TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Geluksdroom
AKKERTJES
Openbare vergadering van den Raad
der gemeente Venray,
gehouden op 30 Juli 1936, des nam. half 5.
FEUILLETON.
Ons weekpraatje.
De Achelsche Kluis
Een nieuwe pijnstiller
in een nieuwen vorm
Zaterdag 29 Augustus 1938
Zeven en vijftigste Jaargang No 35
VOORZITTERde heer O. L. P. van de Loo, burgemeester.
SECRETARISde heer A. F. M. van Haaren.
Tegenwoordig alle leden.
De VOORZITTER opent de vergadering met gebed, waarna de notulen
der vergadering van 24 Juni 1936 ongewijzigd worden vastgesteld.
De heer VERMEULEN vraagt, nog even op de notulen te mogen terug
komen.
De VOORZITTER verzoekt den heer Vermeulen hiermede te willen
wachten tot bij de rondvraag.
Bij de hierna gehouden trekking blijkt, dat no. 15 getrokken is, zoodat
bij stemmingen in deze vergadering no. 15 der presentielijst, i.e. de heer
Steeghs het eerst zijn stem moet uitbrengen.
Dan wordt aangeboden de rekening over 1935 en de balans per 31
December 1935 van den tak van dienst het bedrijf der Gasfabriek.
De VOORZITTER stelt voor eene Commissie van drie leden te benoe
men, die de rekening en balans kunnen onderzoeken en dan in de vol
gende vergadering verslag uitbrengen en vraagt of de Raad de benoe
ming aan zich wil houden. De Raadt vindt goed, dat de Voorzitter de
commissie benoemt, waarop deze aanwijst ae heeren L. J. van Haren,
M. Goumans en G. H. Reintjes.
Nog wordt aangeboden de rekening van het Algemeen Burgerlijk
Armbestuur over 1935 en de begrooting voor 1937.
De VOORZITTER stelt weer vcor eene commissie van drie leden te
benoemen, die de begrooting en rekening kunnen onderzoeken en dan
in de volgende vergadering verslag uitbrengen en wijst, wederom met
goedvinden van den Raad, als leden dezer commissie aan de heeren H.
J. A. Janssen, P. J. H. G. Poels en M. H. Arts.
Hierna gaat de Raad, op voorstel van den VOORZITTER, in geheime
zitting over.
Na heropening stelt de VOORZITTER aan de ordeVoorstel van B.
en W. tot het aangaan eener geldleening, groot f 20.600.bij notarieele
acte tegen een rente van 43/s P^ri.
De VOORZITTER zegt, dat deze leening dient ter bestrijding van den
uitkoop der pacht der aan L. A. F. Prins verpachte gronden (f 14.000),
den aanleg van een vloei veld (f 2.000) en de ontginning van 23 H.A.
woesten grond, voor zoover de kosten daarvan ten laste van den kapi-
taaldienst komen (f 4600.)
Het is ons gelukt, zegt Spreker, hiervoor door bemiddeling van Staal
en Co. te 's-Hage een gunstige offerte te krijgen, n.l. rente 43/s °/0,
pari-koers, looptijd 23 jaar in 1936 zal worden afgelost f 300—, in
1937, 1938 en 1939 jaarlijks f 800.in 1940 t./m. 1943 jaarlijks f 900.
in 1943 t./m. 1945 jaarlijks f 1000in 1946 t./m. 1949 jaarlijks f 1100.
in 1950 t./m. 1955 jaarlijks f 1200.en in de jaren 1956, 1957 en 1958
jaarlijks f 200.terwijl de provisie bedraagt en bij versterkte
aflossing gedurende de eerste 5 jaar 1 °/0 boete verschuldigd is, waarna
te allen tijde zonder extra kosten kan worden afgelost.
Wordt algemeen goedgevonden.
Dan wordt, op voorscel van B. en W., algemeen goedgevonden een
bedrag van omstreeks f 22.000.op de voor de gemeente meest gun
stige wijze te beleggen in Nederlandsche of Nederlandsch-Indische
Staatspapieren.
