TWEEDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
mm
De jeugd en de
moderne slavernij.
FEUILLETON.
Geluksdroom
Middenstands-
crediet.
Vergadering Ver-
koopvereeniging.
Zaterdag 22 Augustus 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 34
Geluk ligt niet in de moderne
slavernij der gebruiksvoor
werpen. Tevredenheid de
groote factor.
Onmogelijk, zonder een
bestaans-minimum.
De bekende pastoor Fiedler,
wiens boeken zulk een opgang
hebben gemaakt, geeft in het
laatst verschenen boek „Vaarwel"
aan de jeugdige reizigers voor
het afleggen van de aardsche
baan menigen wenk en „reis
wijzer" mee.
We lezen in dat werk kostelijke
dingen over den vooruitgang,
waarvan iederjongmensch droomt
Na een uitvoerig woord over
reizen le en 3e klas vervolgt hij
„Natuurlijk is het vooruitgaan
in wagenklasse tenslotte niet te
verachten. Zonder beeldspraak
de zuiver uiterlijke, de materieele
en sociale vooruitgang. Wie leer
ling is, wil gezel wordenwie
gezel is, wil meester worden.
Wie afhankelijk is, wil zooveel
mogelijk onafhankelijk zijn. Wie
dertig gulden per week verdient,
wil het graag tot zestig brengen.
Dat is duidelijk.
Een groot deel van onze
huidige ellende is ontstaan,
doordat aan millioenen men
schen iedere mogelijkheid tot
socialen vooruitgang werd ont
nomen. De strijd, dien deze
millioenen voeren om de ver
betering hunner levensvoor
waarden en vooruitzichten,
moest op de sympathie en den
daadwerkelijken steun kunnen
rekenen van ieder weldenkend
mensch.
Maar zelfs, wanneer ieder de
mogelijk zou bezitten, zijn positie
en daarmee zijn levensomstandig
heden belangrijk te verbeteren,
dan zou daarmee nog geen garan
tie gegeven zijn, dat de mensch-
heid ook werkelijk gelukkig werd.
Er is inderdaad een bestaans
minimum beneden hetwelk geluk
en tevredenheid zoo goed als
automatisch ophouden waar bij-
da voor niets anders plaats over
blijft, dan voor de eeuwig onrust,
den dagelijkschen strijd en bittere
zorg voor het noodzakelijke om
te leven. Maar er bevindt zich
op den barometer, die de hoogte
der maatschappelijke positie, de
grootte van het inkomen, het
getal der kamers en de waarde
van de woninginrichting aangeeft,
nergens een streep of een getal,
waar de blauwe hemel van geluk
en tevredenheid begint. Afgezien
van die onderste grens, waar
alles zoo dicht gehuld is in den
zwartgrauwen mantel van de zorg,
dat geen zon meer tot den mensch
kan doordringen, zijn geluk en
tevredenheid veel meer afhankelijk
van innerlijke, dan van uiterlijke
faktoren.
Laat u toch niet wijsmaken,
dat de mensch gelukkiger wordt,
wanneer hij in plaats van katoenen
gordijnen Fransche zijden stores
voor zijn ramen heeft hangen.
Men kan op een houten krat
zitten, erwtensoep eten uit een
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
15.
In den laatsten blik van haar
oogen had hij echter iets ontdekt,
wat ze in zijn hut niet had verraden
niettegenstaande ze glimlachte,
was het, alsof er in haar betraande
oogen iets van pijn lag, een trotsche
smart, mogelijk wel een glimpje van
vernedering.... of kon het misschien
zijn een gevoel van medelijden voor
hem 7
Hij was er niet zeker van. Maar
het was in elk geval geen wanhoop.
Geen oogenblik was ze. noch in
woord, noch in blik zwak geweest,
zelfs niet, toen de tranen in haar
oogen sprongen en langzamerhand
begon het tot hem door te dringen,
dat het niet Mary Standish was,
doch hijzelf, die de zwakke rol dezen
avond gespeeld had Een gevoel, niet
geheel vrij van schaamte, kwam
over hem. Aan den eenen kant ver
onderstelde hij, dat hij haar tegen
gevallen was en aan den anderen
kant was hij dan toch in haar oogen
blikken bord, en toch het gevoel
hebben, dat de lucht vol is van
zingende violen.
