DERDE BLAD VAN PEEL EN MAAS
Zaterdag 1 Augustus 1936
Zeven en vijftigste Jaargang No 31
De Spaansche
furie
Afrikaansche
brieven.
Provinciaal Nieuws
Oorlogsstemming is een stem
ming van waanzin.
Zeshonderd psychiaters hebben
dat betoogd in een adres aan
den Volkenbond. En persoonlijk
heb ik de gelegenheid gehad om
dat te ervaren in de eerste oor
logsmaanden van 1914, toen ik
als oorlogscorrespondent van een
der groote Nederlandsche bladen
o.m. de verwoesting van Visé en
Leuven meemaakte.
Men kan aan waanzin denken,
als men ziet zooals ik dat
herhaaldelijk heb gezien hoe
benden soldaten de brandende
woningen in- en uitliepen, om
kostbare dingen naar buiten te
sleepen en ze daar in gruizele
menten te gooien, of ze daar op
te stapelen, terwijl.... ook zonder
dien ijver alles toch even deug
delijk zou worden verbrand en
verwoest...
Om deze en andere afgrijse
lijkheden heeft de tot bezinning
teruggekeerde menschheid na
1918 de leuze aangeheven van
„Nooit meer oorlog". De vredes-
idee werd opgenomen in de po
litieke programma's van de
meeste partijen; de oorlog werd
officieel „uitgebannen."
Daarmee helaas dacht
men den oorlog overwonnen te
hebben.
Men kan net zoo goed de
verpleegden van een krankzin
nigengesticht een speldje op jas
of blouse hechten, waarop de
spreuk staat gegriftNooit geen
gekke dingen meer. En de stak
kerds dan laten loopen 1
Als de omstandigheden er zijn,
die het uitbreken van een con
flict mogelijk maken, dan komt
de oorlogsgeest, die waanzin is,
over de menschen en dan helpt
geen gepreek en geen lamentatie.
Alleen het dwangbuis kan dan
ernstige gevolgen keeren.
Er is niets, in elk geval te
weinig gedaan aan het psycholo
gisch vredeswerk, d.i. aan de
cultiveering van de menschelijke
ziel, de gedachte.
Men bant geen oorlog uit met
alleen te wijzen op de afschuwe
lijkheid van gifgassen en moord
tuig.
Wie een strijd niet af kan met
de vuisten, grijpt een mes. Heeft
ook de tegenstander een mes,
dan zoekt men een revolver te
pakken te krijgen enz.
Wanneer een mensch den an
deren mensch haat, een volk het
andere volk haat, dan wordt men
niet vredelievend gestemd door
de gedachte, dat de tegenstander
over gifgas beschikt, maar dan
houdt de gemiddelde mensch
zich bezig met de gedachte, hoe
hij zelf aan verstikkende gassen
zou kunnen komen.
Honderdduizenden zijn voor
standers gewèbst van de eenzij
dige ontwapening, totdat Musso
lini in Italië en Hitler in Duitsch-
land als leiders van een fascis
tische (nat. socialistische) bewe
ging aan het bewind kwamen.
Toen zijn die honderdduizenden
omgegaan. Toen zeiden zij: ja,
maar ter bescherming van onze
geestelijke vrijheid
We zeggen het met hen.
Maar zóó gaat het tenslotte
altijd met een oorlog. De inzet is
altijd iets, waarvoor een volk te
strijden wenscht.
De ziel der menschheid moet
worden gecultiveerd tot verdraag
zaamheid en liefde worden ge
stemd, tot lijdzaamheid méér dan
tot leidzaamheid.
Dictators zullen verzet kunnen
breken en neerslaan, maar
nóóit de liefde.
Ik denk aan Spanje.
Daar zijn, c.q. „waren", de
menschen aan het bewind, he-
hoorende tot de partijen, die den
wereldvrede wenschen door ont
wapening en broederschap.
Tegen hun gezag komen land
genooten in verzet. En de men
schen van den vrede vinden
daarin een motief tot den strijd.
Ik geef ze geen ongelijk, vindt
hun reactie alleszins begrijpelijk.
