LEER
ZWI
Afrikaansche
brieven.
Ons weekpraatje.
Mooi gebruind
Provinciaal Nieuws
Buitenland.
Qemengde Berichten
Markten
Bij Doorzitten
P11SL
L«
P.Hoei<
Was«
Mode i
„Wat zegt u! mensch geworden!
een mensch als ik een mensch
een mensch
John Willice lag grienend in zijn
kussen zijn grijzen kop te schudden:
„Dat kan ik niet begrijpen."
Na drie dagen is John gestorven
van berouw en fonkelende liefde voor
den Onbegrijpelijke.
JOAN .KAT VERITAS.
SPORT EN SPEL.
Ojeenu gaat die Missionaris zich
bezondigen aan 't allermodernste
euvel. Nog maar juist schreef hrj
over het tropenland, de planten en
de dieren. ;Nog geen woord hoorden
we over de negers zelf
Wat voor menschen 't zijn, hun
cultuur en wat weer ik meer... en
nou zoowaar op de eerste plaats
over die vsport
Zoo is de een of andere misschien
„afgeloopen" bij het lezen van den
titel van dezen brief.
Maar laat ik hem dan maar gauw
kalmeeren met de verzekering, dat
ik nog orthodox genoeg ben om
sport en spel heelemaal niet op de
eerste plaats van 's menschen leven
te schuiven. Maar.,., (ik verklap toch
geen geheim wanneer fiksche
katholieke jongens 't durven opvat
ten om hun sport ten dienste te
stellen van 't grootste werk der
Kerk, 't heilig missiewerk, dan voel
ik mij geautoriseerd om 't logisch
vervolg van mijn brieven te onder
breken, hen ter eere.
Want ze gaan in „Oeldre" toch
een Missiewedstrijd spelen? Of ben
ik misschien onsportief genoeg om
dit verkeerd verstaan te hebben
Kan welMaar als missionaris
moet ik in alle geval 't schoone
initiatief van die „Oeldersche" be
wonderen om zóó hun vermaak
dienstbaar te maken voor de arme
tobbers van Afrika. En niet minder
neem ik den hoed af voor die
Oostrumsche vriendenclub, die over
kleindorpsche ikzucht weet heen te
stappen om in Oirlo te komen spelen
en om zóó eendracht en saamhoorig-
heid door hun sport preelcen.
Dat zijn allemaal schoone edele
kanten van de sport, en.... al brom
men de ouderen wel eens over de
sport, dat zijn toch kanten van die
sport (met die v.... sport) die we
gerust mogen en moeten waardeeren.
Maar ik sla waarachtig aan 't
preeken, en dat was toch mijn be
doeling niet. Wel moest die uiting
van waardeering voor onze katho
lieke jongens, me eerst de pen uit.
Nu zullen we eens gauw wat ver
tellen over de sport bij de negers.
Want ja, de neger kent ook sport
hoor, en beoefent ze ijverig. Niet
van ons geleerdMaar van huis uit.
Zijn sport is enkel de dans, maar
dan in een zeer groote verscheiden
heid. En niet de dans in zijn meer
moderne verwording, meestal slechts
beoogend de goeie gelegenheid om
eens „samen" te zijn. NeenMaar
de dans als sport en als 't beoefenen
van een waarachtige kunst. Niet
enkel en zelfs heelemaal niet om
„samen" te zijn, want vóór alles
moet ik U zeggen dat bij negers,
mannen en vrouwen nooit samen
dansen, dan alleen wanneer ze bij
nachtelijke gelegenheden persé slecht
willen zijn.
Maar dit is absoluut tegen neger-
gebruiken en zelfs e«n heidenseh
dorpshoofd, wil ie tenminste netjes
zijn, zal 't niet toelaten. Bij de negers
hebben de mannen hun specifieke
mannendiensten en de meisjes de
hare, maar steeds in afgescheiden
groepen. Gelijk een man die zich
respecteert niet in vrouwenkleeren
gaat loopen, evenmin kan ie met
meisjes den specifieken vrouwendans
uitvoeren, en omgekeerd is 't zelfde
weer voor de meisjes.
Wel moet iedere neger vóór ie
gaat dansen een flinke pot maïsbier
hebben gehad, om „de schaamte weg
te nemen" zeggen ze zelf.
En kunstig is hun dansenGe
woonlijk staan ze in een kring of
wel op een rij en draaien niet rond,
maar steppen rythmisch voor en
achter uit, onderbrekend met stam
pen allemaal tegelijk als één doffen
slag waar de grond van dreunt, alles
steeds op 't rythme van hun dans
lied dat ze allemaal samen zingen.
