TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS Geluksdroom AKKERTJES Openbare vergadering van den Raad der gemeente Venray, gehouden op 30 Juli 1936, des nam. half 5. FEUILLETON. Ons weekpraatje. De Achelsche Kluis Een nieuwe pijnstiller in een nieuwen vorm Zaterdag 29 Augustus 1938 Zeven en vijftigste Jaargang No 35 VOORZITTERde heer O. L. P. van de Loo, burgemeester. SECRETARISde heer A. F. M. van Haaren. Tegenwoordig alle leden. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der vergadering van 24 Juni 1936 ongewijzigd worden vastgesteld. De heer VERMEULEN vraagt, nog even op de notulen te mogen terug komen. De VOORZITTER verzoekt den heer Vermeulen hiermede te willen wachten tot bij de rondvraag. Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 15 getrokken is, zoodat bij stemmingen in deze vergadering no. 15 der presentielijst, i.e. de heer Steeghs het eerst zijn stem moet uitbrengen. Dan wordt aangeboden de rekening over 1935 en de balans per 31 December 1935 van den tak van dienst het bedrijf der Gasfabriek. De VOORZITTER stelt voor eene Commissie van drie leden te benoe men, die de rekening en balans kunnen onderzoeken en dan in de vol gende vergadering verslag uitbrengen en vraagt of de Raad de benoe ming aan zich wil houden. De Raadt vindt goed, dat de Voorzitter de commissie benoemt, waarop deze aanwijst ae heeren L. J. van Haren, M. Goumans en G. H. Reintjes. Nog wordt aangeboden de rekening van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur over 1935 en de begrooting voor 1937. De VOORZITTER stelt weer vcor eene commissie van drie leden te benoemen, die de begrooting en rekening kunnen onderzoeken en dan in de volgende vergadering verslag uitbrengen en wijst, wederom met goedvinden van den Raad, als leden dezer commissie aan de heeren H. J. A. Janssen, P. J. H. G. Poels en M. H. Arts. Hierna gaat de Raad, op voorstel van den VOORZITTER, in geheime zitting over. Na heropening stelt de VOORZITTER aan de ordeVoorstel van B. en W. tot het aangaan eener geldleening, groot f 20.600.bij notarieele acte tegen een rente van 43/s P^ri. De VOORZITTER zegt, dat deze leening dient ter bestrijding van den uitkoop der pacht der aan L. A. F. Prins verpachte gronden (f 14.000), den aanleg van een vloei veld (f 2.000) en de ontginning van 23 H.A. woesten grond, voor zoover de kosten daarvan ten laste van den kapi- taaldienst komen (f 4600.) Het is ons gelukt, zegt Spreker, hiervoor door bemiddeling van Staal en Co. te 's-Hage een gunstige offerte te krijgen, n.l. rente 43/s °/0, pari-koers, looptijd 23 jaar in 1936 zal worden afgelost f 300—, in 1937, 1938 en 1939 jaarlijks f 800.in 1940 t./m. 1943 jaarlijks f 900. in 1943 t./m. 1945 jaarlijks f 1000in 1946 t./m. 1949 jaarlijks f 1100. in 1950 t./m. 1955 jaarlijks f 1200.en in de jaren 1956, 1957 en 1958 jaarlijks f 200.terwijl de provisie bedraagt en bij versterkte aflossing gedurende de eerste 5 jaar 1 °/0 boete verschuldigd is, waarna te allen tijde zonder extra kosten kan worden afgelost. Wordt algemeen goedgevonden. Dan wordt, op voorscel van B. en W., algemeen goedgevonden een bedrag van omstreeks f 22.000.op de voor de gemeente meest gun stige wijze te beleggen in Nederlandsche of Nederlandsch-Indische Staatspapieren. Hierna is aan de orde: Benoeming van een lid van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur, wegens periodieke aftreding van het lid, den heer J. F. Ariaens. Hiervoor worden voorgedragen de heeren J. F. Ariaens en M- Goumans. Tot stemopnemers worden door den VOORZITTER aangewezen de heeren Poels en Millen. Na de stemmming blijkt, dat 14 stemmen zijn uitgebracht op J. F. Ariaens en 1 op M. Goumans, zoodat de heer Ariaens is herbenoemd tot lid van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur. Vervolgens