Hierna is aan de orde: Benoeming van een lid van het Algemeen
Burgerlijk Armbestuur, wegens periodieke aftreding van het lid, den
heer J. F. Ariaens.
Hiervoor worden voorgedragen de heeren J. F. Ariaens en M- Goumans.
Tot stemopnemers worden door den VOORZITTER aangewezen de
heeren Poels en Millen.
Na de stemmming blijkt, dat 14 stemmen zijn uitgebracht op J. F.
Ariaens en 1 op M. Goumans, zoodat de heer Ariaens is herbenoemd
tot lid van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur.
Vervolgens wordt behandelda. Voorstel van B. en W. tot aankoop
van een terreintje. Sectie E 2335 gedeeltelijk, gelegen bij den weg Oos
trumWanssum, van J. L. H. Jenniskens te Oostrum en b. Voorstel van
B. en W. tot het kosteloos beschikbaar stellen van dit terreintje aan
de Stroomverkoop-Mij, gedurende den duur der concessie.
De VOORZITTER zegt, dat mede in verband met de stichting van
het Juvenaat aan den weg naar Wanssum, in de kom van Oostrum een
transformatorhuisje moet worden gebouwd. Het voorgestelde stuk is
wel het meest geschikte terrein hiervoor en de heer Jenniskens, van
wiens tuin deze grond wordt afgenomen, waardoor het pand zeker f 100
minder waard wordt, was dan ook alléén bereid den grond af te geven,
omdat deze, volgens verklaring der Stroomverkoop Mij., zoo bij uitstek
gunstig voor den bouw van het transformatorhuisje is gelegen en hij
zijn mede-inwoners ter wille wilde zijn.
Wordt algemeen goedgevonden te besluiten overeenkomstig de voor
stellen van B. en W.
De heer VERMEULEN zegt in verband met de Abonné-fabrieken de
vorige vergadering te hebben gezegd, zooals ook in de notulen staat,
dat B. en W. deze zaak aan den Directeur der Arbeidsbeurs in handen
hadden gegeven. Schols heeft hem echter opgebeld, dat dit niet juist
was, doch dat hij uit eigen beweging er op uit is gegaan, omdat hij
wat gehoord had. In zooverre meent Spreker dus het door hem in de
vorige vergadering gesprokene te moeten redresseer en. Maar toch zou
hij ook hier gaarne nog eens vernemen, hoe de juiste toedracht dezer
zaak is.
De waarheid ligt in het midden, antwoordt de VOORZITTER. Spreker
had iets gehoord, maar had toen geen tijd er waren dien middag
twee vergaderingen en toen heeft hij aan Schols gezegd, dat hij
altijd voor de heeren te spreken zou zijn en hij reeds kon mededeelen,
dat het Gemeentebestuur gaarne tot nader overleg bereid was.
De heer ARTS zou eene beplanting willen aangebracht zien langs
den weg bij de puinplaats, want nu wordt daar de geheele weg ontsierd.
De VOORZITTER vindt dit geen kwaad idée. B. enW. zullen dan ook
doen nagaan of het met niet te veel kosten mogelijk is.
De heer MILLEN vraagt of de vrachtwagen-inschrijvingen nog eerst
in den Raad komen, voordat gegund wordt.
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
16.
Mary Standish knikte tegen hem
en glimlachte, terwijl ze het gesprek,
dat zij blijkbaar met een naast haar
zittende dame onderbroken had, weer
voortzette.
Het was de eerste maal, dat Alan
haar van een dergelijken kant zag.
Hij had niet de minste bedoeling de
conversatie af te luisteren, doch er
was iets in hem, wat hem er toe
scheen te dwingen.
Hij hoorde, dat de bewuste dame
onderwijs ging geven op een inland-
sche school te Noorvik, aan de
Kobukrivier en dat zij gedurende
vele jaren les had gegeven te Daw
son en de geheele geschiedenis van
Belinda Mulrooney kende.