Zeer elegant gaat 't heele lichaam
op en neer en even sierlijk gaat de
Zebrastaart die ze in de hand heb
ben op gegeven oogenblikken als één
groote waaier boven de hoofden.
Bezijden zitten enkele jonge vrou
wen, die 't danslied begeleiden met
dof tromgeroffel en de oudere vrou
wen die rond om den kring staan
doen 't zelfde met handgeklap en
een meer wild gehuil.
't Meest indrukwekkend is wel
hun oorlogsdans, vooral die van den
Angoni-stam, de zoeloestrijder. Al
de dansers Zitten dan eerst gewild-
kalm in hun hutten. Maar daar
vliegen zwarte wijven de hutten uit
en slaan een oórverdoovend gehuil
aan van loe-loe-loe-loe-loeAls van
een adder gebeten vliegen al de
dansers overeind en stormen de
hutten uit, vragend waar de vijand
is. Prachtige kerels zijn 't dan
Vanaf 't onderlijf hangt een rok van
reepen uit dierenhuiden gesneden of
wel leeuw- en luipaardstaarten. Om
de bloote borst, armen en enkels
dragen ze schitterende banden van
veelkleurige „krellekes", symetrisch
geweven of liever aangeregen. Schel
klinkende belletjes om polsen en
enkels rammelen bij iedere beweging.
Op 't hoofd dragen ze een krans
van de meest zeldzame veeren als
wuivende pluimen. Aan den linker
arm 't schild uit dierenhuid ovaal
gesneden en in de rechter opgeheven
hand de vlijmscherpe speer.
Reeds is 't dorpshoofd aan den
kop van den stoet die verschillende
honderden kan tellen. Vooruitstor
men ze in gedrongen rijen, dan weer
vooruit, dan weer achteruit, dan
weer gebarend of de speer een hel-
sche vijand moest doorboren, alles
op de maat van hun lied en 't trom
geroffel. Je wordt koud bjj 't zien
van al die blank geschuurde speren,
blinkend In 't felle zonlicht.
De gezichten staren woest en
wreed. Weer hellen ze achterover
als teruggedrongen door den vijand
om dan zooveel te wilder vooruit
te springen, maar steeds volgens
rythme en maat.
Eensklaps stopt 't lied, al de
mannen staren als gespannen bogen.
De hoofdman heft zijn speer boven
't hoofd en als op commando schieten
al de speren boven over hem heen
in een sierlijken bocht en blijven
bevend steken in 't graf van één
der afgestorven hoofdmannen. Dat
is hun oorlogsdans, die ze maar
zelden mogen uitvoeren omdat de
Regeering vreest voor mogelijke
relletjes.
Voor zoover hun sport van huis
uit. Maar sinds de blanken er zijn
heeft de neger al heel wat Euro-
peesche sport aangeleerd. Vooral de
voetbal, waar de negerjongens ge
woon dol op zijn. Uren aan één stuk
loopen ze achter 't leer in de heete
tropenzon. Echte clubs zijn er reeds,
getraind door ons blanken, en werpt
hun vaardigheid maar niet weg.
Ofschoon op bloote voeten, zijn 't
stevige trappen hoorEn dan zoo
vlug als een slang. Tweemaal draaien
ze om als wij blanken 't ééns doen,
Onze school in Blantyre, waarover
later, heeft al een aardig vaardig-
team. Zoo juist ontving ik de Nyasa-
land Times en las over hun eerste
publieke match op den dag van
Engelsch Koningsfeest gespeeld tegen
de leerlingen der Scotsche Neger-
school. Ze hebben eervol verloren
met 10 bij dezen „eersten" match.
Ge ziet wel dat de een of ander deze
pittige jongens een reuzenpleizier
zou kunnen doen met hun missionaris
een stevigen nieuwen voetbal mee
te geven. Maar tenminste kunnen
allen niet enkel hun sport, maar
vooral hun ziel en zaligheid begun
stigen met 't bijwonen van den
Missiewedstrijd van Zondag op
Oirlosche veld.
Ik hoop dat velen, héél veel zelfs
ook van buiten Oirlo, 't schoon ini
tiatief van onze katholieke voetbal
lers met hun bezoek zullen toonen
te waardeeren. tevens zoo een groote
heilige zaak dienend.
OIRLO, Augustus '36.
JAN DE PONTI,
Miss. in Centraal Afrika.
tvt en overspannen, on-
INerVeUS rustig en slapeloos.
Men gebruike hiertegen de zenuw-
stillende en zenuwsterkende
Mijnhardt's Zenuwtabletten
GlazeD Buisje 75 ct. Bij Apoth.
Drogisten.