wordt behandelda. Voorstel van B. en W. tot aankoop van een terreintje. Sectie E 2335 gedeeltelijk, gelegen bij den weg Oos trumWanssum, van J. L. H. Jenniskens te Oostrum en b. Voorstel van B. en W. tot het kosteloos beschikbaar stellen van dit terreintje aan de Stroomverkoop-Mij, gedurende den duur der concessie. De VOORZITTER zegt, dat mede in verband met de stichting van het Juvenaat aan den weg naar Wanssum, in de kom van Oostrum een transformatorhuisje moet worden gebouwd. Het voorgestelde stuk is wel het meest geschikte terrein hiervoor en de heer Jenniskens, van wiens tuin deze grond wordt afgenomen, waardoor het pand zeker f 100 minder waard wordt, was dan ook alléén bereid den grond af te geven, omdat deze, volgens verklaring der Stroomverkoop Mij., zoo bij uitstek gunstig voor den bouw van het transformatorhuisje is gelegen en hij zijn mede-inwoners ter wille wilde zijn. Wordt algemeen goedgevonden te besluiten overeenkomstig de voor stellen van B. en W. De heer VERMEULEN zegt in verband met de Abonné-fabrieken de vorige vergadering te hebben gezegd, zooals ook in de notulen staat, dat B. en W. deze zaak aan den Directeur der Arbeidsbeurs in handen hadden gegeven. Schols heeft hem echter opgebeld, dat dit niet juist was, doch dat hij uit eigen beweging er op uit is gegaan, omdat hij wat gehoord had. In zooverre meent Spreker dus het door hem in de vorige vergadering gesprokene te moeten redresseer en. Maar toch zou hij ook hier gaarne nog eens vernemen, hoe de juiste toedracht dezer zaak is. De waarheid ligt in het midden, antwoordt de VOORZITTER. Spreker had iets gehoord, maar had toen geen tijd er waren dien middag twee vergaderingen en toen heeft hij aan Schols gezegd, dat hij altijd voor de heeren te spreken zou zijn en hij reeds kon mededeelen, dat het Gemeentebestuur gaarne tot nader overleg bereid was. De heer ARTS zou eene beplanting willen aangebracht zien langs den weg bij de puinplaats, want nu wordt daar de geheele weg ontsierd. De VOORZITTER vindt dit geen kwaad idée. B. enW. zullen dan ook doen nagaan of het met niet te veel kosten mogelijk is. De heer MILLEN vraagt of de vrachtwagen-inschrijvingen nog eerst in den Raad komen, voordat gegund wordt. door JAMES OLIVER CURWOOD. 16. Mary Standish knikte tegen hem en glimlachte, terwijl ze het gesprek, dat zij blijkbaar met een naast haar zittende dame onderbroken had, weer voortzette. Het was de eerste maal, dat Alan haar van een dergelijken kant zag. Hij had niet de minste bedoeling de conversatie af te luisteren, doch er was iets in hem, wat hem er toe scheen te dwingen. Hij hoorde, dat de bewuste dame onderwijs ging geven op een inland- sche school te Noorvik, aan de Kobukrivier en dat zij gedurende vele jaren les had gegeven te Daw son en de geheele geschiedenis van Belinda Mulrooney kende. Hij maakte uit het gesprek op, dat Mary groote belangstelling aan den dag had gelegd, want hij hoorde, hoe juffrouw Robinson, de onder wijzeres, beloofde haar een foto, die ze van Belinda Mulrooney bezat, te zenden, indien juffrouw Standish haar adres wilde opgeven. Even aarzelde ze, toen antwoord de ze, dat ze nog niet zeker was van haar plaats van bestemming, maar dat zij juffrouw Rokinson naar Noorvik zou schrijven. U moet stellig uw belofte dan houden, drong juffrouw Standish aan. Ja zeker, ik zal mijn woord houden Alan kreeg een plotseling gevoel van opluchting, De woorden waren zoo zachtjes uitgesproken, dat hij vermoedde, dat ze liever niet had, dat hij die zou hooren. Blijkbaar hadden een paar uren slaap en de schoonheid van den morgen haar geestelijk evenwicht we^r hersteld en zijn gevoel van onrust verdween geheel. Alleen een dwaas zou nog een spoor van het tragische, dat den vorigen avond over haar