Hij maakte uit het gesprek op, dat
Mary groote belangstelling aan den
dag had gelegd, want hij hoorde,
hoe juffrouw Robinson, de onder
wijzeres, beloofde haar een foto, die
ze van Belinda Mulrooney bezat, te
zenden, indien juffrouw Standish
haar adres wilde opgeven.
Even aarzelde ze, toen antwoord
de ze, dat ze nog niet zeker was
van haar plaats van bestemming,
maar dat zij juffrouw Rokinson naar
Noorvik zou schrijven.
U moet stellig uw belofte dan
houden, drong juffrouw Standish
aan.
Ja zeker, ik zal mijn woord
houden
Alan kreeg een plotseling gevoel
van opluchting, De woorden waren
zoo zachtjes uitgesproken, dat hij
vermoedde, dat ze liever niet had,
dat hij die zou hooren. Blijkbaar
hadden een paar uren slaap en de
schoonheid van den morgen haar
geestelijk evenwicht we^r hersteld
en zijn gevoel van onrust verdween
geheel.
Alleen een dwaas zou nog een
spoor van het tragische, dat den
vorigen avond over haar had ge
legen, kunnen ontdekken. Evenmin
was er iets bijzonders aan haar te
bemerken gedurende de lunch en hel.
diner. Het overige gedeelte van den
dag zag hij niets van haar en hij
kreeg den indruk, dat zij hem opzet
telijk vermeed.
Het was hem verre van onaange
naam. Dit gaf hem de gelegenheid
zich met andere dingen bezig te
houden. Hij begon een gesprek over
de politiek van Alaska, rookte zijn
zwarte pijp, zonder bang tè behoeven
zijn, iemand er mede te hinderen en
luisterde naar de conversatie aan
boord met zulk een gevoel van op
luchting, als hij sinds de ontmoeting
met Mary Standish niet meer had
gekend.
Toen hij echter dien avond zijn
gewone wandeling aan dek maakte,
kwam er geleidelijk een eigenaardig
gevoel van eenzaamheid over hem.
Het was alsof er iets ontbrak. Het
drong niet geheel tot hem door, wat
dit was, toen hij plotseling als een
levend bewijs, Mary Standish door
Neen, zegt de VOORZITTER: de gunning is aan B. en W.
De heer MILLEN acht den gevraagden wagen te zwaar en is van
oordeel, dat de gemeente het wel met een lichtere af kan.
De heer VAN HAREN meent, dat in de vorige vergadering wel gezegd
is, dat een nieuwe vrachtwagen gekocht zou worden, doch hiertoe geen
positief besluit is genomen.
Zeker is dat besloten, zegt de VOORZITTERop eene desbetreffende
vraag is nog geantwoord, dat allen plaatselijken autohandelaren gelegen-"
heid zou worden gegeven hiervoor in te schrijven.
De heer VAN HAREN meent ook, dat de gestelde eischen, waaraan
de te leveren wagen moet voldoen, veel te zwaar zijner zijn eischen
bij die onnoodig zijn en ook de inschrijving onnoodig duur maken. Een
wagen heeft de gemeente noodig, doch waarom zoo'n dure en zware
Er kan met een lichtere worden volstaan en dan de zware vrachten
aanbesteden, dat is veel goedkooper. Bovendien zijn er ook eischen ge
steld, waaraan niet alle toch goede wagens kunnen voldoen.
De VOORZITTER zegt, dat alles goed zal worden bekeken vóórdat
gegund wordtdaarbij wil Spreker hier uitdrukkelijk zeggen, dat alle
wagens, die B. en W. goed lijken, in aanmerking kunnen komen.
De heer VAN BOVEN vraagt of de kantonniers geen extra belooning
meer krijgen voor de verkeerstellingen.
Neen, zegt de VOORZITTER, dat heeft ook de Provincie afgeschaft
en de kantonniers zijn toch waarlijk voldoende betaald. In tegenstelling
met alle ambtenaren zijn de kantonniers ook niet gekort.
De heer VAN BOVEIN zou dan, als de telling op een Zondag moet
plaats hebben, een anderen vrijen dag geven.