DE HOOFDSTAD IN DE BRANDING
CINEAC CAFETARIA
COLPORTAGE.
Wie enkele jaren niet meer in
Amsterdam kwam, vindt er heel veel
veranderd. In de woonwijken grijnst
de armoe je tegen en daar uit zich
de bitterheid in haat, jegens „de
maatschappij", jegens elkaar, rood-
front jegens zwart-front en om
gekeerd. Maar ook de roode haat
den anders-roode en de nationaal-
socialist haat den fascist. Elke
woning is een veste. De bewoner
van „beneden" verdedigt zijn demo
cratisch socialisme tegen 't commu
nisme van één-hoog, het syndicalisme
van twee-hoog en tegen de „Trotz-
kisten van drie-hoog. Al die „hoog
ten" wapenen en verdedigen zich
tegen elkaar. Maar zouden er Zwart-
Fronters of een ploeg N.S.B.-propa
gandisten in de buurt komen colpor-
teeren „provoeeeren" heet dat in
den mond der tegenstanders dan
vormen „beneden" plus één-, twee
drie-hoog, een Volksfront en
verwijderen ze de gezamenlijke
vijanden op een of andere manier
van het betreden terrein.
In de binnenstad, de city, gaat
het wat rustiger en „ordelijker" toe.
Wie in de binnenstad blijft haDgen
en dat doet de vacantieganger
nog al gauw doet niet aanstonds
den indruk van armoe op. En dat is
verklaarbaar. De binnenstad wordt
gevuld door de dagjesmenschen van
buiten, de reizigers, winkel- en
kantoormeisjes, de bedienden en al
die anderen, die behoorlijk gekleed
moeten zijn om de kans op het be
houd van het bescheiden baantje
niet te verliezen.
Ik constateer in dezen regenzomer
het bestaan van een nieuwe mode
regencapes, kleurige mantilles die
niet zonder zwier wojrden gedragen.
En als ik de algemeenheid van deze
dracht vaststel, dan denk ikze
kunnen het toch nog wel doen,
iedere jonge dame heeft zich toch
blijkbaar maar gehaast om zich aan
de nieuwe mode aan te passen. Tot
dat ik een groot magazijn in de
Kalverstraat passeer en daar op
een stoep-etalage een heele rij pop
pen vind, met dezelfde kleurige man
tilles omhangen. Die zwierige ge
dragen lappen stof blijken gummi te
zijn en ze worden verkocht voor 3.55,
voor 3.25, voor 2.8S en goedkooper...
t Is een zwierige armoe die zich
openbaart. Zeker, al die menschen
in de binnenstad loopen er wel netjes
bij, maar er is toch geen vroolijk-
heid op de gezichten, geen blije uit
gelatenheid, zelfs de bekende
Amsterdamsche gijn van de slagers-
en boodschappenjongens schalt niet
meer door de straten. De caféter
rassen 1 liggen vrijwel verlaten, heel
veel winkelramen vertoonen alleen
nog maar de plakkaten „Te Huur."
Er wordt druk gecolpoi t ïerd, maar
dit geschiedt toch ordelijk in de
binnenstad, zonder geroep, zonder
opdringerigheid. Op de voornaamste
hoeken vindt de passant een man,
die een rood-groen tijdschrift voor
zich uithoudt, waarop ik slechts de
groote letters R.V.H. onderscheid.
„Rusland van HedenOp een ande
ren hoek staat een N.S.B.-er met
„Volk en Vaderland". Daar wordt
met „Vrijheid, Arbeid, Brood" ge
leurd, en dan weer houdt men mij
„Zwart Front" voor of „Verdinaso".
Nauwelijks heb ik me op een café
terras van het Rembrandtplein gezet,
of een jonge vrouw in de sombere
uniform van het Heilsleger, komt
me „De Strijdkreet" aanbieden. Ik
schud bescheiden van „neen", het
hoofdschudden gaat al „van zelf*
als men 'n half uur in Amsterdam
is. Of ik dan iets te missen heb
voor het goede doel vraagt ze. Ik
blijf 'n beleefd neen schudden en
dan gaat de jonge vrouw duldzaam,
onbewogen, met een onverstoorbaar
goedigen glimlach verder. Naar een
anderen eenzamen cafébezoeker,
naar een particulieren chauffeur,
naar 'n toevalligen voorbijganger.
En iedereen schudt het hoofd met
somberte, maar zonder zich geïrri
teerd te betoonen.
Een Joodsch koopman komt langs.