Ze beperken zich echter niet tot
het droevig-noodzakelijke van
hun plicht of streven, maar ze
later zich vangen door den oor
logsgeest, storten zich in den
oorlogswaanzin.
Ze verbranden kerken, kloos
ters, scholen, bankgebouwen, de
woningen van hun tegenstanders.
Ze slepen overal den boel uit
de brandende huizen, maken er
nieuwe vuren van.
Alle liefde is uitgeschakeld.
Evenals het verstand.
Ik lees in het socialistische
„Volksblad" het verslag van een
ooggetuige, een Nederlander, die
deel had willen nemen aan de
„Volksolympiade" te Barcelona.
Hij zegt:
„Behalve enkele, o.a. de kathe
draal, zijn alle kerken van
Barcelona in brand gestoken".
Hij verhaalt ook van de plun
deringen van kloosterscholen,
woningen van opstandelingen enz.
Hij noemt deze daden als feiten,
maar keurt niet ronduit af, wat
daar is gebeurd.
Dat is weer het halfslachtige,
het onvolkomene van zijn vredes-
geest. Sociaal-democraten, syn
dicalisten en communisten hebben
gemeenschappelijke tegenstanders
in Spanje, de anarchisten. Hoe
wel dezen thans medestanders
bij de pogingen tot onderdruk
king van den opstand. Die anar
chisten krijgen nu de schuld.
„De burgerlijken, de sociaal
democraten en de communisten
konden dit niet verhinderen."
Maar zelfs deze anarchisten
worden nog keurig behandeld in
het verslag. Ze zijn nette men
schen ze werkten met systeem.
Het was hun heelemaal niet om
roof begonnen. Geenszins
.toen de geldkistjes (bij
de plundering van een bank)
uit de ramen werden gegooid,
vlogen er bankbiljetten op straat
maar ook die zijn netjes bij
elkaar gelegd en in brand ge
stoken 1"
Zijn dat geen keurige lieden
Maar ookis het geen waan
zin Wat die menschen verbran
den is niet alleen particulier-,
maar ook een volksbezit. Als ze
straks hebben getriomfeerd en
het maatschappelijke mechanisme
weer in werking willen stellen,
dan zullen ze het gemis gevoelen
van het vernietigde particuliere
vermogen.
Iemand, die plundert om zelf
te „hebben", is alleen maar een
schurk, doch iemand, die plun
dert om te vernietigen is boven
dien een gek.
„Nog sterker, vertelt de oog
getuige. Ik wilde een blad van
een kerkboek, dat op straat
lag (overblijfsel uit een in brand
gestoken kerk) als herinnering
meenemen. Doch dat werd me
correct, maar beslist belet."
Ziet ge nu wel, dat die anar
chisten zulke slechte kerels niet
zijn. 't Zijn waarachtig „correcte"
brandstichters 1 Keurige lui 1
Bah, wat een laffe halfheid 1
Nooit en te nimmer zullen wede
menschheid beter maken, haar
verlossen van den vuigen oorlogs
geest, wanneer we blijven pogen
om onrecht en barbaarschheid te
verschoonen, als deze worden
begaan jegens menschen van een
andere gezindheid.
Alleen liefde tot degenen, die
ons tegenstaan, kan de grondslag
vormen van den eeuwigen vrede
waarvan het begin ééns op deze
wereld kan en zal worden ge
grondvest. Md.
Afrika's Dierenwereld.
Met dit opschrift komen we in
eens in echte Afrikaansche sfeer,
want als er iets verschilt tusschen
Afrika en hier, dan is 't wel de
dierenwereld.
Ja, we hebben nu wel koeien en
schapen, en geiten en kippen, maar
dat is allemaal geïmporteerd, hoort
niet in Afrika thuis, en wreekt zich
dan ook
Koeien b.v. die kunnen alleen le
ven op de hoogvlakte, op de bergen
dus, maar niet beneden waar de
tsetse- of slaapzieatevlieg huist.
Deze vlieg geeft ons wel niet de
slaapziekte, omdat ze in Nyasaland
nog niet besmet is, maar ruineert
snel en onverbiddelijk iedere onschul
dige koe, die zich in de vlakte
waagt.