Telkens opnieuw vervallen
de menschen in den ouden
waan, dat vermeerdering van
comfort ook vermeerdering van
geluk beteekent.
En dan begint de klopjacht.
Jacht naar het geluk heet die
komedie. Doch de mensch is niet
de jager, maar het arme wild.
Door verkeerde geluksvoorstel
lingen wordt hij door zijn leven
gejaagd. Van vurenhout naar
eiken meubels, van eiken naar
mahonie, en naar ja, hoe heet
de volgende dure houtsoort
Want de hoofdzaak is, dat het
méér kost. Hoe duurder hoe
fijner, en de meest verfijnde man
is hij, die zich het duurste kan
aanschaffen. Het omhoogklimmen
langs de geluksladder van aard
appels en haring tot kaviaar en
wijn in ijs 1 Van kraanwater en
af en toe een glas bier tot aan
de Fransche champagne. Geluk
kig de vrouw, die zich iedere
maand een nieuwen hoed en alle
veertien dagen een paar nieuwe
schoenen kan koopen.
Bijna een eeuw lang zijn luxe
en geluk als identiek beschouwd.
De steeds meer opkomende ge-
illustreerde bladen hebben daar
krachtig toe bijgedragen. Het
leven van de bovenste tienduizend
bij wie het geld geen rol meer
speelt, was het voortdurend
aktueele platenmateriaal van mil
lioenen tijdschriftexemplaren, die
week in week uit onder het volk
worden verspreid. „Dat zijn de
gelukkige menschen. Zoo moesten
we het heben, dan was alles
goed." Wanneer je het tenminste
maar tot 'n eigen auto kon bren
gen 1 Maar dan begint de wed
loop opnieuwvan het Fordje
tot aan de Rolls-Royce.
Bijna geheel Europa (over
Amerika praten we niet eens)
is gegrepen door den waan,
dat het geluk van den mensch
van buitenaf komt, dat het door
vermenigvuldiging en verfijning
der gebruiksvoorwerpen kan
worden verhoogd.
Natuurlijk werd deze waan nog
meer gehuldigd, sinds zooveel
menschen door de stijgende ver-
proletariseering tot een levenspeil
zijn omlaag gedrukt, waar de
nijpende zorgen voor het dage-
lijksch brood, voor woning en
kleeding, werkelijk ieder levens
geluk onmogelijk maken. Wat
ligt bij deze millioenen en nog
eens millioenen meer voor de
hand, dan de verlossing van
deze zorgen, van dezen eeuwigen
druk, als hetgeluk te beschouwen?
Of de jeugd van tegenwoordig
inzicht en moed genoeg zal be
zitten, om zich van deze slavernij
der gebruiksvoorwerpen te be
vrijden Tegen den algemeenen
oppervlakkigen geest en haar
reclame in
Ons citaat is al lang genoeg.
Men leze echter het boek zelf
(uitgave Paul Brand, Hilversum)
en dan zal men spoedig ervaren,
waar het ware levensgeluk ligt.
Geluk is ten slotte niets anders
dan tevredenheid, maar deze
eenvoudige waarheid schijnt in
onzen tijd vergeten. En toch, hoe
niet zoo'n groote dwaas, als ze wel
gedacht had. Daaromtrent kon hij
het nog niet met zichzelf eens wor
den.
Het was wellicht de eerste keer,
dat hij zich zoo verdiept had in de
bestudeering van een vrouw. Dat
was iets, wat allerminst in zijn lijn
lag. Maar geboren en groot gebracht
in de vrije natuur, was het voor hem
even gemakkelijk om moed te onder
scheiden als om te ademen. En hoe
meer hij er over nadacht, hoe meer
hij zichzelf moest bekennen, dat de
moed van het meisje buitengewoon
was. De gedachte aan haar kalmte
en rustige weigering om haar zaak
met meer warmte te bepleiten, bracht
hem even daarna wat troost.