In een tasch, waarop „Het Volk"
staat, draagt hij een hoop boeken
mee. Eén exemplaar houdt hij me
voor. Ik zie de afbeeiding van een
troosteloozen Jodenkop op het titel
blad. De koopman prijst me z'n boek
aan, 't is van de Arbeiderspers
zegt hij 200 bladzijden groot, alle
maal over de Jodenvervolging, anders
'n gulden, thans 'n kwartje. Ik
schud het hoofd, 'n Koopman met
veters'n stuk muziekZwart Front
Volk en Vaderland. Ik schud het
hoofd.
Tegenover me hebben de chauffeurs
van de stationneerende blokband-
taxi's zich verzameld. Ze hebben het
over Spanje en geraken hoe langer
hoe meer opgewonden. Je kunt het
zien en hoorenze zijn allemaal
Volksfronters, maar de tactische
verschillen zetten deze menschen
soms hevig tegen elkaar op. Ze ver
tellen mekaar, dat ze hier nét zoo
moesten doen als de arbeiders in
Madrid en Barcelona het deden...
Och, denk ik, die menschen hebben
't natuurlijk ook arm in dezen tijd.
En ze worden uit het evenwicht
geslagen en gehouden door de tegen
stellingen, welke zich in het centrum
van een grootstad, als het Rem
brandtplein dan toch is, altijd open
baren. Kijk daar nu zoo'n chique
gekleede heer langs die menschen
loopen. Hooghartig. Recht op Schiller
aan. Maar die heer houdt in zijn
hand „Het Volk". Ook hij is een ge
leding van het Volksfront....
't Is niet gezellig in de stille café's
Zaken, waar ik vroeger wel kwam
zijn gesloten. Andere zrjn veranderd,
vertimmerd, verbouwd. De gérant is
er vervangen. Ik hoorde tegen
woordige is de tweede of derde al,
in enkele jaren tijds, met wien „ze"
het „probeeren".
Wat goed gaat in Amsterdam, dat
is de Cinéac. Een bezoek is verzet
van 'n kwartje en dat kan nét nog
in dezen tijd. Voor een deel althans
der bevolking. De Cinéac is de krant
met levende beelden. De menschen
willen weten en zien, hoe er hier of
daar een z'n nek heeft gebroken bij
'n race, ze willen de massa's zien,
die in Parijs betoogden op den 14en
Juli, ze willen de bewapening zien
van de roode militie in Madrid en
andere plaatsen van Spanje. Welnu,
kregen waar voor hun geld. Ze
hebben de jonge Spaansche arbeiders
met bloote borsten door de straten
van Barcelona zien gaan, zwaaiend
met hun geweren, lallend, schreeu
wend. We krijgen een gierende
menigte te zien voor een brandende
kerkwe hebben de vlammen zien
lekken om een altaar.
Je hoort in de Cineac geen op- of
aanmerkingen over de film, zooals
dat vroeger wel gebruikelijk was.
't Is stil in de zaa1, maar ieder kijkt
gespannen en menigeen schuift
onrustig op z'n stoel.
Terwijl de beelden trillen op het
,,doek". verschijnt daarnevens op den
muur een geprojecteerd Handels-
bladbericht, in weinige en sobere
woorden vermeldend„Heden is in
Opende een lid van het Armbestuur
vermoord." 't Is, of je meteen eenig
licht gesnuif uit de zaal opvangt.
Het bericht doet naar achteraf
bleek ten onreebte een politiek of
economisch drama vermoeden.
Amsterdam is uiterlijk rustig,
maar alle nerven staan gespannen
en deze spanning moet m.i. eens tot
een vreeselrjke uitbarsting leiden,
't Is niet alles schuld van de crisis,
maar wel is de crisis aanleiding dat
zooveel politieke vergiftiging heeft
kunnen plaats hebben en het revo-
lutionnaire sentiment van de massa
zoo kon worden gevoed. En niet in
de laatste plaats vanuit een zekere
rechtsche zijde, waar men er op
speculeert, dat vele burgerlijke- en
behoudsgezinde elementen, als mede
vele arbeiders, gedwongen zullen
worden om zich „rechts" te verkla
ren. wanneer links uit eigen wil en
omdat het daartoe getart werd, den
laatsten strijd om het „zijn" of
„niet-zijn" zal inzetten, d.i. de strijd
tot verovering van de macht, welke
de onderdrukking van de tegen
partijen mogelijk maakt.
Gezelligheid vond ik niet meer in
Amsterdam. Je kunt er zelfs niet
gezellig meer eten. Drie keer per dag
verzamelen allen, die hun b.b.h.h.
(bezigheden buiten huis hebben) zich
in de cafétaria's de snel restaurants,
waar men zich op hooge krukken
rond een hoef ijzer vorming aanrecht
plaatst en a la minute de dubbeltjes-
en kwartjesgerechten krijgt voorge
zet, welke men wenscht. De een zit
er tegen den ander, maar de een kikt
tegen den ander met geen woord.
