LEER ZWI Afrikaansche brieven. Ons weekpraatje. Mooi gebruind Provinciaal Nieuws Buitenland. Qemengde Berichten Markten Bij Doorzitten P11SL L« P.Hoei< Was« Mode i „Wat zegt u! mensch geworden! een mensch als ik een mensch een mensch John Willice lag grienend in zijn kussen zijn grijzen kop te schudden: „Dat kan ik niet begrijpen." Na drie dagen is John gestorven van berouw en fonkelende liefde voor den Onbegrijpelijke. JOAN .KAT VERITAS. SPORT EN SPEL. Ojeenu gaat die Missionaris zich bezondigen aan 't allermodernste euvel. Nog maar juist schreef hrj over het tropenland, de planten en de dieren. ;Nog geen woord hoorden we over de negers zelf Wat voor menschen 't zijn, hun cultuur en wat weer ik meer... en nou zoowaar op de eerste plaats over die vsport Zoo is de een of andere misschien „afgeloopen" bij het lezen van den titel van dezen brief. Maar laat ik hem dan maar gauw kalmeeren met de verzekering, dat ik nog orthodox genoeg ben om sport en spel heelemaal niet op de eerste plaats van 's menschen leven te schuiven. Maar.,., (ik verklap toch geen geheim wanneer fiksche katholieke jongens 't durven opvat ten om hun sport ten dienste te stellen van 't grootste werk der Kerk, 't heilig missiewerk, dan voel ik mij geautoriseerd om 't logisch vervolg van mijn brieven te onder breken, hen ter eere. Want ze gaan in „Oeldre" toch een Missiewedstrijd spelen? Of ben ik misschien onsportief genoeg om dit verkeerd verstaan te hebben Kan welMaar als missionaris moet ik in alle geval 't schoone initiatief van die „Oeldersche" be wonderen om zóó hun vermaak dienstbaar te maken voor de arme tobbers van Afrika. En niet minder neem ik den hoed af voor die Oostrumsche vriendenclub, die over kleindorpsche ikzucht weet heen te stappen om in Oirlo te komen spelen en om zóó eendracht en saamhoorig- heid door hun sport preelcen. Dat zijn allemaal schoone edele kanten van de sport, en.... al brom men de ouderen wel eens over de sport, dat zijn toch kanten van die sport (met die v.... sport) die we gerust mogen en moeten waardeeren. Maar ik sla waarachtig aan 't preeken, en dat was toch mijn be doeling niet. Wel moest die uiting van waardeering voor onze katho lieke jongens, me eerst de pen uit. Nu zullen we eens gauw wat ver tellen over de sport bij de negers. Want ja, de neger kent ook sport hoor, en beoefent ze ijverig. Niet van ons geleerdMaar van huis uit. Zijn sport is enkel de dans, maar dan in een zeer groote verscheiden heid. En niet de dans in zijn meer moderne verwording, meestal slechts beoogend de goeie gelegenheid om eens „samen" te zijn. NeenMaar de dans als sport en als 't beoefenen van een waarachtige kunst. Niet enkel en zelfs heelemaal niet om „samen" te zijn, want vóór alles moet ik U zeggen dat bij negers, mannen en vrouwen nooit samen dansen, dan alleen wanneer ze bij nachtelijke gelegenheden persé slecht willen zijn. Maar dit is absoluut tegen neger- gebruiken en zelfs e«n heidenseh dorpshoofd, wil ie tenminste netjes zijn, zal 't niet toelaten. Bij de negers hebben de mannen hun specifieke mannendiensten en de meisjes de hare, maar steeds in afgescheiden groepen. Gelijk een man die zich respecteert niet in vrouwenkleeren gaat loopen, evenmin kan ie met meisjes den specifieken vrouwendans uitvoeren, en omgekeerd is 't zelfde weer voor de meisjes. Wel moet iedere neger vóór ie gaat dansen een flinke pot maïsbier hebben gehad, om „de schaamte weg te nemen" zeggen ze zelf. En kunstig is hun dansenGe woonlijk staan ze in een kring of wel op een rij en draaien niet rond, maar steppen rythmisch voor en achter uit, onderbrekend met stam pen allemaal tegelijk als één doffen slag waar de grond van dreunt, alles steeds op 't rythme van hun dans lied dat ze allemaal samen zingen. Zeer elegant gaat 't heele lichaam op en neer en even sierlijk gaat de Zebrastaart die ze in de hand heb ben op gegeven oogenblikken als één groote waaier boven de hoofden. Bezijden zitten enkele jonge vrou wen, die 't danslied begeleiden met dof tromgeroffel en de oudere vrou wen die rond om den kring staan doen 't zelfde met handgeklap en een meer wild gehuil. 