En dan nog, die koetjes op de
bergenWe hadden er 6 in Blantyre
Missie, zes melkkoeien, en die gaven
samen per dag de waarde van een
emmerke melk. Wel moetik beken
nen, dat we ook geen wei hadden.
Dat bestaat in Afrika niet.
's Morgens werden die dieren
maar gewoon met een zwart her-
derke de bosschen ingestuurd, en
moesten dan maar zien om aan den
kost te komen.
Met onze kippen is 't eender.
Kleine magere hoentjes en eitjes
iets grooter dan een duivenei, Maar
kippen voeren en verzorgen bestaat
in Afrika ook niet. ik wil zwijgen
van de mooie moderne kippenhokken
van hier, want in Afrika zou men
geneigd zijn om er zelf in te gaan
wonen.
Ziezoodat is ongeveer onze vee
stapel, die heelemaal niet Africaansch
is. Varkens hebben we ook wel,
maar die kunnen we maar in twee
maanden slachten én opeten van
wege de hitte.
't Echte Afrikaansche is enkel in
de bosschen te vinden en van al 't
Europeesch wild of ongedierte heb
ben we daar niets dan 't konijn, 't
eekhoorntje, muizen en ratten na
tuurlek, en.... de musch, dèar even
brutaal en gauwdief als overal.
We hebben er ook nog de kraai,
maar die doet 't iets deftiger dan
haar Europeesche collega, omdat
ze met haar witte nek altijd een
boordje om schijnt te hebben. Dat
is alles
Maar rijk is Afrika nog aan 't
groote slanke wild, en degenen die
van hen leven, de roofdieren. Echt
wild, eetbaar wild is er nog heel
wat in Centraal Afrika, ofschoon
teruggetrokken in de meer wildere
omgevingen. Van de hertenfamilie
zijn er minstens 8 soorten, te be
ginnen met de Eland, die grooter
is dan een paard.
Dan heel wat soorten, steeds klei
ner met allemaal vreemde benamin
gen, om te eindigen met de huluku,
die niet grooter is dan een jong
geitje. Van smakelijk wild gespro
ken, is 't fijnste wel 't wild zwijn
dat heel veel voorkomt, maar ook
veel schade aanricht op z'n nachte
lijke wandelingen door de mais-
velden.
Al dit wild is praktisch niet ge
vaarlijk, uitgezonderd sommige
mannelijke exemplaren, wanneer ze
aangeschoten zijn. Zoo b.v. de Eland,
en ook 't wild zwijn en de buffel.
Toch moet ge niet denken dat dit
wild onze huishoudelijke behoeften
veel verlicht. Vooreerst is 't zeer
moeilijk en vermoeiend om dit groote
wild onder schot te krijgen, omdat
~t zoo uitgeslapen slim is. Is een
kudde wild aan 't grazen, dan zal
steeds een mannelijk exemplaar op
wacht staan, kop in den nek, steeds
den horizon onderzoekend, ofwel
snuivend speuren naar onraad.
Bij 't minste gevaar klinkt een
korte hoefslag ofwel schor keelge
luid, en als op commando gooit de
heele kudde het gewei in dennek
en stormt de bosschen door. Maar
vooral zult ge in verdere brieven
over ons Missiewerk zien, dat we
voor jagen gewoon den tijd niet
meer hebben.
De jagers onder ons missionaris
sen zijn heel zeldzaam geworden en
de enkeling die nog eens deze sport
beoefent, kan slechts heel spora
disch van zjjn werk weg.
Ik zelf ben in al die acht jaren
geen vijf keer op jacht geweest en
was daarbij nog een tamelijk on
handige Zondagsjager.
Wel hebben sommige Missies in
de vlakte een neger-jager in hun
dienst, om van tijd tot tijd wat
versch vleesch te bemachtigen.
Maar ge zult wel ongeduldig zijn
om eens wat meer te hooren over
t „gevaarlijk" volkje der wildernis.