had ge legen, kunnen ontdekken. Evenmin was er iets bijzonders aan haar te bemerken gedurende de lunch en hel. diner. Het overige gedeelte van den dag zag hij niets van haar en hij kreeg den indruk, dat zij hem opzet telijk vermeed. Het was hem verre van onaange naam. Dit gaf hem de gelegenheid zich met andere dingen bezig te houden. Hij begon een gesprek over de politiek van Alaska, rookte zijn zwarte pijp, zonder bang tè behoeven zijn, iemand er mede te hinderen en luisterde naar de conversatie aan boord met zulk een gevoel van op luchting, als hij sinds de ontmoeting met Mary Standish niet meer had gekend. Toen hij echter dien avond zijn gewone wandeling aan dek maakte, kwam er geleidelijk een eigenaardig gevoel van eenzaamheid over hem. Het was alsof er iets ontbrak. Het drong niet geheel tot hem door, wat dit was, toen hij plotseling als een levend bewijs, Mary Standish door Neen, zegt de VOORZITTER: de gunning is aan B. en W. De heer MILLEN acht den gevraagden wagen te zwaar en is van oordeel, dat de gemeente het wel met een lichtere af kan. De heer VAN HAREN meent, dat in de vorige vergadering wel gezegd is, dat een nieuwe vrachtwagen gekocht zou worden, doch hiertoe geen positief besluit is genomen. Zeker is dat besloten, zegt de VOORZITTERop eene desbetreffende vraag is nog geantwoord, dat allen plaatselijken autohandelaren gelegen-" heid zou worden gegeven hiervoor in te schrijven. De heer VAN HAREN meent ook, dat de gestelde eischen, waaraan de te leveren wagen moet voldoen, veel te zwaar zijner zijn eischen bij die onnoodig zijn en ook de inschrijving onnoodig duur maken. Een wagen heeft de gemeente noodig, doch waarom zoo'n dure en zware Er kan met een lichtere worden volstaan en dan de zware vrachten aanbesteden, dat is veel goedkooper. Bovendien zijn er ook eischen ge steld, waaraan niet alle toch goede wagens kunnen voldoen. De VOORZITTER zegt, dat alles goed zal worden bekeken vóórdat gegund wordtdaarbij wil Spreker hier uitdrukkelijk zeggen, dat alle wagens, die B. en W. goed lijken, in aanmerking kunnen komen. De heer VAN BOVEN vraagt of de kantonniers geen extra belooning meer krijgen voor de verkeerstellingen. Neen, zegt de VOORZITTER, dat heeft ook de Provincie afgeschaft en de kantonniers zijn toch waarlijk voldoende betaald. In tegenstelling met alle ambtenaren zijn de kantonniers ook niet gekort. De heer VAN BOVEIN zou dan, als de telling op een Zondag moet plaats hebben, een anderen vrijen dag geven. De VOORZITTER antwoordt, dat in verband met slecht weer geen enkel gemeente-ambtenaar zooveel vrije dagen heeft als juist de kanton niers; hij vindt het ergerlijk, dat onder de huidige omstandigheden zoo iets nog door de kantonniers wordt gevraagd. De heer VAN BOVEN merkt op dat iedereen ook graag goed weer heeft als hij vrij is of vacantie heeft. De heer MILLEN zegt, dat de tellingen als regel 's Zondags worden gehouden en zou daarom voor deze vrije dagen iets geven. De VOORZITTER acht dit niet noodig. De heer ODENHOVEN vraagt zoo spoedig mogelijk een oproeping te doen voor een hoofd van Gemeentewerken. De VOORZITTER antwoordt, dat nog in den loop der volgende week een oproeping zal geschieden voor een Directeur van Gemeentewerken. Verder vraagt de heer ODENHOVEN ook vermindering van pacht voor Arts, Zwart water, waarop de VOORZITTER antwoordt, dat deze naar billijkheid zal verminderd worden voor één jaar als daartoe aan leiding blijkt te zijn. De heer VAN BOVEN dankt voor de verlenging van het sluitingsuur ter gelegenheid van het Schuttersfeest. Spreker verzoekt echter eene verlenging van het sluitingsuur zoo mogelijk in het vervolg wat eerder bekend te maken, want nu zijn er caféhouders geweest, die hun klanten om elf uur wegstuurden, omdat zij niet wisten, dat de café's tot 12 uur mochten geopend zijn. Kan dit voortaan niet reeds 's morgens bekend gemaakt worden, vraagt Spreker. Dat kan niet altijd, antwoordt de VOORZITTER, want zoo'n verlen ging hangt van omstandigiheden af. Spreker zal echter zorgen, dat de menschen het voortaan zooveel mogelijk vóór elf uur weten. Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord ver langende, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed. ALS WE MAAR BRUINE BOONEN ATEN. PAN WERDEN WE ALLEMAAL KAMPIOENEN. LAAT DE BEZINNING WEERKEEREN. Ik heb in de krant wel eens lich telijk gespot met de overdrijvingen van sportenthousiasten en me daar mee de verdenking op den hals ge haald, dat ik de beteekenis van de sport en de waarde van sport- o ver winningen voor onze nationale glorie zou onderschatten. Men kan slechts ten onrechte aldus van me denken. Allerlei sporten heb ik prac- tisch beoefend, met kruipen ben ik begonnen, met loopen vervolgde ik vooral in mijn mobilisatiejaren op mijn eersten vrijen dag in Juni visch ik, bij hittegolf tempera tuur ga ik wel eens zwemmen indien ik me althans uit mijn luien stoel kan omhoog hijschen en 's winters eet ik bruine boonen. Dat laatste vooral moet als sportief worden aangemerkt. Mevrouw Braun, ik bedoel de moeder van Zus, ver kondigt het zeer beslist, dat ons land louter uit kampioenen zou bestaan, als we maar genoeg bruine boonen aten. Bij voorkeur rauw. Zus en Willy en Tini en Jopie, ze zijn allemaal recordhoudsters ge worden door het eten van bruine boonen; Dat onze Nederlandsche vlag ter Berlijnsche Olympiade zes malen aan den hoogsten mast is geheschen we danken het aan de bruine boonen. Als dan het Wilhelmus werd gespeeld, schoot ons van ontroering een bruine boon in de keel.... Ik ben als goed vaderlander ver de deur van haar hut zag komen en naar de verschansing loopen. Een oogenblik aarzelde hij, toen ging hij bedaard naar haar toe. Het is een bijzonder mooie dag geweest juffrouw Standish. En we zijn nog slechts enkele uren van Cordova verwijderd. Ze wendde het hoofd ternauwer nood om en bleef kalm naar de zee staren. Ja, een prachtige dag, mijnheer Holt, herhaalde zij. En Cordova is niet ver meer af. Toen vervolgde ze op dezelfde toonlooze wijze Ik wilde u nog even bedanken voor gisteravond, want door uw toedoen heb ik een gewichtig be sluit genomen. Ik vrees, dat ik u heelemaal niet geholpen heb. Het kwam hem voor, alsof er een lichte rilling door haar heen ging. Ik dacht, dat er twee mogelijk heden waren, maar u wees me, dat er slechts een was. Ze legde den nadruk op het woord „een''. Maar terwijl ze dit uitsprak, was er een merkbare tril ling in haar stem. Ik ben dwaas geweest, maar laten wij het alsjeblieft vergeten. Ik zou liever aan prettiger dingen wil len denken. Ik ben op het punt iets heel gewichtigs te gaan doen, waar voor ik al mijn moed noodig heb. U zult slagen, juffrouw Stan dish, zeide hij op overtuigende toon, In alles wat u onderneemt, zult u slagen, daar ben ik zeker van. Als Als u met dat gewichtige bedoelt uw onderneming om naar Alaska te komen, daar uw geluk te beproe ven een bestaan te verwerven dan zal het schitterend zijn dat vuld van dankbaaarheid jegens onze zwemsters en de brijine boonen, zonder welke laatste de eersten niets zouden zijn geweest. Dag-in dag-uit heb ik in de dagbladen gelezen, hoe ze onze „nationale eer" hebben ver dedigd in Berlijn, hoe ze daar „den naam van ons land" hebben hoog gehouden, hoe ze er zorgden, dat het kleine Nederland de heele wereld van ontzag vervulde. En ik heb er mijn hart over vastgehouden, wat er wel van volk en vaderland, Ir. Mus- sert incluis, terecht zou zijn gekomen, als Rie een seconde langer over de 100 watermeters zou hebben ge zwommen, kortomwat er zou zijn geschied, wanneer mevr. Braun