TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS mm De jeugd en de moderne slavernij. FEUILLETON. Geluksdroom Middenstands- crediet. Vergadering Ver- koopvereeniging. Zaterdag 22 Augustus 1936 Zeven en vijftigste Jaargang No 34 Geluk ligt niet in de moderne slavernij der gebruiksvoor werpen. Tevredenheid de groote factor. Onmogelijk, zonder een bestaans-minimum. De bekende pastoor Fiedler, wiens boeken zulk een opgang hebben gemaakt, geeft in het laatst verschenen boek „Vaarwel" aan de jeugdige reizigers voor het afleggen van de aardsche baan menigen wenk en „reis wijzer" mee. We lezen in dat werk kostelijke dingen over den vooruitgang, waarvan iederjongmensch droomt Na een uitvoerig woord over reizen le en 3e klas vervolgt hij „Natuurlijk is het vooruitgaan in wagenklasse tenslotte niet te verachten. Zonder beeldspraak de zuiver uiterlijke, de materieele en sociale vooruitgang. Wie leer ling is, wil gezel wordenwie gezel is, wil meester worden. Wie afhankelijk is, wil zooveel mogelijk onafhankelijk zijn. Wie dertig gulden per week verdient, wil het graag tot zestig brengen. Dat is duidelijk. Een groot deel van onze huidige ellende is ontstaan, doordat aan millioenen men schen iedere mogelijkheid tot socialen vooruitgang werd ont nomen. De strijd, dien deze millioenen voeren om de ver betering hunner levensvoor waarden en vooruitzichten, moest op de sympathie en den daadwerkelijken steun kunnen rekenen van ieder weldenkend mensch. Maar zelfs, wanneer ieder de mogelijk zou bezitten, zijn positie en daarmee zijn levensomstandig heden belangrijk te verbeteren, dan zou daarmee nog geen garan tie gegeven zijn, dat de mensch- heid ook werkelijk gelukkig werd. Er is inderdaad een bestaans minimum beneden hetwelk geluk en tevredenheid zoo goed als automatisch ophouden waar bij- da voor niets anders plaats over blijft, dan voor de eeuwig onrust, den dagelijkschen strijd en bittere zorg voor het noodzakelijke om te leven. Maar er bevindt zich op den barometer, die de hoogte der maatschappelijke positie, de grootte van het inkomen, het getal der kamers en de waarde van de woninginrichting aangeeft, nergens een streep of een getal, waar de blauwe hemel van geluk en tevredenheid begint. Afgezien van die onderste grens, waar alles zoo dicht gehuld is in den zwartgrauwen mantel van de zorg, dat geen zon meer tot den mensch kan doordringen, zijn geluk en tevredenheid veel meer afhankelijk van innerlijke, dan van uiterlijke faktoren. Laat u toch niet wijsmaken, dat de mensch gelukkiger wordt, wanneer hij in plaats van katoenen gordijnen Fransche zijden stores voor zijn ramen heeft hangen. Men kan op een houten krat zitten, erwtensoep eten uit een door JAMES OLIVER CURWOOD. 15. In den laatsten blik van haar oogen had hij echter iets ontdekt, wat ze in zijn hut niet had verraden niettegenstaande ze glimlachte, was het, alsof er in haar betraande oogen iets van pijn lag, een trotsche smart, mogelijk wel een glimpje van vernedering.... of kon het misschien zijn een gevoel van medelijden voor hem 7 Hij was er niet zeker van. Maar het was in elk geval geen wanhoop. Geen oogenblik was ze. noch in woord, noch in blik zwak geweest, zelfs niet, toen de tranen in haar oogen sprongen en langzamerhand begon het tot hem door te dringen, dat het niet Mary Standish was, doch hijzelf, die de zwakke rol dezen avond gespeeld had Een gevoel, niet geheel vrij van schaamte, kwam over hem. Aan den eenen kant ver onderstelde hij, dat hij haar tegen gevallen