Dan zet ik nummer één de olifant
omdat ie 't grootste is. Dat heer
schap komt nog heel wat voor in
onze Missie, gewoonlijk heele kud
den bijeen. Ze hebben een reusachtig
reukvermogen en zijn enkel tegen
wind-in te benaderen, maar zien
zoowat niets op eenigen afstand,
Eenmaal aangeschoten, zijn ze zeer
gevaarlijk. Dan gaan slurf, ooren
en staart de hoogte in, 'n langge
rekt hoog gegil gaat door de bos
schen en voort stormt de massa, die
den grond doet dreunen.
En geloof me nu gerusteen
olifant, zoo log en dik, kan zich snel
verplaatsen. Een Belgisch ontdek
kingsreiziger heeft 't nog onlangs
geconstateerd in Belgisch Congo,
dat een olifant de snelheid van 45
K.M. per uur bereiken kan.
Er is één geluk voor den roeke-
looze die hem tartte de olifant kan
al loopende niet omdraaien, maar
moet eerst stoppen, zich omwenden
om weer opnieuw vooruitte stormen.
Daarom is in tijd van gevaar ons
wachtwoordtegen wind in en kris
kras met scherpe hoeken op de
vlucht.
Die windrichting zoeken kan de
neger zoo fijn in de akeligste stilte
van 't woud, door een natte vinger
op te steken, want waar die koud
wordt daar is de windrichting. Of
wel laat ie heel fijn zand langzaam
uit z'n hand sijpelen, 't Zijn toch
zoo'n fijn geslepen natuurmenschen
Nog gevaarlijker is de olifant
wanneer de familie met kleintjes
vermeerderd werd. Dan staat heel
de kudde in een kring om de jonge
spruiten heen, en blijft zoo staan
2 of 3 dagen lang, totdat de klein
tjes mee kunnen. Die vergadering
met gesloten deuren storen, zal geen
neger doen, want in die omstandig
heden valt de heele kudde onmid-
dellijk aan, zonder officieele opening.
EeDS zijn we moeten vluchten voor
zoo'n onhebbelijke kudde, die onder
in een diepte lag, gansch verscholen
tusschen 't hooge gras. In eens klonk
zwaar gedreun van getrappel„boem,
boem, boem boeoem, boem, boem
en hoog langgerekt gillen.... dat was
allesGezien hebben we niets, want
de meereizende negers commandeer
den aanstonds in korte woorden
„Titawe Ku nyanja(op de vlucht
naar.de rivier!)
In een dollen stormpas vlogen we
de helling af naar de Shirerivier, en
eenige minuten later schoot 't neger
bootje (een uitgeholden boomstam)
als een pijl over 't water. Maar ook
aan den overkant bleef de oudste
van de negers ons op een drafje
houden, lang nog, tegen wind in, en
nooit recht vooruit. Op mgn zuchten
dat 't toch zoo warm was, kreeg ik
toen van den anders zoo eerbiedigen
neger slechts een schouderophalen
als antwoord, 's Avonds keek ie me
triomfantelijk aan, wanneer andere
negers ons vroegen hoe we 't er af
gebracht hadden, want.... de heele
kudde was ons netjes nagezwommen
de rivier over. M'n landman zei toen
eenvoudig„In 't bosch moet de
blanke man maar mooi naar ons
luisteren."
Bij een andere gelegenheid, vorig
jaar, ben ik die heeren olifanten nog
eens zoowat tegen gekomen. Ik moest
van Blantyre missie naar die van
Nsipe, d.w.z. van den eenen bergketen
naar den anderen, recht door de
heete vlakte. Ik had 130 K.M. voor
den boeg, of liever voor m'n motor
fiets, van een zeer verlaten weg die
Dat en slijkerig was vanwege 't
regenseizoen.
Fel brandde de zon aan den valen
strakken hemel en als vuur sloeg de
heete wind me in 't gezicht. Zoowat
halfweg stopte ik m'n motor onder
een grooten lommerrijken boom, en
stopte een pijpje ter verpozing, 't
Was er akelig stil in de onbewoonde
wildernis, toen plots een soort trom
geroffel weerklonk dat snel naderde,
steeds zwaarder en eindelijk dof
dreunendboeoem, boem, boem
Jadat kende ik van vroeger. Als
de wind was ik op en weg van mijn
koel zitje, mat m'n kansen met een
oogopslag en zat zoo in een tamelijk
stevigen boom, drie stok hoog.