De VOORZITTER antwoordt, dat in verband met slecht weer geen
enkel gemeente-ambtenaar zooveel vrije dagen heeft als juist de kanton
niers; hij vindt het ergerlijk, dat onder de huidige omstandigheden zoo
iets nog door de kantonniers wordt gevraagd.
De heer VAN BOVEN merkt op dat iedereen ook graag goed weer
heeft als hij vrij is of vacantie heeft.
De heer MILLEN zegt, dat de tellingen als regel 's Zondags worden
gehouden en zou daarom voor deze vrije dagen iets geven.
De VOORZITTER acht dit niet noodig.
De heer ODENHOVEN vraagt zoo spoedig mogelijk een oproeping te
doen voor een hoofd van Gemeentewerken.
De VOORZITTER antwoordt, dat nog in den loop der volgende week
een oproeping zal geschieden voor een Directeur van Gemeentewerken.
Verder vraagt de heer ODENHOVEN ook vermindering van pacht
voor Arts, Zwart water, waarop de VOORZITTER antwoordt, dat deze
naar billijkheid zal verminderd worden voor één jaar als daartoe aan
leiding blijkt te zijn.
De heer VAN BOVEN dankt voor de verlenging van het sluitingsuur
ter gelegenheid van het Schuttersfeest. Spreker verzoekt echter eene
verlenging van het sluitingsuur zoo mogelijk in het vervolg wat eerder
bekend te maken, want nu zijn er caféhouders geweest, die hun klanten
om elf uur wegstuurden, omdat zij niet wisten, dat de café's tot 12 uur
mochten geopend zijn.
Kan dit voortaan niet reeds 's morgens bekend gemaakt worden,
vraagt Spreker.
Dat kan niet altijd, antwoordt de VOORZITTER, want zoo'n verlen
ging hangt van omstandigiheden af. Spreker zal echter zorgen, dat de
menschen het voortaan zooveel mogelijk vóór elf uur weten.
Niets meer aan de orde zijnde en geen der leden nog het woord ver
langende, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed.
ALS WE MAAR BRUINE
BOONEN ATEN.
PAN WERDEN WE ALLEMAAL
KAMPIOENEN.
LAAT DE BEZINNING
WEERKEEREN.
Ik heb in de krant wel eens lich
telijk gespot met de overdrijvingen
van sportenthousiasten en me daar
mee de verdenking op den hals ge
haald, dat ik de beteekenis van de
sport en de waarde van sport-
o ver winningen voor onze nationale
glorie zou onderschatten. Men kan
slechts ten onrechte aldus van me
denken. Allerlei sporten heb ik prac-
tisch beoefend, met kruipen ben
ik begonnen, met loopen vervolgde
ik vooral in mijn mobilisatiejaren
op mijn eersten vrijen dag in
Juni visch ik, bij hittegolf tempera
tuur ga ik wel eens zwemmen
indien ik me althans uit mijn luien
stoel kan omhoog hijschen en
's winters eet ik bruine boonen.
Dat laatste vooral moet als sportief
worden aangemerkt. Mevrouw Braun,
ik bedoel de moeder van Zus, ver
kondigt het zeer beslist, dat ons land
louter uit kampioenen zou bestaan,
als we maar genoeg bruine boonen
aten. Bij voorkeur rauw.
Zus en Willy en Tini en Jopie, ze
zijn allemaal recordhoudsters ge
worden door het eten van bruine
boonen; Dat onze Nederlandsche vlag
ter Berlijnsche Olympiade zes malen
aan den hoogsten mast is geheschen
we danken het aan de bruine
boonen. Als dan het Wilhelmus werd
gespeeld, schoot ons van ontroering
een bruine boon in de keel....
Ik ben als goed vaderlander ver
de deur van haar hut zag komen en
naar de verschansing loopen. Een
oogenblik aarzelde hij, toen ging hij
bedaard naar haar toe.
Het is een bijzonder mooie dag
geweest juffrouw Standish. En we
zijn nog slechts enkele uren van
Cordova verwijderd.