niet toevallig haar bruine boonen uitvinding zou nebben gedaan. Gunst, laten we er toch eens om lachenHet doet zoo goed na al die inspanning van de enerveerende recordjagery. Ik heb overigens heusch wel waardeering voor wat onze meisjes presteerden, ik zie geen kans om na te doen, wat zij te zien gaven. Maar omgekeerd zijn er ook dingen, die ik beter kan dan zij het kunnen. Ik behoef er ge lukkig niet al te veel bruine boonen om te eten en niemand hijscht er de vlag voor. Wat ik even gelukkig als verstandig vind. Ik vind het op zich zelf niet erg, dat ze tijdens een Olympiade met vlaggen paradeeren en volksliederen zingen, zoo iets immers verhoogt de feestelijkheid van een geval. Maar wel meen ik het 'n beetje belachelijk en aanstellerij, dat velen zich gaan inbeelden, dat terecht de eer van ons volk en het aanzien van ons land zijn gemoeid met de seconde, die Willy, Rie, Tini of Jopie méér of minder over haar zwembaantje doen. Ons land heeft geleerden voortge bracht, die met hun vindingen de wereld in bepaald opzicht geweldig hebben beinvloed; Nederlandsche kunstenaars hebben werken gescha pen, welke de groote musea van alle landen der aarde elkaar betwisten; we hebben medici in ons midden ge had, die de lijdende mensehheid een zegen zijn geweest. Maar nóóit heb ben we ze met het Wilhelmus be groet. 't Is een mooi feest geweest, daar in Berlijn. Maar nu moeten we toch maar weer eens met beide voetjes op den grond zien te komen. Ook in het belang der betrokken meisjes. Zij zijn op al te jeugdigen leeftijd op 'n onwezenlijk hoog voetstuk geplaatst, we kunnen ze beter nu maar meteen omlaag helpen, dan dat we straks hulpeloos naar beneden laten staren, als de een na den ander, geboeid door nieuw opgekomen ster ren, is weggegaan. Heel die overmatige vereering van een paar stevig gespierde kinderen, dat gezoen en gesol, die adoratie, dat omkransen van de hoofden dier kin deren met een nationaal aureool, dient zoetjes-aan een einde aan te komen. Is het niet dwaas, dat persagent schappen het noodig hebben gevon den om de dagbladen te interessee ren voor de verlovingsaangelegenhe den van de zeventienjarige Rie Mas tenbroek Was de moeder van het meiske, door al de beloftooning en bewierooking van haar dochter, niet zóózeer uit haar evenwicht geslagen, dat ze zelf, in een intervieuw, de ver lovingsgeruchten oprakelde en datge ne aan de openbare meening als fei ten voorhield, wat twee jongelieden misschien enkel nog slechts als een toekomstmogelijkheid tegen elkaar hadden durven lispelen Enfin, deze indiscretie, welke slechts tot een persoonlijke desillusie van twee menschenkinderen heeft geleid, interesseert het publiek verder niet. Rie heeft met haar seconde winst een record gebroken; wat er van Rie's hart eventueel gebroken mocht zijn, is een nietswaardige bijzaak. Rie is weer terug onder moeders vleug.elen; moeder en dochter hebben wellicht haar kalmte en bezinning hervonden. Ik hoop, dat de jonge kampioene haar Berlijnsche weken als een mooie en interessante herin nering zal bewaren en dat ze genoeg zaam bruine boonen mag eten om met succes de vele levenswaarden na te streven, van welke de sport er slechts één en dan nog lang niet de belangrijkste is. kan ik u verzekeren. Voor een oogenblik zweeg ze en toen zeide zij Het onbekende heeft me altijd aangetrokken. Toen we gisteren te zamen in de bergen van Skagway liepen, stond ik op het punt om u een eigenaardig idee te vertellen dat ik heb Ik geloof, dat ik langen tijd geleden, toen Amerika nog heel jong was, al geleefd heb. Soms is dat gevoel zoo sterk, dat het bijna zekerheid voor mij wordt. Misschien is het bespottelijk van me, maar toen ik Skagway van uit de bergen te voorschijn zag komen, wist ik, dat ik eens ergens dat land schap vroeger