Als een stormvlaag trok 't lawaai
voorbij door 't ondoorzichtige struik
gewas niet ver van me af. 'tWas
nu een helsch lawaai van stampen
en van scheuren langs de struiken en
van heele takken die de jolige oli
fanten (want zij waren 't) al spelen
de afrukken met hun lange sterke
slurf. Als een wind trok 't lawaai
voorbij, om enkele minuten later uit
te sterven in zwak dof getrappel.
Hmik had die heerschappen niet in
den weg moeten staan.
Ik bleef nog enkele minuten op
mijn veiliger uitkijk, en tufde weer
verder, den blik strak voor me uit,
controleerend den meter van den
motor.
Ha! daar was 't, 'n 300 meter van
de plaats waar ik had zitten bibbe
ren. In een breede baan lagen strui
ken en gras platgetrapt met hier en
daar een flinke afgescheurde tak.
Op den weg was 't juist of er een
partij biervaatjes gestaan hadden.
Een heele kudde was daar voorbij-
gestormd. Ik dankte mijn Engel
bewaarder die me juist op tijd.... een
pijpje had doen stoppen en reed
verder om tusschen dorpen te komen.
Zeldzaam zijn de jagers die op
olifantjacht gaan, want 't moeten
bijzondere scherpschutters zijn. Een
olifant in 't logge lijf schieten, maakt
'm enkel kwaad, maar niet onscha
delijk. Alleen recht voor den kop
ofwel in de ooren is hij doodelijk te
treffen, 't Vleesch, een mas
best eetbaar ofschoon wat taai, maar
kostbaar is 't ivoor van zijn
tanden waarvan één steeds aan de
regeering komt.
De neger gaat ook wel op olifanten-
jacht, maar toch enkel met getrainde
boschmenschen, die rijk aan ervaring
zijn. Zoo'n neger trekt er enkel met
een mes en een speer op uit. Eerst
wordt gezocht naar een alleenling,
een oudere olifant uit de kudde ver-
stooten.
Zuiver wordt de windrichting op
genomen, om dan op handen en
voeten als een slang door 't gras te
glijden, zoo stil als 't een mensch
maar mogelijk is. Zoo moet een der
achterpooten van den olifant bereikt
worden, om dan vliegensvlug met
vlijmscherpe mes de hakpees door
te rukken. De logge massa zakt
ineen met een vreeselijken gil of
liever gaat er zitten. Maar dan is er
nog heel wat koelbloedigheid noodig
om 't woedende gevaarte te naderen
en met een speer af te maken.
't Zal wel lukken voor vandaag.
Volgende week nog enkele andere
avonturen.
JAN DE PONTI
Missionaris ïn Centraal-Afrika
OIRLO, Juli '36.
VENRAY, 1 Aug. 1936.
KERMIS IN LUXOR-THEATER.
Als buitengewone kermis-attractie
komt zeker Luxor wel aan de spits
te staan met zgn keurcollectie pro
gramma's, waarvan het eene nog
mooier en amusanter is dan het
andere.
Zoo vertoont men heden Zaterdag
om 8 uur en morgen Zondag om 5
en 8 uur een zeldzame lach-schlager
der Ufa: „de Koene Zwemmer" met
Ralph Arthur Roberts, Ida Wüst,
Elga Brink. Leedvermaak schijnt
voor de menschen, althans voor het
theaterpubliek de grootste pret te
zijn en dus zullen de toeschouwers
joelen, schateren en gieren over deze
aquarium van zeldzame menschen-
typen, dat hun in deze onovertroffen
klucht wordt geboden.
Het vlotte, frissche filmspel, vol
élan, het mitrailleur-vuur van tragi
komische invallen mist zijn uitwer
king niet en garandeert een door
slaand succes, te meer waar de
koene zwemmer in het aquarium des
levens, de vermaarde blgspel-speler
Ralph Arthur Roberts heet.
Tevens een zeer interessant en
afwisselend bijprogramma.
Maandag en Dinsdag komt 's we
relds grootste troetelkind, Shirley
Temple, in: „De Kleine Kolonel".