Ze wendde het hoofd ternauwer
nood om en bleef kalm naar de zee
staren.
Ja, een prachtige dag, mijnheer
Holt, herhaalde zij. En Cordova is
niet ver meer af. Toen vervolgde ze
op dezelfde toonlooze wijze
Ik wilde u nog even bedanken
voor gisteravond, want door uw
toedoen heb ik een gewichtig be
sluit genomen.
Ik vrees, dat ik u heelemaal
niet geholpen heb.
Het kwam hem voor, alsof er een
lichte rilling door haar heen ging.
Ik dacht, dat er twee mogelijk
heden waren, maar u wees me, dat
er slechts een was.
Ze legde den nadruk op het
woord „een''. Maar terwijl ze dit
uitsprak, was er een merkbare tril
ling in haar stem.
Ik ben dwaas geweest, maar
laten wij het alsjeblieft vergeten. Ik
zou liever aan prettiger dingen wil
len denken. Ik ben op het punt iets
heel gewichtigs te gaan doen, waar
voor ik al mijn moed noodig heb.
U zult slagen, juffrouw Stan
dish, zeide hij op overtuigende toon,
In alles wat u onderneemt, zult u
slagen, daar ben ik zeker van. Als
Als u met dat gewichtige bedoelt
uw onderneming om naar Alaska te
komen, daar uw geluk te beproe
ven een bestaan te verwerven
dan zal het schitterend zijn dat
vuld van dankbaaarheid jegens onze
zwemsters en de brijine boonen,
zonder welke laatste de eersten niets
zouden zijn geweest. Dag-in dag-uit
heb ik in de dagbladen gelezen, hoe
ze onze „nationale eer" hebben ver
dedigd in Berlijn, hoe ze daar „den
naam van ons land" hebben hoog
gehouden, hoe ze er zorgden, dat het
kleine Nederland de heele wereld
van ontzag vervulde. En ik heb er
mijn hart over vastgehouden, wat er
wel van volk en vaderland, Ir. Mus-
sert incluis, terecht zou zijn gekomen,
als Rie een seconde langer over de
100 watermeters zou hebben ge
zwommen, kortomwat er zou
zijn geschied, wanneer mevr. Braun
niet toevallig haar bruine boonen
uitvinding zou nebben gedaan.
Gunst, laten we er toch eens om
lachenHet doet zoo goed na al die
inspanning van de enerveerende
recordjagery. Ik heb overigens
heusch wel waardeering voor wat
onze meisjes presteerden, ik zie
geen kans om na te doen, wat zij
te zien gaven. Maar omgekeerd zijn
er ook dingen, die ik beter kan
dan zij het kunnen. Ik behoef er ge
lukkig niet al te veel bruine boonen
om te eten en niemand hijscht er de
vlag voor. Wat ik even gelukkig als
verstandig vind.
Ik vind het op zich zelf niet erg,
dat ze tijdens een Olympiade met
vlaggen paradeeren en volksliederen
zingen, zoo iets immers verhoogt
de feestelijkheid van een geval. Maar
wel meen ik het 'n beetje belachelijk
en aanstellerij, dat velen zich gaan
inbeelden, dat terecht de eer van ons
volk en het aanzien van ons land
zijn gemoeid met de seconde, die
Willy, Rie, Tini of Jopie méér of
minder over haar zwembaantje doen.
Ons land heeft geleerden voortge
bracht, die met hun vindingen de
wereld in bepaald opzicht geweldig
hebben beinvloed; Nederlandsche
kunstenaars hebben werken gescha
pen, welke de groote musea van alle
landen der aarde elkaar betwisten;
we hebben medici in ons midden ge
had, die de lijdende mensehheid een
zegen zijn geweest. Maar nóóit heb
ben we ze met het Wilhelmus be
groet.