Snel en zwijgend worden de „hartige"
hapjes naar binnen gewerkt en men
geeft er geen acht op, dat de har
tigheid vooral door middel van veel
zout is geforceerd, 't Kost een krats,
voor veertig cent heeft men een
complete maaltijd: aardappelen,
vleesch en groente, 't Wordt opge
diend op een schaal welke in drie
vakjes is verdeeld en van die schaal
eet men. 't Kan geen bord lijden in
die cafétaria's.
Ik kijk eens rond, welke menschen
er hier al zoo komen, 't Komt me
voor, dat het menschen van allerlei
slag zijn, „echte" mjjnheeren, dames
en „dames", jongens, meisjes, arbei
ders. bedienden, yreemdelingen. De
kellnerinnen brabbelen Duitsch-Hol-
landsch, doen schreeuwerig en smij
ten met veel gerucht het afgeruimde
servies in bakken, die automatisch
wórden weggevoerd. De bedienende
meisjes zien er weinig aantrekkelijk
uit mager en bleek als ze zijn van
het sjouwen en met slechte schilder
werk op lippen en wenkbrauwen.
Eén loopt er voortdurend met een
lange stoffer te harken tusschen de
voeten van de bezoekers en de poo-
ten van tafels en stoelen, bijeen
scharrelend de verfrommelde papie
ren servetjes en de gevallen etens
resten.
Ik logeerde gedurende de dagen
van mijn bezoek aan de hoofdstad in
een der groote hotels van de Kal
verstraat. Ik was gauw beu van de
cafétaria's, maar het was toch niet
zonder schuchterheid, dat ik het ein
delek den ober durfde vragen, of ik
er misschien ook zou kunnen dinee-
ren... Want je bent bang, dat je de
menschen overlast aandoet, omdat
je in de goede hotels nog maar
zeldzaam gasten aan gedekte tafels
ziet plaats nemen.
Met graagte heeft men er mij
geholpen. We kregen een zeer goed
diner voorgezet voor f 1.10. Dan zit
je in een rustige, prettige omgeving
en dan heb je al dat comfort om je
heen, dat de maaltijd tot de genie
ting van een culinaire zaligheid
maakt.
In de grootste zaken slooft men
zich uit voor de bediening van een
enkel paar eetgragen, omdat men in
eiken schaarschen klant het begin
van de overwinning op de café
taria's wil zien. Sommigen blijven
hopen op den terugkeer van den
goeden smaak en van de
manieren onder het uitgaande pu
bliek, onder de gesitueerden en ónder
de reizende zakenlieden.
Ik nietsedert mijn jongste bezoek
aan Amsterdam heb ik mijn geloof
aan veel maatschappelijk goede en
aantrekkelijke dingen verloren.
Op Zaterdagavond verliet ik mijn
hotel, een groote, eerste klasse
zaak met „aangepaste" prijzen. „Nou
is 't volop seizoen", zei me de por
tier, wijzend op het opengeslagen
register, „volop seizoen en Zater
dagavond, U moogt het wel zien:
kijk, vijf kamers hebben we voor
vannacht bezet. Vijf van de veertig."
Met wenig vroolijke gedachten
schreed ik op den aanlegsteiger van
de nachtboot toe.
wat voor onkosten een dergelijk cir
cus wel heeft. Allereerst moet de
extra-trein betaald worden, die het
circus van de eene stad naar de
andere brengt, waarvoor 45 wagens
noodig zqn. Dan komen het plaats
geld, de belasting, de aansluiting
voor licht, water en telefoon en de
letten, waardoor hij tegen een pas-
seerenden motor botste. Met een
zware hersenschudding is het jon
getje in hoogst ernstigen toestand
naar zijn woning gebracht.
IN EEN HEK GEVALLEN.
Maandagmiddag is te Lekkerkerk
loonen voor het technische personeel het achtjarig dochtertje
om niet te spreken van de gages
der artisten en van het bureau
personeel en de voorreizigers.
Vervolgens het eiken dag terug
komend bedrag voor reclame, adver-
tentie's, voor de reparatie's van de
verschillende onderdeelen enz.
En wat wordt er per dag niet
uitgegeven vpor voeder voor de
dieren: vleesch voor de roofdieren,
haver, hooi, wortels, stroo en vis-
schen voor de andere dieren. Alleen
de verzekering van de verschillende
onderdeelen van het levend en dood
materiaal verslindt enorme sommen.
Daarom is het niet juist, dat het
circus geld mee uit de speelstad
neemt, zooals veelal wordt veron
dersteld.