was en aan den anderen kant was hij dan toch in haar oogen blikken bord, en toch het gevoel hebben, dat de lucht vol is van zingende violen. Telkens opnieuw vervallen de menschen in den ouden waan, dat vermeerdering van comfort ook vermeerdering van geluk beteekent. En dan begint de klopjacht. Jacht naar het geluk heet die komedie. Doch de mensch is niet de jager, maar het arme wild. Door verkeerde geluksvoorstel lingen wordt hij door zijn leven gejaagd. Van vurenhout naar eiken meubels, van eiken naar mahonie, en naar ja, hoe heet de volgende dure houtsoort Want de hoofdzaak is, dat het méér kost. Hoe duurder hoe fijner, en de meest verfijnde man is hij, die zich het duurste kan aanschaffen. Het omhoogklimmen langs de geluksladder van aard appels en haring tot kaviaar en wijn in ijs 1 Van kraanwater en af en toe een glas bier tot aan de Fransche champagne. Geluk kig de vrouw, die zich iedere maand een nieuwen hoed en alle veertien dagen een paar nieuwe schoenen kan koopen. Bijna een eeuw lang zijn luxe en geluk als identiek beschouwd. De steeds meer opkomende ge- illustreerde bladen hebben daar krachtig toe bijgedragen. Het leven van de bovenste tienduizend bij wie het geld geen rol meer speelt, was het voortdurend aktueele platenmateriaal van mil lioenen tijdschriftexemplaren, die week in week uit onder het volk worden verspreid. „Dat zijn de gelukkige menschen. Zoo moesten we het heben, dan was alles goed." Wanneer je het tenminste maar tot 'n eigen auto kon bren gen 1 Maar dan begint de wed loop opnieuwvan het Fordje tot aan de Rolls-Royce. Bijna geheel Europa (over Amerika praten we niet eens) is gegrepen door den waan, dat het geluk van den mensch van buitenaf komt, dat het door vermenigvuldiging en verfijning der gebruiksvoorwerpen kan worden verhoogd. Natuurlijk werd deze waan nog meer gehuldigd, sinds zooveel menschen door de stijgende ver- proletariseering tot een levenspeil zijn omlaag gedrukt, waar de nijpende zorgen voor het dage- lijksch brood, voor woning en kleeding, werkelijk ieder levens geluk onmogelijk maken. Wat ligt bij deze millioenen en nog eens millioenen meer voor de hand, dan de verlossing van deze zorgen, van dezen eeuwigen druk, als hetgeluk te beschouwen? Of de jeugd van tegenwoordig inzicht en moed genoeg zal be zitten, om zich van deze slavernij der gebruiksvoorwerpen te be vrijden Tegen den algemeenen oppervlakkigen geest en haar reclame in Ons citaat is al lang genoeg. Men leze echter het boek zelf (uitgave Paul Brand, Hilversum) en dan zal men spoedig ervaren, waar het ware levensgeluk ligt. Geluk is ten slotte niets anders dan tevredenheid, maar deze eenvoudige waarheid schijnt in onzen tijd vergeten. En toch, hoe niet zoo'n groote dwaas, als ze wel gedacht had. Daaromtrent kon hij het nog niet met zichzelf eens wor den. Het was wellicht de eerste keer, dat hij zich zoo verdiept had in de bestudeering van een vrouw. Dat was iets, wat allerminst in zijn lijn lag. Maar geboren en groot gebracht in de vrije natuur, was het voor hem even gemakkelijk om moed te onder scheiden als om te ademen. En hoe meer hij er over nadacht, hoe meer hij zichzelf moest bekennen, dat de moed van het meisje buitengewoon was. De gedachte aan haar kalmte en rustige weigering om haar zaak met meer warmte te bepleiten, bracht hem even daarna wat troost. Volgens hem zou een jonge, mooie vrouw, die werkelijk den dood voor oogen had, met grootere kracht op zijn hulp aangedrongen hebben. Haar dreigement, toen