gezien had. En ik heb er eigenaardige visioenen van gehad. Het is niet onmogelijk, dat er iets van krankzinnigheid in me is, maar het is mijn vertrouwen en u zelf, wat mij den moed geeft den gewich- tigen stap, dien ik mij voorgenomen heb, te doen. Plotseling echter keerde zij zich met vlammende oogen naar hem toe: U met uw wantrouwen en uw grofheid, ging ze voort met bevende stem, terwijl ze zich in haar volle lengte verhief. Ik had niet 't minste plan u dit te zeggen, mijnheer Holt doch nu u me de gelegenheid daartoe heeft gegeven, zal ik 't doen en u zult er nog aan terugdenken na morgen. Ik heb me tot u gewend omdat ik zoo dwaas was te denken, dat u anders wasevenals uw bergen. Ik heb hoog spel gespeeld en u op een voetstuk gezet, wijl ik meende, dat u menschen uw volle vertrouwen gaf, totdat u ontdekte, dat ze het onwaardig waren en ik heb verloren. HERINNERINGEN UIT DEN OORLOG. DAGEN VAN OPBLOEI EN NEERGANG. EEN KORTE GESCHIEDENIS. In verband met het feit dat het in 1935 250 jaar geleden was dat in de Achelsche Kluis het leven van gebed en boete een aanvang nam is een kort historisch overzicht ver schenen, waarin de voorgeschiedenis der huidige Cisterciënser Abdij „St. Benedictus," het recent verleden en heden behandeld worden. We doen hier en daar een greep uit deze interessante geschiedenis van de be- bekende abdij, die menigeen onzer lezers, vooral uit het Belgisch grens gebied, zal interesseeren. De „Achelsche Kluis" vindt haar oorsprong in den tijd der Hervorming, toen de Vereenigde Provinciën de katholieken vervolgden en de uit oefening van den godsdienst ver boden. Om aan de kneveling der protestanten te ontkomen bouwden de katholieken uit de Brabantsche grensstreek over de grens, op het Luiksche, kapellen, waar zij hun godsdienstoefeningen hielden. Zoo Toen vervolgde zij na eene korte pauze: Toen ik gisteravond in uw hut kwam.... wantrouwde u mij. U was boos en bang, Ja.bang voor iets, wat er met u zou kunnen gebeuren wat u niet wilde, dat u zou over komen. U dacht zelfs, dat ik iets onreins en leugenachtig was, wat u me ook trouwens gezegd heeft. Dat was niet billijk mijnheer Holt, het was heel onbillijk. Er zijn dingen, die ik u niet kan verklaren, en ik zei u, dat Rossland hiermee op de hoogte is. Ik heb niet alles voor u verborgen, Ik dacht, dat u hoog ge noeg stond om te begrijpen, dat ik u geen oneer aandeed door u mijn... vriendschap aan te bieden, ondanks het feit, dat ik na middernacht in uw hut ben gekomen. Oh, ik had zoo veel vertrouwen in mezelf, dat ik me niet kon voorstellen, dat ik niet voor een onrein en leugenachtig wezen zou worden gehouden. Groote God, riep hij uit. Wil toch naar me luisteren, juffrouw Standish. Ze verliet hem echter zoo plotse ling, dat zijn poging om haar tegen te houden, vruchteloos bleek en ze was al door de deur verdwenen, voor hij haar kon inhalen. Voor de tweede keer riep hij haar, doch 't kwam hem voor, alsof ze bijna voor hem wegrende. Hij gaf het op en bleef met ge balde vuisten in de duisternis staan, bijna even bleek als zij er kort te voren uitgezien had. Haar woorden hadden hem als met striemen geslagen. Op dat mo ment zag hij zelf heel duidelijk zijn innerlijke wezen, zooals zij 't zooeven geschilderd had en de waarheid ervan Vinding van Apotheker Dumont die geneeskrachtige stoffen op zoo danige wijze samenvoegde, dat daar uit ontstond een uiterst veelzijdig werkend middel, dat snel pijnen stilt, koorts verdrijft en onschadelijk is. Bovendien zijn het géén harde tablet ten, doch fijn en daardoor dadelijk oplossend poeder dat omgeven is door een smaakloos omhulsel van ouwel. Ge proeft niets! Geen maagpijnen! 