't Meest indrukwekkend is wel hun oorlogsdans, vooral die van den Angoni-stam, de zoeloestrijder. Al de dansers Zitten dan eerst gewild- kalm in hun hutten. Maar daar vliegen zwarte wijven de hutten uit en slaan een oórverdoovend gehuil aan van loe-loe-loe-loe-loeAls van een adder gebeten vliegen al de dansers overeind en stormen de hutten uit, vragend waar de vijand is. Prachtige kerels zijn 't dan Vanaf 't onderlijf hangt een rok van reepen uit dierenhuiden gesneden of wel leeuw- en luipaardstaarten. Om de bloote borst, armen en enkels dragen ze schitterende banden van veelkleurige „krellekes", symetrisch geweven of liever aangeregen. Schel klinkende belletjes om polsen en enkels rammelen bij iedere beweging. Op 't hoofd dragen ze een krans van de meest zeldzame veeren als wuivende pluimen. Aan den linker arm 't schild uit dierenhuid ovaal gesneden en in de rechter opgeheven hand de vlijmscherpe speer. Reeds is 't dorpshoofd aan den kop van den stoet die verschillende honderden kan tellen. Vooruitstor men ze in gedrongen rijen, dan weer vooruit, dan weer achteruit, dan weer gebarend of de speer een hel- sche vijand moest doorboren, alles op de maat van hun lied en 't trom geroffel. Je wordt koud bjj 't zien van al die blank geschuurde speren, blinkend In 't felle zonlicht. De gezichten staren woest en wreed. Weer hellen ze achterover als teruggedrongen door den vijand om dan zooveel te wilder vooruit te springen, maar steeds volgens rythme en maat. Eensklaps stopt 't lied, al de mannen staren als gespannen bogen. De hoofdman heft zijn speer boven 't hoofd en als op commando schieten al de speren boven over hem heen in een sierlijken bocht en blijven bevend steken in 't graf van één der afgestorven hoofdmannen. Dat is hun oorlogsdans, die ze maar zelden mogen uitvoeren omdat de Regeering vreest voor mogelijke relletjes. Voor zoover hun sport van huis uit. Maar sinds de blanken er zijn heeft de neger al heel wat Euro- peesche sport aangeleerd. Vooral de voetbal, waar de negerjongens ge woon dol op zijn. Uren aan één stuk loopen ze achter 't leer in de heete tropenzon. Echte clubs zijn er reeds, getraind door ons blanken, en werpt hun vaardigheid maar niet weg. Ofschoon op bloote voeten, zijn 't stevige trappen hoorEn dan zoo vlug als een slang. Tweemaal draaien ze om als wij blanken 't ééns doen, Onze school in Blantyre, waarover later, heeft al een aardig vaardig- team. Zoo juist ontving ik de Nyasa- land Times en las over hun eerste publieke match op den dag van Engelsch Koningsfeest gespeeld tegen de leerlingen der Scotsche Neger- school. Ze hebben eervol verloren met 10 bij dezen „eersten" match. Ge ziet wel dat de een of ander deze pittige jongens een reuzenpleizier zou kunnen doen met hun missionaris een stevigen nieuwen voetbal mee te geven. Maar tenminste kunnen allen niet enkel hun sport, maar vooral hun ziel en zaligheid begun stigen met 't bijwonen van den Missiewedstrijd van Zondag op Oirlosche veld. Ik hoop dat velen, héél veel zelfs ook van buiten Oirlo, 't schoon ini tiatief van onze katholieke voetbal lers met hun bezoek zullen toonen te waardeeren. tevens zoo een groote heilige zaak dienend. OIRLO, Augustus '36. JAN DE PONTI, Miss. in Centraal Afrika. tvt en overspannen, on- INerVeUS rustig en slapeloos. Men gebruike hiertegen de zenuw- stillende en zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwtabletten GlazeD Buisje 75 ct. Bij Apoth. Drogisten. DE HOOFDSTAD IN DE BRANDING CINEAC CAFETARIA COLPORTAGE. Wie enkele jaren niet meer in Amsterdam kwam, vindt