hij het feit met kalme, koele oogen bekeek, was waarschijnlijk uitgesproken onder den indruk van het oogenblik, en om zijn beslissing te verhaasten. Natuurlijk had ze het niet gemeend De gedachte, dat een meisje als Mary Standish zelfmoord zou plegen, was eenvoudig belachelijk. Haar rustige en wondermooie oogen, haar schoon heid en de opvallende zorg, die ze aan haar uiterlijk besteedde, waren in volmaakte tegenspraak met een dergelijke veronderstelling. Heel dap per was ze tot hem gekomen, daar aan bestond geen twijfel. Doch ze makkelijk kon het gros der men schen buiten de hierboven genoemde „uiterste grens", waar van ook St. Thomas spreekt dat geluk bemachtigen, als men maar intijds leerde, zijn innerlijke eischen te betoomen. In de eerste plaats wordt mid- denstands-crediet verleend door de middenstandsbanken. Voor deze banken geldt en dit is volkomen logisch vanwege het werken met gelden van der den de gewone banknorm voor het uitieenen van gelden. Zeker heid moet worden gesteld van prima zakelijk gehalte (onderpand borgen etc.), het crediet is opzeg baar, terwijl de onkostenrekening het noodzakelijk maakt, geen geld uit te leenen onder een bepaald bedrag. Komt men daaronder, dan heeft de transactie geen aan trekkelijkheid voor de midden- standsbank. Teneinde verschillende midden standers door de crisis heen te helpen, heeft de Regeering ten behoeve van de middenstands- banken een crediet-garantie ge geven voor leeningen aan vol waardige. gezonde middenstands- bedrijven, welke tijdelijk door de crisis zijn aangetast. De Regeering heeft te dezen opzichte het advies van den Middenstandsraad op gevolgd. Waar deze Raad bestaat uit vertegenwoordigers van de groote landelijke middenstands organisaties, is het alleszins be grijpelijk, dat de Regeering meent hierdoor het werkelijke midden- standsbelang te dienen. Achteraf blijken de leeningsvooiwaarden zoo zwaar te zijn, dat slechts weinigen van dit crediet gebruik kunnen maken. Een werkelijke steun voor het middenstandsleven is ook deze maatregel niet gewor den. Er bleef bovendien behoefte bestaan aan klein crediet aan energieke middenstanders. Ook hier heeft de Regeering de hel pende hand willen bieden. Zij wil, gelijk zulks het geval is bij het grootere middenstandcrisiscrediet 40 pet. risico aanvaarden voor kleine leeningen aan kleine mid denstanders, maar daartoe eischt zij het oprichten van zoogenaamde borgstellingsfondsen, die elke leening tevoren heeft te toetsen en welke fondsen het verdere risico nemen boven de door de Regeering te garandeeren 40 pet. Het spreek vanzelf, dat bij deug delijk uitieenen een risico-factor van 40 pet. zeer ruim gesteld is. De verliezen zullen belangrijk beneden deze 40 pet. blijven, hetgeen wil zeggen, dat het kapi taal der borgstellingsfondsen niet zal worden ingeteerd. Integendeel: de kans is groot, dat het geleide lijk toeneemt en dat ook geleide lijk de capaciteit van deze fondsen zal kunnen stijgen. Het principe is niet onlogisch. Toch vinden wij ook hier iets onpraclisch aanwezig. En wel het in het leven roepen van zooveel crediet-instanties ten behoeve van den middenstand, waar krachtige had natuurlijk het dringende van haar bezoek erg overdreven. Doch niettegenstaande hij al deze dingen opriep, waardoor hij zijn houding eenigszins trachtte te ver ontschuldigen, gevoelde hij zich verre van op zijn gemak. Tegen zijn wil in, drongen enkele minder aangename dingen, die plaats hadden gevonden onder plotselinge en onverwachte oogenblikken