Volgens hem zou een jonge, mooie
vrouw, die werkelijk den dood voor
oogen had, met grootere kracht op
zijn hulp aangedrongen hebben. Haar
dreigement, toen hij het feit met
kalme, koele oogen bekeek, was
waarschijnlijk uitgesproken onder den
indruk van het oogenblik, en om zijn
beslissing te verhaasten.
Natuurlijk had ze het niet gemeend
De gedachte, dat een meisje als Mary
Standish zelfmoord zou plegen, was
eenvoudig belachelijk. Haar rustige
en wondermooie oogen, haar schoon
heid en de opvallende zorg, die ze
aan haar uiterlijk besteedde, waren
in volmaakte tegenspraak met een
dergelijke veronderstelling. Heel dap
per was ze tot hem gekomen, daar
aan bestond geen twijfel. Doch ze
makkelijk kon het gros der men
schen buiten de hierboven
genoemde „uiterste grens", waar
van ook St. Thomas spreekt
dat geluk bemachtigen, als men
maar intijds leerde, zijn innerlijke
eischen te betoomen.
In de eerste plaats wordt mid-
denstands-crediet verleend door
de middenstandsbanken.
Voor deze banken geldt en
dit is volkomen logisch vanwege
het werken met gelden van der
den de gewone banknorm voor
het uitieenen van gelden. Zeker
heid moet worden gesteld van
prima zakelijk gehalte (onderpand
borgen etc.), het crediet is opzeg
baar, terwijl de onkostenrekening
het noodzakelijk maakt, geen geld
uit te leenen onder een bepaald
bedrag. Komt men daaronder,
dan heeft de transactie geen aan
trekkelijkheid voor de midden-
standsbank.
Teneinde verschillende midden
standers door de crisis heen te
helpen, heeft de Regeering ten
behoeve van de middenstands-
banken een crediet-garantie ge
geven voor leeningen aan vol
waardige. gezonde middenstands-
bedrijven, welke tijdelijk door de
crisis zijn aangetast. De Regeering
heeft te dezen opzichte het advies
van den Middenstandsraad op
gevolgd. Waar deze Raad bestaat
uit vertegenwoordigers van de
groote landelijke middenstands
organisaties, is het alleszins be
grijpelijk, dat de Regeering meent
hierdoor het werkelijke midden-
standsbelang te dienen. Achteraf
blijken de leeningsvooiwaarden
zoo zwaar te zijn, dat slechts
weinigen van dit crediet gebruik
kunnen maken. Een werkelijke
steun voor het middenstandsleven
is ook deze maatregel niet gewor
den.
Er bleef bovendien behoefte
bestaan aan klein crediet aan
energieke middenstanders. Ook
hier heeft de Regeering de hel
pende hand willen bieden. Zij wil,
gelijk zulks het geval is bij het
grootere middenstandcrisiscrediet
40 pet. risico aanvaarden voor
kleine leeningen aan kleine mid
denstanders, maar daartoe eischt
zij het oprichten van zoogenaamde
borgstellingsfondsen, die elke
leening tevoren heeft te toetsen
en welke fondsen het verdere
risico nemen boven de door de
Regeering te garandeeren 40 pet.
Het spreek vanzelf, dat bij deug
delijk uitieenen een risico-factor
van 40 pet. zeer ruim gesteld is.
De verliezen zullen belangrijk
beneden deze 40 pet. blijven,
hetgeen wil zeggen, dat het kapi
taal der borgstellingsfondsen niet
zal worden ingeteerd. Integendeel:
de kans is groot, dat het geleide
lijk toeneemt en dat ook geleide
lijk de capaciteit van deze fondsen
zal kunnen stijgen.
Het principe is niet onlogisch.
Toch vinden wij ook hier iets
onpraclisch aanwezig. En wel het
in het leven roepen van zooveel
crediet-instanties ten behoeve van
den middenstand, waar krachtige
had natuurlijk het dringende van
haar bezoek erg overdreven.
Doch niettegenstaande hij al deze
dingen opriep, waardoor hij zijn
houding eenigszins trachtte te ver
ontschuldigen, gevoelde hij zich verre
van op zijn gemak. Tegen zijn wil
in, drongen enkele minder aangename
dingen, die plaats hadden gevonden
onder plotselinge en onverwachte
oogenblikken van emotie, zich bij
hem op. Hij trachtte zijn minder
prettige gedachten als het ware weg
te lachen, en besloot er ten slotte
toe, om een andeten kijk op de din
gen te krijgen, zijn halfopgebrande
sigaar weg te werpen en daarvoor
in de plaats een pijp op te steken.