Wij kennen o.a. „Hartedief" reeds
van haar en dat hebben ontelbaren
danig leuk gevonden. Niettemin houdt
men zijn hart altijd een weinig vast,
als zulke kleine kinderen, als Shirley
Temple een oeuvre gaan scheppen.
Intusschen bestaan er wonder
kinderen om bewonderd te worden.
En in alle geval is de Kleine Kolonel
daar, om iedereen ervan te over
tuigen, dat men met deze film ten
minste nog geen verkeerd gebruik
heeft gaan maken van haar popu
lariteit. De Kleine Kolonel had ook
haar eerste film kunnen zijn. De
titel zal wel natuurlijk maar een
grapje zijn, alhoewel de sfeer toch
wel een beetje kolonelachtig is,
spelende het verhaal in de nabijheid
van een grootvader, die vroeger in
den strijd tusschen de Zuidelijke en
de Noordelijke legers in Amerika
gevochten heeft.
Deze grootvader is een brommerige
oude heer geworden, die heelemaal
niet gesticht is door het huwelijk,
dat zijn dochter gesloten heeft. Nu
moet Shirley Temple er voor zorgeD,
dat het hart van den ouden man
mild gestemd raakt, en dat lukt
haar op den duur natuurlijk opper
best. Wat de negerbedienden hier
ten beste geven is zeer de moeite
waard. Men ziet o.m. een dorpsfeest
van negers in de rivier, waarbij van
die geestelijke negerliederen worden
gezongen en de vertolking, die Lionel
Barrymore van den ouden kolonel
geeft is markant en behoort tot de
goede staaltjes van speelkunst uit
een periode, waarin deze kunst alles
was voor de film. En Shirley Temple
vergeleken bij „Hartedief"
werkelijk niet minder op geworden.
Ook in deze film is zij een wonder
kind. Haar kinderlijke charme heeft
hier dezelfde onweerstaanbare be
koorlijkheid die bij vlagen hilariteit
onder het publiek verwekt, als de
kleine Shirley een van haar uitvallen
ten beste geeft.
Als extra hoofdnummer Janet
Gaynor en Warner Baxter met mede
werking van 9 bekende sterren in
,Twee Vagebonden en een Meisje.
Woensdag en Donderdag gaat hier
de geweldige Ufa lachschlager „De
Tante van Charley." Reeds de titel
van deze film is op zichzelf al een
aanbeveling, om U te doen besluiten
naar het theater te gaan. Doch als
U dan nog weet, dat de titelrol door
den oerkomiek Paul Kemp wordt
gespeeld, dan is dit een nog veel
grootere 'attractie.
„De Tante van Charley" werd als
kluchtspel op alle tooneelen van de
geheele aarde duizenden malen ge
speeld. De grootste komische talenten
van het tooneel hebben de rol van
De Tante van Charley" vervuld en
thans zal het grootste komische
talent van de film, Paul Kemp, U
op onnavolgbare wijze doen schudden
van het lachen.
De beste kluchtspelers staan hem
terzijde. Noemen wij slechts Ida
Wüst, Jeszie Vikrog, Paul Henckels,
Fritz Odemar en vele anderen.
Overal waar deze film werd ver
toond bulderde het publiek van het
lachen en ook U zult bij het aan
schouwen van „De Tante van Charley"
schateren en U geweldig amuseeren.
Tevens Zondag, Dinsdag en Woens
dagmiddag kindervoorstelling, waar
de kinderen weer eens heerlijk kun
nen genieten.
Alles bij elkaar is uw vermaak
bij Luxor verzekerd, waarbij nog de
heerlijke frissche zaal, die steeds
wordt doorgekoeld.
DIEFSTAL.
Ten nadeele van Roeffen, Laag-
heidsche weg alhier, werd dezer
nachten een flinke ham uit de kelder
gestolen. Door het uitsnijden eener
ruit is de dief binnengekomen.
POSTDUIVENSPORT.