van emotie, zich bij hem op. Hij trachtte zijn minder prettige gedachten als het ware weg te lachen, en besloot er ten slotte toe, om een andeten kijk op de din gen te krijgen, zijn halfopgebrande sigaar weg te werpen en daarvoor in de plaats een pijp op te steken. Toen begon hij de hut op en neer te loopen, zooals een dier in een kleine kooi, totdat hij ten slotte ziin hoofd half uit de geopende patrijs poort stak en zijn blikken naar de sterren richtte, terwijl de rook van zijn pijp zich in den zachten zeewind oploste. Hij gevoelde, hoe zijn gewone kalmte geleidelijk weer terug kwam. Hij had de stem van zijn gevoel tot zwijgen gebracht en hij redeneerde nu weer uitsluitend met zijn verstand. Als hij een weinig onvriendelijk tot Mary Standish gesproken had, zou hij haar daarvoor den volgenden morgen zijn verontschuldigingen aan bieden, nam hij zich voor. Tegen dien tijd zou ze waarschijnlijk weer geheel tot zichzelf zijn gekomen en samen zouden ze lachen over haar centralisatie juist zoo hoog noodig is. Centralisatie, wat leen-techniek betreft en wat het opzuigen van de noodige middelen betreft, decentralisatie ten opzichte van het uitieenen zelf. Het gaan naar de borgstellings fondsen beteekent practisch voor den middenstander een pasycho- logischen achteruitgang. Hij zal hetzelfde gevoel krijgen als iemand als iemand, die ten einde raad zich wendt tot de banken van leening, en zich daardoor een pauper gaat gevoelen. Waarom wordt er niet krachtig ingegrepen om den middenstand te helpen als stand, die voor de algemeene welvaart van zulk een groote beteekems mag worden genoemd Geeft den credietwaardige crediet en let niet te veel op credietbevoegdheid. Er zijn toch normen vast te stellen voor credietwaardigheid 1 Men moet niet als eerste eisch stellenhet gezonde middenstandsbedrijf 1 Welke middenstander mag nog gezond worden genoemd Hij gaat ten onder aan onbetaalde rekeningen, aan verlaging van prijzen, aan vermindering van zijn debiet door een overdaad van concurrenten.... kortom door de algemeen bekende euvelen, wel ke op middenstandsgebied be staan. Men zou juist met doelmatig crediet aan credietwaardige mid denstanders zooveel goeds kun nen bereiken voor den geheelen stand. De credietgever zou kunnen eischen, dat de credietvrager zich aansluit bij een wijkbuurt of rayon-organisatie naar eigen keus. Deze organisaties van lagere orde zullen zich hebben aan te sluiten bij de grootere middenstandsver- eenigingen of landelijke bonden. Hoofdzaak is, dat deze orga nisaties van lagere orde beter op de hoogte zijn van plaatselijke nooden en ook beter kunnen optreden ter leniging van de plaatselijke middenstandsnooden. Contact met gemeentebesturen bv. zou in deze richting veel kunnen tot stand brengen. Hierdoor verbindt men aan het kleinere middenstandscrediet aan credietwaardige middenstanders tevens het nakomen van andere verplichtingen, zooals het niet gaan onder minimumprijzen, het zich houden aan faire concur rentie etc. Dan krijgt men een organisa torisch geheel, terwijl men nu door de veelheid der dingen weinig practisch nut zal kunnen stichten. Het was druk in de groote zaal van het Sint Antoniuspatronaat j.l. Zondagavond, toen de Verkoopver- eeniging St. Antonius te Venray haar ledenvergadering hield onder Voor zitterschap van den heer M.Wismans. De Voorzitter opende de vergade ring met den Christelijken groet en een woord van welkom tot de leden, uit wier opkomst duidelijk bleek de gijcote belangstelling in de