er heel veel veranderd. In de woonwijken grijnst de armoe je tegen en daar uit zich de bitterheid in haat, jegens „de maatschappij", jegens elkaar, rood- front jegens zwart-front en om gekeerd. Maar ook de roode haat den anders-roode en de nationaal- socialist haat den fascist. Elke woning is een veste. De bewoner van „beneden" verdedigt zijn demo cratisch socialisme tegen 't commu nisme van één-hoog, het syndicalisme van twee-hoog en tegen de „Trotz- kisten van drie-hoog. Al die „hoog ten" wapenen en verdedigen zich tegen elkaar. Maar zouden er Zwart- Fronters of een ploeg N.S.B.-propa gandisten in de buurt komen colpor- teeren „provoeeeren" heet dat in den mond der tegenstanders dan vormen „beneden" plus één-, twee drie-hoog, een Volksfront en verwijderen ze de gezamenlijke vijanden op een of andere manier van het betreden terrein. In de binnenstad, de city, gaat het wat rustiger en „ordelijker" toe. Wie in de binnenstad blijft haDgen en dat doet de vacantieganger nog al gauw doet niet aanstonds den indruk van armoe op. En dat is verklaarbaar. De binnenstad wordt gevuld door de dagjesmenschen van buiten, de reizigers, winkel- en kantoormeisjes, de bedienden en al die anderen, die behoorlijk gekleed moeten zijn om de kans op het be houd van het bescheiden baantje niet te verliezen. Ik constateer in dezen regenzomer het bestaan van een nieuwe mode regencapes, kleurige mantilles die niet zonder zwier wojrden gedragen. En als ik de algemeenheid van deze dracht vaststel, dan denk ikze kunnen het toch nog wel doen, iedere jonge dame heeft zich toch blijkbaar maar gehaast om zich aan de nieuwe mode aan te passen. Tot dat ik een groot magazijn in de Kalverstraat passeer en daar op een stoep-etalage een heele rij pop pen vind, met dezelfde kleurige man tilles omhangen. Die zwierige ge dragen lappen stof blijken gummi te zijn en ze worden verkocht voor 3.55, voor 3.25, voor 2.8S en goedkooper... t Is een zwierige armoe die zich openbaart. Zeker, al die menschen in de binnenstad loopen er wel netjes bij, maar er is toch geen vroolijk- heid op de gezichten, geen blije uit gelatenheid, zelfs de bekende Amsterdamsche gijn van de slagers- en boodschappenjongens schalt niet meer door de straten. De caféter rassen 1 liggen vrijwel verlaten, heel veel winkelramen vertoonen alleen nog maar de plakkaten „Te Huur." Er wordt druk gecolpoi t ïerd, maar dit geschiedt toch ordelijk in de binnenstad, zonder geroep, zonder opdringerigheid. Op de voornaamste hoeken vindt de passant een man, die een rood-groen tijdschrift voor zich uithoudt, waarop ik slechts de groote letters R.V.H. onderscheid. „Rusland van HedenOp een ande ren hoek staat een N.S.B.-er met „Volk en Vaderland". Daar wordt met „Vrijheid, Arbeid, Brood" ge leurd, en dan weer houdt men mij „Zwart Front" voor of „Verdinaso". Nauwelijks heb ik me op een café terras van het Rembrandtplein gezet, of een jonge vrouw in de sombere uniform van het Heilsleger, komt me „De Strijdkreet" aanbieden. Ik schud bescheiden van „neen", het hoofdschudden gaat al „van zelf* als men 'n half uur in Amsterdam is. Of ik dan iets te missen heb voor het goede doel vraagt ze. Ik blijf 'n beleefd neen schudden en dan gaat de jonge vrouw duldzaam, onbewogen, met een onverstoorbaar goedigen glimlach verder. Naar een anderen eenzamen cafébezoeker, naar een particulieren chauffeur, naar 'n toevalligen voorbijganger. En iedereen schudt het hoofd met somberte, maar zonder zich geïrri teerd te betoonen. Een Joodsch koopman komt langs. In een tasch, waarop „Het Volk" staat, draagt hij een hoop boeken mee. Eén exemplaar houdt hij me voor. Ik zie de afbeeiding van een troosteloozen Jodenkop op het titel blad. De koopman prijst me z'n boek aan, 't is van de Arbeiderspers zegt hij 200 bladzijden groot, alle maal over de Jodenvervolging, anders 'n