Toen begon hij de hut op en neer
te loopen, zooals een dier in een
kleine kooi, totdat hij ten slotte ziin
hoofd half uit de geopende patrijs
poort stak en zijn blikken naar de
sterren richtte, terwijl de rook van
zijn pijp zich in den zachten zeewind
oploste.
Hij gevoelde, hoe zijn gewone
kalmte geleidelijk weer terug kwam.
Hij had de stem van zijn gevoel tot
zwijgen gebracht en hij redeneerde
nu weer uitsluitend met zijn verstand.
Als hij een weinig onvriendelijk tot
Mary Standish gesproken had, zou
hij haar daarvoor den volgenden
morgen zijn verontschuldigingen aan
bieden, nam hij zich voor. Tegen
dien tijd zou ze waarschijnlijk weer
geheel tot zichzelf zijn gekomen en
samen zouden ze lachen over haar
centralisatie juist zoo hoog noodig
is. Centralisatie, wat leen-techniek
betreft en wat het opzuigen van
de noodige middelen betreft,
decentralisatie ten opzichte van
het uitieenen zelf.
Het gaan naar de borgstellings
fondsen beteekent practisch voor
den middenstander een pasycho-
logischen achteruitgang. Hij zal
hetzelfde gevoel krijgen als
iemand als iemand, die ten einde
raad zich wendt tot de banken
van leening, en zich daardoor
een pauper gaat gevoelen.
Waarom wordt er niet krachtig
ingegrepen om den middenstand
te helpen als stand, die voor de
algemeene welvaart van zulk een
groote beteekems mag worden
genoemd
Geeft den credietwaardige
crediet en let niet te veel op
credietbevoegdheid. Er zijn toch
normen vast te stellen voor
credietwaardigheid 1 Men moet
niet als eerste eisch stellenhet
gezonde middenstandsbedrijf 1
Welke middenstander mag nog
gezond worden genoemd Hij
gaat ten onder aan onbetaalde
rekeningen, aan verlaging van
prijzen, aan vermindering van zijn
debiet door een overdaad van
concurrenten.... kortom door de
algemeen bekende euvelen, wel
ke op middenstandsgebied be
staan.
Men zou juist met doelmatig
crediet aan credietwaardige mid
denstanders zooveel goeds kun
nen bereiken voor den geheelen
stand.
De credietgever zou kunnen
eischen, dat de credietvrager zich
aansluit bij een wijkbuurt of
rayon-organisatie naar eigen keus.
Deze organisaties van lagere orde
zullen zich hebben aan te sluiten
bij de grootere middenstandsver-
eenigingen of landelijke bonden.
Hoofdzaak is, dat deze orga
nisaties van lagere orde beter op
de hoogte zijn van plaatselijke
nooden en ook beter kunnen
optreden ter leniging van de
plaatselijke middenstandsnooden.
Contact met gemeentebesturen bv.
zou in deze richting veel kunnen
tot stand brengen.
Hierdoor verbindt men aan het
kleinere middenstandscrediet aan
credietwaardige middenstanders
tevens het nakomen van andere
verplichtingen, zooals het niet
gaan onder minimumprijzen, het
zich houden aan faire concur
rentie etc.
Dan krijgt men een organisa
torisch geheel, terwijl men nu
door de veelheid der dingen
weinig practisch nut zal kunnen
stichten.
Het was druk in de groote zaal
van het Sint Antoniuspatronaat j.l.
Zondagavond, toen de Verkoopver-
eeniging St. Antonius te Venray haar
ledenvergadering hield onder Voor
zitterschap van den heer M.Wismans.
De Voorzitter opende de vergade
ring met den Christelijken groet en
een woord van welkom tot de leden,
uit wier opkomst duidelijk bleek de
gijcote belangstelling in de agenda
van deze vergadering.