't Is een mooi feest geweest, daar
in Berlijn. Maar nu moeten we toch
maar weer eens met beide voetjes
op den grond zien te komen. Ook in
het belang der betrokken meisjes. Zij
zijn op al te jeugdigen leeftijd op 'n
onwezenlijk hoog voetstuk geplaatst,
we kunnen ze beter nu maar
meteen omlaag helpen, dan dat we
straks hulpeloos naar beneden
laten staren, als de een na den ander,
geboeid door nieuw opgekomen ster
ren, is weggegaan.
Heel die overmatige vereering van
een paar stevig gespierde kinderen,
dat gezoen en gesol, die adoratie, dat
omkransen van de hoofden dier kin
deren met een nationaal aureool,
dient zoetjes-aan een einde aan
te komen.
Is het niet dwaas, dat persagent
schappen het noodig hebben gevon
den om de dagbladen te interessee
ren voor de verlovingsaangelegenhe
den van de zeventienjarige Rie Mas
tenbroek Was de moeder van het
meiske, door al de beloftooning en
bewierooking van haar dochter, niet
zóózeer uit haar evenwicht geslagen,
dat ze zelf, in een intervieuw, de ver
lovingsgeruchten oprakelde en datge
ne aan de openbare meening als fei
ten voorhield, wat twee jongelieden
misschien enkel nog slechts als een
toekomstmogelijkheid tegen elkaar
hadden durven lispelen
Enfin, deze indiscretie, welke slechts
tot een persoonlijke desillusie van
twee menschenkinderen heeft geleid,
interesseert het publiek verder niet.
Rie heeft met haar seconde winst
een record gebroken; wat er van
Rie's hart eventueel gebroken mocht
zijn, is een nietswaardige bijzaak.
Rie is weer terug onder moeders
vleug.elen; moeder en dochter hebben
wellicht haar kalmte en bezinning
hervonden. Ik hoop, dat de jonge
kampioene haar Berlijnsche weken
als een mooie en interessante herin
nering zal bewaren en dat ze genoeg
zaam bruine boonen mag eten om
met succes de vele levenswaarden na
te streven, van welke de sport er
slechts één en dan nog lang niet
de belangrijkste is.
kan ik u verzekeren.
Voor een oogenblik zweeg ze en
toen zeide zij
Het onbekende heeft me altijd
aangetrokken. Toen we gisteren te
zamen in de bergen van Skagway
liepen, stond ik op het punt om u
een eigenaardig idee te vertellen dat
ik heb Ik geloof, dat ik langen tijd
geleden, toen Amerika nog heel jong
was, al geleefd heb. Soms is dat
gevoel zoo sterk, dat het bijna
zekerheid voor mij wordt. Misschien
is het bespottelijk van me, maar toen
ik Skagway van uit de bergen te
voorschijn zag komen, wist ik, dat
ik eens ergens dat land
schap vroeger gezien had. En ik heb
er eigenaardige visioenen van gehad.
Het is niet onmogelijk, dat er iets
van krankzinnigheid in me is, maar
het is mijn vertrouwen en u zelf,
wat mij den moed geeft den gewich-
tigen stap, dien ik mij voorgenomen
heb, te doen.
Plotseling echter keerde zij zich
met vlammende oogen naar hem
toe:
U met uw wantrouwen en uw
grofheid, ging ze voort met bevende
stem, terwijl ze zich in haar volle
lengte verhief. Ik had niet 't minste
plan u dit te zeggen, mijnheer Holt
doch nu u me de gelegenheid
daartoe heeft gegeven, zal ik 't doen
en u zult er nog aan terugdenken
na morgen. Ik heb me tot u gewend
omdat ik zoo dwaas was te denken,
dat u anders wasevenals uw
bergen. Ik heb hoog spel gespeeld
en u op een voetstuk gezet, wijl ik
meende, dat u menschen uw volle
vertrouwen gaf, totdat u ontdekte,
dat ze het onwaardig waren en
ik heb verloren.
HERINNERINGEN UIT DEN
OORLOG.
DAGEN VAN OPBLOEI EN
NEERGANG.
EEN KORTE GESCHIEDENIS.