agenda van deze vergadering. De Secretaris, de heer v. d. Beuken, leest de notulen der vorige vergadering opwinding en hun avontuurtje. Hij zou dit zeer zeker doen, dacht hij. Er was ji stem in zijn binnenste, die met groote hardnekkigheid bleef fluisteren „Ik stel niet het minste belang in dat alles, en het kan me niets schelen, welke dwaze gril haar naar mijn hut voerde." Doch sterker haalde hij de rook van zijn pijp in en wederom trachtte hij die gedachten weg te lachen. Hij zou het een opluchting hebben gevonden, als hij Rossland uit zijn gedachten had kunnen verbannen. Maar telkens verscheen zijn beeld weer voor zijn oogen en op hetzelfde oogenblik hoorde hij de woorden van Mary Standish „Als ik u een verklaring zou geven, weet ik zeker dat u me haten zou." De juiste woor den kon hij zich niet meer herinneren, maar wat ze gezegd had, kwam in ieder geval hierop neer. Bovendien wilde hij zich ook niet precies meer de woorden herinneren, die ze ge sproken had, want het was iets, wat hem niet aanging. In deze tegenstrijdige stemming draaide hij het licht uit en begaf zich ter ruste. Toen begon hij aan zijn bezittingen te denken, gedachten, die hem veel aangenamer stemden. Voor de zooveelste maal vroeg hij zich af, hoe lang 't nog zou duren, voordat de met ijs bedekte toppen der Endicottbergen hem den eersten welkomstgroet zouden toeroepen. Carl Lomen, die met het eerst volgende schip meekwam, zou zich welke na herhaling van een enkele zinsnede, die misverstaan bleek te zijn, onveranderd werden goedge keurd. Hierna hield de Voorzitter een korte inleiding over de agenda, op dat de vergadering zich rekenschap geeft van het verslag, dat door den heer Peters uit Oirlo oudergewoonte zal worden uiteengezet, en daaruit de straks te nemen groote beslissing kan opmaken, wijl dan een ieder op de hoogte is van de finantieele po sitie der Vereeniging. De heer Peters begint hierna zijn uiteenzetting met er op te wijzen, dat de Verkoopvereeniging twee af- deelingen telt, eene afdeeling Vee en eene afdeeling Fourage, welke alhoe wel apart geadministreerd toch een geheel vormen, daar beide afdeelin- gen uitgaan van dezelfde leden. Im mers de Verkoopvereeniging, die zich oorspronkelijk alleen op den Veehandel toelegde, heeft later op een algemeene ledenvergadering be sloten ook den Fouragehandel tot zich te trekken. Nu is de vraag gerezen: hoe staat de Verkoopvereeniging er nu bij Br wordt meer gepraat dan verantwoord en zou er zoo een mogelijke ver vreemding kunnen ontstaan onder de leden, die bovendien de volle waar heid gerust mogen weten. Om dit te bereiken is dan ook deze vergadering belegd. Aan de hand der door de Inspectie opgemaakte rapporten, welke voor de leden steeds bij den Secretaris ter inzage liggen, wordt de toestand per 1 Juli 1936 gegeven, waaraan we ontleenden: Kas f 857.39 Debiteuren f 3691.85 Waag en Waaggebouw f 290. Varkenshokken f 1. Kantoorinventaris f 1. Voorschot afd. Fourage f 17135.01 Crisiscomité f 1732: te vorderen onkosten f 95.41 Bank-saldo f 2275.11 te betalen onkosten f 58.76 In verband met deze cijfers deel de heer Peters mee, dat deze cijfers boekerjfers zijn, die echter van de waarheid der feiten min of meer ge scheiden zijn. En zoo zijn deze cijfers door het bestuur eens aan een na dere bespiegeling onderworpen, waar bij de navolgende posten werden gerectificeerd; De waag en het waaggebouw staan te laag op de balans met een bedrag van f 290.hier kan gerust f 210.bij geschat worden, zoodat deze post