De Secretaris, de heer v. d. Beuken,
leest de notulen der vorige vergadering
opwinding en hun avontuurtje. Hij
zou dit zeer zeker doen, dacht hij.
Er was ji stem in zijn binnenste, die
met groote hardnekkigheid bleef
fluisteren „Ik stel niet het minste
belang in dat alles, en het kan me
niets schelen, welke dwaze gril haar
naar mijn hut voerde." Doch sterker
haalde hij de rook van zijn pijp in
en wederom trachtte hij die gedachten
weg te lachen.
Hij zou het een opluchting hebben
gevonden, als hij Rossland uit zijn
gedachten had kunnen verbannen.
Maar telkens verscheen zijn beeld
weer voor zijn oogen en op hetzelfde
oogenblik hoorde hij de woorden
van Mary Standish „Als ik u een
verklaring zou geven, weet ik zeker
dat u me haten zou." De juiste woor
den kon hij zich niet meer herinneren,
maar wat ze gezegd had, kwam in
ieder geval hierop neer. Bovendien
wilde hij zich ook niet precies meer
de woorden herinneren, die ze ge
sproken had, want het was iets, wat
hem niet aanging.
In deze tegenstrijdige stemming
draaide hij het licht uit en begaf zich
ter ruste. Toen begon hij aan zijn
bezittingen te denken, gedachten, die
hem veel aangenamer stemden.
Voor de zooveelste maal vroeg hij
zich af, hoe lang 't nog zou duren,
voordat de met ijs bedekte toppen
der Endicottbergen hem den eersten
welkomstgroet zouden toeroepen.
Carl Lomen, die met het eerst
volgende schip meekwam, zou zich
welke na herhaling van een enkele
zinsnede, die misverstaan bleek te
zijn, onveranderd werden goedge
keurd.
Hierna hield de Voorzitter een
korte inleiding over de agenda, op
dat de vergadering zich rekenschap
geeft van het verslag, dat door den
heer Peters uit Oirlo oudergewoonte
zal worden uiteengezet, en daaruit
de straks te nemen groote beslissing
kan opmaken, wijl dan een ieder op
de hoogte is van de finantieele po
sitie der Vereeniging.
De heer Peters begint hierna zijn
uiteenzetting met er op te wijzen,
dat de Verkoopvereeniging twee af-
deelingen telt, eene afdeeling Vee en
eene afdeeling Fourage, welke alhoe
wel apart geadministreerd toch een
geheel vormen, daar beide afdeelin-
gen uitgaan van dezelfde leden. Im
mers de Verkoopvereeniging, die
zich oorspronkelijk alleen op den
Veehandel toelegde, heeft later op
een algemeene ledenvergadering be
sloten ook den Fouragehandel tot
zich te trekken.
Nu is de vraag gerezen: hoe staat
de Verkoopvereeniging er nu bij Br
wordt meer gepraat dan verantwoord
en zou er zoo een mogelijke ver
vreemding kunnen ontstaan onder de
leden, die bovendien de volle waar
heid gerust mogen weten. Om dit te
bereiken is dan ook deze vergadering
belegd. Aan de hand der door de
Inspectie opgemaakte rapporten,
welke voor de leden steeds bij den
Secretaris ter inzage liggen, wordt
de toestand per 1 Juli 1936 gegeven,
waaraan we ontleenden:
Kas f 857.39
Debiteuren f 3691.85
Waag en Waaggebouw f 290.
Varkenshokken f 1.
Kantoorinventaris f 1.
Voorschot afd. Fourage f 17135.01
Crisiscomité f 1732:
te vorderen onkosten f 95.41
Bank-saldo f 2275.11
te betalen onkosten f 58.76
In verband met deze cijfers deel
de heer Peters mee, dat deze cijfers
boekerjfers zijn, die echter van de
waarheid der feiten min of meer ge
scheiden zijn. En zoo zijn deze cijfers
door het bestuur eens aan een na
dere bespiegeling onderworpen, waar
bij de navolgende posten werden
gerectificeerd;
De waag en het waaggebouw
staan te laag op de balans met een
bedrag van f 290.hier kan gerust
f 210.bij geschat worden, zoodat
deze post dan komt op f 500.
