze hem niet achter hen laten doorgaan, maar op hun knieën rond draaien, als wilden ze hem in 't oog houden. Trouwens een neger gaat nooit achter iemand door, en kan 't niet anders wegens plaatsgebrek dan zal ie 't niet doen zonder te zeggen„Verschooning dat ik achter was, want plotseling verrees voor zijn oogen het bleeke gezichtje van Mary Standish en haar zachte stem scheen hem te zeggen, dat dit de andere weg was. Hij zag doodsbleek, toen hij zijn chambercloak opnam, zijn deur open wierp en de flauw verlichte door gang. IX De met volle kracht terugwerken de machines hadden het schip nog niet tot volkomen stilstand kunnen brengen, toen Alan het dek bereikte. Hij hoorde voetstappen, stemmen en het knarsen der davitskatrollen, ter wijl een reddingsboot aan stuurboord in zee gelaten werd. Kapitein Rifle stond half gekleed voor hem; de tweede officier deelde korte bevelen uit Eenige passagiers waren vanuit de rookkamer aan dek gekomen; onder hen bevond zich slechts één vrouw. Ze stond eenigszins ter zijde, het gezicht in de handen verborgen, half ondersteund door een man. Alan begreep onmiddellijk dat dit de vrouw was, die gegild had. Hij hoorde het plonzen van de reddingsboot in zee en het plassen der riemen, maar het geluid leek hem van heel ver af te komen Slechts één ding kon hij in zijn verwardheid duidelijk onderscheiden en dat was het gesnik der vrouw. Hij liep op hen toe en hij had het gevoel, alsof hij over het dek liep te zwaaien. Heel vaag zag hij, hoe allen zich om de leege davits verdrongen, maar hij had alleen oogen voor die twee Neem daar nu loch eens een paar "AKKERTJES" voor en lol Uw ver bazing en welbehagen zal de pijn verdwijnen, want AKKER-CACHETS helpen uitstekend bij Rheumaliek, Rheumalische zenuwpijn, Lendenpijn Spil, Spierpijn, Gevalle Koude, enz. Nederlandse* Smaakloos ouwel-omhulsel. Product Qe proefi daardoor niels. Ze glijden zoo naar binnen. 12 sl. 52 cl. Zakdoosje 20 cl. Volgens recept van Apotheker Dumorrt AKKER.CACHETS Op elk "AKKERTJE" koml de naam AKKER voor in "ruit"-vorm. Lel hierop en weiger elke namaak U doorga." Ook geeft een neger nooit iets door met één hand maar steeds met twee tegelijk», Nog een staaltje, wel wat té in een publieke krant, maar ik zal 't zoo beschaafd mogelijk zeggen. Nou danzitten oudere negers in een groepje te praten en een dier oudere overkomt, nou ja, een „ongelukje", dan valt de heele troep op een of andere kwajongen die in de buurt zit of loopt, en schelt hem uit voor alles wat leelijk is. Die onschuldige kwajongen neemt dan doodbedaard alle schuld op zich en verdwijnt met duizend verschooningen. Maar even Jater zal ie z'ch bij den schuldigen oude aandienen en krijgt twee Kip pen, een voor zich zelf als scaade- loosstelling en de andere gaat ie aan 't troepje ouderen brengen voor de geleden beleediging. Zoonu heb ik mijn nikkers waarachtig in 't zonnetje gezet. Een volgenden keer over meer „zwarte" kantjes.-. Ik sluit dezen brief met een harte- lgk dankwoord aan onze Oirlosche voetbalclubs en hun ijverig bestuur voor den schoonen en... vruchtbaren Missiewedstrijd van 16 Augustus, alsmede onze Fanfare voor haar feestelijke opluistering en onze Jonge Boeren die hun beste beentje nog eens vooruit hebben gezet. Niet minder oprechten en Priesterlijken dank aan de vriendenclubs van Oostrum, Venray en Horst alsmede aan alle sportmen en missievrienden die meer blaakten van sport- en missie-ijver dan 't heete zonnetje van dien dag. God loone 't U. Oirlo, Augustus '36. JAN DE PONTI. Missionaris in Centraal Afrika De inspecteur van het Lager Onder wijs in de inspectie Heerlen vertelt onderhoudend en levendig over de verbetering van den toestand inzake de vacanties en verlofdagen in zijn jaarverslag over het onderwijs in Limburg. Zooals ik reeds in mijn vorig jaarverslag schreef, hebben de meeste scholen in deze inspectie ten minste 3 maal per jaar vacantie, benevens nog een aantal vrije dagen, varieerend tusschen 12 en 15. Zij, die deze vrije dagen missen, hebben daarvoor in de plaats korte menschen. Is het een man of een vrouw vroeg hij. Het kwam hem voor, alsof het niet zijn stem was, die dit vroeg. Toen de man, tegen wiens schouder het hoofd van de vrouw geleund lag, opkeek, trof hem het uitdruk- kingslooze van Alan's gelaat. Het is een vrouw, antwoordde hij. Dit is mijn vrouw. We zaten hier, toen we haar op de verschan sing zagen klimmen en in zee sprin gen Mijn vrouw begon te gillen, toen ze haar in de diepte verdwijnen. De vrouw hief het hoofd op. Ze knikte nog steeds met droge oogen, waarin een uitdrukking van schrik lag. Haar handen waren krampachtig om den arm van haar man geklemd. Ze deed vergeefsche pogingen om te spreken, waarop de man zich troostend tot haar o verboog. Plotseling stond kapitein Rifle aan hun zijde. Er lag een verwilderde uitdrukking op zijn gezicht en met een enkelen oogopslag begreep Alan dat hij wist, wie het geweest was. Wie is 't, vroeg hij. Deze dame gelooft, dat t juffrouw Standish was. Onbeweeglijk en zwijgend stond Alan daar; 't was, alsof hij voor een oogenblik zijn bezinning was kwijt geraakt. Hij kon niet begrijpen, wat er achter hem gaande was en alles leek 't als in een waas gehuld. Ja, 't was 't meisje, dat over u aan tafel zat dat mooie meisje Ik heb ze duidelijk gezien, toen- Wordt vervolgd

Peel en Maas | 1936 | | pagina 5