gulden, thans 'n kwartje. Ik schud het hoofd, 'n Koopman met veters'n stuk muziekZwart Front Volk en Vaderland. Ik schud het hoofd. Tegenover me hebben de chauffeurs van de stationneerende blokband- taxi's zich verzameld. Ze hebben het over Spanje en geraken hoe langer hoe meer opgewonden. Je kunt het zien en hoorenze zijn allemaal Volksfronters, maar de tactische verschillen zetten deze menschen soms hevig tegen elkaar op. Ze ver tellen mekaar, dat ze hier nét zoo moesten doen als de arbeiders in Madrid en Barcelona het deden... Och, denk ik, die menschen hebben 't natuurlijk ook arm in dezen tijd. En ze worden uit het evenwicht geslagen en gehouden door de tegen stellingen, welke zich in het centrum van een grootstad, als het Rem brandtplein dan toch is, altijd open baren. Kijk daar nu zoo'n chique gekleede heer langs die menschen loopen. Hooghartig. Recht op Schiller aan. Maar die heer houdt in zijn hand „Het Volk". Ook hij is een ge leding van het Volksfront.... 't Is niet gezellig in de stille café's Zaken, waar ik vroeger wel kwam zijn gesloten. Andere zrjn veranderd, vertimmerd, verbouwd. De gérant is er vervangen. Ik hoorde tegen woordige is de tweede of derde al, in enkele jaren tijds, met wien „ze" het „probeeren". Wat goed gaat in Amsterdam, dat is de Cinéac. Een bezoek is verzet van 'n kwartje en dat kan nét nog in dezen tijd. Voor een deel althans der bevolking. De Cinéac is de krant met levende beelden. De menschen willen weten en zien, hoe er hier of daar een z'n nek heeft gebroken bij 'n race, ze willen de massa's zien, die in Parijs betoogden op den 14en Juli, ze willen de bewapening zien van de roode militie in Madrid en andere plaatsen van Spanje. Welnu, kregen waar voor hun geld. Ze hebben de jonge Spaansche arbeiders met bloote borsten door de straten van Barcelona zien gaan, zwaaiend met hun geweren, lallend, schreeu wend. We krijgen een gierende menigte te zien voor een brandende kerkwe hebben de vlammen zien lekken om een altaar. Je hoort in de Cineac geen op- of aanmerkingen over de film, zooals dat vroeger wel gebruikelijk was. 't Is stil in de zaa1, maar ieder kijkt gespannen en menigeen schuift onrustig op z'n stoel. Terwijl de beelden trillen op het ,,doek". verschijnt daarnevens op den muur een geprojecteerd Handels- bladbericht, in weinige en sobere woorden vermeldend„Heden is in Opende een lid van het Armbestuur vermoord." 't Is, of je meteen eenig licht gesnuif uit de zaal opvangt. Het bericht doet naar achteraf bleek ten onreebte een politiek of economisch drama vermoeden. Amsterdam is uiterlijk rustig, maar alle nerven staan gespannen en deze spanning moet m.i. eens tot een vreeselrjke uitbarsting leiden, 't Is niet alles schuld van de crisis, maar wel is de crisis aanleiding dat zooveel politieke vergiftiging heeft kunnen plaats hebben en het revo- lutionnaire sentiment van de massa zoo kon worden gevoed. En niet in de laatste plaats vanuit een zekere rechtsche zijde, waar men er op speculeert, dat vele burgerlijke- en behoudsgezinde elementen, als mede vele arbeiders, gedwongen zullen worden om zich „rechts" te verkla ren. wanneer links uit eigen wil en omdat het daartoe getart werd, den laatsten strijd om het „zijn" of „niet-zijn" zal inzetten, d.i. de strijd tot verovering van de macht, welke de onderdrukking van de tegen partijen mogelijk maakt. Gezelligheid vond ik niet meer in Amsterdam. Je kunt er zelfs niet gezellig meer eten. Drie keer per dag verzamelen allen, die hun b.b.h.h. (bezigheden buiten huis hebben) zich in de cafétaria's de snel restaurants, waar men zich op hooge krukken rond een hoef ijzer vorming aanrecht plaatst en a la minute de dubbeltjes- en kwartjesgerechten krijgt voorge zet, welke men wenscht. De een zit er tegen den ander, maar de een kikt tegen den ander met geen woord. Snel en zwijgend worden de „hartige" hapjes naar binnen gewerkt en men geeft er geen acht op, dat de har tigheid vooral door middel van veel zout is geforceerd, 't Kost een krats, voor veertig cent heeft men een complete maaltijd: aardappelen, vleesch en groente, 't Wordt opge diend op een schaal welke in drie vakjes is verdeeld en van die schaal eet men. 