Varkenshokken komen er op voor,
met een waarde van f 1Ook dit
is niet juist, deze zijn minstens f 50
waard.
De kantoorinventaris staat ook al
op f 1.daar hier echter een brand
kast en een schrijfmachine onder
behooren, mag deze post gerust op
f 200 worden getaxeerd.
De post debiteuren ad f 3691.85
is echter jammer genoeg veel te
hoog geschat, nu daaronder de post
schuilt voor geleverde varkens aan
een koopman te Meijel, die indertijd
een buitenlandsch reisje heeft onder
nomen, welke post bedraagt f 3017.
Ook de vordering ten laste van het
Crisis-Comité ad f 1732 zal ook wel
te hoog zijn.
We zullen slechts aannemen, dat
van beide posten in het geheel niets
terecht komt, al zal natuurlijk het
Bestuur de beste krachten inspannen
om iets binnen te krijgen, dan kun
nen we beter oordeelen, we maken
ons dan niets wijs en krijgen een
zuiver beeld.
Dan bezit de afdeeling Vee een
vermogen van f 21695.
Nu volgt dan de afd. Fourage.
Kas (Kas v. d. Beuken) f 100.64
Landbouwbank f 570.
Debiteuren f 2049.79
Voorraad stroo f 1813.
Voorraad hooi f 70.
Loods en grond f 6150.
Werktuigenloods f 349.
Weegbrug f 887.50
Dekkleeden f 336.
Kantoorinventaris f 210.
Te vorderen onkosten f 587.96
Te betalen onkosten f 57.26
Leveranciers f 12.29
Schuld afd. Vee f 17135.01
Omtrent deze cijfers deelde de
heer Peters mede, dat de post Loods
in Unalaska bij hem aansluiten. Te
zamen zouden ze naar Nome reizen.
Daarna zou hij 'n paar weken op
het schiereiland doorbrengen, dan
verderop naar Kobuk gaan, over de
kreek naar Koyukuk en de verre
belangrijke wateren van het Noorden
en nog verder naar streken, ver
verwijderd van de menschelijke be
schaving naar zijn helpers en zijn
kudden. En Stampede Smith zou bij
hem zijn. Na een langen winter vol
heimwee naar zijn eigen tehuis,
moesten al deze vooruitzichten hem
toch zeker heerlijke droomen schen
ken. Doch vanavond was er een
wanklank in zijn verwachtingen. Half
wakend zag hij Stampede Smith zich
hem afwenden en Rossland zijn
plaats innemen. En Keok, hem uit
lachend, veranderde plotseling in
Mary Standish en het was alsof ze
er een duivelsch genoegen in vond.
Dat was juist ie's voor Keok, dacht
Alan, weer half in slaap gevallen
ze had er altijd behoefte aan iemand
te kwellen.
Den volgenden morgen voelde hij
zich beter. Toen hij ontwaakte, stond
de zon al hoog aan den hemel, ter
wijl haar goudgele stralen tot in zijn
hut doordrongen. Onder zich voelde
hij de deining van de open zee. Ten
Oosten was de kust van Alaska in
een diep, blauw waas gehuld, maar
daarachter verhieven zich de witte
toppen van den St. Elias-bergrug,
hoog tegen den helderen hemel als
sneeuwwitte banieren. De „Nome"
Verjaag die Benauwdheid
Gij die hijgt bij de minste krachts
inspanning, die benauwd zijt bij den
minsten mist, waarom wacht Gij nog
langer op de hulp en nieuwe levens
vreugd die Akker's Abdijsiroop U ge
ven kan. Vanaf de eerste lepels geven
de balsemende bestanddeelen van
Abdijsiroop U verlichting. De slijmen
die Uw borst beladen, die U buiten
adem brengen en hoestbuien ver
wekken, zullen zonder moeite losko
men.2 lepels vanavond en dezennacht
zal kalm en rustig zijn. Neem dus bijt
Hoest-Griep-Bronchilii-AsUma
l[VéftoKj3êvrérién<l 75<*nt|
n Verlaagde
Door een NIEUWE toevoeging werkt Nlf
Abdijsiroop 2x.zoo snel als voorheeal.
en grond veel te hoog op de Balans
voorkomen. Dit is echter een gevolg
van den aankoop in den duren tijd.