Vele leveranciers en middenstan
ders vinden baat bij het bezoek van
een circus en ook de hotelhouders
en restaurateurs zien hun omzet
stijgen, om niet te spreken van de
verschillende vervoermiddelen.
Voor een circus bestaat er geen
crediet en als het bezoek in een
stad de kosten niet goed maakt,
moet er diep in de brandkast ge
grepen worden om alles contant te
betalen.
Maar dat weet het publiek niet
en dat mag het ook niet weten. Het
publiek ziet slechts de opgewekte
gezichten in de enkele groote manege
het weet niets van de zorgen en de
kommer, die het circus in deze tij
den minstens evenzoo bedreigen als
elke andere onderneming.
En dat is goed ook, want de taak
van het circus is, het publiek eenige
uren van aangenaam amusement te
brengen, dat zoowel voor jong en
oud onderhoudend en leerzaam is.
En dat garandeert een bezoek aan
Strassburger en daarom op naar
Nederland's grootste attractie
1936
worden gelaat, hals en armen door
AMILDA-zonnebruincrême. Voor
komt tevens vervellen en de zoo
pijnlijke zonnebrand. Flacon 90 ct.
Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct.
VENRAY, 15 Aug. 1936.
Circus Strassburger
komt in Venray
Donderdagmorgen 20 Augustus a.s.
omstreeks 7 uur arriveert de extra-
trein van het Circus Strassburger
in Venray.
Reeds eenige dagen prijken hier
overal de aantrekkelijke affiches en
aankondigingen van het circus.
De laatste steden in België waren
voor het circus een enorm succes:
in Brugge was het zelfs een dag
zoo vol, dat de politie er aan te pas
moest komen om het publiek, dat
nog kaarten wilde koopen, tegen te
houden, daar alle rangen reeds lang
uitverkocht waren.
Met groote verwachtingen zijn de
bewoners der tentstad dus de Bel
gische grens overschreden, om de
Nederlandsche tournee te beginnen.
Op elk gebied is de techniek de
laatste jaren met groote schreden
vooruitgegaan en Circus Strassbur
ger heeft van al deze nieuwe vindin
gen gebruik gemaakt om aan het
verwende Nederlandsche publiek een
circus te toonen, dat het modernste
van de reizende ondernemingen kan
genoemd worden.
Strassburger komt met een groote
tros wagens, waarin het circus-
materiaal is gepakt, waarin de bu
reaux zijn ondergebracht en waarin
de artisten wonen.
Het circus bezit een stal, waarin
een zeventigtal paarden, waarvan
men zonder overdrijving kan zeggen,
dat het de mooiste en best verzorg
de dieren zijn, die we nog in een
reizend circus zagen.
Een aantal olifanten, waarvan een
gedeelte wordt gebruikt -bij het af-
en opladen op de spoorwagens en
waarvan het andere gedeelte in de
manége optreedt, maakt een bezoek
aan het dierenpark zeer interessant.
Rustig als hun aard is, duwen ze
de wagens op hun plaats, waartoe
dikwijls geen tractor in staat is.
Het circusfront is in Syrischen
trant gehouden en het spreekt van
zelf, dat des avonds honderden licht
jes voor de feestelijke verlichting
van de facade zorgen. Rekent men
daartoe, wat de circustent en de
stallen, benevens zijtenten en wagens
een stroom verbruiken voor verlich
ting, dan kan men zich voorstellen,
wat dat alles kost, temeer daar er
vele steden zgn, waar aangesloten
wordt aan het gemeentenet.
Behalve olifanten en paarden vin
den we in de zorgvuldig onderhouden
stallen nog een prachtcollectie dieren
uit alle landenleeuwen, tijgers,
panters, luipaarden, bruine beren,
kraag- en ijsberen, kameelen, buffels
zeeleeuwen enz.
En het programma zelf
Het zal blijken, dat circus Strass
burger zjjn oude traditie is trouw-
gebleven en dat het, datgene wat
het aankondigt, nog overtreft.
Het spreekt vanzelf, dat de kosten
voor zulk een groot bedrijf zeer hoog
zijn en dat ze slechts, indien voor
uitverkochte tenten gespeeld wordt,
gedekt kunnen worden. De tijd der
groote winsten is voorbg, men is
reeds tevreden indien de kosten ge
dekt zijn en er iets wordt overge
houden.
Het publiek heeft zich wellicht
nog nooit een voorstelling gemaakt
Afgeluisterd.
Zeg man, wat rook jij je tanden
toch bruinIk zal eens IVOROL
voor je meebrengen.
LUXOR THEATER.