't Kan geen bord lijden in die cafétaria's. Ik kijk eens rond, welke menschen er hier al zoo komen, 't Komt me voor, dat het menschen van allerlei slag zijn, „echte" mjjnheeren, dames en „dames", jongens, meisjes, arbei ders. bedienden, yreemdelingen. De kellnerinnen brabbelen Duitsch-Hol- landsch, doen schreeuwerig en smij ten met veel gerucht het afgeruimde servies in bakken, die automatisch wórden weggevoerd. De bedienende meisjes zien er weinig aantrekkelijk uit mager en bleek als ze zijn van het sjouwen en met slechte schilder werk op lippen en wenkbrauwen. Eén loopt er voortdurend met een lange stoffer te harken tusschen de voeten van de bezoekers en de poo- ten van tafels en stoelen, bijeen scharrelend de verfrommelde papie ren servetjes en de gevallen etens resten. Ik logeerde gedurende de dagen van mijn bezoek aan de hoofdstad in een der groote hotels van de Kal verstraat. Ik was gauw beu van de cafétaria's, maar het was toch niet zonder schuchterheid, dat ik het ein delek den ober durfde vragen, of ik er misschien ook zou kunnen dinee- ren... Want je bent bang, dat je de menschen overlast aandoet, omdat je in de goede hotels nog maar zeldzaam gasten aan gedekte tafels ziet plaats nemen. Met graagte heeft men er mij geholpen. We kregen een zeer goed diner voorgezet voor f 1.10. Dan zit je in een rustige, prettige omgeving en dan heb je al dat comfort om je heen, dat de maaltijd tot de genie ting van een culinaire zaligheid maakt. In de grootste zaken slooft men zich uit voor de bediening van een enkel paar eetgragen, omdat men in eiken schaarschen klant het begin van de overwinning op de café taria's wil zien. Sommigen blijven hopen op den terugkeer van den goeden smaak en van de manieren onder het uitgaande pu bliek, onder de gesitueerden en ónder de reizende zakenlieden. Ik nietsedert mijn jongste bezoek aan Amsterdam heb ik mijn geloof aan veel maatschappelijk goede en aantrekkelijke dingen verloren. Op Zaterdagavond verliet ik mijn hotel, een groote, eerste klasse zaak met „aangepaste" prijzen. „Nou is 't volop seizoen", zei me de por tier, wijzend op het opengeslagen register, „volop seizoen en Zater dagavond, U moogt het wel zien: kijk, vijf kamers hebben we voor vannacht bezet. Vijf van de veertig." Met wenig vroolijke gedachten schreed ik op den aanlegsteiger van de nachtboot toe. wat voor onkosten een dergelijk cir cus wel heeft. Allereerst moet de extra-trein betaald worden, die het circus van de eene stad naar de andere brengt, waarvoor 45 wagens noodig zqn. Dan komen het plaats geld, de belasting, de aansluiting voor licht, water en telefoon en de letten, waardoor hij tegen een pas- seerenden motor botste. Met een zware hersenschudding is het jon getje in hoogst ernstigen toestand naar zijn woning gebracht. IN EEN HEK GEVALLEN. Maandagmiddag is te Lekkerkerk loonen voor het technische personeel het achtjarig dochtertje om niet te spreken van de gages der artisten en van het bureau personeel en de voorreizigers. Vervolgens het eiken dag terug komend bedrag voor reclame, adver- tentie's, voor de reparatie's van de verschillende onderdeelen enz. En wat wordt er per dag niet uitgegeven vpor voeder voor de dieren: vleesch voor de roofdieren, haver, hooi, wortels, stroo en vis- schen voor de andere dieren. Alleen de verzekering van de verschillende onderdeelen van het levend en dood materiaal verslindt enorme sommen. Daarom is het niet juist, dat het circus geld mee uit de speelstad neemt, zooals veelal wordt