De waardedaling in dezen crisistyd
is echter grooter dan de toegestane
afschrijving. Het bestuur acht dezen
post dan ook niet hooger dan f 3650,
zoodat deze afdeeling Fourage meer
schuld heeft dan bezit en men op
het oogenblik bij liquidatie een tekort
zou hebben van f 6479.
Gaan we nu den toestand der
Vereeniging vaststellen, dan zien we:
Vermogen der afd. Vee f 21695.01
Schuld afd. Fourage f 6479.
Rest zuiver f 15216.06
Deze cijfers zijn zeer veilig en
kunnen, wanneer voormelde reser
veeringen meevallen, slechts het
zuiver vermogen der vereeniging
verhoogen.
Een handgeklap beloonde den
spreker voor zijn keurige en duide
lijke uiteenzetting.
Als er uit de vergadering werd
opgemerkt, dat op den post crisis
comité toch terugbetalingen hebben
plaats gehad, antwoordde het be
stuur, dat met deze terugbetalingen
weer anderen geholpen werden,
waarop de opmerker vervolgde: Als
we er dus niet komen kunnen, dan
maar naar het crisis-comité.
Hierna kwam uit de vergadering
het voorstel om van de doodehand-
belasting af te komen, eenvoudig
het vereenigingskapitaal beneden de
f 11000 gebracht moet worden.
De heer Peters merkt op, dat dit
niet zoo eenvoudig gaat, maar wil
deze opmerker het den belasting
ambtenaren aannemelijk maken, dan
mag hij dat gerust komen doen.
Deze belasting is echter niet druk
kend en beloopt slechts f 3 per
mille boven de f 11000.
Hierna dankt de Voorzitter den
heer Peters voor diens keurige uit
eenzetting, waarmede de vergadering
accoord ging blijkens het handge
klap en stelde dan aan de orde: het
hoofdpunt der agenda; Herinvoering
der verplichte levering van alle var
kens aan de vereeniging, waarop de
heer Loenen, als directeur, de vol
gende inleiding hield:
Voor een Coöperatie is de 'ver
plichte levering feitelijk geen vraag.
Is men vroeger door den drang der
omstandigheden al eens ontheven
geweest van deze verplichting, de
moeilijkheden, die daaruit zijn voor
gekomen, doen thans nog hun invloed
gelden, tot schade voor de leden en
de vereeniging.
De vereeniging heeft geen rond
reizende Commissionnairs en wel uit
zuinigheidsbegrip. Wanneer deleden
dan ook hun belang goed begrijpen,
stoomde thans met volle kracht voor
uit, en plotseling trilde er iets in
Alan, wat als het ware een antwoord
was op het stampen der machines,
gelijken tred houdende met de ge
weldige kracht, waarmede ze zich
voortbewogen. De snelheid, waar
mede het schip de schuimende en
hruisende golven doorkliefde en den
afstand tusschen Unalaska en hem
verkortte, was overweldigend. En
het speet hem, zooveel tijd te moeten
verliezen, omdat het schip Cordova
aan moest doen. De gedachte aan
deze plaats bracht hem ineens Mary
Standish voor oogen.
Hij kleedde zich aan, schoor zich
en richtte zijn schreden naar de eet
zaal, nog steeds aan haar denkend.
Hij voelde zich niet erg op zijn ge
mak bij de gedachte haar straks weer
te moeten ontmoeten, want hij zag
altijd op tegen minder prettige
momenten, al was hij dan ook zelf
daarvoor niet aansprakelijk. Maar
Mary Standish bespaarde hem elk
gevoel van wroeging, dat hij mis
schien mocht hebben bij de herinnering
aan zijn minder ridderlijk optreden
van den vorigen avond. Zij zat reeds
aan tafel, en raakte in het minst
niet in de war, toen hij zich tegen
over haar nederzette. Er lag een
zachte blos op haar wangen, die heel
veel deed denken aan de kleur van
het hart der wilde rozen in zijn ge
liefde steppen. En het kwam hem
voor, alsof er een diepere, mooiere
glans in haar oogen lag dan hij er
ooit te voren in gezien had.
Wordt vervolgd.