Onder regie van Lloyd Bacon is
de succesvolle Amerikaansche film
„Duivels der lucht" tot stand ge
komen, welks filmwerk veel waar
deering vind. Tommy O'Foole (James
Cagney), een gezond en zelfbewust
jongmensch en geboren vlieger, komt
uit dezelfde stad als Brannigan
(Pat O'Brien), die luitenant bij de
Marine is. Door bemiddeling van
Branningan wordt Tom bij de op
leidingsschool voor Marine-officieren
geplaatst en de jongeman is zich
dikwijls aan het oefenen in een
vliegmachine. Hij kan de verschil
lende officiersrangen evenmin uit
elkaar houden. Op zekeren dag, dat
hij met zijn machine oefent, is hij
een korte vlucht, genoodzaakt
een noodlanding te maken. Hij be
landt voor een café, waarvan de
eigenares Betty Roberts is. Hij maakt
Betty het hof, waarvan zij niet ge
diend is en ze beklaagt zich bij
Brannigan.
Op een proefvlucht met Brannigan
vat de machine vlam. Brannigan
weet in zijn angst niet wat te doen,
maar Tommy behoud zijn tegen
woordigheid van geest en weet de
machine snel en veilig op de grond
te doen landen.
Door dit bravourstukje is hij nu
de held van den dag. Tot groote
ergernis van Brannigan zet Tommy
zijn poging om bij Betty in de smaak
te vallen, voort. Betty, die, een hevige
ruzie tusschen Tommy en Brannigan
voorziet, kiest de wijste partij en
laat zich niet meer in gezelschap
van Tommy zien, Tommy verkeert
daardoor in de veronderstelling, dat
Betty werkelijk van Brannigan houdt.
Tommy slaagt voor zijn examen als
luitenant, doch op een vlucht met
Brannigan, komt hij in botsing met
een ander vliegtuig. Brannigan weet
echter op het juiste moment in te
grijpeD, waardoor ze veilig landen.
Tommy heeft berouw van zijn waag
halzerij en erkent, dat niet hij, maar
Brannigan door zijn koelbloedig op
treden een held is. Brannigan wordt
overgeplaatst, maar voor hij de
vliegschool verlaat, drukt hij Tommy
de hand, en zegt, dat Betty op hem
wacht.
Dit is in het kort de inhoud van
deze mooie film, die zeer zeker ge
zien wil worden.
van'den
G. van der V, op een ijzeren
,eendernunten!?'e°stSs«!b
hek gevallen, waarvan een der punten j jn d
het kind in het lichaam drong. Het1
meisje is aan de bekomen verwon
dingen overleden.
BIJ HET BADEN VERDRONKEN.
Bij het baden in de Waal is zekere
G. S. uit Zaltbommel verdronken.
FOKDAG.
De groote jaarlijksche fokdag te
St. Anthonis zal dit jaar gehouden
worden op 9 September a.s.
STRAATGEVECHT TE OSS.
In de Arendsvlucht te Oss heeft
Maandagavond een ernstige vecht
partij plaats gehad. Daarbij heeft de
20-jarige S. een tweetal steken in
de borst opgeloopen, terwijl een ge
huwde zuster van hem eveneens door
een messteek gewond is.
De aanleiding tot de vechtpartij
was een woordenwisseling tusschen
den vader van het slachtoffer en
diens buurman v. G. De twist liep
over het leenen van een dekkleed.
Van woorden kwam het weldra tot
daden en verschillende zoons van
beide families mengden zich in het
handgemeen, dat zoodoende tot een
compleet straatgevecht werd.
Plotseling trok de 22-jarige zoon
van Van G. een mes en bracht
hiermede den 20-jarigen S. twee vrij
ernstige steken in de borst toe. Het
slachtoffer viel bewusteloos neer. Ook
zijn zuster, die zich met den twist
had bemoeid, bleek gewond te zijn.
Spoedig arriveerde de gemeentepo
litie, die den jeugdigen dader in
arrest stelde.
MET AUTOPED OP DEN RIJWEG.
Zondagavond was een zevenjarig
knaapje op de Leidschevaart te
Haarlem aan het „autopedden" op
den rijweg zonder op het verkeer te
DE SPAANSCHE OVERWIN
NINGSOORLOG.
Kon men de dagelijksche leger-
berichten van de Madrileensche
regeering en daartegenover die van
de rebelleerende militairen gelooven,
dan is er nooit een idealer strijd
gestreden dan die tusschen de mach
ten van de Spaansche regeeging en
die van de opstandelingen. Want
van beide zijden meldt men slechts
overwinningsberiehten en om over
winningen is het in een oorlog toch
maar te doen.