veron dersteld. Vele leveranciers en middenstan ders vinden baat bij het bezoek van een circus en ook de hotelhouders en restaurateurs zien hun omzet stijgen, om niet te spreken van de verschillende vervoermiddelen. Voor een circus bestaat er geen crediet en als het bezoek in een stad de kosten niet goed maakt, moet er diep in de brandkast ge grepen worden om alles contant te betalen. Maar dat weet het publiek niet en dat mag het ook niet weten. Het publiek ziet slechts de opgewekte gezichten in de enkele groote manege het weet niets van de zorgen en de kommer, die het circus in deze tij den minstens evenzoo bedreigen als elke andere onderneming. En dat is goed ook, want de taak van het circus is, het publiek eenige uren van aangenaam amusement te brengen, dat zoowel voor jong en oud onderhoudend en leerzaam is. En dat garandeert een bezoek aan Strassburger en daarom op naar Nederland's grootste attractie 1936 worden gelaat, hals en armen door AMILDA-zonnebruincrême. Voor komt tevens vervellen en de zoo pijnlijke zonnebrand. Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct. VENRAY, 15 Aug. 1936. Circus Strassburger komt in Venray Donderdagmorgen 20 Augustus a.s. omstreeks 7 uur arriveert de extra- trein van het Circus Strassburger in Venray. Reeds eenige dagen prijken hier overal de aantrekkelijke affiches en aankondigingen van het circus. De laatste steden in België waren voor het circus een enorm succes: in Brugge was het zelfs een dag zoo vol, dat de politie er aan te pas moest komen om het publiek, dat nog kaarten wilde koopen, tegen te houden, daar alle rangen reeds lang uitverkocht waren. Met groote verwachtingen zijn de bewoners der tentstad dus de Bel gische grens overschreden, om de Nederlandsche tournee te beginnen. Op elk gebied is de techniek de laatste jaren met groote schreden vooruitgegaan en Circus Strassbur ger heeft van al deze nieuwe vindin gen gebruik gemaakt om aan het verwende Nederlandsche publiek een circus te toonen, dat het modernste van de reizende ondernemingen kan genoemd worden. Strassburger komt met een groote tros wagens, waarin het circus- materiaal is gepakt, waarin de bu reaux zijn ondergebracht en waarin de artisten wonen. Het circus bezit een stal, waarin een zeventigtal paarden, waarvan men zonder overdrijving kan zeggen, dat het de mooiste en best verzorg de dieren zijn, die we nog in een reizend circus zagen. Een aantal olifanten, waarvan een gedeelte wordt gebruikt -bij het af- en opladen op de spoorwagens en waarvan het andere gedeelte in de manége optreedt, maakt een bezoek aan het dierenpark zeer interessant. Rustig als hun aard is, duwen ze de wagens op hun plaats, waartoe dikwijls geen tractor in staat is. Het circusfront is in Syrischen trant gehouden en het spreekt van zelf, dat des avonds honderden licht jes voor de feestelijke verlichting van de facade zorgen. Rekent men daartoe, wat de circustent en de stallen, benevens zijtenten en wagens een stroom verbruiken voor verlich ting, dan kan men zich voorstellen, wat dat alles kost, temeer daar er vele steden zgn, waar aangesloten wordt aan het gemeentenet. Behalve olifanten en paarden vin den we in de zorgvuldig onderhouden stallen nog een prachtcollectie dieren uit alle landenleeuwen, tijgers, panters, luipaarden, bruine beren, kraag- en ijsberen, kameelen, buffels zeeleeuwen enz. En het programma zelf Het zal blijken, dat circus Strass burger zjjn oude traditie is trouw- gebleven en dat het, datgene wat het aankondigt, nog overtreft. Het spreekt vanzelf, dat de kosten voor zulk een groot bedrijf zeer hoog zijn en dat ze slechts, indien voor uitverkochte tenten gespeeld wordt, gedekt kunnen worden. De tijd der groote winsten is voorbg, men is reeds tevreden indien de kosten ge dekt zijn en er iets wordt overge houden. Het publiek heeft zich wellicht