In verband met het feit dat het
in 1935 250 jaar geleden was dat in
de Achelsche Kluis het leven van
gebed en boete een aanvang nam is
een kort historisch overzicht ver
schenen, waarin de voorgeschiedenis
der huidige Cisterciënser Abdij „St.
Benedictus," het recent verleden en
heden behandeld worden. We doen
hier en daar een greep uit deze
interessante geschiedenis van de be-
bekende abdij, die menigeen onzer
lezers, vooral uit het Belgisch grens
gebied, zal interesseeren.
De „Achelsche Kluis" vindt haar
oorsprong in den tijd der Hervorming,
toen de Vereenigde Provinciën de
katholieken vervolgden en de uit
oefening van den godsdienst ver
boden. Om aan de kneveling der
protestanten te ontkomen bouwden
de katholieken uit de Brabantsche
grensstreek over de grens, op het
Luiksche, kapellen, waar zij hun
godsdienstoefeningen hielden. Zoo
Toen vervolgde zij na eene korte
pauze:
Toen ik gisteravond in uw hut
kwam.... wantrouwde u mij. U was
boos en bang, Ja.bang voor iets,
wat er met u zou kunnen gebeuren
wat u niet wilde, dat u zou over
komen. U dacht zelfs, dat ik iets
onreins en leugenachtig was, wat u
me ook trouwens gezegd heeft. Dat
was niet billijk mijnheer Holt, het
was heel onbillijk. Er zijn dingen,
die ik u niet kan verklaren, en ik
zei u, dat Rossland hiermee op de
hoogte is. Ik heb niet alles voor u
verborgen, Ik dacht, dat u hoog ge
noeg stond om te begrijpen, dat ik
u geen oneer aandeed door u mijn...
vriendschap aan te bieden, ondanks
het feit, dat ik na middernacht in uw
hut ben gekomen. Oh, ik had zoo
veel vertrouwen in mezelf, dat ik
me niet kon voorstellen, dat ik niet
voor een onrein en leugenachtig
wezen zou worden gehouden.
Groote God, riep hij uit. Wil
toch naar me luisteren, juffrouw
Standish.
Ze verliet hem echter zoo plotse
ling, dat zijn poging om haar tegen
te houden, vruchteloos bleek en ze
was al door de deur verdwenen,
voor hij haar kon inhalen.
Voor de tweede keer riep hij
haar, doch 't kwam hem voor, alsof
ze bijna voor hem wegrende.
Hij gaf het op en bleef met ge
balde vuisten in de duisternis staan,
bijna even bleek als zij er kort te
voren uitgezien had.
Haar woorden hadden hem als
met striemen geslagen. Op dat mo
ment zag hij zelf heel duidelijk zijn
innerlijke wezen, zooals zij 't zooeven
geschilderd had en de waarheid ervan
Vinding van Apotheker Dumont
die geneeskrachtige stoffen op zoo
danige wijze samenvoegde, dat daar
uit ontstond een uiterst veelzijdig
werkend middel, dat snel pijnen stilt,
koorts verdrijft en onschadelijk is.
Bovendien zijn het géén harde tablet
ten, doch fijn en daardoor dadelijk
oplossend poeder dat omgeven is door
een smaakloos omhulsel van ouwel.
Ge proeft niets! Geen maagpijnen!
1.10 tellen onder water houden
2. dan achterop de tong leggen
3. doorslikken met 'n teug water
Wijze van
innemen
52 cent per buisje van 12 stuks!
AKKERTJES" werken zeer snel bij:
Hoofdpijn, Kiespijn, Spier-
pijn, Zenuwpijn, Vrouwen-
pijn, Rheumatische pijnen,
gevatte kou, Griep, enz.
Volgens recept van Apotheker Dumont
de katholieken in Valkenswaard, die
1648 de houten grenskapel te
Achel bouwden.
De eigenlijke stichting der Kluis
dateert van 1685. Een jongeman N.
Entersch stichtte met eenigegezellen
een congregatie van Broeders-Ere
mieten. Met hard werken en zwoegen
ontgonnen deze de omgeving voor
zoover dat mogelijk was tot bouw
land en legden weiden en bosschen
aan. Na veel geploeter konden ze
aldus in eigen onderhoud en dat van
vele armen voorzien.