1.10 tellen onder water houden 2. dan achterop de tong leggen 3. doorslikken met 'n teug water Wijze van innemen 52 cent per buisje van 12 stuks! AKKERTJES" werken zeer snel bij: Hoofdpijn, Kiespijn, Spier- pijn, Zenuwpijn, Vrouwen- pijn, Rheumatische pijnen, gevatte kou, Griep, enz. Volgens recept van Apotheker Dumont de katholieken in Valkenswaard, die 1648 de houten grenskapel te Achel bouwden. De eigenlijke stichting der Kluis dateert van 1685. Een jongeman N. Entersch stichtte met eenigegezellen een congregatie van Broeders-Ere mieten. Met hard werken en zwoegen ontgonnen deze de omgeving voor zoover dat mogelijk was tot bouw land en legden weiden en bosschen aan. Na veel geploeter konden ze aldus in eigen onderhoud en dat van vele armen voorzien. De Eremieten hielden zich later ook bezig met onderwys. Ze hadden een dagschool en kostschool. In 1718 althans wordt in de oude stukken van deze scholen melding gemaakt. Ook verpleegden ze zwakzinnigen. In 1736 werd de houten noodkerk afgebroken en vervangen door de tegenwoordige broederskerk. Na een eeuw van voorspoed kwa men de naweeën der Fransche revo lutie. Dit ziende aankomen hadden de kluizenaars reeds bij voorbaat een hoeve gebouwd op Nederlandsch gebied in 1790. Het is de bekende Leenderhoeve. Daarheen weken zij uit na de waardevolle stukken der abdy uitbesteed, verborgen of mee genomen te hebben. Men dacht spoe dig te mogen terugkeeren. In 1798 echter kocht Jan Diederik van Tuyll van Serooskerken, grondheer van Heeze-Leende en Zesgehuchten de heele bezitting voor een krats van de Franschen. De communiteit werd ontbonden en pachters in de kluis geplaatst. Het klooster werd omge vormd tot afspanning, die zeer bloeide dank zij de smokkelaars, douanen, soldaten, politiemannen en anderen langs de grens. Vooral de smokkelarij van jenever bloeide. Op 9 April 1845 werd het geheele goed teruggekocht door de Trappisten van West-Malle. Het landgoed was toen 96 H.A. groot. In Maart 1846 werd de kluis weer betrokken, en 21 Maart werd de St. Benedictus- abdij gesticht. De abdij kwam spoedig tot grooten bloei. Men begon met 34 man, maar het aantal bewoners breidde zich spoedig zeer sterk uit. Zoo zelfs dat 1883 de kloosters te Echt en Diepenveen konden gebouwd worden. Sinds 1913 heeft de kluis een opper vlakte van 217 H.A. 7 a. en 47 c.a. DE BEPROEVING VAN DEN OORLOG. Zooals de Broeders-Eremijten na een eeuw voorspoed niet gespaard vervulde hem met afgrijzen. Doch in een opzicht had ze het mis gehad. Hij meende verstandig, rechtvaardig en volgens zijn beste inzicht gehandeld te hebben. Als hij zich dus vergist had en opgetreden was als een vervloekte dwaas- Vastberaden ging hij op haar hut toe, om te trachten den verkeerden indruk, dien ze zich over hem had gevormd, weg te nemen. Hij zag geen licht branden en toen hij klopte, kreeg hij geen antwoord. Hij wachtte en klopte nog eens, scherp luisterend, of hij niets hoorde bewegen. Doch ieder oogenblik, dat hij nog langer wachtte, werd zijn verlangen om zich tegenover haar te recht vaardigen minder. Op het eind was hij zelfs blij, dat de deur niet geopend werd Hij maakte zichzelf wijs, dat juffrouw Standish binnen was en ongetwijfeld zou het feit. dat hij gekomen was, evenveel voor haar beteekenen, als een schuldbekentenis in woorden. Hij liep naar zijn hut, terwijl het gevoel, feitelijk door haar te zijn beleedigd, sterker in hem werd. Het was allemaal ontstaan door een alleronmogelijkst voorstel van haar kant, een feit, waarvoor hij niet aansprakelijk was. Hoe kon zij in 's hemels naam verwacht hebben, dat hij haar be hulpzaam zou zijn om het schip te ontvluchten en er voor te zorgen, dat iedereen aan boord meenen zou dat ze dood was Deze vraag was niet bij hem op gekomen en eerst nu begreep hij, dat dit toch niet kon. Hij lachte, hoewel hij echter verre van vroolijk was. WORDT VERVOLGD

Peel en Maas | 1936 | | pagina 5