Zondag 19 Juli hield de C.C. „De
Peel" een concours met jarige duiven
vanuit Toyry, afstand 470 K.M. De
prijzen werden behaald als volgt
111 P. Janssen, Deurne
2 G. van Drjck, Venray
31422 J. Kusters, Venray
418 G. Janssen, idem
5 E. VermeuleD, idem
6 M. Franken, Wanssum
7 P. Manders, Venray
8 Gebr. Verhofstad, Vierlingsbeek
9 M. Poels, Venray
10—21 L. Maassen, idem
12 Gebr. Hendriks, idem
13 H. Kuyten, Deurne
15 G. Vissers, Wanssum
16 Gebr. Theeuwen, idem
17 Gebr. Janssen, Venray
19 W. Thijssen, idem
20 overduif M. Beterams, idem
23 G. Engels, Deurne
24 A. de Wit, Venray
25—2627 H. Derks, idem
2830 Jac Verstegen
29 L. van Bommel, Vierlingsbeek
Dos 6.20 met Zuid-Westenwind.
Aankomst le duif 10.32.25
Laatste duif 11.27,52.
Koningspoul 2/3 G. v. Dijck, Ven
ray; 1/3 Verhofstadt, Vierlingsbeek.
Serie 2: 2/3 G. Janssen, Venray
1/3 L. Maassen, Venray
Beker werd gewonnen door P.
Janssen, Deurne
Diploma Gebr. Theeuwen, Wansum
Oude duiven
1 Fr. Vermaeten
2 P. Manders
34 Gebr. Hendriks
Overduif W. Thijssen.
3453 P. Manders
36—58—76 M. Poels
42 Houben-van Ooi
43—88 en overduif J. Arts
4987 E. Vermeulen
617980 Gebr. Janssen
69—70—72—73 G. van Dgck
82—83 G. Janssen
Duiven 9.30 met Zuid-Westenwind.
Aankomst le duif 10.41.6
Laatste 10.55.26.
P.D.V. „DE EENDRACHT".
Uitslag Wedvlucht Piepers 26 Juli
op Eysden, 77.87 K.M. Los 8.30
Westenwind. Aankomst eerste duif
1.33.17, laatste duif 9.40.37.
le J. Derks.
2, 5, 8, 49 A. Loonen
3, 12, 21, 22, 33, 41, 48 J. Strijbosch
4 H. Arts
6, 9, 13, 23, 40 J. Lummler
7, 11 J. Dinjens
10, 17, 39, 43, 44, 45 en overduif
J. van Houdt
14, 15, 19 Gebr. Spee
16, 27 J. Boom
18, 20, 25, 26, 31, 32, 37 B. Janseen
24, 34, 35, 38 L. Coopmans
28 J. Potten
29, 30, 46, 47, 50 P. Strijbosch
36 G. Philipsen
42 A. Vermeulen
EYSDEN. Oude Duiven op 26 Juli.
Los 8.30, Westenwind. Aankomst
eerste duif 9.33.53, laatste duif 9.36.39
1, 2 A. Loonen
3, 6, 8, 9, 13 J. Dinjens
4 J. Boom
5, 10 G. Philipsen
7, 12 en overduif P. Strijbosch
11 H. Janssen
Uitslag wedvlucht St. Vincent
(1028.19 K.M.) met Oude Duiven-
Los Zaterdag 25 Juli om 5 uur met
Westenwind. Aankomst eerste duif
Zondag 8.15.17
1, 2 J. Boom
3 L. Coopmans
4 J. Strgbosch.
Bij de op Zondag 26 Juli ge
houden Missiewedvlucht was de heer
J. Derks, Hoenderstraat, de geluk
kige winnaar van 't rijwiel.
De heeren J. Derks en A. Loonen
waren de beker-winnaars.
De netto-opbrengst voor de Missie
bedroeg f 33.75.