Intusschen moet men toch ook
weerh'ekening houden met de logische
omstandigheid, dat twee partijen
tegen elkaar in, op den duur niet
kunnen blijven winnen en daarom
tracht ieder uit datgene, wat hem
ter kennis komt, te distilleeren,
wiens overwinningen het meest be-
teekenend zijn.
Bij het maken van conclusies
wordt men dan veelal geleid door
wat de oude Romeinen in een spreek
wijze vastlegden, n.l. Quae volumus,
libenter credimus, of te wel
datgene wat we wenschen, gelooven
we ook gaarne.
Laten wg er ons toe bepalen om
samen te vatten, wat de regeering
en de opstandelingen, ieder van hun
kant, beweren.
DE ZIENSWIJZE VAN MADRID.
De regeering gaat voort met over
winningen te melden rond Madrid,
maar de plaatsen, welke zij noemt
als terrein van gevechten, blijken
steeds dichter bij de hoofdstad te
zijn gelegen.
De regeeringsvloot heeft in de
Straat van Gibraltar verschillende
havens van Marokko en van Zuid-
Spanje, havens dus, waar de rebellen
meester zijn, gebombardeerd en het
staat wel vast, dat daarbij groote
schade aan de woonwijken is aange
richt.
Voorts is onder geleide van oorlogs
schepen, welke de regeering trouw
bleven, een expeditie naar de Balearen
de Spaansche eilandengroep, waar
de opstandelingen-generaal Franco
gouverneur was, uitgetrokken, alwaar
twee der eilanden konden worden
overmeesterd.
De havenstad Cadiz zou weldra
handen der regeeringstroepen
moeten vallen.
DE ZIENSWIJZE VAN SE VILLA.
De Nationalisten, die hun berichten
via den zender van Valencia ver
spreiden, doen mededeeling, dat de
opstandelingen-generaal Mola met
zijn voorhoede tot op gezichtsafstand
van Madrid is genaderd.
Generaal Franco is te Sevilla aan
gekomen en heeft vandaar den op-
marsch naar het Noorden ingezet.
Badajoz en Caceres, twee steden
van strategisch belang zouden reeds
zgn genomen.
DE TOESTAND TE MADRID.
Volgens uitgewekenen uit Madrid
ontwikkelt daar een in de nabijheid
van het Noorderstation gevestigde
„bloedrechtbank" een angstwekkende
activiteit. Meestal na een korte,
oppervlakkige verhandeling spreekt
zij tegen vooraanstaande rechtsche
leiders het doodvonnis uit, dat dan
terstond ter plaatse wordt voltrok
ken.
Tengevolge van de massa-executies
i andere terroristische daden zijn
de buitenwijken van Madrid in „een
reusachtig kerkhof" veranderd.
De officieele regeering Giral leidt
slechts een schaduwbestaan. De
werkelijke heerschers in de hoofdstad
zgn de communistische afgevaardigde
La Pasionaria en de socialistenleider
Prieto en Caballero.
Madrid wordt bovendien door
hongersnood bedreigd. In verband
met de levensmiddelenschaarschte
heeft men het distributie-systeem
door middel van kaarten ingevoerd.
VENRAY Woensdag 19 Aug.
HORST Vrijdag 21 Aug.
Varkensmarkt
CUYK Dinsdag 18 Aug.
Marktbericht
en.
VENLO. Op de Coöp. Veilingver-
eeniging van Maandag was de aan
voer 1.720.000 eieren.
Kipeieren van f 2.90 tot f 3.70
Kleine eieren van f 2.50 tot f 2.70
Eendeieren van f 2.30 tot f 2.50
ROERMOND. Op de Coöp. Veiling-
vereeniging van Maandag was de
aanvoer 3.900.000 eieren.
Kipeieren van f 2.50 tot f 3.70
Eendeieren van f 2.30 tot f 2.50
en Zonverbranding
Verzacht en geneest
Doos<30cfc. Bij Apóth.en Drogisten
500—8
geheel conpti
tingkast,
drager mei
zadel, celli ;r(
jasbeschen p,
ting, eerste elt
Franco thi
rantie. Ditz
uitvoering
rijwiel I
Vraagt grafira
RIJWIE1 ,i
Inlichting!
Leraar
Onze WaM
rechtstreek t
bruikers.
Wjj hebbel
winkels, d
voordeeligsl
maakten vi f|<
bruik en
zeer tevred
Onze Waes
alle eischet
kwaliteit
duurdere ij§e
Wij hebben
dellen in
het verplic üi
Wij re i
Waschmacl dl
Verder bia
Waschmacl sl
Aardappf01
bloem- en P
raad levert si
Stations* ei