dan komt op f 500. Varkenshokken komen er op voor, met een waarde van f 1Ook dit is niet juist, deze zijn minstens f 50 waard. De kantoorinventaris staat ook al op f 1.daar hier echter een brand kast en een schrijfmachine onder behooren, mag deze post gerust op f 200 worden getaxeerd. De post debiteuren ad f 3691.85 is echter jammer genoeg veel te hoog geschat, nu daaronder de post schuilt voor geleverde varkens aan een koopman te Meijel, die indertijd een buitenlandsch reisje heeft onder nomen, welke post bedraagt f 3017. Ook de vordering ten laste van het Crisis-Comité ad f 1732 zal ook wel te hoog zijn. We zullen slechts aannemen, dat van beide posten in het geheel niets terecht komt, al zal natuurlijk het Bestuur de beste krachten inspannen om iets binnen te krijgen, dan kun nen we beter oordeelen, we maken ons dan niets wijs en krijgen een zuiver beeld. Dan bezit de afdeeling Vee een vermogen van f 21695. Nu volgt dan de afd. Fourage. Kas (Kas v. d. Beuken) f 100.64 Landbouwbank f 570. Debiteuren f 2049.79 Voorraad stroo f 1813. Voorraad hooi f 70. Loods en grond f 6150. Werktuigenloods f 349. Weegbrug f 887.50 Dekkleeden f 336. Kantoorinventaris f 210. Te vorderen onkosten f 587.96 Te betalen onkosten f 57.26 Leveranciers f 12.29 Schuld afd. Vee f 17135.01 Omtrent deze cijfers deelde de heer Peters mede, dat de post Loods in Unalaska bij hem aansluiten. Te zamen zouden ze naar Nome reizen. Daarna zou hij 'n paar weken op het schiereiland doorbrengen, dan verderop naar Kobuk gaan, over de kreek naar Koyukuk en de verre belangrijke wateren van het Noorden en nog verder naar streken, ver verwijderd van de menschelijke be schaving naar zijn helpers en zijn kudden. En Stampede Smith zou bij hem zijn. Na een langen winter vol heimwee naar zijn eigen tehuis, moesten al deze vooruitzichten hem toch zeker heerlijke droomen schen ken. Doch vanavond was er een wanklank in zijn verwachtingen. Half wakend zag hij Stampede Smith zich hem afwenden en Rossland zijn plaats innemen. En Keok, hem uit lachend, veranderde plotseling in Mary Standish en het was alsof ze er een duivelsch genoegen in vond. Dat was juist ie's voor Keok, dacht Alan, weer half in slaap gevallen ze had er altijd behoefte aan iemand te kwellen. Den volgenden morgen voelde hij zich beter. Toen hij ontwaakte, stond de zon al hoog aan den hemel, ter wijl haar goudgele stralen tot in zijn hut doordrongen. Onder zich voelde hij de deining van de open zee. Ten Oosten was de kust van Alaska in een diep, blauw waas gehuld, maar daarachter verhieven zich de witte toppen van den St. Elias-bergrug, hoog tegen den helderen hemel als sneeuwwitte banieren. De „Nome" Verjaag die Benauwdheid Gij die hijgt bij de minste krachts inspanning, die benauwd zijt bij den minsten mist, waarom wacht Gij nog langer op de hulp en nieuwe levens vreugd die Akker's Abdijsiroop U ge ven kan. Vanaf de eerste lepels geven de balsemende bestanddeelen van Abdijsiroop U verlichting. De slijmen die Uw borst beladen, die U buiten adem brengen en hoestbuien ver wekken, zullen zonder moeite losko men.2 lepels vanavond en dezennacht zal kalm en rustig zijn. Neem dus bijt Hoest-Griep-Bronchilii-AsUma l[VéftoKj3êvrérién<l 75<*nt| n Verlaagde Door een NIEUWE toevoeging werkt Nlf Abdijsiroop 2x.zoo snel als voorheeal. en grond veel te hoog op de Balans voorkomen. Dit is echter een gevolg van den aankoop in den duren tijd. De waardedaling in dezen crisistyd is echter grooter dan de toegestane afschrijving. Het