- Zondag hield de P.D.V. „De
Zwaluw" alhier een vlucht met jonge
duiven vanuit Jupille, afstand 100
K.M. De prijzen werden behaald als
volgt
1—6—39—6768 G. Vissers
2—8—9—21—22—35—60 Gebr. van
der Heijden
3—20—3845—52—64 St. Servaas
5 J. Vollebergh
7—18—84—86 L. Maassen
10—111937—77 M. Beterams
10—1119—3777 M. Beterams
12—2844 Gebr. Siebers
13—14 Gebr. Hendriks
15 J. Kusters
16—17—50—51—71 P. Kersten
23—2462—63 Gebr. Rutten
252674—75 Gebr: Theeuwen
28—4 1575985 Jac. Verstegen
29—30—3140—46—47—54—55—56
7881 J. Eibers
32—33 M. Franken
De Politierechter te Roermond
veroordeelde G. W. van Y., 20 jaar,
arbeider te Venray, verdacht van
mishandeling van P. J. van Lierop
aldaar door dezen met een schop te
slaan. Eisch en vonnis f 15 boete of
10 dagen hechtenis.
ZILVEREN KLOOSTERFEEST.
De eerw. Pater Paschasius O.F.M.
de wereld Arn. Claassen, uit
Maashees, hoopt op 7 September a.s.
in het St. Antoniusklooster te Heerlen
zijn zilveren kloosterfeest te her
denken.
CASTENRAY. Onze Ruiterselub
en Handboogschutterij hebben Zon
dag j.l. op uitstekende wijze hun
naam weten hoog te houden.
De L. R. „De Eendracht" bemach
tigde te Sevenum de volgende 6
mooie prijsen
Verplichte viertallen 1930 le prijs
plus beker.
Groot défilé, hetwelk onder leiding
stond van onzen commdt.le prijs.
Patrouillespringen2e prijs
Harddraven B. T.le prijs Jac.
Philipsen.
Harddraven lichte klas3e prijs
J. Rambaghs.
Springconcours 3e prijs M. Dinghs
In Sevenum heeft „De Eendracht"
voor de vijfde maal in dit jaar ge
kampt in 't verplichte nummer vier
tallen 1936, waarvan zij viermaal de
beker als le prijs hebben binnenge
haald.
De Batavieren" mochten te Via-
nen bg Cuyk in de sterke B klasse
van den R. K. Bond „St. Sebastiaan"
met eere den eersten prijs, een
prachtige beker behalen, met 't
fraaie getal van 106 punten in 30
pijlen, zijnde 't hoogste getal over
alle klassen.
Tevens viel 't eereteeken voorden
hoogsten schutter op de corpsbanen
in diezelfde klasse, ten deel aan de
kranige 15jarige aspirant-Batavier
Jac. Christiaens met 22 punten, een
prestatie welke niet spoedig zijns
gelgke zal vinden.
Beide vereenigingen proficiat wg
hopen datzg, in vriendschapsamen-
werkend, door oefening steeds cres
cendo mogen gaan.
ST. ADELBERTSVEREENIGING.
KRING NOORD-LIMBURG.
Maandagavond werd in hotel
Wilhelmina te Venlo een vergadering
gehouden, belegd door een voorloopig'
comité, bestaande uit Aalmoezenier
Roncken, mr. R. van Basten Baten
burg, drs. J. van Vroonhoven, Ir.
M. Thywissen en C. Receveur, om
te komen tot oprichting van een
afdeeling der St. Adelbertsvereeni-
ging voor Noord-Limburg.
De vergadering stond onder leiding
van mr. Van Basten Batenburg. Als
inleiders traden op ir. Fr. Wijffels,
voorzitter der afd. Heerlen, en Mgr!
dr. Poels, die een uiteenzetting gaven
van werkwijze en doel der stands
organisatie voor de hoogere stand.
Dr. G. Panhuysen, secretaris der
diocesane afdeeling Limburg, ver
strekte nadere inlichtingen.
De aanwezigen er waren eruit
geheel Noord-Limburg, doch nog
slechts beperkt in aantal traden
vrijwel allen als lid toe. Het voor
loopig werkcomité werd tot voor
loopig bestuur gekozen, met uit
zondering van den heer ir. Thywissen,
die geen bestuursfunctie wenschte té
aanvaarden. Voor hem nam plaats
mr. E. Haffmans, terwijl als vijfde
lid werd aangewezen dr. Vercauteren
uit Venray.
Er zal gestreefd worden naar een
zoo spoedig mogelijke uitbouw der
vereeniging.
Voor de eerstvolgende vergadering
zal Prof. dr. Weve als spreker ge
vraagd worden.