nog nooit een voorstelling gemaakt Afgeluisterd. Zeg man, wat rook jij je tanden toch bruinIk zal eens IVOROL voor je meebrengen. LUXOR THEATER. Onder regie van Lloyd Bacon is de succesvolle Amerikaansche film „Duivels der lucht" tot stand ge komen, welks filmwerk veel waar deering vind. Tommy O'Foole (James Cagney), een gezond en zelfbewust jongmensch en geboren vlieger, komt uit dezelfde stad als Brannigan (Pat O'Brien), die luitenant bij de Marine is. Door bemiddeling van Branningan wordt Tom bij de op leidingsschool voor Marine-officieren geplaatst en de jongeman is zich dikwijls aan het oefenen in een vliegmachine. Hij kan de verschil lende officiersrangen evenmin uit elkaar houden. Op zekeren dag, dat hij met zijn machine oefent, is hij een korte vlucht, genoodzaakt een noodlanding te maken. Hij be landt voor een café, waarvan de eigenares Betty Roberts is. Hij maakt Betty het hof, waarvan zij niet ge diend is en ze beklaagt zich bij Brannigan. Op een proefvlucht met Brannigan vat de machine vlam. Brannigan weet in zijn angst niet wat te doen, maar Tommy behoud zijn tegen woordigheid van geest en weet de machine snel en veilig op de grond te doen landen. Door dit bravourstukje is hij nu de held van den dag. Tot groote ergernis van Brannigan zet Tommy zijn poging om bij Betty in de smaak te vallen, voort. Betty, die, een hevige ruzie tusschen Tommy en Brannigan voorziet, kiest de wijste partij en laat zich niet meer in gezelschap van Tommy zien, Tommy verkeert daardoor in de veronderstelling, dat Betty werkelijk van Brannigan houdt. Tommy slaagt voor zijn examen als luitenant, doch op een vlucht met Brannigan, komt hij in botsing met een ander vliegtuig. Brannigan weet echter op het juiste moment in te grijpeD, waardoor ze veilig landen. Tommy heeft berouw van zijn waag halzerij en erkent, dat niet hij, maar Brannigan door zijn koelbloedig op treden een held is. Brannigan wordt overgeplaatst, maar voor hij de vliegschool verlaat, drukt hij Tommy de hand, en zegt, dat Betty op hem wacht. Dit is in het kort de inhoud van deze mooie film, die zeer zeker ge zien wil worden. van'den G. van der V, op een ijzeren ,eendernunten!?'e°stSs«!b hek gevallen, waarvan een der punten j jn d het kind in het lichaam drong. Het1 meisje is aan de bekomen verwon dingen overleden. BIJ HET BADEN VERDRONKEN. Bij het baden in de Waal is zekere G. S. uit Zaltbommel verdronken. FOKDAG. De groote jaarlijksche fokdag te St. Anthonis zal dit jaar gehouden worden op 9 September a.s. STRAATGEVECHT TE OSS. In de Arendsvlucht te Oss heeft Maandagavond een ernstige vecht partij plaats gehad. Daarbij heeft de 20-jarige S. een tweetal steken in de borst opgeloopen, terwijl een ge huwde zuster van hem eveneens door een messteek gewond is. De aanleiding tot de vechtpartij was een woordenwisseling tusschen den vader van het slachtoffer en diens buurman v. G. De twist liep over het leenen van een dekkleed. Van woorden kwam het weldra tot daden en verschillende zoons van beide families mengden zich in het handgemeen, dat zoodoende tot een compleet straatgevecht werd. Plotseling trok de 22-jarige zoon van Van G. een mes en bracht hiermede den 20-jarigen S. twee vrij ernstige steken in de borst toe. Het slachtoffer viel bewusteloos neer. Ook zijn zuster, die zich met den twist had bemoeid, bleek gewond te zijn. Spoedig arriveerde de gemeentepo litie, die den jeugdigen dader in arrest stelde. MET AUTOPED OP DEN RIJWEG. Zondagavond was een zevenjarig knaapje op de Leidschevaart te Haarlem aan het „autopedden" op den rijweg zonder op het verkeer te DE SPAANSCHE OVERWIN NINGSOORLOG. Kon men de dagelijksche leger- berichten van de Madrileensche regeering en daartegenover die van de rebelleerende militairen gelooven, dan is er nooit een idealer strijd gestreden dan die tusschen de mach ten van de