bestuur acht dezen post dan ook niet hooger dan f 3650, zoodat deze afdeeling Fourage meer schuld heeft dan bezit en men op het oogenblik bij liquidatie een tekort zou hebben van f 6479. Gaan we nu den toestand der Vereeniging vaststellen, dan zien we: Vermogen der afd. Vee f 21695.01 Schuld afd. Fourage f 6479. Rest zuiver f 15216.06 Deze cijfers zijn zeer veilig en kunnen, wanneer voormelde reser veeringen meevallen, slechts het zuiver vermogen der vereeniging verhoogen. Een handgeklap beloonde den spreker voor zijn keurige en duide lijke uiteenzetting. Als er uit de vergadering werd opgemerkt, dat op den post crisis comité toch terugbetalingen hebben plaats gehad, antwoordde het be stuur, dat met deze terugbetalingen weer anderen geholpen werden, waarop de opmerker vervolgde: Als we er dus niet komen kunnen, dan maar naar het crisis-comité. Hierna kwam uit de vergadering het voorstel om van de doodehand- belasting af te komen, eenvoudig het vereenigingskapitaal beneden de f 11000 gebracht moet worden. De heer Peters merkt op, dat dit niet zoo eenvoudig gaat, maar wil deze opmerker het den belasting ambtenaren aannemelijk maken, dan mag hij dat gerust komen doen. Deze belasting is echter niet druk kend en beloopt slechts f 3 per mille boven de f 11000. Hierna dankt de Voorzitter den heer Peters voor diens keurige uit eenzetting, waarmede de vergadering accoord ging blijkens het handge klap en stelde dan aan de orde: het hoofdpunt der agenda; Herinvoering der verplichte levering van alle var kens aan de vereeniging, waarop de heer Loenen, als directeur, de vol gende inleiding hield: Voor een Coöperatie is de 'ver plichte levering feitelijk geen vraag. Is men vroeger door den drang der omstandigheden al eens ontheven geweest van deze verplichting, de moeilijkheden, die daaruit zijn voor gekomen, doen thans nog hun invloed gelden, tot schade voor de leden en de vereeniging. De vereeniging heeft geen rond reizende Commissionnairs en wel uit zuinigheidsbegrip. Wanneer deleden dan ook hun belang goed begrijpen, stoomde thans met volle kracht voor uit, en plotseling trilde er iets in Alan, wat als het ware een antwoord was op het stampen der machines, gelijken tred houdende met de ge weldige kracht, waarmede ze zich voortbewogen. De snelheid, waar mede het schip de schuimende en hruisende golven doorkliefde en den afstand tusschen Unalaska en hem verkortte, was overweldigend. En het speet hem, zooveel tijd te moeten verliezen, omdat het schip Cordova aan moest doen. De gedachte aan deze plaats bracht hem ineens Mary Standish voor oogen. Hij kleedde zich aan, schoor zich en richtte zijn schreden naar de eet zaal, nog steeds aan haar denkend. Hij voelde zich niet erg op zijn ge mak bij de gedachte haar straks weer te moeten ontmoeten, want hij zag altijd op tegen minder prettige momenten, al was hij dan ook zelf daarvoor niet aansprakelijk. Maar Mary Standish bespaarde hem elk gevoel van wroeging, dat hij mis schien mocht hebben bij de herinnering aan zijn minder ridderlijk optreden van den vorigen avond. Zij zat reeds aan tafel, en raakte in het minst niet in de war, toen hij zich tegen over haar nederzette. Er lag een zachte blos op haar wangen, die heel veel deed denken aan de kleur van het hart der wilde rozen in zijn ge liefde steppen. En het kwam hem voor, alsof er een diepere, mooiere glans in haar oogen lag dan hij er ooit te voren in gezien had. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1936 | | pagina 5