De Eremieten hielden zich later
ook bezig met onderwys. Ze hadden
een dagschool en kostschool. In 1718
althans wordt in de oude stukken
van deze scholen melding gemaakt.
Ook verpleegden ze zwakzinnigen.
In 1736 werd de houten noodkerk
afgebroken en vervangen door de
tegenwoordige broederskerk.
Na een eeuw van voorspoed kwa
men de naweeën der Fransche revo
lutie. Dit ziende aankomen hadden
de kluizenaars reeds bij voorbaat
een hoeve gebouwd op Nederlandsch
gebied in 1790. Het is de bekende
Leenderhoeve. Daarheen weken zij
uit na de waardevolle stukken der
abdy uitbesteed, verborgen of mee
genomen te hebben. Men dacht spoe
dig te mogen terugkeeren. In 1798
echter kocht Jan Diederik van Tuyll
van Serooskerken, grondheer van
Heeze-Leende en Zesgehuchten de
heele bezitting voor een krats van
de Franschen. De communiteit werd
ontbonden en pachters in de kluis
geplaatst. Het klooster werd omge
vormd tot afspanning, die zeer bloeide
dank zij de smokkelaars, douanen,
soldaten, politiemannen en anderen
langs de grens. Vooral de smokkelarij
van jenever bloeide.
Op 9 April 1845 werd het geheele
goed teruggekocht door de Trappisten
van West-Malle. Het landgoed was
toen 96 H.A. groot. In Maart 1846
werd de kluis weer betrokken, en
21 Maart werd de St. Benedictus-
abdij gesticht.
De abdij kwam spoedig tot grooten
bloei. Men begon met 34 man, maar
het aantal bewoners breidde zich
spoedig zeer sterk uit. Zoo zelfs dat
1883 de kloosters te Echt en
Diepenveen konden gebouwd worden.
Sinds 1913 heeft de kluis een opper
vlakte van 217 H.A. 7 a. en 47 c.a.
DE BEPROEVING VAN DEN
OORLOG.
Zooals de Broeders-Eremijten na
een eeuw voorspoed niet gespaard
vervulde hem met afgrijzen.
Doch in een opzicht had ze het
mis gehad. Hij meende verstandig,
rechtvaardig en volgens zijn beste
inzicht gehandeld te hebben. Als hij
zich dus vergist had en opgetreden
was als een vervloekte dwaas-
Vastberaden ging hij op haar hut
toe, om te trachten den verkeerden
indruk, dien ze zich over hem had
gevormd, weg te nemen.
Hij zag geen licht branden en toen
hij klopte, kreeg hij geen antwoord.
Hij wachtte en klopte nog eens,
scherp luisterend, of hij niets hoorde
bewegen.
Doch ieder oogenblik, dat hij nog
langer wachtte, werd zijn verlangen
om zich tegenover haar te recht
vaardigen minder.
Op het eind was hij zelfs blij, dat
de deur niet geopend werd Hij
maakte zichzelf wijs, dat juffrouw
Standish binnen was en ongetwijfeld
zou het feit. dat hij gekomen was,
evenveel voor haar beteekenen, als
een schuldbekentenis in woorden.
Hij liep naar zijn hut, terwijl het
gevoel, feitelijk door haar te zijn
beleedigd, sterker in hem werd.
Het was allemaal ontstaan door
een alleronmogelijkst voorstel van
haar kant, een feit, waarvoor hij niet
aansprakelijk was.
Hoe kon zij in 's hemels naam
verwacht hebben, dat hij haar be
hulpzaam zou zijn om het schip te
ontvluchten en er voor te zorgen,
dat iedereen aan boord meenen zou
dat ze dood was
Deze vraag was niet bij hem op
gekomen en eerst nu begreep hij,
dat dit toch niet kon. Hij lachte,
hoewel hij echter verre van vroolijk
was. WORDT VERVOLGD