Spaansche regeeging en die van de opstandelingen. Want van beide zijden meldt men slechts overwinningsberiehten en om over winningen is het in een oorlog toch maar te doen. Intusschen moet men toch ook weerh'ekening houden met de logische omstandigheid, dat twee partijen tegen elkaar in, op den duur niet kunnen blijven winnen en daarom tracht ieder uit datgene, wat hem ter kennis komt, te distilleeren, wiens overwinningen het meest be- teekenend zijn. Bij het maken van conclusies wordt men dan veelal geleid door wat de oude Romeinen in een spreek wijze vastlegden, n.l. Quae volumus, libenter credimus, of te wel datgene wat we wenschen, gelooven we ook gaarne. Laten wg er ons toe bepalen om samen te vatten, wat de regeering en de opstandelingen, ieder van hun kant, beweren. DE ZIENSWIJZE VAN MADRID. De regeering gaat voort met over winningen te melden rond Madrid, maar de plaatsen, welke zij noemt als terrein van gevechten, blijken steeds dichter bij de hoofdstad te zijn gelegen. De regeeringsvloot heeft in de Straat van Gibraltar verschillende havens van Marokko en van Zuid- Spanje, havens dus, waar de rebellen meester zijn, gebombardeerd en het staat wel vast, dat daarbij groote schade aan de woonwijken is aange richt. Voorts is onder geleide van oorlogs schepen, welke de regeering trouw bleven, een expeditie naar de Balearen de Spaansche eilandengroep, waar de opstandelingen-generaal Franco gouverneur was, uitgetrokken, alwaar twee der eilanden konden worden overmeesterd. De havenstad Cadiz zou weldra handen der regeeringstroepen moeten vallen. DE ZIENSWIJZE VAN SE VILLA. De Nationalisten, die hun berichten via den zender van Valencia ver spreiden, doen mededeeling, dat de opstandelingen-generaal Mola met zijn voorhoede tot op gezichtsafstand van Madrid is genaderd. Generaal Franco is te Sevilla aan gekomen en heeft vandaar den op- marsch naar het Noorden ingezet. Badajoz en Caceres, twee steden van strategisch belang zouden reeds zgn genomen. DE TOESTAND TE MADRID. Volgens uitgewekenen uit Madrid ontwikkelt daar een in de nabijheid van het Noorderstation gevestigde „bloedrechtbank" een angstwekkende activiteit. Meestal na een korte, oppervlakkige verhandeling spreekt zij tegen vooraanstaande rechtsche leiders het doodvonnis uit, dat dan terstond ter plaatse wordt voltrok ken. Tengevolge van de massa-executies i andere terroristische daden zijn de buitenwijken van Madrid in „een reusachtig kerkhof" veranderd. De officieele regeering Giral leidt slechts een schaduwbestaan. De werkelijke heerschers in de hoofdstad zgn de communistische afgevaardigde La Pasionaria en de socialistenleider Prieto en Caballero. Madrid wordt bovendien door hongersnood bedreigd. In verband met de levensmiddelenschaarschte heeft men het distributie-systeem door middel van kaarten ingevoerd. VENRAY Woensdag 19 Aug. HORST Vrijdag 21 Aug. Varkensmarkt CUYK Dinsdag 18 Aug. Marktbericht en. VENLO. Op de Coöp. Veilingver- eeniging van Maandag was de aan voer 1.720.000 eieren. Kipeieren van f 2.90 tot f 3.70 Kleine eieren van f 2.50 tot f 2.70 Eendeieren van f 2.30 tot f 2.50 ROERMOND. Op de Coöp. Veiling- vereeniging van Maandag was de aanvoer 3.900.000 eieren. Kipeieren van f 2.50 tot f 3.70 Eendeieren van f 2.30 tot f 2.50 en Zonverbranding Verzacht en geneest Doos<30cfc. Bij Apóth.en Drogisten 500—8 geheel conpti tingkast, drager mei zadel, celli ;r( jasbeschen p, ting, eerste elt Franco thi rantie. Ditz uitvoering rijwiel I Vraagt grafira RIJWIE1 ,i Inlichting! Leraar Onze WaM rechtstreek t bruikers. Wjj hebbel winkels, d voordeeligsl maakten vi f|< bruik en zeer tevred Onze Waes alle eischet kwaliteit duurdere ij§e Wij hebben dellen in het verplic üi Wij re i Waschmacl dl Verder bia Waschmacl sl Aardappf01 bloem- en P raad levert si Stations* ei

Peel en Maas | 1936 | | pagina 6